• No results found

Ziek van chemische stoffen: bij welke kennis- centra kan de bedrijfsarts in Nederland terecht?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ziek van chemische stoffen: bij welke kennis- centra kan de bedrijfsarts in Nederland terecht?"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tijdschrift voor toegepaste Arbowetenschap (2008) nr 1 65 Programma

Carel Hulshof, NVAB: Noodzaak, proces en valkui- len van richtlijnontwikkeling Frank Jungbauer, Richtlijn contact eczeem Centrum Arbeid &

Gezondheid UMC:

Rik Menting, Arbo Unie: Expertise Centrum Toxische Stoffen Arbo Unie (ECTS) Louis en Atie Verschoor: Expertise Centre Environ-

mental Medecine (ECEM)

Inleiding

Te vaak nog worden mensen ziek ten gevolge van blootstel- ling aan chemische stoffen. Bovendien blijkt herkenning hiervan voor bedrijfsartsen en artsen in het algemeen geen sinecure. Een goede reden om een poging te ondernemen om aan te geven bij welke kenniscentra men terecht kan in Nederland.

Elk centrum heeft namelijk zijn eigen expertise en legt ver- schillende accenten. Tevens kan men de vraag stellen naar de toegevoegde waarde van de onderzoeken in deze kennis- centra.

Wie kenniscentra zegt, zegt richtlijnontwikkeling.

Carel Hulshof beschreef het proces van richtlijnontwikke- ling. Frank Jungbauer zou een en ander toegepast demon- streren op basis van de Richtlijn Contact eczeem maar meldde zich in extremis af. Vervolgens presenteerden twee expertise centra zich, dat van de Arbo Unie (Rik Menting) i.v.m. tox-ische stoffen en het ECEM i.v.m. environmentele blootstelling op basis van een schets van de respectievelijke werkwijze en casuïstiek. Atie Verschoor viel als spreker weg wegens ziekte, een euvel wat perfect werd opgevangen door spreker Louis Verschoor.

Noodzaak, proces en valkuilen van richtlijn- ontwikkeling

Carel Hulshof, bedrijfsarts, epidemioloog en universitair hoofddocent bij het Coronel Instituut is coördinator richt- lijnontwikkeling bij het kwaliteitsbureau van de NVAB.

Als deskundige evidence-based medisch handelen brak hij een lans voor richtlijnontwikkeling als middel om de kwa- liteit van deskundige preventie op de werkplek te verhogen.

Richtlijnontwikkeling leidt immers tot kennissynthese (col- lectieve lectuur), transparant en verantwoord handelen en efficiënte besteding van de beschikbare zorg. Hij waar- schuwde echter voor het oneigenlijk gebruik van richtlijnen in tuchtzaken en ongerichte aanstellingskeuringen.

Richtlijnontwikkeling moet het handelen eenvormiger maken maar terzelfder nieuwe evidence met een belangrijke impact in de praktijk integreren. Bij het opstarten van een richtlijnontwikkeling past het de hiërarchische piramide van de informatiebronnen te overlopen. Tevens dient het voor- werp van de richtlijn zorgvuldig geselecteerd en omschreven te worden via correcte PICO-omschrijvingen. Een praktijk- test is eveneens onontbeerlijk.

Implementatie ervan is een ander, apart verhaal en een update op regelmatige tijdstippen vormt het recurrente sluitstuk.

Immers, richtlijnontwikkeling grijpt plaats volgens de kwa- liteitscirkel van Demming : verantwoord medisch handelen kan niet zonder toetsen en bijsturen.

Frank Jungbauer, internist en klinisch arbeidsgeneeskundige bij het Academisch Centrum voor Arbeid & Gezondheid deed bedrijfsartservaring op bij Shell. Hij ontwikkelde spe- ciale aandacht voor de relatie huid en longen en de werk- plek (allergologie). Hij zou de richtlijn contacteczeem voor- stellen maar meldde af. Carel Hulshof kon nog meegeven dat bewuste richtlijn vooral begint op de werkplek (o.a. met uitgebreide lijsten van beroepen en stoffen) en de bedrijfs- arts ertoe aanzet de spreekkamer te verlaten en de werkplek op te zoeken. Tevens bevat de richtlijn praktische tips met betrekking tot arbeidshygiëne en werkplekbeoordeling, te adviseren werkaanpassingen, handschoengebruik en barriè- recrèmes. Tot slot blijkt dat de UWV bij haar beoordeling ook de richtlijn hanteert hetgeen bij niet-implementatie aanleiding kan geven tot vergoedingsdiscussies.

Rik Menting is bedrijfsarts, toxicoloog en lid van het exper- tise centrum toxische stoffen bij Arbo Unie. Hij opende met de schatting van het RIVM in 2005 van circa 1850 vroegtijdige sterfgevallen door blootstelling aan chemische stoffen.

Ziek van chemische stoffen: bij welke kennis- centra kan de bedrijfsarts in Nederland terecht?

Verslag van de bijeenkomst van de Contact Groep Gezondheid en Chemie, 28 juni 2007

Peter Priem1

1HSE Competence Centre Solvay NV, email: peter.priem@solvay.com TTA brochure NR2 2008.qxd 04-07-2008 10:07 Pagina 29

(2)

Tijdschrift voor toegepaste Arbowetenschap (2008) nr 2 66

Er volgde een casus over een 6o-jarige werknemer werkzaam met een afbijtmiddel op basis van methyleenchloride die na consult bij de cardioloog omwille van pijn op de borst huis- waarts keerde en nadien overleed aan een voorwandinfarct.

In deze casus van “paint removal hazard” zorgde blootstel- ling aan methyleenchloride via vorming van carboxyhemo- globine voor een onverwacht hoge cardiovasculaire stress op een reeds cardiolabiel terrein.

Dit geval illustreert tevens het nut van een blootstellings- evaluatie.

RIE’s zijn echter vaak incompleet. Heel wat banale produc- ten en toepassingen ervan bevatten schadelijke stoffen maar worden niettemin over het hoofd gezien.

De diagnose van een potentiële beroepsziekte start immers met een adequate risico-evaluatie. Om daaraan bij te dragen is het ECTS in het leven geroepen. Het ECTS werkt samen met verschillende partners zoals TNO & IRAS in verband met “health monitoring” en met NKAL, UMC, VU, AMC, NCVB voor “health effects-monitoring”. ECTS is multidis- ciplinair samengesteld en droeg tevens bij tot de ontwikke- ling van PIMEX – opleidingsinstrumenten, branche-speci- fieke “Stoffenmanagers” (Chem Risk) en participeerde in IMA (Europees Monitoringprogram voor stof & kwarts).

ECTS deed reeds 25 grote projecten en 60 nationale en internationale opdrachten voor o.a. DSM, AKZO, CEPE.

ECTS ontwikkelde ook een instrument voor voorspelling van lasrookconcentraties, werkt aan projecten in de bouw (kwarts) en in de autoherstelling (isocyanaten) en realiseer- de tal van academische werkplaatsen (triagesystemen PMO).

ECTS is tevens betrokken bij de REACH-implementatie en begeleiding als consultant.

Rik Menting stelde tenslotte zijn team voor en gaf tevens een overzicht van vaak gebruikte richtlijnen en bronnen.

Louis Verschoor, internist-endocrinoloog, is werkzaam in het Rijnstate Ziekenhuis te Arnhem, staflid bij het UMCN en bij het ECEM, opgericht in 2005 door Atie Verschoor, chemicus (voorheen bij Unilever, EUR en Stanford University California).

Dit expertise centrum streeft ernaar gezondheidseffecten van gevaarlijke stoffen op mensen zichtbaar te maken, te beperken door enerzijds advies over het gebruik van gevaar- lijke stoffen door anderzijds advies te geven bij blootgestel- den in verband met behandeltraject en bij claims.

Een en ander werd geïllustreerd aan de hand van 3 casussen:

• Een casus ging over blootstelling aan afvalwater in een niet geventileerde kruipruimte waarbij 3 stoffen werden geïdentificeerd die aanleiding gaven tot acute neurotoxi- citeit, irritatie van de huid en bovenste luchtwegen en lange termijn effecten op lever en nier.

• Een tweede casus ging over het optreden van een pro- gressief OPS-achtig beeld bij een werknemer die in een kleine ruimte bouwmaterialen ontwikkelt uit vliegas. Hij werd tevens blootgesteld aan organische oplosmiddelen en vertoonde manganisme.

• Een derde casus ging over twee gevallen van Morbus Kahler in een Research laboratorium met incidentele blootstelling aan stralingen allerhande en tal van chemi- sche stoffen (Arsine en Fosfine).

Hieruit bleek het belang van de blootstellingsinventarisatie, het zoeken naar de relatie tussen blootstelling en klachten zowel naar aard als tijd, het nut van aanvullend bevestigend onderzoek, beheersmaatregelen op de werkplek, alsook een oordeelkundig gebruik van Laboratoriumonderzoek ! Literatuur

Paint-Remover Hazard (JAMA 235(4):398-401, 1976), Stewart RD, Hake CL

Current Occupational and Environmental Medicine, Fourth Edition, Joseph Ladou (2004),

ISBN 0-8385-7219-7

http://www.environmentalmedicine.nl http://toxnet.nlm.nih.gov

http://www.biomonecs.com http://www.protectingourhealth.org TTA brochure NR2 2008.qxd 04-07-2008 10:07 Pagina 30

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Water quality assessment of the Mooi River catchment area provides the opportunity to mine and analyse physico-chemical data, microbiological data and GIS data to

As in Experiment 1 and 2, perceived personal value only mediated solidarity and artistic evaluation in the organic (vs. individuals) condition, and not in the mechanical (vs..

Our results indicate that the vaginal microbiome in pSS-women with vaginal dryness is similar to that of controls, which contrasts the observed difference in vaginal microbiota

16S ribosomal RNA gene sequencing was performed on fecal samples from 39 pSS patients, 30 SLE patients and 965 individuals from the general population as well as on buccal swab and

In this review, we present some key exam- ples of how the different members of the microbiome, such as bacteria, fungi, viruses, archaea, and protozoa, affect the fitness and

Iba-1 stained microglia images obtained from the CA1 region of the hippocampus with a 200x magnification showing control group stains (A) and hypoxia-light anaesthesia stains (B)

duurzame energiehuishouding vitale economie vitaal leven veilig wonen voedsel veiligheid duurzame mobiliteit Health hub Roden Digital Society Hub.. 4/17/18 Centre of