• No results found

Bijlage-Uitvoeringsprogramma-handhaving-2019-wabo-en-bodem.pdf PDF, 466 kb

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage-Uitvoeringsprogramma-handhaving-2019-wabo-en-bodem.pdf PDF, 466 kb"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uitvoeringsprogramma Handhaving 2019

Gemeente Groningen

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Wet bodembescherming

Februari 2019

(2)

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 2

1.1 Wettelijk kader toezicht en handhaving ... 2

1.2 Afgestemd toezicht ... 3

1.3 Financiën ... 4

2 Vergunningverlening Wabo en Wbb ... 5

3 Prioriteiten toezicht en handhaving ... 7

3.1 Toezicht en handhaving Wabo ... 7

3.1.1 Bouwtoezicht en toezicht kamerverhuur ... 8

3.1.2 Milieuaspecten ... 17

3.1.3 Brandveiligheid; brandveilig leven en toezicht plan ... 19

3.2 Bodem ... 22

Bijlage I: Risicoanalyses bouwen en milieu ... 23

(3)

1 Inleiding

1.1 Wettelijk kader toezicht en handhaving

Het Besluit omgevingsrecht (Bor) geeft de kaders voor de handhaving van de regels van de Wabo en de Wbb. Dit uitvoeringsprogramma gaat over het toezicht en de handhaving op het gebied van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet Bodembescherming (Wbb).

Het gaat hier om de toezicht en handhavingstaken van de afdeling Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH). Daar horen ook de taken bij die zijn overgedragen aan de Omgevingsdienst Gro- ningen (ODG) en de Veiligheidsregio Groningen (VRG).

Professionele handhaving komt tot stand op basis van inzichtelijke keuzes waar wel gecontroleerd moet worden en waar dat niet of minder noodzakelijk is. De wetgever vraagt van ons dat wij professi- oneel toezicht en handhaving organiseren. Los van deze verplichting, is deze ambitie er voor onszelf bij het uitvoeren van onze dagelijkse werkzaamheden die in het uitvoeringsprogramma zijn beschre- ven.

In het Bor zijn de procescriteria beschreven waaraan het uitvoerings- en handhavingsbeleid moet vol- doen. Het is verplicht te beschikken over een afgestemd handhavingsbeleid, een jaarlijks vastgesteld uitvoeringsprogramma en een jaarverslag. Het afgestemde handhavingsbeleid is vastgelegd in de ‘Toe- zicht- & handhavingstrategie WABO in de provincie Groningen’. Het Uitvoeringsprogramma is een onderdeel van de Plan-Do-Check-Act cyclus. In het Uitvoeringsprogramma komen beleid, planning en uitvoering bij elkaar. Dit wordt de BIG 8 of dubbele regelkring genoemd.

De bovenste kring geeft de strategische beleidscyclus weer, de onderste de operationele. De laatste stap in de strategische cyclus is het uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma is een sturings- document dat jaarlijks wordt vastgesteld. In dit document wordt aangegeven op welke onderwerpen de handhaving zich richt, welke doelen worden beoogd, welke aanpak daarbij wordt gekozen en welke menskracht voor de uitvoering wordt ingezet. Met dit uitvoeringsprogramma leveren we een bijdrage aan het realiseren en behouden van de kwaliteitseisen (bijvoorbeeld voor veiligheid, bodemkwaliteit en geluid) die we aan de verschillende gebiedsfuncties in onze gemeente hebben toegekend.

(4)

Gemeentelijke herindeling

In het kader van de gemeentelijke herindeling vormen de gemeenten Groningen, Ten Boer en Haren per 1 januari 2019 de nieuwe gemeente Groningen. Dit uitvoeringsprogramma beschrijft de werk- zaamheden en activiteiten voor de nieuwe gemeente per 1 januari 2019.

1.2 Afgestemd toezicht

Het toezicht is, daar waar zinvol, afgestemd met andere handhavingspartners binnen en buiten de ge- meente. Dit betreft het afstemmen van het uitvoeringsprogramma en, indien van toepassing, het af- stemmen van de inspecties. We realiseren daarbij een optimale samenwerking met ieders eigen ver- antwoordelijkheid. We werken samen met OOV, Stadstoezicht, de politie, de Omgevingsdienst Gro- ningen, de Veiligheidsregio Groningen en de waterschappen.

Bij grote evenementen in de stad (bijvoorbeeld Koningsdag, Noorderzon, Keiweek) wordt de inzet van alle partners vastgelegd in een draaiboek. Er worden afspraken gemaakt over bereikbaarheid onder- ling, wie waar en op welk moment toezicht uitvoert, hoe informatie wordt uitgewisseld en op welke wijze naar elkaar ondersteuning wordt geleverd.

Samenwerking Stadstoezicht

Bij evenementen is Stadstoezicht regievoerder. Evenementen management treedt op als coördinerend orgaan. VTH levert in de initiatieffase van een evenement expertise voor de toets op de constructieve veiligheid en bij activiteiten op de draf- en renbaan (evenementenlocatie) de toets op de randvoor- waarden voor de milieu-aspecten in de omgevingsvergunning. Bij de opbouw van het evenemententer- rein wordt de constructieve veiligheid van (tijdelijke) bouwwerken gecontroleerd en wordt de afstel- ling van geluidsapparatuur op de normen in de omgevingsvergunning gecontroleerd.

Samenwerking politie

Met de politie zijn er afspraken gemaakt over de toezichtstrategie en gezamenlijke controles bij speci- fieke horeca-inrichtingen. Verder verzorgt de politie een waarnemende functie voor VTH bij klachten van burgers over geluidoverlast afkomstig van horeca-locaties en kamerverhuurpanden. Deze samen- werking is met name waardevol in het kader van de 24-uurs functie van de politie. De politie kan dan voor VTH de constatering doen of er sprake is van geluidoverlast. Dit bevordert een snelle verdere afwikkeling van de klacht door VTH.

Samenwerking Omgevingsdienst Groningen en Veiligheidsregio Groningen

De Omgevingsdienst Groningen houdt zich bezig met de uitvoering van Wabo taken, zoals het verle- nen van vergunningen en toezicht en handhaving. Het doel van een regionale uitvoeringsdienst of om- gevingsdienst is het verbeteren van de kwaliteit van de uitvoering van taken. De Omgevingsdienst Groningen (ODG) is een Gemeenschappelijke Regeling waarbinnen de deelnemers afzonderlijke dienstverleningsovereenkomsten sluiten. Voor de gemeente Groningen voert de ODG het basistaken- pakket milieu uit. Dit betreft de vergunningverlening van en het toezicht op de bedrijven met de groot- ste milieurisico’s.

In de voormalige gemeente Haren zijn middels een meerwerkopdracht in de jaren 2017 en 2018 overi- ge milieutaken Wet milieubeheer uitgevoerd. In 2019 worden deze taken vooralsnog middels een meerwerkopdracht door de ODG uitgevoerd. In 2019 wordt een besluit genomen op welke wijze deze taken in het vervolg zullen worden uitgevoerd.

De gemeentelijke brandweer van Groningen is overgedragen aan de Veiligheidsregio Groningen (VRG). Dit is een gemeenschappelijke regeling van alle gemeenten in de provincie Groningen. De VRG heeft een Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Groningen opgesteld.

Vanuit onze opdrachtgevende rol wordt jaarlijks een opdracht verstrekt aan de ODG en de VRG om op de verschillende thema’s (geluid, bodem en (brand)veiligheid) van de uitbestede activiteiten toe te zien.

(5)

1.3 Financiën

Voor de toezicht- en handhavingstaken is financiële dekking georganiseerd via de begroting. In dit Uitvoeringsprogramma gaan wij uit van de personele capaciteit en overige middelen die daarin zijn vastgelegd.

(6)

2 Vergunningverlening Wabo en Wbb

In het kader van de Wabo is de gemeente bevoegd om de (integrale) omgevingsvergunning te verle- nen. Dit betreft de onderdelen bouwen, reclame, in-/uitritten, kappen en slopen (BRIKS-taken) en milieuactiviteiten. De werkzaamheden rondom vergunningverlening milieu hebben betrekking op het beoordelen van aanvragen ingevolge de Wabo en het beoordelen van meldingen ingevolge het Activi- teitenbesluit. Vergunningverlening voor de Wet bodembescherming betreft het opstellen van sane- ringsbeschikkingen en het toetsen van meldingen.

BRIKS-taken

Bouwactiviteiten worden beoordeeld volgens vaststaande methodieken. Onze uitgangspunten daarvoor hebben we vastgelegd in de ‘Beleidsregels Toetsen met beleid 2013’. De kaders van het bouwbesluit zijn daarbij leidend. Ons ambitieniveau is om in de initiatieffase van een project het plan cq ontwerp te beїnvloeden.

Door het vastleggen van toetsniveau’s:

- worden bouwplannen eenduidig, consequent, transparant en adequaat getoetst;

- worden keuzes en prioriteiten gemotiveerd en bestuurlijk vastgelegd;

- kan naar burgers toe worden aangegeven aan welke voorschriften uit het Bouwbesluit is getoetst.

Kapactiviteiten, het vellen van bomen en houtopstanden, worden beoordeeld volgens een vaststaande methodiek. Onze uitgangspunten daarvoor zijn vastgelegd in de ‘Beleidsregels vellen van een houtop- stand’ (september 2017) en de APVG 2009. Voor het grondgebied van de voormalige gemeente Haren gelden afwijkende regels. De regels voor kapactiviteiten zijn nog niet geharmoniseerd.

De werkzaamheden voor vergunningverlening zijn overwegend vraag gestuurd en afhankelijk van initiatieven van bedrijven en burgers. Hierdoor is het aantal aanvragen vooraf lastig in te schatten.

Middels een flexibele schil (inhuur) worden de fluctuaties in aanbod opgevangen. Dit is mogelijk door dekking vanuit de legesinkomsten.

Per 1 januari 2019 is er sprake van een nieuwe vergunning op grond van de APV. Dit betreft de Ver- huurvergunning. Deze is bedoeld voor kamerverhuurbemiddelingsbureaus en eigenaren van kamer- verhuurpanden. Voor 2019 is geld beschikbaar gesteld voor het ambtshalve verlenen van de Verhuur- vergunning aan hen die reeds beschikken over een onttrekkingsvergunning. De benodigde inzet hier- voor door de afdeling VTH gaat niet ten koste van de inzet voor het reguliere werk. In het eerste half jaar van 2019 zullen circa 5300 Verhuurvergunningen worden verstrekt.

Milieu

Milieuregelgeving is deels in nationale en Europese wet- en regelgeving en daarnaast in een groot aantal richtlijnen vastgelegd. Veel voorschriften vanuit het Activiteitenbesluit zijn van toepassing.

Verder moeten door het bevoegd gezag op maat gemaakte voorschriften worden vastgesteld.

Doelstellingen:

1. Vergunningaanvragen en meldingen af te handelen binnen de wettelijke termijnen.

2. Voor omgevingsvergunningen met een milieu- activiteit wordt de actualiteit periodiek beoor- deeld en wordt de vergunning indien nodig geactualiseerd. Uitgangspunt is dat vergunningen niet ouder zijn dan 10 jaar tenzij de actualiteit nog toereikend is. Voor de zogeheten risicobe- drijven, bedrijven met een aanzienlijk milieurisico, wordt de vergunning iedere 5 jaar op actu- aliteit beoordeeld.

Indicator: aantal vergunningen binnen/buiten de wettelijke termijn verleend.

Meldingen Activiteitenbesluit worden ingediend via de AIM (Activiteiten Internet Module).

In 2019 zetten we, naast de nieuwe aanvragen, in op de actualisatie van de vergunningen van een aan- tal grotere (risico)bedrijven. Dit zijn onder andere het UMCG, de faculteit Medische Wetenschappen van de Rijksuniversiteit en een drietal lpg tankstations. Verder leggen we maatwerkvoorschriften op

(7)

voor de bedrijven die van rechtswege van vergunningplicht onder algemene regels zijn komen te val- len. Het betreffen allemaal bedrijven die vallen onder het basistakenpakket waarvoor de werkzaamhe- den door de ODG worden uitgevoerd.

Voor zover de verlangde werkzaamheden vergunningverlening ODG controles 2019 niet passen in de jaarlijkse reguliere opdracht, worden de resterende werkzaamheden met een meerwerkopdracht ODG 2019 uitgevoerd. De omvang van de meerwerkopdracht (vergunningverlening en toezicht) bedraagt maximaal € 200.000. In de begroting 2019 is daarvoor extra geld gereserveerd.

Bodem

Doelstelling: afhandelen van vergunningaanvragen en meldingen binnen de wettelijke termijnen.

Indicator: aantal vergunningen binnen/buiten de wettelijke termijnen verleend.

De vergunningverleningstaken voor het compartiment bodem hebben een wettelijke basis. Het betreft de taken van de Wet bodembescherming (Wbb) en de daaraan gerelateerde besluiten en regelingen:

het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) en het Activiteitenbesluit. VTH stelt de saneringsbeschikkingen op voor vervuilde bodemlocaties in de gemeente Groningen.

Voor vergunningverlening is 1 fte beschikbaar, waardoor de uitvoering kwetsbaar is. In 2019 willen we de kwetsbaarheid verminderen door intensivering van de samenwerking met de provincie Gronin- gen (de provincie is het enige andere bevoegde gezag in de provincie).

De beoordeling van de meldingen Bbk (143 stuks) wordt door de ODG uitgevoerd.

(8)

3 Prioriteiten toezicht en handhaving

Een groot deel van ons toezicht is preventief en programmatisch opgezet. Naast preventief toezicht voeren we repressief toezicht uit in de volgende gevallen:

- hercontroles naar aanleiding van handhavingsbrieven;

- controles naar aanleiding van handhavingsverzoeken;

- uitvoeren van inspecties bij illegale activiteiten, het afhandelen van klachten en meldingen van ongewone voorvallen.

3.1

Toezicht en handhaving Wabo

Artikel 7.3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) verplicht de gemeente jaarlijks een uitvoeringspro- gramma uit te werken voor de toezicht- en handhavingsactiviteiten voor de Wabo. Hiermee legt de gemeente de doelen en prioriteiten vast voor toezicht en handhaving voor het komende jaar.

De wetgeving vraagt verder van ons dat wij het toezicht en de handhaving integraal inrichten. Twee belangrijke uitgangspunten daarbij zijn een vermindering van de toezichtlast voor het bedrijfsleven en het bereiken van meer efficiency en effectiviteit. Een voorbeeld hiervan is het controleren van een vloeistofdichte vloer op de milieuvoorschriften tijdens de realisatie in de bouwfase. Daarmee wordt voorkomen dat tekortkomingen achteraf hersteld moeten worden.

Onder de Wabo valt toezicht en handhaving op drie taakvelden: bouwen, brandveiligheid en milieu.

Dit gebeurt in alle ‘levensfasen’ van een gebouw: tijdens de realisatie van het bouwwerk, de bouwfa- se, het gebruik van het bouwwerk, de gebruiksfase en tijdens de sloopfase. Voor alle drie de Wabo- taakvelden zijn risicoanalyses gemaakt. De prioritering van de verschillende toezicht- en handhavings- taken wordt mede bepaald op basis van deze risicoanalyses.

De risicoanalyses voor bouwen en milieu, opgesteld door VTH, zijn in bijlage 1 opgenomen. De risi- coanalyse voor brandveiligheid is opgesteld door de VRG.

De methodiek voor de risicoanalyse werkt op basis van het principe risico = kans x effect: hoe groot een risico is, wordt bepaald door de kans dat er iets mis is/gaat, vermenigvuldigd met het mogelijke effect van een dergelijk incident. Deze formule is een internationaal geaccepteerde en veel gebruikte methode om een adequate inschatting te kunnen maken van de prioriteiten in toezichtstaken. Het be- grip ‘kans’ wordt in de risicoanalyse weergegeven als ‘naleving’. Naleving is namelijk een belangrijke factor om een kans te verkleinen (goede naleving van de regels verkleint de kans op incidenten) en het is bovendien de enige factor waar wij invloed op hebben via toezicht en handhaving. Goede naleving kan een reden zijn om de frequentie van handhaving te verlagen, terwijl slechte naleving kan beteke- nen dat we vaker en/of intensiever gaan controleren.

Landelijke prioriteiten

Vanuit landelijke overlegorganen, de Inspectie Leefomgeving en Transport en handhavingspartners worden regionale en landelijke prioriteiten geformuleerd. Vanuit het Interbestuurlijk Toezicht (IBT) in de provincie Groningen zijn de volgende prioriteiten voor het toezicht Wabo geformuleerd:

- asbest, bouw en sloopafval

- brandveiligheid bij de opslag van gevaarlijke stoffen - constructieve veiligheid en brandveiligheid

- verontreinigde grond - risicovolle inrichtingen

Voor toezicht en handhaving van de Wabo regelgeving hebben wij de volgende doelen en prioriteiten gesteld:

(9)

- Veiligheid: constructieve veiligheid, brandveiligheid en gebruiksveiligheid van gebouwen; fysieke veiligheid: externe veiligheid bij risicovolle bedrijven. Constructieve veiligheid van gebouwen heeft sinds 2014 een extra accent in het kader van de aardbevingen.

- Gezondheid: een gezond binnenklimaat in gebouwen voor verblijf van mensen en dieren.

- Duurzaamheid: energiezuinigheid door middel van energiebesparing bij woningen en bedrijven.

In dit uitvoeringsprogramma zijn deze prioriteiten verwerkt in de toezichtaspecten voor de betreffende bouwwerken en bedrijven.

3.1.1 Bouwtoezicht en toezicht kamerverhuur

In deze paragraaf geven we een nadere duiding van de reguliere werkzaamheden, de werkzaamheden rond kamerverhuur, de inzet van de expertise van toezicht en handhaving in de gemeentelijke pro- jecten en tenslotte de (ontwikkel) vraagstukken voor de komende tijd.

Bij onze werkzaamheden hanteren we de volgende gemeentelijke prioriteiten:

- alle bouwwerken

Tijdens de bouwfase ligt de prioriteit van het bouwtoezicht op de (bouw)veiligheid binnen het bouw- terrein en de directe omgeving. Daarnaast wordt er gecontroleerd of er conform de verleende omge- vingsvergunning gebouwd wordt. Het vertrekpunt voor 2019 is de vastgestelde Prio1,2,3 afspraken (erg belangrijk, belangrijk en minder belangrijk). Voor nieuwbouw en verbouw gaan we (na de digita- le invoering) gebruik gemaakt van het landelijk ontwikkelde Integraal-Toezicht-Protocol (ITP). Dit ITP kent een toezichtmatrix waarbinnen de categorieën wonen, publiek en bedrijf, verschillende bouwfasen (aanloop, onderbouw, bovenbouw, gevel/dak en afbouw) worden benoemd. Vervolgens kennen deze bouwfasen omschrijvingen van toets-momenten waarop de bouwinspecteurs toezien. Om een eerste start te maken met het werken met het ITP in afstemming met de bestaande formatie base- ren wij onze prioriteit op de belangrijkste doelen. Voor 2019 is dat constructieve veiligheid en brand- veiligheid. Op de overige omschrijvingen van toetsmomenten wordt passief toegezien. Naast de ge- noemde constructieve toetsmomenten zien de bouwinspecteurs uiteraard toe op de veiligheidsplannen.

Hiermee wordt zowel binnen het bouwterrein als ook in de directe omgeving van het bouwterrein de veiligheid geborgd. Verder geeft de uniforme werkwijze (UW handhaving en toezicht-15) de bouwin- specteurs een leidraad voor de werkprocessen bij de handhaving van de Wabo.

- Monumenten

Bouwinspecteurs en inspecteurs kamerverhuur zien toe op bouwwerkzaamheden die in opdracht van vergunninghouders worden uitgevoerd. Hiervoor hanteren zij voor de bouwwerken een prioriteiten- stelsel waarbij sprake is van drie gradaties: erg belangrijk, belangrijk en minder belangrijk (Prio 1, 2 en 3). Onder erg belangrijk wordt op dit moment ook verstaan alle aanwezige rijks- en gemeentemo- numenten die binnen onze gemeentegrenzen aanwezig zijn. Alle werkzaamheden die aan monumenten worden uitgevoerd ten behoeve van renovatie en verbouw worden geïnspecteerd. Dit geldt ook voor werkzaamheden die verricht worden aan panden met een beschermd dorps- en stadsaanzicht.

- Publiek- en bedrijfspanden

Eveneens erg belangrijk zijn die werkzaamheden die aan publieke- en aan bedrijfspanden (denk hierbij aan zorginstellingen, scholen en commerciële publiekspanden) worden uitgevoerd. Dit geldt voor zo- wel nieuwbouw als verbouw. Om keuzes bij dergelijke panden te maken en te prioriteren gaan we in 2019 onderzoeken of we bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van het richtbedrag van €100.000 waar wel, weinig of geen toezicht wordt gehouden. We zien collega-gemeenten waar op bedrijfspanden <

€100.000 geen structureel toezicht wordt gehouden en gelden derhalve als minder belangrijk. Dit kan ook voor ons een interessante ontwikkeling zijn.

(10)

Reguliere werkzaamheden bouwtoezicht

Het reguliere bouwtoezicht wordt uitgevoerd op de verleende omgevingsvergunningen. De gemeente- lijke toezichthouder controleert ter plaatse of het plan conform de verleende vergunning wordt uitge- voerd. Ook wordt gecontroleerd of de uitvoering overeenkomt met de bij de vergunning behorende tekeningen. De VRG controleert de omgevingsvergunningen met activiteit brandveilig gebruik. Naast inspecties op verleende omgevingsvergunningen doen we onderzoek naar mogelijk illegale bouwwer- ken, illegaal gebruik of illegale sloopactiviteiten waar geen vergunning aan ten grondslag ligt. Dit doen we voornamelijk op basis van meldingen, klachten en verzoeken om handhaving van burgers.

Daarnaast zijn de toezichthouders alert op in het oog springende situaties. Het toezicht op bouwveilig- heidsaspecten kan grotendeels in de volgende categorieën worden opgedeeld:

- bouwen: inspectie op de omgevingsvergunning, onderdeel bouwen en monumenten - gebruiken: inspectie op basis van programma of op basis van klachten

- slopen: inspectie bij sloopwerkzaamheden aan gebouwen

- opsporing: proactief opsporen van bouwovertredingen en illegaal kamerverhuur - projecten: politieke prioriteiten of prioriteiten uit de praktijk

Onderstaand gaan wij kort in op deze categorieën in het reguliere werk en de duiding wat actieve prio- riteit heeft en wat passieve prioriteit kent:

• Inspectie bouwen

Een groot deel van de beschikbare tijd van het toezicht is bedoeld voor inspecties op de omgevings- vergunning, onderdeel bouwen. De geprioriteerde toezichtaspecten gaan over de constructieve veilig- heid en de brandveiligheid. Dit zijn dan bijvoorbeeld de funderingsconstructie, dakconstructie en de technische eisen uit het Bouwbesluit voor EP gerelateerde installaties. Daarnaast wordt er gecontro- leerd of er wordt gebouwd volgens de (bouw)tekeningen en of er invulling wordt gegeven op het bouwveiligheidsplan die behoort bij de omgevingsvergunning activiteit bouwen. Voor deze werk- zaamheden wordt 40% van de beschikbare tijd ingezet. In de bouwfase controleren toezichthouders van de Veiligheidsregio Groningen (VRG) samen met de bouwinspecteurs op de correcte uitvoering van de brandveiligheidsvoorzieningen zoals die in de omgevingsvergunning zijn opgenomen (zie ook programma brandveiligheid) c.q. gelden vanuit het bouwbesluit.

• Inspectie monumenten

Wij besteden expliciet aandacht aan het verbouwen en het gebruik van monumenten. Bij monumenten moeten veel zaken tijdens de uitvoering van het werk in overleg opgelost worden. Wat aan de voorzij- de in het proces bij de vergunningverlening met zorg tot stand komt, gaat vervolgens bij de uitvoering vaak alsnog niet goed. Om inspectie bij monumenten op een adequaat niveau te brengen en te houden is, naast een hiervoor opgeleide inspecteur, tijd beschikbaar in het reguliere programma (20% van de beschikbare tijd) voor alle bouwinspecteurs om hier adequaat op toe te zien.

• Illegale situatie en achterstallig onderhoud (lees gebruik)

Er vindt geen actieve opsporing naar illegale situaties en achterstallig onderhoud plaats. Dat wil zeg- gen dat er alleen naar aanleiding van een klacht of melding wordt gecontroleerd of een situatie illegaal of onveilig is. Dit gebeurt alleen bij schriftelijke klachten (brief of mail) waarin ook naam en adres van de klager vermeld staan. Wanneer tijdens een (reguliere) inspectie geconstateerd wordt, dat er sprake is van een illegale of onveilige situatie, dan wordt ook hier handhavend tegen opgetreden. Anonieme klachten en meldingen worden niet opgepakt.

• Slopen woningen, publiekspanden en bedrijfspanden

We kiezen ervoor om niet actief toe te zien op sloopwerkzaamheden die gemeld zijn door middel van een sloopmelding. Wel wordt actief ingezet op illegale sloopactiviteiten. Dit houdt in dat bij het con- stateren hiervan de sloopwerkzaamheden per direct worden stilgelegd totdat aan de wetgeving wordt voldaan. De tijd die hieraan besteed wordt is onderdeel van de inspecties monumenten en bouwen.

(11)

• Slopen met asbest

Sinds 1 januari 2017 worden meldingen opgenomen in het Landelijk Asbest Volg Systeem. Wanneer sprake is van klachten en/of meldingen wordt geïnspecteerd op de juiste naleving van de asbest- saneringsregels.

• Opsporing

Opsporing is in het Nederlands strafprocesrecht het doen van onderzoek in verband met strafbare fei- ten onder gezag van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen (artikel 132 a Wetboek van Strafvordering). Wij kiezen ervoor om voor bouwinspectie tevens te kie- zen voor strafrechtelijke opsporing daar waar sprake is van onomkeerbare situaties die illegaal zijn gecreëerd. Eveneens wordt ingezet op passieve bestuursrechtelijke opsporing. Hieronder wordt ver- staan het per toeval tegenkomen van een illegale bouw- sloop- en of gebruik-activiteit.

• Klachten en meldingen

Het team Inspectie werkt met een telefoondienst in de ochtenden voor klachten en meldingen die door inwoners worden ingediend. Dit betekent dat er altijd een assistent inspecteur beschikbaar is om tele- fonisch deze klachten en meldingen aan te nemen en waar mogelijk direct op te lossen. Voor 2019 wordt uitgegaan van 600 klachten en meldingen.

• Onvoorzien

Zoals in elke gemeente zijn er in een jaar onvoorziene werkzaamheden. Zo kunnen er bijvoorbeeld situaties ontstaan waarbij sprake is van een (brand) onveilige situatie in de directe woonomgeving van burgers of als er in het kader van de huisvesting van internationale studenten een gedoogbeschikking moet worden gemaakt. Voor de toezichthouders is in 2018 bijvoorbeeld veel tijd gaan zitten in het begeleiden van de bouwwerkzaamheden voor buitenlandse studenten. Ook de werkzaamheden op het Suikerterrein hebben in 2018 veelal geleid tot aanvullende onvoorziene werkzaamheden. Voor 2019 wordt van de beschikbare bouwinspectietijd een deel geraamd voor deze onvoorziene werkzaamheden.

Deze tijd is eveneens beschikbaar voor toezichtwerkzaamheden bij handhavingsverzoeken en bij het toepassen van bestuursdwang en/of opleggen van een dwangsom.

Handhavingswerkzaamheden

Waar toezicht ophoudt, gaat handhaving verder. Er wordt gehandhaafd op een aantal gebieden, waar- bij intensief samengewerkt wordt met verschillende partijen:

- Na toezicht op de bouw naar aanleiding van een verleende omgevingsvergunning (bouw, monu- menten, strijdig gebruik) en bij bouwstops. Hierbij wordt nauw samengewerkt met bouwinspectie en afdeling monumenten.

- Na toezicht op brandveilig gebruik. Hierbij wordt nauw samengewerkt met de Veiligheidsregio Groningen (VRG).

- Naar aanleiding van handhavingsverzoeken. Afhankelijk van het verzoek, wordt hierbij samenge- werkt met zowel bouwinspectie, kamerverhuurinspectie als de VRG.

- Na controle op illegale kamerverhuur. Hierbij wordt nauw samengewerkt met de kamerverhuurin- specteurs.

- Bij troepwoningen en hoarders. Hierbij wordt nauw samengewerkt met de GGD, VRG en bouwin- spectie.

Jaarlijks worden 150 tot 200 handhavingszaken die door de toezichthouder opgestart worden, afgerond door de juridisch administratief medewerker. Het percentage van deze zaken, en dus niet afgerond kunnen worden in het vriendelijke voortraject, laat een behoorlijke stijging zien. In 2018 was dat on- geveer 50%, terwijl het jaar daarvoor nog sprake was van een derde van de zaken. Daarnaast laat de handhavingswerkvoorraad (dus de zaken die op een bepaald moment onderhanden zijn) een behoorlij- ke stijging zien. Gekoppeld daaraan is ook een stijging te zien in het aantal bezwaar- en beroepszaken.

(12)

Handhaving naar aanleiding van handhavingsverzoeken

Er is een behoorlijke stijging te zien in het aantal ingediende handhavingsverzoeken. Een deel van deze verzoeken komen in eerste instantie via een klacht of melding bij bouwinspectie. De stijging komt overeen met het beeld dat de burger steeds mondiger wordt. Ook weet de burger de gemeente goed te vinden als er eigenlijk sprake is van een conflict met de buren. Er wordt steeds vaker gekozen om niet met de buren te communiceren, maar om dit via de gemeente te doen. Hoewel wij alert zijn op het voorkomen dat de gemeente ten onrechte voor het karretje gespannen wordt, heeft de gemeente een handhavingsplicht. Als er sprake is van een overtreding, zal de gemeente moeten gaan handhaven.

Slechts in uitzonderingen kan hiervan worden afgeweken. Het aantal handhavingsverzoeken dat in een bepaald jaar wordt ingediend is zeer moeilijk in te schatten. Laten het aantal aanvragen omgevingsver- gunningen zich enigszins schatten door bijvoorbeeld het economisch klimaat, het aantal handhavings- verzoeken en de omvang van het onderwerp daarvan laten zich niet voorspellen. Zoals gezegd is er sprake van een stijgende lijn, ten opzichte van vier jaar geleden is er sprake van een verdubbeling van het aantal ingediende handhavingsverzoeken. Een handhavingsverzoek kan overigens gaan over een overtreding op 1 adres, maar kan ook gaan over een hele blok woningen. Eén ingediend handhavings- verzoek kan dus uitmonden in meerdere handhavingszaken.

Toezicht en handhaving kamerverhuur

Reguliere werkzaamheden

De inzet wordt in 2019 onder andere gericht op inspecties naar aanleiding van vermoedelijke illegali- teit kamerverhuur. Met name het toezien op de aanwezigheid van onttrekkingsvergunningen en even- tueel benodigde gebruiksmeldingen kent prioriteit. De hoge prioriteit van het toezicht op de aanwezig- heid van onttrekkingsvergunningen en eventueel benodigde gebruiksmeldingen betekent ook dat een deel daarvan zal resulteren in handhavingsprocedures

Inspecteurs kamerverhuur worden daarnaast ingezet bij controles op de zogenaamde “prio 3 omge- vingsvergunningen”. Er vindt ook regulier overleg plaats tussen Gemeente, Meldpunt Overlast en Zorg en Politie waarbij de overlastklachten vanuit studentenpanden besproken worden en aanschrij- vingen plaatsvinden naar eigenaren en bewoners.

Binnen het project Herijking Studentenhuisvesting van de BAG is onderzoek gedaan naar verblijfsob- jecten en de status in de basisregistratie. Waar dit kamerverhuurpanden betreft zullen de inspecteurs kamerverhuur adresonderzoek uitvoeren.

Aanvullende werkzaamheden incidenteel of projectbasis

Per 1 januari 2019 is in Groningen een nieuw vergunningenstelsel in werking getreden. Hierin wordt de mogelijkheid geboden om op te treden tegen structureel slecht verhuurgedrag van verhuurders van studentenpanden. Eigenaren en/of bemiddelaars van deze panden kunnen verantwoordelijk worden gehouden voor de mate van overlast die plaatsvindt. Ook kan hiermee iets gedaan worden tegen even- tuele intimidatie, bedreigingen of bijvoorbeeld te hoge huur vragen. Wij zijn daarmee de eerste in Ne- derland. Vanaf 2019 is het mogelijk om een vergunning (of meerdere) in te trekken bij ongewenst verhuurgedrag. Er zal sprake zijn van intensieve samenwerking tussen de jam-er en de kamerverhuur- inspecteurs. Er zullen vele vergunningen moeten worden verleend en nog vele zaken operationeel gemaakt moeten worden in 2019. Wij hebben tot op dit moment gemerkt dat er veel bijvangst is, bij- voorbeeld panden zonder onttrekkingsvergunning. Dit zal extra werk opleveren. Vanuit het project is hiervoor gedurende 2019 drie fte’s beschikbaar, twee voor administratief juridisch werk en één inspec- teursfunctie. De inspecteurs kamerverhuur zullen reageren op klachten en meldingen van burgers ten aanzien van studenten en/of studentenhuisvesting alsmede op geluidsoverlast optreden.

Herplantplicht, reclame-uiting en “groene daken”

Dit onderdeel is ook geborgd bij het inspectiedeel kamerverhuur. Het toezien op de herplantplicht bij kapvergunningen wordt passief toegepast. Dit houdt in dat deze werkzaamheden in combinatie met de andere werkzaamheden worden opgepakt. De komende periode evalueren wij deze taak en de juiste positie binnen de gemeentelijke organisatie. De toezichthouders richten zich eveneens op reclame- uitingen in het centrum van Groningen (binnen de Diepenring) en de hoofdwegen naar het centrum

(13)

toe. Hierbij wordt getoetst aan de vergunningvoorschriften en of reclame-uitingen illegaal worden toegepast. Tot slot kijken wij ook (in het verlengde van duurzaamheidsambities en subsidiemogelijk- heden) naar de “groene daken”.

Toezicht en handhaving in projecten (niet regulier)

Naast de reguliere taken en werkzaamheden van toezicht en handhaving draagt de afdeling nadrukke- lijk bij aan de gemeentelijke projecten en ontwikkelingen. In de geest van de Omgevingswet hanteren wij in de projecten een oplossingsgerichte houding. Daarbij werken wij als sparringpartner, maar zijn wij ook uitvoerder van landelijke- en gemeentelijk wet- en regelgeving op het gebied van toezicht en handhaving. Voor 2019 zien wij de volgende belangrijke projecten en gemeentelijke vraagstukken.

• Aardbevingsbestendig bouwen en versterkingsopdracht bestaande gebouwen

Gezien de ontwikkelingen in gaswinningsgebieden in Nederland (met name Groningen) is het realise- ren van een aardbevingsbestendige woning een actueel thema geworden. In Nederland was nog weinig bekend over het aardbevingsbestendig realiseren van nieuwbouwwoningen. De NEN heeft samen met experts een richtlijn ontworpen voor aardbevingsbestendige nieuwbouw woningen: “De Nederlandse praktijkrichtlijn (NPR 9998)”. De richtlijnen voor aardbevingsbestendig bouwen moeten ervoor zor- gen dat nieuwe woningen in de aardbevingsgevoelige gaswingebieden van Nederland (met name de provincie Groningen) beter bestand zijn tegen aardbevingen. We kiezen ervoor om bij de bouw van nieuwbouwwoningen toezicht te houden op deze werkzaamheden. Inmiddels is bekend geworden dat 1205 woningen in de stad versterkt moeten worden. We voeren deze werkzaamheden uit in combinatie met het reguliere toezicht. Eind dit jaar gaat hierbij vooral in Ten Boer en Ten Post op beperkte schaal gesloopt worden. Dat zullen wij actief volgen.

• Aanpak Ring Zuid (ARZ)

De gemeente, de provincie en het Rijk hebben samen een plan gemaakt voor de ombouw van de zuide- lijke ringweg. Dat plan heet Aanpak Ring Zuid. Het toezicht wordt door de gemeente Groningen uit- gevoerd volgens het principe van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Bij de oplevering van het bouwwerk moet de aannemer aantonen dat aan de regelgeving is voldaan. Wanneer bij oplevering blijkt dat een bouwwerk niet volgens de regelgeving en gemaakte afspraken is gebouwd krijgen op- drachtgevers betere mogelijkheden om de aannemer aan te sporen tot herstelwerkzaamheden. Ook informeert de aannemer de klant over de manier waarop risico's tegen schade door het niet nakomen van de verplichtingen en de gebreken na de oplevering zijn afgedekt. Voor het team Inspectie betekent dit een andere manier van toezicht houden op de technische aspecten van het bouwen. Wel wordt toe- zicht gehouden op de omgevingsveiligheid door middel van veiligheidsplannen die de aannemer bij de gemeente moet indienen. Omdat hier sprake is van een grootschalig werk, het werk in dicht bebouwd gebied uitgevoerd wordt en de risico’s op onveilige situaties daardoor groot zijn, zal het team Inspectie stevig inzetten op deze omgevingsveiligheid. In 2019 ontstaat ook meer duidelijkheid over risico- gestuurd toezicht in dit project.

• Ondermijning, Wet Bibob, Wet Damocles

Georganiseerde criminaliteit ondermijnt het lokale gezag, verslechtert veiligheid en leefbaarheid en levert schade op voor ondernemers. De aanpak van georganiseerde criminaliteit richt zich op de cruci- ale ondersteunende activiteiten van ‘de bovenwereld’ aan ‘de onderwereld’. Bijvoorbeeld voor distri- butie, financiële handelingen, vergunningen en huisvesting. Ook zijn criminelen vaak op zoek naar manieren om illegaal verkregen vermogen wit te wassen. Bijvoorbeeld door te investeren in vastgoed.

In samenspraak met de afdeling OOV is dit een speerpunt in de opsporing en inspectie. Een belangrijk instrument hierbij is de Wet Bibob, die wij actief inzetten. Met de wet BIBOB hebben nu ook andere bestuursorganen, zoals de gemeente Groningen, een (bestuurlijk) instrument waarmee ze criminele

(14)

In het kader van de Opiumwet worden regelmatig woningen gesloten (ingevolge het zogenaamde Da- moclesbesluit). In 2018 heeft een meer dan een verdubbeling opgetreden van het aantal gesloten wo- ningen. Ook in 2019 wordt voorzien in het sluiten van een fors aantal woningen. Uitgegaan wordt van het sluiten van 40 woningen in 2019.

• UMCG

In 2019 wordt een vervolg gegeven aan het traject dat is ingezet met het UMCG om de brandveilig- heid binnen het ziekenhuis te verbeteren. Het UMCG heeft een integraal plan brandveiligheid laten maken en heeft de conclusies en aanbevelingen besproken met de VRG en VTH. De aanbevelingen worden in 2019 in nauw overleg met VTH en VRG verder uitgewerkt.

• Toezicht Wonen op het water (w.o. Woonschepenhaven)

Toezicht op het gebied van woonboten is geïntensiveerd door de Woonvisie. Er is sprake van een in- tensievere manier van samenwerken met de watercoördinator, VTH en het Havenkantoor. In 2017 is de beheerfase aangebroken in de Woonschepenhaven, waarbij toezicht een belangrijke rol heeft ge- speeld. Een groot aantal zaken zal opgepakt worden, waarbij de nieuwe wettelijke regelgeving als uitgangspunt geldt. Op dit moment is nog onvoldoende duidelijk hoeveel capaciteit dit zal kosten.

• Bruikleenovereenkomsten wallenkanten U.T. Delfiaweg en Oosterhamrikkade

De afgelopen jaren hebben wij per kanaalvak bruikleenovereenkomsten afgesloten voor het gebruik van de wallenkanten met de eigenaren van de woonboten. Op dit moment hebben wij nog de nasleep van de bruikleenovereenkomsten van de U.T. Delfiaweg en er zal in 2019 een begin gemaakt worden met de bruikleenovereenkomsten aan de Oosterhamrikkade, dit is vertraagd geweest door de planont- wikkeling in dit gebied. In 2019 zullen we ook nog een nasleep hebben van de bruikleenovereenkom- sten wallenkanten aan de Hoornsedijk.

• Bestuurlijke aanpak troepwoningen en hoarders

Het team Inspectie wordt betrokken bij de bestuurlijke aanpak van troepwoningen en hoarders. De wettelijke basis hiervoor is artikel 1a en 1b van de Woningwet. Meldingen komen via de GGD en/of Veiligheidshuis binnen. Na een eerste inspectie door de inspecteur waarbij hij mede geadviseerd wordt door de GGD en medewerker Veiligheidsregio Groningen wordt het bestuursrechtelijke traject inge- zet. Het team Inspectie heeft de proces-regie en voert de bestuursdwang uit vanaf de vooraankondiging tot en met het dwangtraject met eventueel een juridisch vervolg bij de commissie bezwaar en beroep.

• Bruilweering

Bruilweering of De Bruilweering is een streek op de grens van Drenthe (Peize) en Groningen bij de gemeente Groningen. Het ligt ten zuidwesten van het Stadspark in Groningen. In dit gebied bevindt zich een volkstuincomplex, dat met dezelfde naam wordt aangeduid. Sinds begin 2005 is het Gronin- ger gedeelte regelmatig in het nieuws vanwege onenigheid tussen bewoners en de gemeente Gronin- gen. We willen een einde maken aan permanente bewoning en illegale bebouwing op dit terrein, de bewoners vinden dit onterecht omdat jarenlang niet is gehandhaafd. Voor 2019 zal er alleen op hand- havingsverzoeken betreffende illegale bebouwing toezichtcapaciteit worden ingezet.

• Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG)

Binnen het project BAG in de gemeente wordt onderzoek gedaan naar verblijfsobjecten en de status in de basisregistratie. Naar verwachting zal dit leiden tot 50 à 100 adressen waar nader onderzoek nodig is.

• Toezicht op vlonders en steiger aan de waterkant

Met name in stedelijk gebied wonen veel mensen aan het water. Deze hebben graag een steiger of vlonder aan het water of plaatsen een bouwwerk vanuit de oever over het oppervlaktewater. Steigers en vlonders kunnen beschoeiingen beschadigen, werken belemmerend bij het uitvoeren van het onder- houd aan het oppervlaktewater en passen bovendien ook niet in het streven naar natuurvriendelijke oevers. In sommige gevallen zou een steiger bouwvergunning-plichtig kunnen zijn ( bijvoorbeeld als

(15)

er een tuinhuisje op komt) of is er een aanlegvergunning nodig. We kiezen ervoor om illegale vlonders en steigers niet toe te staan en zetten bouwtoezicht in op het controleren van deze illegale situaties.

Naar aanleiding van een handhavingszaak aan Radesingel is er een inventarisatie geweest naar de zon- der omgevingsvergunning gerealiseerde vlonders en steigers in dit deel van Verbindingskanaal. In 2019 zullen deze geïnventariseerde situaties opgepakt worden door de jam-er. De toezichthouders zullen worden ingezet op het controleren van deze illegale situaties.

• Toezicht op uitkragende balkons

In 2018 is een balkon van een appartement aan de West-Indische kade naar beneden gevallen. Voor ons is dit aanleiding om alle uitkragende balkons aan een inspectie te laten onderwerpen. Wij hebben overlegd met de woningcorporaties en verschillende Verenigingen van Eigenaren dat zij deze inspectie uitvoeren . Uit constructief onderzoek blijkt inmiddels dat zout (voor het versneld uitharden van be- ton) een belangrijke oorzaak is bij de constructieve onveiligheid van balkons. Woningcorporaties en VVE worden aangeschreven om onderzoek te doen naar de veiligheid van balkons. Het beton van dit type balkon is vast gestort aan de binnenvloer van de woning. Onder de balkonvloer zit geen extra ondersteuning. Alle krachten en belastingen rusten op de aansluiting van de gevel en het balkon. Dat is dan ook het meest kritische punt voor inspectie.

• RKZ Groningen

Het oude gebouw aan de Verlengde Hereweg, tegenwoordig bekend als "Oude RKZ" of "ORKZ", is thans een gelegaliseerd kraakpand. Het gelegaliseerde kraakpand kent echter een fors aantal aan- dachtspunten die betrekking hebben op brandveiligheid en bouwveiligheid. In 2019 willen wij samen met de VRG verbeteringen realiseren voor deze aandachtspunten zodat de bouw- en brandveiligheid voor dit pand op orde zijn.

• Intrekken niet gebruikte ongewenste omgevingsvergunningen

Bij de vaststelling van de Woonvisie ‘Wonen in Stad’ op 24 juni 2015 heeft de raad de motie ‘Intrek- ken ongewenste bouwvergunningen’ aangenomen. In deze motie is het college verzocht om zo snel mogelijk een onderzoek te doen naar welke omgevingsvergunningen de afgelopen 10 jaar zijn uitge- geven waar tot op heden niets aan is gedaan. Tevens werd verzocht een afweging te maken of de uit- voering van de vergunning nog gewenst is. In 2017 is een aantal omgevingsvergunningen daadwerke- lijk ingetrokken, een aantal bezwarenprocedures is gevoerd en op dit moment is het wachten op de zitting van het beroep bij de rechtbank. In 2019 inventariseren we de overige ongewenste omgevings- vergunningen.

• Brandveiligheid van gevelbekleding

Minister Ollongren heeft in een brief aan de Tweede Kamer vragen beantwoord over hoe zij de brand- veiligheid van gevels wil gaan verbeteren en de risico's in kaart wil brengen. In de brief is te lezen dat samen met onder andere de Vereniging BWT Nederland en Brandweer Nederland een protocol wordt ontwikkeld die binnenkort aan alle gemeenten zal worden toegestuurd. Dit betekent in ieder geval dat alle gemeenten zullen moeten gaan inventariseren en inspecteren. Vooralsnog verwachten we dat in 2019 geen significante inspectiecapaciteit hoeft worden ingezet.

• Verbod op asbestdaken

Start met de voorbereidingen van de sanering van asbestdaken. Dat is de oproep aan gemeenten. Al- leen dan kan het voornemen van het Rijk om in 2024 een verbod op asbestdaken in te stellen worden gehaald. In de ledenbrief roept de VNG op om te starten met de voorbereidingen van de sanering. Ge- meenten worden daarbij ondersteund door de VNG met de opbouw van een gemeentelijk netwerk.

Met dit gemeentelijk netwerk kan kennis en ervaring rondom de aanpak van asbestsaneringen worden uitgewisseld. Voor 2019 programmeren we hiervoor nog geen inspectie-uren.

(16)

Toezicht en handhaving in ontwikkeling

Naaste de regulier werkzaamheden en de projecten staat de afdeling VTH aan de vooravond van grote veranderingen op het gebied van wetgeving (lees Omgevingswet), inhoudelijke vraagstukken en digi- talisering. Deze veranderingen volgen wij dan ook in 2019 nauwgezet aan de hand van het Uitvoe- ringsprogramma 2019 om de capaciteit en prioriteit zo goed mogelijk in te vullen met voldoende oog voor de komende veranderingen. In deze paragraaf geven we een korte inkijk in de verandering.

• Omgevingswet

Op 1 januari 2021 moet alle overheden klaar zijn met hun voorbereidingen voor het werken onder het regime van de Omgevingswet. Met deze wet wordt een enorme reductie van regels bereikt. Ook is de manier van werken onder de Omgevingswet fundamenteel anders: er komt meer ruimte voor initiatie- ven en lokaal maatwerk. Onder de wet wordt gewerkt vanuit vertrouwen (van “nee, tenzij”, naar “ja, mits”) en moet er een integrale afweging over het hele fysieke domein worden gemaakt. Daarnaast moeten de werkprocessen en digitale systemen stevig onder handen genomen worden. Dat past ook bij de ontwikkeling van digitaal toezicht waarbij de inspecteurs optimaal gebruik kunnen maken van de digitale faciliteiten tijdens inspecties.

• Woldwijck

In lijn met diverse andere situaties in Nederland om te kunnen experimenteren met duurzame initiatie- ven, zijn wij van mening dat deze initiatieven niet naar de letter van wet- en regelgeving beoordeeld moeten worden, maar een passende beoordeling verdienen die rekening houdt met de aard van de ini- tiatieven.

Concreet betekent dit dat bij vergunningverlening gemotiveerd afgeweken mag worden van wet- en regelgeving, maar dat altijd moet worden nagegaan of:

• De constructie veilig is voor het beoogde gebruik.

• De brandveiligheid zodanig is, dat de personen die zich in het bouwwerk bevinden, bij brand het pand kunnen verlaten.

• De gezondheid van de gebruikers niet nadelig wordt beïnvloed door het wonen en/of werken in het pand.

Om bovenstaande te beoordelen is een omgevingsteam ingericht waarin ook een inspecteur partici- peert. Verder wordt het gebied Woldwijck als pilot gebruikt voor het maken van een omgevingsplan.

(17)

Beschikbare capaciteit team Inspectie

Omschrijving FTE Beschikbare uren

Vaste formatie bouwinspectie 6,9 fte 9522

Vaste formatie inspectie OOV/VTH 1 fte 1380

Vaste formatie inspectie kamerverhuur, reclame, prio 3 3,9 fte 5382

Vaste formatie assistent-inspecteur 1 fte 1380

Inhuur bouwinspectie 4,05 fte 5589

Inhuur assistent-inspecteur 1,4 fte 1932

Totaal 19,25 fte 26.565

Bij de raming van de werkzaamheden wordt uitgegaan van 38 productieweken. Voor inspectiewerk- zaamheden bij monumenten en bouwen wordt uitgegaan van gemiddeld 7 controlemomenten.

Werkzaamheden Toezicht Urenverdeling

2019 Toezicht Wabo

Bouwtoezicht rijksmonumenten 1.237

Bouwtoezicht gemeente monumenten 1.237

Bouwtoezicht bescherm stadsaanzicht 1.237

Bouwtoezicht publiekspanden, Prio 1,2,3 2.245

Bouwtoezicht bedrijfspanden Prio 2,3 2.245

Bouwtoezicht wonen Prio 2,3 2.245

Afhandelen klachten en meldingen 1.200

Onvoorzien en handhavingswerkzaamheden 1.179

Totaal 12.825

Toezicht kamerverhuur

(Bouw)toezicht bedrijfspanden Prio 1 400

(Bouw)toezicht wonen Prio 1 400

Toezicht kamerverhuur 1.800

Project vergunningenstelsel kamerverhuur 1.380

Toezicht reclame binnenstad en toevoerwegen 1.330

Toezicht herplantplicht bij bomenkap 72

Totaal 5.382

Toezicht projecten

Aanpak Ring Zuid 1.770

Aanpak uitkragende balkons 202

Wonen op het water (w.o. Woonschepenhaven) 300

Digitaal toezicht 500

UMCG, RKZ Groningen, Bruilweering 340

Bruikleenovereenkomsten (en opschoning) wallenkanten 154

Aardbevingsbestendig bouwen en versterkingsopdracht bestaande gebouwen 400

Toezicht Damocles (OOV/VTH) 345

Toets BIBOB (OOV/VTH) 345

Opruimen troepwoningen en hoarders (OOV/TVH) 690

Basisregistratie adressen en gebouwen (assistent-inspecteur) 414 Intrekken en controleren tijdelijke vergunningen (assistent-inspecteur) 414

Toezicht steigers en vlonders (assistent-inspecteur) 414

Systeem- en gegevensbeheer Suite4od (assistent-inspecteur) 690

Handmatige koppeling Suite4od en ITP (assistent-inspecteur) 1.380

Totaal: 8.358

(18)

3.1.2 Milieuaspecten

Op milieuaspecten wordt in hoofdzaak gecontroleerd tijdens de gebruiksfase. Daarbij wordt toegezien op de voorschriften in de omgevingsvergunning en op de rechtstreeks werkende regelgeving van het Activiteitenbesluit.

Voor toezicht en handhaving van milieuaspecten is de volgende capaciteit beschikbaar:

inspectie milieu : 8.692 uren

(ODG: 3200 uren en VTH: 5492 uren)

Vacatureruimte toezicht 0,51 fte* : 704 uren

administratieve capaciteit : 1.380 uren

EED: energiebesparing bij bedrijven : 6.072 uren

(tijdelijke capaciteit vanuit programma Groningen geeft Energie)

Totaal : 16.848 uren

*nog afhankelijk van reorganisatie horeca &prostitutie naar Stadstoezicht

De beschikbare capaciteit wordt als volgt verdeeld over de toezichtactiviteiten.

Taak Uitsplitsing Inspec-

tiefreq per jaar

Aan- tallen 2019

Uren

1.toezicht op basis van risico- analyse

4392 Bedrijven met een (zeer)

groot risico (aantal: 95)

risicobedrijven (BEVI, RRGS)*1 bedrijven groot/complex, afvalbe- drijven, natte koeltorens, verkoop- punten vuurwerk

0,5 - 1

44

(ODG)

1700

Bedrijven met een beperkt risico (aantal: 570)

(ODG 270 en VTH 300)

diverse branches met verschillende milieuaspecten: automobiliteit, metaal en elektro, staalbouw, voe- dingsindustrie, grafische industrie, landbouw, laboratoria, ondergrond- se tanks, opslag en dienstverlening t.b.v vervoer

0,2 – 0,3 50

(ODG)

1500

60

(VTH)

1092

Bedrijven met een (zeer) klein risico (aantal: 2640)

houtbewerking, vervaardiging meubels, vervaardiging minerale producten, vervaardiging elektri- sche apparatuur, transport, horeca, cultuur sport en recreatie, groot- en detailhandel, winkels, bouwnijver- heid, onderwijs, gezondheidzorg, nutsbedrijven, dienstverlening n.e.g

O.b.v klachten en calami- teiten

55

(VTH) 700

Vacatureruimte toezicht 704

2.duurzaamheid Energiebesparing bij bedrijven 6072

3.toezicht overig 2400

Klachten horeca (milieu) 400 1400

Klachten, oplevercontroles nieuwe meldingsplichtige bedrijven, keu- ringen installaties

600

(19)

Wijksurveillance, actueel bedrij-

venbestand 400

4.overig (niet toezicht) Opleidingen, werkoverleg, MPM 1300

5.administratieve werkzaam- heden

Verwerken toezichtresultaten ODG, digitaliseren bedrijvendossiers, archivering

1380

Totaal 16848

*1: BEVI: Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen; RRGS: Register Risicosituaties Gevaarlijke Stof- fen

Toelichting:

Het toezicht is risico-gestuurd en op basis van risicoanalyse is als volgt verdeeld.

Regulier toezicht

Doelstelling regulier toezicht: verminderen van risico’s door het bevorderen van naleefgedrag bij be- drijven door de inzet van toezicht en het ongedaan laten maken van alle geconstateerde overtredingen.

Indicatoren:

- Aantal uitgevoerde controles.

- Naleefgedrag; we streven naar een naleefgedrag van 80% bij alle gecontroleerde bedrijven en 95%

bij de bedrijven met een (zeer) groot risico.

- Aantal en percentage ongedaan gemaakte overtredingen.

De risicoklassen I en II bevatten de bedrijven met in hoofdzaak een hoog extern veiligheidsrisico. Dit zijn de zogenaamde risicobedrijven, bijvoorbeeld: lpg tankstations, opslagen met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen en de vuurwerkverkooppunten. Het toezichts-accent is met name externe veilig- heid.

De toezichtfrequentie voor de bedrijven met een (zeer) groot risico bedraagt 1 keer per jaar tot één keer per twee jaar afhankelijk van het naleefgedrag. Deze controles in de risicoklassen I en II worden door de ODG uitgevoerd.

De bedrijven met een beperkt risico (risicoklasse III omvat een grote diversiteit aan branches, dit zijn bedrijven met verschillende specifieke milieuaspecten. Toezichtaccenten zijn de thema’s opslag ge- vaarlijke stoffen, afval, bodembescherming en duurzaamheid.

De bedrijven in de risicoklasse III worden afhankelijk van het naleefgedrag gemiddeld één keer per drie tot vijf jaar gecontroleerd. De controles in risicoklasse III worden deels door de ODG en deels door VTH uitgevoerd.

In de risicoklassen IV en V zitten bedrijven met een klein tot zeer klein milieurisico.

De bedrijven in de risicoklassen IV en V worden alleen bezocht bij klachten, calamiteiten of op een projectmatige insteek. Bij een groot aantal bedrijven wordt soms gecontroleerd op basis van een steekproef.

Voor zover de verlangde toezichtwerkzaamheden ODG niet passen in de jaarlijkse reguliere opdracht,

(20)

Toezicht op energiebesparing bij bedrijven

Doelstelling: een maximale bijdrage leveren aan energiebesparing bij bedrijven.

Indicatoren:

aantal bedrijven energiegegevens opgevraagd

aantal bedrijven voorzien advies en/of plan van aanpak

aantal bedrijven gecontroleerd op gerealiseerde maatregelen

Voor duurzaamheid wordt met projectmatige insteek ingezet op energiebesparing bij specifieke be- drijven en branches in lijn met het SER-energieakkoord. Energiebesparing bij bedrijven levert een belangrijke bijdrage aan de energiebesparingsambities van de gemeente Groningen. De inzet wordt gefinancierd uit het duurzaamheidsprogramma ‘Groningen geeft Energie’. Voor de inzet zijn (tijdelijk) gespecialiseerde medewerkers aangesteld.

De eerste stap daarbij bestaat uit het opvragen van het energieverbruik, de tweede stap uit het advise- ren over besparingsmogelijkheden, het opvragen en beoordelen van een plan van aanpak of het geven van voorlichting over besparingsmogelijkheden bij bedrijven waar geen verplichtingen opgelegd kun- nen worden. De derde stap bestaat uit het toezien op de daadwerkelijke realisatie van de maatregelen (twee jaar na het beoordelen van de plannen van aanpak).

De geldende regels en aanpak wordt bepaald door het energieverbruik van de bedrijven. In 2019 wil- len we voor een kwart van de bedrijven (ongeveer 650) de energiegegevens opvragen en vervolgens een plan van aanpak op laten stellen om waarin de daadwerkelijke realisatie van energiebesparende maatregelen wordt beschreven. Twee jaar na het opstellen van het plan van aanpak controleren we op de uitvoering daarvan. In 2019 richten we ons op de plannen die voor 2017 zijn aangeleverd.

In 2019 willen we ook de samenwerking met de Omgevingsdienst op het gebied van energiebesparing bij bedrijven, voortzetten. Sinds 2017 hebben de medewerkers van de Omgevingsdienst een werkplek bij de gemeente en levert de gemeente een projectleider aan de Omgevingsdienst voor het opzetten van de provincie brede aanpak. In 2019 werken we aan professionalisering van de samenwerking.

Toezicht overig

De categorie ‘Toezicht overig’ bevat met name het omvangrijke en arbeidsintensieve toezicht voor de doelgroep horeca in de stad voor geluidsoverlast. Daarnaast betreft dit de klachtenafhandeling overlast bij bedrijven en het uitvoeren van opleveringscontroles bij nieuwe bedrijven.

Overig (niet toezicht)

Onder ‘overig (niet toezicht)’ vallen de uren die nodig zijn voor andere taken, bijvoorbeeld overleg (intern en extern), de inzet op bijzondere taken, het bijhouden en muteren van ons geautomatiseerde bedrijvenbestand Suite4OD en opleiding.

3.1.3

Brandveiligheid; brandveilig leven en toezicht plan

In 2019 wordt er een vervolg gemaakt om het risico-gericht toezichthouden per gebieden voor de ge- meente Groningen weg te zetten. Ook de (oude) gemeenten Ten Boer en Haren zijn hierin meegeno- men).

Wijkgericht werken

Dit is een vervolg op een aanpak die in 2017 is ingestoken. Op basis van gebiedgebonden analyse krijgen de panden in de binnenstad en de oude wijken een hogere prioriteit binnen het uitvoeringspro- gramma gelet op bouwsoort, leeftijd en dichtheid van de bebouwing en ook wordt het naleefgedrag meegewogen. Het Brandrisicoprofiel van de stad levert hiervoor ook de benodigde input. Nieuw is, dat er toezichthouders gekoppeld worden aan vaste gebieden en projecten. Voor de gebiedsindeling wordt afstemming gezocht bij betrokkenen (VTH, Wij-teams, GGD en politie). Met deze aanpak wordt inge-

(21)

zet op een nauwere samenwerking met betrokkenen en om aan te sluiten bij meer buurtgerichte brandweerzorg (een lichtere variant van de buurtbrandweerman, wat in 2018 in de Wijert is gedaan).

De pilot Buurtbrandweerzorg wordt met een half jaar verlengd. Met deze verlenging wordt de moge- lijkheid geboden om lopende activiteiten goed af te hechten.

Brandrisicoprofiel

In de binnenstad is het percentage aan kamerverhuurpanden groot en zijn relatief veel (oude)winkel- en kantoorpanden, boven veel van deze panden wordt gewoond. Vanuit het verleden werden deze panden jaarlijks gecontroleerd. In de buitenwijken ligt deze controlecyclus lager. In 2017/2018 zijn we begonnen met het monitoren van het naleefgedrag binnen kamerverhuur. Afhankelijk van het naleef- gedrag willen we verschillende vormen van toezichtproducten/instrumenten toepassen om de brand- veiligheid op een goede manier te waarborgen. Hiervoor worden reguliere controles, thema controles, brandveilig leven activiteiten op het gebied van risicobewustwording en zelfcontrole voor de studen- tenpanden ingezet.

Vanuit de risico’s komen de volgende onderwerpen naar voren (doelgroepen, bebouwing, opkomsttij- den):

Studenten / en buitenlandse studenten Zorginstellingen

Horeca ‘Gebrand op Veiligheid’

Minderzelfredzamen (bijvoorbeeld ouderen) Alleenstaanden en eenouder gezinnen Langere opkomsttijden

Wonen boven een andere gebruiksfunctie Toename regionaal van vervuilde woningen

Grote complexe instellingen (UMCG / Oosterpoort / van Mesdag / RUG / Martiniplaza) Er zijn ook gebruiksfuncties waar de reguliere controles in 2019 niet worden opgepakt, dit zijn:

- Buurthuizen

- Fabrieken / Industrie (50-250 personen) - Kantoorpanden (50-250 personen) - Winkelgebouwen (50-250 personen)

Ambitie/Interventies

Door middel van het plegen van interventies op benoemde risico’s proberen onveilige situaties te voorkomen.

Algemeen verhogen rookmelderdichtheid en bieden van handelingsperspectief (bewustwording/BVL) door middel van:

Gebied gebonden activiteiten zoals bijvoorbeeld met:

- brandweer in gesprek

- Horeca ‘Gebrand op Veiligheid’

- Diverse activiteiten rondom ouderen / voorlichting

- Studenten en verenigingen / kamerverhuur (wat is goed/of kon beter/kan echt niet) Brandveiligheidschecks (woningen en studentenhuisvesting (<5 kamers).

Voorlichting op (basis)scholen (per project steeds afvragen welke capaciteit nodig is en hoe de kwa- liteit moet zijn).

Specifieke voorlichting aan “hulpverleners” rondom ouderen zoals buurtzorg, BVL activiteiten

Toezicht op gebouwen met betrekking tot minderzelfredzaamheid en andere benoemde doelgroepen (geprioriteerd op de toezichtlijst)

Advisering op de zogenaamde vervuilde woningen.

(22)

Wonen boven andere gebruiksfunctie. Dit wordt regionaal aangestuurd. VTH is regisseur, bepaalt de richting en de VRG voert uit.

Activiteiten 2019

Vanuit bovenstaande benadering is ervoor gekozen om de volgende activiteiten in 2019 op te pakken:

1. Om een effectievere aanpak van de brandveiligheid en vluchtveiligheid te verkrijgen worden toe- zichthouders wijkgericht ingezet. Hiermee wordt beoogd om de verbinding met de wijken te verbete- ren, waarbij wel gekeken wordt naar een risicogerichtere aanpak ((concept) brandrisicoprofiel).

2. De binnenstad (postcodegebied 9711 en 9712) van de Gemeente Groningen wordt hierbij als een verhoogd risico bestempeld.

3. In wijken buiten de diepenring (postcodegebied 9714, 9715, 9717, 9718, 9724, 9725 en 9726) zal risicogericht toezicht worden opgepakt, waarbij alle geplande controles en/of andere vormen van toe- zicht instrumenten (zoals BVL activiteiten en zelfcheck) volgens de controlecyclus worden opgepakt.

4. In de stad zal bij een aantal grote inrichtingen projectgericht toezicht worden gehouden, dit is een vervolg op de aanpak van voorgaande jaren. Hierbij zal speciaal aandacht zijn voor het project

“UMCG”. In 2018 heeft zij een Integraal Plan Brandveiligheid (IPB) opgesteld (nulmeting beschrij- ving brandveiligheid), hiervoor zal een passend toezichtplan worden ingezet.

5. De afstemming van administratieve processen tussen brandweer en gemeente verder verfijnen (dos- siermanagement en evenementenmanagement).

6. “Efficiënter werken”. In 2017/2018 zijn we gestart met een eigen dossiermanagement systeem (minder administratielast en meer rood op straat). Dit wordt verder ontwikkeld.

(23)

3.2 Bodem

De activiteiten in onderstaande tabel zijn gebaseerd op de Wet bodembescherming (Wbb): het toezicht en de handhaving op locaties met een bodemkwaliteit als ‘ernstig’ aangemerkt en waarvoor een sane- ring wordt uitgevoerd. Daarnaast staan in de tabel de activiteiten gebaseerd op het Besluit bodemkwa- liteit (Bbk).

Taak Deeltaak Uren Aantal

locaties

Uren

1.Toezicht Wbb 1400

Toezicht uitvoering bodemsaneringen (historische verontreinigingen, nieuwe ver- ontreinigingen en calamiteiten)

550 54

Saneringsplannen 300 24

2.Beoordeling bodemonder- zoeken

Evaluatierapporten 550 83

3.Toezicht Bbk 1200

Toezicht activiteiten complex 100 5

Toezicht activiteiten eenvoudig 1100 95

De ODG kan de benodigde toezichtwerkzaamheden voor de Wbb met de bij de oprichting ingebrachte capaciteit niet uitvoeren. Voor Wbb werkzaamheden genoemd in de bovenstaande tabel zetten we, middels een meerwerkopdracht 2019, extra capaciteit in bij de ODG om het gevraagde toezicht voor bodemsaneringen te realiseren. De extra capaciteit wordt verdeeld over het opstellen van saneringsbe- schikkingen en het toezicht op de saneringswerkzaamheden. De kosten voor deze extra inzet (maxi- maal € 124.000,00) worden betaald uit de doeluitkering bodemsanering.

De toezicht- en handhavingstaken Wbb en Bbk worden uitgevoerd door de Omgevingsdienst Gronin- gen. Doelen zijn:

Wet bodembescherming:

- Nieuwe verontreinigingen worden opgeruimd. De eventuele saneringswerkzaamheden worden minimaal 1 keer bezocht en zo nodig wordt verificatieonderzoek uitgevoerd.

- Controle van alle meldingen ongewone voorvallen en toezicht op de opruimwerkzaamheden hier- van.

Besluit bodemkwaliteit:

- Gronddepots zijn gemeld (en voldoen aan het Besluit bodemkwaliteit).

- Indien er aanleiding voor is (bij gerede twijfel) worden controlemonsters genomen.

- Controle van alle meldingen ongewone voorvallen en toezicht op de opruimwerkzaamheden hier- van. Zo nodig wordt verificatieonderzoek uitgevoerd.

Indicatoren:

- Aantal uitgevoerde controles

- Naleefgedrag; we streven naar een naleefgedrag van 80% voor de geldende regelgeving.

(24)

Bijlage I: Risicoanalyses bouwen en milieu

Risicomodule© handhaving omgevingsvergunning Bouw en RO module

Klasse Opmaak Van t / m

I ZEER GROOT RISICO 31 42,3 punten

II GROOT RISICO 25 31,0 punten

III BEPERKT RISICO 20 25,0 punten

IV KLEIN RISICO 10 20,0 punten

V ZEER KLEIN RISICO 0 10,0 punten

Code Beschrijving Effecten Naleving Totaal Klasse Aantallen

B04 Onderwijsfunctie 7,5 5,6 42,3 I 36

B02 Gezondsheidszorgfunctie (ziekenhuizen, verzorghuizen) 7,0 5,6 39,5 I 22

B23 Woonfunctie (kamerverhuur) 6,1 6,3 38,4 I 177

B05 Bijeenkomstfunctie (Horeca) 7,6 4,5 34,5 I 69

B06 Winkelfunctie 8,1 4,0 32,7 I 73

B27 Bijeenkomstfunctie (peuterspeelzaal) 6,1 5,1 31,2 I 12

B28 Logiefunctie (hotels) 6,1 5,1 31,2 I 8

B03 Woonfunctie groot (nieuwbouw) 5,9 5,2 30,9 II 171

B24 Woon- en industriefunctie 6,3 4,8 30,1 II 23

B09 Kantoorfunctie 6,4 4,5 29,2 II 50

B25 Sportfunctie (sporthal, zwembad) 5,6 4,6 25,9 II 15

B26 Bijeenkomstfunctie (buurtenhuizen, musea, schouwburg) 5,6 4,6 25,9 II 25

B29 Celfunctie 5,0 5,0 24,8 III 0

B08 Industriefunctie (fabrieken en loodsen) 5,5 4,1 22,8 III 67

B07 Industriefunctie (niet GBV plichtig) 4,3 4,0 17,5 IV 52

B10 Overige functie (schuttingen, geluidschermen, kunstwerken reclame) 4,3 4,0 17,5 IV 242

B15 Monumentenvergunning (incl beschermd stadsgezicht) 2,5 5,2 13,1 IV 0

B13 Sloopmelding 3,0 4,0 12,1 IV 478

B01 Woonfunctie klein (verbouw) 2,6 4,6 12,0 IV 467

B14 Aanlegvergunning (archeologie) 2,0 4,3 8,6 V 14

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We bundelen zo de kennis en capaciteit van de taken op het gebied van horeca en prostitutie met het overige toezicht en handhaving in de openbare ruimte.. Door handhaving op

een woningbrand aan de Sleep 167 een verbeter traject gestart waarbij de W E en de gemeente zijn betrokken, de benodigde maatregelen worden in het eerste deel van 2015 verwacht,

Het Jaarverslag uitvoeringsprogramma handhaving gemeente Groningen 2013 evalueert het uitgevoerde toezicht en de handhaving op bouwaspecten, milieuaspecten

Met de aandacht voor deze prioriteiten leveren toezicht en handhaving in de openbare ruimte een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid en veiligheid in de stad.. Op basis van

Voor het toezicht op de gebruikfase, aandachtsvelden bouwen, milieu en brandveiligheid, wordt de capaciteit op basis van de risicoanalyse verder uitgewerkt in werkprogramma's..

Voor het toezicht op de gebmikfase, aandachtsvelden milieu en brandveiligheid, wordt de capaciteit op basis van de risicoanalyse verder uitgewerkt in werliprogramma's..

Voor 2013 is al onze inzet erop gericht om nog eens 18 stadswachten naar Stadstoezicht te plaatsen.. Naast de benoemde zorgpunten kunnen wij u meedelen dat de samenwerking met

klussen die niet van ingrijpende aard zijn; het gaat hierbij tevens om bouwwerken welke geen woning zijn en gelegen zijn in een van de beschermde stadsgezichten met. uitzondering