• No results found

VERGROENING VAN DE ECONOMIE. Duurzame ontwikkelingsdoelen en de rol van de vakbeweging AUGUSTUS 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VERGROENING VAN DE ECONOMIE. Duurzame ontwikkelingsdoelen en de rol van de vakbeweging AUGUSTUS 2021"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Duurzame ontwikkelingsdoelen en de rol van de vakbeweging

VERGROENING VAN

DE ECONOMIE

(2)

De bijeenkomst is terug te kijken op:

https://youtu.be/MJcr-iVt2qA

Door de klikbare inhoudsopgave kom je direct op de pagina of het artikel van je keuze. Via de thuis-knop keer je terug bij de inhoudsopgave. Je kan natuurlijk ook gebruik maken van de standaard interface van je pdf reader.

(3)

INHOUDSOPGAVE

VOORWOORD 5

SAMENVATTING EN CONCLUSIES 6

1. DE AFTRAP 9

Een groene transitie met vakbondspositie – Kitty Jong, vicevoorzitter FNV 9 Klimaatactie en sociaal beleid – twee kanten van dezelfde medaille –

Ludovic Voet, secretaris Europees Vakverbond 9

Waarom zijn de SDG’s belangrijk voor de vakbeweging? – Sandra Pellegrom, nationaal coördinator SDG 10

Uitkomsten pollvraag 1 11

2. EEN GROENE ECONOMIE, HOE KOMEN WE DAAR 12

Verenigd naar een eerlijke transitie – Bas van Weegberg, Dagelijks Bestuurder FNV 12 GROEN STAAL Goed voor klimaat, omgeving en werkgelegenheid – Roel Berghuis, FNV bestuurder Tatasteel 14 Bedrijven moeten ruimte krijgen te investeren – Joosje de Lang, FNV bestuurder procesindustrie regio Groningen 16 De afvalbranche op de bres voor een groene economie – Hanan Yagoubi, FNV bestuurder sector GEO 16 Blik over de grens: wat doet de Duitse vakbeweging aan vergroening van de economie? –

Leon Krüger, secretaris sectie structureel, industrieel en servicebeleid bij de DGB 18

Discussie /vragen uit de chat 19

3. WERKGELEGENHEID IN DE GROENE ECONOMIE 20

De circulaire economie als banenmotor – Joel Marsden, onderzoeker Circular Jobs Initiative bij Circle Economy 20

Uitkomsten pollvraag 2 21

Werknemers opleiden voor de groene banen – Isabel Coenen, FNV beleidsadviseur scholing en ontwikkeling 22 Nog veel werk te verzetten in de wind offshore – Charley Ramdas, Bestuurder Nautilus 22 Veel winst te behalen bij renovatie – Ellen Hoeijenbos, FNV bestuurder Bouwen & Wonen 23 Vergroenen kun je alleen doen als je het eerlijk doet! –

Chant van den Berg, FNV bestuurder Havens en voorzitter Kolenfonds 25

Goede balans tussen economische, ecologische en sociale dimensie noodzakelijk –

Lucie Studničná, Internationaal Secretaris Tjechisch-Moravische vakcentrale CMKOS 26

Discussie /vragen uit de chats 27

4. INVESTEREN IN EEN GROENE ECONOMIE 28

De vakbeweging is een groene beweging – Kitty Jong, vicevoorzitter FNV 28 De eerlijke klimaatagenda – Rens van Tilburg, lid en directeur Sustainable Finance Lab 29

Uitkomsten pollvraag 3 29

Duurzaam beleggen kan ook heel rendabel zijn – José Meijer, pensioenfondsbestuurder 30 Mensenrechten in de hele keten centraal stellen – Lucia van Westerlaak, FNV beleidsadviseur, IMVO-specialist 31 Samen sterk voor rechtvaardige groene belastingen – Sacha Dierckx, beleidsadviseur ABVV 31

Discussie /vragen uit de chat 32

5. AFSLUITING 33

Werknemers een groene toekomst bieden – Ludovic Voet, secretaris EVV 33

(4)
(5)

VOORWOORD

Op 10 juni 2021 organiseerde de FNV een seminar over de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties waaraan de Nederlandse overheid zich in 2015 gecommitteerd heeft.

In het Engels heten ze “Sustainable Development Goals” ofwel SDG. De doelen zouden in 2030 gerealiseerd moeten zijn. Daar is nog een hoop werk te verrichten, want de afgelopen jaren is de arbeidsmarkt in Nederland doorgeslagen in een flexibele arbeidsmarkt met veel onzekere banen, en dus een onzeker inkomen. De armoede is eerder toegenomen dan afgenomen en niet iedereen heeft gelijke kansen.

De FNV zet zich voor de meeste duurzame ontwikkelingsdoelen al jaren in. Voor de vakbeweging staat SDG 8 Eerlijk Werk en Economische groei centraal. Deze visie combineren we met SDG 1 Geen Armoede, SDG 3 Goede Gezondheid en Welzijn, SDG 5, Gendergelijkheid en SDG 10 Ongelijkheid Verminderen. Dit doen we zowel nationaal, Europees als mondiaal. Het centraal stellen van economische groei en werkgelegenheid betekent niet dat we daar de andere doelen aan opofferen, zoals bijvoorbeeld de doelen die aansturen op een circulaire economie (SDG 12 Verantwoorde consumptie en productie) en een beter klimaat (SDG 13 Klimaatactie). De kunst is de doelen zo met elkaar te verknopen dat iedereen er beter van wordt.

Het was bij de organisatie van dit seminar goed om te merken dat veel collega’s hier mee bezig zijn. Van Tatasteel, de procesindustrie, de afvalsector, de bouw, maritiem, O&O en Pensioenfondsen. Men wilde graag meewerken aan een seminar over dit onderwerp, toegespitst op vergroening van de economie. Dit geldt zowel voor de FNV-bestuurders uit de sectoren, de buitenlandse vakbondscollega’s als voor de sprekers van buiten de FNV.

Doel van de bijeenkomst was uitwisseling en aanscherping van onze vakbondsagenda.

Daarover hebben we in dit seminar met elkaar gesproken. Het was een afwisselend seminar met veel sprekers uit verschillende sectoren van binnen en buiten de FNV. Er werden video’s vertoond en er werden online vragen gesteld via de chat. Het seminar werd fantastisch geleid door Linda Vermeulen, vakbondsbestuurder in de winkelstraat.

De inhoudelijke voorbereiding en de verslaglegging werden gedaan door Caroline Rietbergen, lid van het EVV comité duurzame ontwikkelingsdoelen, energie en klimaatverandering. Deze rapportage gaat naar alle deelnemers, naar het EVV en naar de Europese Commissie.

Ik denk dat we met dit seminar een belangrijke stap hebben gezet in de onderlinge samenwerking op weg naar een groene en rechtvaardige economie met medeneming van de belangen van alle werknemers.

Kitty Jong

Vicevoorzitter FNV

(6)

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

DE 17 DUURZAME ONTWIKKELINGSDOELEN

De vakbeweging is van oudsher verbonden aan de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, zelfs voordat ze opgeschreven werden. Het bestrijden van Armoede en het Verminderen van Ongelijkheid, het bevorderen van een Goede Gezondheid en Welzijn en Gendergelijkheid en natuurlijk het bevorderen van Eerlijk Werk en

Economische Groei staan hoog in het vaandel. De laatste jaren is er binnen de vakbeweging meer aandacht gekomen voor vergroening van de economie. En ook daarbij keren dezelfde punten weer terug.

De transitie naar een klimaat-neutrale economie moet een eerlijke transitie zijn met goede werkgelegenheid waar- mee iedereen een fatsoenlijke boterham kan verdienen. De FNV zet in op een ambitieus klimaatbeleid dat gekoppeld is aan een sociale agenda gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de arbeid en een eerlijke verdeling van lusten en lasten. De 17 doelstellingen zijn universeel, ondeelbaar en geaard in solidariteit en mensenrechten. Maar om alle doelen tegelijkertijd te behalen, moet er wel een omslag plaatsvinden in de economie en samenleving.

De SDG-doelstellingen zijn mondiaal vastgesteld. Meer belangrijke -mondiaal vastgestelde- richtlijnen zijn de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen (over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen), de UN “Guiding Principles for Business and Human Rights” en de “Multinational Declaration” van de ILO. Deze drie beleidskaders benadrukken het belang van het centraal stellen van mensen- en arbeidsrechten in internationale toeleverings- en investeringsketens. Dit zijn ook bij vergroening belangrijke doelstellingen, want je wilt geen zonne- panelen op je dak die met dwangarbeid geproduceerd zijn.

CONCLUSIE 1 KLIMAATACTIE LEEFT BINNEN DE VAKBEWEGING, MAAR VERDIENT MEER AANDACHT OP DECENTRAAL NIVEAU

Nederlandse werknemers en vakbonden zijn zich steeds meer bewust van hun (potentiële) rol in klimaatactie.

• De vakbonden hebben een grote rol in het Klimaatakkoord gespeeld maar de resultaten zijn nog niet optimaal.

Zelfs op de dag van publicatie van het Klimaatakkoord moest er nog onderhandeld worden over opname van een passage over het kolenfonds.

• Groene collectieve onderhandelingen komen in Nederland nog niet van de grond, maar zijn in Canada & de UK al heel normaal. In Duitsland vermijdt men de term ‘groene cao’ maar spreekt men liever over een ‘toekomstgerichte cao’. De Duitse vakbeweging heeft bij IG Metal drie punten uit onderhandeld en vastgelegd in een

toekomstgerichte cao:

- Werkzekerheid: langdurige uitsluiting van ontslagen;

- Investeringen: Investeer in een duurzame transformatie;

- Kwalificatie: Bijscholing van medewerkers om zich aan te passen aan de veranderende werkprocessen.

• Ondernemingsraden beschikken nog onvoldoende over klimaattools.

CONCLUSIE 2 STRIJD VOOR HET KLIMAAT IS OOK STRIJD VOOR (BEHOUD) WERKGELEGENHEID

Een belangrijk aandachtspunt voor de vakbeweging is werkgevers (en de overheid) ertoe te bewegen te investeren in een duurzame toekomst van de economie, terwijl tegelijkertijd de banen veilig zijn.

Tijdens de bijeenkomst zagen we dat de actiebereidheid in de sectoren groot is:

1. De werknemers van Tata Steel hebben een eigen plan opgesteld om de vergroening van de staalproductie te versnellen en vragen hiervoor steun van de regering.

2. De werknemers in de procesindustrie in Groningen voeren actie voor een Europese aanpak en voor een overheidsbeleid dat voorkomt dat bedrijven uit Nederland vertrekken.

3. De werknemers in de afvalbranche voeren actie tegen de importheffing op buitenlands afval. Deze importheffing zet werkgelegenheid op de tocht. De afvalbedrijven hebben geïnvesteerd in duurzame technieken, en hebben het materiaal nodig om de investeringen rendabel te maken.

(7)

4. De maritieme sector strijdt voor veiligheid en goede arbeidsvoorwaarden in de Wind Offshore en voor doorstroming van werknemers vanuit de sector naar deze nieuwe banen.

Duurzame energie vraagt ook om duurzame banen.

5. Het creëren van duurzame banen is ook de inzet van de bouwsector. Door de tekorten in de bouw komt de vergroening (o.a. via de renovatiegolf) niet van de grond. Met 25% vaste banen en 75% flex red je het niet.

6. Ook FNV Havens kijkt niet lijdzaam toe hoe ‘Den Haag’ bedrijven enthousiast schadeloos stelt zonder aan de werknemers te denken die hun baan hierdoor verliezen. Of het nu om kolenoverslag, agribulk of tankopslag gaat:

als het onze leden boventallig maakt, moeten zij goed opgevangen worden.

CONCLUSIE 3 TRANSITIE KAN OOK BANENMOTOR ZIJN, MEER INZICHT IN WERKGELEGENHEIDSEFFECTEN NOODZAKELIJK EN MEER TOEKOMSTGERICHTE INVESTERINGEN

Banen verdwijnen, banen veranderen maar er ontstaan ook nieuwe banen dankzij de transitie naar een duurzame groene economie. Dat is zeker zo in de circulaire economie. Vaardigheden, kwaliteit van werk en een inclusieve arbeidsmarkt zijn kernwoorden voor de toekomst. Circle Economy heeft vier tips voor sociale partners:

1. Creëer toegangsmogelijkheden tot leven lang leren

2. Zorg voor sociale bescherming en collectieve overeenkomsten

3. Schets transitiepaden voor werknemers en voor mensen die buiten de arbeidsmarkt staan 4. Ontgrendel financiering om werk en werkplekken meer circulair en inclusief te maken.

De FNV heeft al enkele mooie voorbeelden over wat op dit gebied gebeurt. In de sector Metaal en Techniek werken de vakbonden met DI-adviseurs die op de werkvloer met werkenden in gesprek gaan. Instrumenten: koerskaart, coaching gesprekken en workshops. Ook werken de vakbonden in sommige sectoren met leerambassadeurs. Het zou mooi zijn als meer sectoren deze instrumenten benutten om werkenden te ondersteunen bij veranderingen in kader van de energietransitie, samen met de O&O-fondsen (indien aanwezig).

CONCLUSIE 4 EEN RECHTVAARDIGE TRANSITIE REALISEER JE NIET ZONDER VAKBONDSPOSITIE

In navolging van de Europese Commissie hebben veel partijen het tegenwoordig over ‘Just Transition’. Maar nog niet alle partijen hebben in de gaten dat betrokkenheid van de vakbonden hierbij essentieel is.

Werkgevers die klagen over tekort aan werkkrachten moeten ook eens in de spiegel kijken en zich de vraag stellen of het werk dat ze bieden aantrekkelijk genoeg is. Aan de andere kant moeten mensen ook wel de kennis en

vaardigheden hebben om het werk te kunnen doen. De ‘eerlijke klimaatagenda’ bevat een heel concreet

investeringspakket voor het opleiden van 60.000 mensen de komende 4 jaar voor werk in de energietransitie. Dat zijn twee concrete punten die door de FNV in de ‘eerlijke klimaatagenda’ zijn ingebracht.

Tijdens hun werkzame leven sparen werknemers voor een goed pensioen. Laat het geld van werknemers ook voor werknemers werken. Dus investeer die miljarden die in de pensioenpotten zitten op een duurzame manier: goed voor het milieu én voor de werknemersrechten, vakbondsvrijheid, vrijheid om als bonden te onderhandelen,

arbeidsrechten, arbeidsomstandigheden en een leefbaar loon wereldwijd.

Er moet ook rechtvaardigheid komen als het om groene belastingen gaat. Er worden wel accijnzen geheven op benzine en diesel -wat op zich niet slecht is- maar niet op kerosine. Ook subsidies, bijvoorbeeld voor de aanschaf van een elektrische auto, zonnepanelen of het isoleren van je huis komen vaak bij de rijkere mensen terecht. Dat roept weerstand op bij de mensen die hier geen geld voor hebben en die wel hun energierekening telkens hoger zien worden. Als de lusten en de lasten niet beter verdeeld worden, zal de weerstand toenemen en komt er niets terecht van die groene transitie.

(8)

CONCLUSIE 5 EEN RECHTVAARDIGE TRANSITIE HELDER DEFINIËREN

Tijdens het seminar zijn verschillende elementen van een eerlijke transitie benoemd. Het is belangrijk dat de vakbeweging deze elementen betrekt in iedere discussie/onderhandeling over vergroening van de economie.

ELEMENTEN:

1. Investeer niet alleen in de techniek maar vooral in de mensen. Vergroening van de economie gaat ook om werkgelegenheid, goede banen en goede cao’s.

2. Maak zichtbaar hoe transities eruit gaan zien: verlies van werk, verandering van werk, nieuw werk en kwantificeer per sector en/of regio.

3. Bied adequate sociale bescherming en opleidingsprogramma’s om werknemers bij hun transitie te begeleiden.

De FNV roept haar O&O-fondsbestuurders op om te investeren in de groene transitie.

4. Zorg voor een eerlijke verdeling van de lusten en lasten. Steeds meer huishoudens hebben te maken met energie-armoede. Wees solidair en ondersteun de meest kwetsbaren i.p.v. het subsidiëren van de rijkeren, zoals nu vooral gebeurt.

5. Bedenk industriële strategieën om nieuwe banen te creëren en lokale economieën te stimuleren, zoals bijvoorbeeld in de circulaire economie.

6. Zorg voor eerlijke belastingen. Sluit de achterpoortjes van belastingontwijking door grote bedrijven.

7. Zorg voor eerlijke beleggingen van pensioengelden: maatschappelijk en bestuurlijk verantwoord en goed voor het milieu. De FNV roept haar pensioenfondsbestuurders op om meer werk te maken van de transitie naar een CO2 uitstootvrije samenleving door er bij de fondsen voor te pleiten meer te investeren in de eerlijke transitie, de energie transitie en algemeen in een groene economie.

8. Organiseer een effectieve sociale dialoog en een sterke participatie van werknemers in alle stadia van het proces.

9. Richt een Rechtvaardige Transitie Commissie op naar Schots model waar maatschappelijke partijen elkaar gaan vinden en tot oplossingen komen.

(9)

1. DE AFTRAP

EEN GROENE TRANSITIE MET VAKBONDSPOSITIE

KITTY JONG, VICEVOORZITTER FNV

De Duurzame Ontwikkelingsdoelen zijn prachtige doelen die voor ons als vakbeweging al jaren centraal staan in ons programma. We herkennen ons in die doelen, zoals:

• Het bestrijden van Armoede en het Verminderen van Ongelijkheid

• Het bevorderen van een Goede Gezondheid en Welzijn en Gendergelijkheid

• en natuurlijk het bevorderen van Eerlijk Werk en economische groei!

Traditionele vakbondsdoelen, zou je kunnen zeggen. Sinds een aantal jaren zijn we actief met het klimaat bezig.

We hebben een Klimaatvisie neergelegd en een visie op de energietransitie. We zijn strategische allianties aangegaan, hebben meegeschreven aan beleidsplannen en uitvoeringsagenda’s. We hebben campagnes gevoerd nationaal, sectoraal en lokaal, handreikingen opgesteld, seminars georganiseerd, vakbondscafé ’s geopend, trainingen opgezet en lobbywerk verricht en ik denk dat we nog meer aandacht aan het klimaat moeten besteden.

Goed om de SDG-doelen toe te spitsen op de vergroening van de economie.

Ik wil een paar belangrijke uitgangspunten noemen:

• De transitie naar een klimaat-neutrale economie moet een eerlijke transitie zijn met goede werkgelegenheid waarmee iedereen een fatsoenlijke boterham kan verdienen. Een bekende leus in de milieubeweging is:

“Er zijn geen banen op een dode planeet”. Die leus omarmen wij ook, maar we voegen er een aan toe

“Geen transitie zonder vakbondspositie”.

• We zetten in op een ambitieus klimaatbeleid dat gekoppeld is aan een sociale agenda gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de arbeid en een eerlijke verdeling van lusten en lasten.

Zo logisch als de uitgangspunten klinken, zo lastig is het dit bij iedereen tussen de oren te krijgen.

Politiek en beleidsmatig ontbreekt nog regelmatig de aandacht voor werknemersperspectief. Het is soms

gemakkelijker om het over de technische aspecten van verduurzaming te hebben, dan over de mensen die hun baan dreigen te verliezen en die zich moeten voorbereiden op ander werk. Bedrijven die moeten verduurzamen, worden meegenomen in beleid en krijgen geld voor hun transitie. Maar werknemers worden wel eens vergeten of er wordt aangenomen dat geld voor bedrijven ook eerlijk bij werknemers terecht komt. Dat is niet zo. Het geld gaat vaker naar de aandeelhouders dan naar de werknemers. En zo komen partijen tegenover elkaar te staan. Dat is niet nodig.

Ik ben blij dat ik deze ochtend veel bestuurders uit de sectoren aan het woord hoor over de klimaatacties in hun sector. Van Groningen tot Maastricht, van Tatasteel tot en met de pensioenfondsen. Het borrelt en het bruist!

We zetten de acties vandaag op rij en gaan vanaf morgen verder met een aangescherpte agenda!

KLIMAATACTIE EN SOCIAAL BELEID – TWEE KANTEN VAN DEZELFDE MEDAILLE

LUDOVIC VOET, SECRETARIS EUROPEES VAKVERBOND

Het EVV vindt het van groot belang te constateren dat klimaatactie en sociaal beleid twee kanten zijn van dezelfde medaille. We weten dat het uit-faseren van kolen 300.000 werknemers in de EU treft. We weten dat de transitie van conventionele naar elektrische auto’s 14 miljoen mensen in de keten zal treffen. 30 miljoen huishoudens in Europa hebben nu al te maken hebben met energiearmoede. De meest kwetsbare mensen hebben het meest te lijden onder de effecten van klimaatverandering. De UN doelstellingen gaan over het verminderen van ongelijkheid, het

beschermen van – met name de meest kwetsbare – mensen en het geven van een betere toekomst met kwaliteits- banen en een goed salaris. De duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties bieden ons het juiste kader om deze uitdagingen aan te gaan.

(10)

De SDG’s kunnen ons helpen de minimale “sociale vloer” te bereiken die nodig is om ervoor te zorgen dat alle mensen fatsoenlijk werk, fatsoenlijke lonen en fatsoenlijke arbeidsomstandigheden kunnen hebben. Tegelijkertijd kunnen ze ons helpen om onder het maximale “milieuplafond” te blijven om te garanderen dat onze samenlevingen ons milieu en toekomstige generaties niet in gevaar brengen. Om die visie te bereiken, zal het concept van een rechtvaardige transitie de sleutel zijn.

Een rechtvaardige transitie betekent voor vakbonden concreet dat ambitieuze klimaatmaatregelen altijd moeten worden aangevuld met vier punten:

1. solidariteitsmechanismen om de meest kwetsbare en getroffen sectoren en regio’s te ondersteunen, 2. adequate sociale bescherming en opleidingsprogramma’s om werknemers bij hun transitie te begeleiden, 3. industriële strategieën om nieuwe banen te creëren en lokale economieën te ontwikkelen,

4. een effectieve sociale dialoog en een sterke participatie van werknemers in alle stadia van het proces.

Op EU-niveau vechten we voor deze rechtvaardige transitie. Op naar een Europa met een sterk sociaal beleid en een sterke milieu-agenda.

WAAROM ZIJN DE SDG’S BELANGRIJK VOOR DE VAKBEWEGING?

SANDRA PELLEGROM, NATIONAAL COÖRDINATOR SDG

De 17 duurzame ontwikkelingsdoelen, SDG’s, vormen ons gezamenlijke plan voor een toekomstbestendige wereld.

Een toekomst waarin mensen overal ter wereld en ook toekomstige generaties in welzijn en waardigheid kunnen leven. Om dat te bereiken moet er een echte omslag plaats vinden. Ook in 2015 was dat al duidelijk: de mens opereert buiten de veilige marge, zowel qua milieubelasting als ongelijkheid die wereldwijd alsmaar toeneemt. Die uitdagingen zijn samengebracht in de SDG’s: in essentie onze to-do lijst om te komen tot groene, inclusieve, veilige en rechtvaardige wereld. Die omslag raakt de kern van ons economisch denken. Onderstaande afbeelding (de ‘SDG- Wedding Cake’) laat dit mooi zien: succesvolle economie is alleen te bouwen binnen planetaire grenzen en op stevig sociaal fundament.

Dat lijkt misschien inmiddels vanzelfsprekend maar nooit eerder hebben we wereldwijd zo’n ambitieuze, brede set gedeelde doelen aangenomen. Uniek is ook dat de doelen tot stand kwamen met input niet alleen van overheden, maar ook van maatschappelijke stakeholders uit al die landen: NGO’s, bedrijven en ook vakbonden hebben eraan bijgedragen. We zien belangrijke thema’s ook van de vakbeweging terug in de SDG’s.

EEN KRACHTIG INSTRUMENT VOOR ORGANISATIES

Drie elementen maken de SDG-agenda zo’n krachtig instrument voor organisaties:

1. Universeel: niet alleen voor alle landen, maar ook voor alle maatschappelijke actoren. Overheden kunnen dit niet alleen bereiken, alle actoren hebben een rol - hoe meer invloed, hoe meer verantwoordelijkheid bedrijven daarom ook belangrijke rol te spelen. Daarom is de kritische reflectie van de vakbeweging ook van belang: samen kijken hoe bedrijven de SDG’s zo breed en effectief mogelijk kunnen integreren in hun activiteiten.

2. Ondeelbaar: de agenda gaat ervan uit dat geen enkel doel effectief te bereiken is zonder ook andere doelen te behalen. Systeemdenken van groot belang: bijvoorbeeld duurzame productie en consumptie, klimaattransitie is onmogelijk zonder inclusiviteit, goede banen en iedereen laten meedoen. Gelukkig laat wetenschappelijk onderzoek zien dat er veel positieve relaties tussen doelen zitten: merendeel van de gevallen kun je door inzet op een doel ook andere doelen positief beïnvloeden. Daarom moeten we zoeken naar oplossingen waar zoveel mogelijk synergie tussen doelen te vinden is – dat is effectiever en kosten efficiënter. Wel zijn er ook potentiele negatieve afruilen – veel minder dan positieve effecten maar belangrijk deze goed te begrijpen zodat we ze kunnen voorkómen of mitigeren.

3. SDG’s zijn – net als de wortels van de vakbeweging - geaard in solidariteit en mensenrechten: Leaving No One Behind -niemand achterlaten- is een kernprincipe van de SDG-agenda. Dat betekent actief juist die mensen en groepen die het verst dreigen achter te raken helpen om sneller naar voren te komen. Dit is nauw verbonden met de focus van de SDG’s op gelijke kansen en gelijke toegang, en daartoe met gelijke rechten.

EEN TOEKOMSTBESTENDIG NEDERLAND IN EEN TOEKOMSTBESTENDIGE WERELD

De SDG’s vormen een complex verhaal, maar mensen voelen wel intuïtief aan dat het klopt. En dat dit de meest kansrijke weg is om een echt toekomstbestendige wereld te bouwen.

We zitten in overgangsfase en dat is moeilijk: oude zekerheden moeten loslaten – zoals verdienvermogen en de banen die we nu hebben. Maar er liggen ook veel kansen. Nederland heeft alles in huis om de omslag te maken.

Om dat te kunnen doen moeten we het nieuwe plaatje van de toekomst gaan zien. De vakbeweging kan een cruciale bijdrage leveren aan het formuleren en vertellen hoe dat nieuwe plaatje voor NL eruit ziet en wat dat ook voor mensen, incl. werknemers en bedrijven, gaat opleveren.

TWEE FILMPJES VAN FNV MONDIAAL MET UITLEG OVER JUST TRANSITION

https://vimeo.com/521013317

https://vimeo.com/521014141

UITKOMSTEN POLLVRAAG 1

De milieubeweging besteedt te weinig aandacht aan echte banen waar werknemers veilig en gezond kunnen werken en een goed loon kunnen verdienen.

Uitkomst poll onder de deelnemers aan het seminar

81%

Eens

19+81+C

Oneens

19%

(11)

Dat lijkt misschien inmiddels vanzelfsprekend maar nooit eerder hebben we wereldwijd zo’n ambitieuze, brede set gedeelde doelen aangenomen. Uniek is ook dat de doelen tot stand kwamen met input niet alleen van overheden, maar ook van maatschappelijke stakeholders uit al die landen: NGO’s, bedrijven en ook vakbonden hebben eraan bijgedragen. We zien belangrijke thema’s ook van de vakbeweging terug in de SDG’s.

EEN KRACHTIG INSTRUMENT VOOR ORGANISATIES

Drie elementen maken de SDG-agenda zo’n krachtig instrument voor organisaties:

1. Universeel: niet alleen voor alle landen, maar ook voor alle maatschappelijke actoren. Overheden kunnen dit niet alleen bereiken, alle actoren hebben een rol - hoe meer invloed, hoe meer verantwoordelijkheid bedrijven daarom ook belangrijke rol te spelen. Daarom is de kritische reflectie van de vakbeweging ook van belang: samen kijken hoe bedrijven de SDG’s zo breed en effectief mogelijk kunnen integreren in hun activiteiten.

2. Ondeelbaar: de agenda gaat ervan uit dat geen enkel doel effectief te bereiken is zonder ook andere doelen te behalen. Systeemdenken van groot belang: bijvoorbeeld duurzame productie en consumptie, klimaattransitie is onmogelijk zonder inclusiviteit, goede banen en iedereen laten meedoen. Gelukkig laat wetenschappelijk onderzoek zien dat er veel positieve relaties tussen doelen zitten: merendeel van de gevallen kun je door inzet op een doel ook andere doelen positief beïnvloeden. Daarom moeten we zoeken naar oplossingen waar zoveel mogelijk synergie tussen doelen te vinden is – dat is effectiever en kosten efficiënter. Wel zijn er ook potentiele negatieve afruilen – veel minder dan positieve effecten maar belangrijk deze goed te begrijpen zodat we ze kunnen voorkómen of mitigeren.

3. SDG’s zijn – net als de wortels van de vakbeweging - geaard in solidariteit en mensenrechten: Leaving No One Behind -niemand achterlaten- is een kernprincipe van de SDG-agenda. Dat betekent actief juist die mensen en groepen die het verst dreigen achter te raken helpen om sneller naar voren te komen. Dit is nauw verbonden met de focus van de SDG’s op gelijke kansen en gelijke toegang, en daartoe met gelijke rechten.

EEN TOEKOMSTBESTENDIG NEDERLAND IN EEN TOEKOMSTBESTENDIGE WERELD

De SDG’s vormen een complex verhaal, maar mensen voelen wel intuïtief aan dat het klopt. En dat dit de meest kansrijke weg is om een echt toekomstbestendige wereld te bouwen.

We zitten in overgangsfase en dat is moeilijk: oude zekerheden moeten loslaten – zoals verdienvermogen en de banen die we nu hebben. Maar er liggen ook veel kansen. Nederland heeft alles in huis om de omslag te maken.

Om dat te kunnen doen moeten we het nieuwe plaatje van de toekomst gaan zien. De vakbeweging kan een cruciale bijdrage leveren aan het formuleren en vertellen hoe dat nieuwe plaatje voor NL eruit ziet en wat dat ook voor mensen, incl. werknemers en bedrijven, gaat opleveren.

TWEE FILMPJES VAN FNV MONDIAAL MET UITLEG OVER JUST TRANSITION

https://vimeo.com/521013317

https://vimeo.com/521014141

UITKOMSTEN POLLVRAAG 1

De milieubeweging besteedt te weinig aandacht aan echte banen waar werknemers veilig en gezond kunnen werken en een goed loon kunnen verdienen.

Uitkomst poll onder de deelnemers aan het seminar

81%

Eens

19+81+C

Oneens

19%

(12)

2. EEN GROENE ECONOMIE, HOE KOMEN WE DAAR

VERENIGD NAAR EEN EERLIJKE TRANSITIE 1

BAS VAN WEEGBERG, DAGELIJKS BESTUURDER FNV

Klimaatverandering is een van de meest urgente problemen van dit moment en leidt tot protesten over de hele wereld, zoals deze klimaatstaking vorig jaar. Een echte staking was het echter niet – vakbonden adviseerden een vrije dag op te nemen.

Een interessante ontwikkeling is dat de afgelopen maanden bij Tata Steel, de staalproducent in IJmuiden daadwerkelijk gestaakt werd. Dit was misschien wel de eerste echte klimaatstaking in Nederland waarbij werknemers eisten dat er investeringen in CO2-reductie zouden komen. Duurzaamheid en vergroening is bij Tata steel echt onderdeel van het eisenpakket.

WAT ZIEN WE?

• Vakbonden steeds meer aanwezig in klimaatactie, laatst ook het Klimaatalarm samen met de milieubeweging.

• Vakbonden kunnen bijdragen aan milieubescherming

• Vakbondswerk en klimaatactie gaan hand in hand, zie ook de eerlijke klimaatagenda waarbij ook aandacht gevraagd wordt voor de gevolgen van werknemers.

1 Bas van Weegberg deed onderzoek naar de rol van vakbonden in klimaatactie. B. van Weegberg. United Towards a Just Transition.

Exploring the role of Dutch workers and unions in climate action. Thesis LLM Labour Law and Employment Relations. Tilburg University 12 augustus 2020

(13)

GROENE BANEN

Klimaatverandering heeft niet alleen gevolgen voor werknemers in staalfabrieken, maar voor de hele wereld. Door klimaatverandering zullen banen verschijnen, verdwijnen en veranderen.

De Klimaatverandering aanpakken levert volgens de ILO (2018) 24 miljoen groene banen op tot 2030.

Dit roept bij vakbonden de vraag op hoe hiermee om te gaan.

Tony Mazocchi, vakbondsbestuurder en milieuactivist in de jaren ’70, introduceert de term ‘Just Transition’ die een cruciaal element werd van de wereldwijde arbeid en milieu beweging. Belangrijkste principes zijn financiële

ondersteuning, overgang van werknemers naar groene banen en betrokkenheid van vakbonden en gemeenschappen bij proactieve industriële planning.

KLIMAATAKKOORD

Vakbonden speelden belangrijke rol in het klimaatakkoord. In 2019 werd na meer dan een jaar onderhandelingen het Nederlandse nationale klimaatakkoord gepresenteerd. De vakbonden hadden aan de tafels gezeten en werkten samen met organisaties zoals Greenpeace en vrienden van de aarde, maar Kitty Jong, de vicevoorzitter van de FNV, becommentarieerde het hele proces als suboptimaal.

KOLENFONDS VEILIGGESTELD

Evenwel werd er een kolenfonds toegezegd, evenals aandacht voor de opleiding van werknemers in de fossiele sectoren. De financiële steun hiervoor is minder dan 2,2 miljoen euro per jaar. Slechts 22 miljoen euro over een periode van tien jaar voor het opleiden van werknemers in fossiele sectoren? Dat is niet bijzonder ruimhartig te noemen.

GROENE CAO-ONDERHANDELINGEN

We kennen in Nederland nog niet zoveel voorbeelden van groene cao-onderhandelingen als bijvoorbeeld Canada.

Daar vormen milieudoelstellingen onderdeel van de onderhandelingen. Ook kwesties als extreem weer, groen inkopen, recycling en training vormen onderdeel van cao-onderhandelingen.

In Groot Brittannië heeft de vakbond TUC een Handboek ‘Go green at Work’ samengesteld.

ONDERNEMINGSRADEN

Het interessante aan ondernemingsraden is dat ze een zeer concrete wettelijke handreiking bieden om klimaatverandering op de organisatorische agenda te zetten. In Art. 28.4, WOR staat het heel duidelijk: “De ondernemingsraad bevordert naar vermogen de zorg van de onderneming voor het milieu [...]” . Onderzoek toont echter aan dat dit niet actief wordt gebruikt. Ik heb slechts twee gevallen gevonden van ondernemingsraden die over klimaateffecten onderhandelden en dat was toen er banen werden bedreigd. Dus daar kunnen we met onze leden in de Ondernemingsraden nog meer aan doen.

GOED WERKGEVERSCHAP

Bij goed werkgeverschap gaat het om het individueel arbeidsrecht. Het is geregeld in artikel 7:611 BW. In de jaren

’80 werd er vooral gebruik gemaakt van dit artikel in relatie tot deeltijdwerk en functieoverdracht. Meer recente kwesties gaan over ouderschapsverlof en trainingsverplichting. Goed werkgeverschap, werknemerschap en de scholings- en opleidingsverplichting kunnen de komende jaren voor werknemers en werkgevers concrete juridische handreiking bieden om te zien of klimaatverandering een onderwerp kan worden in het individuele arbeidsrecht.

Goed werkgeverschap = Werknemer op tijd omscholing naar groene baan bieden

(14)

KLIMAATVERANDERING IS EEN VAKBONDSZAAK

Nederlandse werknemers en vakbonden zijn zich steeds meer bewust van hun (potentiële) rol in klimaatactie, maar lijken niet zeker te weten hoe ze deze rol moeten invullen.

• Grote rol vakbonden in klimaatakkoord, al zijn de resultaten mager

• Groene collectieve onderhandelingen die niet bestaan in NL, Canada & UK wijzen de weg

• Ondernemingsraden zijn niet op de hoogte van beschikbare ‘klimaattools’

• Collectieve klimaatactie toont veelbelovende start

• Klimaatverandering kan onderwerp worden van individueel arbeidsrecht, zoals deeltijdwerk

GROEN STAAL GOED VOOR KLIMAAT, OMGEVING EN WERKGELEGENHEID

2

ROEL BERGHUIS, FNV BESTUURDER TATASTEEL

De IJmond en de staalindustrie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Al meer dan 100 jaar voorzien de staalfabrieken in deze regio duizenden werknemers en toeleveranciers van werk en inkomen. Daarnaast heeft de aanwezigheid van de hoogovens altijd gezorgd voor een grote sociale samenhang en een impuls voor de welvaart en het voorzieningenniveau in de regio.

Anno 2021 ligt het huidige staalbedrijf onder vuur. Verouderde installaties en de gehanteerde productieprocessen doen een aanslag op het milieu en de leefbaarheid in de directe omgeving van het bedrijf. Door het klimaatakkoord zal het staalbedrijf in relatief korte tijd een aantal grote technologische veranderingen moeten doorvoeren.

2 Onderstaande tekst is een samenvatting: Groen Staal, een plan voor het klimaat, een schonere IJmond en werkgelegenheid. FNV Metaal mei 2021. Roel Berghuis voerde met de kaderleden van Tatasteel op het moment van het seminar actie in Den Haag om dit plan onder de aandacht te brengen.

(15)

KLIMAAT EN CO2-REDUCTIE

Met de huidige manier van produceren is Tata Steel een van de grootste uitstoters van CO2 in Nederland. Een van de manieren om reductie te bereiken is de ondergrondse opslag van CO2, bijvoorbeeld in lege gasvelden. Dat wordt CCS genoemd: Carbon dioxide Capture and Storage. Maar om CCS te realiseren is een investering van naar schatting

€ 3 miljard nodig. Dat is veel geld voor een tijdelijke oplossing, want uiteindelijk zal het staalbedrijf toch over moeten stappen naar een CO2-vrije manier van produceren. Naast CCS zijn er andere duurzamere oplossingen mogelijk, die leiden tot meer impact en een snellere en vooral grotere milieuwinst voor klimaat en omgeving.

SCHONER VRAAGT OM EEN STAP EXTRA

De leefbaarheid in de IJmond staat onder druk. Omwonenden ervaren overlast, variërend van stank tot (fijn)stof.

De gevolgen voor de volksgezondheid op de langere termijn zijn onderwerp van onderzoek door de overheid. Het verminderen van de CO2-uitstoot zal daar niet veel aan veranderen. Het bedrijf neemt maatregelen om de ervaren overlast te beperken, maar de hamvraag is of die toereikend zullen zijn, de onvrede onder omwonenden groeit. Om een duurzame verbetering voor de leefomgeving te bewerkstelligen zal het bedrijf grote stappen moeten zetten.

De grootse bron van overlast ligt in het gebruik van fossiele brandstoffen om de hoogovens te kunnen stoken.

De Kooks-en Gasfabrieken zorgen voor zowel stof- als geuroverlast. Bovendien is het gebruik van fossiele brand- stoffen ook de oorzaak van de CO2-uitstoot. De oplossing van zowel het CO2-probleem als het leefbaarheidsvraag- stuk voor de directe omgeving kunnen gezamenlijk aangepakt worden. Dat vraagt om scherpe keuzes. Keuzes voor de toekomst.

GEVOLGEN VOOR WERKGELEGENHEID

De overstap van kolengestookte hoogovens naar elektrisch aangedreven EAF en een gasgestookte DRI vraagt om andere kennis en vaardigheden, zowel voor het bedrijf als voor de medewerkers. De nieuwe manier van werken is minder arbeidsintensief, wat betekent dat er minder mensen nodig zijn om de installaties te laten draaien. Er is ook meer kennis van nieuwe technieken voor nodig. Medewerkers van de huidige installaties zullen deels bijgeschoold moeten worden om vertrouwd te raken met de nieuwe installaties. Anderen zullen wellicht liever op een andere plek binnen het bedrijf aan de slag gaan. De werkgelegenheid zal naar schatting met 150 tot 200 fte teruglopen. Dat kan door natuurlijk verloop worden opgevangen. Binnen productie gaan de komende vijf jaar circa zevenhonderd collega’s met pensioen.

WIE GAAT DAT BETALEN? HULP GEVRAAGD!

Dat de huidige eigenaar Tata Steel te koop heeft gezet, maakt het niet eenvoudiger om een investeringsagenda te maken. De aanname is dat Tata Steel niet veel meer zal willen bijdragen. De benodigde middelen zullen elders van- daan moeten komen. Het staalbedrijf in de IJmond is een winstgevend bedrijf. Ondanks lastige marktomstandig- heden heeft het bedrijf vrijwel altijd zwarte cijfers geschreven. Het “eigen” vermogen is de afgelopen jaren deels weggevloeid naar andere onderdelen van het Tata Steel concern en afgeroomd door de eigenaars. Het gaat om veel geld, dat niet zomaar beschikbaar is. Tegelijk zien we dat er door de overheid geld in CCS-CO2-opslag wordt gestoken.

Met de omslag van kolengestookte hoogovens naar EAF/DRI-installaties wordt ook CO2-uitstoot gereduceerd.

Bovendien wordt ook de overlast voor de omgeving sterk gereduceerd. We pleiten er dan ook voor bij de Rijks- overheid om deze geldstroom zodanig aan te passen, dat het budget ook voor deze vorm van CO2-reductie ingezet kan worden.

EEN DOORKIJKJE NAAR DE TOEKOMST

Als de stap naar groener en schoner staal uit de IJmond in gang gezet wordt, kan er veel moois gebeuren. Minder uitstoot, minder overlast, beter voor het klimaat. Behoud van werkgelegenheid voor werknemers en toeleveranciers, behoud van essentiële Nederlandse maakindustrie. Plus ruimte voor nieuwe ontwikkelingen, waardoor duizenden nieuwe banen kunnen ontstaan. Bijvoorbeeld het creëren van een Industrieel complex op de site van het staalbedrijf met nieuwe toekomstgerichte maakindustrie, waaronder de bouw en onderhoud van nieuwe generaties windmolens, met bijbehorende bouw van een nieuwe dikke plaatwalserij, die nodig is om dikke plaat voor de masten te leveren.

De ligging van het bedrijf aan zee, met een diepe zeehaven, maakt nieuwe initiatieven mogelijk. Op zee opgewekte windenergie wordt de voedingsbron voor het bedrijf. Maar het bedrijf kan ook bijdragen aan verdere groei van wind- energie op zee. Door het staal voor de molens ter plekke te produceren. Door samen met partners molens te bouwen

(16)

en op zee te brengen. De huidige generatie windmolens is zo groot dat vervoer over de weg uiterst complex is.

In de IJmond kunnen ze zo de zee op. Zo zijn er meerdere samenwerkingsverbanden en producten te ontwikkelen in het metaal-energie-cluster die de bedrijvigheid in de IJmond kunnen verstevigen en zo bijdragen aan werk- gelegenheid en welvaart. Er zijn niet alleen milieutechnische reden om snel over te gaan tot het bouwen van EAF/

DRI -installaties. Andere staalproducenten zijn ook bezig om zo snel mogelijk over te gaan tot een CO2-vrije staal- productie met behulp van DRI’s. Als we in IJmuiden daarmee wachten tot 2030 of daarna komt de concurrentie- positie ernstig in gevaar. Ter illustratie: de automobielindustrie heeft al aangekondigd dat zij vanaf 2030 CO2-vrij- geproduceerde auto’s willen verkopen.

WAT FNV METAAL WIL BEREIKEN

1. Steun voor onze plannen voor groener, schoner staal uit de IJmond, van overheden en andere stakeholders.

2. Een snelle onafhankelijke haalbaarheidsstudie en het voltooien van de business case waarin de geschetste overstap naar een EAF/DRI-installatie gedetailleerd is uitgewerkt en naast die van CCS wordt gezet.

3. Aanpassing van de regels voor inzet van gelden voor CO2-reductie, zodat alle initiatieven voor CO2-reductie gesubsidieerd kunnen worden.

4. Een betrokken rijksoverheid die meestuurt op de ontwikkeling van de staalindustrie in de IJmond.

5. Toekomstperspectief voor de 40.000 mensen die werk en inkomen hebben dankzij de aanwezigheid van de staalindustrie in de IJmond.

6. Een betere leefbaarheid in de directe leefomgeving, met minder ervaren overlast en nadelige gevolgen voor de volksgezondheid.

7. Draagvlak voor en het behoud van hoogwaardige staalproductie op deze locatie.

8. Een bedrijf dat actief onderdeel is van een circulaire maatschappij.

9. Een brede maatschappelijke coalitie die schouder aan schouder staat en zich inzet voor bovenstaande doelen.

BEDRIJVEN MOETEN RUIMTE KRIJGEN TE INVESTEREN

JOOSJE DE LANG, FNV BESTUURDER PROCESINDUSTRIE REGIO GRONINGEN

Wij willen in Groningen in de procesindustrie heel graag vergroenen, maar wel op een goede manier dus met behoud van werkgelegenheid. Wat wij nu zien is dat andere Europese landen subsidies krijgen om te vergroenen en dat Nederland die subsidies niet aanvraagt 3. Samen met de werkgevers in het noorden van het land voeren we dus actie richting Den Haag ervoor te zorgen dat bedrijven de kans krijgen om te investeren om zo onze werkgelegenheid in het noorden van het land te behouden en niet kwijt te raken aan België, Duitsland of andere Europese landen.

Of je succesvol bent in een actie is afhankelijk van het aantal leden dat je hebt en of je dus vakbondsmacht kunt uitoefenen. Er zijn bedrijven waar dat heel goed lukt en bedrijven waar dat niet lukt. Daar waar we gezamenlijk optrekken kunnen we ook bepalen waar we naartoe gaan voor het goede baanbehoud.

DE AFVALBRANCHE OP DE BRES VOOR EEN GROENE ECONOMIE

HANAN YAGOUBI, FNV BESTUURDER SECTOR GEO

De sector “Grondstoffen Energie & Omgeving” GEO bestaat uit 35 bedrijven, die zijn aangesloten bij de werkgevers- vereniging WenB. Zij vertegenwoordigen ca 7.400 medewerkers (waarvan ca 1.564 FNV-leden), die werken aan:

• Het inzamelen van,

• het in- of verpakken van,

• het transport van,

• het op- en overslaan van,

3 Gedoeld wordt hier o.a. op de ETS-compensatieregeling die door de ons omringende landen wel is aangevraagd, maar niet door Nederland.

(17)

• het bewerken, verwerken en/of verwijderen van afvalstoffen, dan wel het uitvoeren van:

• Het beheer van de openbare ruimte

• rioolreinigingsdiensten,

• rioolinspectiediensten,

• aanverwante milieudiensten of activiteiten.

WAT DOET DE AFVALSECTOR AAN VERGROENING?

1. Vol inzetten op hergebruik

De afvalsector zet zich in voor reductie, hergebruik, recycling en de productie van grondstoffen en energie. In heel Nederland vinden circulaire activiteiten plaats. Van nieuwe scheidingsinstallaties tot vergistingsfabrieken, van het reinigen van bodem-as tot het produceren van hoogwaardige gerecyclede grondstoffen.

2. Optimale waarde-creatie

Afval is bron voor grondstoffen en energie. De sector maakt zich sterk voor het zoveel mogelijk creëren van waarde uit afval. Samen met onze partners zoeken we naar oplossingen in de gehele waardeketen. Van afvalpreventie tot betere inzameling, van slimmer hergebruik en recycling tot het benutten van energie uit niet-recyclebaar afval:

uiteindelijk draait het om de totale toegevoegde waarde in de hele keten.

3. Samenwerken in de keten

We kunnen het niet alleen. Een circulaire economie vereist samenwerking tussen afvalbedrijven, producenten, overheden, burgers en kennisinstituten. De sector zoekt die samenwerking actief op. Onder meer om kansen te bespreken voor eco-design en nieuwe businessmodellen. De afvalsector beschikt over expertise over preventie, inzameling en verwerking.

WAT ZIJN DE UITDAGINGEN VOOR EEN GROENE ECONOMIE?

Voor de afvalsector zijn de volgende drie factoren van belang om de transitie naar de circulaire economie te maken:

A Productdesign (oftewel milieu moet belangrijker zijn dan marketing)

Producten ontwikkelen die een lange levensduur hebben, dus gemakkelijk te repareren en/of te upgraden zijn en met het oog op toekomstige recycling na afdanking. Niet recyclebare materialen “verbieden”.

B De afzetmarkt voor grondstoffen

Zonder afzet voor secundaire grondstoffen komt de circulaire economie niet op gang. De kostprijs van secundaire grondstoffen versus primaire grondstoffen moet omlaag.

C De werkgelegenheid en kennis in de sector

De werkgelegenheid is in het geding doordat er onvoldoende wordt samengewerkt in de keten. De afvalverwerking loopt daardoor nooit voorop, maar wordt wel gezien als de “kwade” bij het niet behalen van recyclingdoelstellingen.

Nu wordt de sector ook weer gestraft met een importheffing op buitenlands afval nadat ze de afgelopen 10 jaar de afvalverbrandingsinstallaties hebben getransformeerd tot de meest milieu efficiënte installaties van de wereld.

(18)

BLIK OVER DE GRENS: WAT DOET DE DUITSE VAKBEWEGING AAN VERGROENING VAN DE ECONOMIE?

LEON KRÜGER, SECRETARIS SECTIE STRUCTUREEL, INDUSTRIEEL EN SERVICEBELEID BIJ DE DGB

De DGB (8 miljoen leden) houdt zich veel bezig met het onderwerp vergroening van de economie en we hebben vrij gelijkaardige activiteiten die door de collega’s van FNV worden genoemd.

HOOFDPUNT

Het hoofdpunt is dat klimaatverandering onze economie en de manier waarop we werken zal veranderen.

Mogelijk banenverlies staat op het spel. Dit betekent dat we onze bedrijven moeten beschermen, klimaatverandering bestrijden en voor fatsoenlijke banen voor de volgende generatie moeten zorgen.

De centrale vraag in deze discussie is hoe we kunnen zorgen voor effectieve klimaatmaatregelen binnen de bedrijven, inclusief werkzekerheid, fatsoenlijk werk, medezeggenschap, kortom een rechtvaardige transitie.

1. De fossiele industrieën moeten hun bedrijven veranderen naar een duurzaam model waarin banen behouden blijven.

2. Door flexibilisering van de werkgelegenheid en daling van de CAO-dekkingsgraad ontstaat weerstand en zal de sociale ongelijkheid toenemen.

Veilig werk en fatsoenlijke banen dragen bij aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen, zijn nodig voor vergroening van de economie en zijn cruciaal voor de acceptatie. Dit vergt zowel een nationale, een Europese als een internationale aanpak.

WAT ZIJN DE INSTRUMENTEN?

Drie voorbeelden die de Duitse vakbonden gebruiken in een aantal sectoren/regio’s, zijn:

1. Toekomstgerichte cao’s (we noemen ze bewust geen groene cao’s, maar toekomstgerichte cao’s) 2. Transformatieraden

3. Trasformatiegidsen

TOEKOMSTGERICHTE CAO’S (IG METALL)

IG Metall heeft 3 punten uit onderhandeld om werkgevers te committeren:

• Werkzekerheid: langdurige uitsluiting van ontslagen;

• Investeringen: Investeer in een duurzame transformatie;

• Kwalificatie: Bijscholing van hun medewerkers om zich aan te passen aan de veranderende werkprocessen (gecombineerd met deeltijd- of werktijdverkorting tijdens de opleiding);

Belangrijk aandachtspunt is werkgevers dwingen te investeren in een duurzame toekomst terwijl tegelijkertijd de banen veilig zijn. Dat vraagt overigens ook overheidsinvesteringen.

TRANSFORMATIERAAD(EN)

• Regionale belanghebbenden (politici, sociale partners, wetenschappers...) analyseren getroffen regio’s en bedrijven, komen samen en ontwikkelen een strategie voor een rechtvaardige transitie.

• Om lokale uitdagingen aan te pakken, werkt de raad specifieke beleidsmaatregelen uit en deze worden aanbevolen aan de lokale overheden zoals bijvoorbeeld:

- Publieke financiering voor onderzoek, proefprojecten hernieuwbare energie - Beroepsonderwijs en vervolgopleidingen

TRANSFORMATIEGIDSEN

Hierbij gaat het om een bijscholingsprogramma van de sociale partners waarbij werknemers zelf “transformatie- gidsen” worden die het transformatiepotentieel binnen een bedrijf identificeren en stimuleren. Feitelijk gaat het om macht/regie om de eigen toekomst vorm te geven. Er wordt ook gewerkt met transformatiehub’s om ideeën tussen bedrijven uit te wisselen.

De DGB is ook actief op andere beleidsterreinen, zoals mobiliteit. En doet beleidsaanbevelingen voor de overheid om te zorgen voor een rechtvaardige transitie.

(19)

DISCUSSIE /VRAGEN UIT DE CHAT

Linda Vermeulen: Er is een vraag uit de chat: artikel 28.4 uit de WOR toch niet het enige instrument is om iets te doen?

Bas van Weegberg: Dat artikel biedt een haakje om iets te doen. Waar het mij om gaat is dat klimaatverandering echt iets is van werknemers. Ik vond het interessant van Leon Krüger net zei over de regio. Er worden nu overal Regionale Energiestrategieën (RES) opgezet. Daar proberen we ook invloed op uit te oefenen.

Linda Vermeulen: Roel Berghuis voert nu actie in Den Haag met een eigen plan voor Tata Steel. Hanan, hoe zit dat bij jullie?

Hanan Yagoubi: Wij hebben ook een plan ingediend richting de politiek, samen met onze leden in de afvalbranche en de OR.

Uit de chat: Hoe bereidt de afval branche zich voor op een afval loze samenleving?

Caroline Rietbergen: We produceren met elkaar ongelooflijk veel afval, dus ik zou eerst de vraag terug willen stellen. Hoe draagt u eraan bij om minder afval te produceren? De afvalverwerkers zetten volop in op

hergebruik, optimale waarde creatie (dus afval niet meer zien als afval maar als grondstof en energie) en samenwerking in de keten, dus tussen afvalbedrijven en producenten, overheden en consumenten.

Uit de chat: Moet Tatasteel banen behouden of juist veranderen door af te slanken?

Caroline Rietbergen: Het is geen kwestie van óf baanbehoud óf veranderen, maar van én-én. Als vakbeweging zijn we altijd voor behoud van werkgelegenheid, maar we zijn ook voor vergroening. Het staal moet groener geproduceerd worden en de werknemers moeten mee in die transitie. En ze gaan ook graag mee. Vandaar die acties van de mensen van Tatasteel vandaag in Den Haag. We hebben overigens ook staal nodig voor de vergroening, want hoe wil je anders die windmolens produceren?

(20)

CIRCULAR JOBS INITIATIVE

Circular Jobs Initiative werkt aan een positieve overgang voor werknemers en de maatschappij. Drie belangrijke elementen:

1. Vaardigheden 2. Kwaliteit van werk 3. Inclusieve arbeidsmarkt

Met onze Circular Jobs Monitor houden wij bij hoeveel banen er zijn om de circulaire economie te ondersteunen, waar deze banen zich bevinden en in welke sectoren. Nederland telt op dit moment ongeveer 700.000 circulaire banen die duurzaamheid ondersteunen, veelal in de digitale sector en dienstverlening. Het aantal banen is een belangrijke maatstaf, maar moet niet de enige focus zijn. Ons onderzoek toont aan dat het succes van een circulaire economie afhankelijk is van de kennis en kunde van werknemers. Om de circulaire economie te bereiken, moeten we ook oog hebben voor de kwaliteit van banen en inclusiviteit.

WAT KUNNEN VAKBONDEN EN ANDERE SOCIALE PARTNERS DOEN?

We hebben bij Circle Economy een gids gemaakt speciaal voor sociale partners met tips. De resultaten van ons onderzoek tonen aan dat de volgende vier acties de meest belangrijke zijn.

1. Creëer toegangsmogelijkheden tot leven lang leren: Vooruitziende blik en planning op lange termijn zijn enorm belangrijk om de overgang makkelijker te maken.

2. Zorg voor sociale bescherming en collectieve overeenkomsten in krimpende, groeiende en opkomende sectoren.

3. Schets transitiepaden voor werknemers op basis van structurele veranderingen in het aanbod van opleiding en onderwijs (met een LLL traject), ook voor personen die buiten de arbeidsmarkt staan.

4. Ontgrendel financiering. Creëer nieuwe financieringsmogelijkheden of maak gebruik van bestaande fondsen om werk en werkplekken meer circulair en inclusief te maken.

TOT SLOT

De kennis en kunde van medewerkers (en werkgevers) zijn enorm van belang om duurzame en circulaire strategieën te realiseren.

In een circulaire economie wordt waarde van materialen behouden. Er gaat niets verloren. Dat moet ook voor de waarde van menselijk kapitaal gelden, daarin moeten we ook investeren.

Vakbonden spelen een belangrijke rol om ervoor te zorgen dat de overgang rechtvaardig is en dat werknemers mee kunnen doen om een positieve sociale én ecologische impact te bereiken.

joel@circle-economy.com

UITKOMSTEN POLLVRAAG 2

De O&O-fondsen moeten zich meer inzetten voor scholing van werknemers over klimaatverandering en de betekenis daarvan voor het werk in de sector.

Uitkomst poll onder de deelnemers aan het seminar

96%

Eens

4+96+C

Oneens

4%

3. WERKGELEGENHEID IN DE GROENE ECONOMIE

DE CIRCULAIRE ECONOMIE ALS BANENMOTOR

JOEL MARSDEN, ONDERZOEKER CIRCULAR JOBS INITIATIVE BIJ CIRCLE ECONOMY

“Human labour –work- is different from other renewable resources: creative, versatile and adaptable and able to be educated, but perishable if unused” Walter Stahel (2012)

Sinds het begin stond de invloed van de circulaire economie op mensen, hun banen en kennis op de agenda. Maar deze sociaal dimensies worden te vaak vergeten of overschaduwd in vergelijking met de ecologische dimensies. Bij Circle Economy is het ons doel om meetwaarden en praktische hulpmiddelen te bieden om de circulaire economie te laten werken voor mens en planeet.

In de afgelopen jaren is er al veel onderzoek en discussies over de invloed van circulaire economie op de arbeids- markt. Veel acties zijn al ondernomen, maar er is nog veel meer te doen. En veel te leren van elkaar.

WAT IS DE CIRCULAIRE ECONOMIE?

In de huidige economie, delven we grondstoffen, we produceren, we consumeren en vervolgens is er afval (take- make-waste). In een circulaire economie verlies je geen waarde maar behoud je de waarde van de materialen. Bij waarde gaat het niet enkel om economische waarde, maar om het hele socio-economische potentieel. Want de cir- culaire economie vereist veel ondersteunende processen die arbeidsintensief zijn. In reparatie en vooral hergebruik.

WAT BETEKENT DIT VOOR DE ARBEIDSMARKT?

De circulaire economie kan echt een beleidsgestuurde banenmotor zijn. Als gevolg van het beleid, veranderen de productiewijzen en de vraagpatronen. Als gevolg hiervan ontstaat er nieuwe werkgelegenheid, maar andere banen zullen verdwijnen of worden vervangen. Onderzoek toont aan dat de netto uitkomst waarschijnlijk positief is.

Wetenschappelijk onderzoek voorspelt een toename van 3% van de werkgelegenheid in 2030 (Wiebe et al. 2019).

De Europese Commissie voorspelt 700.000 netto banen tegen 2030 (Europese Commissie, 2018). Maar een netto uitkomst zegt niet alles. Voor de meerderheid van de banen, zullen taken en vaardigheden veranderen. Die banen zullen moeten voldoen aan toekomstige vereisten die de nieuwe duurzame bedrijfsmodellen ondersteunen.

(21)

CIRCULAR JOBS INITIATIVE

Circular Jobs Initiative werkt aan een positieve overgang voor werknemers en de maatschappij. Drie belangrijke elementen:

1. Vaardigheden 2. Kwaliteit van werk 3. Inclusieve arbeidsmarkt

Met onze Circular Jobs Monitor houden wij bij hoeveel banen er zijn om de circulaire economie te ondersteunen, waar deze banen zich bevinden en in welke sectoren. Nederland telt op dit moment ongeveer 700.000 circulaire banen die duurzaamheid ondersteunen, veelal in de digitale sector en dienstverlening. Het aantal banen is een belangrijke maatstaf, maar moet niet de enige focus zijn. Ons onderzoek toont aan dat het succes van een circulaire economie afhankelijk is van de kennis en kunde van werknemers. Om de circulaire economie te bereiken, moeten we ook oog hebben voor de kwaliteit van banen en inclusiviteit.

WAT KUNNEN VAKBONDEN EN ANDERE SOCIALE PARTNERS DOEN?

We hebben bij Circle Economy een gids gemaakt speciaal voor sociale partners met tips. De resultaten van ons onderzoek tonen aan dat de volgende vier acties de meest belangrijke zijn.

1. Creëer toegangsmogelijkheden tot leven lang leren: Vooruitziende blik en planning op lange termijn zijn enorm belangrijk om de overgang makkelijker te maken.

2. Zorg voor sociale bescherming en collectieve overeenkomsten in krimpende, groeiende en opkomende sectoren.

3. Schets transitiepaden voor werknemers op basis van structurele veranderingen in het aanbod van opleiding en onderwijs (met een LLL traject), ook voor personen die buiten de arbeidsmarkt staan.

4. Ontgrendel financiering. Creëer nieuwe financieringsmogelijkheden of maak gebruik van bestaande fondsen om werk en werkplekken meer circulair en inclusief te maken.

TOT SLOT

De kennis en kunde van medewerkers (en werkgevers) zijn enorm van belang om duurzame en circulaire strategieën te realiseren.

In een circulaire economie wordt waarde van materialen behouden. Er gaat niets verloren. Dat moet ook voor de waarde van menselijk kapitaal gelden, daarin moeten we ook investeren.

Vakbonden spelen een belangrijke rol om ervoor te zorgen dat de overgang rechtvaardig is en dat werknemers mee kunnen doen om een positieve sociale én ecologische impact te bereiken.

joel@circle-economy.com

UITKOMSTEN POLLVRAAG 2

De O&O-fondsen moeten zich meer inzetten voor scholing van werknemers over klimaatverandering en de betekenis daarvan voor het werk in de sector.

Uitkomst poll onder de deelnemers aan het seminar

96%

Eens

4+96+C

Oneens

4%

(22)

WERKNEMERS OPLEIDEN VOOR DE GROENE BANEN

ISABEL COENEN, FNV BELEIDSADVISEUR SCHOLING EN ONTWIKKELING

De energietransitie kan alleen een succes worden als dit gepaard gaat met toegankelijke scholings- en ontwikkel- programma’s op maat. Zo kunnen mensen zich toerusten voor de nieuwe eisen die de arbeidsmarkt stelt.

Opleidingen en ontwikkelingsfondsen kunnen hierbij zeker een belangrijke rol spelen, ook meer dan ze nu doen.

Ze hebben kennis en overzicht van de arbeidsmarktontwikkelingen in de sector. Ook hebben ze een infrastructuur voor ondersteuning en advies.

In een fonds kun je kennis en expertise bundelen en collectieve afspraken maken voor goede arrangementen.

Succesfactor is als werkenden en werkzoekenden bij de vormgeving worden betrokken en zelf aan het stuur kunnen zitten van hun loopbaan. En ook het maken van afspraken over een veilige leeromgeving, stabiele baan en onaf- hankelijk advies en ondersteuning. Als je niet weet of je morgen nog de huur kunt betalen, staat je pet echt niet naar scholing en ontwikkeling.

Fondsmiddelen komen uit de loonruimte en is daarmee geld van de werknemers. Ik pleit er dan ook voor om de fondsen in kader van de grote veranderingen t.a.v. de energietransitie cofinanciering te bieden om, zodat ze goede en integrale trajecten hiertoe realiseren. Een goede energietransitie is ook deels een publieke verantwoordelijkheid.

Fondsen worden paritair aangestuurd dus vakbonden zitten mede aan het stuur. Belangrijke inzet moet daarbij zijn dat trainingsfaciliteiten voor iedereen toegankelijk zijn. Daarbij kunnen we als vakbonden een rol spelen omdat we onafhankelijk zijn, naast de werknemer staan en daarmee het vertrouwen hebben van werkenden.

Een mooi voorbeeld is de inzet van DI-adviseurs vanuit de vakbonden georganiseerd in de metaal en techniek die op de werkvloer met werkenden in gesprek gaan via de koerskaart, coaching gesprekken en workshops. Een ander mooi voorbeeld zijn de leerambassadeurs die we in een aantal sectoren hebben georganiseerd zoals gemeente in SW.

Onze wens is op dit breder in sectoren in te zetten en ook te benutten om werkenden te ondersteunen bij verander- ingen in kader van de energietransitie. Ik zou het fantastisch vinden als dit door meer O&O-fondsen wordt opgepakt.

NOG VEEL WERK TE VERZETTEN IN DE WIND OFFSHORE

CHARLEY RAMDAS, BESTUURDER NAUTILUS

Er wordt in het kader van de energietransitie gesproken over een banenmotor, maar als het over de wind offshore gaat, dan is dat wel een vervuilende dieselmotor. De wind offshore is echt een cowboysector, daar is nog niets geregeld. Er is geen sociale infrastructuur. Vakbonden worden stelselmatig geweerd, dus we moeten er ons in knokken. En dat zijn we ook aan het doen. In deze sector praat je nog echt over patriarchale verhoudingen. Op dit moment worden leden van ons op het matje geroepen omdat ze zich verzet hebben tegen de lange roosters in verband met corona. 10 à 12 weken op zee is na ruim een jaar corona echt niet meer nodig. De werkgevers weigeren alleen al om hierover in gesprek te komen.

Steeds meer ‘good jobs’ worden omgezet in ‘bad jobs’ die vervuld worden door onder andere Oost-Europeanen.

Bij de grote baggerbedrijven is men zich steeds meer aan het toeleggen op de wind offshore. Maar bij reorganisaties nemen ze gewoon afscheid van de werknemers in de bagger, terwijl je hen gewoon zou kunnen herplaatsen in de wind offshore. Die mensen hebben al maritieme ervaring, maar ze worden de laan uitgestuurd en vervangen door goedkopere werknemers.

We zijn twee jaar geleden een project gestart in de wind offshore bij een paar targetbedrijven waar we ons op richten. Daar hebben we het gevecht nu gewonnen op het terrein van de veiligheid, een van de belangrijkste zaken als het gaat om de belangen van werknemers. We praten nu mee over de Arbo catalogus in de wind offshore, dus dat

(23)

hebben we na twee jaar bereikt. Maar met de mensen zelf knokken we ook voor een fatsoenlijk pakket aan arbeids- voorwaarden. Veiligheid en werkgelegenheid, daar knokken we voor.

De bedrijven waar we het over hebben komen uit de maritieme dienstverlening. Dit zijn van oudsher bedrijven met goede arbeidsvoorwaarden, inclusief pensioenopbouw, Maar bij deze transitie naar een nieuw domein kiezen ze er bewust voor om mensen niet te boeien en te binden, maar gaan ze voor zo goedkoop mogelijk. Ze gaan dus voor de korte en niet voor de lange termijn. Tussen nu en 2030 moet er steeds meer wind op zee komen, dus de vraag is of er genoeg mensen te vinden zijn die dit werk kunnen doen om die groene doelstellingen te halen.

Ik vind dat er vanuit Den Haag ook te weinig aandacht is voor deze aspecten. We hebben in de tekst van het klimaat- akkoord wel voor elkaar gekregen dat er iets opgenomen staat over goede arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden maar de praktijk laat echt te wensen over.

VEEL WINST TE BEHALEN BIJ RENOVATIE

ELLEN HOEIJENBOS, FNV BESTUURDER BOUWEN & WONEN

In de context van de Energietransitie spreken we binnen onze sector over ‘De Gebouwde Omgeving’.

Alle huizen en gebouwen in de EU zijn samen verantwoordelijk voor 40% van de CO2 uitstoot. Daar is dus veel klimaatwinst te behalen en daar ligt ook een enorme opgave vanuit het EU-programma renovatiegolf. De huizen waarin wij wonen moeten allemaal CO2 neutraal worden en daarin is de overheid leidend.

Ik schetst twee beelden van de bouwsector:

Het eerste plaatje is een beeld van een moderne, bouwsector, met volop mogelijkheden voor groene banen, hoger opgeleiden en vrouwen. Een sector die voor (creatieve) jongeren aantrekkelijk is om voor te werken.

Data gestuurd en nieuwe (geïndustrialiseerde) bouwprocessen zijn de toverwoorden.

RELATIEF VEEL MAATWERK

BOUW PROCES = OPTELSOM VAN SPECIALISATIES

BOUW IS PROCESMACHINE

PERIODES VAN GROEI EN KRIMP WISSELEN

ELKAAR AF

KLEINE, HOOGOPGELEIDE, GESPECIALISEERDE VASTE KERN MEDEWERKERS EN UITGEBREIDERE FLEXIBELE SCHIL

(24)

Het tweede plaatje laat een ander beeld zien dat veel lijkt op hetgeen we nu tegenkomen op de bouwplaats.

Er is één hoofdaannemer met daaronder een eindeloze keten van onder-aannemingen.

Aantal vaste contracten 25% versus 75% flex! Waarbij flex kan zijn: uitzendkrachten, (schijn)zzp, arbeidsmigranten.

Dit is bepaald geen beeld van een duurzame sector. Flex is absoluut niet beperkt tot piek en ziek. De inspectie ISZW bevestigt het beeld dat wij als vakbond ook zien, namelijk een toename van de inzet van arbeidsmigranten, waar- onder met name veel derdelanders (mensen van buiten de EU zoals Oekraïners). De sector wordt vooral aangestuurd door kostenbeheersing en dat maakt het plaatje compleet. De overheid is een van de grootste opdrachtgever in het maatschappelijk vastgoed, dus zou daar een grotere rol in spelen om de situatie te veranderen. Hier is nog veel werk te verzetten.

Een recente analyse / evaluatie van het ministerie van Binnenlandse Zaken laat zien dat de twee grootste knelpunten bij de renovatie van gebouwen (de Proeftuinen Aardgasvrije Wijken) zijn:

A. Betaalbaarheid B. Complexiteit

Twee ingrediënten die voor werkgevers aantrekkelijk zijn om vooral te gaan voor de makkelijkste en vooral de goedkoopste oplossing.

Het wordt de vakbonden vaak verweten dat wij op de rem staan als het om vergroening gaat. En dan kan ik best met het beschuldigende vingertje richting werkgevers wijzen -en die doen ook een hoop verkeerd en verwijtbaar- maar dan wil ik toch ook wijzen op de rol die de overheid hier speelt. Er moet gewoon meer geld bij. In de aanbestedings- fase: moet er aandacht komen voor sociaal aanbesteden. De aanbestedingsrichtlijn is in Nederland slechts minimaal geïmplementeerd. Dat kunnen we ons als vakbond overigens ook aanrekenen.

VEEL VASTE CONTRACTEN BOUWPROCES VERANDERT RADICAAL DOOR DIGITALISERING

BOUW IS

PRODUCTMACHINE

FABRIEKSMATIGE, MODULAIRE BOUW BETEKENT DOORBRAAK VOOR DUURZAAMHEID

VRAAG LIGT CONTINU OP HOOG NIVEAU, PERSONEELSTEKORTEN

VERLEDEN TIJD

(25)

Uiteraard wil ik niet dat er zomaar geld richting werkgevers gaat. Extra geld moet gepaard gaan met voorwaarden.

Dit betekent dat er meer geïnvesteerd moet worden in duurzame banen en in een duurzame sector, waar ook de juiste cao van toepassing is. Het van toepassing zijn van een cao wil namelijk niet altijd zeggen dat dit meteen de juiste cao is. De oplossing voor dit probleem is ook niet gelegen in het creëren van nieuwe cao’s met lagere arbeids- voorwaarden.

VERGROENEN KUN JE ALLEEN DOEN ALS JE HET EERLIJK DOET!

CHANT VAN DEN BERG, FNV BESTUURDER HAVENS EN VOORZITTER KOLENFONDS

Het uitfaseren van het stoken van kolen is in een stroomversnelling terecht gekomen door het Urgenda-arrest (dec 2019). Ik zal vertellen hoe we de klap van de sluiting van de 1e kolencentrale hebben op kunnen vangen, hoe we nu bezig zijn met de 2e sluiting in goede banen te leiden en hoe wij toekomstige ontwikkelingen zien, want het houdt niet op bij deze 2 centrales, het houdt niet op met alleen de kolen uitfaseren door de energietransitie gaat er een hele hoop veranderen.

Vorig jaar sloot de Hemweg centrale in Amsterdam als eerste kolencentrale de deuren. Deze sluiting raakte niet alleen het personeel van de centrales zelf, maar dreunde ook door in de rest van de kolenketen. Waardoor een deel van onze leden bij het kolenoverslagbedrijf OBA boventallig werd verklaard en hun baan verloren. FNV Havens voerde toen al ruim 5 jaar acties om deze klap op te vangen. Wij hebben uitsluitend door stug actie te blijven voeren met onze leden en kaderleden een Kolenfonds op kunnen richten. Het kolenfonds houdt in dat de ontslagen medewerkers gedurende 3 jaar de tijd krijgen om van werk naar werk te gaan. Zij hebben gedurende 3 jaar recht op begeleiding, kunnen een opleiding naar eigen keuze doen en krijgen een aanvulling op hun WW of evt. lager betaalde functie.

Nu is ook de Onyx kolencentrale in de Rijnmond aan de beurt. Onyx wil hun kolenstookvergunning terug verkopen aan de Nederlandse Staat. De onderhandelingen daarover zijn nog in volle gang en het zou om een bedrag gaan van om en nabij €238.000.000,- bijna een kwart miljard dus.

Zodra deze centrale sluit zal ook het kolenoverslagbedrijf EMO, die dus de kolen overslaat voor de Onyx centrale, de gevolgen van de sluiting gaan voelen. Onze leden bij de centrale én de EMO hebben ook hier de handen

ineengeslagen en voeren gezamenlijk actie om ook hier het vangnet van het Kolenfonds toe te passen. Dus 3 jaar lang begeleiding, scholing en geen inkomensverlies. Het mooie is dat ook de milieuorganisaties zich bij ons hebben aangesloten. Zij zien ook in dat je voor de energietransitie draagvlak nodig hebt. Dat draagvlak krijg je alleen als je de rekening eerlijk verdeeld. Dus niet de medewerkers op laten draaien voor de kosten terwijl de bedrijven wél riant schadeloos worden gesteld. Wij willen ook hier minimaal dezelfde regeling zoals bij de Hemweg centrale afgesproken is voor de gehele kolenketen.

In de toekomst zullen de overige 3 kolencentrales ook gesloten worden.

Ook de discussies over het inkrimpen van de veestapel volgen wij nauwlettend. Dit gaat effect hebben op onze leden in de agribulk die het veevoer doorvoeren. Hetzelfde geldt voor de effecten van de uitspraak in de Shell-zaak van 2 weken terug. Dit gaat vroeg of laat gevolgen hebben voor onze leden bij de tankopslagbedrijven. Het is afwachten wat de nieuwe regering op dit gebied voor plannen in petto heeft. Wij zullen in ieder geval niet lijdzaam toekijken hoe Den Haag bedrijven enthousiast schadeloos stelt zonder aan de werknemers te denken die hun baan hierdoor verliezen. Wij zullen er ook dan weer staan, samen met onze leden, met onze collega’s uit de andere FNV sectoren en de milieuorganisaties. Het maakt ons namelijk niet uit of het nou om kolenoverslag, agribulk of tankopslag gaat: als het onze leden boventallig maakt, moeten zij goed opgevangen worden. Vergroenen kun je alleen doen als je het eerlijk doet, dus zorg ook goed voor de werknemers!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

in geval van storingen, en een goede balans tussen werk en privé te vinden, wordt voorrang gegeven aan kandidaten die wonen in de gemeenten opgenomen in de lijst in

Gebruik de bediening aan de linkerkant van het stuur om door de tabbladen te navigeren, om selecties te maken en om aanpassingen te doen die op het informatiescherm van het

De FNV-afdeling Amsterdam is opgericht in 1977; hierbij werd de NVV-afdeling Amsterdam, voorheen de Amsterdamse Bestuurdersbond, geleidelijk omgevormd tot een FNV-afdeling;

Desgewenst is de werkgever bevoegd gedurende het dienstverband op schriftelijk verzoek van de werknemer openstaande vakantie-uren, voor zover deze het wettelijk minimum als bedoeld

Indien reparatie, onderhoud en banden zijn meegeleast, worden de onderhoudsbeurten plus alle werkzaamheden/vervangingen die het gevolg zijn van normale slijtage voor rekening van

De ondertekening, bedoeld in artikel 37, tweede lid, eerste volzin, van een elektronische notariële akte vindt plaats via het systeem voor gegevensverwerking door het gebruik van

Op basis van de antwoorden kunnen we niet alleen de vraag beantwoorden welke eigenschappen goede lokaal bestuurders in het algemeen bezitten, maar ook de vraag welke

Als u met het voertuig onderweg bent en niet bent aangesloten op het 110 volt elektriciteitsnet op de camping, hebt u de beschikking over het 12 volt net in