Nota van uitgangspunten
Beleid “Verlichting in de Ruimte”
Afdeling: Beleid en Ontwikkeling Auteur: Ben Berendsen
Versie: definitief juli 2016
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 2
Inhoudsopgave
1 Inleiding 3
2 Doelstelling 4
3 Kaders Openbare verlichting 5
4 Uitgangspunten voor de Openbare Verlichting
4.1 Richtlijn ROVL-2011 8
4.2 Woongebieden 9
4.3 Industrieterreinen 10
4.4 Centrumgebieden 10
4.4.1 Centrum van Beuningen 11
4.4.2 Centrum van Ewijk 12
4.4.3 Centrum van Weurt 13
4.4.4 Centrum van Winssen 13
4.5 Buitengebied 13
4.6 Hoofdwegenstructuur 14
4.6.1 Hoofdwegen 14
4.6.2 Fiets- en voetpaden 15
4.6.3 Parkeerterreinen 16
4.6.4 Overige lichtbronnen 16
5 Financiën 18
5.1 Algemeen 18
5.2 Energiebesparing en budgetten 18
5.3 Kosten 18
5.3.1 Vervanging en verbetering 18
5.3.2 Achterstallig onderhoud 19
5.3.3 Onderhoud en beheer 19
5.4 Extra besparingen 19
Bijlage: Vervangen OVL-areaal gemeente Beuningen
Nobralux d.d. 29 juni 2016
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 3
1. INLEIDING
Het huidige beleidsplan voor de openbare verlichting in de gemeente Beuningen is opgesteld voor de beleidsperiode 2009-2013. De afgelopen jaren is gewerkt aan de uitvoering van de destijds geformuleerde uitgangspunten. Dit beleidsplan moet geactualiseerd worden gezien de ontwikkeling op het gebied van de openbare verlichting.
De gemeente Beuningen draagt zorg voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. Adviesbureau Nobralux heeft in 2015 alle masten en armaturen in de gemeente geïnventariseerd en beoordeeld. Er zijn 5434 masten en 5547 armaturen.
Duidelijk is dat ongeveer 41% van de bestaande armaturen en 16% van de bestaande masten sterk verouderd is en aan vervanging toe is. Er is een grote variatie aan materialen.
We hebben niet alleen gekeken naar de openbare verlichting maar ook naar andere lichtbronnen als reclameverlichting, sportveldverlichting en dergelijke.
Voor het opstellen van het Beleidsplan Openbare Verlichting is een projectgroep ingericht, bestaande uit verschillende ambtelijke vakdisciplines. Ook zijn diverse partijen uit de gemeente geconsulteerd zoals de politie, Standvast Wonen, Stichting Perspectief, Stichting Centrummanagement Beuningen, Bedrijvenvereniging
Schoenaker, TPN-West de Sluis. Deze partijen hebben bijgedragen aan het opstellen van de uitgangspunten, die in deze nota zijn verwoord.
Burgerparticipatie houdt in dat de gemeente waar mogelijk burgers betrekt bij het tot stand komen van nieuw beleid. Daarom is de initiatiefgroep van bewoners uit Weurt Laan 1945 en een groep bewoners uit Beuningen benaderd om in de avond
locatiebezoeken af te leggen.
De reacties uit de bezoeken en de vastgestelde Nota van Uitgangspunten worden vervolgens uitgewerkt in het beleidsplan “Licht in de Openbare Ruimte” , dat in 2016 de raad vast stelt.
Leeswijzer
In deze Nota van Uitganspunten staan in hoofdstuk 3 de kaders voor het op te stellen beleid. Deze kaders resulteren in een aantal uitgangspunten voor het beleid. In paragraaf 4.1 staan de richtlijnen ROVL-2011 beschreven. Hierin staan voorstellen voor een dimregime. In de aansluitende paragrafen worden de uitgangspunten geformuleerd voor woongebieden, industrieterreinen, centrum gebieden en buitengebied. In
paragraaf 4.6 worden de uitgangspunten voor de hoofdwegenstructuur beschreven.
Hier vallen naast de hoofdwegen, de fiets- en voetpaden, parkeerterreinen en bijzondere objecten onder.
In paragraaf 5 worden de financiële kaders geformuleerd.
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 4
2. DOELSTELLING
De ambitie van de gemeente Beuningen is om het bestaande netwerk aan openbare verlichting (OVL-netwerk) te moderniseren naar een duurzaam en dynamisch netwerk rekening houdend met de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de kwaliteit van de leefomgeving zonder toename van licht.
De gemeente streeft er in principe naar te voldoen aan de landelijke richtlijnen voor de openbare verlichting dat is vastgelegd in Richtlijn voor Openbare Verlichting ROVL-2011 opgesteld door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde;
commissie Openbare Verlichting (NSVV).
De NSVV stelt in samenwerking met NEN de praktijkrichtlijn ‘Kwaliteitscriteria Openbare Verlichting’, NPR 13201 op. Deze NPR vervangt straks NPR 13201:2002 en de ROVL-2011:2011. Deze is nu gereed en wordt in 2017 van kracht.
De richtlijn is gebaseerd op Europese normen (2015) en aangevuld met ervaringen uit de ROVL-2011.
Afwijken ervan is mogelijk om de ambities waar te maken.
De ambities liggen voornamelijk op het gebied van duurzaamheid, veiligheid en optimale kosten.
Het nieuwe lichtbeleid van de gemeente is er op gericht om zo zuinig mogelijk om te gaan met verlichting. Uitgangspunt is alleen te verlichten waar dat nodig is. Bij vervanging past de gemeente energiezuinige verlichting toe. Het nieuwe lichtbeleid kan beteken dat er in een aantal gevallen lantaarnpalen verwijderd worden.
Maar niet alleen de openbare verlichting bepaalt het beeld in de openbare ruimte.
Ook licht van bedrijven, reclame, paardenbakken, sportvelden, monumenten en tuinen draagt hieraan bij. We willen in Beuningen niet zomaar meer licht. We willen bewust kijken waar wel en waar niet en op welke tijden. Een kerk hoeft bijvoorbeeld niet de hele nacht aan gelicht te worden.
Verandering aanbrengen in het lichtbeleid kan niet zonder de mening van de
bewoner. Burgerparticipatie is daarom een belangrijk onderdeel bij het tot stand
komen van dit beleidsplan
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 5
3 KADERS OPENBARE VERLICHTING
Openbare verlichting is een thema dat veel raakvlakken heeft en waar bijna iedereen een mening over of een belang bij heeft. Er is daarom een brede consultatieronde gestart bij interne vakdisciplines en belangengroepen binnen de gemeente. Zowel interne als externe belanghebbenden hebben gezamenlijk aan tafel gezeten. Hierbij heeft een ieder aan kunnen geven waar de openbare verlichting aan zou moeten voldoen. Dit heeft mede geleid tot de onderstaande kaders voor het beleid.
Vergroten van de duurzaamheid
Het beleidsplan OV draagt bij aan de realisatie van de doelstellingen uit de Kadernota Duurzaam Beuningen:
- 20% energie besparing in 2020
- een klimaat-neutrale gemeente in 2050.
De openbare verlichting beslaat 35% van het energieverbruik van onze organisatie.
Een energiezuinige openbare verlichting levert dus een aanzienlijke bijdrage aan het bereiken van deze doelstellingen. Het minimaliseren van het aantal masten en armaturen vergroot de duurzaamheid.
Een goede verkeersveiligheid bij duister
Het bevorderen van de verkeersveiligheid is een belangrijk doel dat met openbare
verlichting wordt nagestreefd. Verlichting stelt de weggebruiker in staat om het
verloop van de weg en de wegsituatie te overzien en andere weggebruikers waar te
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 6
nemen bij duisternis. Bij een hogere verkeersintensiteit levert openbare verlichting een bijdrage om de veiligheid, doorstroming van het verkeer en het rijcomfort verbeteren.
Verlichting is echter niet allesbepalend. Het is slechts een onderdeel van het totale pakket waarmee de verkeersveiligheid wordt beïnvloed. Een goed wegontwerp met bijbehorende uitrusting vormt daarbij de basis.
Bijdragen aan sociale veiligheid
Sociale veiligheid, ofwel de veiligheidsbeleving van mensen, heeft te maken met criminaliteit, gevaar en overlast. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de vraag of openbare verlichting het gevoel van sociale veiligheid vergroot. De resultaten van deze onderzoeken zijn niet eenduidig. Enkele geven wel een verband, andere niet.
Vast staat dat verlichting alleen bijdraagt aan de sociale veiligheid als ook sprake is van sociale controle: “zien en gezien worden.” Wanneer er weinig tot geen mensen zijn, geeft verlichting geen veiligheid. Het kan zelfs schijnveiligheid creëren:
kwaadwillenden kunnen gericht te werk gaan en zien passanten tijdig aankomen.
Sensorverlichting kan wellicht een oplossing bieden. Deze is echter kostbaar.
Veel mensen hebben het gevoel dat een weg veilig is als er openbare verlichting aanwezig is.
Beperken van lichthinder voor mensen
Een groeiend aantal mensen ervaart donkerte als iets dat kostbaar is, steeds schaarser
wordt en daarom bescherming verdiend. Lichthinder kan een verstorende werking
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 7
hebben op de gezondheid. Er zijn verschillende relaties gelegd tussen lichthinder en gezondheidsklachten.
Ruimtelijke beleving
De juiste verlichting ondersteunt de ruimtelijke structuur. De armaturen bepalen overdag onbewust mede het ruimtelijk beeld en de ruimtelijke kwaliteit. De gemeente kiest voor ′eenduidig waar mogelijk, afwijken waar nodig′. Dit betekent zoveel
mogelijk uniforme armaturen op dezelfde typen weg. Dit is eenvoudiger voor het onderhoud, herkenbaar voor de weggebruiker (vooral overdag) en verlaagt de kosten.
Afwijkingen zijn mogelijk om verkeerskundige redenen of om redenen van het versterken van de ruimtelijke kwaliteit zowel overdag als in de avond en de nacht.
Beperken van lichthinder voor flora en fauna
Een overdaad aan kunstlicht in de nacht kan een bedreiging vormen voor de
biodiversiteit in de natuur. Het leven van planten en dieren wordt erdoor verstoord.
Gevolgen van deze verstoring kunnen onder meer zijn: verandering van de
habitatkwaliteit, ontregeling van biologische ritmes, desoriëntatie en aantrekking door licht (met mogelijk fatale afloop voor onder andere vogels en insecten). Het donkere, nachtelijke leven is voor het in stand houden van soorten en ecosystemen even belangrijk als het leven overdag. De uiterwaarden is een mooi voorbeeld van een kwetsbaar maar belangrijk natuurgebied.
Meer eenheid in de verlichting in het kader van onderhoud en beheer
Sommige gebieden zijn sterk overbelicht. Op andere plaatsen staan maar een beperkt aantal masten en is sprake van te donker in relatie tot de functie. Er is een grote variatie in armaturen. Het brengen van uniformiteit hierin is belangrijk voor het beheer, het onderhoud, de vervangingsmogelijkheden en de uitstraling van de
gemeente. De gemeente streeft naar een zo groot mogelijke uniformiteit op het gebied van masten, armaturen en lichtverdeling over de ruimte.
Zo goed mogelijke verlichting tegen zo laag mogelijke kosten
Niet alleen de investeringskosten zijn doorslaggevend bij de keuze van een
verlichtingsareaal. Het is verstandig om ook te kijken naar de kosten van onderhoud
en energie in de toekomst. In de huidige exploitatie is een post opgenomen voor
onderhoud. Door nieuwe ontwikkelingen wordt de levensduur van de materialen
alsmaar langer. Als we kiezen voor materialen die veel onderhoud vergen drukt dit
voor lange tijd op de exploitatie begroting. Het is daarom belangrijk materialen te
kiezen die weinig onderhoud vragen, dit kan op termijn een forse besparing opleveren
in de exploitatie.
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 8
4 UITGANGSPUNTEN VOOR DE OPENBARE VERLICHTING 4.1 Richtlijn ROVL-2011
De thans geldende ROVL-2011 geeft richtlijnen voor de verspreiding van en hoeveelheid licht op straat. Het is geen wettelijke verplichting maar een advies en hulpmiddel voor wegbeheerders. De ROVL-2011 is opgesteld door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde waarin deskundigen in het werkveld hun kennis bundelen om wegbeheerders te ondersteunen.
De ROVL-2011 adviseert per gebiedstype en wegcategorie een bepaalde
verlichtingssterkte voor het drukste uur van de dag. Er is ruimte om deze hoeveelheid licht op het wegdek te verlagen op rustige uren door meer te dimmen.
De ROVL-2011 adviseert ook over een passende gelijkmatigheid, dat wil zeggen, in welke mate het licht egaal over het wegdek is verspreid. Dit wordt bepaald door de afstand tussen de lantaarnpalen en de mate waarin het armatuur het licht verspreid over de diverse richtingen.
Het uitgangspunt is: licht waar het moet, donker waar het kan.
Verlichtingssterkte
Bij het verlichten van een straat beoordeelt de gemeente de verlichtingssterkte op basis van de ROVL-2011. De gemeente gaat dan op maximaal 75% van de geldende richtlijn zitten. Uitzondering zijn de centrumgebieden omdat daar meer licht wordt gevraagd.
Waar mogelijk overlegt de gemeente met de bewoners om de verlichting in woonwijken in de avond en de nachtelijke uren te dimmen. Nieuw
verlichtingsmaterieel moet standaard dimbaar ingericht zijn, om toekomstige energiedoelstellingen te halen.
Gelijkmatigheid
In de komende jaren vervangt de gemeente veel armaturen op de bestaande
lantaarnpalen. Dit kan betekenen dat de gelijkmatigheid niet altijd even goed is. De bewoners zijn niet anders gewend. Om niet tegen hoge kosten aan te lopen, geen hoger energieverbruik te krijgen en klachten over te veel licht, wijkt de gemeente hier af van de richtlijn voor de gelijkmatigheid.
Voor verkeersvoorzieningen, zoals een voetgangersoversteekplaats, is een plaatselijke afwijking in de gelijkmatigheid juist gewenst.
Dimmen
Als er meer verkeer is, is er een hoger lichtniveau gewenst. Dit komt omdat het rijden
op een drukke weg ingewikkelder is. ′s Avonds laat en ′s nachts, als er bijna geen
verkeer is, is er minder licht nodig. Door te dimmen kun je de hoeveelheid licht
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 9
afstemmen op de hoeveelheid verkeer.
Voordelen zijn:
- minder energieverbruik
- minder lichthinder en lichtvervuiling - lampen gaan langer mee
- de hoeveelheid licht is afgestemd op de behoefte van dat moment
Middels een dimregime kan hier invulling aan worden gegeven. Voorgesteld wordt het volgende dimregime in te stellen:
Wegen komgrens Dimmen tussen 23.00
en 06.00 uur naar:
Gebiedsontsluitingswegen Binnen de bebouwde kom
50%
Gebiedsontsluitingswegen Buiten de bebouwde kom
20%
Erftoegangswegen/woonstraten 30km/h
Binnen de bebouwde kom
50%
Snelfietsroute Binnen de bebouwde kom
50%
Snelfietsroute Buiten de bebouwde kom
20%
Erftoegangswegen 60 km/h Buiten de bebouwde kom
0% (wel gevaarpunten)
Winkelcentrum Binnen de bebouwde kom
50% (i.o.m.
winkeliers)
parkeerterreinen Binnen de bebouwde kom
20%
Industrieterreinen Binnen de bebouwde kom
50% ( i.o.m.
ondernemers)
Het dimregime is aan verandering onderhevig. De stand der techniek kan aanleiding zijn hier wijzigingen in aan te brengen.
4.2 Woongebieden
Diverse functies zoals wonen en spelen komen in een woongebied samen. Een prettige leefomgeving staat centraal, waarbij de nadruk ligt op veiligheid en gebruik. De wegen zijn erftoegangswegen en woonstraten.
In woonwijken bepaalt vooral de openbare verlichting het nachtelijk beeld. Er is vaak
weinig andere verlichting behalve een enkele buitenlamp of tuinverlichting van
bewoners.
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 10
De gemeente kiest in principe voor bescheiden verlichting qua sterkte. Dit past bij de verkeersintensiteit, het gevoel van sociale veiligheid, de wens om energieverbruik te beperken en de beleidskeuze om bewust te verlichten.
De gemeente kiest per situatie voor passende verlichting gebruikmakend van de nieuwste technieken van dat moment met een streven naar zoveel mogelijke eenheid in masten en armaturen. De kostenverdeling over de totale levensduur speelt hier natuurlijk een rol bij. Als lichtkleur kiest de gemeente voor warm-wit. Uitgangspunt is de masten en armaturen één op één te vervangen.
4.3 Industrieterreinen
De verlichting op de industrieterrein de Schoenaker in Beuningen kenmerkt zich door wit licht. Dit is hier op wens van de bedrijven aangebracht. In samenspraak met de ondernemersvereniging kan de huidige armatuur omgezet worden in LED verlichting met dimmogelijkheid. Hetzelfde kan plaats vinden op het industrieterrein de Sluis te Weurt.
Op het Shoppingpark de Heuve staat de verlichting langs de Hadrianussingel als bij een gebiedsontsluitingsweg.
4.4 Centrumgebieden
In centrumgebied van Beuningen en Ewijk staat relatief veel verlichting. Dit
verlichtingsniveau wordt in principe aangehouden. De type masten en armaturen met
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 11
de bijbehorende kleurstelling blijft in Beuningen en Ewijk behouden. Wel worden de lampen vervangen door LED-verlichting.
4.4.1 Centrum van Beuningen
Het centrum van Beuningen bestaat uit verschillende pleinen. Het Mauritsplein, het Kerkplein, Thorbeckeplein en het Amaliaplein zijn parkeerpleinen waar winkels aanliggen.
In Beuningen staan masten met armaturen van het type Helux 502 24w. De masten en armaturen hebben dezelfde kleur groen
De gemeente kiest in overleg met de winkeliersvereniging voor gelijkmatigheid van de verlichting op de pleinen buiten het Julianaplein. Op het Julianaplein streven we naar sfeerverlichting, waarbij de verlichtingssterkte ten opzichte van de huidige situatie naar beneden is bijgesteld.
De reclameverlichting en het aanlichten van gebouwen blijft beperkt. Tussen 23.00
uur en 06.00 uur schakelt de verlichting zich uit. Met de winkeliers kunnen afspraken
gemaakt worden over het verlichten van de etalages in deze periode. Het streven is
deze ook uit te doen tussen 23.00 en 06.00 uur.
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 12
4.4.2 Het centrum van Ewijk
De Klef vormt het centrum van Ewijk. Rond de Klef zijn de winkels gevestigd. Het plein is tevens parkeerterrein.
In het centrum van Ewijk staat specifieke verlichting. Hier staan masten en armaturen, type Helux 502 36w met de kleur blauw.
De type masten en armaturen met de bijbehorende kleurstelling blijft in Ewijk behouden. Wel worden de lampen vervangen door LED-verlichting.
De gemeente kiest in overleg met de winkeliersvereniging voor gelijkmatigheid in de
verlichting op de Klef.
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 13
4.4.3 Het centrum van Weurt
Het dorp Weurt kent nu geen centraal hart. Het centrum van het dorp ligt wat verdeeld over verschillende straten. De verlichting vormt een onderdeel van de erftoegangsweg.
De openbare verlichting in Laan 1945 in Weurt is een onderdeel van in het experiment flexibel bestemmingsplan. De bewoners uit het WeurtLab formuleren hiervoor een voorstel. Het moet de uitstraling krijgen van het centrum van het dorp Weurt
4.4.4 Het centrum van Winssen
Het hart van het dorp Winssen ligt rond de kerk. Het dorpshuis en het plein voor de kerk maken het hart compleet. De Notaris Roesstraat loopt als een lint door het dorp en gaat over in de Molenstraat. De verlichting in deze straten reageert niet op het hart van het dorp. Bij de vervanging van de masten en armaturen aldaar moet dit meer aandacht krijgen.
4.5 Buitengebied
Om bewust te verlichten maakt de gemeente Beuningen in het buitengebied de volgende beleidskeuzes:
• De gemeente wil het donkere landschap beschermen en verstoring voor dieren, lichtvervuiling en onnodig energieverbruik voorkomen.
• Buiten de bebouwde kom en in natuurgebieden is geen openbare verlichting tenzij dit voor de verkeersveiligheid noodzakelijk is
• De gemeente verlicht de gevaarpunten Dit zijn de kruisingen, t-splitsingen en
scherpe bochten alleen als dit voor de verkeersveiligheid nodig is en andere
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 14
mogelijkheden (zoals vormgeving van de weg en markering) onvoldoende verkeersveiligheid bieden. Eventuele verlichting heeft een oriënterend karakter.
• Veilig rijden in het donker is mogelijk door goede markering en reflectoren.
• De gemeente plaatst in het buitengebied geen verlichting om reden van sociale veiligheid en het voorkomen van schijnveiligheid bij onvoldoende sociale controle.
• In principe wordt alle niet functionele verlichting in het buitengebied verwijderd.
4.6 Hoofdwegenstructuur
De gemeente houdt bij iedere keuze rekening met duurzaamheid, leefbaarheid en maatschappelijke kosten.
Als de gemeente een weg of de verlichting gaat aanpassen, kies men voor energiezuinige lampen met een laag vermogen en een armatuur dat minimale lichthinder geeft. Daarbij worden innovatieve technieken toegepast zoals slim schakelen en dimmen.
Verlichting ontwerpen gebeurt in samenhang met het ontwerp voor beplanting, bomen, schuttingen, paden en dergelijke. Een zorgvuldig en integraal ontwerp van de openbare ruimte is grondslag voor het verlichtingsplan.
4.6.1 Hoofdwegen
De gemeente Beuningen heeft de wegen opgedeeld in de volgen de categorieën:
- wijkontsluitingswegen - buurtontsluitingswegen - wijkstraten en woonstraten.
Er is onderscheid in wegen binnen en buiten de bebouwde kom. De provinciale wegen
en de rijkswegen blijven buiten beschouwing.
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 15
4.6.2 Fietspaden en voetpaden
De fietsroutes zijn onderverdeeld in:
-
snelfietsroutes.Deze routes zijn altijd verlicht. ’s Nacht dimt de lamp tot maximaal 20%.
-
recreatieve fietsroutes. Hier komt geen openbare verlichting. Als er verlichtingstaat zal dit in principe worden verwijderd.
-
doorgaande fietsroutes.Hierbij spelen de volgende aspecten een rol:
• verkeersveiligheid
• rijcomfort
• het gevoel van veiligheid (sociale veiligheid) en overzicht.
Doorgaande fietsroutes verlicht de gemeente uitsluitend binnen de bebouwde kom volgens het dimregime van de snelfietsroute. Speciale aandacht is er voor het verlichten van obstakels die op het fietspad staan.
- Voetpaden
Voetpaden worden over het algemeen mee verlicht met de rijbaan of het fietspad. De gemeente verlicht gescheiden gelegen openbare voetpaden alleen als ze woonwijken verbinden of als het doorgaande paden zijn en er voldoende sociale controle is.
Achterpaden worden door de gemeente niet verlicht. Bewoners kunnen zelf het
betreffende achterpad aanlichten.
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 16
4.6.3 Parkeerterreinen
Voorgesteld wordt parkeerterreinen alleen s avonds te verlichten. Dimmen tot 20%
geschiedt vanaf 23.00 uur. Om 06.00 uur kan de verlichting weer volledig ontstoken worden. Per parkeerterrein kan dit verschillen.
Waar dit ongewenst is vanwege veiligheid of waar toch nog sprake is van gebruik van de parkeerplaats in de nacht kiest men voor 20% dimmen.
4.6.4 Overige lichtbronnen
Onder overige lichtbronnen verstaan we reclameverlichting, sportveldverlichting, paardenbakken, bezienswaardigheden.
Deze verlichting hoeft in de nacht niet te branden. Wel wordt de verlichting
geaccepteerd tot uiterlijk 23.00 uur.
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 17
.
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 18
5 FINANCIEN 5.1 Algemeen
Adviesbureau Nobralux heeft in 2015 alle masten en armaturen in de gemeente geïnventariseerd en beoordeeld. Het rapport is als bijlage toegevoegd. Hieruit kwam naar voren dat 51% van de armaturen (2840 stuks) en 24% van de masten (1290 stuks) aan vervanging toe. Wij hebben het dan over achterstallig onderhoud. Er zal de komende periode een achterstand ingelopen moeten worden in de vervanging van sterk verouderde armaturen en masten.
Masten gaan gemiddeld 40 jaar mee en bij armaturen is dit 20 jaar. Op basis van de inspecties gaan we uit een levensduur van 50 jaar voor een mast en 25 jaar voor een armatuur. Hierdoor bestaat het risico dat enkele armaturen en masten eerder
vervangen moeten worden omdat ze niet meer functioneren. Dit risico is acceptabel.
Alle armaturen ouder dan 25 jaar moeten vervangen worden door nieuwe moderne armaturen met LED-verlichting. Daarbij wordt gekeken naar de kwaliteit van de mast.
Is de mast ouder dan 50 jaar dan wordt altijd vervangen. Is de mast jonger dan 50 jaar dan wordt de mast gemeten of deze nog voldoende sterk is.
Er zijn wensen om energie te besparen, lampen te dimmen of lichtmasten te
verwijderen. Energie besparen vind plaats door gebruik te maken van LED-verlichting.
Door een dimregime in te voeren wordt ook energie bespaard. Lichtmasten verwijderen kost in eerste instantie geld maar levert op termijn geld op. Wel zal daarover uitvoering met bewoners gecommuniceerd moeten worden.
5.2 Energiebesparing en budgetten
Als alle lampen vervangen gaan worden door LED- verlichting valt er een besparing op energie te halen van 61%. Omgerekend naar energiekosten levert dit op jaarbasis een structurele besparing op van ruim € 30.000.
Door vervanging zullen ook de onderhoudskosten omlaag gaan. Een LED-lamp gaat veel langer mee dan een conventionele lamp.
Jaarlijks wordt er € € 91.833 gestort in het fonds voor de openbare verlichting. Door de bezuinigingen op energie in te zetten om de achterstand weg te werken, is er jaarlijks een bedrag beschikbaar van afgerond € 122.000 voor het onderhoud en beheer.
Als startkapitaal staat er bedrag open van € 500.000 per 01-01-2017.
5.3 Kosten
5.3.1 Vervanging en verbetering
Nobralux heeft onderzoek gedaan naar de noodzakelijke vervanging van het areaal masten en armaturen voor de periode 2017 en 2018 en voor de periode 2019 – 2030.
Dit is weergegeven in het rapport “ Vervangen OVL-areaal gemeente Beuningen” dat
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 19
als bijlage is bijgevoegd.
Het gaat daarbij om masten met een leeftijd van 50 jaar en armaturen met een leeftijd van 25 jaar. Om in 2017 en 2018 de masten en armaturen te vervangen is een bedrag nodig van € 1.200.000.
Wanneer de achterstand is weggewerkt, moet vanaf 2019 de reguliere vervanging plaats vinden. De armaturen die dan 25 jaar oud zijn en de masten van 50 jaar moeten steeds vervangen worden. Per jaar is dit verschillend. Wij hebben de periode tussen 2019 en 2030 geïnventariseerd. Per jaar worden gemiddeld 110 armaturen ouder dan 25 jaar en 84 masten ouder dan 50 jaar. Dit komt neer op gemiddeld € 110.300 per jaar in de genoemde periode. Hiervoor wordt een voorziening getroffen van € 110.300 per jaar. De voorziening mag nooit negatief staan. In de planning wordt daar rekening mee gehouden.
5.3.2 Achterstallig onderhoud
De kosten om de achterstand weg te werken zijn geraamd op € 1.200.000. Op 01-01- 2017 staat een startkapitaal van ca. € 500.000 voor onderhoud en beheer van de openbare verlichting. In 2017 en 2018 wordt elk jaar € 350.000 beschikbaar gesteld.
Hiermee zijn de kosten gedekt om de achterstand weg te werken.
5.3.3 Onderhoud en beheer
In 2017 en 2018 wordt de achterstand in het onderhoud van de OVL weggewerkt. In 2019 worden de werkzaamheden geëvalueerd. Dan wordt wat de jaarlijkse kosten voor onderhoud en beheer van de OVL vastgesteld.
5.3.4 Extra besparingen
Het beleidsplan biedt de mogelijkheid wijzigen aan te brengen in het verlichten van de openbare ruimte. Al deze wijzigingen leveren op termijn financiële voordelen op, maar gaan altijd gepaard met een investering. Daarom wordt er in de kostenafweging geen rekening mee gehouden.
Hergebruik bestaande masten
Het vervangen van armaturen zal per straat worden bekeken. In de berekening is uit gegaan van de vervanging van de mast door een nieuwe mast. Het komt voor dat ergens anders nog goede masten van het zelfde type zijn vrijgekomen. Deze masten worden zoveel mogelijk hergebruikt.
Verwijderen van openbare verlichting
In het buitengebied staat op verschillende plaatsen verlichting die niet voldoen aan de
criteria uit dit plan. Als alle betreffende masten en armaturen in het buitengebied
verwijderd worden, kosten deze ca. € 25.000 en levert het per jaar ca. € 2.000 aan
besparing op. Over 13 jaar is dit rendabel. In de huidige berekening kan hier nog geen
rekening mee gehouden worden.
Nota van uitgangspunten Verlichting in de Ruimte Pagina 20
Dimmen