Op tijd
1. Op tijd 3
2. Een jaar 4
3. Een maand 5
4. Een dag 6
5. Uren, minuten en seconden 9
6. Weet je het nog? 14
7. Filmpje 15
Pluskaarten 16
Bronnen en foto’s 18 Colofon en voorwaarden 19
inhoud
1. Op tijd
Hoe laat begint jouw school?
Ben je altijd op tijd?
Of kom je wel eens te laat?
Dit boek gaat over tijd.
Je leest over het jaar, de maanden, de week, de dagen, de kalender en de klok.
2. Een jaar
Jarig
Wanneer ben je jarig?
Hoe oud word je?
Zes, zeven of acht jaar?
De aarde en de zon
De aarde draait rond de zon (1).
En zo’n rondje duurt precies drie honderd en 65 dagen.
Dan volgt er een nieuw rondje.
Dat wordt een nieuw jaar.
Het rondje rond de zon is een soort klok
Lang
Een jaar, wat is dat?
Een jaar duurt lang.
Het zijn driehonderd en vijf en zestig dagen. (365)
= 1 JAAR
1
3. Een maand
Twaalf maanden
In 1 jaar zitten twaalf maanden.
Kijk eens naar het woord maand.
Zie je het woord maan?
De maan is net als de zon ook een soort klok.
Volle maan
De maan wordt elke maand vol (1).
Een volle maan is mooi rond.
In een jaar zijn 12 volle manen.
Daarom zijn er ook 12 maanden.
In een maand zitten 30 of 31 da- gen. Er is één maand met maar 28 dagen.
1. januari 7. juli
2. februari 8. augustus 3. maart 9. september 4. april 10. oktober 5. mei 11. november 6. juni 12. december
1
De 12 maanden van het jaar:
4. Een dag
Dag en nacht Het is ochtend.
De zon komt op.
Het wordt licht.
Een nieuwe dag begint.
In de avond gaat de zon weer onder.
Het wordt langzaam donker.
Het wordt avond.
In de nacht is het donker De klok
Een dag en nacht duren 24 uur.
Een dag en nacht samen noem je een etmaal.
Daarna begint er een nieuwe dag.
Op de klok staan de 12 uren (1) Zie je de 1 op de klok.
In een etmaal is het twee keer 1 uur.
In de middag is het 1 uur.
In de nacht is het ook een keer 1 uur.
dag
nacht
1
Zeven dagen
Een week heeft zeven dagen.
Het zijn:
1. maandag 2. dinsdag 3. woensdag 4. donderdag 5. vrijdag 6. zaterdag 7. zondag
Op maandag ga je naar school.
Op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag ook.
Op zaterdag en zondag ben je vrij.
In een heel jaar zitten 52 weken.
De dagen van de week zondag
maandag dinsdag woensdag donderdag
vrijdag zaterdag
De kalender
Elke dag krijgt een nummer.
Oktober heeft 31 dagen
Onderaan staan alle dagen van de week
zondag maan- dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag
Zie je deze rij?
Het zijn de vier zaterdagen in oktober.
Zes oktober is op een zondag.
Dit is de naam van de maand.
5. Uren, minuten en seconden
Klok
De tijd meet je met een klok.
Aan de klok zie je, dat de tijd voorbij gaat.
De wijzers bewegen.
Je leest er straks meer over.
Vroeger waren er geen klokken.
Mensen konden toch de tijd meten.
Ze keken naar de zon.
De zon
De zon komt op in de ochtend.
In de avond gaat hij onder.
De zon maakt een boog door de lucht.
Dat kun je op het plaatje zien (1).
Om 12 uur in de middag staat de zon in het midden.
De mensen gebruikten zo de zon als een klok.
ochtend middag
6 uur 6 uur
12 uur
9 uur 3 uur
1
De zonnewijzer
Pim is op het strand.
De zon schijnt fel.
Pim maakt een zonnewijzer.
Het is een soort klok.
Hij steekt een stokje rechtop in het zand.
Achter het stokje is de schaduw.(1) Aan het eind van de schaduw legt Pim een schelp.
Pim gaat de zee in.
Een uur later gaat Pim naar zijn zon- newijzer.
De schaduw van de stok is anders.
De schaduw is op een andere plek.
Pim legt er een andere schelp bij.
Zo kijkt Pim elk uur naar de schaduw.
Op het plaatje zie je de zonnewijzer
van Pim als hij naar huis gaat. (2)
2
1
Torenklok
De eerste klokken zijn groot.
Ze hebben maar één wijzer.
Die geeft alleen de uren aan.
De klok zit boven in de toren (1).
Zo kan iedereen de tijd zien.
De klok heeft tandwielen (2).
Ze draaien.
Door de tandwielen draait ook de wijzer.
Hoe draait dat tandwiel?
Het tandwiel draait door een gewicht (3).
Het gewicht zit aan een touw vast.
Het touw zit aan één tandwiel.
Het gewicht zakt langzaam naar beneden.
Het gewicht is bijna bij de grond.
Iemand trekt het gewicht weer omhoog.
2 1
3
Tik tak
Klokken worden steeds kleiner.
Ze krijgen twee wijzers.
Een kleine wijzer voor de uren.
Een grote wijzer voor de minuten.
De tandwielen zorgen voor een mooi geluid.
De klok krijgt een slinger (1).
Die zwaait heen en weer.
Oude klokken doen tik tak tik tak.
Seconden
Veel later krijgen klokken een derde wijzer.
Die is dun en lang,
Die wijzer draait het snelst.
Het is de seconden-wijzer (2).
Na één rondje van die wijzer zijn er 60 seconden voorbij.
Die 60 seconden zijn een minuut.
1
2
Uren
Het rondje van de grote wijzer is klaar.
Er zijn zestig minuten voorbij
Nu springt ook de kleine wijzer verder.
De wijzer stond op negen uur.
Maar nu springt de wijzer naar 10 uur.
Een uur duurt zestig minuten lang.
De kleine wiizer (2) wijst de uren aan.
Minuten
De grote wijzer (1) wijst de minuten aan.
Na een minuut schuift de grote wijzer een stukje verder.
Dat stukje is een streepje, dat je tussen de cijfer ziet staan.
Zo maakt de grote wijzer een rondje.
Minuut na minuut gaat voorbij.
De grote wijzer maakt een heel rondje.
2
1
6. Weet je het nog?
Je hebt van alles gelezen over tijd.
Op deze bladzijde zie je alles nog één keer op een rijtje.
1 jaar heeft:
365 dagen
12 maanden
52 weken
1 maand heeft:
30 dagen of
31 dagen of
28 dagen
1 minuut heeft:
60 seconden
= 1 JAAR
1 week heeft:
7 dagen
1 uur heeft:
60 minuten 1 dag heeft:
24 uren
7. Filmpje
Bekijk het filmpje Huisje Boompje Beestje
De tijdmachine
http://nl.wikipedia.org/wiki/Tijd
http://nl.wikipedia.org/wiki/Klok_%28tijd%29
Bronnen en foto’s
Dit is een uitgave van E-duboek Website: www.eduboek.nl
© Copyright Age Cnossen 2014
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 ge- stelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden ver- veelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens- bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, op- namen of enige andere manier, zonder voorafgaande schrif- telijke toestemming van de uitgever.
Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.