• No results found

Korte schets van het proces tot nu toe Inleiding Inzet besluitvorming college Midden-Groningen t.a.v. beroepsprocedure op vaststellingsbesluit Groningenveld 2021-2022 MEMO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Korte schets van het proces tot nu toe Inleiding Inzet besluitvorming college Midden-Groningen t.a.v. beroepsprocedure op vaststellingsbesluit Groningenveld 2021-2022 MEMO"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MEMO

Inzet besluitvorming college Midden-Groningen t.a.v.

beroepsprocedure op vaststellingsbesluit Groningenveld 2021-2022

d.d. 15 oktober 2021

Inleiding

Op 24 september 2021 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) het

vaststellingsbesluit gaswinning Groningenveld voor het gasjaar 2021-2022 gepubliceerd. Het besluit en de onderliggende stukken zijn te zien via https://www.rvo.nl/file/vaststellingsbesluit-groningen- gasveld-2021-2022-anmpdf. NAM mag en moet op grond van dit besluit in het komende gasjaar 3,9 mld m3 in een qua temperatuur gemiddeld jaar winnen, onder het regime "Niet meer dan Nodig". In het gasjaar 2021-2022 zal ook het productiecluster Tjuchem gesloten worden.

Een ieder die een zienswijze heeft ingediend op het ontwerp-vaststellingsbesluit heeft de

mogelijkheid om bij de Raad van State in beroep te gaan tegen het definitieve besluit. Dit moet dan voor 6 november aanstaande kenbaar zijn gemaakt bij de Raad van State.

Het college van Midden-Groningen heeft, mede namens de gemeenteraad en de gemeente als rechtspersoon, een zienswijze ingediend en heeft dus het recht om in beroep te gaan.

Het college besluit op 2 november om wel of niet in beroep te gaan tegen het Vaststellingsbesluit Groningenveld 2021. Hiervoor wil het college graag input van de raad krijgen. Op 28 oktober staat dit geagendeerd in de raadsvergadering. Ter voorbereiding hiervan brengt het college bijgaande inzet in. Op basis van de gemeentewet kan de gemeenteraad, ongeacht het besluit van het college, zelfstandig besluiten om als gemeenteraad in beroep te gaan.

Korte schets van het proces tot nu toe

GTS raamde in januari 2021 dat er voor het komende gasjaar 3,9 mld m3 nodig zou zijn. Op basis daarvan heeft NAM één operationele strategie opgesteld. Tot vorig jaar stelde NAM meerdere strategieën op en konden de adviseurs hun advies hierover uitbrengen. Nu de winning dermate laag is liggen meerdere operationele strategieën niet meer voor de hand en heeft de minister NAM gevraagd één strategie op te leveren. De wettelijk adviseurs, waaronder de regionale overheden, adviseerden de minister daarover in mei.

Vervolgens stelde de minister het ontwerpbesluit vast. De regionale overheden, naast anderen, hebben in juli zienswijzen ingediend. De minister heeft nu het definitieve besluit vastgesteld.

(2)

Inzet college: Niet in beroep, wel een brief

De inzet van het college is om tegen dit vaststellingsbesluit niet in beroep te gaan. Hieronder worden de argumenten hiervoor weergegeven. Het college is wel voornemens om in een brief de beide ministers aan te geven op welke punten de aanpak van de gevolgen van ade gaswinning nog niet goed verloopt. Deze brief moet de basis vormen voor verder gesprekken met de ministers over dit onderwerp.

Argumenten om niet in beroep te gaan

1. Looptijd van het besluit

Het vaststellingsbesluit gaat over het komend gasjaar, oktober 2021 tot oktober 2022. Niet op de periode daarna. Een eventueel beroep zou dan ook over het komend jaar moeten gaan.

Punten over de verdere afbouw en vastlegging daarvan zijn bijvoorbeeld daarom niet ontvankelijk.

2. Winningsniveau

De minister volgt in zijn besluit het advies van GTS om 3,9 mld m3 te winnen bij een jaar met gemiddelde temperatuur, met een marge tot 7,5 mld m3 bij een extreem koud jaar (niveau Elfstedentocht). Ter vergelijking. In het gasjaar 2020-2021 mocht 8,1 mld m3 worden gewonnen en is dat uiteindelijk blijven steken op circa 7,5 mld m3. Kortom, er wordt eerder minder dan meer gewonnen.

De 3,9 mld m3 is overigens minder dan was voorzien in het Basispad van het kabinet uit 2018 dat uitging van 11,2 mld m3 (gemiddeld jaar) in 2021-2022.

3. Afweging minister

In het besluit weegt de minister niet alleen de leveringszekerheid af, maar ook in hoeverre wordt voldaan aan de veiligheidsnorm, het tempo van afbouw van de vraag, het tempo van versterken van gebouwen, de maatschappelijke ontwrichting als gevolg van bodembeweging én als gevolg van het afsluiten van afnemers. Dit leidt tot een totaalafweging. Gelet op de

motivering van de minister en de totaalafweging is er juridisch gezien naar onze mening geen aanleiding om beroep in te stellen tegen het besluit. De minister motiveert namelijk elk aspect en weegt steeds de nadelige effecten van de gaswinning af. We kunnen niet zeggen dat het besluit van de minister onvoldoende is gemotiveerd of onzorgvuldig tot stand is gekomen. Dit is juridisch relevant voor het indienen van beroep.

Wel de dialoog vervolgen

Bovenstaande argumenten om niet in beroep te gaan beteken niet dat er geen kritiek te geven is op het besluit. Zo is er blijvende zorg over het tempo van versterking en schade-afhandeling en de maatschappelijke ontwrichting als gevolg van de gaswinning. Onze zienswijze om inwoners ingeval van meervoudige schade-oorzaken (bijvoorbeeld ook door zoutwinning) te ontlasten met één schaderegime onder het wettelijk bewijsvermoeden neemt de minister niet over omdat hij hiervoor onvoldoende rechtvaardiging ziet.

(3)

De niet-gehonoreerde punten in onze zienswijzen en overige ontwikkelingen rondom versterking en schadeafhandeling moeten we dan ook meenemen in de gesprekken die worden gevoerd met de beide verantwoordelijke ministeries. Onze punten inbrengen in deze gesprekken is ook

maatschappelijk gezien sterker dan beroep instellen, ook omdat de Raad van State de door anderen ingestelde beroepschriften over het afgelopen gasjaar (2020-2021) ongegrond verklaarde,

Daarmee ligt het voor de hand dat een eventuele beroepsprocedure niet in ons voordeel uitpakt en daarmee zouden onze punten over de versterking en schade-afhandeling bij een vergelijkbare uitspraak ook meteen van tafel zijn. Dit is niet in ons voordeel.

Hoewel het sturen van een brief misschien wordt gezien als een minimale actie vanuit de regio zien we dit als een goed middel om bestuurlijk de druk vanuit de regio op de ministers te blijven houden.

Inhoud Brief

Het college is voornemens om samen met de betreffende gemeenten, de beide waterschappen, de veiligheidsregio en de provincie een brief te sturen, met daarin onderstaande hoofdpunten:

Sluiting Groningenveld

De minister schrijft in zijn besluit dat de definitieve sluiting van het veld is voorzien eind 2023 of begin 2024. Dit kan echter alleen als er geen vertraging is bij de bouw van de stikstoffabriek in Zuidbroek en de ondergrondse opslag Grijpskerk vanaf het voorjaar 2022 met laagcalorisch gas is gevuld. Als dat niet lukt dan zal de definitieve sluiting tussen medio 2026 en 2028 zijn. Wij blijven bij de minister aandringen op een zo spoedige mogelijke definitieve sluiting van het Groningenveld en roepen de minister op om de genoemde randvoorwaarden daarvoor zo snel mogelijk te realiseren.

Ook dan zullen onze inwoners nog lang worden geconfronteerd met de negatieve effecten van de gaswinning. De recente reeks van aardbevingen in en rondom Zeerijp op 4 oktober jl. is het bewijs dat de bodem nog lang onrustig zal zijn en de bevingen nog steeds het leven van onze inwoners beïnvloeden. Daarbij behoort een grotere beving ook nog steeds tot de mogelijkheden.

Het traject dat moet leiden tot het juridisch vastleggen van de sluiting van het Groningenveld in wetgeving is inmiddels gestart (de Wet beëindiging gaswinning Groningenveld, oftewel de wet “Wat na nul”). Een voorstel hiervoor ligt nu bij de Raad van State. We dringen er bij de minister op aan dat hij het vervolgtraject voortvarend voortzet.

Niet verslappen op versterking en schadeafhandeling

Ook met de bestuurlijke afspraken van november 2020 zijn niet alle problemen van onze inwoners rondom schade en versterken opgelost. We blijven aandringen op vergroting van de beoordelings- en uitvoeringscapaciteit (zowel typologisch als traditioneel) en ook randvoorwaardelijke zaken zoals funderingsproblematiek bij versterking, zijn nog niet opgelost.

Onduidelijkheid over toevoegen woningen

Wij vinden dat de minister onduidelijk is over de manier waarop de 37 adressen, die uit de gevoeligheidsanalyse van TNO komen, toegevoegd worden aan het versterkingsprogramma.

Omgaan met wettelijke bewijsvermoeden

(4)

IMG zoekt binnen zijn bevoegdheden naar het gebied waar het wettelijk bewijsvermoeden van toepassing kan zijn. Hoewel het IMG hier zelfstandige bevoegdheden heeft, willen we benadrukken dat het bestaan van het wettelijk bewijsvermoeden een groot goed voor onze inwoners is en hen vertrouwen geeft in hun ongelijke strijd tegen NAM over schade. Wijzigingen in de

gebiedsafbakening dienen zorgvuldig te worden gedaan en moeten niet leiden tot maatschappelijke ontwrichting. Het is onze waarneming dat inwoners de wijzigingen als niet uit te leggen ongelijke behandeling ervaren en dat het tot sociale onrust leidt.

Gestapelde mijnbouw

We vragen de minister aandacht voor inwoners die zowel schade ondervinden door gaswinning uit het Groningenveld als schade door andere mijnbouwactiviteiten, zoals zoutwinning of kleine velden.

Deze inwoners worden geconfronteerd met twee schadeloketten met een verschillend juridische kader en werkwijze. Dit vinden wij onwenselijk en niet goed uit te leggen. Daarom blijven wij aandringen om schade voor deze inwoners onder het wettelijk bewijsvermoeden te brengen en het IMG de bevoegdheid te geven deze schade af te handelen.

Ombouw Grijpskerk

De voorgenomen ombouw van gasopslag Grijpskerk van hoogcalorisch naar laagcalorisch gas is van belang voor de versnelde afbouw van het Groningenveld. Dit betekent echter ook dat de veiligheid van de inwoners rondom deze gasopslag moet worden meegewogen in de procedure en dat ook deze inwoners ook het wettelijke bewijsvermoeden moet gaan gelde, net zoals bij de omwonenden van de gasopslag Norg.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zij zijn echter niet op schrift gesteld omdat de nota van beantwoording zienswijzen ingaat op de zienswijzen van omwonenden en geen verslagleggingsdocument is van het overleg dat

Kennemer Wonen zal met Esdégé-Reigersdaal een overeenkomst sluiten waarin wordt opgenomen dat de woningen alleen voor deze bijzondere doelgroep bestemd zijn.. Nadere toelichting

De griffie is gehuisvest in het gebouw JL4 en ondervindt hier dezelfde problemen als de ambtelijke organisatie en college en heeft bovendien geen directe verbinding met overige

In artikel 5 “Belastingtarieven” onder lid 1b, onderdeel 2 is het percentage voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen, gewijzigd van 0,4% naar

Naar ons oordeel is bijgevoegde Collegeverklaring ENSIA 2017 inzake Informatiebeveiliging van DigiD en Suwinet (inclusief bijlage 1 DigiD en bijlage 2 Suwinet waarnaar in

Voor wat betreft planschade is in de anterieure overeenkomst, in tegenstelling tot hetgeen u schrijft, juist verzekerd dat deze tot een bedrag van EUR 75.000,- volledig voor

 Op 30 mei heeft het college de Raad de jaartukken 2016 aangeboden voordat de afrekeningen van het sociaal domein waren afgerond en zonder controleverklaring. De accountant heeft

Het college heeft daarna besloten om voor 2015 geen huurvergoeding meer toe te kennen vanwege de