• No results found

MVA beleidsnota

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "MVA beleidsnota"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Basisregistratie, visie en hoofdlijnen van beleid

Rapportage voortgang uitvoeringsprojecten

Maatschappelijke Voorzieningen en Accommodaties

gemeente Asten 2013

Versie besluitvormend

Commissie Burgers 25 november 2013

(2)

Pagina 2 van 18

1. Algemeen

De lage bezettingsgraad van diverse maatschappelijke voorzieningen en accommodaties en de grote diversiteit in organisatie- en beheervormen, gecombineerd met de decentralisatie van belangrijke taken op het gebied van werk en inkomen, maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg en de noodzaak een sluitende meerjarenbegroting te realiseren vragen een visie op de rol van deze (dorps- en wijk-)accommodaties. Meer dan voorheen zullen we de

accommodaties dienen te benutten voor het realiseren van onze beleidsdoelen, om in te spelen op de behoefte van het dorp of de wijk, en voor het faciliteren van burgerinitiatieven. Dit project geeft handen en voeten aan deze uitgangspunten.

2. Projectdoelstelling

De projectdoelstelling is vastgelegd in de programmabegroting 2012. Bij gelegenheid van de voorjaarsnota 2013 is de doelstelling op het gebied van onderwijshuisvesting aangepast aan de ontwikkelingen.

A. Een herijking van het beleid op het terrein van maatschappelijke voorzieningen en accommodaties op basis van de sociaal maatschappelijke opgave die de gemeente ambieert en zoals die (deels) is vastgelegd in het Beleidsplan Wmo 2012-2015.

B. Een herijking van het subsidieprogramma welzijn en de kosten van maatschappelijk vastgoed, middels een optimalisatie in volume, eigendom, bezetting, beheer en exploitatie van de huisvesting voor sociaal-maatschappelijke voorzieningen, waaronder het onderwijs, peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, buitenschoolse opvang, speelruimte, cultuur,

welzijnswerk en zorg.

C. Een adequate huisvesting van het primair onderwijs in Asten, waarbij gezamenlijke

inspanningsverplichtingen bestaan ten aanzien van de (minimale) schaal van de scholen als het gaat om kwaliteit van onderwijs en een rendabele exploitatie, de spreiding van het onderwijsaanbod in de gemeente en de woonkernen en de inzet van bestaande gebouwen voor onderwijsgerelateerde en andere maatschappelijke voorzieningen.

3. Uitdaging

Maatschappelijke voorzieningen en accommodaties zijn geen doel op zich maar een middel om de leefbaarheid en de participatie in de gemeente Asten te versterken.

Het nieuwe beleid van de regering op het gebied van de transities in het sociale domein (Awbz/Wmo begeleiding, jeugdzorg, Participatiewet) vormt de aanleiding én de kans om een strategische visie op accommodaties te formuleren, waarmee keuzen voor veranderingen in de accommodatiestructuur onderbouwd kunnen worden. Gelet op de urgentie die de

decentralisatie van het rijksbeleid met zich meebrengt en de dringende noodzaak een sluitende meerjarenbegroting te kunnen presenteren is het zaak om in de beleidsperiode 2012 – 2015 afwegingen en keuzen te maken die enerzijds leiden tot het snoeien in bestaande

maatschappelijke voorzieningen en de kosten daarvan en anderzijds tot het opbloeien van nieuwe burgerinitiatieven en slimme oplossingen.

Naast de basisregistratie van huidige voorzieningen en de geschetste beleidsontwikkelingen is het voor het doen van beleidsuitspraken relevant om vooruit te kijken naar enkele

demografische en stedenbouwkundige ontwikkelingen in de periode van 2012 tot 2030.

(3)

4. Vooruitblik: prognoses bevolking, huishoudens en leerlingen 4.1. Demografische ontwikkelingen

In totaal wonen er circa 16.500 inwoners in de gemeente Asten. De gemeente bestaat uit drie kernen Asten, Ommel en Heusden. De kerkdorpen Ommel en Heusden zijn aanmerkelijk kleiner en beslaan resp. 6% en 15% van het totale inwonersaantal.

Om een beeld te krijgen van de toekomstige behoefte aan maatschappelijke voorzieningen en accommodaties is het belangrijk om de prognoses met betrekking tot de bevolking, de

huishoudens en de leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs nader in beeld te brengen.

Hierbij gaan we uit van de provinciale prognose (Provincie Noord-Brabant, 2008) en de leerlingenprognose basisonderwijs 2011 van Pronexus.

4.2. De bevolking: omslagpunt van groei naar afname in 2015 bereikt

De provinciale prognose 2008 toont voor Asten tot 2015 nog een lichte bevolkingsgroei. Er zullen naar verwachting 190 mensen bij komen; van 16.395 in 2008 tot 16.585 in 2015/2016.

Daarna zal het aantal flink afnemen tot 16.000 in 2030. Zoals figuur 2.4 uitwijst, vinden er tevens flinke verschuivingen plaats in de samenstelling van de bevolking. De komende jaren zullen ontgroening en vergrijzing steeds sterker doorzetten. Opvallend is de sterke afname in de leeftijd van 35-54 jaar: dat is de leeftijdscategorie die op dit moment juist sterker is vertegenwoordigd.

Figuur 4.1: Gemeente Asten. Bevolkingsontwikkeling 2008 tot 2030

0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000

0-14 jaar 15-24 jaar 25-34 jaar 35-54 jaar 55-64 jaar 65-74 jaar 75-84 jaar 85 jaar en ouder

2030 2020 2015 2010 2008

Bron: Prognose provincie Noord-Brabant 2008.

In figuur 4.2 worden de relatieve toe- en afnamen per leeftijdsklasse weergegeven.

Figuur 4.2: Gemeente Asten. Bevolkingsontwikkeling in % 2008 tot 2030

-20%

2%

67%

158%

-18%

-14%

-37%

188%

-50% 0% 50% 100% 150% 200%

1

85 jaar en ouder 75-84 jaar 65-74 jaar 55-64 jaar 35-54 jaar 25-34 jaar 15-24 jaar 0-14 jaar

Bron: Prognose provincie Noord-Brabant 2008.

(4)

Pagina 4 van 18

Wat valt op ?

• Asten verliest vooral gezinnen (35-54 jaar), compensatie door groei van potentiële gezinsvormers (25-34 jarigen) en jongeren is niet te verwachten aangezien in deze leeftijdsklassen ook sterke afnamen worden voorzien.

• Er is naast ontgroening sprake van vergrijzing. De prognose van 2008 laat een toename van het aantal 55-plussers met 56% zien in de periode 2008 tot 2030, een stijging van 7 procentpunt ten opzichte van de 49% die uit de prognose van 2005 bleek. De Peelregio zit daar net beneden.

4.3. De huishoudens: groei door sterke vergrijzing, afname gezinnen Voor het welzijns- en voorzieningenbeleid is ook de ontwikkeling van de huishoudens interessant. Deze ontwikkeling geeft een beeld van de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning voor de komende jaren. De provinciale huishoudensprognose gespecificeerd naar huishoudenstypen, is weergegeven in tabel 4.1 en figuur 4.3.

Tabel 4.1: Gemeente Asten. Ontwikkeling van het aantal huishoudens 2008 tot 2020

2008 2010 2015 2020 2008 tot

2020 Eenpers. hh. 1.515 1.605 1.830 2.070 +555

Samenw. z.

kind 2.085 2.135 2.235 2.270 +185

Samenw. m.

kind 2.385 2.355 2.260 2.170 -215

Eenouder

hh. 275 270 340 415 +140

Overige hh.

1) 25 20 10 5 -20

Totaal 6.285 6.385 6.675 6.930 +645

1) Tot de 'overige huishoudens' behoren personen die geen partnerrelatie of ouder-kindrelatie hebben, maar die wel een gezamenlijk huishouden voeren. Bron: Prognose provincie Noord-Brabant 2008.

Het aantal huishoudens tussen 2008 en 2020 neemt met 645 toe. Dit betekent een jaarlijkse toename van ruim 50 huishoudens tussen 2008 en 2020. De kleine huishoudens zullen sterk toenemen. Het aantal gezinnen met kinderen neemt af.

Figuur 4.3: Gemeente Asten. Ontwikkeling van het aantal huishoudens 2008 tot 2020

0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000

Eenpers. hh. Samenw. z. kind Samenw. m. kind Eenouder hh. Overige hh. 1) 2008 2010 2015 2020

(5)

4.4. De leerlingen: afname leerlingen primair - en voortgezet onderwijs De prognose van de basisgeneratie is het uitgangspunt voor het berekenen van

leerlingenprognoses. De meest recente en beschikbare prognose betreft die van Pronexus van juli 2012 inzake de basisgeneratie van 12 – 18 jaar. Pas na 2020 is een substantiële daling waarneembaar.

Primair onderwijs

In het kader van het raadsbesluit tot het beschikbaar stellen van middelen voor de nieuwbouw van de Deken van Houtschool is door de schoolbesturen Prodas en PlatOO onderzoek gedaan naar het bezettingspercentage en het ruimtegebruik van de scholen voor primair onderwijs in Asten in 2012 en de prognose voor 2014 en 2017. Hierbij is tevens de verhuur en bruikleen aan derden in beeld gebracht. Het betreft hier vrijwel uitsluitend organisaties voor

kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.

BVO leerlingen BVO overschot overschot verhuur/bruikleen overschot overschot in gebruik aanwezig 01-10-2012 behoefte bruto bruto derden netto netto

basisschool m2 aantal m2 m2 % m2 m2 % %

Deken van Hout 1730 218 1302 428 25 376 52 3 97

Lambertus 1272 196 1186 86 7 86 7 93

Bonifatius 1378 159 1000 378 27 64 314 23 77

Pieter 728 83 620 108 15 59 49 7 93

het Lover 1337 208 1265 72 5 72 5 95

Antonius 1590 238 1397 193 12 193 12 88

Voordeldonk 1522 241 1412 110 7 112 -2 0 100

totaal 9557 1343 1375 14 611 764 8 92

bezettingspercentage / ruimtegebruik scholen stichting PRODAS 2012

BVO leerlingen BVO overschot overschot verhuur/bruikleen overschot overschot in gebruik

aanwezig behoefte bruto bruto derden netto netto

basisschool m2 aantal m2 m2 % m2 m2 % %

Deken van Hout 1281 203 1226 55 4 55 4 96

Lambertus 1272 182 1115 157 12 157 12 88

Bonifatius 1378 143 919 459 33 64 395 29 71

Pieter 728 75 580 148 20 59 89 12 88

het Lover 1372 208 1265 107 8 100,5 7 0 100

Antonius 1590 227 1342 248 16 248 16 84

Voordeldonk 1522 266 1538 -16 -1 112 -128 -8 108

totaal 9143 1304 1158 13 822 9 91

bezettingspercentage / ruimtegebruik scholen stichting PRODAS 2017

BVO leerlingen BVO overschot overschot verhuur/bruikleen overschot overschot in gebruik aanwezig 01-10-2012 behoefte bruto bruto derden netto netto

basisschool m2 aantal m2 m2 % m2 m2 % %

Toverkruid 712 91 660 52 7 50 2 0 100

Horizon 936 112 763 173 18 173 18 82

totaal 1648 203 1423 224 14 50 174 11 89

bezettingspercentage / ruimtegebruik scholen stichting PLATOO 2013

BVO leerlingen BVO overschot overschot verhuur/bruikleen overschot overschot in gebruik aanwezig prognose behoefte bruto bruto derden netto netto

basisschool m2 m2 m2 % m2 m2 % %

Toverkruid 712 106 736 -24 -3 50 -74 -10 110

Horizon 936 112 763 173 18 173 18 82

totaal 1648 203 1423 149 9 50 99 6 94

bezettingspercentage / ruimtegebruik scholen stichting PLATOO 2014

(6)

Pagina 6 van 18

Prodas voorziet een geringe daling van het aantal leerlingen tot 2017; Platoo toont de ambitie het leerlingenaantal gelijk te houden in 2014.

In het onderwijsveld wordt een gemiddelde bezettingsgraad van 80% gezien als gangbaar; een bezettingsgraad van 90% is goed.

Voortgezet onderwijs

Op grond van een prognose van OMO daalt het leerlingenaantal in Asten van 2008 – 2022 met 15% of meer. In het kader van een onderzoek naar levensduurverlengende maatregelen danwel vervangende nieuwbouw en de opties voor doordecentralisatie bracht bureau Pronexus op 2 juli 2012 een nieuwe prognose uit voor de leerlingen in het voortgezet onderwijs aan het Varendonck college. Wat opvalt is de sterke daling van de leerlingenaantallen vanaf 2017.

De op de prognose van de leerlingenaantallen gebaseerde ontwikkeling van de ruimtebehoefte laat zien dat de door het bestuur van OMO benoemde kritische grens voor het rendabel

exploiteren van een schoolgebouw van 800 á 900 leerlingen binnen de komende 20 jaar wordt bereikt. Dit gegeven zal uiteraard van invloed zijn op het lopende onderzoek en de mogelijke opties die gepresenteerd kunnen worden. In dit verband worden momenteel de mogelijkheden voor levensduurverlengende maatregelen onderzocht, met als uitgangspunt een goed gebouw voor de komende 20 jaar.

016 2021 2025

4.5. Stedenbouwkundige ontwikkelingen

De gemeente Asten is een landelijke gemeente waarvoor op grond van het provinciale beleid geldt dat in principe alleen gebouwd mag worden voor de eigen behoefte (migratiesaldo-nul).

De bevolking van de gemeente groeit volgens provinciale prognosegegevens in de periode 2012 tot en met 2021 met 315 inwoners. Uitgaande van het migratiesaldo-nul-principe moeten in dezelfde periode 695 woningen worden gebouwd, dit komt overeen met circa 70 woningen op jaarbasis. De toename van het aantal te bouwen woningen is groter dan de toename van het verwachte aantal inwoners. Verklaringen daarvoor zijn de vergrijzing, ontgroening en gezinsverdunning.

De toename van het aantal inwoners geeft niet direct aanleiding om gemeentebreed tot een uitbreiding van maatschappelijke voorzieningen en accommodaties te komen. Plaatselijk kan evenwel wel een grotere druk op de voorzieningen en accommodaties ontstaan omdat de toename zich voordoet op die plaatsen waar de woningen zullen worden gebouwd. En dat zal de komende 10 jaar vooral gebeuren binnen de uitbreidingslocaties van de kernen Asten en Heusden, dus nabij Loverbosch en Heusden Oost. Omdat de toename van het aantal inwoners zodanig gering is zal een eventuele grotere druk nauwelijks merkbaar zijn.

4.6. Conclusie vooruitblik

De vergrijzing en ontgroening plus de op handen zijnde transities in het sociale domein hebben een effect op het voorzieningenniveau van de gemeente Asten en dus ook op de maatschappelijke accommodaties en de huisvesting van het onderwijs. De huidige

accommodatiestructuur moet zodanig worden ingericht, dat kan worden ingespeeld op deze

(7)

veranderende vraag. In de volgende paragrafen worden voorstellen gedaan voor de vast te stellen hoofdlijn en visie; vervolgens worden per functiecluster (onderwijs en kinderopvang, sport, jeugd- en jongeren, welzijn en zorg, kunst en cultuur) voorstellen gedaan voor beleidsuitspraken die in essentie het kader vormen voor toekomstige ontwikkelingen en het dagelijks gemeentelijk handelen rond onze accommodaties.

Tenslotte wordt in blauw gemarkeerde tekstblokken de stand van zaken weergegeven bij de reeds gestarte uitvoeringsprojecten en is een financiële paragraaf toegevoegd die is

geactualiseerd tot de versiedatum van deze nota.

(8)

Pagina 8 van 18

5. Visie en hoofdlijnen Asten

De bestaande beleidskaders (Beleidsplan Wmo 2012 – 2015), de projectopdracht en de wensen en bedenkingen van de commissie Burgers, de herijking van het Subsidiebeleid Welzijn en Zorg en de adviezen van de Participatieraad zijn uitgangspunt geweest voor de ontwikkeling van onderstaande “statements in short line” voor het accommodatiebeleid.

Deze hoofdlijnen zijn:

1. De gemeente neemt de positie in van regiegemeente en doet in principe geen uitvoerende taken meer. Zij stimuleert, ondersteunt en faciliteert via subsidie. De verantwoordelijkheid voor accommodaties wordt met wederzijds goedvinden volledig overgedragen aan de vereniging of organisatie. Niet het gebouw staat centraal maar het maatschappelijk effect.

2. Daar waar in wijk of dorp door de bewoners draagvlak en draagkracht worden bijeengebracht, zorgt de gemeente voor (bredere) gebouwelijke randvoorwaarden in een zo multifunctioneel mogelijke setting. Tenminste één ontmoetingsruimte c.q.

“maatschappelijk knooppunt” per dorpskern blijft hierbij uitgangspunt.

3. De gemeente gaat voor behoud van het basisonderwijs in wijken en dorpen en van het voortgezet onderwijs in Asten. De gemeente acht de onderwijshuisvesting voor het primair onderwijs een kernelement van haar accommodatiebeleid en zal actief en in samenwerking met de schoolbesturen inspanningen verrichten ten aanzien van de (minimale) schaal van de scholen als het gaat om kwaliteit van onderwijs en een rendabele exploitatie, de spreiding van het onderwijsaanbod in de gemeente en de woonkernen en de inzet van bestaande gebouwen voor onderwijsgerelateerde en andere maatschappelijke voorzieningen.

4. Gemeentelijke binnensportvoorzieningen rekent de gemeente tot een basisvoorziening voor onderwijs en sportieve recreatie voor wijk en dorp, maar wel op basis van

draagkracht en draagvlak. In het kader van de herijking van het subsidiebeleid wordt onderzocht of de huren van de binnensportaccommodaties meer marktconform gemaakt moeten worden.

5. De op gemeentelijke accommodaties voor buitensport aanwezige sportgebouwen zijn of worden geprivatiseerd. In het kader van de herijking van het subsidiebeleid worden de mogelijkheden onderzocht om de gebruiksvergoedingen voor de velden meer

marktconform te maken. In de gemeente Asten beschikken alle woonkernen over adequate basisvoorzieningen voor de buitensport. De aanleg en exploitatie van die accommodaties is -net zoals dat geldt voor de binnensportvoorzieningen- gebaseerd op het draagvlak en de draagkracht van die woonkernen voor de verschillende takken van sport.

6. De gemeente gaat uit van een kostprijs dekkende exploitatie en huur voor

maatschappelijk vastgoed. Hierdoor kunnen betere afwegingen worden gemaakt of verenigingen deze prijs er voor over hebben. Dure accommodaties worden daarmee vanzelf zichtbaar, waarna een politieke afweging kan worden gemaakt of de voorziening al dan niet in stand gehouden moet worden middels een accommodatiesubsidie.

Ad 1.

Door mensen meer verantwoordelijk te maken voor voorzieningen in hun dorp of wijk, wordt meer vraaggericht gewerkt. De nieuwe rol van de gemeente biedt voor verenigingen en organisaties nieuwe en creatieve kansen.

Voor het onderhoud wordt een programma van eisen met kwaliteitscriteria toegevoegd waarbij slechts een toetsende rol voor de gemeente blijft. De verantwoordelijkheid voor de

accommodatie komt daarmee volledig in één hand, waardoor snelle besluiten mogelijk zijn,

(9)

met minder bureaucratie (geen aanvragen meer via de gemeente voor onderhoud) en geeft kansen voor goed ondernemerschap. Dit heeft een financiële en maatschappelijke meerwaarde.

De vereniging moet creatief zijn in de bedrijfsvoering en zoeken naar oplossingen via een mix van bijvoorbeeld zelfwerkzaamheid, contributies, sponsoring in geld of natura, afstoten overcapaciteit, medegebruik en samenwerking met andere verenigingen. Via deze weg wordt een beroep gedaan op de potentiele eigen kracht en creativiteit van de vereniging (Wmo beleid) zonder dat direct extra geld van de gemeente nodig is.

Voorkomen wordt dat te gemakkelijk een beroep op de gemeente wordt gedaan zonder benutting van de creativiteit van de vereniging. De vereniging of accommodatie

(vastgoedbeheer) komt daarmee buiten de directe politieke invloedsfeer. Privatisering via erfpacht of recht van opstal hoort daar bij als dat mogelijk is. Hiermee wordt de strategische grondpositie behouden voor de gemeente.

Ad 2.

Ontmoeten is en blijft een kernfunctie onder de Wmo waarvoor de gemeente een faciliterende rol heeft en houdt, op basis van het bestaande beleid. De Wmo zet in op maatschappelijke participatie en beoogt onder andere dat mensen zolang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Maatschappelijke knooppunten kunnen tal van participatie bevorderende activiteiten huisvesten en kunnen als uitvalsbasis voor woonservicediensten, algemene en collectieve voorzieningen en dorps- of wijkondersteuningspunten dienen. De gebruikers moeten als ondernemers voor het dorp of de wijk worden gezien.

Maatschappelijke knooppunten voor nuldelijnsvoorzieningen zijn “Hart van Heuze”, “MFA Ommel” en “Dienstencentrum de Beiaard”; een maatschappelijk knooppunt voor werk en inkomen voor kwetsbare doelgroepen is de “Basisvoorziening Asten-Someren”, gevestigd bij het museum Klok en Peel.

Ad 3.

Omdat het rijk de intentie heeft het onderhoud van huisvesting voor primair onderwijs per 1 januari 2015 landelijk te regelen wordt geadviseerd de uitkomsten van het onderzoek af te wachten. Het voordeel van doordecentralisatie van het onderhoud is dat de gemeente niet meer verantwoordelijk is en dus ook geen aanvragen voor onderhoud hoeft te beoordelen. Een deel van de inkomsten van het Gemeentefonds voor de onderwijscomponent wordt dan wel direct of indirect doorgesluisd naar de schoolbesturen. De ambtelijke inzet voor

onderhoud en welzijn (jaarlijkse huisvestingsprogramma) kan dan worden beperkt.

Naast de doordecentralisatie van het onderhoud is de gemeente met Prodas een verkenning doordecentralisatie onderwijshuisvesting primair onderwijs gestart. Het voordeel voor de gemeente kan zijn, dat er minder personeel ingezet hoeft te worden en dat investeringsrisico’s voor het schoolbestuur zijn. Hiermee wordt een claimcultuur doorbroken en worden

prestatieafspraken op onderwijsgebied leidend. De gemeente kan grip op de ruimtelijke dynamiek behouden door een recht van terugkoop te verbinden.

Met betrekking tot het voortgezet onderwijs loopt een bouwkundig onderzoek naar de opties voor levensduurverlengende maatregelen danwel nieuwbouw van het Varendonck College.

Ad 4.

De gemeente rekent het tot haar verantwoordelijkheid en ambitie om afhankelijk van draagvlak en -kracht en per wijk of dorp een basisvoorziening voor het gymonderwijs en voor algemene recreatieve sportdoeleinden in stand en functioneel up to date te houden. Op basis van de demografische ontwikkelingen voorziet het huidige accommodatieaanbod in de behoefte.

De inzet voor de komende jaren is gericht op het in stand houden (van de kwaliteit) van de voorzieningen. Het draagkrachtprincipe biedt de ruimte om bij in aanmerking komende voorzieningen bewust een lagere dan de financieel dekkende kostprijs voor gebruikers te hanteren.

Ad 5.

(10)

Pagina 10 van 18

Uitgaande van het demografisch perspectief voor de gemeente (Asten, Heusden en Ommel) worden de omvang en kwaliteit van bestaande buitensportvoorzieningen voldoende geacht voor nu en in de toekomst. Ook voor de buitensportaccommodaties geldt dat de inzet vooral zal bestaan uit het in stand houden (van de kwaliteit) van de voorzieningen. De vraag of de huidige gebruiksvergoedingen van de binnensportaccommodaties marktconform zijn wordt onderzocht in het kader van het subsidiebeleid Welzijn en Zorg nieuwe stijl.

Ad 6.

Het automatisme dat de gemeente een accommodatie in lengte van jaren blijft financieren kan hiermee worden doorbroken. Het toerekenen van een kostprijsdekkende huur kan alleen worden toegepast op de nog in eigendom zijnde gemeentelijke gebouwen.

Bij de uitvoering van de dorpsontwikkelingsplannen is reeds een politieke afweging gemaakt inzake het verstrekken van investerings- en exploitatiesubsidies voor het tot stand brengen van een brede maatschappelijke voorziening (BMV Heusden) en een multifunctionele accommodatie (MFA Ommel).

Met de Stichting Beheer de Beiaard is een huurovereenkomst gesloten ten behoeve van de facilitering van de nuldelijnsorganisaties.

(11)

6. Overzicht basisregistratie, factsheets per organisatie en rapportage uitvoeringsprojecten

6.1 Basisregistratie en factsheets

Bij het ontwerp van de basisregistratie zijn naast de NAW-gegevens categorieën benoemd op het gebied van de functionele- en bouwkundige kwaliteit, de gebruikerswaardering, de eigendomssituatie, het exploitatieresultaat, de subsidiëring, de onderhoudslasten, de boekwaarde en de kapitaalslasten. Vervolgens zijn de bij de gemeente bekende gegevens gevuld en zijn op basis daarvan factsheets per organisatie verzonden naar de betrokken organisaties en besturen. Hierbij lag de focus op de in dit kader naar verwachting relevante accommodaties; het bleek om diverse redenen niet efficiënt en doelmatig hierin uitputtend te zijn. In de bijlagen 1 en 2 treft u het overzicht van de Basisregistratie en bedoelde Factsheets aan.

6.2 Aanbevelingen per functiecluster 6.2.1 Onderwijs en kinderopvang

De demografische ontwikkelingen en meer in het bijzonder de leerlingenprognoses en de prognoses van de ruimtebehoefte in het primair- en voortgezet onderwijs maken duidelijk dat in Asten op middellange termijn (2020 – 2030) leegstand in de onderwijshuisvesting zal ontstaan en dat schoolbesturen en de gemeente een gezamenlijke opgave hebben adequaat te reageren op deze ontwikkeling en niet in de laatste plaats op de financiële gevolgen die dit met zich meebrengt. Ook het Ministerie van OCW onderzoekt momenteel de gevolgen van de ontgroening voor het primair- en voortgezet onderwijs.

Bijzondere wettelijke situatie van het onderwijs

Om een goed beeld te schetsen van de bijzondere wettelijke situatie van het onderwijs, is het van belang de volgende uitgangspunten te benoemen:

• de gemeente heeft een wettelijke taak te zorgen voor passende huisvesting voor het onderwijs: dit is uitgewerkt in de huisvestingsverordening van de gemeente Asten;

• de gemeente heeft geen stem in het sluiten van scholen: alleen het schoolbestuur is bevoegd tot sluiten van een school;

• voor elke gemeente in Nederland geldt een eigen opheffingsnorm voor de bekostiging van het onderwijs door het rijk: voor Asten ligt die op 69 leerlingen. Haalt een school 3 jaar op een rij de norm niet, dan stopt de rijksbekostiging en gaat het schoolgebouw terug naar de gemeente.

Voorjaarsnota 2013

Bij gelegenheid van de voorjaarsnota 2013 hebben wij een Integrale notitie onderwijshuisvesting opgesteld (zie bijlage), met de volgende onderwerpen:

1. Afroming gemeentefonds onderwijshuisvesting (motie Van Haersma Buma) 2. Wetsvoorstel overhevelen buitenonderhoud primair onderwijs

3. Verkenning doordecentralisatie onderwijshuisvesting primair onderwijs 4. Taakstelling huisvesting voor het primair onderwijs

5. Levensduurverlengende maatregelen danwel vervangende nieuwbouw Varendonck College 6. Meerjarenonderhoudsplanning

Zodra er meer gegevens bekend zijn inzake de uitvoeringsprojecten 2 t/m 6 die uit deze onderwerpen voortvloeien brengen wij de financiële consequenties in beeld.

(12)

Pagina 12 van 18

18 september 2013 Stand van zaken punt 3:

Verkenning doordecentralisatie onderwijshuisvesting primair onderwijs

In oktober 2013 starten wij met een onderzoek in samenwerking met de Stichting Brede School Nederland en de schoolbesturen van Prodas en Platoo. Hierbij gaan wij in ieder geval de consequenties op het gebied van personeel, financiën en beleid in beeld brengen.

Ad Financiën

De gemeente Asten ontvangt in haar algemene uitkering een vergoeding waarmee ze invulling kan geven aan haar zorgplicht voor de bekostiging van huisvestingsvoorzieningen voor het basisonderwijs. Ervan uitgaande dat de voorgenomen wetswijziging voor de overheveling van het buitenonderhoud per 1 januari 2015 doorgang zal vinden, bestaat de gemeentelijke zorgplicht vanaf 2015 nog uit de bekostiging van (vervangende) nieuwbouw, uitbreiding, medegebruik en schadeherstel. De gemeente kan overeen komen met de schoolbesturen dat zij (een deel van) deze taken overnemen van de gemeente in ruil voor een nader te bepalen gemeentelijke vergoeding.

In overleg met de gemeente en de schoolbesturen wordt besproken welke

randvoorwaarden partijen in financiële zin stellen aan een eventuele doordecentralisatie.

Onderwerpen die daarbij aan de orde komen zijn:

• Omvang van de doordecentralisatie;

• Standpunt ten aanzien van (overdracht van) het economisch claimrecht van de gemeente;

• Standpunt ten aanzien van de wijze waarop de waardering van bestaande schoolgebouwen (in geval vanoverdracht ec. claimrecht) geschiedt;

• Wijze van bepaling van de doordecentralisatievergoeding;

• Verkenning financiële voordelen voor partijen ten aanzien van de financiering van schoolgebouwen.

Ad Personeel

De gemeente Asten beschikt op dit moment over een formatie voor de afhandeling van wettelijke taken en vraagstukken op het gebied van onderwijshuisvesting. Indien geopteerd wordt voor volledige doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting van Prodas, zal dit leiden tot een vermindering van de ambtelijke inzet op het gebied van onderwijshuisvesting. In de verkenning wordt een inschatting gemaakt van de consequenties.

Ad Beleid

Doordecentralisatie hangt vaak samen met de visie van gemeenten en schoolbesturen op de rol van partijen in de samenleving. Doordecentralisatie sluit goed aan bij eerdere beleidsuitspraken van de gemeente. In overleg met de gemeente en Prodas worden de belangrijkste beleidsdoelen en beoogde resultaten geformuleerd.

(13)

18 september 2013 Stand van zaken punt 4:

Taakstelling huisvesting voor het primair onderwijs

Op de eerste plaats zal de verkenning in punt 3 ook aanknopingspunten bieden voor het berekenen van scenario’s waarin het aantal m2 oppervlakte voor primair onderwijs meer optimaal wordt benut.

Verder zijn wij met Prodas, de dorpsraad Ommel en de direkteur van basisschool St. Pieter in Ommel betrokken bij de vraag hoe om te gaan met de sterke afname van het

leerlingenaantal op die school, en het betrekken van de ouders van leerlingen en burgers uit Ommel hierbij.

In het kader van de nieuwbouw van de Deken van Houtschool verkennen wij met Prodas, Korein en Pinkeltje de mogelijkheden voor oprichting van een integraal kindcentrum als basis voor het ontwerp en de bouw, waarbij integratie, kostenreductie en spreiding van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk, ook gelet op de andere locaties in Asten, aan de orde zijn.

18 september 2013 Stand van zaken punt 5:

Levensduurverlengende maatregelen danwel vervangende nieuwbouw Varendonck College

In maart 2013 hebben wij Volantis Adviseurs en Ingenieurs te Venlo opdracht gegeven te inventariseren welke bouwkundige zaken niet voldoen aan de redelijke eisen die aan een schoolgebouw gesteld moeten worden.

Vervolgens dient Volantis op basis van deze inventarisatie een rapport op te stellen waarin staat aangegeven wat nodig is om voor een periode van 20 jaar een goed te gebouw te krijgen.

De uitgangspunten die in de rapportage opgenomen dienen te worden zijn de volgende:

1. Veiligheidsaspecten voor alle gebruikers 2. Gezondheidsaspecten en hygiëne 3. Binnenklimaat en comfort

4. Energieverbruik 5. Functionaliteit

Het gevraagde rapport dient de volgende zaken te bevatten:

1. kwalificatie van de geconstateerde zaken naar aanleiding van bezoeken aan het gebouw. Hierbij dienen tenminste de genoemde uitgangspunten aan de orde te komen.

2. planopzet voor het aanbrengen van voorzieningen en maatregelen naar aanleiding van de geconstateerde zaken.

3. planning voor de uitvoering van deze werkzaamheden.

4. globale kostenraming van de aan te brengen voorzieningen en maatregelen.

Het eerste overleg tussen Volantis, de directeur van het Varendonck College, OMO en de wethouder naar aanleiding van de nog te ontvangen concept-rapportage wordt gepland eind oktober 2013.

(14)

Pagina 14 van 18

6.2.2 Sport

In de nota “Visie beleid privatisering onderhoud sportaccommodaties Asten” is einde 2007 het nieuwe privatiseringsbeleid vastgesteld. Een wezenlijk onderdeel daarvan is de

(eigendoms)overdracht van de sportgebouwen op uiterlijk 1 januari 2014 of zoveel eerder als mogelijk. De privatisering van de sportgebouwen verloopt volgens de in maart 2011 vastgestelde “Notitie privatisering sportgebouwen gemeente Asten”.

Het privatiseringsproces heeft met name betrekking op de sportgebouwen van ONDO/DOS, NWC, HCAS, Klimop en Olympia Boys.

Met ONDO/DOS is overeenstemming bereikt over de wijze waarop het sportgebouw kan worden overgedragen. De overeenkomst tot het vestigen van een recht van opstal is zowel door ONDO/DOS als de gemeente ondertekenden hiermee is het privatiseringsproces volledig afgerond.

Voor de nieuwe accommodatie van NWC is een subsidie beschikbaar van € 800.000,--.

NWC heeft geruime tijd nodig gehad om voldoende geldmiddelen te generen om de

gewenste nieuwbouw mogelijk te maken. Naar verwachting zal in de zomer van 2013 worden gestart met de feitelijke bouw. Parallel aan dit proces zal de eigendomsoverdracht van de nieuwe accommodatie worden geregeld.

Met HCAS is overeenstemming bereikt over een gemeentelijke bijdrage aan de renovatie en/of uitbreiding van het clubgebouw. In de gemeentebegroting 2012 is een gemeentelijke bijdrage opgenomen van € 85.000,--. HCAS is inmiddels bezig met het uitwerken van plannen. Het voordeel op de onderhoudsvoorziening is reeds opgenomen in de

meerjarenbegroting.

Olympia Boys heeft afgezien van participatie in de bouw van een nieuwe MFA in Ommel. In plaats daarvan is ingezet op renovatie dan wel nieuwbouw van de bestaande

kleedaccommodatie. Van gemeentewege is hiervoor een bedrag in de begroting 2013 gereserveerd van € 94.500,=.

In het najaar van 2013 zal definitief worden besloten op welke wijze Olympia Boys, met inzet van de gemeentelijke bijdrage, het sportgebouw aan de maat gaat brengen.

Daarna kan het gebouw in eigendom worden overgedragen.

Ook met Klimop heeft reeds overleg plaatsgevonden over de renovatie en privatisering van haar clubgebouw. Als gevolg hiervan is in de concept begroting 2014 een bijdrage gereserveerd van € 95.750,=.

Klimop dient het renovatieplan in het najaar van 2013 uit te werken waarna de renovatie en privatisering in 2015 kunnen worden afgerond.

Zoals aangegeven is de (eigendoms)overdracht van de gebouwen voor 1 januari 2015 een wezenlijk onderdeel van het eerder vastgestelde privatiseringsbeleid.

Gymzaal Schoolstraat

Aanvankelijk waren er berichten dat een grote gebruiker, taekwondo vereniging Soo Bak Gi, vanaf 1 juli 2013 geen gebruik meer zou maken van de gymzaal. Inmiddels is bekend dat zij blijven huren. Verder laat het rooster gebruik zien door de basisscholen Lambertus en de Horizon, en het Varendonck College. Gezien de bezettingsgraad lijkt onttrekking aan de bestemming als gymzaal nagenoeg onmogelijk en onwenselijk.

Gebruiksvergoedingen/tarieven sportaccommodaties

De raad heeft op 25 juni 2012 in het kader van de behandeling van een voorstel inzake de hockeyvelden van HCAS een motie aangenomen, mede gericht op de ontwikkeling van een systeem voor marktconforme, meer kostendekkende en gedifferentieerde tarieven huur voor sportvelden.

(15)

Bij de behandeling van het subsidieprogramma welzijn en zorg 2014 t/m 2016 zijn voorstellen gedaan voor een concreet systeem en het college heeft in april 2013 het volgende besluit genomen:

1. Het systeem van vergoedingen c.q. tarieven voor de buitensportaccommodaties te wijzigen van een bedrag per m2 naar een bedrag per veld.

2. In principe in te stemmen met een verhoging van de vergoedingen/tarieven met 100%

over een periode van 5 jaar voor de buitensportverenigingen en daarover overleg te plegen.

3. Geen garantie geven voor de tarieven gelet op de financiële ontwikkelingen en druk op de gemeentebegroting.

4. De tarieven van de sporthal, gymzaal en zwembad trendmatig te verhogen.

In de financiële paragraaf geven wij de resultaten van de tariefverhoging weer, welke bij gelegenheid van de begroting 2014 vastgesteld zullen worden.

6.2.3 Jeugd en Jongeren

Blokhutten Scouting en Jong Nederland

Aanvankelijk leken de aktiviteiten en bezettingsgraad van de blokhutten van Scouting en Jong Nederland mogelijkheden te bieden voor integratie. Uit nader overleg met de besturen bleek dat de activiteitenprogramma’s niet te matchen zijn en de gebruikstijden niet zodanig aan te passen zijn dat er een levensvatbare samenwerking kan ontstaan.

Met name het bestuur van scouting is positief omtrent de optie de Blokhut Polderhonk te privatiseren. Geconcludeerd werd dat deze optie reëel is als de ‘spelregels’ van privatisering van sportgebouwen worden toegepast. In het kort luiden deze spelregels:

1. bouwkundig onderzoek organisatie; de organisatie geeft zelf in grote lijnen aan wat er nodig is om de accommodatie bouwkundig en installatietechnisch “aan de maat te brengen”.

2. bouwkundig onderzoek gemeente: de gemeente doet een specifiek bouwkundig onderzoek, bepaalt welke werken en kosten noodzakelijk zijn en zoekt hierover overeenstemming met de organisatie.

3. voorstel privatisering: de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling adviseert het college inzake privatisering op basis van de volgende uitgangspunten:

a. financiële tegemoetkoming in de overeengekomen bouwkosten van 50%;

b. financiële tegemoetkoming in overeengekomen installatiekosten van 100%;

c. verlening van het recht van opstal aan de organisatie voor het gebruik van de grond.

Het bestuur van Jong Nederland acht privatisering reëel indien genoemde spelregels gehanteerd worden. Een vervolggesprek is gepland.

Privatisering leidt ertoe dat er geen structurele onderhouds- en kapitaalslasten meer zijn voor de gemeente.

Jeugdgebouw Heusden

De op 1 maart 2013 geopende Brede Maatschappelijke Voorziening Heusden “Hart van Heuze”

voorziet in de integratie van de activiteiten van peuterspeelzaal Pinkeltje. In het Jeugdgebouw Heusden (monument Mariaschool) blijven Jonosh en Jong Nederland Heusden als vaste

gebruikers achter. Beide jongerenorganisaties zijn momenteel aktief en hebben uitgebreide

(16)

Pagina 16 van 18

activiteitenprogramma’s. De voorzieningen in het gebouw zijn echter gedateerd en deels aan vervanging toe. Middels fondsenwerving wordt getracht een en ander aan de maat te brengen.

De ontwikkeling van het naastgelegen terrein Hartman biedt vooralsnog geen zicht op een verbinding met de hier geprojecteerde woningbouw (principeverzoek) en een eventuele verplaatsing van de supermarkt. Getracht zal worden de vrijgekomen ruimte middels herindeling en/of verhuur te exploiteren.

6.2.4 Welzijn en zorg Den Dissel

Soosgebouw Den Dissel is een uitstekend functionerende voorziening voor alle mensen met een ontwikkelingsafstand / verstandelijke handicap, eventueel in combinatie met bijvoorbeeld een autismespectrumstoornis of motorische handicap, en hun ouders / begeleiders. Er heeft recent nog een uitbreiding plaatsgevonden. Het bezettingsschema van het gebouw biedt

mogelijkheden voor integratie van activiteiten in het kader van de transitie begeleiding Awbz, waarvoor de gemeente naar verwachting vanaf 2015 verantwoordelijkheid krijgt.

Op dit moment is het echter niet mogelijk eventuele voordelen die integratie biedt te kwantificeren.

De lage boekwaarde van het gebouw geeft de optie tot privatisering. Er zijn dan geen

structurele kapitaals- en geen onderhoudslasten meer. Dit voordeel moet verminderd worden met de huuropbrengsten waarvan nu sprake is.

Gemeenschapshuis de Klepel

Gemeenschapshuis de Klepel voldoet niet aan de subsidiecriteria voor een

accommodatiesubsidie. De accommodatie is niet in eigendom van de gemeente en het betreft hier geen maatschappelijk knooppunt, zoals bedoeld in het Subsidiebeleid Welzijn en Zorg Nieuwe Stijl.

Ook zijn er geen voorzieningen gehuisvest die activiteiten ontplooien die voldoen aan de criteria voor een participatiesubsidie.

Onder een maatschappelijk knooppunt wordt in dit verband verstaan: een algemeen

toegankelijke maatschappelijke voorziening of accommodatie in een dorpskern of wijk waarin (private en) publieke voorzieningen, al dan niet ondergebracht in één gebouw, gehuisvest zijn die de leefbaarheid en participatie binnen de gemeente in stand houden of bevorderen.

In de beantwoording van vragen in de raadsvergadering van 29 januari 2013 inzake de definitie van maatschappelijk knooppunt is hieraan toegevoegd dat het gaat om

accommodaties waarin de gemeente participeert in het kader van de Wmo.

18 september 2013

Stand van zaken punt 6.2.4:

Den Dissel

Wij hebben overleg gevoerd met het bestuur van Den Dissel; de voorstellen zijn door het bestuur enthousiast ontvangen. Er heeft inmiddels een bouwtechnisch onderzoek, gericht op privatisering, plaatsgevonden.

(17)

6.2.5 Kunst en cultuur Klok en Peel Museum

Aan het Klok & Peel museum zijn inspanningsverplichtingen opgelegd om het resultaat van de inzet van de nieuwe tentoonstellingsfaciliteiten te optimaliseren en het aantal bezoekers te verhogen naar 45.000 per jaar.

Bij voldoening aan de inspanningsverplichtingen ontstaat de optie de exploitatiesubsidie te verlagen met 10% (opbrengst € 10.000,-).

Deze opbrengst is vanaf 2015 reeds opgenomen in de scenario ontwikkeling.

Hertenkamp

Privatisering van het Hertenkamp levert een structureel voordeel op van € 10.000,-.

Deze opbrengst is vanaf 2013 reeds opgenomen in de scenario ontwikkeling.

6.3 Financiële paragraaf

omschrijving 2014 2015 2016 2017 2018

taakstelling - 100.000 100.000 100.000 100.000

Gebruiksvergoedingen sportvelden* € 3.000 € 6.000 € 9.000 € 12.000 € 15.000 Sporthal de Schop en Schoolstraat € 1.200 € 1.200 € 1.200 € 1.200 € 1.200

Zwembad de Schop € 7.000 € 7.000 € 7.000 € 7.000 € 7.000

Privatisering Dissel € 22.947 € 22.947 € 22.947 € 22.947 € 22.947

Privatisering Polderhonk € 20.757 € 20.757 € 20.757 € 20.757 € 20.757

Privatisering blokhut JN Dijkstraat € 9.560 € 9.560 € 9.560 € 9.560 € 9.560

Museum* € 10.000 € 10.000 € 10.000 € 10.000 € 10.000

Hertenkamp* € 10.000 € 10.000 € 10.000 € 10.000 € 10.000

Gemeenschapshuis de Klepel* € 3.860 € 3.860 € 3.860 € 3.860 € 3.860

Totaal accommodaties € 88.324 € 91.324 € 94.324 € 97.324 € 100.324 Totaal taakstelling gemeentelijke gebouwen € 61.464 € 61.464 € 61.464 € 61.464 € 61.464 Verschil taakstelling/realisatie € 61.464 € 38.536 € 38.536 € 38.536 € 38.536

* = reeds opgenomen in aparte taakstellingen

Scenario-ontwikkeling: realisatie bezuiniging taakstelling optimalisering gebruik gemeentelijke gebouwen

Opgemerkt moet worden dat bij privatisering de restant boekwaarden van de gebouwen op het moment van overdracht éénmalig afgeschreven dienen te worden.

(18)

Pagina 18 van 18

omschrijving stand van zaken 2014 2015 2016 2017 2018

Afroming gemeentefonds obv motie v Haersma Buma

meegenomen in voorjaarsnota 2013 als nadeel

algemene uitkering € 200.000 € 200.000 € 200.000 € 200.000 € 200.000

Overhevelen

buitenonderhoud primair onderwijs

wetswijziging en uitname gemeentefonds per 1

januari 2015 ? ? ? ?

Verkenning doordecentralisatie huisvesting primair onderwijs

verkenning gestart september 2013 ? ? ? ?

Taakstelling huisvesting primair onderwijs (minder scholen)

scenario's meegenomen bij verkenning; onderzoek levensvatbaarheid school Ommel iom Prodas gestart juni 2013

? ? ? ?

Levensduurverlengende maatregelen cq nieuwbouw Varendonck College

Resultaten onderzoek Volantis september 2013

Meerjarenonderhouds-

planningen Reeds opgenomen in meerjarenbegroting € 33.000 € 32.999 € 33.000 € 33.000 € 33.000

Totaal € 233.000 € 232.999 € 233.000 € 233.000 € 233.000

Onderwijshuisvesting: financiële ontwikkelingen 2014 - 2015

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op scholen waar bijna alle leerlingen een migratieachter- grond hebben, haalt soms 18%, maar soms ook 69% van de leerlingen het streefniveau bij lezen.. Op deze scholen komt

Van de leerlingen in groep 8 (2019) behaalt 73 procent minimaal niveau 1F voor schrijfvaardigheid; slechts 28 procent van de leerlingen beheerst ook het streefniveau 2F (Inspectie

Kwaliteitszorg besturen en scholen  Van alle 926 besturen in het primair onderwijs heeft 89 procent geen enkele onvoldoende of zeer zwakke vestiging in 2018.. Hoewel het

Als samenwerkingsverbanden, schoolbesturen en scholen niet duidelijk kunnen maken hoe het geld voor deze leerlingen ingezet wordt, dreigt het draagvlak onder het passend

Sturen op kwaliteit Fries kan beter • Uit het onderzoek Fries in 2018/2019 waarin voor het primair onderwijs 42 besturen, 329 schooldirecties, 1.201 leraren en meer dan

Verschillen tussen leerlingen en scholen  Vooral leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond halen minder goede resultaten bij lezen, taalverzorging en rekenen, ook

Scholen in Caribisch Nederland kunnen voor alle leerlingen

Leraren in onder andere Flevoland, Amsterdam en Den Haag hebben, in vergelijking met hun collega’s elders in het land, relatief vaak een tijdelijk dienstverband: minimaal 8 procent