• No results found

01-06-1995    B. van Hulten, H.J. Korthals Altes, K. Dietz Het nieuwe bouwen in Nederland en Slowakije 1918-1940 – Het nieuwe bouwen in Nederland en Slowakije 1918-1940

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "01-06-1995    B. van Hulten, H.J. Korthals Altes, K. Dietz Het nieuwe bouwen in Nederland en Slowakije 1918-1940 – Het nieuwe bouwen in Nederland en Slowakije 1918-1940"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het Nieuwe Bouwen

in Nederland en Slowakije

1918 - 1940

Van Dijk, Van Soomeren en Partners Karolien Dietz Brecht van Hulten Harm Jan Korthals Altes

(2)

Het Nieuwe Bouwen

in Nederland en Slowakije

1918-1940

Van Dijk, Van Soomeren en Partners B.V Amsterdam, juni 1995

C atalogus bij de tentoonstelling

' Het Nieuwe Bouwen in Nederland en Slowakije, 19 18 - 1940 ' Karolien Dietz, Brecht van Hulten en Harm Jan Korthals Altes

Oms lag: plafond raam in het coöperatieblok van Emil Bellus te Bratislava

(3)

2

I

(4)

Woord vooraf

Uit vriendschappelij ke contacten tussen architectuur- i nstel lingen in Slowakije en Van Dijk, Van Soomeren en Partners (DSP) is het idee van een gemeensc happelijke tentoonstelling over het Nieuwe Bouwen in Nederland en Slowakije geboren.

Ons was gebleken dat Slowakije beschikt over een royale erfenis van bouwwerken die getuigen van de invloeden van het Nieuwe Bouwen.

De bevriende instell i ngen, de Vereniging van Slowaakse Architecten en de Academie van Schone Kunsten te Bratis lava, bleken bovendien over veel tentoonstellingsmateriaal te besc hikken, waarmee deze erfenis u itstekend voor het publiek gedoc umenteerd is . Spoedig was het idee geboren om dit materiaal ook in Nederland te laten zien. Merkwaard ig genoeg werd op hetzelfde moment vanuit de Slowaakse instellingen belangstelling getoond voor materiaal over het Nieuwe Bouwen in Nederland. En zo werd, na veel communicatie over en weer, bes loten tot het samenstellen van een gemeenschappelijke tentoonstelling, waarin het Nederlandse en het Slowaakse Nieuwe Bouwen naast elkaar gezet zij n . Voor de Slowaakse kant werd gebruik gemaakt van het bestaande tentoonstellings materiaal, voor de Nederlandse kant moest door DSP zelf materiaal worden vervaa r­

digd. Daarbij is dankbaar gebruik gemaakt van het archief van het Neder­

lands Architectuur Instituut te Rotterdam. Vrijwel al het materiaal komt daar vandaan .

D e tentoonstelling is in 1995 in Nederland en in 1996 i n Slowakije op verschillende plaatsen te zien.

Wij kozen voor een paarsgewijze presentatie van objecten. Bij elk Slowaaks voorbeeld hoort een Nederlands voorbeeld. W ij stonden voor de opgave om een selectie van objecten te maken die tezamen een goede afspiege­

ling van de erfenis van het Nieuwe Bouwen in beide landen zou vormen.

Verder moesten de paren ook werkelijk paren zijn, dus onderling gelijkenis vertonen in vorm en f unctie. Dit bleek geen eenvoudige opgave te zij n . Om deze o p inhoudelijk verantwoorde wijze t e volbrengen was een uitgebreide voorstudie noodzakelijk. De studie is uitgevoerd door Karolien Dietz in het kader van haar studie Kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversi­

teit te Leiden. Zij liep bij DSP een stage in de periode mei-oktober 1994.

Het onderzoek leverde belangwekkend historisch materiaal op over de relaties tussen het Nederlandse en het (Tsjecho-) Slowaakse N ieuwe Bouwen. De stage mondde uit in een uitstekend verslag, dat direct a ls tekst voor de catalogus bij de tentoonstelling bruikbaar bleek.

De catalogus ligt thans voor u .

Wij danken Karolien Dietz hartel ijk voor het beschikbaar stel len van haar materiaal en wensen u er veel leesplezier mee toe.

Van Dijk, Van Soomeren en Partners, Harm Jan Korthals Altes

Juni 1995

I 3

(5)

4 I

(6)

Inleiding

Het Nieuwe Bouwen is een internationale aangelegen heid. In heel E u ropa doet deze architectuurstroming zijn i ntrede in de periode van het interbel­

lum. Rond 1920 begint Het Nieuwe Bouwen zich te ontwikkelen in de E u ropese culturele centra waaronder D u its land (Bauhaus), Frankrijk (Le Corbusier), Nederland, Rusland en Tsjechoslowakije. Problemen met betrekking tot huisvesting en hygiëne (er was een nijpende woning nood, de huizen hadden vaak geen of slechte eigen s a n itaire voorzieningen en weinig lichtinval) leiden tot een sociale bewustwording van de ava ntgarde architecten. Tegelij kertijd is er de mogelij kheid gebruik te maken van nieuwe bouwtechnieken en -materialen, zoals gewapend beton, staal en grote glas pa rtijen. Men gaat z ich afzetten tegen de historiserende stijlen waarbij teruggegrepen wordt naar het verleden en een overmaat van decoratie. De nieuwe jonge generatie architecten wil functioneel bouwen voor een nieuwe goede toekomst. L icht, lucht en zon worden de nieuwe slogans, voor het wonen, maar ook voor de hygiëne en gezondheid. Het is voor het eerst dat het welzijn van de gebruiker van het gebouw een voorname plaats kreeg in het denken van de architect. Naast de mechani­

satie van het bouwbedrijf en de standaardisatie van het produkt speelt de stedebouwkundige analyse ook een belangrijke nieuwe rol. De eis van de efficiency geldt voor een woning, maar ook voor een stad.

Nederland behoorde tot de toonaangevende landen van het Nieuwe Bouwen. Architecten zoals Oud, D u iker, Brinkman en Van der Vlugt worden dikwijls in één adem genoemd met grote namen zoals G ropius, Mies van der Rohe en Le Corbus ier. De avant-garde in Nederland heeft enerz ijds veel inv loed uitgeoefend op het Nieuwe Bouwen in het buitenland, maar heeft a nderzijds ook buitenlandse invloeden ondergaan. Er is veel uitwisseling geweest tussen de Europese 'Nieuwe Bouwers ' , wat het internationale karakter van het N ieuwe Bouwen verklaart.

Wat Tsjechoslowakije betreft richtte de belangstelling voor het Nieuwe Bouwen zich hoofdzakelij k op Tsjechië. De avant-garde centra bevonden zich in Praag en Brno. Slowakije werd gezien als het achterland, zowel economisch a ls cultureel. In vergelijkende literatuurstudies wordt er geen of nauwelijks melding gedaan van het Slowaakse Nieuwe Bouwen. Van beide landen is Slowakije het minst in de belangstelling geweest terwijl het ondanks een sociaal economische en culturele achterstand toch een eigen identiteit heeft verworven. Slowakije heeft een omvangrijke en interessante bijdrage geleverd aan het Nieuwe Bouwen in Tsjechoslowakije.

Door de politieke omwenteli ng in 199 1 is de s ituatie in het voormalige Oostblok veranderd. Tsjechoslowakije is opgesplitst in twee zelfstandige staten; Tsjechië en Slowakije. Beide staten zijn nu democratieën.

De herwonnen v rijheid in Slowakije in 199 1 heeft een herstel van het historisch zelfbewustz ijn mogelijk gemaakt. In Slowakije ontstond daardoor een toenemende belangstelling voor het eigen Nieuwe Bouwen, die zich uitte in een aantal recente publikaties en tentoonstel lingen van Slowaakse a rch itectu u rinsteil i ngen.

Kennismaking hiermee geeft aan dat het Nieuwe bouwen in beide landen overeenkomsten heeft, maar laat tegel ij kertijd z ien dat ook Slowakije z ijn specifiek regionale eigenschappen heeft. Door de bouwwerken uit beide

landen met elkaar te vergelijken kan een poging gedaan worden Slowakije

uit z'n isolement te halen en meer bekendheid te geven aan de mooie voorbeelden van het Nieuwe Bouwen in dit land.

I 5

(7)

6

I

(8)

Het Nieuwe Bouwen in Nederland

Inleiding De term het ' Nieuwe Bouwen' wordt i n Nederland omstreeks 1930 geïntroduceerd. Verschil lende termen voor deze architectuurstroming

I 7

worden in de l iteratuur vaak door elkaar gebruikt. Tegelij kertijd met de introductie van de term het 'Nieuwe Bouwen' wordt de term ' Nieuwe Zakelijkheid' gebruikt. 'Functionalisme' is een term d ie de architecten van het Nieuwe Bouwen zelf niet gebruiken. Om het nog erger te maken, spreken de Slowaken van 'De Modernen', 'Modernisme' of 'Nieuwe Beweging' . De term het 'Nieuwe Bouwen' geeft beter aan wat deze stroming wil, namelij k een breuk met het verleden en het door m iddel van

de a rchitectuur bevorderen van een n ieuwe maatschappij en een nieuwe cultuur voor de bev rijde mens . In Nederland is het Nieuwe Bouwen geen homogene groep architecten. De Rotterdamse architectenvereniging 'Opbouw' en de Amsterdamse vereniging 'De 8' zijn de belangrijkste pijlers. Tevens wordt de term meer in het algemeen gebruikt voor de arch itectuur van de Nederlandse C IAM-groep (Congrès I nternationaux d' Architecture Moderne).

Om de stroming in te leiden, kunnen we het beste eerst stilstaan bij het principe van de Nieuwe Bouwen-architecten om de volks h u isvesting en daarmee het welzijn van de bewoner/gebruiker centraal te stellen. Van Loghem, een belangrijke vertegenwoordiger van het N ieuwe Bouwen formuleerde dit principe van het Nieuwe Bouwen zo: "Door deze groep . . . worden de mensch en de maatschappelijke verhoudingen als uitgangspunt van alle arbeid genomen. Voor de kunstenaars en speciaal voor de architecten heeft dit veranderd levensinzicht gevoerd tot een absoluut gewijzigde instelling tegenover hun werk. Voor deze groep wordt de scheppingsdaad niet geboren uit verlangen naar schoonheid zonder meer, maar de drang tot uiting is primair gericht op vervulling van de essentiële geestelijke en materiële behoeften van den mensch"(catalogus Bouwen '20 - '40, Eindhoven, 197 1, pagina 29). D ie essentiële behoeften betekenen in de eerste plaats de behoefte aan een behoorlijk onderdak.

Dit maatschappelijk engagement maakt dat de architect zich voortdurend bezig houdt met de bestudering van alle aspecten van het wonen en de volks h u isvesting. L icht, lucht en zon, de nabijheid van groen, lichaamsbe­

weging en veiligheid worden nieuwe doelstellingen. De nieuwe architec­

tu ur moet a-esthetisch z ij n , aldus het oprichtings manifest van 'De 8'.

Bovendien moeten de eisen van de bouwopgave met de meest geavan­

ceerde technieken worden verwezenlijkt. Ondanks de nadruk op de nieuwe bouwmethoden en -materialen wordt er echter nog relatief veel in bak­

steen gebouwd. De baksteenindustrie was machtig en het gebruik van baksteen was veelal goedkoper en gaf de mogelijkheid het gebouw meer kleur te geven.

Veel aandacht wordt ook besteed aan de analyse van de functies van een gebouw. Men tracht hiervoor wetenschappelijke methodes te gebruiken.

De skeletbouw maakt de open woning, het grote glasv lak en de v rije, aan het gebruik aangepaste plattegrond mogelijk. De openheid van de wonin­

gen heeft niet alleen de symbolische betekenis van bevrijding, maar ook een hygiënische betekenis .

Gebouwd wordt e r in opdracht van de overheden, het bedrijfs leven e n particulieren. Van 1920 tot 1925 hebben 8rinkman & Van der Vlugt, Oud en Van Loghem een overv loed aan opdrachten, met name in de woning­

bouw. Het bureau 8 rinkman & Van der Vlugt gaat na 1925 ook met opdrachten in de utiliteits bouw aan de slag. Speciale vermelding verdient

(9)

8

I

De 'Opbouw'

De Amsterdamse a rchitectenve ren iging 'De 8'

de opdracht voor de Van Nelle-fabriek ( 1926-1930) te Rotterdam ; een overbekend voorbeeld van het Nieuwe Bouwen In alle literatuur van binnen- en buitenla n d . Uit deze opdracht v loeit een reeks a n dere opdrach­

ten voort. waaronder het woonhuis (zie foto 1) van C. H. van der Leeuw, één der directeuren van de Van Nelle-fabriek in Rotterdam . Door het gebruik van glas en staal komt de openheid van deze gebouwen goed tot uitdr u kking, die zo bepalend is voor het gezicht van het Nieuwe Bouwen.

Internationale ontwikkelingen, onder a ndere de a rchitectuur van G rop i us , Le Corbusier en Mies v a n de Rohe, zijn hiervoor bepalend geweest.

Ondanks dat de architecten van het Nieuwe Bouwen hun grootste taak zien weggelegd op het gebied van de volks h u isvesting komen de meeste opdrachten voor in de categorie van het particuliere woonh uis . De aard van de opd rachten voor deze woonhuizen varieert nogal, van zeer l uxe villa's tot eenvoudige zomerhuisjes . Ook worden er naar verhouding tamelijk veel zwem baden (zie foto 7) gebouwd, hetgeen aansluit bij de belangstelling voor sport. lichaamscultuur en hygiëne.

Het internationale karakter van het Nieuwe Bouwen vindt zijn bevestiging onder meer in de Weissenhofsiedlung in Stuttgart in 1927 . Belangrijk aan deze permanent geworden tentoonstelling van sociale woningbouw is vooral dat hier voor het eerst sp rake is van een gezamen l ijke internationale manifestatie van de voortrekkers van het N ieuwe Bouwen. In opdracht van

de gemeenteraad van Stuttgart worden 60 woni ngen gebouwd door architecten uit verschillende lan den . De architecten Oud en Stam vertegen­

woordigen Nederland. Aan dit p roject neemt Tsjechoslowakije geen deel.

I n 1920 wordt in Rotterdam de vereniging 'Op bouw' opgericht door de architecten W. Kromhout en M. Bri n kman. De leden zij n onder a ndere L.C.

van der Vlugt. W.H. G ispen, J .J . P. Oud, M . Stam, C. van Eesteren, J . B. van Loghem , W. van Tijen en P. Zwart . De reden om zich te verenigen, ondanks de vele onderlinge verschillen, is de hoofdrol die Amsterdam volgens hun voortdurend voor zich opeist. Eén van de verschi llen is de pol itieke kleur.

Door toedoen van M. Stam, P. Zwart en vooral J.B. van Loghem krijgt de vereniging een linkse imp u ls .

Van Log hem heeft in d i e t ijd sterke sympathie voor het Russische comm u­

n isme. H ij is lid van de Bond van Revolutionair-Socialistische Intellectuelen . Als één van de weinigen p robeert Van Loghem zijn idealistische ideeën ook in daden om te zetten. In 1921 wordt zijn bureau in een coöperatie omgezet. De arbeidsverhoudingen worden veranderd: de tekenaars en opzichters zouden delen in de door het bureau gem aakte winst. Ook gaat Van Loghem naar Rusland, waar h ij in 1926/27 werkt aan de m ijnstad Kemerovo in Siberië. I n 1932 p ubliceert hij zijn boek Bouwen, Bauen, BMir, Building, een belangrijk f unctionalistisch manifest. H ierin p leit Van Loghem voor afschaffing van het p rivate grondeigendom en verbetering van de

huisvesting voor arbeiders. De planning, de optimale inzet van techniek en het industriële p roduktiep roces worden a ls het werkzame m iddel aangepre­

zen om socialistische orde in de kapitalistische chaos te brengen. Deze vermenging van politiek en kunst is voor J .J . P. Oud een reden om in 1928 op te stappen.

I n 1927 wordt in Amsterdam 'De 8' opgericht door B . Merkelbach, C h . Karsten, J . van den Bosch, J. Groenewegen, H. van de Pauwert en P. Verschuyl. In tegenstelling tot de ' Op bouw' , waarvan het a rchief t ijdens het bombardement van Rotterdam verloren is gegaan, is er van ' De 8' veel bekend. Het karakter van ' De 8' wordt duidelijk in het beginsel manifest 'WAT IS DE 8' (gepubliceerd i n het avant-garde t ij dschrift ilO, nummer 3, 1927). Daaruit komt het volgende naar voren. 'De 8' is een groep jonge architecten, die op p ragmatische wijze binnen de bestaande maatschappij p robeert te komen tot verbeteringen van de architectuur. Men d ringt het

begrip schoonheid op de achtergrond ten g u nste van het begrip doel­

matigheid. Tevens ziet men het vak meer a ls een wetenschap dan a ls een kunst. Het beginsel manifest sluit af met: ''' De 8' is a-est hetisch, a-drama­

tisch, a-romantisch en a-kubistisch " . De slotz in lUidt: ''' De 8' is resultante":

men kiest voor een op loss ing d ie reken ing houdt m et alle factoren d ie voortv loeien uit de opdracht.

I n 1928 worden A. Boeken, J. D u iker en J.G. W iebenga lid van 'De 8'.

D u i ker en W iebenga hebben dan al een aantal belangrijke bouwwerken tot

(10)

stand gebracht, waaronde r het sanatorium Zonnestraal (zie foto 9) te H i lve rsu m e n de N i rwana-flat in Den Haag.

Vanaf 1927 schr ijft Duiker, met medewerki ng van W iebenga, een boekje over hoogbouw. Hie rin pleit Duike r voor hoogbouw in twaalf verdie pinge n . I n heel E uropa en Amerika i s er ee n te ndens in d e r ichting v a n hoogbouw.

De huisvestingproblemen, de nie uwe bouwtechnieken, de mogelijkheid van gemeenschappelijke voorzieninge n voor ee n 'mechanische' uitr usting van de woningen (ce ntrale verwar ming, afvalkokers en wasmachines) zijn

mede verantwoorde l ijk voor die ontwik ke l ing. De doorbraak van deze woonvor m blijft echter beper kt. Hoogbouw blijkt nog te duur te zijn e n wordt door we inig opdrachtgeve rs geschikt geacht voor de woningbouw.

E nkele voor bee lden van wel gerealiseerde hoogbouwproje kten zijn de 'Bergpolderf lat' (zie foto 3) in Rotterdam van W. van Tijen e n de 12 verdiepingen hoge Wolkenkrabber aan het Victor ie ple in in Amsterdam van J . F. Staal. Dit laatste project kreeg veel k ritiek te ve rd u ren, omdat het binnen het stedebouwkundige plan een esthetische functie verv ulde . De esthetie k was geen uitgangspunt v a n het Nieuwe Bouwen en der halve werden de a rchitecte n van dit project als 'ver raders' beschouwd.

In 1929 voegt de stede bouwkundige C. van Eesteren zich bij de groep.

I 9

Hij is dan ook nog voorzitte r van de Rotterdamse ve re niging 'O pbouw'.

Als hoofd van de Afdeling Stadsontwikkeling van P ublieke Werken te Amste rdam heeft hij ee n be langr ijke bijdrage geleverd op stedebouwkun- dig ge bied, door uitgebreid onderzoek te doen naar de same nstelling en groei van de bevolk ing, de groei van het ver kee r en de be hoefte aan groen en sportfaciliteiten te n be hoeve van het Amsterdam Uitbre i dingsplan (AU P) van 1934 . S. van Rave nsteyn is slechts kort lid van 'De 8' geweest (193 7- 1938). Hij is vooral bekend geworden door zijn utilite itsge bouwen, zoals zijn se inhuizen voor de Nede rlandse Spoorwegen en zijn watertore n uit Breda (1926).

Naast de bove nge noe mde beginse lve rk laring manifesteert ' De 8' zich ook door middel van ee n tentoonstel ling ove r 'De Rationele woonwijk', samen met het preadv ies 'De organische woonwij k in open bebouwing', in het I nstituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw (1932). In het preadvies wijst men op de be hoefte aan l icht, l ucht, groe n e n veiligheid. E r wordt gepleit voor stroken bouw met ee n goed doordachte or iënter ing van de woningen ten opzichte van de omgeving, zon en windr ichting. De groenstroken moeten gebouwen van alge mee n nut he rberge n, zoals scholen, ke rken, leeszale n, restaurants e n derge lijke.

Het tijdschrift ' O e 8 e n Opbouw' wordt in 1932 opgericht als de Amster­

damse architectenve re niging 'De 8' en de Rotte rdamse vere niging ' De Opbouw' besluiten samen te gaan. Het tijdschrift is zee r be langrijk geweest voor het Nieuwe Bouwe n . De artikelen zij n enerzijds pleidooien voor het Nieuwe Bouwen en anderzijds aanvallen op a ndere r ichtingen, zoals de Amsterdamse School. Expliciete politieke standpunten komen in het tijdschrift nauwelijks voor. "Bouwk unst heeft niets met politiek te make n ", vonden inv loedrijke lede n zoals Merke lbach e n Duiker. Van Loghem is één van de we inigen die af en toe politiek stel ling neemt in zij n artike le n.

( lAM Ook de (lAM-congressen, die vanaf 1928 worden gehouden, zijn voor het Nederlandse Nie uwe Bouwen van belang. E ne rzijds is het ee n internatio­

naal for u m waar ideeën kunnen worden opgedaan op het ge bied van woningbouw en stedebouw en anderzijds leveren de Neder landse architec­

ten zelf een be langrijke, actieve bijdrage aan de resultaten van de congres­

sen . Naast leden van 'De 8' en 'Opbouw' zijn G. Rietveld en S. van Ravesteyn (nog voor zijn aantrede n bij ' De 8') lid van de C IAM.

Van Eesteren wordt in 1930 gekozen tot voorzitter van de C IAM.

Het ee rste congres (1928, La Sarraz, Zwitser land) is ee n voorbereide nd congres om ee n alge meen programma van actie vast te ste l le n . Onder ande re wordt er een alge mee n standpunt ingenomen inzake de taak van de a rchitect in de maatschappij. Van Nede rlandse zijde zijn Stam, Rietve ld en Berlage aanwezig.

De woning voor het bestaansminimum vormt het the ma van het tweede congres (F rankf urt 1929). Het gaat er niet alleen om de balans van de woningnood op te maken, maar ook naar de oorzaken te zoeken. De grote woningnood die na 1918 in Europa ontstond hield hier ve rband mee.

Van Loghem, Van der Vlugt, Van Eestere n , Me rkelbach, Duike r, Boeken, Rietve ld en Van Ravesteyn zijn voor Nederland aanwezig.

Naar aanleiding van het congres wordt de publikatie Die Wohnung für das

(11)

10

I

De Stijl

Existenzminimum uitgegeven, waarin een aantal Neder landse platteg ron­

de n wordt opgenome n . De architecten van het N ie uwe Bouwe n stel len zich als voornaamste doel de volkswoning te verbeteren . Dit wil me n bereiken door de won i n g zo functioneel moge lijk in te dele n e n door te zorgen voor ee n ruime toetreding van het daglicht e n ee n goede ve ntilatie . Goed én goedkoop bouwen wordt nagestreefd .

Onder i nvloed van de CIAM richten de leden van ' De 8' e n 'Opbouw' commissies op die moete n onde rzoeken hoe men dit kan bereiken en wat de gevolgen zullen zijn van ver beterde volkswoningbouw voor de volks­

gezond heid.

C IAM 3 houdt zich bezig met ratione le bebouwing (B russe l , 1930). Doel van dit congres is de effectiviteit van laag- m iddel hoog- en hoogbouw e n mengvormen daarvan vast te ste l len a a n de hand van een i nventar isatie van bestaande situaties, e n om op grond daarvan 'r ichtlijnen' op te ste l len.

Het vierde cong res: De Functionele Stad (Athe ne, op het schip Patr is 11, 1933) heeft als hoofddoe l de bestuder ing van 'de bestaande stad' . Het Nederlandse team is ve rantwoorde lijk voor de organisatie ervan en het bijeenbrenge n van kaarte n en de stede bouwkundige rapporte n . Me n constateert u it de ge prese ntee rde gegeve ns van de verschillende lande n dat de stad een onderdeel i s van ee n economisch, sociaal e n politie k geheel e n dat zij moge l ij kheden moet scheppe n voor de mater ile en psychologische levensvoorwaarden van individuen e n van de gemeenschap.

Het rapport dat erove r wordt u itgebracht ve rtoont veel overeenkomsten met het preadvies over ' De organische woonwijk in open bebouwing', waarin geweze n wordt op de mogelijkhe id van ve rschillende verkave l ings­

vorme n, op de we nse l ijkhe i d van het integreren van n iet-woonfuncties in de wijk e n op de noodzaak van het ve rmijden van woningbouw langs de ver keerswege n .

Het congresmate riaal wordt ook geschikt ge maakt voor ee n te ntoonstelling die in 1935 in het Stede l ijk Museu m in Amsterdam te zien is.

Vanaf 1917 wordt door de schilde rs Piet Mondriaan en Theo van Doesburg een abstracte kunst ontwikkeld, die met behulp van rechthoekige vlakken, rechte lij ne n e n pr imaire kleuren ee n unive rse le waarhe id uit wil beelden, die het subjectieve en individue le uit de schilderkunst moet banne n . Ze geve n hier de naam 'Nie uwe Beelding' of 'Neoplasticisme' aan.

De architecten Oud, Wils en Van 't Hoff sluite n zich bij de Stijl-groe p aan.

De architectuur uit de beginper iode wordt be paald door ee n r itmisch spel van vlak en massa. Het in en uit e l kaar late n schuive n van blokmassa's is

het hande lsme rk van De Stijl. Primaire kleure n (rood, gee l e n blauw) spele n daarbij ee n be langr ijke rol .

In same nwerking met bee ldend kunste naars, die verantwoordelijk zijn voor de kleur inbre ng, komt een ge bouw tot stand.

Voor bee lde n van dit vormenspel zijn de huize n in Daal e n Berg te Den Haag van J . W i ls (1920-21) en het ontwerp voor strandhuize n in Scheveningen (191 7) van J.J.P. Oud. Het alle rbeke ndste voorbee ld is natuur l ijk het Rietve ld-Schröder huis (1924-25) dat de arch itect Rietveld in nauwe same nwer king met zijn opdrachtgeefster Mevrouw Schröder ontwerpt en bouwt. Dit h u is visualiseert het d u idel ijkst de standpunten van Van Doesburg, d ie hij in 1924 publiceert in het tijdschrift De Stijl in het artikel 'Tot ee n Bee ldende Architectuur'. De nieuwe architectuur moet, zo schrijft hij , onde r andere voldoen aan een duidel ij ke plattegrond e n openheid biede n in inter ieur e n exterieur. De r u imte moet aange past kunnen worde n aan de ve rschillende functies door midde l van mobiele wande n en het gebruik van kleur dient n iet ter decoratie, maar is ee n m iddel om de relatie tussen tijd e n r u imte aan te geve n . I n datze lfde jaar maakt hij same n met Van Eesteren zijn arch itectuurmodel len die ook in De Stijl worden ge publiceerd.

Het is d ie 'blokke ndoze n ' -architectuur van De Stijl die i nvloed heeft ge had op binnenlandse en buitenlandse architectuurontwikkeli nge n .

Het tijdsc hr ift De Stijl (1917-1931) speelt een be langrijke rol bij de versprei­

ding van de ideeë n van De Stij l . De grote motor h ierachter is Van Does­

bur g . Zijn contacte n in het buiten land e n zijn vele re ize n en publicaties hebben de ideeë n tot ve r over de g re nze n ve rspreid. Volgens Van Doesburg zelf hebbe n deze ideeë n ook grote invloed gehad in het buite nland. In ee n bepaald niet besc heiden artike l van zijn hand in het tijdschrift De Stijl uit 1927 (De Stijl, nummer 14, 1927, pagina 53 -71) noemt hij data en feiten betreffe nde de invloedsontwikkeling in het buitenland. I n een tabel wordt

voor elk land in Europa aangegeven hoe groot de invloed van De Stijl daar is.

(12)

De invloed op het Bauhaus (Duitsland) is het grootst volge ns Van Doesburg.

Nede rland e n Oostenrijk staan respectieveij k op de tweede en de rde plaats.

Tsjechoslowakije, Rusland en Frankrijk delen de vierde plaats in deze tabe l . Ook in Tsjechoslowakije heeft Van Doesburg e n kele be langrijke contacten en worden artike len van he m in avantgardistische tijdschrifte n ge publiceerd (zie het hoofdstuk 'W isselwe rking').

I n het beg i n van de twintiger jaren ve randert de samenste lling van de groe p. Oud, W ils en Van het Hoff treden in 1921 u it de Stijl-beweging en e n kele buite nlande rs worden door Van Doesburg als nieuwe lede n geï ntro­

duceerd.

Dankzij de toetreding van buite nlandse leden en de inte rnationale activitei­

ten van de voortre kke r van de beweging, Van Doesburg, krijgt 'De Stijl' een inte rnationaal karakte r. De be langrijkste Nede rlandse lede n-architecten van het Nie uwe Bouwen zijn dan echter n iet meer bij de beweging betrokke n .

I

1 1

(13)

12

I

(14)

Het Nieuwe Bouwen in Slowakije

Inleiding De Ee rste Wereldoorlog had de ineenstorting van de Oostenrijks-Hongaarse

I

13

d ubbe l monarchie tot gevolg. Bohe me n e n Moravië, die i nge l ijfd waren door Oostenrijk, alsmede Slowakije, dat onder de naam Opper-Hongarije al duize nd jaar gezucht had onde r het Hongaarse j u k, he rwonne n alledr ie hun ze lfstandigheid. De landsde le n vormde n ee n federatieve staat onder de naam Tsjechoslowakije .

Het ontstaan van ee n zelfstandige Tsjechoslowaakse republiek ('Ee rste Republiek', 1918 - 1940) is ee n mijlpaal voor de ontwikkeling van de moderne Slowaakse architectuur. Sociale, politie ke en economische verander inge n brengen ee n nie uwe tijdgeest met zich mee. E r ontwikkelen zich nie uwe gedachte n en nieuwe progressieve stromingen in de maat­

schappij. De nationale bevrijding en de mogelijkhe id tot wede ropbouw van een door de Ee rste We re ldoor log beschadigde maatschappij stimule ren n ie uwe bouwontwikkeli nge n . De maatschappe l ijke beteke n is van de architectuur nee mt toe door de gevolgen van de oorlog.

Door de ve randerde situatie in 1918 zien veel jonge architecten hun kans schoon om ter ug te ke re n naar Slowakije . Slowakije had namelijk geen e igen architectuurople iding en vele Slowaken genoten hun opleiding elders, zoals in B udapest, Wenen, Praag, Mü nchen, Par ijs, Be rlijn en

Dresden. Naast de Slowaakse architecten leverde n Tsjechische bouwkundi­

gen ook een be langrijke bijdrage aan het N ie uwe Bouwen in Slowakije . Ze kwamen er naartoe om te wonen en te wer ken . De contacte n met het buitenland en de invloed vanuit de architectuuropleidingen uit Praag e n Br no (Tsjechië) he bbe n mede de ontwikkeling naar ee n moder ne architec­

tuur in Slowakije bevorderd.

Dat de ontwikke ling in Slowakije tussen 1918 en 1940 moeilijk los gezien kan worden van Tsjechië is de hoofdste ll ing van het be langrijkste we rk van Ladislav Foltyn : Slowakische Architektur und die Tschechische Avantgarde

(1991, oorspronkelij ke Tsjechische versie 1972).

Dit is één van de schaarse ve rtaalde publicaties op het gebied van de Slowaakse architectuur. Ook $tefan $ Iachta, tot voor kort voorzitter van de Slowaakse Architecten Vereniging, heeft een be langrijke bijdrage geleverd om het Slowaakse N ie uwe Bouwen mee r bekendheid te geve n . Zo zijn er in de pe riode 1991-1993 in Slowakije d rie tentoonste l li nge n georganiseerd, met bijbehore nde catalogi, over het Slowaakse N ieuwe Bouwe n . Alhoewel

$ Iachta de invloed van Tsjechië op het Slowaakse bouwen niet ontkent, kent hij het niet zo'n grote invloed toe als Folty n . $ Iachta probeert het eigen karakter van het Slowaakse N ie uwe Bouwen in deze catalogi tot uitdrukking te brengen. Met name de architecte n Em il Be llus en Fr idrich Wei nwurm spelen hier in ee n be langrijke rol.

Dit meer regionale karakte r van het Slowaakse N ieuwe Bouwen komt nog niet tot u itdrukking in ee n ee rder versche ne n artike l van $ Iachta in 1980 in het tijdschrift de Archithese met als titel 'Ausgewahlte Baute n de r

tschechoslowakische n Architektur', waar in Slowaakse bouwwe rken met een 'I nter nationale stijl' karakter besproken worde n. De ve randerde

houding van $ Iachta heeft de herwonnen onafhankelij khe id van Slowakije i n 1991 als achtergrond.

Omdat de kennismaking van de Slowaakse activiteiten met het Neder­

landse N ie uwe Bouwen vee lal via Tsjechië loopt, wordt ook aandacht besteed aan de ontwikkelingen in Tsjechië.

(15)

14 I

Opkomst van de Avant-garde in de Eerste Rep ubliek

Van 1918 tot 1924 wordt in Slowakije nog niet vee l i n de nieuwe stijl ge bouwd. De traditionele maatschappelijke structuur in Slowakije en het ontbre ken van ee n eigen architectuurople id i n g (geen e igen cultureel­

pedagogische achte rg rond) vormen een hinde rnis voor het ontstaan van nie uwe ideeën. De vernie uwing komt van u it P raag het land binne n . Tege l ijkertijd vormen het Nede rlandse tijdschrift ' De Stijl ' (191 7-1931), het we rk van het Bauhaus in D u itsland (1919-1933), het purisme van

Le Corbusie r en het konstruktivisme in Rusland aanknopingspunte n voor een he roriëntering van de kunst.

Ook de bouwtech n iek is van grote invloed op de ontwikkeling van de architectuur. Nieuwe constructie methoden, zoals het gewapend beton, staalskeletbouw en de produktie van grote g lasplate n sche ppen de moge­

l ijkhe id tot een nieuwe architectonische vormentaal.

I n 1920 wordt in P raag onde r le iding van Karel Te ige de socialistisch georiënteerde jonge kunstenaarsvereniging ' Devetsil' opgericht, die zich als doe l ste lt een n ieuwe were ld op te bouwe n, waarbij de architectuur gezien wordt als de inspire re nde kracht. Het we lzijn van de mens staat hie rbij centraal. I n 1924 ontstaat e r in Brno ee n gelijkwaardige kunste naars­

vere niging.

I n 1922 worden door Oldrich Stary de nie uwe puristische beg insele n van de architectuur in ee n omvangrijke studie i n de Stavba gepublicee rd, hét avant-garde architectuurtijdschrift in Tsjechië (opgericht onde r meer door Karel Teige). In de twee volgende jaargangen worden er regelmatig buite nlandse artikele n ge publicee rd, waaronder artike le n uit Nederland.

Dit tijdschrift circuleert ook in Slowakije .

I n Slowakije ontstaat rondom de architect Dusan Jurkovic de kunste naars­

vereniging 'Umelecká Beseda Slove nská ' . Deze g roep bestaat uit de architecten: A. Balán, J. G rossmann, K. $ i l inger, J . Merganc, J. Marek en V. Sebor. Hun gebouwen ken me rke n zich nog door een gebruik van decoratieve ele menten . De invloed van het mode rn isme d ringt zich echte r steeds meer naar vore n . I n 1924 wordt door Balá n e n G rossmann het ve re nigings- en te ntoonstellingsgebouw voor de Slowaakse kunstenaars­

ve reniging ontworpe n . Door het gebruik van gewapend beton hebbe n de te ntoonstellingsruimten ee n grote spanwijdte. Het exterie u r wordt geken­

merkt door een in e l kaar schuive n van blokachtige massa's. De jonge architecte n zijn g raag bere i d nieuwe ideeën ove r te ne men, maar i n Slowakije was een konse rvatiever m i l ie u waardoor de ontwikkeling minde r georganiseerd e n voorspoedig verliep.

I n 1923/24 ontstaan de ee rste bouwwe rke n zonder versierse le n . De pionier is Fridrich Weinwurm. Weinwurm introduceert het Nie uwe Bouwe n in Slowakije met zij n ontwerpen voor villa's. De plattegrond speelt ee n sle utelrol in het ontwerp, waardoor de i nde ling voortaan het aanzicht van het gebouw gaat bepale n . De a-sy m metrische façade en het vlakke dak zijn daarbij revol utionaire novite iten voor Slowakije . De ontwerpen van We inwurm zulle n een belangrijke i nvloed gaan uitoefene n . Vanaf 1924 zie n we dan ook steeds meer ee n afname van de historisere nde en decora­

tieve stij len en nee mt de beteke nis van het N ieuwe Bouwe n toe . Rond 1920 is er zo' n grote won ingnood i n Tsjechoslowakije dat het Ministerie van Sociale Zaken deze stand van zake n als " gevaarlij k voor de ope n bare orde e n veilighe i d " ervaart. Een typisch ken me rk van de woning­

nood betreft het grote aantal éénkamer woninge n . Bovendie n was het h u u rhuis tot voor kort een spekulatieobje kt geweest van particuliere bouwhe re n . Vanaf 1918 echte r ne men de Staat e n de won i ngbouw­

ve reniginge n (die door de staat gefinancierd worde n) de bouw van huur­

h uizen op zich, door woningproje kte n op grote schaal te organisere n . Dat betrof in de begintijd echter nog geen we rk van de Nie uwe Bouwen­

architecten.

Ook E m i l Be l l us sluit zich aan bij de progressieve architectuur. Eén van de we inige grote projecte n op het gebied van de volkshuisvesting d ie voor 1930 door de Nieuwe Bouwers tot stand komen is ee n woningencomplex van Emil Be l l us (1926) in de Björnsonova straat in B ratislava. Bellus maakt hier een aanvang met ee n gediffe re ntiee rde funktiebestemming van de ruimten, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de lichtinval i n d ie ruimten.

Maar het accent blijft in d ie periode ligge n op de villa-bouw (zie foto 2,

V illa Dvorak). Veel opdrachten worden door F. Weinwurm uitgevoerd in de

chiq ue wijken van B ratislava; later zal Weinwurm vooral be kendheid ge nieten als sociaal huisvester.

Om kort te gaan: wat de woni ngbouw betreft blijft het N ieuwe Bouwe n in

(16)

Slowakije in deze ee rste periode beperkt tot k leinere, losse projecten. We l zij n e r grote projecte n op het gebied van onderwijs. G rote universite its­

complexen e n schole n worden ge bouwd . Ee n volks- e n burgerschool te Bratislava van Karel Se ifert en Pave l Smetana is in 1927 het eerste school­

ge bouw in Slowak ije dat géén traditionele stijlelementen meer heeft.

Een n ieuwe fase Het jaar 1928 is in vee l opzichten ee n be langrijk jaar in de ontwikkeling naar een nieuw bouwe n . I n dit jaar wordt de ee rste kunstnijverheidsschool van Slowakije opge richt waarbij het Bauhaus in Duitsland het grote voorbee ld is. Onder de leden van het curatoriu m van deze school zijn de belangrijkste vertege nwoordigers van de progressieve architectuur, zoals Be l l us , Weinwurm en $ i l i nger. Het doel van het oprichten van deze school is het verbeteren van de Slowaakse architectuurproduktie, te ne inde de geïsoleerde positie van Slowakije ten opz ichte van de inte rnationale ontwikkelingen te verkleine n . De impuls tot deze doorbraak komt vanuit de hoofdstad Bratislava.

De plaats Bratislava, net als Wenen, Budapest en Praag, vormt ee n centrum van culturele invloeden. Intellectuele n spre ke n niet alleen Slowaaks, maar ook D uits en Hongaars. Op oude foto's van het d ie nstgebouw van Bata in Bratislava (zie foto 16) ziet men de opschrifte n ook nog in 3 tale n .

I n 1928 bevrijdt de architectuur zich van d e invloed van het traditionalisme.

De beginfase is voorbij. Daar getuigt ook de architectuurte ntoonstelling van 1928 van, die ge houden werd in Brno. De tentoonstelling 'Vystava sudobej kultury' (Tentoonstelling van hedendaagse cultuur) is ee n manifes­

tatie van de moderne architectuur van Tsjechoslowak ije . Vee rtig Tsjechische en Duitse architecte n ne men er aan dee l. De deelname uit Slowak ije is gering, alleen J. Merganc wordt genoemd. De te ntoonste l ling biedt een ve rgelijking tussen het eclecticistische modernisme ene rz ijds en de ve rnieu­

we nde architectuurstromingen anderzijds. De vernieuwende strominge n vinden hun inspiratie i n de humanistische ethiek van het sociale nut. Eén project op deze te ntoonstelling vormt de Siedlung 'Novy dum' (het n ieuwe huis), opgezet door de Tsjechoslowaakse ve reniging 'Dilo'. H iertoe behore n 16 eengezinswoningen. A I deze woningen hebben een f unctione le ruimte­

indeling. De Moravische architect B . F uchs zegt hierover: "Ein E i nfamilie n­

haus zu projektie ren bedeutet, nachz uweise n , dass eine Küche zum Kochen da ist. ein Wohnzimmer zum wohnen, e i n Schlafz immer zum schlafe n und ein Bad zum bade n" (L. Foltyn, op.cit., pagina 101). Vóó r die tijd konde n ruimten verschillende f uncties hebben, hetgeen de hygiëne doorgaans niet ten goede kwam.

Hygiëne en gezondheid ve rtaald i n architectuur werde n de n ieuwe doelen voor de avantgarde architecte n . Klinieke n, ziekenhuize n, sanatoria, kuuroorden, zwembaden en sportclubs we rden veelvuldig gebouwd, vaak in samenwerking met medici (zie foto's 8 e n 10). Een andere belangrijke rede n voor de bouw van deze gezondheidscentra was het hoge aantal sterfgevallen door tuberculose . In Tsjechoslowakije leden in 1926 ongevee r 400 .000 mensen aan tuberculose . Vooral in Bohemen, dat in de tijd van de dubbel monarchie de functie van het industriebekken van Oostenrijk­

Hongarije had, ware n de gezondheidstoestande n nijpend. De bergen en de gezonde lucht ve rk laren waarom de meeste van de 'gezondheids­

gebouwe n ' in Slowakije we rden gebouwd.

Er speelt in die tijd ook een discussie ove r de vraag hoe de architectuur benaderd moet worde n. De vraag is of architectuur een wetenschap is of ee n k u nst. De me ningen hierover lopen uiteen . Hiervan getuigt onder ande re het boekje: L'Architecture contemporaine en Tchéchos/ovaquie (1928), waarin Jaromir Krejcar (lid van ' Devetsil' en avantgarde arch itect) het standpunt ve rkondigt dat architectuur een kunst is, waarbij de vorm het resultaat is van een creatief proces en niet een optelsom van materiële factore n. Dit staat lij n recht tegenover het standpunt van Karel Teige , die juist de architectuur a ls ee n wetenschap z iet.

De pogingen van de nieuwe architectuur om de technische, functionele e n creatieve elementen met e lkaar te verzoe nen komt tot uitdruk king i n enke le projecte n van E . Be l l us, waaronder z ijn colonnade brug over de Vá h

in Piestany en de roeive reniging i n Bratislava (zie foto's 12 e n 14).

De re latieve stabiliteit va n het ka pitalisme ko mt in de tweede helft va n de twintiger jaren tot een eind. De we reldwijde economische crisis doet zich ook in de Eerste Republiek voe len en leidt tot een politieke 'ruk naar rechts'.

I 15

(17)

1 6

I

Met het ontstaa n van het ' Levá Fronta' (Linkse F ront) i n 1929 , probeert men de gevolgen van de culturele en politieke onderdrukking die daaruit voortvloeit tegen te gaan. I n het Tsjec hisc he tijdsc hrift DAV wordt dit verwoord. De sociale f u nctie die wordt verbonden aan de nieuwe arc h itec­

tuur, verhoogt het vermogen van de a rchitectuur z ic h tegen invloeden van onderdrukking te verzetten. De a rc hitectuur komt op een hoger plan te staan. Een oorzakelij k verband is er tussen het moderne bouwen en de sociale geest. De avantgarde verbindt z'n c reatieve bedoelingen d u u rzaam met de revol utionaire beweging.

Het begin van de jaren dertig wordt ook gemarkeerd door de veranderende houding en inzic hten van a rc hitecten ten opzichte van de oplossingen van de stedelijke problemen. De tentoonstelling die resulteert uit het tweede C IAM-congres laat 300 plattegronden van kleine woningen zien. Hiervan is er geen één uit Tsjec hoslowakije. D it verwaarloosde probleem wordt voortaan door de CIAM-groep van Tsjec hoslowakije en de afdeling arc h i­

tectuur van het 'L inkse Front' aan de orde gebracht. Zo stelt deze laatste een tentoonstelling samen in Praag over het proletarische wonen. Voor het eerst in Tsjechoslowakije openbaarden z ich de onmensel ijke woon­

verhoudingen van de lagere klasse en toonde z ich het ontbreken van een kapitalistisc he oplossing voor het woningprobleem . De tentoonstelling behandelde ook het probleem van de hygiëne, de toename van zelf moor­

den, het belang van licha melijke opvoeding, het verkeer etc. Nieuw was dat de arc hitecten zic h nu niet alleen met h u n vakgebied bezighielden, maar ook andere zaken van het economisc h leven erbij betrokken. Ze wezen erop dat het woningvraagstuk een sociale en politieke vraag was die zij niet alleen via h u n vakgebied konden oplossen. Het effect van de tentoonstel ling was enorm: na drie dagen werd de expositie verboden . Op die opmerkelijke politieke daad komen we straks nog terug.

B i n nen korte tijd bereikt de Tsjechoslowaakse avantgarde veel resultaat en neemt z ij b i n nen de l i n ker vleugel van de architectuurideologie in E u ropa een aanvoerdersrol in. Dit komt onder meer tot u itdrukking in een enquête over het woningvraagstuk, gepubliceerd in het tijdsc h rift Tvorba.

Voor het voorbereidende comité (CIRPA( , Commité I nternationale pour la Résolution des Problèmes de I' Architecture Contemporaine) van de CIAM sc hrijft Karel Teige een studie: 'Nejmensi byt' (De m i n i male won ing, 1932).

Dit onderzoek biedt een overz ic ht van de soc iale woningbouw in E u ropa . De minimale won i n g z iet Teige als een praktische oplossing van de heer­

sende woni ngnood, maar het echte toekomstideaal van het wonen is voor hem een collectieve woonvorm, het communehu is naar Sovjetvoorbeeld.

Ook verschillende prijsvragen voor kleine woningen getuigen van de opkomende rol van Tsjec hoslowakije. Twee belangrijke onderzoeken en publikaties Sociologicky fragment byd/eni (Sociologisch aspekt van het wonen) [1930-1932] en het Economicky fragment byd/eni (Economisc h aspekt van het wonen) [1930-1934] van Jiri Kroha bevatten analyses van het wonen, waarin de structuur van de famil ie, de normen voor rui mten en het gebruik van de woningen, maar ook de variabiliteit van de woning en de problemen van de woningdistributie aan de orde komen . Deze studies zijn van groot belang gebleken voor de jonge architecten generatie.

B ij hun pogingen een goede oplossing te vinden voor kleine woningen, wedijveren drie verschillende opvattingen. Aan het eind van de twintiger jaren is de groep die zich uitspreekt voor de traditionele vorm van huurhui­

zen, met een trappehuis en een blok-en rand bebouwing, het sterkst. Dit sloot het beste aan bij de wensen van de bouwheren. De tweede opvatting gaat uit van onveranderde familiestructuren, maar daarbij stelt ze een gemeensc happelijke gebruiksruimte voor wassen en kinderopvang voor. De derde groep wenst een nieuw aanzien voor de kleine woning: niet meer als zelfstandige eenheid maar als deel van een groter, collectief organisme (commune).

F. Weinwurm en I. Vécsei ontwerpen in 1932 de woningbouwprojekten 'UNITAS' (1931) en 'Nova Doba' (Nieuwe Tijd); zie foto 10 . Een mooi voorbeeld van een grootschalig woningbouwproject m idden in de stad, met een doorlopende winkelstrip aan de straat en daarboven woontorens, is het complex 'Avion' u it 1931 (z ie foto 6). Deze projecten zijn de beste voorbeelden va n hoe men het vraagstuk van de kleine flat oploste. Ook wordt er met nieuwe bouwmaterialen en bouwmethodes gewerkt, bijvoor­

beeld met gestandaardiseerde staalconstructies bij 'Nova Doba'.

Een belangrijk feit waaruit bleek dat de a rc h itecten hun krachten gingen bundelen was de opric hting van een drietal architectuurtijdschriften in S lowakije. I n 1931 ontstonden Forum, Slovensky Stavitel en Nova Bratislava

(18)

waarin de bouwproblemen van d ie tijd aan de kaak werde n gesteld.

De gevolgen van de economische crisis in de dertiger jare n vormden een im puls hie rtoe .

Hoewel in de eerste helft van de dertiger jaren de bouwproduktie van het Nieuwe Bouwen in Slowakije toenam, werd ook hier de groe i afgere md door de economische crisis, met a ls gevolg een gebrek aan bouwstoffen, inf latie e n afnemende bereidhe i d tot investere n . Maar ook politieke ontwikkelinge n zoals het opkomend fascisme e n nationaal socialisme in Europa deden geleidelijk het tij kere n . I n Slowakije nam het reactionaire fascisme toe. De fascistische reactie raakte de Slowaakse cultuur zwa·ar.

De kunstnijve rheidsschool in Bratislava sloot e n vee l van de architectuur­

tijdschrifte n moesten fuse re n of werden opgeheve n . Bouwopdrachten voor de avantgarde architecten bleven uit; de nationalisten voelde n z ich tot deze stroming niet aangetrokken. Zij zagen meer van hun ideeën te rug in architectuur, die een uitdrukking van kracht e n orde vormde.

I 17

(19)

18

I

(20)

Wisselwerking

Inleiding Nederland en Slowak ije zich he bbe n ontwikkeld met betrekking tot het In de voorgaande hoofdstukken is getracht een bee ld te geve n van hoe

I 19

Nieuwe Bouwen. Lokale bouwmateriale n en lokale bouwtradities ve rklaren de soms zeer uiteenlopende wijze van bouwen in beide landen. Daarente- ge n zij n e r echter ook opvallende gelijkenisse n . Het gebruik van nieuwe bouwmethodes zoals het gewapend beton, vliesgevels e n grote glas- partijen, maar ook de indeling van de ruimten geven een grote mate van herkenbaarhe id .

Men was door publikaties in architectuurtijdschrifte n, symposia, reizen, de ( lAM-congressen, internationale prijsvragen en contacten en andere bronnen, van de architectuurontwikkelinge n in Europa en Ame rika op de hoogte . Zowel Nede rland als Slowakije hebbe n contacte n ge had met de USSR e n D u itsland (het Bauhaus), wat onm isken baar spore n heeft achte r­

ge laten, zeke r met betrekking tot de ideologie e n ideeënvorm ing.

D it hoofdstuk is gewijd aan de contacte n en uitwisseling tussen Nederland en Tsjechoslowakije .

Dat we ons niet kunne n beperken tot Slowakije heeft te make n met een aantal factore n . Ten ee rste was Tsjechoslowakije tijdens het interbe l l um ee n staatk undige eenheid. Het bleek dat ook verschillende Tsjechische architec­

ten i n Slowak ije gebouwd hebben. Ten tweede was de taal ee n g rote handicap tijdens het onderzoek. Naast de reeds genoemde publikaties waar de architectuur van Slowakije aan de orde kwam, is er nauwe l ijks in het Nede rlands of E ngels vertaalde informatie beschik baar.

De d rie Slowaakse architectuurtijdschriften zij n in Nederland niet aanwez ig.

Het Tsjechische Stavba is we l in Nederland beschik baar, maar is g rotendee ls in het Tsjechisch. De uitwisseling tussen Nede rland en Tsjechoslowakije vindt op verschillende niveaus plaats. Ten eerste z ijn er de directe contacten tusse n Nederlande rs en Tsjechoslowake n. Daarnaast zij n er de publikaties in architectuurtijdschrifte n e n tenslotte z ijn e r de gebouwen (of ontwe rpen), uitgevoerd door Tsjechoslowaken in Nederland e n ande rsom . L . Foltyn wees al op de betekenis van Tsjechië voor de architectuurontwikke l ingen in Slowakije . We zullen zie n dat ook het contact van Tsjechoslowakije met Nederland met name via Praag en Brno ve rloopt.

Het tijdschrift Stavba en Karel Teige, de mede-oprichte r van dit tijdschrift, spelen h ie rin ee n be langrijke rol .

D i recte contacten In de herfst en winte r van 1924 organiseerde de architectenvereniging (Klub architektov) in Praag en Brno een serie lezingen. Als sprekers waren onder andere uitgenodigd J.J.P. Oud en T heo van Doesburg.

De titel van de lezi ngencyclus was "Voor een nieuwe architectuur". Deze lez ingen leidden tot ee n acceptatie van de avantgarde ideeën in 1925 e n zal e rtoe he bbe n bijgedragen dat Oud in Brno werd benoemd tot l i d van

het redaktiecomm itee van Bytová Kultura (1925 , Brno).

Als criticus, theoreticus en spilfiguur van het Nieuwe Bouwen in Tsjechoslo­

wakije publiceerde Karel Teige ove r actuele e n internationale architectuur­

vraagstukke n. Teve ns kwam Te ige als woordvoerder van de k unstenaars­

groe p ' Devetsil' in contact met vee l architecten, waaronde r met zekerhe id ook ee n aantal Nederlandse.

De Nederlandse architect Mart Stam onderhield goede bande n met Praag, waar hij in 1932 ee n villa in de wijk Baba bouwde. De in Nederland werkzame docent architectuurgeschiede nis Ottokar Mace l toonde in ee n

(21)

20

I

Tijdschriften

recent werk ove r Karel Teige aan dat tussen Teige e n Stam een sterke geestverwantschap bestond. Mart Stam heeft vier jaar in de Sovjetunie doorgebracht, waar hij in steden als Orsk en Magnitogorsk bouwde. Kort daarna hie l d Stam op 13 augustus 1935 voor de Praagse Bond van Socialis­

tische Architecten een lez i n g over architectuur en stedebouw in de Sovjet­

u n ie . Twee dagen late r nam Karel Tei ge hem een interview af over diens ervaringen in de Sovjetunie . Stam e n Teige hadden verge lijkbare ideeën ove r de nie uwe architectuur die volgens he n verbonden was met de nieuwe , klassenloze maatschappij . Te ige was in 1925 al in de USSR ge­

weest, wat op hem een g rote indruk had ge maakt. Vee l sym pathie had Teige voor Stams compromisloze functionalisme, dat maatschappelijke betrokke n heid in de architectuur voorop stelde . Dit verwante standpunt ve rklaart waarschij nlij k ook Te iges korte gastdocentschap aan het Bauhaus (Dessau) i n 1929-1930 . Ook Stam is als gastdocent ve rbonden geweest aan het Bauhaus, waar hij tijdens z ij n verblijf in Duitsland (1928-19 30), een aantal lessen gaf op de afdeling stedebouw. Ook onde rh ield Karel Teige goede banden met Theo van Doesburg. In 1924 schreef Teige samen met Van Doesburg in Pásmo (Zone) een oproe p tot een constructivistisch protest tege n de Parijse Exhibition des Arts Décoratifs (1925).

De Stijl was, e rg tege n de zin in van Van Doesburg, uitgesloten voor represe ntatie op deze tentoonstelling in Parijs.

Van 1923 tot 1931 was Te ige redacteur van het tijdschrift Stavba. Door zijn toedoen ontstond er een enorme toe name in de berichtgeving over bouwactiviteiten in het buitenland. Vertaalde artikele n uit buitenlandse tijdschriften hie l den de leze r op de hoogte van de n ieuwste ontwikkelin­

gen . Met deze op het buitenland gerichte blik wilde Teige ee n sne lle aanslu iting op de internationale ontwikke l inge n tot stand bre ngen . Onder ande re Nede rland was ee n land dat voor hem model stond voor moderne architectuur en kunst. Hij zei daarove r: " . . . ee n gel u kkig Nederland beg i nt door de we rke n van z ijn architecte n een n ieuw Grieke nland te worden (. . .). het is het we rke l ij ke vaderland van de nieuwe bouwkunst" .

Wat de Nede rlandse tijdschriften betreft informeerde Teige de lezers vooral over de tijdschrifte n Oe Stijl en i l O. In artike len ove r Nederlandse architec­

tuur we rde n teksten van Oud, Van Doesburg, Van Eeste re n e n Mart Stam vertaald en met we rke n afge beeld. Helaas is er over de inhoud van deze artikele n we i nig bekend. Te ige ze lf schreef een lang artike l ove r Neder­

landse architectuu r, waarin h ij probeerde de architecten rondom de Stijl in een ontwikke ling vanaf Be rlage te plaatse n .

I n 1922 werd er voor het eerst in de Stavba een artikel van O u d gepubli­

ceerd: " Over de toe komstige bouwkunst e n haar architectonische moge­

lijkhede n " , met veel illustraties van gebouwen van Oud uit 1917 tot 1922.

Dit artikel ve rscheen voor het eerst in het Nede rlandse tijdschrift Bouwkun­

dig Weekblad in 1921 . Ook Theo van Doesburg publiceerde een artike l , ' N ieuwe Hollandse architectuur' (Nova hollandská archite ktura), in 1922 . Ook schreef Van Doesburg in samenwe rking met Van Eestere n ee n artike l in datzelfde jaar, met een illustratie van ee n gezame nlijk ontwerp voor de unive rsite it van Amsterdam ('Ke kolle ktivni konstrukci'). I n 1 924 verscheen e r wederom ee n artike l van Oud in de Stavba: 'L'évol ution de I'architecture moderne aux Pays-Bas'.

I n de loop der jaren versche ne n er verschille nde artikelen ove r de architec­

tuur in Nederland met vee l beeldmateriaal. Naast we rk van bove nge­

noemde architecten waren er foto's van gebouwen van Duiker (ope nlucht­

school), W ie benga, Jan W ils (Daal en Berg), R. van het Hoff (Huis te r He ide) e n Rietve ld .

In de Stavba 1932-1933 verscheen een artike l ove r het licht e n de architec­

tuur ('svetlo a archite ktura'). Dit artikel ging ove r de belichtingstechnie k van Philips. N iet alleen was Philips ve rantwoordelij k voor het ve rlichte n van Nederlandse gebouwe n , maar ook voor de be lichting van ware n h u izen i n Praag werd Philips aangesteld.

Een ande r be langrijk Tsjechisch architectuurtijdschrift dat de architectuur­

ontwikkelingen in binne n- en buite nland beschreef was het blad Stavitel (De Architect). Dit tijdschrift is bekend geweest in Nede rland, omdat het tijdschrift Oe 8 en Opbouw er een ruilabonne ment mee had.

Wat ve rscheen e r i n de Nede rlandse tijdschriften ove r Tsjechoslowakije ? Avantgardistische tijdschriften als Oe Stijl en Oe 8 en Opbouw publiceerden regelmatig over buite n landse architectuur en architecte n . Ruim aandacht kregen Le Corbusie r, het Bauhaus en het Russisch constructivisme .

(22)

Gebouwde- en ontworpen projecten over en weer

In 1 932 publiceerde Oe 8 en Opbouw twee artikelen over Tsjechoslowakije.

Tijdens het derde ( lAM-congres te Brussel ( 1 930) werden van verschillende zijden rapporten uitgebracht naar aanleiding van een rondgezonden vragenlijst over de woningtoestanden in de verschillende landen. De Tsjechische groep bracht een bericht waarvan het belangrijkste deel in het artikel 'Woningvraagstu kken in Tsjecho-slowakije' wordt weergegeven.

Hierin wordt de ontwikkeling van de industriële en economische toestand van Tsjechoslowakije beschreven en de gevolgen voor de levensstandaard, de geboortecijfers, de woningnood en de hygiëne.

Het tweede artikel in Oe 8 en Opbouw is van de hand van B. Merkelbach en heeft als titel: 'Over de mogelijkheden van architectonisch-wetenschap­

pelijken arbeid in Tsjecho-slowakije'. Het artikel geeft een korte toelichting op de tentoonstelling in Praag (over de slechte woonomstandigheden van

het proletariaat), die georganiseerd was door het 'Linkse Front' en kort na de openstelling verboden werd. Het artikel laat m iddels tabellen en grafieken het beoogde wetenschappelij ke karakter van deze tentoonstel­

ling zien. Merkelbach concludeert " . . . dat de sluiting 'van hooger hand' van een dergelijke tentoonstelling de erkenning inhoudt van de juistheid

der gegevens, anders was weerlegging toch een veel sterker wapen dan

I

2 1

sluiting " en hoopt dat de architecten zich even actief zullen tonen in opbouwende arbeid " . . . als thans in hun negatieve arbeid, het oefenen van kritiek op de bestaande toestanden " (B. Merkelbach i n : Oe 8 en Opbouw, nummer 1 2, 1 932, pagina 1 1 6 - 1 18).

De tamelij k intensieve uitwisseling van kennis en ideeën tussen Nederland en Tsjecho-Slowakije leidde niet tot een veelheid aan opdrachten over en weer. Daarvoor was de afstand misschien toch te groot. Desondanks zijn er wel enkele gebouwde en/of ontworpen projecten over en weer te noemen . Vladimir Karfik, verantwoordelij k voor het ontwerp van veel gebouwen van de schoenenfabriek Bata in Tsjechoslowakije, ontwierp voor Bata een winkel in de Kalverstraat te Amsterdam in 1 938.

Lezingen en publikaties brachten Oud in Tsjechoslowakije grote bekend­

heid. Uit Brno bereikte hem in 1 92 6 de uitnodiging deel te nemen aan een prijsvraag voor een hotel '�tiassni'. Een andere deelnemer was E. W iesner, geboren in de buurt van Bratislava en later werkzaam in Brno. Ouds ontwerp kwam niet verder dan een eerste opzet en werd daarom niet uitgevoerd. In 1928 ontwierp Oud een woonhuis voor d rie families te Brno;

ook dat werd niet uitgevoerd.

Johannes Duiker deed in 1929 mee aan een prijsvraag voor een hotel in Dolni Zalezly, en kreeg de tweede prijs.

Mart Stam maakte in 1928 een schetsontwerp voor een villa (Villa Palicka) in Praag. Dit werd in 1933 in gewijzigde vorm gebouwd.

(23)

22

I

(24)

Tentoongestelde gebouwen

Nederla ndse a rch itecten 1.H. van den Broek (1 898- 1 978)

Woongebouw met winkels Mathenesserlaan, Rotterdam (1928)

1.A. 8rinkman (1 902- 1 949) en L. C. van der Vlugt (1 894- 1 936)

Sociëteit Theosof ische Vereniging, Amsterdam (1925)

Villa Van der Leeuw, Rotterdam (1929)

1. W E. Buys (1 889- 1 96 1)

Dienstgebouw van coöperatie 'De Volharding', Den Haag (1928, in samenwerking met J . B . Lürsen)

W M. Dudok (1 884- 1 974)

Kantoorgebouw H .AV Bank, Schiedam (1931)

J. Duiker (1 890- 1 935)

Appartementengebouw Nirwana, Den Haag (1926, in samenwerking met J . G . W iebenga)

Bioscoop C i neac Handelsblad, Amsterdam (1934)

Sanatorium Zonnestraal, Hilversum (1926, in samenwerking met B. Bijvoet)

1. P Kloas (1 905)

Villa W iessel, Apeldoorn (1934)

J.B. van Loghem (188 1 - 1 940)

Villa Lonneker (1933)

Sportfondsenbad, Haarlem (1935, gesloopt in 1993)

1. de Meijer

Passagiersgebouw ' Pier 10 ' aan het IJ, Amsterdam (1932)

1.1. P Oud (1 890- 1 963)

Woningbouw Hoek van Holland (1925)

S. van Ravesteyn (1 889- 1 983)

Watertoren, Breda (1926)

D. Roosenburg (1887- 1 962)

Kantoorgebouw Oranje Nassau Mijnen, Heerlen (1928)

Sluizencomplex, Den Oever (1932)

Kantoorgebouw Rijksverzekeringsbank, Amsterdam (1939)

1. F. Staal (1 979- 1 940)

Torenf lat 'De Wolkenkrabber', Amsterdam (1931)

W van Tijen (1 894- 1 974)

Hoogbouwf lat Bergpolder, Rotterdam (19 33)

1. G. Wiebenga (1 886- 1 974)

Middelbare Technische Sc hool, Groningen (1923)

P Zandstra (1 905)

Atelierwoningen, Amsterdam ( 1933)

I 23

(25)

24 I

Slowaa kse arch itecten E. Bel/us (1 899- 7979)

Woningcomplex aan de Björnsonovastraat te Bratislava (1926)

Won ingcomplex aan de Mileticovastraat te Bratislava (1930)

C lu bgebouw Slowaakse Roeivereniging, Bratislava (1930)

Passagiergebouw 'Propeller' aan de Donau, Bratislava (1930)

Brug, Pie�tany (1930)

Watertoren, Trnava (1941)

B. Fuchs (1895- 7 972)

Sanatoriu m, Tatranska Lom n ica (1931)

V. Karfik (190 7 - 7 99 7)

Dienstgebouw Bata, B ratislava (1931)

Woningbouw voor Bata-personeel, Svit (1934)

eh. Ludwig (1907)

Torenflat Manderia, Bratislava (1934 , in samenwerking met E . Spitzer)

J. Marek (1 889- 7 966)

Wonincomplex met winkels 'Avion', Bratislava (1931)

J. Merganc (1 898- 7 974)

Villa Dvorak, Bratislava ( 1 934)

M. Scheer (7 902)

Kantoorgebouw, Zilina (1929)

K. Silinger (7 887- 7 95 7)

U niversiteitsgebouw ' Lafranconi' , Bratislava (1927)

R. Stockar (7887- 7 957)

Sanatorium met zwembad, Sliac (1932)

J. Tvarozek (7 887- 7 966)

Kantoorgebouw Slowaakse Stadsspaarbank, later Staatsspaarbank, Bratislava (1927)

F. Weinwurm (1 855- 7 942)

Villa Or Vero, Nitra (1926)

Villa Senatora Tomanka, Bratislava (1929 , in samenwerking met I. Vecsei)

Bioscoop Urania, Bratislava (1929)

Gebouw verzekeringsmaatschappij Fenix, Bratislava (1929)

Woningcomplex 'Nova Doba' (Nieuwe Tijd), Bratislava (1932)

(26)

Geraadpleegde literatuur

W i m Beere n e .a., Catalogus Nieuwe Bouwen. Rotterdam, Rotterdam, 1982 .

Cees Bockraad, e.a., Catalogus Nieuwe Bouwen. Oe Stijl, Den Haag, 1982 . Theo van Doesburg, "Data en Feiten (betreffende de invloedsontwikkeling van 'De Stijl ' in 't Buiten land) d ie voor zich spreke n ", Oe Stijl, 1927 (XIV) p. 53-71 .

J. Duiker, Hoogbouw (7 930), Amste rdam, 1981 .

Giovanni Fanell i, Moderne architectuur in Nederland, 7 900- 7 940, Staats­

uitgeverij, Den Haag, 1978.

Ladislav Foltyn, Slowakische Architektur und die Tschechische Avantgarde, 7 9 7 8- 7 939, Ve rlag de r Kunst, D resde n, 1991 .

He nry Russe l I H itchcock, Philip Johnson, The International Style, New Vork, Londen, 1966.

Ton Idsinga, Jeroen Schilt, Architect W van Tijen 7 894- 7 974, Den Haag, 1988.

Eric de Lange, Het internationale Nieuwe Bouwen tot 7 940. 'Geen officieel, maar levende schoonheid', De n Haag, 1 983 .

J . B . van Loghem, Bouwen Bauen Batir Building, Nijmege n , 1980 .

O . Mace l , K , Sierman, H . C isarová, Teige Animator Karel Teige (7 900- 7 95 7) en de Tsjechische avantgarde, Amste rdam, 1994 .

Ben Merkelbach, " Over de moge l ijkheden van architectonisch­

wetenschappelijken arbeid in Tsjechoslowakije ", Oe 8 & Opbouw, 1932 (12) p. 116-118.

Jan Molema en Peter Bax, Jan Gerko Wiebenga, apostel van het Nieuwe Bouwen, Rotte rdam, 1987.

Jan Molema, Ir. J. Duiker, Serie Architectuur, Rotterdam, 1989.

Nycolaas, J. e .a., Catalogus Bouwen '20-'40, Eindhove n, 1971 . Hans Oud, J.J. P. Oud, Den Haag, 1984.

Ben Rebe l , Het Nieuwe Bouwen, Amste rdam, 1981 .

Be n Rebel e.a., Catalogus Nieuwe Bouwen. Amsterdam, Amsterdam, 1982 . C M . Rehorst, Jan Buys, architect van De Volharding, Den Haag, 1 982 . 5tefan 5lachta, Moderne Architektur in der Slowakei 20-er und 30-er Jahre, Piesta ny, 1991 .

I 25

(27)

26

I

$tefan $Iachta e.a., "Avantgarde zwischen West und Ost" , Archithese, 1980 (6).

$tefan $Iachta, Slowakische architektur 1 9 1 8- 1 945 (Bratislava), D i plomarbeid.

$tefan Slachta, Vladimir Karfik. Architekt 20. Storica, Bratislava, 1992.

$tefan Slachta, Catalogus Fridrich Weinwurm Architekt der neuen Zeit, Bratislava, 1993 .

$tefan Slachta, Catalogus Architekt Emil Bel/us, Bratislava, 1992 .

Stefan Slachta, Catalogus Moderne Architektur in der Slowakei 20-er und 30-er Jahre, Piestany, 199 1 .

Auke van der Woud e .a., Catalogus Nieuwe Bouwen. Ciam, Otte rlo, 1982 .

(28)

Foto 1 Villa Van der Leeuw, Rotterdam JA Brinkman en L.C. van der Vlugt, 1929

Foto 2 Villa Dvorak, Bratislava J. Merganc, 1933

1 27

(29)

28

I

Foto 3 Be rgpolderf lat, Rotterdam W. van Tije n, 1 933

Foto 4 Woningcomplex 'Nova Doba' (Nie uwe Tijd), Bratislava F. We inwurm, 1932 Zowel van de Be rgpolderflat als van 'Nova Doba' is de constructie gebaseerd op ee n staalskelet.

(30)

Foto 5 Woningcomplex met winkels aan de Mathe nesserlaan, Rotterdam J . H . van der Broek, 1 928

Foto 6 Woningcomplex met winkels 'Avion', Bratislava J. Marek, 1 93 1

I

29

(31)

30 I

Foto 7 Sportfondsenbad, Haarlem J.B. van Loghem, 1 93 5 (gesloopt in 1 993)

Foto 8 Kuuroord met zwembad, Sliac R. Stockar, 1 93 2 Contact van de zwemmers met de buitenlucht is in beide voorbeelden een belangrijk uitgangspunt geweest voor het ontwerp. In het Slowaakse voorbeeld maakt het zwembad deel uit van een sanato­

rium. Dit is vooral beroemd om de zuilengalerij, die op de eerste verdieping langs de voorgevel loopt en die zowel naar binnen als naar buiten uitzicht geeft.

(32)

Foto 9 Sanatorium Zonnestraal, Hilversum J. Duiker, 1 9 2 6 (in samenwerking met B. Bijvoet)

Foto 1 0 Sanatorium 'Morava',

Tatranska Lomnica B. Fuchs, 1 93 1

I

3 1

(33)

32 I

Foto 1 1 Sluizen complex, Den Oever D. Roosenburg, 1 93 2

Foto

12

Brug, Pie�tany E. Bellus, 1 930 Pie�tany is een kuuroord. De brug vormt een schakel in de wandel­

route door deze plaats. Hoewel van een geheel andere schaal, vertoont deze brug enige vormverwantschap met het sluizencomplex van D. Roosenburg i n Den Oever.

(34)

Foto 1 3 Sociëteit Theosofische Vereniging, Amsterdam JA Brinkman en L.C. van der Vlugt, 1 92 5

Foto 1 4 C lubgebouw Slowaakse Roei­

vereniging, Bratislava E. Bellus, 1 930

,,,\

I

33

. ,

(35)

34

I

Foto 1 5 Dienstgebouw van coöperatie 'De Volharding', Den Haag J .W.E . Buys en J . B . Lürsen, 1 92 8

Foto 1 6 Dienstgebouw van schoenen­

fabriek Bata, Bratislava V. Karfik, 1 93 1 Zowel biJ ' De Volharding' als bij 'Bata' vormen l i chtreclames één geheel met de gevel. Als 's avonds ook het licht in de werkvertrekken aan is straalt de gehele gevel licht uit, hetgeen het gebouw een bijzonder aanzien bezorgt.

(36)

I

35

(37)

36 I

Colofon

U itgever Van Dijk, Van Soomeren en Partners (DSP), Amsterdam Auteurs Karolien D ietz, Brecht van Hulten en Harm Jan Korthals Altes Ontwerp, lay out en DPP Roei Heerema, bNO (DSP)

Dru kwerk en afwerking De Appelbloesem Pers, Amsterdam

Foto's Foto 1 : N .A.i. - archief Tentoonstellingsraad voor Bouwkunst en verwante K unsten, nr. 0 740

Foto 2: Vereniging van Slowaakse Architecten Foto 3: N.A.i. - archief W. van Tijen, nr. A 1 .5 Foto 4: Vereniging van Slowaakse Architecten Foto 5: N A i . - archief Tentoonstellingsraad, nr. n 163 Foto 6: Vereniging van Slowaakse Architecten Foto 7: Eva Besnyö, Amsterdam

Foto 8: Vereniging van Slowaakse Architecten

Foto 9: N A i . - Forum, 1962, nr. 1 (uitgave Architectura et Amicitia, Amsterdam)

Foto 10: Vereniging van Slowaakse Architecten Foto 11 : N .A.i. - archief Roosenburg

Foto 1 2 : Vereniging van Slowaakse Architecten

Foto 13: archief Brinkman en Van der Vlugt, in beheer bij Bureau Van de Broek en Bakema, Rotterdam

Foto 1 4: Vereniging van Slowaakse Architecten Foto 1 5 : N A i . - archief Tentoonstellingsraad, n r. 0 504 Foto 16: Vereniging van Slowaakse Architecten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In the present study, we analyzedd the relationship between 65 polymorphisms in 36 candidate genes and mortality fromm familial hypercholesterolemia in the parents of 1473

off lipoprotein(a) to coronary heart disease andd duplexsonographic findings of the carotidd arteries in heterozygous familial hypercholesterolemia.. Ferrieres J, Lambert

Edith,Edith, mijn lieve zusje, wij lijken in veel aspecten op elkaar, dank voor je steun en vriendschap. Gert,Gert, bolkoning, en Els, dank voor de vele gezellige avonden

The purpose of the above analysis was to demonstrate how role theory can be combined with the process model of MLR (Dekker & Elshout-Mohr, 1998) in order to get a richer pic-

Terms denoting integer vectors are used to index an array type of a particular shape from the family of array types.. As the length of a shape vector varies with the number of

Ik zou daar nog aan kunnen toevoegen dat ik deze taak wil uitvoeren met speciale aandacht voor de dualiteit tussen algebra en coalgebra, dat ik mij wil blijven concentreren op

treatment response, multisystemic therapy (MST), extremely violent (EV) juvenile delinquents, externalizing behavior problems, parent–adolescent relationship quality Delinquent

In our contribution, we have chosen to focus explicitly on individuals residing in simple stepfamily households at the start of observation (i.e., where only the children of one