• No results found

Standpunt en toetskader inzake gebruik van historische data geleiderails

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Standpunt en toetskader inzake gebruik van historische data geleiderails"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Standpunt ILT en toetskader inzake gebruik van historische data Geleiderails

20 november 2019

Beknopt overzicht Europese discussie over het gebruik van historische testresultaten - artikel 6.2.1.7 uit de hEN 1317-5:2007+A2:2012(/AC:2012)

Eind 2016 heeft de ILT aan de CEN1 en GNB2 gevraagd hoe artikel 6.2.1.7 uit de geharmoniseerde norm EN 1317-5:2007+A2:2012(/AC:2012) over het gebruik van historische data moet worden geïnterpreteerd: moet de fabrikant na het einde van de co-existentie periode (3 jaar) testen volgens de huidige EN 1317-2:2010 of mag de fabrikant dan nog gebruik maken van testen volgens een eerdere versie van de EN 1317-2:2010? En zo ja, welke mogelijke aanvullende informatie is dan nodig om aan de eisen uit EN 1317-2:2010 te voldoen?

Op 6 maart 2018 organiseert de Commissie een overleg met ADCO3 CPR (SE, NL en Technisch secretariaat AdCo) GNB, CEN en European Road Federation. In het verslag van 26 april 2018 geeft de Commissie haar standpunt weer t.a.v. de co-existentieperiode: ‘It could be prima facie stated that such a legal basis might be hard to find in the CPR’. Naar aanleiding van het verslag van 26 april 2018 merkt de ILT op dat een duidelijk standpunt van de Commissie over artikel 6.2.1.7 nodig is en dat, ofschoon de notified body een belangrijke rol vervult, het aan de ILT als markttoezichthouder is om te bepalen of een fabrikant voldoet aan de CPR. Verder heeft de ILT aan de GNB gevraagd om de verschillen aan te geven tussen de oude en de nieuwe testnorm EN 1317-2. Dit overzicht is uiteindelijk als bijlage bij de door de GNB opgestelde position paper gevoegd.

Op 8 oktober 2018 deelt de Commissie haar standpunt met alle lidstaten tijdens het overleg van de Standing Committee CPR. Een belangrijke uitkomst is dat vastgesteld wordt dat er geen juridische basis lijkt te zijn voor het aanhouden van de co-existentie periode zoals genoemd in artikel 6.2.1.7.

De ILT brengt de Europese toezichthouders op de hoogte tijdens het ADCO CPR overleg op 13-14 november 2018 en vraagt de aanwezigen in te stemmen met het standpunt dat clause b van artikel 6.2.1.7 als niet geschreven beschouwd dient te worden. In het verslag is opgenomen dat er ten aanzien van dit punt geen opmerkingen of meningsverschillen waren waaruit geconcludeerd kan worden dat aanwezigen ermee instemmen.

Op 10 januari 2019 wordt de definitieve versie van de position paper GNB-CPR SG04 over de EN 1317-5:2007+A2:2012(/AC:2012) uitgegeven.

Gebruik van historische data

Op grond van de uitkomsten van de Europese discussie neemt de ILT als marktoezichthouder het standpunt in dat het gebruik van historische data niet gelimiteerd is tot de genoemde periode van 3 jaar. Uiteindelijk blijft de beslissing of de fabrikant met gebruikmaking van historische data aan zijn verplichtingen van de CPR voldoet aan de markttoezichthouder.

Wanneer een fabrikant gebruik wil maken van historische data gaat de ILT hier als volgt mee om.

1 TC 226: Technical Committee 226 (technisch besluitvormingsorgaan binnen het Europese Normalisatie Instituut, CEN)

2 Group of Notified Bodies; SG 04/WG04

3 Administrative Cooperation Group: samenwerking en overleg tussen de markttoezichthouders van de Europese lidstaten binnen een bepaalde sector. In dit geval binnen de CPR.

(2)

2 1) Het gebruik van oude testrapporten op basis van een oudere versie van de EN 1317-2:2010 is

toegestaan. Wel is vervolgens aanvullende informatie nodig om aan te tonen dat het systeem voldoet aan de huidige EN 1317-2:2010.

Welke (aanvullende) informatie moet de fabrikant aanleveren?

Evaluatierapport

Een evaluatierapport conform EN 1317-5, 6.2.1.3 moet beschikbaar zijn m.b.t. historische data.

Inhoud:

a) Verification that materials are as specified by the manufacturer in accordance with 5.2 (product description)

b) Verification that geometries and dimensions are as specified by the manufacturer in accordance with 5.2

c) Verification on protective treatments, if any d) Soils and foundations report relating to the ITT

e) Verification that the product is installed with the specified layout in accordance to 5.4 (installation requirements)

Gelet op de formulering dat een evaluatierapport beschikbaar moet zijn, gaat de ILT er van uit dat het de bedoeling van de norm is dat de punten a t/m e in een apart rapport worden vermeld. Echter wanneer deze punten in een ander document worden opgenomen (bv. in een testrapport) vindt de ILT dat ook acceptabel.

Materiaalanalyse

De materiaaleigenschappen zijn van invloed op de prestaties van de essentiële kenmerken van het systeem. De materiaalanalyse dient de volgende informatie te verschaffen:

a. Treksterkte, uitgevoerd volgens de EN ISO 6892-1:2016 b. Kerfslagproef volgens de EN 10045-1

c. Hardheidsmeting van het staal

d. Omschrijving van de bevestigingsmiddelen volgens EN ISO 898-1: 2009 e. Alle materialen die worden gebruikt om de VRS te produceren, moeten in

overeenstemming zijn met de ontwerpspecificaties van de fabrikant. Indien de kenmerken van de verschillende materialen niet met schriftelijk bewijsmateriaal kunnen worden vastgesteld, moeten geschikte tests worden uitgevoerd. Dit geldt niet alleen voor de stalen onderdelen zoals planken en staanders maar ook voor alle bevestigingsmaterialen zoals bouten, moeren en ringen.

De informatie moet overeenkomen met de gegevens afkomstig van de FPC en de CE markering en prestatieverklaring van het in de handel gebrachte systeem. De testresultaten moeten traceerbaar zijn naar het huidige product. Indien noodzakelijk kunnen nieuwe testen van het huidige materiaal vereist zijn om een acceptabele vergelijking te kunnen maken met het eerder geteste systeem.

Testresultaten

De testresultaten moeten aantonen dat de geleiderail voldoet aan de EN 1317-2:2010 (EN 1317- 5:2007+A2:2012, 6.2.1.7). Uitgaande van de door de GNB aangegeven verschillen tussen de oude en nieuwe testnorm is de ILT van mening dat een aantal verschillen geen merkbare consequenties heeft voor de prestatie van de essentiële kenmerken van het systeem. Dit betreft de wijzigingen in de beschrijving van de plaatsing van de ‘accelerometers’ in de EN 1317-2:2010 (deze zijn niet verplicht gesteld voor testen uitgevoerd vóór de inwerkingtreding van de EN 1317-2:2010), wijzingen en

(3)

3 aanvullingen voor de meetprocedure, nieuwe definities, verplaatsing van paragrafen naar de EN 1317-1, aanvullende prestatieklassen (L klassen) en aanvullende eisen voor de fotoregistratie.

Daarnaast zijn er nieuwe eisen die betrekking hebben op de (technische) prestatie van de geleiderail.

Op basis van de mogelijke invloed op de prestatie van de essentiële kenmerken kan de ILT de volgende aanvullende informatie eisen:

- De fabrikant moet aantonen dat de lengte van de testopstelling voldoende was om de volledige prestatie van (de essentiële kenmerken van) het geleiderailsysteem te tonen (EN 1317-2:2010 annex B). Dit kan eventueel worden bepaald aan de hand van een vergelijking tussen de tekeningen in annex B en foto’s in het oude testrapport.

- Als de eindverankering van de testopstelling specifiek voor de test is aangebracht en geen deel uitmaakt van het ontwerp, moet een volledige beschrijving van de eindverankering zijn opgesteld. De eindverankering mag geen beperking veroorzaken van de zijdelingse

uitbuiging van de geleiderail.

- Wanneer de plaats van impact anders is (was) dan op 1/3 van de lengte van de testopstelling (‘to ensure worst case conditions’) moet dit door de fabrikant worden verantwoord.

- Aangetoond moet worden dat het voertuig tijdens de test met niet meer dan 1 wiel voorbij de geleiderail komt. Dit kan mogelijk worden aangetoond met de foto’s in het oude

testrapport.

- Aangetoond moet worden dat de voor de test gebruikte meetapparatuur (accelerometers) in het voertuig nabij het zwaartepunt van het voertuig was aangebracht.

2) Onder welke voorwaarden mag een fabrikant testresultaten van een andere fabrikant overnemen?

Volgens de CPR art. 36 lid 1 sub b kan een fabrikant gebruik maken van de testresultaten van een ander product van een andere fabrikant mits:

- Het product identiek is aan het producttype van de andere fabrikant

- Dit product is getest overeenkomstig de betrokken geharmoniseerde norm EN 1317-5 - De andere fabrikant toestemming heeft gegeven voor het gebruik van zijn testgegevens.

Bij het vaststellen of het product in overeenstemming is met het producttype van een andere fabrikant gaat de ILT uit van het gestelde onder punt 1, onder evaluatierapport.

3) De fabrikant maakt gebruik van oude data maar brengt het product onder een nieuwe naam op de markt. Is dit toegestaan en zo ja onder welke voorwaarden is dit toegestaan?

Dit is in principe toegestaan onder de volgende voorwaarde.

De fabrikant zal moeten kunnen aantonen dat het ‘nieuwe’ systeem identiek is aan het eerder geteste systeem. T.b.v. de certificering zal de fabrikant dit in eerste instantie aan zijn notified body moeten aantonen, die daarvoor het testlaboratorium zal raadplegen.

4) De fabrikant brengt een gemodificeerd systeem op de markt met gebruikmaking van oude testresultaten. Hoe kijkt de ILT daar tegenaan?

(4)

4 Als blijkt dat de geleiderail (op onderdelen) afwijkt van de geteste geleiderail is er sprake van een gemodificeerd systeem (EN 1317-5:2007+A2:2012, 6.2.1.5 en annex A en B). In de norm worden de volgende drie categorieën onderscheiden:

A) Bij lichte modificatie is een beschrijving van de modificatie vereist (“Modifications requiring no mechanical changes tot the VRS”).

B) Bij gematigde modificatie is een rapport van gekwalificeerd deskundige vereist met o.a.

productspecificatie en berekeningen.

C) Bij ingrijpende modificatie is een aanvullende test noodzakelijk.

De ILT zal dit als leidraad aanhouden bij het beoordelen van een gemodificeerd systeem in relatie tot historische data.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Einfluss d e r Stickstofform auf Mineralstoff- aufnahme und Substanzbildung bei Spinat,. Bodenkultur 15

Dat we een dergelijk effect nooit eerder hebben gezien, pleit op zichzelf niet tegen deze verklaring; in de eerste plaats groeien Tamme kastanjes meestal in een rijker milieu,

Alleen in bijzondere gevallen is sprake van een negatief effect van de airbag, Dat is het geval bij inzittenden (bestuurders en passagiers) die zich niet in een normale zithoudl

In de eerste plaats is het niet verankerd in de schedel, en bovendien is het gedeelte waarin het trom- melvlies gespannen moet zijn veel kleiner dan bij

3p 24 Geef van drie locatiefactoren aan waarom deze voor een glastuinbouwbedrijf in het gebied rond Venlo gunstiger zijn dan in het Westland.. ▬ www.havovwo.nl

It examines in some detail the capabilities approach to education quality against the background of critical outlines of the human capital and the human rights approaches (Tikly

Therefore, the main purpose of our research was to investigate whether daily supplementation with high doses of oral cobalamin alone or in combination with folic acid has

KEY WORDS: Executive Mayor; Municipal Manager; Integrated Development Phm (IDP) Performance Management System (PMS); service delivery; Service Delivery and Budget