Stichting Cosis
INHOUDSOPGAVE Pagina
5.1 Jaarrekening 2017
5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2017 1
5.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2017 2
5.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2017 3
5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 4-12
5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2017 13-19
5.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa 20
5.1.7 Overzicht langlopende schulden ultimo 2017 21
5.1.8 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2017 22-32
5.1.9 Enkelvoudige balans per 31 december 2017 33
5.1.10 Enkelvoudige resultatenrekening over 2017 34
5.1.11 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling enkelvoudige jaarrekening 35 5.1.12 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2017 36-38
5.1.13 Enkelvoudig mutatieoverzicht materiële vaste activa 39
5.1.14 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2017 40-41
5.1.15 Vaststelling en goedkeuring 42
5.2 Overige gegevens
5.2.1 Statutaire regeling resultaatbestemming 43
5.2.2 Nevenvestigingen 43
5.2.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 44
5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
5.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2017 (na resultaatbestemming)
Ref. 31-dec-17 31-dec-16
€ €
ACTIVA
Vaste activa
Materiële vaste activa 1 62.786.659 64.803.490
Totaal vaste activa 62.786.659 64.803.490
Vlottende activa
Voorraden 2 143.242 151.865
Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 3 3.356.975 651.796
Debiteuren en overige vorderingen 4 17.548.243 18.135.241
Liquide middelen 5 79.354.778 79.766.383
Totaal vlottende activa 100.403.238 98.705.285
Totaal activa 163.189.897 163.508.775
Ref. 31-dec-17 31-dec-16
€ €
PASSIVA
Groepsvermogen 6
Kapitaal 66.741 66.741
Bestemmingsreserves 17.318.498 17.708.841
Bestemmingsfondsen 85.332.703 76.716.578
Algemene en overige reserves 975.295 959.901
Totaal groepsvermogen 103.693.237 95.452.061
Voorzieningen 7 13.869.520 15.495.435
Langlopende schulden 8 8.835.165 12.527.141
Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar)
Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 3 154.518 0
Overige kortlopende schulden 9 36.637.457 40.034.138
5.1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2017
Ref. 2017 2016
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Opbrengsten zorgprestaties (en maatschappelijke ondersteuning) 11 205.313.750 189.881.807
Subsidies (exclusief Wmo en Jeugdwet) 12 2.777.964 4.234.689
Overige bedrijfsopbrengsten 13 2.435.325 2.571.790
Som der bedrijfsopbrengsten 210.527.040 196.688.286
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 14 149.981.448 133.584.088
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 15 7.251.464 7.003.286
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 16 86.058 0
Overige bedrijfskosten 17 44.498.896 50.770.631
Som der bedrijfslasten 201.817.867 191.358.005
BEDRIJFSRESULTAAT 8.709.173 5.330.280
Financiële baten en lasten 18 -467.997 -382.818
RESULTAAT BOEKJAAR 8.241.176 4.947.462
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld:
2017 2016
€ €
Toevoeging/(onttrekking):
Reserve aanvaadbare kosten 8.616.125 5.462.260
Bestemmingsreserve stelselwijziging zorglandschap 0 0
Bestemmingsreserve versterken en transformeren organisatie -390.343 -518.159
Algemene reserve Promens Care 15.394 3.361
Algemene reserve Stichting Kassei 0 0
Algemene reserve Huize Bartje 0 0
8.241.176 4.947.462
5.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT OVER 2017
Ref. 2017 2016
€ € € €
Kasstroom uit operationele activiteiten
Bedrijfsresultaat 8.709.173 5.330.280
Aanpassingen voor:
- afschrijvingen en overige waardeverminderingen 15, 16 7.455.747 7.767.881
- mutaties voorzieningen 7 -1.625.915 -2.204.430
- boekresultaten afstoting vaste activa 754.251 0
6.584.083 5.563.451
Veranderingen in vlottende middelen:
- voorraden 2 8.623 20.346
- vorderingen 4 878.694 -3.268.654
- vorderingen/schulden uit hoofde van
financieringstekort respectievelijk -overschot 3 -2.550.661 559.842
- kortlopende schulden (excl. schulden aan banken) 9 -4.981.584 5.303.404
-6.644.927 2.614.938
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 8.648.329 13.508.669
Ontvangen interest 18 94.748 321.662
Betaalde interest 18 -560.523 -568.903
-465.775 -247.241
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 8.182.554 13.261.428
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen materiële vaste activa 1 -6.900.689 -7.598.080
Desinvesteringen materiële vaste activa 1 959.528 96.286
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -5.941.161 -7.501.794
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Nieuw opgenomen leningen 8 0 0
Aflossing langlopende schulden 8 -2.652.998 -1.122.655
Kortlopend bankkrediet 0 0
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -2.652.998 -1.122.655
Mutatie geldmiddelen -411.605 4.636.979
Stand geldmiddelen per 1 januari 5 79.766.383 75.129.404
Stand geldmiddelen per 31 december 5 79.354.778 79.766.383
Mutatie geldmiddelen -411.605 4.636.979
Toelichting:
5.1.4.1 Algemeen
Algemene gegevens en groepsverhoudingen
Verslaggevingsperiode
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
Continuïteitsveronderstelling
Vergelijking met voorgaand jaar
Vergelijkende cijfers
Stichting Cosis, Stichting NOVO en Stichting Promens Care hebben dezelfde Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. Aan het hoofd van deze groep staat Stichting Cosis.
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar.
Stichting Cosis is statutair gevestigd te Groningen en feitelijk te Assen, Lauwers 17, ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 56859473.
De belangrijkste activiteiten zijn het verbinden van zorginstellingen, het waarborgen van de continuïteit van zorg en het creëren van scholing- en loopbaanmogelijkheden voor instellingen en haar medewerkers die zorg verlenen aan mensen met een verstandelijke beperking en aan mensen die aangewezen zijn op de geestelijke gezondheidzorg.
Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2017, dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2017.
De grondslagen van enkelvoudige jaarrekening van Stichting Cosis wijken niet af van de geconsolideerde grondslagen.
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi, de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving RJ 655 en titel 9 BW2 en de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT).
De cijfers voor 2016 zijn, waar nodig, geherrubriceerd om vergelijkbaarheid met 2017 mogelijk te maken.
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Gebruik van schattingen
Consolidatie
Verbonden rechtspersonen
Grondslagen WNT
Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen, statutaire leden Raad van Bestuur en andere sleutelfiguren in het management, worden aangemerkt als verbonden partij.
Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.
Stichting Cosis heeft de volgende verbonden stichtingen:
- Stichting NOVO;
- Stichting Promens Care.
In de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Cosis zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende maatschappijen en andere rechtspersonen waarop overwegende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd.
De groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft, worden voor 100% in de consolidatie betrokken. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld. Deelnemingen waarop geen overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend (geassocieerde deelnemingen) worden niet betrokken in de consolidatie.
Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen
groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd, voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de Groep zijn gerealiseerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor de Groep.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van Stichting Cosis.
In de geconsolideerde jaarrekening zijn tevens opgenomen de stichtingen die tot de groep behoren.
Stichting Cosis heeft 100% zeggenschap over deze stichtingen. Dit betreft de volgende stichtingen:
- Stichting NOVO - Stichting Promens Care
De opstelling van de jaarrekening vereist dat de Raad van Bestuur oordelen vormt en schattingen en
veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten.
5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva
Materiële vaste activa
Bedrijfsgebouwen en terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur.
Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor de vaststelling of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar betreffende paragraaf.
Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en
bijzondere waardeverminderingen.
Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen.
De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd:
• Bedrijfsgebouwen : 0 - 20 %.
• Machines en installaties : 5 %.
• Andere vaste bedrijfsmiddelen : 10 - 20 %.
Stichting Cosis beschikt niet over materiële vaste activa waarvan zij krachtens een financiële leaseovereenkomst de economische eigendom heeft.
Voor de kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans. De uitgaven voor groot onderhoud worden ten laste gebracht van deze voorziening.
De algemene grondslag voor de waardering van de activa en passiva is de verkrijgingsprijs- of de vervaardigingsprijs. Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen voor de verkrijgingsprijs.
Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd.
Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans, als een transactie met betrekking tot het actief of de verplichting niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting.
Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen als een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. Verder wordt een actief of een verplichting niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip dat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar Stichting Cosis zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Vaste activa - bijzondere waardeverminderingen
Aardbevingen
Voorraden
Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief of kasstroom genererende eenheid te vergelijken met de bedrijfswaarde zijnde de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief of kasstroom genererende eenheid naar verwachting zal genereren.
Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde.
In deze risicogebieden is schade aan vastgoed waarneembaar en zijn versterkingswerkzaamheden aan het vastgoed waarschijnlijk. Een stuurgroep die bestaat uit zorgorganisaties, Groninger gemeenten, Provincie, zorgvastgoed, zorgverzekeraar Menzis en ministerie van VWS, buigt zich gezamenlijk over de visie op zorg in Groningen en adviseert de Nationaal Coördinator Groningen hierover. Deze stuurgroep sinds december 2016 actief. De uitkomsten van de visievorming zijn de basis voor het versterkingsprogramma van zorggebouwen in het geval er versterking nodig is. In het zorgprogramma wil NCG verder kijken dan de versterking per gebouw.
De ambitie is om de aanpak te koppelen aan de behoeften en wensen van de zorg in de toekomst.
Vooralsnog is er geen aanleiding voor een aanvullende bijzondere waardevermindering als gevolg van de aardbevingsproblematiek.
Voorraden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder toepassing van de FIFO-methode onder aftrek van een eventuele voorziening voor incourantheid of lagere opbrengstwaarde. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten.
De verkrijgings- of vervaardigingsprijs bestaat uit alle kosten die samenhangen met de verkrijging of
vervaardiging alsmede de gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten.
Tot en met 2016 is een cumulatieve bijzondere waardevermindering van € 12,5 miljoen verantwoord. In 2018 wordt een vernieuwd strategisch vastgoedbeleid voor Cosis opgesteld. Op basis hiervan worden
vastgoedinterventies bepaald. Bij deze vastgoedinterventies wordt een meerjarige financiële prognose opgesteld en de invloed op de doorgevoerde bijzondere waardevermindering bepaald.
Per 31 december 2017 zijn de uitgangspunten van de bepaling van de bedrijfswaarde heroverwogen. Er zijn geen aanwijzingen dat deze zijn gewijzigd. Om deze reden heeft er voor de jaarrekening 2017 geen herberekening plaatsgevonden en is de verantwoorde cumulatieve waardevermindering onverminderd van toepassing.
In de balans is vastgoed opgenomen voor een bedrag van € 46,0 miljoen, waarvan € 17,6 miljoen van Stichting NOVO. Vastgoedeigenaren in de Provincie Groningen, in het bijzonder Noordoost-Groningen en in gedeelten van de stad Groningen, worden geconfronteerd met mogelijke schade en versterkingsopgaven aan het vastgoed als gevolg van (het risico op) aardbevingen door de gaswinning door de NAM.
Stichting NOVO heeft vastgoed in het benoemde risicogebied waar aardbevingen optreden. Deze
risicogebieden zijn de gemeenten Delfzijl, Appingedam, Loppersum, Winsum, Bedum, Eemsmond en Midden- Groningen.
In de gemeenten Appingedam, Midden-Groningen en Eemsmond heeft NOVO eigendomspanden.
Onderhanden trajecten Jeugdzorg
Vorderingen
Liquide middelen
Voorzieningen (algemeen)
Voorziening groot onderhoud
Voorziening levensfasebudget
Voorziening jubileumverplichtingen
Voorziening langdurig zieken
Voorziening generatiepact
De eerste waardering van vorderingen is tegen reële waarde van de tegenprestatie. De vervolgwaardering van vorderingen is tegen geamortiseerde kostprijs (waarde). Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. De verwachte oninbaarheid is per individuele vordering bepaald.
Onderhanden trajecten Jeugdzorg worden gewaardeerd op basis van het aandeel van de verstreken periode ten opzichte van de totale looptijd van het traject afgezet tegen de opbrengstwaarde van het traject.
Stichting Cosis is voor de ziektewet eigen risicodrager en is in dit kader verplicht om gedurende twee jaren het salaris van een zieke medewerker door te betalen. Voor op balansdatum langdurig zieke medewerkers is een voorziening gevormd voor deze doorbetalingsverplichting op basis van contante waarde.
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Per individuele voorziening volgt hieronder een toelichting van de grondslagen voor waardering.
De voorziening groot onderhoud wordt gevormd voor verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van panden, installaties, e.d., gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan (2018 t/m 2027). De voorziening is gebaseerd op nominale waarde.
De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO
verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst (eenmalig) uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de Cao-bepalingen (GHZ en GGZ 2017), blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd of pensioenleeftijd.
De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, verwachte salarisstijgingen, blijfkans en leeftijd.
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting en verliezen af te wikkelen. De gehanteerde disconteringsvoet is 1,5 %. (voorgaand jaar 1,5%)
Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. De rentemutatie van voorzieningen gewaardeerd tegen contante waarde is
verantwoord als dotatie aan de voorziening.
In 2017 heeft Stichting Cosis een generatiepact gesloten met de vakbonden. Het generatiepact houdt in dat medewerkers die maximaal vijf jaar voor hun pensioen zitten , minder uren werken en hiervoor gecompenseerd worden.
De voorziening generatiepact is gevormd voor de loondoorbetalingsverplichting en pensioenaanvulling voor het deel van het dienstverband dat medewerkers niet meer werken. De voorziening is gebaseerd op de contante waarde van de verplichtingen.
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Langlopende schulden
5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen
Opbrengsten
Kortlopende schulden
Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Kortlopende schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Dit is meestal de nominale waarde.
Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer het bedrag van de opbrengsten op betrouwbare wijze kan worden bepaald, de inning van de te ontvangen vergoeding waarschijnlijk is, de mate waarin de dienstverlening op balansdatum is verricht betrouwbaar kan worden bepaald en de reeds gemaakte kosten en de kosten die (mogelijk) nog moeten worden gemaakt om de dienstverlening te voltooien op betrouwbare wijze kunnen worden bepaald.
Indien het resultaat van een bepaalde opdracht tot dienstverlening niet op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de opbrengsten verwerkt tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening die worden gedekt door de opbrengsten.
De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord.
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.
Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verlichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Baten worden verantwoord in het jaar waarin de baten zijn gerealiseerd. Lasten worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. De overige baten en lasten worden toegerekend aan de
verslagperiode waarop deze betrekking hebben.
Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.
Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. De schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde), zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de langlopende schulden in de winst-en- verliesrekening als interestlast verwerkt.
De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.
Personele kosten
Pensioenen
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit.
De wijze waarop de individuele gemeenten overgaan tot afwikkeling en vaststelling is op dit moment nog niet bekend, echter de Raad van Bestuur heeft deze mogelijke effecten naar beste weten geschat en verwerkt in deze jaarrekening waar mogelijk en wijst op het resterende inherente risico terzake dat kan leiden tot nagekomen financiële effecten in 2018 of later.
Opbrengsten Sociaal domein
Bij het bepalen van de Wmo-omzet en Jeugdwet-omzet heeft Stichting Cosis de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gevolgd zoals bovenstaande opgenomen. Met ingang van 2015 is als gevolg van de transitie een deel van de toenmalige AWBZ en ZVW zorg overgeheveld van de zorgkantoren respectievelijk de zorgverzekeraars naar de gemeenten (‘decentralisatie’).
Als gevolg van deze decentralisatie en de inrichting van het administratieve proces is er voor 2017 sprake van een bepaalde mate van omzetonzekerheden. Overeenkomstig de landelijke en gemeentelijke uitingen van de overheid heeft hierbij continuïteit van zorgverlening voorop gestaan. Dit heeft gevolgen die leiden tot inherente onzekerheden en schattingsrisico's in deze omzet van instellingen, die naar beste weten zijn geschat door de Raad van Bestuur van Stichting Cosis en verwerkt in de jaarrekening, maar die tot nagekomen effecten kunnen leiden in volgend jaar. Hieraan ligt een aantal zaken ten grondslag, waaronder het feit dat per gemeente andere producten zijn afgesproken en separate voorwaarden gelden (tijdige aanwezigheid van een geldige beschikking, woonplaatsbeginsel, feitelijke zorglevering, retourberichten iWmo e.d.).
Daarnaast is er gestreefd naar een finale afrekening resp. landelijke verantwoording van de zorg aan alle gemeenten waar een contracteringsrelatie mee heeft op basis van het landelijke accountantsprotocol iSociaaldomein. Dit is niet altijd conform de contractafspraken met de gemeenten. Dit kan ertoe leiden dat de verantwoorde omzet ter discussie kan worden gesteld.
De Stichting heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Stichting Cosis. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. Stichting Cosis betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen.
Daarbij behoort ook een nieuwe berekening van de dekkingsgraad. De 'nieuwe' dekkingsgraad is het
gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. Door een gemiddelde te gebruiken, zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen. In maart 2018 bedroeg de dekkingsgraad 99,8%. Het vereiste niveau van de dekkingsgraad is 124%. Het pensioenfonds verwacht volgens het herstelplan binnen 12 jaar hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Stichting Cosis heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Stichting Cosis heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Financiële baten en lasten
Overheidssubsidies
5.1.4.4 Grondslagen van segmentering
De segmentering is bepaald op basis van de verschillende activiteiten die in de geconsolideerde te maken tussen Stichting Cosis, Stichting Promens Care en Stichting NOVO.
jaarrekening van Stichting Cosis worden verantwoord. Hierbij is de keuze gemaakt om het onderscheid De financiële baten en lasten betreffen van derden en groepsmaatschappijen ontvangen (te ontvangen) en aan derden en groepsmaatschappijen betaalde (te betalen) interest. Tevens is hieronder opgenomen het aandeel van de stichting in het resultaat van de op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen danwel ontvangen dividenden van deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend en waardeveranderingen van financiële vaste activa en effecten.
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.
Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruit ontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de groep zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door de groep gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de winst-en-verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies ter compensatie van de groep voor de kosten van een actief worden systematisch in de winst-en-verliesrekening opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief. Een krediet afgesloten tegen een lagere rente dan de marktrente, wordt als schuld in de balans opgenomen waarbij waardering plaatsvindt zoals opgenomen onder Financiële instrumenten. Het verschil tussen het hogere ontvangen bedrag van het krediet en de boekwaarde bij eerste verwerking betreft het voordeel als gevolg van de lagere rente. Dit voordeel wordt verwerkt als overheidssubsidie.
Materiële vaste activa worden vanaf het moment van gereedheid voor ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven.
Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast.
Afschrijvingen op materiële vaste activa
5.1.4.5 Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht
5.1.4.6 Financiële instrumenten en risicobeheersing
Liquiditeitsrisico
5.1.4.7 Grondslagen voor gebeurtenissen na balansdatum
5.1.4.8 Waarderingsgrondslagen WNT
De stichting bewaakt de liquiditeitspositie. Het management ziet er op toe dat steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen van de stichting te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft, zodat de stichting steeds binnen de gestelde lening convenanten kan blijven voldoen.
Marktrisico
Er is geen sprake van valutarisico aangezien Stichting Cosis enkel werkzaam is binnen Nederland. Er is tevens geen sprake van een prijsrisico.
De Stichting loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan kredietinstellingen). Voor vorderingen en schulden met variabele
renteafspraken loopt Stichting risico ten aanzien van toekomstige kasstromen; met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Stichting risico’s over de reële waarde als gevolg van wijzigingen in de
marktrente.
Met betrekking tot de vorderingen worden geen financiële derivaten met betrekking tot afdekking van het renterisico gecontracteerd.
Kredietrisico
Stichting Cosis loopt kredietrisico over debiteuren en overige vorderingen en liquide middelen. De vorderingen bestaan voor een belangrijk deel uit vorderingen op gemeenten en zorgverzekeraars en zijn gerelateerd aan de bekostiging van de zorgactiviteiten van Stichting Cosis. Vanuit het treasurybeleid wordt alleen gefinancierd via instellingen met minimaal een Single A rating. Gezien de aard van de post zitten hier geen kredietrisico's aan.
Voor de uitvoering van de Wet normering topinkomens (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de wet- en regelgeving inzake de WNT, waaronder de instellingsspecifieke (sectorale) regels.
Gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum en die blijken tot aan de datum van het opmaken van de jaarrekening worden verwerkt in de jaarrekening.
Gebeurtenissen die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden niet in de jaarrekening verwerkt. Als dergelijke gebeurtenissen van belang zijn voor de oordeelsvorming van de gebruikers van de jaarrekening, worden de aard en de geschatte financiële gevolgen ervan toegelicht in de jaarrekening.
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met een looptijd langer dan drie maanden.
Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen op geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit
investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De geldmiddelen die in de verworven groepsmaatschappij aanwezig zijn, zijn op de aankoopprijs in mindering gebracht. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het
kasstroomoverzicht opgenomen. De waarde van de gerelateerde activa en leaseverplichting zijn in de toelichting van balansposten verantwoord.
Onder de investeringen in materiële vaste activa zijn alleen opgenomen de investeringen waarvoor in 2017 geldmiddelen zijn opgeofferd.
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2017 ACTIVA
1. Materiële vaste activa
31-dec-17 31-dec-16
De specificatie is als volgt: € €
Bedrijfsgebouwen en terreinen 45.925.214 48.363.453
Machines en installaties 674.364 483.650
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 15.112.586 14.570.340 Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 1.074.495 1.386.047
Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa 0 0
Totaal materiële vaste activa 62.786.659 64.803.490
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2017 2016
€ €
Boekwaarde per 1 januari 64.803.490 65.069.576
Bij: investeringen 8.912.699 8.691.281
Bij: herwaarderingen 0 0
Af: afschrijvingen 7.369.689 7.003.286
Af: bijzondere waardeverminderingen 86.058 0
Bij: terugname bijzondere waardeverminderingen 0 0
Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0
Af: desinvesteringen 3.473.783 1.954.081
Boekwaarde per 31 december 62.786.659 64.803.490
Toelichting:
2. Voorraden
De specificatie is als volgt: 31-dec-17 31-dec-16
€ €
Overige voorraden:
Winkelvoorraden 143.242 151.865
Totaal voorraden 143.242 151.865
Toelichting:
Op de voorraden is pandrecht gevestigd als zekerheid gesteld voor de langlopende schulden.
Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6.
Niet alle vaste activa zijn als zekerheid gesteld voor de langlopende schulden. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting van de langlopende leningen, bijlage 5.1.7.
Op de voorraden is geen voorziening voor incourantheid in aftrek gebracht (vorig jaar: nihil).
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2017
3. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot AWBZ / WLZ
t/m 2014 2015 2016 2017 totaal
€ € € € €
Saldo per 1 januari 0 0 651.796 0 651.796
Financieringsverschil boekjaar 3.356.975 3.356.975
Correcties voorgaande jaren 0 0 -15.759 0 -15.759
Betalingen/ontvangsten 0 0 -790.555 0 -790.555
Subtotaal mutatie boekjaar 0 0 -806.314 3.356.975 2.550.661
Saldo per 31 december 0 0 -154.518 3.356.975 3.202.457
Stadium van vaststelling (per erkenning):
GGZ Drenthe 300-1418 c c - -
VG Drenthe 300-1419 c c c a
VG Groningen 300-1420 c c - -
GGZ Groningen 300-1421 c - - -
VG Groningen 300-0300 c c b a
a= interne berekening
b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa
31-dec-17 31-dec-16
€ €
Waarvan gepresenteerd als:
- vorderingen uit hoofde van financieringstekort 3.356.975 651.796
- schulden uit hoofde van financieringsoverschot 154.518 0
3.202.457 651.796
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 31-dec-17 31-dec-16
€ €
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies) 140.736.973 138.079.991
Af: vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget 137.379.998 137.428.195
Totaal financieringsverschil 3.356.975 651.796
Toelichting:
4. Debiteuren en overige vorderingen
De specificatie is als volgt: 31-dec-17 31-dec-16
€ €
Vorderingen op debiteuren 13.219.386 15.448.898
Voorziening debiteuren -127.316 -139.296
13.092.070 15.309.602
Overige vorderingen:
Vrienden van Promens Care 9.921 10.108
Leningen personeel 27.751 16.751
Nog te ontvangen bedragen:
Overige vorderingen: 1.506.853 0
Overige overlopende activa:
Subsidie extramurale behandeling 67.459 1.419
Subsidieregelingen Wlz 0 421.383
Overige 2.844.189 2.375.978
Totaal debiteuren en overige vorderingen 17.548.243 18.135.241
Toelichting:
De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 127.316 (2016: € 139.296).
In de overige vorderingen is begrepen een bedrag van € 0,4 miljoen (2016 € 0,4 miljoen) met een resterende looptijd langer dan 1 jaar.
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2017 ACTIVA
5. Liquide middelen
De specificatie is als volgt: 31-dec-17 31-dec-16
€ €
Bankrekeningen 79.223.092 79.647.743
Kassen 131.686 118.640
Totaal liquide middelen 79.354.778 79.766.383
Toelichting:
20.985.379 Er staat een bedrag van € 145.242 niet ter vrije beschikking wegens afgegeven bankgaranties. De looptijd van de bankgaranties is
gekoppeld aan de huurperiode.
De overige liquide middelen zijn vrij beschikbaar.
In de liquide middelen zijn deposito's tot een bedrag van€ 15.000.000 begrepen, met 31 dagen wachttijd en een deposito van € 21.000.000 waarvan € 13.000.000 direct opeisbaar is en € 8.000.000 met een wachttijd van 31 dagen opneembaar is.
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2017 PASSIVA
6. Groepsvermogen
Het groepsvermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-17 31-dec-16
€ €
Kapitaal 66.741 66.741
Bestemmingsreserves 17.318.498 17.708.841
Bestemmingsfondsen 85.332.703 76.716.578
Algemene en overige reserves 975.295 959.901
Totaal groepsvermogen 103.693.237 95.452.061
Kapitaal
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2017 bestemming mutaties 31-dec-2017
€ € € €
Kapitaal 66.741 0 0 66.741
Totaal kapitaal 66.741 0 0 66.741
Bestemmingsreserves
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2017 bestemming mutaties 31-dec-2017
€ € € €
Bestemmingsreserves:
Egalisatie afschrijvingen 1.756.000 0 0 1.756.000
Inventaris 2.445.000 0 0 2.445.000
Innovatie Zorg- en Dienstverleningsaanbod 1.300.000 0 0 1.300.000
Stelselwijziging zorglandschap 7.490.000 0 0 7.490.000
Versterken en transformeren organisatie 4.717.841 -390.343 0 4.327.498
Totaal bestemmingsreserves 17.708.841 -390.343 0 17.318.498
Bestemmingsfondsen
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2017 bestemming mutaties 31-dec-2017
€ € € €
Bestemmingsfondsen:
Reserve aanvaardbare kosten 76.716.578 8.616.125 0 85.332.703
Totaal bestemmingsfondsen 76.716.578 8.616.125 0 85.332.703
Algemene en overige reserves
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2017 bestemming mutaties 31-dec-2017
€ € € €
Algemene reserves:
NOVO legaat 55.000 0 0 55.000
Stg.Kassei 81.670 0 0 81.670
Promens Care 823.231 15.394 0 838.625
Totaal algemene en overige reserves 959.901 15.394 0 975.295
Toelichting:
Het vermogen zal worden ingezet ten behoeve van de algemene ontwikkeling van cliënten, daar waar geen financiering
Overzicht van het totaalresultaat van de instelling
31-dec-17 31-dec-16
€ €
Geconsolideerd netto-resultaat (na belastingen) toekomend aan de instelling 8.241.176 4.947.462
Totaalresultaat van de instelling 8.241.176 4.947.462
vanuit publieke middelen mogelijk is.
De algemene reserves zijn ontstaan bij de vorming van de rechtspersonen, bij de rechtsvoorgangers van Promens Care en door ontvangst van een legaat in het verre verleden door de Stichting NOVO.
Met ingang van 2012 wordt de algemene reserve van Promens Care in stand gehouden door toevoeging van rente.
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2017 PASSIVA
7. Voorzieningen
Saldo per Dotatie Onttrekking Vrijval Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2017 31-dec-2017
€ € € € €
Voorziening jubileumverplichtingen 2.636.964 755.657 138.193 0 3.254.428
Voorziening groot onderhoud 5.529.302 619.884 206.016 193.297 5.749.873
Voorziening levensfase 4.249.130 222.688 842.485 84.848 3.544.485
Voorziening langdurig zieken 438.318 304.856 0 114.874 628.300
Voorziening generatiepact 0 692.434 0 0 692.434
Voorziening herpositionering vastgoed 2.641.721 0 0 2.641.721 0
Totaal voorzieningen 15.495.435 2.595.519 1.186.694 3.034.740 13.869.520
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:
31-dec-17
€
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 3.623.627
Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 10.245.893
hiervan > 5 jaar 4.135.384
Toelichting per categorie voorziening:
8. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
De specificatie is als volgt: 31-dec-17 31-dec-16
€ €
Schulden aan banken 8.835.165 12.527.141
Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) 8.835.165 12.527.141
Het verloop is als volgt weer te geven: 2017 2016
€ €
Stand per 1 januari 13.980.497 15.103.153
Bij: nieuwe leningen 0 0
Af: aflossingen 2.652.997 1.122.655
Stand per 31 december 11.327.500 13.980.498
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 2.492.335 1.453.357
Stand langlopende schulden per 31 december 8.835.165 12.527.141
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:
31-dec-17 31-dec-16
€ €
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 2.492.335 1.453.357 Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 8.835.165 12.527.141
hiervan > 5 jaar 6.180.960 9.385.753
In de jaarrekening 2016 was een voorziening herpositionering vastgoed getroffen als gevolg van de wijziging van de
bekostigingsregels in de Wlz en de decentralisatie naar het sociaal domein. Als gevolg hiervan was vanaf 2011 een risico ontstaan ten aanzien van de dekking van de kapitaallasten. In 2011 is hiervoor een voorziening voor huurlocaties getroffen, die jaarlijks is herijkt.
De impact van de wijziging in bekostiging in de Wlz en de decentralisatie heeft zich de afgelopen jaren uitgekristalliseerd. Stichting Cosis heeft de afgelopen jaren gebruikt om de exploitatie in lijn te brengen met de vergoeding die hiervoor ontvangen wordt en daar waar nodig de huisvestingscomponent. Om deze redenen bedraagt het saldo van de voorziening per 31 december 2017 € 0.
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2017
9. Overige kortlopende schulden
De specificatie is als volgt: 31-dec-17 31-dec-16
€ €
Crediteuren 5.802.291 5.824.730
Aflossingsverplichtingen komend boekjaar langlopende leningen 2.492.335 1.453.357
Belastingen en premies sociale verzekeringen 6.014.558 5.476.352
Schulden terzake pensioenen 1.347.249 1.358.547
Nog te betalen salarissen 376.362 469.914
Vakantiegeld 4.296.784 3.976.025
Overige schulden:
BTW 62.066 3.410
Vorderingen op verbonden partijen 0 0
Nog te betalen kosten:
Rente 133.629 177.578
Reservering vakantie&PBL-uren 8.811.741 6.919.535
Overige schulden 1.650.896 448.472
Nog te verrekenen met bewoners 25.486 26.800
Overige overlopende passiva:
Overlopende posten 5.608.307 13.899.418
Subsidie regeling extramurale behandeling 15.754 0
Totaal overige kortlopende schulden 36.637.457 40.034.138
Toelichting:
Alle kortlopende verplichtingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar, behalve de gereserveerde uren PBL.
In 2016 heeft stichting Cosis een reservering getroffen ten behoeve van de nabetaling ORT over velofuren genoten in het verleden.
In 2017 heeft uitbetaling plaats gevonden en resteert nog een beperkt bedrag ten behoeve van medewerkers uit dienst.
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2017
10. Niet in de balans opgenomen regelingen
Operational lease 31-dec-17
Ultimo boekjaar zijn de verplichtingen uit hoofde van operational leases als volgt te specificeren: €
Looptijd tot 1 jaar 50.544
Looptijd van 1 jaar tot 5 jaar 62.477
113.021 Huren
Op balansdatum heeft Stichting Cosis uit hoofde van huurcontracten de volgende verplichtingen. 31-dec-17
Tevens is aangegeven wat de looptijd van de verplichtingen is. €
Contracten tot 1 jaar 13.762.753
Contracten van 1 tot 5 jaar 27.177.241
Contracten langer dan 5 jaar 25.884.533
66.824.527
Garanties
Door de ABN AMRO bank zijn 6 bankgaranties afgegeven:
Het gaat hierbij om de volgende huurpanden: €
Gelkingestraat 22 Groningen 8.171
Bottelroosstraat 5 Groningen 6.259
Driemolenslaan 88 Muntendam Muntendam 5.672
Lijzijde 12 Groningen Groningen 2.422
Friesestraat 64 Coevorden 8.709
Norgerweg 2d Roden 24.802
56.035
Door de Rabobank Noord-Drenthe zijn 7 garanties afgegeven:
Het gaat hierbij om de volgende huurpanden: €
Eekhorstweg 4 Meppel 25.363
Geesbrug 81 Oosterhesselen 15.667
Angelsloërdijk 29E Emmen 15.419
Weerdingerstraat 84 Emmen 13.620
Noordbargerstraat 37 Emmen 11.000
Houtweg 101 Emmen 5.600
Ripperdalaan 7 Groningen 2.538
89.207
145.242
Obligoverplichting Waarborgfonds voor de Zorgsector
Stichting Cosis heeft voor opgenomen leningen, met een restschuld ultimo 2017 van in totaal € 7.698.111 borging van het Waarborgfonds voor de Zorgsector ontvangen. Indien Stichting Cosis onverhoopt niet meer in staat zou zijn aan haar rente- en aflossingsverplichtingen van deze schulden te voldoen, neemt het Waarborgfonds deze verplichting over. Het Waarborgfonds beschikt hiertoe over een ruim risicovermogen.
Als het Waarborgfonds niet meer aan haar uit borging voortkomende verplichtingen kan voldoen, kan Stichting Cosis worden verplicht om maximaal 3% van de restschuld van haar geborgde leningen als renteloze lening aan het Waarborgfonds te verstrekken. Dit bedraagt per ultimo 2017 € 230.943.
Fiscale eenheid:
Stichting Cosis maakt per 1 juli 2015 onderdeel uit van een fiscale eenheid omzetbelasting met Stichting NOVO en Stichting Promens Care en is uit dien hoofde hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de fiscale eenheid. Ultimo 2017 bedraagt de schuld van de fiscale eenheid totaal € 62.066.
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA
Andere vaste Materiële vaste bedrijfs- bedrijfsactiva in
middelen, uitvoering en Niet aan het Bedrijfs- technische en vooruitbetalingen bedrijfsproces
gebouwen en Machines en administratieve op materiële dienstbare Totaal terreinen installaties uitrusting vaste activa materiële activa
€ € € € € €
Stand per 1 januari 2017
- aanschafwaarde 95.416.667 759.354 32.065.318 1.386.047 0 129.627.386
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 47.053.214 275.704 17.494.978 0 0 64.823.896
Boekwaarde per 1 januari 2017 48.363.453 483.650 14.570.340 1.386.047 0 64.803.490
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 3.013.946 238.782 4.585.476 1.074.495 0 8.912.699
- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 3.669.870 47.172 3.652.647 0 0 7.369.689
- bijzondere waardeverminderingen 86.058 0 0 0 0 86.058
- terugname bijz. waardeverminderingen 0 0 0 0 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 677.456 0 1.717.095 0 0 2.394.551
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 677.456 0 1.717.095 0 0 2.394.551
- desinvesteringen
aanschafwaarde 3.761.260 2.392 1.647.085 1.386.047 * 0 6.796.784
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 2.065.003 1.496 1.256.502 0 0 3.323.001
per saldo 1.696.257 896 390.583 1.386.047 0 3.473.783
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -2.438.239 190.714 542.246 -311.552 0 -2.016.831
Stand per 31 december 2017
- aanschafwaarde 93.905.839 995.744 33.286.614 1.074.495 0 129.262.692
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 47.980.625 321.380 18.174.028 0 0 66.476.033
Boekwaarde per 31 december 2017 45.925.214 674.364 15.112.586 1.074.495 0 62.786.659
Afschrijvingspercentage 0 - 20% 5,0% 10 - 20% 0% n.v.t.
Van de afschrijvingskosten van € 7.369.689 wordt € 118.225 niet ten laste van het resultaat gebracht maar ten laste van de voorziening.
Vooruitlopend op het opgaan van Stichting Novo en Stichting Promens Care in Stichting Cosis per 1 januari 2018, heeft in 2017 harmonisatie plaatsgevonden in de rubricering in de beginbalans.
De volledige activa administratie is hierbij kritisch doorgenomen, waardoor de aanschafwaarde en cumulatieve afschrijvingen zijn gecorrigeerd. Deze
BIJLAGE
5.1.7 Overzicht langlopende schulden ultimo 2017
Leninggever Datum Hoofdsom
Totale loop-
tijd
Soort lening
Werke- lijke- rente
Restschuld 31 december
2016
Nieuwe leningen in
2017
Aflossing in 2017
Restschuld 31 december
2017
Restschuld over 5 jaar
Resterende looptijd in jaren eind
2017
Aflos- sings- wijze
Aflos-sing 2018
Gestelde zekerheden
€ % € € € € €
Ned waterschapsbank 1-mrt-07 923.428 22 hypotheek 3,96% 545.662 0 545.662 0 0 0 lineair 0 rijksgarantie
BNG 97419 2-jun-03 733.763 40 hypotheek 2,47% 660.386 0 24.459 635.927 513.632 26 lineair 24.459 rijksgarantie
ABN-AMRO 1-jun-07 2.000.000 25 hypotheek 4,43% 1.280.000 0 1.280.000 0 0 0 lineair 0 WfZ
Ned waterschapsbank 15-okt-08 1.900.000 40 hypotheek 4,61% 1.520.000 0 47.500 1.472.500 0 1 lineair 1.472.500 WfZ
BNG 40105591 15-jun-10 4.000.000 30 hypotheek 3,26% 3.166.667 0 133.333 3.033.334 2.366.669 23 lineair 133.333 WfZ
BNG 2-aug-13 1.700.938 16 hypotheek 2,67% 1.399.231 0 100.569 1.298.662 795.817 13 variabel 100.569 rijksgarantie
Bank Ned.Gemeenten 27-nov-07 3.000.000 20 hypotheek 4,27% 1.656.905 0 150.628 1.506.277 753.137 10 variabel 150.628 WfZ
Bank Ned.Gemeenten 28-nov-06 3.000.000 20 hypotheek 3,30% 1.500.000 0 150.000 1.350.000 600.000 9 lineair 150.000 WfZ
Bank Ned.Gemeenten 4-sep-06 351.588 13 hypotheek 4,22% 81.135 0 27.045 54.090 0 2 lineair 27.045 Staat der Ned.
Bank Ned.Gemeenten 2-okt-08 2.669.011 24 hypotheek 4,75% 468.335 0 42.576 425.759 212.879 10 lineair 42.576 Staat der Ned.
ASN 25-mei-99 2.942.765 40 hypotheek 4,50% 1.270.176 0 55.225 1.214.951 938.826 22 lineair 55.225 Staat der Ned.
BNG 27-jun-06 1.200.000 13 hypotheek 4,80% 432.000 0 96.000 336.000 0 1 variabel 336.000 WfZ
Totaal 13.980.497 0 2.652.997 11.327.500 6.180.960 2.492.335
De verstrekte zekerheden voor de opgenomen leningen met WfZ borgstelling luiden als volgt:
• 1e hypothecaire inschrijving ad € 13.100.000 gezamelijk door het WfZ op al het onroerend goed, met uitzondering van:
- W1617, Lauwers 17 te Assen (nieuwbouw) - X1177, Smetanalaan 536 te Assen (nieuwbouw)
5.1.8 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING
5.1.8.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2017
Stichting Cosis
2017 2016
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Opbrengsten zorgprestaties (en maatschappelijke ondersteuning) 0 0
Subsidies 389.646 0
Overige bedrijfsopbrengsten 40.862.784 37.216.339
Som der bedrijfsopbrengsten 41.252.430 37.216.339
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 31.230.581 26.655.505
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 403.505 135.615
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 0 0
Overige bedrijfskosten 9.608.156 10.424.415
Som der bedrijfslasten 41.242.241 37.215.535
BEDRIJFSRESULTAAT 10.189 804
Financiële baten en lasten -10.189 -804
RESULTAAT BOEKJAAR 0 0
5.1.8.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2017
Stichting NOVO
2017 2016
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Opbrengsten zorgprestaties (en maatschappelijke ondersteuning) 87.144.161 81.677.432
Subsidies 87.410 805.200
Overige bedrijfsopbrengsten 983.244 977.997
Som der bedrijfsopbrengsten 88.214.816 83.460.629
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 61.740.247 54.990.902
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 2.765.964 2.878.007
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 86.058 0
Overige bedrijfskosten 20.966.599 22.775.610
Som der bedrijfslasten 85.558.869 80.644.519
BEDRIJFSRESULTAAT 2.655.948 2.816.109
Financiële baten en lasten -261.016 -257.375
RESULTAAT BOEKJAAR 2.394.932 2.558.734
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2017 2016
€ €
Toevoeging/(onttrekking):
Reserve aanvaardbare kosten 2.582.935 2.786.955
Stelselwijziging zorglandschap 0 0
Versterken en transformeren organisatie -188.003 -228.221
Algemene reserves Kassei 0 0
Algemene reserves Huize Bartje 0 0
2.394.932 2.558.734
5.1.8.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2017
Stichting Promens Care
2017 2016
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Opbrengsten zorgprestaties (en maatschappelijke ondersteuning) 118.555.064 108.933.250
Subsidies 2.300.908 3.429.488
Overige bedrijfsopbrengsten 1.395.042 1.238.290
Som der bedrijfsopbrengsten 122.251.014 113.601.028
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 87.288.845 79.071.817
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 4.081.995 3.989.664
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 0 0
Overige bedrijfskosten 24.837.137 28.026.182
Som der bedrijfslasten 116.207.977 111.087.663
BEDRIJFSRESULTAAT 6.043.037 2.513.366
Financiële baten en lasten -196.792 -124.639
RESULTAAT BOEKJAAR 5.846.245 2.388.727
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2017 2016
€ €
Toevoeging/(onttrekking):
Reserve aanvaardbare kosten 6.033.191 2.675.304
Bestemmingsreserve stelselwijziging zorglandschap 0 0
Bestemmingsreserve versterken en transformeren organisatie -202.340 -289.938
Algemene / overige reserves 15.394 3.361
5.846.245 2.388.727
5.1.8.2 AANSLUITING TOTAAL RESULTAAT MET RESULTAAT SEGMENTEN
2017 2016
€ €
Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen:
Stichting Cosis 0 0
Stichting NOVO 2.394.932 2.558.734
Stichting Promens Care 5.846.245 2.388.727
8.241.176 4.947.462
Resultaat volgens geconsolideerde resultatenrekening 8.241.176 4.947.462