handleiding les 1 1
www.talentvoortaal.be
Onderwerp: Poëzieweek – Woordwoeler Lesduur: 25 minuten
Materialen
Folio
campagneposter
werkbladen les 1 (per groep)
Beginsituatie
De leerlingen zijn al in contact gekomen met verschillende vormen van poëzie.
Lesdoelen
De leerlingen begrijpen het verschil tussen letterlijke en figuurlijke betekenis.
De leerlingen zien in dat taal erg speels kan zijn.
Met dank aan Dempsey Hendrickx om zijn Woordwoelers aan ons toe te vertrouwen.
Dempsey Hendrickx, Woordwoeler, Pelckmans Uitgevers nv, 2021.
Start
De leerkracht neemt de campagneposter van de Poëzieweek 2022 erbij.
De leerlingen bekijken de Woordwoeler.
Klasgesprek
Bespreek de campagneposter klassikaal.
– Ik heb een poster gekregen, maar ik snap niet wat erop staat. Zouden jullie kunnen helpen?
– Wat zie je op deze poster? (strand, zee, golf …)
– Wie kan de zin voorlezen die in het zand geschreven staat? (Eb liefde in overvloed.)
– Dat is een rare zin, er is gewoeld met letters … Van welke zin zou Dempsey vertrokken zijn? (Heb liefde in overvloed.)
– Wat wil dat zeggen? (Dat je heel veel liefde kan hebben.)
– Waarom schrijft Dempsey dat dan niet gewoon op? (Er is een relatie tussen de plaats / het beeld en de zin gemaakt. ➔ zee = eb en vloed)
Les 1 Woordwoeler
handleiding les 1
2 www.talentvoortaal.be
Kern
Groepswerk
De leerlingen werken in groepjes van vier. Elke groep krijgt een exemplaar van het werkblad.
Opdracht 1: De leerlingen bespreken samen de Woordwoelers, één leerling schrijft de antwoorden kort op.
Bespreek na een tiental minuten de resultaten klassikaal.
Afronding
Opdracht 2: De groepen denken na over wat een Woordwoeler is en welke kenmerken die moet hebben.
(niet permanent ➔ krijt / zand, enkel de essentie ➔ geen overbodige woorden, woorden en beeld maken een connectie en versterken elkaar, woorden worden vervormd, meerdere interpretaties mogelijk)
Bespreek de antwoorden klassikaal.
werkbladen 3 Ik kan een Woordwoeler analyseren.
1 Bekijk de Woordwoelers en bespreek samen met je groepje.
a Schrijf de Woordwoeler over.
b Op welke zin is deze Woordwoeler gebaseerd?
c Waarom horen de foto en de zin bij elkaar? Schrijf hier kort jullie antwoord op.
Les 1 Woordwoeler
werkbladen 4
d Wat vinden jullie van de Woordwoeler?
Zijn jullie het eens?
Waarom vinden jullie dat?
Schrijf het kort even op.
e Schrijf de Woordwoeler over.
f Op welke zin is deze Woordwoeler gebaseerd?
werkbladen 5 g Waarom horen de foto en de zin bij elkaar? Schrijf hier kort jullie antwoord op.
h Wat vinden jullie van de Woordwoeler?
Zijn jullie het eens?
Waarom vinden jullie dat?
Schrijf het kort even op.
2 Samen doordenken
a Waarom heeft Dempsey zijn poëzie ‘Woordwoeler’ genoemd?
b Wat zijn, volgens jullie, twee belangrijke kenmerken van een Woordwoeler?
1 2
c Wat gebruikt Dempsey om de Woordwoelers te schrijven?
handleiding les 2 1
www.talentvoortaal.be
Onderwerp: Poëzieweek – Woordwoeler Lesduur: 25 minuten
Materialen
Folio
werkbladen les 2 (per twee) poster ‘ Zand erover is
verstrandig’
Beginsituatie
De leerlingen kunnen een Woordwoeler analyseren.
Lesdoelen
De leerlingen kunnen creatief omgaan met taal.
Met dank aan Dempsey Hendrickx om zijn Woordwoelers aan ons toe te vertrouwen.
Dempsey Hendrickx, Woordwoeler, Pelckmans Uitgevers nv, 2021.
Start
Klasgesprek
Herhaal het begrip Woordwoeler.
Laat de leerlingen de Woordwoelers van de vorige les snel bekijken.
Bespreek de kenmerken nog eens.
(Het beeld en de zin versterken elkaar, er zijn woorden die vervormd worden, het is met krijt geschreven ➔ het is niet permanent zoals graffiti, enkel de essentie, geen overbodige woorden.)
Kern
De leerlingen zullen vandaag zelf een Woordwoeler maken.
Laat de leerlingen samenwerken.
Geef elk groepje een werkblad.
Opdracht 1: De leerlingen maken samen een woordweb over de foto.
Daarna bespreken ze de uitdrukking ‘zand erover’.
Wanneer de betekenis duidelijk is, proberen de leerlingen zelf een Woordwoeler te maken van de zin ‘Zand erover is verstandig’.
(Zand erover is verstrandig.)
Les 2 Woordwoeler
handleiding les 2
2 www.talentvoortaal.be
Opdracht 2: De leerlingen bekijken de afbeelding en lezen de tekstballon.
Daarna bespreken ze de uitdrukking ‘Eerlijk duurt het langst’.
Wanneer de betekenis duidelijk is, proberen de leerlingen er zelf een Woordwoeler van te maken.
(Eerlijk duurt het bangst.)
Afronding
Bespreek de Woordwoelers die de leerlingen maakten bij de afbeeldingen.
Is er gelet op de connectie tussen woorden en beelden?
Hebben de leerlingen gespeeld met taal?
Hang de poster ‘Zand erover is verstrandig’ op in de klas.
Hang de verschillende versies van de leerlingen erbij.
werkbladen 3 Ik kan spelen met woorden en zinnen.
1 Waaraan denken jullie bij deze foto?
Bij deze foto denk ik meteen aan de uitdrukking 'zand erover'.
Les 2 Woordwoeler
werkbladen 4
a In welke situatie zou je de uitdrukking 'zand erover' gebruiken?
b Kunnen jullie van de volgende zin een Woordwoeler maken?
‘Zand erover is verstandig.’
Tip! Denk aan de vorige les. Verander één of meer woorden naar het thema van de foto.Schrijf de zin op een originele manier:
werkbladen 5 2
a Wat zou de uitdrukking ‘Eerlijk duurt het langst’ willen zeggen?
b Kunnen jullie van de uitdrukking ‘Eerlijk duurt het langst’ een Woordwoeler maken?
Tip! Kijk goed naar de zin, welk woord zou je kunnen veranderen?
Schrijf de zin op een originele manier:
Wat zie ik daar?
Dat is het gerechtsgebouw van Antwerpen!
Misdadigers moeten daar eerlijk vertellen wat ze gedaan hebben.
De rechter beslist dan over de straf die ze krijgen.
Zouden ze bang zijn om gestraft te worden?
Eerlijk duurt het langst …
handleiding les 3 1
www.talentvoortaal.be
Onderwerp: Poëzieweek – Woordwoeler Lesduur: 25 minuten
Materialen
Folio
werkbladen les 3
Beginsituatie
De leerlingen kunnen creatief omgaan met woorden en zinnen.
Lesdoelen
De leerlingen kunnen een beeld maken bij een zin.
Met dank aan Dempsey Hendrickx om zijn Woordwoelers aan ons toe te vertrouwen.
Dempsey Hendrickx, Woordwoeler, Pelckmans Uitgevers nv, 2021.
Start
Klasgesprek
Overloop samen met de leerlingen alles wat ze nog weten over Woordwoelers.
Welke Woordwoeler herinneren de leerlingen zich nog?
Wat is de favoriete Woordwoeler en waarom?
Weten de leerlingen de achterliggende betekenissen nog?
Kern
De leerlingen krijgen het werkblad bij les 3.
Opdracht 1: Deze opdracht wordt individueel uitgewerkt.
Bespreek na enkele minuten.
Opdracht 2: De leerlingen ontwerpen zelf een nieuw beeld bij ‘Ik vriend je de beste’.
Enkele suggesties:
– De leerlingen gaan per twee (met een krijtje in de hand) op zoek naar een plaats om een nieuwe foto te maken.
– De leerlingen tekenen/schilderen een nieuw beeld en schrijven er de Woordwoeler op een originele manier bij.
Les 3 Woorden en beelden
handleiding les 3
2 www.talentvoortaal.be
– Maak een klassikale foto waar de vriendschap van afdruipt, zet de Woordwoeler mee op het beeld en hang hem op in de klas.
Afronding
Bespreek hoe de leerlingen de Woordwoelers ervaren hebben.
Misschien zijn er leerlingen die zelf eens willen proberen om er eentje te maken.
werkbladen 3 Ik kan een beeld bedenken bij een Woordwoeler.
1 Ga aan de slag met de volgende Woordwoeler.
a Schrijf de Woordwoeler over.
b Op welke zin is deze Woordwoeler gebaseerd?
c Waarover gaat deze Woordwoeler?
d Wie zou jij op de foto zetten? Je mag meer dan één persoon opschrijven.
Les 3 Woorden en beelden
werkbladen 4
2 Maak een nieuw beeld bij de Woordwoeler 'Ik vriend je de beste'.