Vraag nr. 20
van 10 november 2000
van de heer CARL DECALUWE Milieuheffing – Berekeningswijze
Voor de berekening van de heffing ter bescher-ming van de oppervlaktewateren wordt, a f h a n k e-lijk van de situatie (alleen aansluiting op het water-distributienet of alleen eigen waterwinning of beide samen), een andere berekening gehanteerd. Wanneer iemand een combinatie van beide ge-b r u i k t , werd de heffing als volgt ge-berekend : er werd een optelling gemaakt van de berekening voor de situatie van eigen waterwinning en de berekening voor de situatie van aansluiting op het waterdistri-b u t i e n e t . Concreet waterdistri-betekende dit dat waterdistri-bijvoorwaterdistri-beeld voor de heffing 2000 volgende formule werd ge-hanteerd : (0,025 x 1.016 frank x m3in 1999
gefactu-reerd verbruik) + (0,025 x 1.016 frank x 10 m3 x
aantal personen ingeschreven op 1 januari 2000). Mijn vraag om uitleg hieromtrent ( H a n d e l i n g e n Commissievergadering nr. 86 van 10 februari 2000, b l z . 21 e. v. – red.) heeft ertoe geleid dat nu welis-waar de derde berekeningswijze (combinatie) wordt gebruikt, echter niet in één en dezelfde for-mule zoals voorgeschreven. Uit de praktijk blijkt dat er opnieuw twee aanslagbiljetten worden opge-s t u u r d , telkenopge-s met een deel van de formule. E n nog slechter : er wordt telkens ook een minimum-heffing gehanteerd. Hierdoor wordt er twee keer afgerond in plaats van één keer.
We gaan er in een voorbeeld van uit dat iemand 3 m3verbruikt en dat er drie personen zijn
ingeschre-ven op het adres. Dan is de berekening als volgt voor de drie gevallen :
– in geval van enkel aansluiting op waterdistribu-tienet (1) : (0,025 x 1.016 x 3 m3) = 76 frank met
een minimumheffing van 300 frank ;
– in geval van enkel eigen waterwinning (2) : (0,025 x 1.016 x 10 m3x 3 pers) = 762 frank ;
– in geval van combinatie van de twee : (0,025 x 1.016 x 3 m3) + (0,025 x 1.016 x 10 m3x 3 pers) =
838 frank.
In de praktijk wordt de laatste formule opgesplitst in twee aanslagbiljetten, met als resultaat 300 + 762 = 1.062 frank.
De persoon in kwestie betaalt hier dan toch " m e e r " . Het betekent toch niet, omdat één deel
van het huishouden aangesloten is op het waterdis-tributienet en een ander deel is afgestemd op eigen w a t e r w i n n i n g, dat het huishouden méér afvalwater zou lozen dan andere huishoudens ?
1. Waarom is de VMM (Vlaamse Milieumaat-schappij) niet in staat om de juiste formule toe te passen in één aanslagbiljet ?
2. Werden reeds instructies gegeven met het oog op een correcte berekening ?
Antwoord
1. Voor het aanmaken van één aanslagbiljet met betrekking tot de milieuheffing voor de heffingsplichtigen die tegelijk beschikken over een eigen waterwinning en over een aansluiting op het waterdistributienet, moet de V l a a m s e Milieumaatschappij de respectieve adresgege-vens koppelen aan het Rijksregister.
Deze koppeling is technisch zeer moeilijk. D e Vlaamse Milieumaatschappij koppelt 80 % van de adresgegevens van alle heffingsplichtigen aan het Rijksregister. Het streven naar een hoger koppelingspercentage zou een groot aan-tal foutieve koppelingen tot gevolg hebben. D e reden hiervan is dat twee gegevensbestanden (enerzijds het bestand van het Rijksregister en anderzijds het bestand van de drinkwatermaat-schappijen) met elkaar worden vergeleken en bij overeenkomst worden gekoppeld op naam, adres en woonplaats van de heffingsplichtigen. Bij deze vergelijking worden een aantal afwij-kingen tussen beide bestanden toegestaan (bv. Vande ... en Van De ..., S t . . . . Sint ... ) . Hoe meer afwijkingen worden toegestaan, hoe groter de kans is op foute koppelingen. Gelet op het groot aantal dossiers (2,3 miljoen) is het onmogelijk manuele controles uit te voeren.
Het aanmaken van gecombineerde aanslagen vraagt een ingrijpende wijziging aan de compu-terprogramma's waarmee de milieuheffing wordt berekend.
voorkomend geval kan de heffingsplichtige zijn rechten doen gelden op eenvoudige schriftelijke vraag (brief of fax) bij de Vlaamse Milieumaat-schappij.
Niettegenstaande dat, heeft de Vlaamse Milieu-maatschappij maatregelen genomen om de be-rekeningsprogramma's in die zin aan te passen. De nieuwe werkwijze zal ingaan vanaf het heffingsjaar 2001. Het resultaat van deze nieuwe worden werkwijze kan pas worden geëvalueerd na de vestiging van de heffing 2001.