RAADSBESLUIT
Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer:
Wijziging Gemeenschappelijke Regeling ODZOB 2015 31 mei 2016 16.05.06
De raad van de gemeente Asten;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 maart 2016 met zaaknummer A S T / 2 0 1 6 / 0 0 4 9 8 5 ;
gehoord het advies van de commissie Algemene Zaken en Control van 19 mei 2016;
gelet op artikel 51, lid 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
besluit:
toestemming te verlenen aan burgemeester en wethouders om te besluiten tot het treffen van de gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuidoost- Brabant 2015.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten van 31 mei 2016.
De raad voornoemd, griffier,
mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans
voorzitter, mr. H.G. Vos
Gemeente
listen
RAADSVOORSTEL
BIJ ZAAKNUMMER: A S T / 2 0 1 6 / 0 0 4 9 8 5
Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering
van:
Agenda- nummer:
p.h.:
Wijziging Gemeenschappelijke Regeling ODZOB
2015 2 31 mei 2016 16.05.06 ThM
de raad
van de gemeente Asten
Samenvatting
Wij hebben van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant een Gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant 2015 ontvangen ter besluitvorming.
Omdat het hier een regeling betreft die is aangegaan door de colleges zal ook het wijzigingsbesluit door de colleges genomen moeten worden. Op grond van artikel 51, lid 3 van de Wet
gemeenschappelijke regelingen kunnen de colleges echter pas tot treffen besluiten nadat zij daartoe de toestemming van de gemeenteraden, onderscheidenlijk Provinciale Staten hebben verkregen. Op grond van het tweede lid van dat artikel kan de toestemming slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
Beslispunten
Wij stellen u voor ons op grond van het bepaalde in artikel 51, lid 3 van de Wet
gemeenschappelijke regelingen toestemming te verlenen om te besluiten tot het treffen van de gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant 2015. Het
conceptbesluit, de toelichting hierbij en de oorspronkelijke tekst van de regeling zijn bij dit voorstel gevoegd.
Inleiding
Voor u ligt een voorstel voor een omvangrijke wijziging van de Gemeenschappelijke regeling. De wijzigingen zijn onder te verdelen in 4 categorieën:
1. Noodzakelijke wijzigingen die een gevolg zijn van de herziening Wet gemeenschappelijke regelingen;
2. Verbeteringen die tot doel hebben enige technische onvolkomenheden te herstellen, die ook terugkeren in andere Gr-en, waaraan de colleges van deelnemende gemeenten deelnemen zoals Veiligheidsregio, GGD en MRE;
3. Verbeteringen die tot doel hebben enige wetstechnische onvolkomenheden te herstellen;
4. Wijzigingen, die formeel een meer beleidsmatig karakter hebben, doch materieel niet van betekenis zijn. Het betreffen wijzigingen, die aansluiten bij de door u geaccepteerde uitgangspraktijk van de afgelopen jaren en zijn een correctie op de formulering, zoals die bij de oprichting is gekozen.
In de bijgevoegde toelichting worden voorbeelden gegeven van de wijzigingen.
Wat willen we bereiken
Nadat de GR in 2013 voor een eerste maal is gewijzigd, toen noodzakelijk vanwege door de kredietverlener gewenste zekerheden bij het verstrekken van financiële middelen, volgt nu een tweede meer uitgebreide wijziging. De oorzaak van het wederom noodzakelijkerwijs in procedure
1 6 O O O S O
brengen van een tweede wijziging van de GR is voornamelijk een herziening van de Wet
gemeenschappelijke regelingen. In deze wet zijn per 1 januari 2015 enige duale (betrokkenheid en werkwijzen van DB en AB zijn minder verstrengeld) elementen in de van oorsprong monistische verhouding tussen Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur doorgevoerd. Ook is de positie van de gemeenteraden/staten ten opzichte van het bestuur van het openbaar lichaam versterkt.
De duale elementen vindt u terug in het opnemen van (meer) eigen bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur van de ODZOB in artikel 16 van de GR en in het vestigen van een actieve informatieplicht van leden van het Dagelijks Bestuur jegens het Algemeen Bestuur in artikel 24.
Ook het Algemeen Bestuur zelf heeft meer expliciete bevoegdheden gekregen. Die zijn opgenomen in artikel 3.
De versterkte rol van de gemeenteraden en Provinciale Staten komt tot uitdrukking in een uitgebreide inlichtingenplicht van het bestuur van het openbaar lichaam richting colleges en
staten/raden. De verantwoording die een lid van het Algemeen Bestuur aan het bestuursorgaan dat haar/hem heeft aangewezen, dient af te leggen, kan, afhankelijk van de acceptatie van het
gevoerde beleid, in het uiterste geval bovendien resulteren in een ontslag als lid. Ook dat is nieuw in de GR.
Een andere instrument dat geïntroduceerd wordt in de GR om de positie van de raden te verstevigen bij de besluitvorming door het openbaar lichaam, is de 'voorhangprocedure'. Bij dossiers die de kwalificatie majeur verdienen, bijvoorbeeld omdat er politieke implicaties aan verbonden zijn, kan het Algemeen Bestuur er voor kiezen eerst het gevoelen van de raden/staten na te gaan voordat hij een besluit neemt. Deze procedurestap was al verplicht bij het oprichten of deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen door het openbaar lichaam en bij het instellen van een bestuurscommissie.
Tot slot is de invloed van de raden/staten op het functioneren van het openbaar lichaam vergroot door een evaluatiebepaling in de GR op te nemen. Het Algemeen Bestuur zal aan de hand van de reguliere planning- en controlcyclus nadrukkelijker dan nu het geval is omtrent uitgevoerde evaluaties (moeten) rapporteren aan de deelnemers.
Een groot aantal wijzigingen van de GR dragen een min of meer technisch karakter. U vindt deze ook terug in de GR'en van andere openbare lichamen waaraan uw college/raad deelneemt en die onlangs zijn gewijzigd dan wel nog moeten worden gewijzigd, waaronder de GR van de G G D , de MRE en de Veiligheidsregio.
De GR van de Omgevingsdienst is gemodelleerd naar de voorbeelden van die
uitvoeringsorganisaties. Een eenduidige redactie van regelingen zoals die van een openbaar lichaam draagt bij aan meer bestuurlijke grip op dit soort verbonden partijen.
Wij merken op dat de gelegenheid te baat is genomen om enige overige wetstechnische
onvolkomenheden te herstellen. Zulks ook om de organisatie wat flexibeler in te richten; dit kan worden bewerkstelligd door desgewenst personeel van de deelnemende gemeenten in te zetten voor ondersteunende dienstverlening aan de ODZOB.
Een aantal wijzigingen heeft formeel een meer beleidsmatig karakter, doch zijn materieel niet van betekenis. Het betreffen wijzigingen die aansluiten bij de geaccepteerde uitgangspraktijk van de afgelopen jaren. Deze wijzigingen worden in de toelichting nader geduid.
Beleidsmatige wijzigingen in de zin van een breder of ander takenpakket van de ODZOB, een andere financieringsconstructie of grotere bevoegdheden van de ODZOB zijn (uiteraard) niet aan de orde. Op dit vlak is geen verandering opgetreden in de relatie tussen deelnemers en openbaar lichaam.
De wijzigingen die voortvloeien uit de herziening Wet gemeenschappelijke regelingen en het modelleren naar de voorbeelden van enkele andere regelingen in de regio zijn in nauwe samenwerking met juristen van o.m. de gemeente Helmond voorbereid, aangezien zij ook betrokken waren en/of zijn bij wijzigingen in die regelingen.
In bijgevoegd ontwerpbesluit, waarin door het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant wordt verzocht te besluiten tot het treffen van gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant 2015 zijn deze aanpassingen verwerkt.
Wat gaan we daarvoor doen
Als de gemeenteraad toestemming heeft gegeven kan het college besluiten de Gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuidoost Brabant 2015 te treffen.
Mogelijke alternatieven N.v.t.
Risico's
In artikel 35 lid 9 is het volgende opgenomen:
Om praktische redenen kan het Algemeen Bestuur in afwijking van lid 8 begrotingswijzigingen direct vaststellen (d.w.z. zonder het proces van indienen van zienswijzen door de raden en
Provinciale Staten) indien de begrotingswijziging niet rechtstreeks leidt tot een verhoging van de bijdragen van de deelnemers.
Het is niet uit te sluiten dat er begrotingswijzigingen komen die indirect leiden tot een verhoging van de bijdrage van de gemeente. De raad moet er dan op vertrouwen dat de ODZOB en het Algemeen Bestuur (waarin gemeenten en provincie vertegenwoordigd zijn) hiermee zorgvuldig omgaan. Het is op dit moment niet mogelijk om deze tekst te wijzigen omdat deze in alle
gemeenten hetzelfde moet zijn en in veel gemeenten de besluitvorming al plaatsgevonden heeft.
Wat mag het kosten N.v.t.
Bijlage(n)/ter inzage (incl. AST-nr)
Conceptbesluit Gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant 2015 (AST 2016/5009)
Toelichting behorende bij de Gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant 2015 (AST 2016/5010)
Geldende gemeenschappelijke Regeling (AST 2016/5200)
j. vercammen @)asten.nl
