• No results found

Inspectierapport Kinderdagverblijf Winkies (KDV) Burg.Backxlaan AD Nieuwleusen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Kinderdagverblijf Winkies (KDV) Burg.Backxlaan AD Nieuwleusen"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Kinderdagverblijf Winkies (KDV) Burg.Backxlaan 183

7711AD Nieuwleusen

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen... 4

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang ... 4

Pedagogisch klimaat ... 5

Personeel en groepen... 6

Veiligheid en gezondheid ... 7

Accommodatie en inrichting ... 8

Inspectie-items ...10

Gegevens voorziening ...12

Gegevens toezicht ...12

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ...13

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie.

Dit onderzoek voor registratie is uitgevoerd aangezien er een verzoek tot exploitatie is ingediend bij de gemeente Dalfsen.

Het gaat om het exploiteren van een kinderdagverblijf met maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar.

Beschouwing

Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over

kinderdagverblijf Winkies volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport verder uitgewerkt.

Feiten over kinderdagverblijf Winkies te Nieuwleusen

Kinderdagverblijf Winkies valt onder VOF Kinderdagverblijf Winkies. De houders hebben ook een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang in Hardenberg. Naast dit kinderdagverblijf in

Nieuwleusen wordt er ook een buitenschoolse opvang geopend in Nieuwleusen.

Het kinderdagverblijf staat in het landelijk register kinderopvang geregistreerd met 16 kindplaatsen.

Beoogde exploitatie datum is 31-10-2016 Bevindingen op hoofdlijnen

Vanuit de GGD zijn er geen bezwaren tegen de exploitatie van kinderdagverblijf Winkies te Nieuwleusen met 16 kindplaatsen.

Advies aan College van B&W

Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen.

Locatie niet registreren als VVE locatie.

Eventueel per mei 2017 de locatie registreren als VVE locatie.

(4)

Observaties en bevindingen

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang

Kinderopvang in de zin van de wet

De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats.

Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.

De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen.

Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving

Er loopt geen zware handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.

De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen

(5)

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

Kinderopvang Winkies heeft een pedagogisch beleidsplan opgesteld waarin de voor Winkies kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

Het pedagogisch beleidsplan/werkplan zal tijdens het onderzoek na registratie inhoudelijk beoordeeld worden.

Voorschoolse educatie

De beroepskrachten hebben momenteel nog niet met gunstig gevolg scholing afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

Per mei 2017 zullen de beroepskrachten de scholing afgerond hebben.

Op een VVE locatie moeten ook de invalkrachten en tijdelijke krachten in het bezit zijn van een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse

educatieprogramma’s.

Wanneer de houder zich per mei 2017 in het landelijk register kinderopvang wil laten registreren als vve locatie dient hiervoor een wijzigingsformulier ingediend te worden bij de gemeente Dalfsen.

Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n):

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF

De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

 Pedagogisch beleidsplan

(6)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

Gebruikte bronnen:

 Verklaringen omtrent het gedrag (VOG RP 29-08-2016)

(7)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

Bij het indienen van het verzoek tot exploitatie is een risico inventarisatie veiligheid en -gezondheid aangeleverd.

De risico inventarisatie dient nogmaals uitgevoerd te worden wanneer de ruimtes ingericht zijn en voordat er daadwerkelijk kinderen opgevangen worden.

De risico inventarisatie veiligheid en -gezondheid zullen tijdens het onderzoek na registratie inhoudelijk beoordeeld worden.

Gebruikte bronnen:

 Risico-inventarisatie veiligheid (versie augustus 2016)

 Risico-inventarisatie gezondheid (versie augustus 2016)

(8)

Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

Een pand waar voorheen een fysiotherapeut gevestigd was wordt omgebouwd tot een kinderdagverblijf en BSO.

Het kinderdagverblijf zal zich op de begane grond vestigen en de BSO op de eerste verdieping. Op de begane grond is 60 m2 beschikbaar voor de opvang van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar.

Per aanwezig kind in het kindercentrum (maximaal 16) is dus ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar.

Op de begane grond is een afzonderlijke slaapruimte gecreërd. De slaapkamer is voorzien van een raam zodat er goed gelucht kan worden.

Er wordt inpandig sanitair gerealiseerd waardoor er goed zicht is op de kinderen die zelfstandig naar het toilet gaan.

Er is een hal waardoor zowel de kinderen van de bso als de kinderen van het kdv gebracht worden.

Om vanuit de hal naar de bovenverdieping te komen moet men door de ruimte van het kinderdagverblijf. Hierdoor krijgt deze ruimte en doorgangsfunctie.

Wanneer men via de hal naar boven wil gaat men door de deur die toegang biedt aan het

kinderdagverblijf en direct achter deze deur bevindt zich de trap naar boven. Het is dus niet zo dat de bso kinderen dwars door de gehele ruimte van het kinderdagverblijf moeten om de

bovenverdieping te bereiken. Ook wanneer de bso kinderen naar buiten gaan of naar het toilet gaan gebeurt dat via deze route.

Het niet in de wet Kinderopvang vastgelegd dat een groepsruimte geen doorgangsfunctie mag hebben. De wet Kinderopvang geeft aan dat elke stamgroep moet beschikken over een afzonderlijke groepsruimte. Het woord afzonderlijk wordt echter niet verder gedefinieerd.

De GGD kan dus niet afdwingen dat de ruimte van het kinderdagverblijf geen doorgangsfunctie mag hebben.

Het is aan de houders om ervoor te zorgen dat deze doorgangsfunctie zo min mogelijk overlast bezorgd voor de kinderen van het kinderdagverblijf. Dit zal tijdens het onderzoek na registratie beoordeeld worden.

Conclusie:

Er wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang.

Buitenspeelruimte

Zowel voor het pand als achter het pand is buitenspeelruimte aanwezig. De buitenspeelruimte voor de kinderen van het kinderdagverblijf is achter het huis. De bso kinderen zullen voornamelijk voor het huis spelen.

De buitenruimte is gedeeltelijk betegeld en gedeeltelijk voorzien van gras. Daarnaast is er een zandbak aanwezig.

Per aanwezig kind in het kindercentrum (maximaal 16) is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.

(9)

Gebruikte bronnen:

 Observaties

 Plattegrond

(10)

Inspectie-items

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang

Kinderopvang in de zin van de wet

De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats.

(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.

(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen.

(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub d Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving

Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF

De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(11)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de

groepsruimte.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Buitenspeelruimte

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(12)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Kinderdagverblijf Winkies

Website : http://www.kinderdagverblijfwinkies.nl

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : Kinderdagverblijf Winkies

Adres houder : Kollergang 6

Postcode en plaats : 7773NH Hardenberg

KvK nummer : 60274107

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD IJsselland

Adres : Postbus 1453

Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE

Telefoonnummer : 038-4 281 686

Onderzoek uitgevoerd door : P Berghuis Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Dalfsen

Adres : Postbus 35

Postcode en plaats : 7720AA DALFSEN

Planning

Datum inspectie : 12-10-2016

Opstellen concept inspectierapport : 13-10-2016

Zienswijze houder : 13-10-2016

Vaststelling inspectierapport : 13-10-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 13-10-2016 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 13-10-2016 Openbaar maken inspectierapport : 27-10-2016

(13)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 4 lid 3 onder d en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang) Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een concrete beschrijving

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 4 lid 3 onder b Besluit kwaliteit kinderopvang) Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een plan van aanpak waarin

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 4 lid 3 onder d en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang) Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een concrete beschrijving

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 4 lid 3 onder d en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang) Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een concrete beschrijving

De voorwaarde De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of

De getoetste voorwaarde 'De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij