• No results found

Zomernota 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zomernota 2016"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zomernota 2016

september 2016

(2)
(3)

Inleiding

De Zomernota 2016 is de eerste tussentijdse rapportage over het begrotingsjaar 2016. In deze rapportage wordt van een aantal belangrijke thema’s aangegeven wat in 2016 is gebeurd en wat we hebben bereikt.

Werkgroep begroting

In 2015 en 2016 is een raadswerkgroep ‘herijking programmabegroting’ actief geweest om te komen tot een andere inrichting van de

programmabegroting. De begroting 2016 van de gemeente Beuningen is opgesteld volgens de nieuwe systematiek. Deze Zomernota is een vervolg op de nieuwe wijze van rapporteren.

De Zomernota is opgesteld op basis van de door de raadswerkgroep opgestelde uitgangspunten dat:

 de ‘financiële stukken’ meer het bestuurlijke proces moeten volgen

 in de rapportages een eenduidig beeld moet worden gegeven

 de rapportages compact en toegankelijk moeten zijn voor lezers binnen en buiten de gemeente.

De nieuwe opzet van deze

rapportage is binnen de werkgroep nog onderwerp van discussie, de huidige opzet is een eerste voorzet voor verdere discussie.

Thema’s

Deze Zomernota geeft inhoudelijk geen totaalbeeld van alles dat gebeurt binnen de gemeente.

Bewust is gekozen voor een aantal thema’s die bestuurlijk belangrijk zijn (geweest) in de eerste helft van 2016. Juist van deze thema’s wordt uitgebreid verslag gedaan. De thema’s zijn:

 decentralisaties jeugd en Wmo

 speelruimteplan

 omgekeerd inzamelen afval

 realisatie AZC

 overdracht VTH naar ODRN

 huishoudelijke hulp

Financieel

De Zomernota sluit af met een financiële rapportage. Op hoofdlijnen wordt een beeld geschetst van de financiële afwijkingen ten opzichte van de begroting 2016. Belangrijke financiële afwijkingen treden op bij:

 Structureel nadeel door lagere doorbelasting van personele kosten + overhead naar het grondbedrijf en de investerings- werken voor riool en wegen.

 Structureel voordeel door hogere rijksuitkering voor het

verstrekken van bijstandsuitkeringen.

 Structureel voordeel inkomsten H1 zandwinlocatie Winssen.

 Structureel nadeel door het beschikbaar houden van middelen voor huishoudelijke hulp vanuit Wmo

woningaanpassingen en uitkering gemeentefonds.

 Incidenteel nadeel door een extra toevoeging aan de voorziening pensioen wethouders.

 Incidenteel nadeel door verplichting vervroegde uitbetaling vakantiegeld als gevolg van Individueel Keuze Budget.

 Structureel voordeel door hogere uitkering uit het gemeentefonds (algemene uitkering).

 Incidenteel nadeel door BTW nabetaling in aftrek gebrachte BTW over kosten

leerlingenvervoer.

 Incidenteel nadeel door kosten inhuur personeel Zandwinning Beuningse Plas.

 Incidenteel voordeel door vrijval beschikbaar gestelde middelen Kiss & Ride MFA Kloosterhof.

 Incidenteel hogere kosten juridische ondersteuning.

De Zomernota sluit met een financieel tekort van € 571.000 in 2016. Het begrotingssaldo (na reeds vastgestelde

begrotingswijzigingen) was

€ 260.000 positief. Het resterende

tekort van € 311.000 komt ten laste

van de algemene reserve algemene

dienst.

(4)

Decentralisaties Jeugd en Wmo

Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de jeugdzorg en is de Wmo op verschillende onderdelen uitgebreid.

Verantwoording 2015

We zijn het jaar 2016 ingegaan met de wetenschap dat we 2015 goed zijn doorgekomen als het gaat om de decentralisaties en de

jeugdzorg.

Aan de start van de decentralisatie moest fors bezuinigd worden en was de verwachting dat we met name op het onderdeel (zware) jeugdzorg tekort zouden komen.

Er klinken positieve geluiden over de laagdrempeligheid en het organiseren van zorg en

ondersteuning. Ook in 2016 hebben we veel energie gestopt in de versterking van het Sociaal Team voor zowel jeugd als wmo / volwassenen dat functioneert als netwerk.

In 2016 zetten we voort wat we in 2015 hebben ingezet en willen we meer aan de slag met de

doelstellingen die staan in het teken van het borgen van de

beleidsmatige uitgangspunten van de transitie.

Het gaat hierbij onder andere om de volgende punten :

 Ontkokering van de zorg: 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur;

 Zelfredzaamheid: burger stelt zelf een plan op tenzij het niet anders kan;

 Zorg opschalen en afschalen waar het past bij de zorgvraag, niet automatisch verlengen van zorgarrangementen;

 Nabijheid van zorg: zorg dicht bij de bewoner;

 Nadruk op preventie en voorkomen van

maatwerkvoorzieningen tenzij het niet anders kan;

 Inschakelen van de omgeving bij de zorg;

 Beleggen van casusregie.

Het uitgangspunt is nog steeds dat we kijken naar wat nodig is voor onze kinderen, volwassenen, ouderen en gezinnen. Hierop zijn al onze keukentafelgesprekken gebaseerd. In de praktijk zien we dan ook dat in sommige gevallen juist meer zorg nodig is om tot duurzame oplossingen te komen en waarbij gezinssystemen hun eigen gewone leven weer kunnen normaliseren en het allemaal zelf aan kunnen. Met de transformatie zullen we daarom duurzaam moeten investeren op zorginzet en zelfoplossend vermogen van onze inwoners.

Contractering 2017

De gehele verantwoordelijkheid voor de elementen van Jeugdhulp ligt ook in 2016 en 2017 bij de gemeente. Voor de voorbereidingen van de contractering 2017 zijn we al vanaf begin 2016 gestart. Dit wordt nu een jaarlijks terugkerende

cyclus. Dit wordt ook lokaal en regionaal opgepakt.

Versterking preventie

In 2016 zijn we gestart met de inzet van meer preventie en expertise op jeugd, omdat we zien dat hier nog veel te winnen is. We zijn aan de gang gegaan met social brokers om meer gebruik te maken van de informele netwerken en we hebben meer aandacht voor sociale netwerk strategieën.

De expertise jeugd is versterkt en we zijn gestart met een pilot om beter met (v)echtscheidingen om te kunnen gaan. Een continu

aandachtspunt is dat afspraken worden gemaakt wie

verantwoordelijk is voor het plan samen met de opvoeders / ouders.

Deze werkwijze sluit geheel aan bij de Kantelingsgedachte om zo preventief mogelijk te werken en uit te gaan van eigen kracht van ouders en opvoeders.

Voor de jeugd hebben we nog meer te winnen daar waar het gaat om opvoedingsondersteuning. Verder willen we meer innovatief werken.

Zo zetten we eigen pilots uit (vereenvoudiging en integralere inzet sociaal medische indicatie, aansluiting GGD-spreekuur peuterspeelzaalwerk, ggz-

preventie-inzet, thuisbegeleiding als

algemene voorziening, meer

groepswerk). Verder zijn we bezig

om de processen (o.a. wiz-portaal,

privacy-systemen, minder

(5)

bureaucratie, eenvoudige

procedures) nog meer te finetunen.

Aansluiting onderwijs

Met het primair onderwijs zijn afspraken gemaakt over samenwerking binnen de zorgstructuur, waarbij vanuit het passend onderwijs via het

“handelingsgericht werken”

toegewerkt wordt van “wat heeft een kind” naar “wat heeft een kind nodig”. Ook bij deze aanpak worden de ouders in een vroeg stadium betrokken als participerende ouders en opvoeders. In Beuningen zitten we wekelijks met het primair onderwijs om tafel en de Intern Begeleiders van de basisscholen zijn via het ondersteuningsteam per school en het

Ondersteuningsplatform

aangehaakt aan het Sociaal Team.

De coördinator van het Sociaal Team heeft regulier

afstemmingsoverleg. Door de komst van een nieuwe

leerplichtambtenaar zijn alle basisscholen bezocht waarbij gesprekken met de directeuren en Intern Begeleiders hebben

plaatsgevonden. Hier is ook uitgewisseld om leerplicht meer preventief in te zetten en een snelle verbinding te maken met het Sociaal Team. Hierdoor zijn we goed op weg om elkaar in de gemeente Beuningen te versterken.

De vorming van Integrale Kind Centra bieden een mogelijkheid om de zorgstructuren rondom kinderen en ouders te versterken.

Tegelijkertijd werken we ook aan het ervaringsgewijs leren met Passende Kinderopvang

aansluitend op het Sociaal Team en zorgaanbieders.

Aangezien al onze jongeren voor het voortgezet onderwijs de regio in gaan, is het voor de scholen en de zorgpartijen binnen het

Voortgezet Onderwijs de kunst om ons als verwijzers binnen de gemeente te vinden. Hiervoor moeten we de jeugd beter in beeld krijgen met name vanuit het Voortgezet Onderwijs en de relatie met het schoolmaatschappelijk werk en de versterking van het jongerenwerk.

De verbinding met de scholen in het Voortgezet Onderwijs moet vooral worden gemaakt met de daar aanwezige partners (zowel interne als externe partners). De zwaardere Jeugdzorg wordt regionaal belegd o.a. via de partners binnen de Combinatie en via de zogeheten gecertificeerde instellen zoals Jeugdbescherming Gelderland. Bij de regionale pilot De School Als Vindplaats, waarbij de grote zorgpartijen van de Combinatie en de zorgpartijen binnen de school elkaar beter en sneller moeten vinden, wordt er gewerkt aan een sterkere zorgstructuur om jongeren op de goede plek te krijgen met de juiste zorg. Per jaar kunnen de risico’s op zware zorg aanzienlijk fluctueren. We beseffen ons dat dit niet altijd stuurbaar is.

Opschaling jeugdhulp

Waar het licht en dichtbij kan worden opgelost doen we dat. Met name voor de verbinding van het sociale team en het zorgaanbod dat nodig is, blijven de

(casus)netwerken belangrijk bij het doorzetten van casuïstiek. De schakel naar veiligheid en het voorkomen van risico’s krijgen extra aandacht, mede via o.a. de

portefeuille veiligheid en het Lokale ZorgNetwerk. We zien de druk op de C produkten (o.a. zorg met verblijf) weer toenemen, waarvoor we de lijn naar het Casus Overleg Bescherming in de regio nog meer gaan stroomlijnen door met meer vaste contactpersonen vanuit het Sociaal Team Beuningen te werken die dan aangesloten zijn op het gedwongen kader. Op deze manier proberen we de

jeugdbeschermingsmaatregelen zoals ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen te voorkomen.

Met Jeugdbescherming vindt regulier overleg plaats en wordt er met vaste contactpersonen gewerkt. De deskundigheid op het gebied van Veiligheid en de deskundigheid van complexe jeugdzaken hebben we ook gericht ingezet om het Sociaal Team te versterken.

De verschillende casusnetwerken worden verbonden en de methodiek één gezin, één plan wordt zoveel mogelijk nagestreefd met de inzet van eigenkracht en mogelijkheden van het gezin. In de praktijk blijkt dit echter meer weerbarstig dan gedacht. Het gaat hierbij vaak om meerdere (gezins)systemen en meerdere (en soms tegengestelde) belangen.

Veilig Thuis

Met Veilig Thuis en

Jeugdbescherming zijn aparte

(6)

informatiesessies gepland om meer kennis en informatie over te

brengen naar het Sociaal Team.

Voor het Sociaal Team blijft het een aandachtspunt dat casuïstiek die bekend is bij Veilig Thuis snel wordt doorgeschakeld naar het Sociaal Team. In de praktijk blijkt dat de meeste gevallen al in beeld zijn het Sociaal Team. De betrokken partijen bij Veilig Thuis zaken in Beuningen zijn vaak al betrokken bij de verschillende casusoverleggen, Sociaal Team of Lokaal

Zorgnetwerk.

In de vergadering van het algemeen bestuur van de GGD van 30 juni is een amendement aangenomen om een externe partij naar de

bestuurlijk procesgang van Veilig Thuis te laten kijken.

GGZ- (jeugd)hulp

Met de GGZ-partners (o.a.

psychologen, huisartsen,

jeugdartsen, Pro Persona, Karakter) zijn werkafspraken gemaakt om elkaar snel te kunnen vinden ook in geval van complexe problematiek.

Juist omdat we via een netwerk werken betekent dit dat we veel energie stoppen in communicatie met partijen en korte lijnen. Een aandachtspunt hierbij is het leggen van de juiste verbindingen, daar waar het specifiek om een kindsituatie gaat, danwel in combinatie met problemen van de ouders. De zorgpartijen zijn zich in 2016 gericht aan het oriënteren op een goede overdracht met

verschillende zorgcombinaties (o.a.

Karakter en Entrea) , waardoor meer recht wordt gedaan aan één gezin , één plan. Vanuit het overleg

met de GGZ partners kwam naar voren dat er juist voor GGZ cliënten en ouders nog niet zoveel

preventie-activiteiten waren in Beuningen. Dit is nu onlangs opgepakt en wordt nu opgezet onder het noemer De Plu – praatlokaal voor ouders (en kinderen).

Huisartsen en jeugdhulp

Met de huisartsen vindt regulier overleg plaats en er zijn onlangs bijeenkomsten met het Sociaal Team belegd zodat de afstemming van zorg voor de cliënten nog betere wordt georganiseerd. Door de onderlinge contacten en elkaar vaker ontmoeten, zien we een steeds betere samenwerking ontstaan tussen de

gemedicaliseerde zorg en de zorg waar we als gemeenten

verantwoordelijk voor zijn. Gekeken wordt of de collega’s van het Sociaal Team aan kunnen sluiten bij zogeheten Multi disciplinaire Overleggen. Ook in 2016 wordt de Praktijkondersteuner Huisartsen GGZ (POH-GGZ) ingezet, die de verbinding legt tussen huisartsen en leden van het Sociaal Team. In 2016 volgen we dit initiatief actief om tot betere afstemming te komen.

De huisartsen verwijzen een groot deel van de jeugdigen naar de GGZ aanbieders. In Wijchen draait een regionale SOH – pilot

(specialistische Ondersteuning Huisartsen). Deze pilot laat duidelijke resultaten zien en een duidelijk patroon van

zorgverwijzing. Een SOH via Karakter werkt versterkend richting een passende toewijzing, mede

gezien het hoge aantal verwijzingen van onze huisartsen. Een goede aanvullende screening leidt tot betere toewijzing. Op dit moment wordt gekeken of deze pilot regionaal kan worden uitgerold.

Wmo dagbesteding

Voor 2016 hebben we weer dagbesteding voor ouderen gesubsidieerd bij Perspectief (’t Proathuys), Zorgboerderij Personnebos en voor 2 cliënten bij SWON. Dit verloopt goed. Er zijn geen wachtlijsten, wel wordt er geconstateerd dat de zorg die mensen nodig hebben steeds zwaarder wordt. Dit heeft te maken met het feit dat er veel voorliggende voorzieningen ingezet worden voordat cliënten naar de dagbesteding gaan (bv. de Molensoos). Daarnaast moeten cliënten langer thuis blijven wonen, waardoor ook nog zelfstandig wonende ouderen een behoorlijke zorgbehoefte kunnen hebben.

Wmo inloop GGZ

In 2016 is De Stek in Beuningen,

inloop voor mensen met een

verstandelijke beperking en ggz-

problematiek voortgezet. Planning

is dat na de zomer gestart wordt

met een nieuwe ggz-inloop in de

MFA in Ewijk. Hierbij wordt

aangesloten bij het eetpunt van

Perspectief in het MFA. Zowel bij de

De stek in Beuningen als de inloop

in het MFA gaat er meer gewerkt

worden met ervaringsdeskundigen

op de inloop. Ixta Noa is dit jaar

bezig geweest met het training van

ervaringsdeskundigen om ook

(deels) de groepen te gaan draaien.

(7)

Speelruimteplan

Maart 2016 heeft de

gemeenteraad de beleidsnotitie Spelen 2016 - 2026 vastgesteld.

In deze notitie staan de

uitgangspunten voor het gesprek met de samenleving over het nieuwe beleid.

Bezuinigingen

Het beleid geeft invulling aan een forse bezuinigingsopgave op het gebied van spelen. Ruim de helft van het aantal speelplekken moet verdwijnen.

Meedenken en meedoen

Er is volop ruimte voor inwoners om mee te denken én te doen. In de periode april – juli ’16 zijn zeven bijeenkomsten over de

speelplekken in de dorpen georganiseerd.

We hebben in elk dorp een conceptplan aan inwoners

voorgelegd en hen gevraagd wat zij ervan vinden.

Volwassenen, kinderen en enkele jongeren hebben met ons

meegedacht en dit heeft belangrijke informatie opgeleverd. De opkomst was wisselend, variërend van 11 tot 51 belangstellenden. Een aantal basisscholen en in het bijzonder de kinderraden van deze scholen hebben hun ideeën over het conceptplan en hun speelwensen met ons gedeeld.

Uitkomsten gesprekken

Voor enkele locaties is gesproken over concrete wijzigingen in het plan (behoud of verwijdering van andere speelplek). Diverse buurten hebben aangegeven de handen uit

de mouwen te willen steken. Hierbij is zelfs voorzichtig gesproken over de overname (adoptie) van enkele speelplekken. Verder zijn enkele buurten gestart met het zelf onderhouden van het groen in hun buurt en de oprichting van een WhatsApp buurtpreventie groep.

Het gemeentelijk projectteam werkt

samen met de wijkwerkers van

stichting Perspectief.

(8)

Omgekeerd inzamelen afval

In januari 2016 heeft de raad unaniem besloten om de afvalinzameling ingrijpend te wijzigen en vanaf 2017 over te gaan tot omgekeerd inzamelen.

De afvalsoorten die we als grondstof kunnen hergebruiken zoals plastic+, gft-afval en oud papier en karton worden zoveel mogelijk aan huis opgehaald. Voor restafval moeten de inwoners van Beuningen meer moeite doen en zelf wegbrengen naar een ondergrondse restafvalcontainer.

Als inwoners het afval goed scheiden blijft er nog maar heel weinig restafval over. Het doel is dat we gezamenlijk nóg meer afval scheiden en dus meer grondstoffen inzamelen.

Communicatie

Het project wordt in samenwerking met Dar uitgevoerd. In het project is een optimale communicatie

cruciaal. Verder is het een uitdaging om de locaties te bepalen voor het plaatsen van de ondergrondse afvalcontainers. Eind december moeten alle ondergrondse

containers operationeel zijn en alle laagbouwwoningen voorzien zijn van een plastic+container.

Projectstappen

In de eerste helft van 2016 zijn de volgende projectstappen

uitgevoerd:

 Verspreiding brief met folder over omgekeerd inzamelen (2 - 5 juni)

 Concept locatieplan is

toegankelijk via website (2 juni)

 Inwoners kunnen reageren op het concept locatieplan (2 - 20 juni)

 Inloopavonden in hal

gemeentehuis (13 en 15 juni)

 Mobiel loket in de dorpen Weurt, Ewijk en Winssen (14 - 15 juni)

 Verspreiding brief met keuze formaat plastic+container (27 juni – 1 juli)

 De reacties op het locatieplan zijn verwerkt in een inspraaknota (1 juli)

 Het concept aanwijzings- besluit (locatieplan) is vastgesteld door het college (12 juli)

 Het concept aanwijzingsbesluit ligt ter inzage (14 juli – 24 augustus)

Vervolg

De komende maanden werken we aan allerlei zaken zoals het verwerken van de zienswijzen en het definitief aanwijzen van de containerlocaties, het werven van een afvalcoach (voor zowel Druten als Beuningen), en het aanpassen van de Afvalstoffenverordening.

Verder komt er in oktober een

raadsvoorstel voor het vaststellen

van het aanbiedtarief (met doorkijk

afvalstoffenheffing). In december

wordt zoals gebruikelijk de

Belastingverordening 2017

vastgesteld.

(9)

AZC Hoge Woerd Ewijk

Op 20 oktober 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten om de locatie Hoge en Lage Woerd in Ewijk aan het COA aan te bieden als een locatie voor de vestiging van een azc voor de periode van maximaal 10 jaar voor maximaal 300 bewoners.

Eind februari 2016 heeft het COA ingestemd met dit aanbod. Op 15 maart 2016 heeft het college besloten de locatie Hoge Woerd aan te wijzen als locatie voor de vestiging van een azc.

Om het besluit van het college toe te lichten aan omwonenden en inwoners van Beuningen zijn informatiebijeenkomsten georganiseerd. Met een kleine groep direct omwonenden en bedrijven vindt regelmatig overleg plaats om de voortgang van het proces te bespreken.

Inhoudelijk

Het azc zal bestaan uit 63 chalets, dienstgebouwen en aanvullende voorzieningen. De ontsluiting voor het autoverkeer vindt plaats via de Goudwerf. Via de Koningstraat kunnen bewoners te voet of per fiets Ewijk en Beuningen bereiken.

Ambtelijke taskforce

Om het project inhoudelijk te begeleiden is een ambtelijke taskforce in het leven geroepen die de dagelijkse gang van zaken binnen het project begeleid. Daarbij moet gedacht worden aan het voorbereiden van de bouw van het azc (onderzoeken, bouw en woonrijp maken, planologische procedure) maar zeker ook aan de contacten met verschillende maatschappelijke partners die zodra het azc draait een rol zullen spelen (GGD, Vluchtelingenwerk, Perspectief, Oeverwal). Ook communicatie en veiligheid staan op de agenda.

Planning

Er is door COA gewerkt aan de aanvraag voor een

omgevingsvergunning. Door het college is op 20 juli 2016 de

omgevingsvergunning verleend. De werkzaamheden rondom het azc zijn intussen gestart

Naar verwachting worden de eerste

bewoners in oktober / november

verwacht.

(10)

Overdracht VTH naar ODRN

In 2009 zijn door het VNG, IPO en het Rijk (I&M) afspraken gemaakt om de uitvoering van

Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (‘package deal’ VTH- taken) door gemeenten en provincies in het

Omgevingsrecht te

professionaliseren en de kwaliteit in de organisatie te borgen. De criteria gaan over proces, inhoud en kritieke massa. De gemeente Beuningen heeft de evaluatietool ingevuld. Uit de resultaten van evaluatietool is gebleken dat wij niet zelfstandig kunnen voldoen aan de kwaliteitscriteria die het Rijk stelt.

Zelfstandig kan niet

Zelfstandig kan de gemeente Beuningen niet voldoen aan de wettelijke kwaliteitscriteria. Door samenwerking te zoeken met Druten, Wijchen en Heumen kan de gemeente voldoen aan de

zorgplicht maar niet voldoen aan de kwaliteitscriteria. De samenwerking levert geen robuuste organisatie op.

Het college van Heumen heeft inmiddels besloten de VTH-taken over te dragen naar de ODRN (Omgevingsdienst Regio

Nijmegen). Dit is nadelig voor de samenwerking omdat eventuele achtervang vanuit Heumen

verdwijnt. De capaciteit van Druten, Wijchen en Beuningen is afgestemd

op het binnenkomende werk en zit aan de ondergrens. Er is geen capaciteitsruimte om elkaar te vervangen of capaciteit uit te wisselen. Het is juist de bedoeling van de kwaliteitscriteria om

robuustheid te versterken bij kleine gemeenten omdat deze kwetsbaar zijn. Bij het overdragen van de taken naar de ODRN voldoet de gemeente aan alle eisen uit de kwaliteitscriteria. De BRIKS-taken (bouwen, reclame, inrit, kappen en slopen) van de gemeente

Beuningen zijn hierdoor toekomstbestendig.

Dienstverlening verbetert

Bij de ODRN zijn veel

vakspecialisten aanwezig. Bij de ODRN wordt de milieuexpertise weer gecombineerd met de BRIKS- expertise. Een vraag van onze inwoner wordt daarom meer integraal en met kennis van meer specialisten beantwoord.

Stand van zaken

Inmiddels zijn er al verkennende P&O gesprekken geweest met de ODRN en de medewerkers van team VTH. De planning is dat in november ‘proeftuinen’ worden opgestart. Door de medewerkers van team VTH in proeftuinen bij de ODRN te plaatsen, kunnen zij alvast kennismaken met de

processen, procedures en collega’s van de ODRN. Toen onze

milieutaken werden overgedragen

naar de ODRN is er ook gebruikt gemaakt van proeftuinen.

Tot het eind van het jaar zullen er gesprekken worden gevoerd met de ODRN om de wensen, lijntjes met de latende organisatie en kwaliteit van de producten af te stemmen met de ODRN.

Conclusie

Gelet op de cijfers en feiten is op de lange termijn de keuze om de BRIKS-taken onder te brengen bij de ODRN het best passend voor de situatie van Beuningen. Door de taken onder te brengen bij de ODRN is het zorg dat we ons dienstverleningsniveau voor onze klanten hoog houden en tegemoet komen aan de wens van onze inwoners om alles wat er speelt in de woon- en leefomgeving van onze inwoners dichtbij te houden.

Hiervoor blijft de balie Bouwen, Wonen en Leefomgeving bemenst en zal een accountmanager de afstemming met de ODRN en de bestuurlijke wensen verzorgen.

Door bovenstaande maatregelen

krijgen inwoners een integraal

antwoord op vragen over de woon-

en leefomgeving.

(11)

Huishoudelijke hulp

In juli 2015 heeft de

gemeenteraad besloten de hulp bij het huishouden 1 (HH1) vanaf 1 juni 2016 aan te bieden als een algemene voorziening. De hulp bij het huishouden 2 (HH2) blijft een maatwerkvoorziening. De eerste helft van 2016 heeft wat betreft de hulp bij het

huishouden (HH) vooral in het kader gestaan van de gesprekken met cliënten, de aanbesteding en de informatievoorziening richting betrokken partijen.

Gesprekken cliënten

Een wezenlijk onderdeel in het kader van de omvorming van de HH1 naar een algemene

voorziening is het gesprek met de betreffende cliënten. Dit gesprek diende niet alleen om te

onderzoeken in hoeverre de algemene voorziening een passende oplossing is, maar ook om te informeren over de komende veranderingen. Gezien de extra implicaties die de omvorming tot een algemene voorziening zou hebben voor de pgb-houders, is besloten deze cliënten als eerste te bezoeken, zodat zij tijdig in staat worden gesteld om te anticiperen op de veranderingen. Voor 1 juni 2016 hebben alle HH1-cliënten een gesprek gehad.

Aanbesteding

Vanaf februari 2016 is Beuningen –

in samenwerking met Mook en Middelaar - gestart met een gezamenlijke aanbesteding hulp bij het huishouden. Daarmee is uitvoering gegeven aan de kaders die de gemeenteraad aangegeven heeft inzake de inrichting van de hulp bij het huishouden. Gezien de context van de aanbesteding, namelijk door het Rijk doorgevoerde kortingen op het budget voor hulp bij het huishouden, (dreigende) faillissementen van aanbieders of onzekerheid over de plaats van de hulp bij het huishouden in de Wmo 2015, is ervoor gekozen om een bestuurlijke aanbesteding te doen, waarin in overleg met partijen gezocht is naar de mogelijkheid om de huishoudelijke hulp zo vorm te geven dat de financiële

beheersbaarheid van de hulp bij het huishouden niet ten koste gaat van een gezonde bedrijfsvoering voor aanbieders.

Het proces van aanbesteden bleek meer tijd te vergen dan vooraf was ingeschat, wat veel heeft gevergd van cliënten, aanbieder en de gemeente. De duur van de

aanbesteding was mede ingegeven door de complexiteit van de

materie, maar ook de

ontwikkelingen in de markt. Op 21 april 2016 is het laatste gesprek met de aanbieders gevoerd en eind april werd duidelijk welke

aanbieders hulp bij het huishouden

wilden gaan leveren. Aanvankelijk hebben vier partijen een contract gekregen en een vijfde aanbieder heeft kenbaar gemaakt vanaf 1 juli 2016 te starten. Door dit aantal aanbieders is de keuzevrijheid voor cliënten gewaarborgd.

Informatievoorziening

Eind 2015 en de eerste helft van

2016 is veel aandacht uitgegaan

naar de informatievoorziening. Niet

alleen via brieven aan cliënten,

maar ook via de website en het

Sociaal Team zijn cliënten voorzien

van informatie. Op 12 mei is een

informatiemarkt gehouden, waarin

cliënten kennis hebben kunnen

maken met de nieuwe aanbieders,

maar ook vragen konden stellen

aan de gemeente. Hoewel exacte

cijfers ontbreken, bleken veel

cliënten gebruik te hebben gemaakt

van deze mogelijkheid.

(12)

Zomernota - financieel

De Zomernota sluit met een financieel tekort van € 571.000.

Hieronder worden de belangrijkste oorzaken

beschreven. Het tekort wordt ten laste gebracht van de algemene reserve. Na deze onttrekking resteert een algemene reserve algemene dienst van € 5,7 miljoen positief.

Begrotingsresultaat

Op verschillende programma’s nemen de kosten toe. In een aantal gevallen staan hier hogere

inkomsten tegenover. In sommige situaties niet.

Na vaststelling van de begroting 2016 in november 2015, heeft de gemeenteraad nog een aantal begrotingswijzigingen vastgesteld.

Het betreft de volgende wijzigingen:

1e Amendement begroting 3e Afval- en rioolbegroting 4e Herfstnota 2015 (structureel) 6e Resultaatbestemming 2015 7e Optimalisatie afvalinzameling 8e Jongerencentrum

9e Samenwerkingsscenario’s

Niet alle begrotingswijzigingen hebben direct een financieel gevolg voor het begrotingsresultaat. De 4

e

wijziging ‘herfstnota 2015’ is behandeld in de gemeenteraad van december 2015 en liet een

verbetering van het

begrotingsresultaat 2016 zien van

€ 184.000. Door het besluit over de samenwerkingsscenario’s (9

e

wijziging) verslechterde het begrotingsresultaat met € 30.000.

Door bovengenoemde

begrotingswijzigingenwijzigingen is het begrotingsresultaat van de primaire begroting van € 106.000 verbeterd naar € 260.000. Door het negatieve effect van € 571.000 uit de Zomernota verslechtert het begrotingsresultaat 2016 naar een tekort van € 311.000.

Toelichting programma

In hoofdlijnen wordt hieronder de belangrijkste afwijkingen per programma toegelicht:

Werk en inkomen

Ten opzichte van de gewijzigde begroting 2016 stijgen de kosten binnen dit programma met

€ 488.000. De belangrijkste oorzaak hiervoor is een toename van de kosten voor het verstrekken van bijstandsuitkeringen (€ 275.000).

bedragen x € 1.000,00

Tegenover deze hogere kosten staat een rijksuitkering die aanzienlijk is toegenomen. Per saldo heeft dit een gunstig effect

van bijna € 250.000 op de

begroting. Dit effect is structureel.

Een andere verklaring voor de toegenomen kosten is de stijging van de kosten bijzondere bijstand (€ 185.000). Een groot gedeelte van deze stijging komt voort uit de toename van de inrichtingskosten en de kosten voor de eerste huur van gehuisveste

vergunninghouders. De gemeente krijgt voor deze kosten een

compensatie via de uitkering uit het gemeentefonds. Deze uitkering is terug te vinden op het programma bestuur en algemene

ondersteuning. Voor de hogere kosten bijzondere bijstand, specifiek voor de kosten bewind voering (€ 50.000), ontvangt de gemeente geen extra uitkering.

Maatschappelijke ondersteuning De kosten voor maatschappelijke ondersteuning stijgen naar verwachting met € 443.000.

bedragen x € 1.000,00

Dit komt met name doordat enkele

budgetverschuivingen plaatsvinden

op basis van de decentralisaties

Wmo en jeugd. De kosten voor de

Wmo kleine aanbieders blijken in

(13)

Burgerparticipatie

Bij de zomernota wordt een voor de pilot “ruimte om mee te doen” een bedrag van

€ 20.000 aangevraagd aan de gemeenteraad voor

burgerinitiatieven. Mocht blijken dat dit succesvol is, dan wordt het daarna structureel

aangevraagd. Jaarlijks wordt aan de gemeenteraad een separaat voortgangs-en evaluatiebericht over "Ruimte om mee te doen"

toegestuurd.

De burgerinitiatieven bestrijken een breed terrein onder meer (arbeids-) participatie, taal, cultuur, zorg, jeugd en jongeren, buitenruimte en groen, sport en spel.

Bij de beoordeling van de aanvraag betrekt het college ieder geval de volgende criteria :

 Mate versterking leefbaarheid gemeente, wijk of gebied

 Mate van samenwerking met andere organisaties

 Mate van structurele toekomstige voortgang zonder gemeentelijke subsidie

2015 hoger te zijn, dan

oorspronkelijk was aangenomen.

Een budgetbijstelling van € 155.000 is noodzakelijk. Dit bedrag wordt gecompenseerd door lagere uitgaven op het programma jeugd.

De kosten voor huishoudelijke hulp nemen met € 147.000 toe. Hiervan is een deel van € 15.000

veroorzaakt doordat door het college bij de aanbesteding is besloten om een hoger uurtarief te hanteren. Ook wordt het voordeel dat ontstaan is op de lagere kosten voor de Wmo woningaanpassingen, ter dekking toegevoegd aan het budget huishoudelijke hulp (€ 61.000). Dit om de kosten als gevolg van de uitgestelde inning van de eigen bijdrage te

compenseren. Hierdoor worden alle voor de huishoudelijke hulp beschikbare middelen beschikbaar gehouden voor dit specifieke beleidsveld. De resterende toename van het budget

huishoudelijke hulp van € 71.000 wordt onttrokken aan de reserve decentralisaties (middelen

huishoudelijke hulp toelage 2015).

Overige kostenstijgingen op dit programma betreffen de kosten voor het doelgroepenvervoer van

€ 38.000 (voorbereiding en kosten BVO Beheersorganisatie) en verschillende incidentele kosten die zijn opgetreden bij de realisatie van de MFA Kloosterhof (€ 21.000), zoals de kosten voor de verhuizing van de school en de kosten voor een mobiele toiletvoorziening gedurende de bouw.

Bestuur en algemene ondersteuning

De kosten voor dit programma nemen met € 933.000 toe ten opzichte van de vastgestelde begroting, inclusief wijzigingen.

bedragen x € 1.000,00

Belangrijke oorzaak hierbij is de extra toevoeging die noodzakelijk is aan de voorziening pensioen wethouders, als gevolg van de huidige lage rente. De omvang van deze pensioenvoorziening wordt extern berekend. Bij het opstellen van deze berekening is de hoogte van de rente een belangrijke factor.

De gemeente is verplicht om de voorziening op een toereikend niveau te brengen zodat de toekomstige pensioenuitkeringen gewaarborgd zijn. Door de lage rente is de gemeente opnieuw verplicht om een aanvullende storting te doen in de voorziening (€ 400.000).

Daarnaast is het Individueel Keuze Budget ingevoerd. Dit betekent dat de medewerkers van de gemeente onder andere zelf kunnen besluiten wanneer het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering worden uitbetaald. Beide zullen in ieder geval in het lopende jaar uitgekeerd moeten worden. Met betrekking tot het vakantiegeld betekent dit dat in het begrotingsjaar 2017 extra kosten op zullen treden, vanwege de vervroegde uitkering van het

gemeente zal hiervoor een schuld op moeten nemen in 2016 ter hoogte van € 400.000.

Voor burgerparticipatie wordt een bedrag van € 20.000 gevraagd (zie kader).

De kosten voor rechtsgedingen

nemen met € 57.000 toe. Dit wordt

onder andere veroorzaakt door de

incidentele kosten die de gemeente

(14)

ondersteuning bij Down the Rabbit Hole, van Kessel olie en de bouw van de MFA Kloosterhof.

Tenslotte wordt een bedrag van

€ 41.000 opgenomen in 2016 voor de mogelijke kosten wachtgeld van een wethouder.

De inkomsten van het programma bestuur en algemene ondersteuning stijgen naar verwachting met

€ 567.000.

bedragen x € 1.000,00

De belangrijkste reden hiervoor is de toegenomen uitkering uit het gemeentefonds van ongeveer

€ 750.000 over jaar 2016 en een na verrekening van € 75.000 over het jaar 2015. Een deel van deze middelen hebben rechtstreeks betrekking op de uitzetting van kosten. Zo wordt naar verwachting minimaal een bedrag van

€ 135.000 ontvangen voor de

huisvesting vergunninghouders en komt € 87.000 ten goede van de decentralisatie Wmo en jeugdzorg.

Het restant is vrij besteedbaar voor de gemeente.

De gemeente rekent personele kosten + overhead toe aan de kredieten voor aanleg wegen en rioolwerken (investeringswerken).

Vanwege het gegeven dat minder geld beschikbaar is voor deze investeringswerken komt een bedrag van € 160.000 structureel ten laste van het begrotings- resultaat.

De gemeente verwacht aanvullend een BTW nabetaling te moeten doen van € 100.000 vanwege het in aftrek brengen van de BTW over het leerling vervoer. Voor lange periode was veel discussie over deze aftrekmogelijkheid. Recent heeft de rechter een uitspraak gedaan, waardoor voor Beuningen deze aftrek niet meer mogelijk is en voor de afgelopen jaren

gecorrigeerd moet worden.

Omgeving

De kosten op het programma omgeving zetten uit met € 264.000.

bedragen x € 1.000,00

De kosten voor inhuur zandwinning Beuningse Plas (€ 80.000) kunnen niet meer ten lasten van deze exploitatie worden gebracht en komen dus ten laste van het begrotingsresultaat. Vanaf halverwege 2017 zal inhuur niet meer nodig zijn en kunnen de werkzaamheden met eigen personeel worden uitgevoerd.

In 2016 wordt een voorziening getroffen van € 80.000 voor de sloopkosten van een aantal gebouwen.

Bij de jaarrekening 2015 zijn een

aantal grondexploitaties afgesloten,

waarbij nog wel een boekwaarde

(waarde agrarische grond) resteert.

(15)

De rentekosten van € 112.000 over deze boekwaarde kan niet meer worden toegerekend aan de grond en komt ten laste van het

begrotingsresultaat. Hier tegenover staan wel pachtopbrengsten van structureel € 65.000. De

beschikbaar gestelde middelen voor de Kiss & Ride zone bij de MFA Kloosterhof (€ 94.000) kunnen vrijvallen. De benodigde kosten kunnen ten laste komen van het krediet dat beschikbaar is gesteld voor de buitenruimte.

Bij de inkomsten van dit programma is nog opvallend te benoemen dat een deel van de verwachte opbrengst grondverkoop

Wilgenoord niet zijn gerealiseerd, waardoor een incidenteel nadeel ontstaat van € 67.000. De

gemeente ontvangt ter compensatie wel structureel huurinkomsten.

Daarnaast is rondom de H1

zandwinlocatie in Winssen op 8 juni 2016 een uitspraak door de Raad van State gedaan, waardoor het mogelijk is voor Geertjesgolf om te starten met de zandwinning.

Dit betekent dat de jaarlijkse inkomsten van ongeveer € 170.000 worden meegenomen in de

begroting vanaf 2016. Van dit bedrag wordt € 70.000 jaarlijks gereserveerd.

Overige eigen middelen

De kosten van dit programma dalen met name vanwege de vrijvallende kapitaallasten. De inkomsten van dit programma dalen met € 500.000 structureel als gevolg van een lagere mogelijkheid van toerekening

personele kosten + overhead aan het grondbedrijf. Bij de jaarrekening 2015 is aangegeven dat

verschillende grondexploitaties worden afgesloten. Andere

grondexploitaties komen pas later in ontwikkeling of de ontwikkeling wordt op een andere manier ingevuld, waardoor de rol van de gemeente kleiner wordt. Het toerekenen van personele kosten naar het grondbedrijf wordt hierdoor steeds minder mogelijk, doordat binnen de grondexploitaties onvoldoende dekking is voor deze kosten. De verwachte toerekening van ruim € 700.000 aan personele + overheadkosten is niet meer

haalbaar. Slechts € 200.000 zal nog kunnen worden toegerekend aan het grondbedrijf, waardoor een bedrag van € 500.000 ten laste van de begroting komt. Dit bedrag bestaat voor ongeveer de helft uit salariskosten en voor de andere helft uit de kosten voor overhead.

Door het stopzetten van de tijdelijke invulling van enkele vacatures is het mogelijk om een bedrag van ruim

€ 200.000 aan salariskosten te bezuinigen. Het restant betreft met name de achterblijvende

overheadkosten en deze zijn nagenoeg niet te verminderen. De resterende salariskosten die niet aan de grondexploitaties kunnen worden toegerekend, komen ten laste van de begroting, vanwege het ontbreken van

dekkingsmogelijkheid binnen de grondexploitaties. Het verder bezuinigen op deze personele formatie is niet mogelijk, gezien de

minimaal noodzakelijke ondergrens aan formatie.

bedragen x € 1.000,00

Samenvatting

De Zomernota 2016 schetst een verslechterd financieel beeld voor het begrotingsjaarjaar 2016. Dit beeld komt met name doordat minder personele + overheadkosten kunnen worden doorgerekend aan de investeringswerken en het grondbedrijf. Dit structurele probleem wordt voor een groot gedeelte opgevangen door een structureel hogere uitkering uit het gemeentefonds, een toename van de rijksuitkering voor de bekostiging van de bijstandsuitkeringen en het opnemen van de jaarlijkse bijdrage die de gemeente ontvangt voor de zandwinning H1. Hierdoor lijkt het vooralsnog mogelijk om het structurele beeld van de begroting 2016 – 2019 positief te houden.

Het begrotingsjaar 2016 zelf sluit naar verwachting wel negatief af.

Dit komt met name door incidentele

ontwikkelingen zoals een extra

toevoeging aan de voorziening

pensioen wethouders als gevolg

van de lage rente en de kosten voor

de invoering van het Individueel

Keuze Budget.

(16)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het thema van dit werkblad met rekenopdrachten is ‘wij zijn weer op

© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 3 van 3 De wereld in getallen 4 | groep 4 | We zijn weer op school!. 4 Dit doen wij

Toen Marco 17 of 18 was ging hij met zijn oom Maffeo en zijn vader Niccolo op reis, naar China.. Het zou heel lang duren voordat hij weer

Op een dag vraagt Jezus aan zijn leerlingen: „Wie zeggen de mensen dat Ik ben?” Ze antwoorden: „Sommigen zeggen dat U Johannes de Doper bent, anderen Elia en weer anderen Jer-

overvliegen naar Afdeling 425, hebben we er “ineens” weer een speltak bij.. In september vieren Darko, Lisa (Sona) en Lukas (Chil)

We stopten in Portland, hoofdstad van Maine, maar het was zo lelijk en raar dat we beslist hebben om niet aan land te gaan en verder te varen naar Portsmouth.. Daar ook viel het een

--- Sleep het gekozen blok naar het midden (tussen als en anders zet je: “Je kan het niet kopen”, en tussen anders en niks zet je “Je kan het kopen”)..

In dit boekje, de maandschors, vinden jullie alle informatie die jullie nodig hebben om het scoutsjaar door te komen.. Vooraan vind je de algemene informatie, bestaande uit komende