• No results found

Zondagslezing 26 november

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zondagslezing 26 november"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

kerk & leven

lezingen & Commentaar

18

22 NOVEMBER 2017

LEZINGEN DOOR DE WEEK | Maandag 27 november: Daniël 1, 1-6.8-20 en Lucas 21, 1-4 • Dinsdag 28 november: Daniël 2, 31-45 en Lucas 21, 5-11 • Woensdag 29 november: Daniël 5, 1-6.13-14.16- 17.23-28 en Lucas 21, 12-19 • Donderdag 30 november: Brief aan de Romeinen 10, 9-18 en Matteüs 4, 18-22 • Vrijdag 1 december:

Daniël 7, 2-14 en Lucas 21, 29-33 • Zaterdag 2 december: Daniël

7, 15-27 en Lucas 21, 34-36 • Zondag 3 december (Eerste zondag van de advent) Jesaja 63, 16b-17.19b; 64, 2b-7 – Eerste Brief aan de Korintiërs 1, 3-9 – Marcus 13, 33-37.

EUCHARISTIE OP RADIO | 26 november, 10 uur, VRT Radio 1:

vanuit de Sint-Vincentiuskerk in Eeklo.

EUCHARISTIE OP TV | 26 november, 10 uur, VRT één: vanuit de Sint-Martinuskerk in Sneek in de provincie Friesland.

commentaar bij de zondagslezingen a-jaar

— Luc Devisscher —

De koninklijke staf

Evangelie • We zijn korte tijd vóór Pasen. Nog zit Jezus met zijn leerlingen op de Olijfberg, maar de Mensenzoon staat op het punt gekruisigd te worden. Dat kruis staat niet op zich. De lijdensweg loopt vooruit op de onontkoombare vestiging van het koninkrijk van de hemel. Daarin wordt de Mensenzoon bewogen tot me- delijden met de geringsten. Hij lijdt met hen mee. Mededogen of barmhartigheid dienen ook eigen te zijn aan de leerlingen. Tot de wederkomst van de Mensenzoon bij de voleinding van de wereld behoren de leerlingen hun ‘waakzaamheid’ zowel als ‘werkzaamheid’ scherp te stellen op die geringsten (zie de lezingen van de twee vorige zondagen).

Hoe zal het er dan aan toegaan in de eindtijd? Jezus geeft zijn leerlingen een be- schrijving. Bij de komst van de Mensenzoon wordt de finale gespeeld en het oor- deel voltrokken. De zege(n) is voorbehouden aan de rechtvaardigen. De verliezers wacht eeuwige straf. De inzet van het spel? De zorg voor de hongerigen, dorstigen, vreemdelingen, naakten, zieken en gevangenen. In de ogen van de Mensenzoon niet de geringsten, want het zijn broeders en zusters. Zij zijn als het ware Hemzelf.

Na het eindsignaal verdeelt de oordeelsrechter alle mensen van de wereld in twee groepen, zoals een herder zijn kudde verdeelt in schapen en bokken. De maat- staf voor die schifting wekt verbazing, zowel bij de groep van de schapen als bij de groep van de bokken. Niet één van hen had het flauwste vermoeden dat hij de Mensenzoon ontmoet zou hebben in één van die noodlijdenden. De Christusko- ning incognito werd door niemand herkend. Nu de koninklijke maatstaf beslis- send gehanteerd wordt, is er geen weg meer terug. Dwars over de aardse grenzen heen wordt een streep getrokken door het onrecht. Zij die daadwerkelijk recht de- den mogen voor altijd het koninkrijk binnengaan, terwijl de onrechtvaardigen worden doorverwezen naar het eeuwige vuur.

Hoelang is er nog tussentijd over? Voor de leerlingen die leven in de tijd vóór de al- lerlaatste komst van de Mensenzoon is deze toespraak van Jezus een prangende kwestie. De idee dat de komst en de voleinding van de wereld nog niet voor mor- gen zijn, kan de geboden waakzaamheid doen verslappen. De gehanteerde maat- staf van het oordeel maakt duidelijk dat de Mensenzoon nu al voor de deur staat, op een uur waarop je het niet verwacht. Wie dat niet tijdig inziet en werkloos blijft toekijken wanneer iemand honger of dorst heeft, naakt is en vreemdeling is, ziek is of in de gevangenis zit, sluit zich nu al uit van het koninkrijk.

Het onderricht van Jezus over het einde der tijden gaat niet over een vage toe- komst, maar over een tegenwoordige tijd van waaruit een appel opklinkt. De Men- senzoon is daar waar niemand Hem lijkt te verwachten, in één van geringsten aan wie onrecht wordt aangedaan. Hun anonieme nood is de persoonlijke nood van de Christuskoning. Het is het braakliggende veld van mogelijkheden voor leerlingen van alle tijden om zich waakzaam en werkzaam voor te bereiden tot de Mensen- zoon komt in al zijn glorie. Tot dan is alle uitweg, daarna niet meer. De toekomst is nu begonnen.

Lezingen • „Wat je zelf doet, doe je beter”, denkt God. Doorheen de profeet Eze- chiël richt Hij zich tot zijn volk in ballingschap. Hij zal het herderschap overne- men van de leiders van het volk. Uit het dal van de duisternis zal Hij de verstrooide schapen verzamelen tot een veilige kudde. Een goede herder zorgt voor alles wat zwak is binnen de kudde. Zijn herdersstaf is als die van een goede koning. De ver- dwaalde, gewonde of zieke dieren beschermt hij tegen de gezonde en sterke. An- ders raakt de kudde verdreven. Zo gebeurde het met het volk van God. De balling- schap is de vrucht van slecht leiderschap. Dat is nu voorbij. God kondigt aan dat Hij dwars door de kudde heen recht zal spreken over het ene schaap zowel als over het andere.

De laatste vijand die vernietigd moet worden, is de dood. Dat zal gebeuren.

Zoals we allemaal sterven „in Adam”, zullen we ook levend gemaakt worden „in Christus”. Niemand zal in zijn doodsnood blijven. Dit is het ware koningschap van God de Vader. Dan zal het zijn: God alles in allen.

• De commentaren op de Schriftlezingen zijn op Twitter te volgen via @DevisscherLuc

• Reacties welkom via luc.devisscher@ccv.be

EERSTE LEZING

ezechiel 34, 11-12.15-17

Zo spreekt God de Heer:

„Ik zoek mijn kudde op en bezoek mijn eigen schapen. Zoals een her- der omziet naar zijn kudde, en zich onder zijn schapen begeeft wan- neer ze verstrooid zijn, zo zal Ik omzien naar mijn schapen en ze in vei- ligheid brengen, hoe ver ze ook afgedwaald zijn ten gevolge van mist en nevel.”

„Ik zal mijn schapen weiden, Ik zelf zal ze laten rusten”, spreekt God de Heer. „Het vermiste schaap ga Ik zoeken, het verdwaalde breng Ik terug, het gewonde verbind Ik, het zieke geef Ik weer kracht en het ge- zonde en sterke blijf Ik verzorgen. Ik zal ze laten weiden zoals het be- hoort. En gij, mijn schapen,” zo spreekt God de Heer, „Ik zal recht doen aan het ene dier tegenover het andere, tegenover ram en bok.”

TWEEDE LEZING

eerste brief aan de korintiers 15, 20-26.28

Broeders en zusters,

Christus is opgestaan uit de doden als eersteling van hen die ontsla- pen zijn. Want omdat door een mens de dood is gekomen, komt door een mens ook de opstanding der doden. Zoals allen sterven in Adam, zo zullen ook allen in Christus herleven. Maar ieder in zijn eigen rang- orde: als eerste en voornaamste Christus, vervolgens bij zijn komst, zij die Christus toebehoren; daarna komt het einde, wanneer Hij het ko- ningschap aan God de Vader zal overdragen, na alle heerschappijen en alle machten en krachten te hebben onttroond.

Want het is vastgesteld dat Hij het koningschap zal uitoefenen, tot Hij al zijn vijanden onder zijn voeten heeft gelegd. En de laatste vijand die vernietigd wordt, is de dood. En wanneer alles aan Hem onderwor- pen is, dan zal ook de Zoon zelf zich onderwerpen aan degene die het al aan Hem onderwierp. Dan zal God zijn alles in allen.

EVANGELIE

matteus 25, 31-46

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:

„Wanneer de Mensenzoon komt in zijn heerlijkheid en vergezeld van alle engelen, dan zal Hij plaats nemen op zijn troon van glorie. Alle volken zullen vóór Hem bijeengebracht worden en Hij zal ze in twee groepen scheiden, zoals de herder een scheiding maakt tussen schapen en bokken. De schapen zal Hij plaatsen aan zijn rechterhand, maar de bokken aan zijn linker.”

„Dan zal de Koning tot die aan zijn rechterhand zeggen: ‘Komt, geze- genden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld. Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreem- deling en gij hebt Mij opgenomen. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht’.”

„Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden en zeggen: ‘Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? En wanneer zagen wij U als vreemdeling en hebben U opgenomen, of naakt en hebben U gekleed? En wanneer za- gen we U ziek of in de gevangenis en zijn U komen bezoeken?’”

„De Koning zal hun ten antwoord geven: ‘Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan’.”

„En tot die aan zijn linkerhand zal Hij dan zeggen: ‘Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig vuur dat bereid is voor de duivel en zijn tra- wanten. Want Ik had honger en gij hebt Mij niet te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt Mij niet te drinken gegeven. Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij niet opgenomen, naakt en gij hebt Mij niet gekleed. Ik was ziek en in de gevangenis en gij zijt Mij niet komen bezoeken’.”

„Dan zullen ook zij antwoorden en zeggen: ‘Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien of dorstig als vreemdeling of naakt of ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor U gezorgd?’”

„Daarop zal Hij hun antwoorden: ‘Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij niet voor een van deze geringsten hebt gedaan, hebt gij ook voor Mij niet gedaan. En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwig leven’.”

Schriftlezingen

© Katholieke Bijbelstichting Breda, www.rkbijbel.nl

26 n ov e m b e r 2017 – c h r i stu s, ko n i n g va n h et h e e la l

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op Mijn Malmberg staan allerlei producten waarmee de kinderen op hun eigen niveau kunnen lezen en werken:. • de

de wet verderven als een werkverbond. En dan de wet der liefde, en het levengevend gebod des Evangelies, op haar puinhopen oprichten. Het gebod van Sion en het gebod

noch zal de gelukkige bezitter daarvan ooit genade vinden in de ogen der wereld of in de ogen van vleselijke belijders. Ik heb iemand gekend te Thames Ditton, die een grote

Nu, wanneer een mens met zijn zonde in zulk een staat is, dat er een heimelijk welgevallen van die zonde, die de meester in zijn hart speelt, bij hem gevonden wordt en dat

Uit dit alles besluit ik, dat liegen en de leugen lief te hebben; dat alle bedrieglijkheid en leugenwonderen; alle verachting en woede tegen God en zijn

Het leven, handelen en wandelen van een begenadigde ziel, gelijk het een voorwerp van Gods verkiezing en gekochte door het bloed van de Zaligmaker betaamt, betonende

Hij die spreekt over liefde tot alle mensen, die zegt dat God de mens nooit gemaakt heeft om hem te verdoemen, maar dat alle mensen zalig zullen worden door de algemene verzoening,

a. Het natuurlijke geweten kan soms wel aanmoedigen tot dezelfde zaken als de Geest, maar niet uit hetzelfde beginsel. Het natuurlijk geweten is een aansporing tot