• No results found

Monitor De screening op down-, edwards- en patausyndroom en de 20 wekenecho

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Monitor De screening op down-, edwards- en patausyndroom en de 20 wekenecho"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De screening op down-, edwards- en patausyndroom en de 20 wekenecho

Monitor 2020

Door IQ healthcare, in opdracht van RIVM-Centrum voor Bevolkingsonderzoek

(2)

Conclusies

Cijfers

• In 2020 is in 92,8% van de 179.188 zwangerschappen een counselinggesprek geregistreerd in Peridos. Dit is een stijging van 2,6% ten opzichte van 2019.

• De deelname aan de 20 wekenecho in 2020 is 86,4%. Dit is vergelijkbaar met 2019.

• Deelname NIPT is 51,2% en verder toegenomen ten opzichte van de jaren ervoor (39,2% in 2017, 43,9% in 2018, 46,6% in 2019). Het percentage afwijkende NIPT’s is 0,5% en vergelijkbaar met voorgaande jaren.

• Deelname CT is in 2020 (0,9%) door de invoering van de NIPT verder afgenomen (34,1% in 2016, 12,4% in 2017, 2,5% in 2018, 1,7% in 2019).

• In 81,7% van de afwijkende 20 wekenecho’s is een GUO in Peridos geregis- treerd (gebaseerd op 7 regio’s die hiervoor gegevens hebben aangeleverd, 1 regio heeft geen gegevens aangeleverd).

Opvallende bevindingen

• De registratie van deelname counseling is verder toegenomen naar 92,8%.

Dit is een stijging ten opzichte van 2019. Waarschijnlijk heeft dit te maken met een verbeterde registratie.

• Het percentage deelname NIPT neemt toe met de leeftijd.

• Het percentage NBD GUO na NBD 20 wekenecho (positief voorspellende waarde) is in 2020 gestegen naar 86,7% (ten opzichte van 76,1% in 2019 en 80,0% in 2018). Dergelijke fluctuaties over de tijd worden waarschijnlijk veroorzaakt door het geringe aantal NBD’s per jaar.

• Als gevolg van de nieuwe berekeningsmethode van het percentage afwijkende GUO na een afwijkende 20 wekenecho, is het percentage aanzienlijk hoger dan voorgaande jaren.

Aanbevelingen

• Alternatieve wegen verkennen voor het verder verbeteren van de aanlevering van follow-up gegevens in Peridos met betrekking tot uitkomsten van de zwangerschap. Het doel is om de testkarakteristieken van de prenatale screening te kunnen bepalen.

• Verbeteren registratie van de reden voor vervolgdiagnostiek (GUO, genotype- ring) na een 20 wekenecho en NIPT in de bronsystemen, zodat de keten van screening en vervolgdiagnostiek goed in kaart gebracht kan worden.

• Het aanleveren van GUO gegevens is niet verplicht voor de PND-centra.

Daarom missen van één regio alle GUO gegevens en ontbreekt binnen sommige regio’s een deel van de GUO gegevens of is de kwaliteit van de gegevens suboptimaal. Dit blijft een aandachtspunt.

• Gegevens uit het genetische laboratorium, indien beschikbaar, dienen bekeken te worden op bruikbaarheid voor de monitor.

• De nieuwe berekening van het percentage afwijkende GUO na een afwijkende 20 wekenecho moet nader onderzocht worden. Deze bereke- ningsmethode geeft een hoger percentage dan de berekeningsmethode van afgelopen jaren. Evalueren waardoor dit verschil precies ontstaat en welke berekening het meest passend is.

(3)

Sinds 2007 wordt door de verlos- kundig zorgverlener aan elke zwangere vrouw in Nederland die dit wenst informatie aangeboden over het prenatale screenings- programma in het zogenoemde counselingsgesprek. Het doel van prenatale screening is om zwangeren, die dat wensen, tijdig te informeren over de eventuele aanwezigheid van één of meer aandoeningen bij het ongeboren kind, zodat zij een keuze kunnen maken uit verschillende handelings- opties.

De screening op down-, edwards- en patausyndroom en de 20 wekenecho

Voor de screening op down-, edwards- en patau- syndroom bestaan twee testen: de combinatie- test en de Niet-Invasieve Prenatale Test (NIPT). De NIPT wordt uitgevoerd in onderzoeks- setting TRIDENT-2 sinds 1 april 2017. Sinds 3 juni 2020 is de NIPT ook toegankelijk voor meerling- zwangerschappen.

De combinatietest (CT) wordt tussen de 9 en 14 weken zwangerschap uitgevoerd. De CT bestaat uit een bloedonderzoek bij de zwangere en een nekplooimeting (NT-meting) bij de foetus.

De kansuitslag wordt berekend aan de hand van de betaHCG- en PAPP-A MoM-waarde in het bloed, de NT-meting, de leeftijd van de zwangere Figuur 1 | Keuzeschema prenatale screening op down-, edwards- en patausyndroomsyndroom

3

(4)

en de zwangerschapsduur. Bij een verhoogde kans kan door middel van een vlokkentest of vruchtwaterpunctie het syndroom al dan niet definitief worden vast gesteld.

De CT wordt steeds meer uitgefaseerd en ver- vangen door de NIPT. Bij de NIPT wordt alleen bloed afgenomen bij de zwangere. Hierbij beslist de zwangere zelf of ze wel of geen informatie wenst over eventuele nevenbevindingen. Het bloed wordt onderzocht in het laboratorium en bij een afwijkende uitslag wordt overgegaan op invasieve diagnostiek. Zie figuur 1 voor het keuzeschema.

Het Tweede trimester structureel echo- scopisch onderzoek (20 wekenecho) bestaat uit een echo tussen 18 en 21 weken zwangerschap, waarbij de foetus primair wordt onderzocht op structurele afwijkingen (zoals neuraal buisdefect (NBD), waterhoofd of een hartafwijking). Bij een 20 wekenecho wordt indien gewenst vervolg- diagnostiek door middel van geavanceerd ultra- geluid onderzoek (GUO) of genotypering ingezet, waarbij het vermoeden op een afwijking wel of niet wordt bevestigd. Zie figuur 2 voor het keuze- schema.

Figuur 2 | Keuzeschema 20 wekenecho

De screening op down-, edwards- en patausyndroom en de 20 wekenecho

(5)

Counseling en bereik

Counseling wordt aan alle zwangere vrouwen aangeboden. Vrouwen beslissen zelf of ze willen deelnemen aan een counselingsgesprek. Ook na de counseling kunnen vrouwen kiezen om niet deel te nemen aan de screening. In 2020 is bij 92,8% (n=166.347) van de 179.188 zwangerschap- pen in Nederland een counselinggesprek gevoerd. De mediane zwangerschapsduur was negen weken en de mediane leeftijd van de zwangere was 31 jaar. Het aantal counseling- gesprekken dat is geregistreerd is sinds 2013 ieder jaar iets gestegen. Deelname aan de NIPT is toegenomen tot 51,2%. Deelname aan een CT is verder gedaald naar 0,9%. Een 20 wekenecho is bij 86,4% van de zwangerschappen uitge- voerd. Er zijn vrouwen die geen 20 wekenecho krijgen, maar meteen in aanmerking komen voor diagnostiek (geavanceerd ultrageluid onderzoek type 1 = GUO-1), omdat zij op basis van hun anamnese een verhoogde kans hebben op een aangeboren afwijking bij hun kind.

Tabel 1 | Kerncijfers, bereik, deelnamegraad, zwangerschapsduur en leeftijd bij counseling voor 2013 t/m 2020

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Totaal aantal zwangerschappen1 176.983 175.839 176.505 173.929 173.244 172.169 172.223 179.188 Aantal zwangerschappen met

counselingsgesprek2 129.550 140.503 145.419 147.710 149.937 152.296 155.472 166.347

Bereik counseling (%) 73,2 79,9 82,4 84,9 86,5 88,5 90,2 92,8

Aantal zwangerschappen met CT 44.690 54.200 56.685 59.226 21.509 4.298 3.008 1.678

Deelname CT (%) 25,3 30,8 32,1 34,1 12,4 2,5 1,7 0,9

Aantal zwangerschappen met NIPT - - - - 49.6963 75.624 80.267 91.658

Deelname NIPT (%) - - - - 39,24 43,9 46,6 51,2

Aantal zwangerschappen met NIPT

met keuze nevenbevindingen - - - - 39.5703 55.229 55.699 62.738

Deelname NIPT (%) met keuze

nevenbevindingen - - - - 31,24 32,1 32,3 35,0

Aantal zwangerschappen met NIPT

en/of CT - - - - 70.930 79.721 83.011 93.240

Deelname NIPT en/of CT (%) - - - - 40,9 46,3 48,2 52,0

Aantal zwangerschappen met

20 wekenecho 139.417 144.086 145.681 143.489 142.292 142.527 149.260 154.751

Deelname 20 wekenecho (%) 78,8 81,9 82,5 82,4 82,1 82,8 86,6 86,4

1 Het aantal zwangerschappen vanaf 2019 is gebaseerd op de gegevens in Peridos. Voor 2019 was het aantal zwangerschappen steeds gebaseerd op CBS cijfers. Deelname en bereik zijn sinds monitoringsjaar 2019 gebaseerd op zwangerschappen in verslagjaar én à terme datum 6 maanden na verslagjaar.

2 Vanaf 2016 wordt op 1 moment een counselingsgesprek gevoerd, voorafgaand aan de screening, en niet meer per screeningsonderdeel

3 NIPT vanaf 1 april 2017. Dit cijfer kan een onderschatting zijn vanwege uitwijking naar België begin 2017, omdat de NIPT toen nog niet in Nederland werd aangeboden.

4 Het aantal zwangerschappen vanaf 1 april 2017 tot en met 31 december 2017 is 126.849. Hier zijn de percentages deelname NIPT in 2017 op gebaseerd.

5

(6)

Figuur 3 | Zwangerschappen met deelname aan de combinatietest voor 2013 t/m 2020, %

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

100 n = 44.690

n = 54.200 n = 56.685 n = 59.226 n = 21.509 n = 4.298 n = 3.008 n = 1.678

25,3 30,8 32,1 34,1

12,4

2,5 1,7 0,9

Figuur 4 | Zwangerschappen met deelname aan de NIPT (en/of CT) in 2017 t/m 2020, % en (n)

2017 2018 2019 2020

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

100 Deelname aan NIPT % (aantal)

Deelname aan NIPT % (aantal) (inclusief nevenbevindingen) Deelname aan NIPT en/of CT

39,2 (49.696) 31,2

(39.006) 40,9 (70.930)

43,9 (75.624)

32,1 (55.229)

46,3 (79.721)

46,6 (80.267)

32,3 (55.699)

48,2 (83.011)

51,2 (91.658)

35,0 (62.738)

52,0 (93.240)

Screening en uitkomsten

Deelname CT en NIPT

In 0,9% van de zwangerschappen is een CT uit- gevoerd. Figuur 3 laat de trend in deelname aan de CT zien over de afgelopen jaren. De beschik- baarheid van de NIPT sinds april 2017 zorgt voor een sterke afname in het aantal CT’s. Bij 51,2%

van de zwangerschappen is een NIPT uitgevoerd.

Bij 35,0% van de zwangerschappen was dit inclusief nevenbevindingen, dit is 68,4% van het totaal aantal NIPT’s (figuur 4). In 2018 was het percentage NIPT inclusief nevenbevindingen 73,0% van het totaal aantal NIPT’s. In 2019 was dit 69,3%. Met het toenemen van de leeftijd wordt vaker een NIPT uitgevoerd (figuur 5).

(7)

Figuur 5 | Zwangerschappen met deelname aan de NIPT per leeftijdscategorie in 2019 en 2020, %

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

2020 2019

40 jaar >

35-39 jaar 30-34 jaar

25-29 jaar 20-24 jaar

< 20 jaar 7,1 7,9

19,9 23,0

40,2 45,1

53,2 58,3 56,5 59,3 53,7 54,2

Screening en uitkomsten

7

(8)

Figuur 7 | Zwangerschappen met deelname aan de 20 wekenecho per leeftijds- categorie in 2019 en 2020, %

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

2020 2019

40 jaar >

35-39 jaar 30-34 jaar

25-29 jaar 20-24 jaar

< 20 jaar

85,1 86,5 87,7 87,1 88,5 88,0 87,1 87,1 83,6 83,4

76,9 76,1 Figuur 6 | Zwangerschappen met deelname aan de 20 wekenecho in 2013 t/m 2020, %

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

100 n = 139.417

n = 144.086 n = 145.681 n = 143.489 n = 142.292 n = 145.527 n = 149.260 n = 154.751

78,8 81,9 82,5 82,4 82,1 82,8 86,6 86,4

Screening en uitkomsten

Deelname 20 wekenecho

Bij 86,4% van de zwangerschappen is een 20 wekenecho uitgevoerd. Figuur 6 geeft de trend in deelname aan de 20 wekenecho weer over de afgelopen jaren. Wanneer geen 20 wekenecho is uitgevoerd, is mogelijk een medische indicatie gegeven voor het verrichten van een GUO, heeft een miskraam plaatsgevon- den, of de zwangere heeft afgezien van een 20 wekenecho. Hierover is geen informatie beschikbaar in Peridos. Het percentage deelname aan een 20 wekenecho is vergelijkbaar tussen de verschillende leeftijdsgroepen (figuur 7).

(9)

Figuur 8 | Herhaalonderzoek NIPT: Zwangerschappen met een herhaalonderzoek naar het aantal herhaalonderzoeken in 2017 t/m 2020, %

1 of 2 herhaalonderzoeken 1 herhaalonderzoek 2 herhaalonderzoeken 0

1 2 3 4 5 6 7 8 9

10 2017

2018 2019 2020

1,42 (707)

1,98 (1.496) 1,93

(1.544) 1,19 (1.105)

1,41 (699)

1,93 (1.460) 1,87

(1.499) 1,17 (1.080)

0,05 0,02 (36)

(8)

0,06 (45) 0,03

(25)

Figuur 9 | Herhaalonderzoek 20 wekenecho: Zwangerschappen met een herhaalonderzoek in 2017 t/m 2020, % en (n)

herhaalonderzoek 0

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

4,8 (6.764)

5,0 (7.163)

5,4

(8.124) 4,9 (7.696)

2017 2018 2019 2020

Screening en uitkomsten

Deelname aan herhaalonderzoek NIPT en 20 wekenecho na eerste test

Soms geeft de NIPT geen uitslag, bijvoorbeeld omdat er te weinig DNA van de foetus (placenta) in het bloedsample van de zwangere aanwezig is. In dat geval is een herhaalonderzoek nodig.

Bij 1,2% van de zwangerschappen is een herhaal- onderzoek NIPT uitgevoerd. Bij 0,03% is sprake van 2 herhaalonderzoeken (figuur 8). De deel- name herhaalonderzoek na NIPT zonder uitslag is 98,4%. Bij een 20 wekenecho kan een her- haalonderzoek nodig zijn bij een ongunstige lig- ging van het kind waardoor observatie door de echoscopist niet goed mogelijk is. Het percen- tage zwangerschappen met een herhaalonder- zoek voor de 20 wekenecho is 4,9% (figuur 9).

9

(10)

Figuur 10 | Uitkomsten NIPT: Zwangerschappen met een afwijkende uitslag voor 2017 t/m 2020, % en (n)

Trisomie 13 Trisomie 18 Trisomie 21 Trisomie 13, 18, 21 0

1 2 3 4 5 6 7 8 9

10 2017

2018 2019 2020

0,09 (42) 0,07

(56) 0,05 (43)

0,09 (79) 0,07

(32) 0,10 (72) 0,08

(63) 0,08 (76)

0,32 (157)

0,36 (267)0,29

(235) 0,32 (298)

0,47 (231)

0,53 (395)0,43

(341) 0,49 (453)

Screening en uitkomsten

Uitkomsten NIPT

In figuur 10 worden de afwijkende uitslagen van de NIPT gepresenteerd. Het percentage met een afwijkende uitslag voor down-, edwards- en/of patau-syndroom is 0,49%. Het percentage zwan- gerschappen met een verhoogde kansuitslag voor downsyndroom (T21) is 0,32%. Het percen- tage zwangerschappen met een verhoogde kansuitslag voor het patau-syndroom (T13) en edwards-syndroom (T18) is respectievelijk 0,09%

en 0,08%.

(11)

Figuur 11 | Uitkomsten 20 wekenecho: Zwangerschappen met een

afwijkende uitslag/vermoeden NBD voor 2016 t/m 2020, % en (n) 2017

2016 2018 2019 2020

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

10 Afwijkende 20 wekenecho

Vermoeden NBD bij primair- of herhaalde 20 wekenecho

4,0%

n = 5.662

0,03%

n = 48 0,04%

n = 55 n =0,04%

52 0,04%

n = 62 0,04%

n = 60 4,3%

n = 6.051

4,4%

n = 6.206 4,4%

n = 6.454 4,1%

n = 6.343

Figuur 12 | Deelname GUO: Zwangerschappen met deelname GUO na een afwijkende uitslag in de 20 wekenecho in 2017 t/m 2020, % en (n)

2017 2018 2019 2020

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

75,2 (4.529)

76,5 (4.730)

81,0 (4.762)

81,7 (5.012)

Uitkomsten 20 wekenecho

Figuur 11 presenteert de afwijkende uitslagen na een 20 wekenecho. In 4,10% van zwanger- schappen sprake van een afwijkende 20 weken- echo. In 0,04% van de zwangerschappen is sprake van een vermoeden op een NBD bij primair- of herhaalde 20 wekenecho.

Deelname GUO na afwijkende 20 wekenecho

In 81,7% van de zwangerschappen met een afwijkende uitslag in de 20 wekenecho is een GUO geregistreerd in Peridos (figuur 12).

Screening en uitkomsten

11

(12)

Figuur 13 | Uitkomst GUO: Zwangerschappen met een afwijkend GUO na een afwijkende uitslag in de 20 wekenecho voor 2017 t/m 2020.

GUO’s zonder uitslag zijn niet in de berekening meegenomen, % en (n)

Algemene afwijkingen NBD

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

100 2017

2018 2019 2020

38,2 (1.440) 38,5

(1.636) 38,0 (1.633)

48,4*

(2.061)

86,7

(26) 80,0

(32) 76,1

(35) 86,7 (39)

Figuur 14 | Zwangerschappen met afwijkende GUO per 100 zwangerschappen met 20 wekenecho (met bekende uitslag) voor 2020, % en (n)

Algemene afwijkingen 0 NBD

1 2 3 4 5

0,057 (64) 2,0

(2.792)

Afwijkende GUO na afwijkende 20 wekenecho

In 48,4% van de zwangerschappen is een afwij- kende 20 wekenecho bevestigd met GUO. In 86,7% is een bevinding NBD op een 20 weken- echo bevestigd met GUO (figuur 13). Het verschil met 2019 (38,0%) en eerdere jaren is te verkla- ren uit het feit dat vanaf 2020 de berekenings- methode is gewijzigd. Het percen tage afwijkende GUO na een afwijkende 20 weken echo in 2019 zou op basis van de nieuwe berekeningsmethode 45,8% zijn. Dit is vergelijk baar met 2020.

Indien de 20 wekenecho afwijkend beoordeeld wordt en de GUO niet, wil dat niet zeggen dat de zwangere niet om een goede reden verwezen werd: voorbeelden hiervan zijn softmarkers en afwijkende biometrie. Bovendien kan sprake zijn van een registratiefout. Het detectiecijfer is 2,0%, dit is het percentage GUO met een afwij- king of NBD ten opzichte van alle geregistreerde 20 wekenecho’s (figuur 14).

Screening en uitkomsten

*Tot en met de monitor 2019 is de indicator afwijkend GUO na afwijkende uitslag in de 20 wekenecho berekend over alle zwanger- schappen met een vermoeden aandoening in de 20 wekenecho. In 2020 is dit berekend voor alle zwangerschappen met een vermoeden aandoening in de 20 wekenecho zonder de zwangerschappen met een GUO in het bron- systeem dat de algehele beoordeling GUO niet goed registreert. Tevens is in 2020 GUO als afwijkend aangemerkt als één van de GUO’s afwijkend is, daarvoor werd alleen de uitslag van de laatste GUO meegenomen.

(13)

14 weken

< 10 weken 10 -11 weken 11-14 weken > 14 weken

19 weken 21 weken

Counselingsgesprek

Screening NIPT

20 wekenecho

96,5% 3,5%

99,7% 0,3%

97,5% 2,5%

53,9% 16,4% 26,3% 3,5%

< 18 weken 0,2%

18-19 weken 9,3%

19-20 weken 65,6%

20-21 weken 22,5%

> 21 weken 2,5%

Counseling

De prenatale screening is bedoeld om zwangeren tijdig handelingsopties te bieden. Het op tijd aanbieden van de counseling en de screenings- onderzoeken zijn daarin essentieel. De counse- linggesprekken moeten voor de 14e week van de zwangerschap hebben plaatsgevonden. Sinds 2017 wordt er geen apart counselingsgesprek voor verschillende screeningsonderdelen uitge- voerd, maar is sprake van één counselings- gesprek waarin alle opties besproken worden.

Tijdigheid counseling, tijdstip NIPT & 20 wekenecho

In 2020 heeft bij 96,5% van de zwangerschap- pen het counselingsgesprek voor de 14e week plaatsgevonden (figuur 15). Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren.

NIPT, 20 wekenecho

De NIPT is in 99,7% van de zwangerschappen voor de 19e week uitgevoerd (figuur 15). Dit is de termijn waarop er nog handelingsopties zijn. De 20 wekenecho is in 97,5% van de zwangerschap- pen voor de 21e week uitgevoerd.

13

(14)

Deze monitor betreft een verkorte versie van de professionalsmonitor, die ook via het RIVM openbaar is gemaakt. Daarnaast worden in de monitor trends over leeftijdsgroepen en over de afgelopen jaren (2013-2020) gepresenteerd.

Sommige indicatoren zijn pas later (betrouw- baar) beschikbaar gekomen en trends worden in dat geval over minder jaren weergegeven.

Alle indicatoren zijn berekend op basis van de gegevens over 2020 die per 28 september 2021 in Peridos waren geregistreerd. Peridos is een landelijke database waarin sinds 2010 gegevens worden vastgelegd ten aanzien van de prenatale screening in Nederland. Alle indicatoren zijn op

zwangerschapsniveau berekend. Ten aanzien van de indicatoren ‘bereik’ en ‘deelname’ wordt vanaf 2019 het totaal aantal zwangerschappen als noemer gebruikt, gebaseerd op cijfers in Peridos. In voorgaande jaren zijn CBS cijfers gebruikt om het aantal zwangerschappen te bepalen. De precieze berekening van de indicatoren en details op regionaal niveau staan vermeld in de professionalsmonitor.

Vanaf 1 april 2017 is de Trident-2 studie gestart waarin zwangeren de Niet-Invasieve Prenatale Test (NIPT) als eerste test kunnen kiezen, dus als alternatief voor de combinatietest. De resultaten hiervan staan in Peridos geregistreerd en worden

De monitor beschrijft de screening en de uitkomsten van de screening op down-, edwards- en patausyndroom en de

20 wekenecho van het jaar 2020. In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voert het Centrum voor Bevolkingsonderzoek (CvB) van het RIVM de landelijke regie over de prenatale screening op down-, edwards- en patausyndroom en de 20 wekenecho.

in deze monitor gepresenteerd. Het jaar 2018 is het eerste jaar dat gegevens van NIPT volledig beschikbaar waren. Per 3 juni 2020 is de NIPT ook toegankelijk voor meerlingzwanger- schappen.

Door inzet van alle betrokkenen is in de loop van de jaren de registratie in Peridos verbeterd, zowel in kwantitatief opzicht als in kwalitatief opzicht. Hierdoor is echter niet (altijd) duidelijk of bepaalde resultaten van de monitor verklaard kunnen worden door eigenschappen van de registratie en/of daadwerkelijke veranderingen in het screeningsprogramma weergeven.

Colofon: Janine Liefers, Femke Atsma

Over deze monitor

14

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

twijfel is onvoldoende voor toepassing van de procedure van artikel 91, derde lid van de Grondwet: de regering en/of de Tweede Kamer zullen duidelijk moeten aangeven dat sprake is

For instance, the United Nations provides such protection through the International Convention on the Protection of the Rights of all Migrant Workers and their

Voor de onderwijssoorten van het vmbo zijn relatief gezien iets meer meldingen binnen gekomen in vergelijk met de verdeling van het aantal examenkandidaten.. Bij het vwo is

Net zoals tijdelijke arbeid komen deze vormen van atypische arbeid in Vlaanderen verhoudingsgewijs heel wat minder vaak voor dan in de rest van de EU-15. Dit geldt vooral

De huisarts vraagt schildklierfunctie-onderzoek aan en er wordt een duidelijk verlaagd fT4 in combinatie met een normaal TSH gerapporteerd (tabel 1).. Aanvullend

Door de sterk afwijkende opbouw van de resulta­ ten en de sterk afwijkende aard van de activa en passiva van deze ondernemingen, wordt het door Vendex en DSM door middel van

• De afwijkende laboratoriumwaarden kunnen buiten kantooruren wel worden doorgebeld naar de huisartsen- post, maar niet op alle huisartsenposten is duidelijk afgesproken wat er met

bleemscore voor hun kinderen dan ouders uit andere groepen, Ouders en de professionals zijn het eens over de betere psychosociale ontwikkeling van autochtone kinderen, maar