• No results found

Boomtechnisch onderzoek. 51 bomen Brugstraat, Tilburg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Boomtechnisch onderzoek. 51 bomen Brugstraat, Tilburg"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Boomtechnisch onderzoek

51 bomen

Brugstraat, Tilburg

(2)

OPDRACHTGEVER Gemeente Tilburg

PROJECTCODE 17232

STATUS RAPPORTAGE Definitief

DATUM RAPPORTAGE 24 mei 2017

PROJECTTEAM

R. van Wageningen, projectleider H.L. Sloots, senior adviseur

A. Lakerveld, adviseur

(3)

INLEIDING

In opdracht van de Gemeente Tilburg, afdeling Ruimtelijke Uitvoering, de heer R.J. Mulder, heeft Bomenwacht Nederland een boomtechnisch onderzoek uitgevoerd bij 51 bomen aan de Brugstraat te Tilburg.

Aanleiding van dit onderzoek vormt het voorgenomen revitaliseringsplan c.q. groot onderhoud binnen de gemeente Tilburg.

De doelstelling van het onderzoek is meerledig. Ten eerste dient de kwaliteit van de bomen in de huidige situatie te worden vastgesteld. Ten tweede dient voor de bomen een

beheervisie te worden geformuleerd. Ten derde dient de verplantbaarheid van de bomen bovengronds te worden beoordeeld. Ten slotte dient ten aanzien van de aspecten veiligheid, onderhoud en verplantbaarheid een (gericht c.q. indicatief) advies te worden verstrekt.

Het onderzoek is uitgevoerd op 22 mei 2017 door A. Lakerveld, boomtechnisch adviseur bij Bomenwacht Nederland.

(4)

Impressie van de onderzoeksbomen.

(5)

SITUATIE

De locatie van de onderzoeksbomen is de Brugstraat te Tilburg. De bomen zijn in rijverband aangeplant. Aan de oostzijde van de straat staan de bomen in de heesterbeplanting, aan de westzijde in het ruwe gras.

De volgende grafieken geven weer hoe het beoordeelde bomenbestand is opgebouwd.

Niet aanwezig Niet te beoordelen Betula pendula Quercus robur

0 10 20 30 40 50 60

Boomsoort

Aantal bomen

Sortiment

Niet aanwezig Niet te beoordelen

> 100 cm 50-100 cm 30-50 cm 20-30 cm

< 20 cm

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45

Stamdiameterklasse

Aantal bomen

Stamdiameter

(6)

ONDERZOEKSMETHODE

KWALITEITSBEOORDELING

De kwaliteit van elke onderzoeksboom is vastgesteld aan de hand van drie aspecten:

conditie, veiligheid en beheerbaarheid.

Bij de conditiebeoordeling is met name gekeken naar de scheutlengte, de kroonstructuur en de bladgrootte, -kleur en -bezetting. Tevens is er gelet op symptomen die wijzen op een aantasting (bijvoorbeeld door een insect of bacterie).

Bij de beoordeling van de veiligheid is gekeken naar biologische en mechanische aspecten die van invloed kunnen zijn op de stabiliteit en breukveiligheid van de boom.

Voorbeelden hiervan zijn schimmelaantastingen, holten, zware takken en plakoksels.

Deze kunnen leiden tot een verhoogde kans op stambreuk, takbreuk en/of windworp.

De beheerbaarheid van elke onderzoeksboom is beoordeeld aan de hand van diverse factoren. Naast de conditie en veiligheid zijn onder andere ook de standplaats, de boomsoort, de resterende levensduur en het beoogde eindbeeld bepalend.

Naar aanleiding van de kwaliteitsbeoordeling is een advies opgesteld met veiligheids- en onderhoudsmaatregelen. Indien actieve veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn om de risico’s voor de omgeving te minimaliseren, is de boom benoemd als risicoboom. Vergen de afwijkingen in de huidige situatie (nog) geen actieve maatregelen maar is jaarlijkse inspectie wel gewenst, dan is de boom als attentieboom aangemerkt.

BEHEERVISIE

Bij de beheervisie zijn de onderzoeksbomen op basis van hun huidige kwaliteit en eventuele beheerproblemen ingedeeld in een aantal beheercategorieën. Er is daarbij vooral gekeken naar de toekomstkansen voor de bomen en de mogelijkheden om ze in (een eventuele nieuwe inrichting van) het gebied een duurzame plaats te geven.

Binnen de beheervisie wordt onderscheid gemaakt tussen bomen met een goede en een slechte toekomstverwachting. Bij een goede toekomstverwachting is het zeer wenselijk de betreffende bomen te handhaven, zodat ze gedurende langere tijd een positieve bijdrage kunnen leveren aan het omgevingskarakter. Bij bomen met een slechte toekomst-

verwachting wordt handhaving tijdens en na de werkzaamheden als ongewenst beschouwd.

Door deze bomen te verwijderen, kan ruimte worden gecreëerd voor nieuwe ontwikkelingen.

BOVENGRONDSE VERPLANTBAARHEIDSBEOORDELING

Van elke boom is de verplantbaarheid beoordeeld. Door middel van een indicatieve bovengrondse beoordeling is gekeken naar de (boom)technische uitvoerbaarheid van een eventuele verplanting. Daarbij is onder meer gelet op conditie en veiligheidsrisico’s, boomstructuur, boomsoort, resterende levensduur en standplaatsomstandigheden.

Op basis van deze bovengrondse beoordeling is een indicatief advies opgesteld over de verplantbaarheid van de onderzoeksbomen. Indien relevant wordt bij het advies

aangegeven welke maatregelen en/of randvoorwaarden in acht moeten worden genomen bij het uitvoeren van een eventuele verplanting.

(7)

RESULTATEN

KWALITEITSBEOORDELING

Hieronder worden de resultaten van de kwaliteitsbeoordeling besproken.

Per boom zijn de resultaten terug te vinden op het registratieformulier in bijlage B.

CONDITIE

De volgende grafiek geeft weer hoe de conditie van de bomen is beoordeeld.

Uit de grafiek blijkt dat de conditie bij 43 bomen als voldoende is beoordeeld.

Van 7 bomen is de conditie als onvoldoende aangemerkt. Deze bomen vertonen een stagnerende groei, waardoor het kroonvolume niet meer zal toenemen.

Bij 1 boom is de conditie als slecht beoordeeld. Deze boom vertoont ernstige afstervings- verschijnselen, waardoor het kroonvolume fors zal afnemen.

Niet aanwezig Niet te beoordelen Goed Voldoende Onvoldoende Slecht Afgestorven

0 10 20 30 40 50

Conditie

Aantal bomen

Conditie

(8)

VEILIGHEID

De volgende grafiek geeft weer hoe de veiligheid van de bomen is beoordeeld.

Uit de grafiek blijkt dat de veiligheid bij 2 bomen als voldoende is beoordeeld. Deze bomen vertonen geen noemenswaardige afwijkingen in het kader van de veiligheid en vereisen dan ook geen gerichte veiligheidsmaatregelen.

Bij 43 bomen is de veiligheid als onvoldoende beoordeeld. Deze bomen vertonen afwijkingen die in de huidige situatie een veiligheidsrisico met zich meebrengen. In alle gevallen gaat het om de aanwezigheid van grof dood hout in de kroon. Dit dode hout kan gemakkelijk uitbreken en daarbij schade of letsel veroorzaken. 1 van deze bomen (nummer 49) vertoont bovendien ernstige afstervingsverschijnselen.

Gelet op de veiligheidsrisico’s zijn deze 43 bomen als risicoboom geclassificeerd. Om het gevaar weg te nemen, zijn actieve maatregelen noodzakelijk (zie Conclusie en advies).

Daarnaast kon bij 6 bomen de veiligheid niet (volledig) worden beoordeeld. Deze bomen zijn (bijna) tot in de kroon begroeid met klimop.

Niet aanwezig Niet te beoordelen Nader onderzoeken Goed Voldoende Matig Onvoldoende Slecht Onhoudbaar

0 10 20 30 40 50

Veiligheid

Aantal bomen

Veiligheid

(9)

BEHEERBAARHEID

De volgende grafiek geeft weer hoe de beheerbaarheid van de bomen is beoordeeld.

Uit de grafiek blijkt dat de beheerbaarheid bij 34 bomen als voldoende is beoordeeld.

Bij 10 bomen is de beheerbaarheid als onvoldoende aangemerkt. Deze bomen vertonen veelal een stagnerende groei. Ook is bij enkele bomen een eenzijdige kroonopbouw waargenomen. Op langere termijn zal duurzaam beheer niet meer mogelijk zijn.

Van 1 boom (nummer 49) is de beheerbaarheid als slecht beoordeeld. Deze boom vertoont ernstige afstervingsverschijnselen. Duurzaam beheer is niet meer aan de orde.

Daarnaast kon bij 6 bomen de beheerbaarheid niet (volledig) worden beoordeeld vanwege de begroeiing met klimop.

Niet aanwezig Niet te beoordelen Nader onderzoeken Goed Voldoende Onvoldoende Slecht Onhoudbaar

0 5 10 15 20 25 30 35 40

Beheerbaarheid

Aantal bomen

Beheerbaarheid

(10)

Stagnerende groei (boom 51). Afstervingsverschijnselen (boom 49).

Boom met klimopbegroeiing. Eenzijdige kroonontwikkeling (boom 44).

(11)

KWALITEITSBEPALING

Op basis van de conditie, veiligheid en beheerbaarheid is de kwaliteit van de onderzoeksbomen bepaald.

De volgende grafiek laat zien hoe de bomen verdeeld zijn over de diverse kwaliteits- categorieën.

Niet aanwezig Niet te beoordelen Nader onderzoeken Voldoende Matig Slecht

0 10 20 30 40 50

Kwaliteitscategorie

Aantal bomen

Kwaliteit

(12)

RESULTATEN BEHEERVISIE

De onderzoeksbomen zijn op basis van hun huidige kwaliteit en eventuele beheerproblemen ingedeeld in een aantal beheercategorieën. Deze worden hieronder besproken.

Per boom zijn de resultaten terug te vinden op het registratieformulier in bijlage B.

De volgende grafiek laat zien hoe de bomen verdeeld zijn over de diverse beheer- categorieën.

Bij 34 bomen is handhaving gewenst vanuit boomtechnisch oogpunt. Het betreft hier bomen die voldoende groeien en waarbij geen afwijkingen zijn gesignaleerd die in de toekomst voor (ernstige) beheerproblemen kunnen zorgen.

8 bomen vallen in de categorie ‘duurzaam beheer op langere termijn niet mogelijk’. Bij deze bomen is veelal sprake van een stagnerende groei.

Voor 1 boom (nummer 49) geldt dat handhaving ongewenst is vanwege een slechte kwaliteit. Deze boom vertoont ernstige afstervingsverschijnselen.

Voor 2 bomen (nummers 35 en 44) geldt dat handhaving ongewenst is vanwege

concurrentie van nevenstaande bomen. Als gevolg van het concurrentieprobleem hebben beide bomen een eenzijdige kroon ontwikkeld.

Ten slotte kan voor 6 bomen geen beheervisie worden gegeven. Deze bomen zijn begroeid met klimop, waardoor geen volledige beoordeling heeft kunnen plaatsvinden.

1 2

8

34 6

Beheercategorieën Handhaving ongewenst vanwege slechte kwaliteit

Handhaving ongewenst vanwege beperkte toekomstverwachting Handhaving ongewenst vanwege concurrentie nevenstaande boom Duurzaam beheer op langere termijn niet mogelijk

Handhaving gewenst vanuit boomtechnisch oogpunt Handhaving gewenst, wel zijn gerichte maatregelen noodzakelijk Nader onderzoeken

Niet te beoordelen

Niet aanwezig

(13)

RESULTATEN BOVENGRONDSE

VERPLANTBAARHEIDSBEOORDELING

Hieronder worden de resultaten van de bovengrondse verplantbaarheidsbeoordeling besproken.

Per boom zijn de resultaten terug te vinden op het registratieformulier in bijlage B.

Op basis van de beoordeling wordt bij alle 51 bomen een verplanting als zeer slecht uitvoerbaar beschouwd. Als soort laten de zomereik en de berk zich in het algemeen moeilijk verplanten, zeker wanneer er sprake is van conditieproblemen. Daarnaast vormt de aanwezigheid van diverse ondergrondse kabels een belemmering bij het prepareren van een toereikende verplantingskluit. Aan de oostzijde van de straat bevinden zich op 150 cm uit het hart van de bomenrij een middenspanningskabel en een datatransportkabel. Ook aan de westzijde van de straat ligt een datatransportkabel, op circa 100 cm uit het hart van de bomenrij.

(14)

CONCLUSIE EN ADVIES

Op basis van de resultaten van het onderzoek volgen hieronder de conclusie en het advies.

KWALITEIT EN BEHEERVISIE

Kwaliteit

Bij het merendeel van de bomen (44 stuks) is de kwaliteit als matig beoordeeld. Dit hangt veelal samen met de vorming van grof dood hout in de kroon. Ook is bij diverse bomen sprake van een stagnerende groei en kampen enkele bomen met concurrentieproblemen.

Van 1 boom (nummer 49) is de kwaliteit als slecht beoordeeld. Deze boom vertoont ernstige afstervingsverschijnselen.

Bij 6 bomen kon de kwaliteit niet worden beoordeeld vanwege gedeeltelijke begroeiing met klimop. Na verwijdering van de klimop dient een hercontrole plaats te vinden om alsnog de kwaliteit te kunnen vaststellen.

Beheervisie

Voor 34 bomen geldt dat handhaving vanuit boomtechnisch oogpunt gewenst is. Het betreft hier bomen die voldoende groeien en waarbij geen afwijkingen zijn gesignaleerd die in de toekomst voor (ernstige) beheerproblemen kunnen zorgen.

Bij 8 bomen is duurzaam beheer op langere termijn niet mogelijk. Veelal is bij deze bomen sprake van een stagnerende groei.

Voor 3 bomen geldt dat handhaving ongewenst is vanwege een slechte kwaliteit of concurrentieproblemen.

Voor de 6 bomen met klimopbegroeiing kan geen beheervisie worden gegeven.

Veiligheidsmaatregelen

Voor de bomen worden de volgende veiligheidsmaatregelen geadviseerd:

 Bij 43 bomen dient op korte termijn (binnen 6 maanden) het grove dode hout uit de kroon te worden verwijderd.

 Bij 6 bomen dient op korte termijn (binnen 6 maanden) een hercontrole plaats te vinden.

 1 boom (nummer 49) dient jaarlijks visueel te worden geïnspecteerd, met extra aandacht voor de gesignaleerde afstervingsverschijnselen.

(15)

Onderhoudsmaatregelen

Bij 49 bomen is sprake van een regulier boombeeld. Deze bomen komen in aanmerking voor een snoeibeurt. Bij 1 boom gaat het om begeleidingssnoei, bij de andere 48 bomen om onderhoudssnoei.

De 2 bomen met een aanvaard boombeeld hoeven nu niet te worden gesnoeid, deze zijn op beeld.

Bij 6 bomen is klimopbegroeiing aangetroffen. Deze klimplanten dienen verwijderd te worden, zodat de geadviseerde hercontrole kan worden uitgevoerd.

Ten slotte geldt voor 1 boom (nummer 49) dat een beslissing dient te worden genomen over het al dan niet handhaven van de boom. Het betreft het exemplaar met ernstige afstervings- verschijnselen. Wordt deze boom (vooralsnog) gehandhaafd, dan blijven wel de geadviseerde veiligheids- en snoeimaatregelen van kracht.

VERPLANTBAARHEID

Op basis van de bovengrondse beoordeling verstrekken wij een indicatief advies over de verplantbaarheid van de onderzoeksbomen.

Als soort laten de zomereik en de berk zich in het algemeen moeilijk verplanten, zeker wanneer er sprake is van conditieproblemen. Bovendien is geconstateerd dat er bij alle 51 onderzoeksbomen sprake is van ondergrondse kabels binnen de afmetingen van de benodigde verplantingskluit. Het gaat om middenspannings- en datatransportkabels.

Hierdoor is het niet mogelijk een toereikende verplantingskluit te prepareren, ook niet wanneer de kabels op voorhand worden verlegd.

Voor alle 51 bomen geldt dan ook een negatief verplantbaarheidsadvies.

(16)
(17)

BIJLAGEN

BIJLAGE A Overzichtstekening

BIJLAGE B Registratieformulier

(18)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Over 2 jaar dient bij boom 1 opnieuw een nader onderzoek naar de voortgang van de schimmelaantasting te worden uitgevoerd, eerder wordt niet nodig

de boom moet naar het plein.. hier snel het

Ben rijdt met Lijn 3 naar boer Kees.. - Bij de sloot met de

Ben rijdt met Lijn 3 naar boer Kees.. - Bij de sloot met de

Maar de linde met zijn geur, zijn bloemen en muziek, zijn ruige stam en wijde kruin, is mij meer vertrouwd, meer nabij dan de mooiste kathedraal.. Misschien omdat hij

(takken, stam, bladeren...) Welke vruchten zouden er in de boom kunnen hangen..

De Chinese vernisboom (Rinze Hofman en Patrick Spiegeler) staat in Voorschoten, de zevenzonen- boom (Henk Schuitemaker) bevindt zich op een daktuin in Amsterdam, terwijl we de

Het enige wat telt is of de boom in kwestie bruikbaar is voor de locatie waar deze wordt geplant.’ Na enig tegenstribbelen wil Mauritz zijn eigen favoriet wel bekendmaken.. ‘Voor