Maatschappelijk en persoonlijk herstel bij psychische problemen
Onderwerpen: GGz, Gender, Praktijkprojecten, psychische problemen, herstel, Datum geplaatst: 3 april 2017
Deadline: 30 mei 2017, 14.00 uur
Inhoud
DOEL SUBSIDIEOPROEP ... 1
Samenwerking ZonMw, NWO en Stichting tot Steun VCVGZ ... 2
RANDVOORWAARDEN ... 3
Wie kan aanvragen ... 3
Welk bedrag kan aangevraagd worden ... 3
BEOORDELINGSCRITERIA ... 3
Specifieke relevantiecriteria ... 3
Algemene relevantiecriteria ZonMw ... 4
Kwaliteitscriteria ... 4
PROCEDURE & TIJDPAD ... 5
Beoordelingsprocedure ... 6
Tijdpad ... 7
INDIENEN ... 7
Indiening (via ProjectNet) ... 7
TIPS ... 7
Verklaring akkoord ... 7
Inhoudelijke vragen ... 7
Technische vragen ... 7
Bijlagen, downloads en links: ... 8
1
DOEL SUBSIDIEOPROEP
In deze subsidieronde kunt u uitgewerkte subsidieaanvragen indienen voor praktijkprojecten gericht op maatschappelijk en/of persoonlijk herstel van mensen bij of na psychische problemen.
Praktijkprojecten zijn gericht op de behoeften van mensen met psychische problemen of de behoeften van (GGz)-professionals. De projecten worden samen met de praktijk uitgevoerd en de resultaten worden direct in de praktijk toegepast.
Praktijkprojecten binnen deze subsidieronde dienen te gaan over gepersonaliseerde zorg gericht op maatschappelijk en/of persoonlijk herstel (of een combinatie hiervan) van mensen bij of na psychische problemen. Gepersonaliseerde zorg wordt gedefinieerd als het gebruik van de karakteristieken van iemands feno- of genotypen (waarneembare eigenschappen en genetische kenmerken) voor het op maat maken van de juiste therapeutische strategie voor de juiste persoon op het juiste moment en/of het bepalen van de aanleg voor het ontwikkelen van een stoornis en/of voor het tijdig in gang zetten van preventieve maatregelen. Deze definitie van gepersonaliseerde zorg kan breed worden opgevat.
Dus hierbij kan ook gedacht worden aan de sociale context.
In deze oproep wordt onderscheid gemaakt in twee typen projecten:
- Sekse/gender projecten: Projecten die specifiek gericht zijn op sekseverschillen en/of de invloed van gender in relatie tot de bevordering van maatschappelijk en persoonlijk herstel.
- Algemene projecten: Projecten die gericht zijn op gepersonaliseerde zorg in de brede zin en zijn gericht op maatschappelijk en persoonlijk herstel.
Bij de verdeling van het budget wordt gelijke spreiding over beide type projecten nagestreefd, waarbij minimaal de helft van het totaal budget van deze subsidieronde wordt ingezet op projecten over man/vrouwverschillen en/of de invloed van gender interventies gericht op maatschappelijk en persoonlijk herstel.
Maatschappelijk en persoonlijk herstel
Vier aspecten van herstel kunnen worden onderscheiden:
- Maatschappelijk herstel: de verbetering van de positie van het individu op het vlak van wonen, werk, inkomen en sociale relaties. Het gaat hierbij om het benutten of vergroten van de kansen die de samenleving biedt om de autonomie te vergroten.
- Persoonlijk herstel: het zélf betekenis kunnen verlenen aan datgene wat in het verleden is gebeurd en meer grip krijgen op het eigen leven.
- Klinisch herstel: gericht op remissie van symptomen en zo mogelijk genezing.
- Functioneel herstel: het herstel van psychische functies die als gevolg van de aandoening zijn verminderd of aangetast. Zoals zelfbeheersing, het kunnen maken van plannen, zelfspraak etc.
De focus van deze subsidieoproep ligt op maatschappelijk en persoonlijk herstel.
Veel instellingen (binnen en buiten de GGz) hebben al de ambitie om herstelondersteunende dienstverlening te leveren. Toch blijft het een zoektocht naar wat maatschappelijk en persoonlijk herstel betekent voor de te leveren zorg en ondersteuning. Herstel is zeer persoonlijk en daarmee voor iedereen anders.
Onderzoeksprogramma GGz en Kennisprogramma Gender en Gezondheid
Eén van de aspecten die meegenomen kan worden bij het inzetten van herstelondersteunende zorg is sekse en gender. Het is namelijk waarschijnlijk dat mannen en vrouwen verschillende behoeftes en mogelijkheden hebben als het gaat om bevordering van het maatschappelijk en persoonlijk herstel.
Het Onderzoeksprogramma GGz en het Kennisprogramma Gender en Gezondheid werken daarom samen in deze subsidieronde.
In het Onderzoeksprogramma GGz is één van de hoofdthema’s gepersonaliseerde zorg. Aandacht voor maatschappelijk en persoonlijk herstel vormt hier een onderdeel van. Eén van de doelen van het programma is derhalve het versterken van het herstelvermogen van cliënten met psychische
problematiek.
Het Kennisprogramma Gender en Gezondheid heeft als doel de kennisachterstand over man- vrouwverschillen in gezondheid en zorg te verkleinen om passende kwalitatief goede zorg voor
2
iedereen te realiseren en gezondheidsverschillen tussen mannen en vrouwen te verminderen.
Psychische en psychiatrische aandoeningen is één van de geprioriteerde thema’s bij het Kennisprogramma Gender en Gezondheid. Ondanks de beschikbare kennis over prevalentie-
verschillen tussen mannen en vrouwen (o.a. in stemmings-, angst en verslavingsproblematiek) is er bij de diagnostiek, behandeling en preventie van psychische klachten vrijwel geen aandacht voor sekse- en genderspecifieke of -gerelateerde aspecten. Dat geldt ook voor initiatieven op het gebied van maatschappelijk en persoonlijk herstel. Onderzoek naar (de invloed van) biologische (sekse) en sociaal-culturele (gender) factoren – waaronder bijvoorbeeld verschillen in fysiologie, socialisatie, maatschappelijke rollen en sociale posities tussen mannen en vrouwen –, evenals kennis over sekse- en gendersensitieve (elementen van) interventies is daarom gewenst.
Praktijkprojecten
Binnen deze subsidieronde kunnen praktijkprojecten worden aangevraagd die direct voortkomen uit behoeften van mensen met psychische problemen of van (GGz-)professionals en leveren oplossingen voor de praktijk. Praktijkprojecten hebben onder andere de volgende kenmerken:
- Er wordt onderzoek gedaan naar een vraag, kwestie of behoefte van mensen met psychische problemen of van (GGz-)professionals.
- De uitkomsten zijn relevant en direct bruikbaar voor de praktijk.
- Het project vindt plaats in nauwe samenwerking met de praktijk, zoals cliënten en (zorg)professionals.
- De samenwerking en betrokkenheid van de eindgebruikers (cliënten en professionals) is er van begin tot eind.
- In het project wordt gebruik gemaakt van methoden die zijn afgestemd op de mogelijkheden en werkwijzen van de praktijk.
- De resultaten van het project worden geïmplementeerd in de praktijk of uit de resultaten moet blijken dat de resultaten geïmplementeerd kunnen worden.
Instrumentontwikkeling
Binnen deze subsidieronde is binnen de projecten ruimte voor aanvullende subsidie gericht op het ontwikkelen van instrumenten en methoden om maatschappelijk en persoonlijk herstel inzichtelijk te maken, te operationaliseren en te valideren. Zie hiervoor de Randvoorwaarden.
Samenwerking ZonMw, NWO en Stichting tot Steun VCVGZ
ZonMw, NWO en de Stichting tot Steun VCVGZ zetten zich gezamenlijk in voor herstel en (re-) integratie van mensen met (tijdelijke) psychische problemen. Daarom publiceren ZonMw en NWO in het voorjaar 2017 3 subsidieoproepen met een totaal budget van ongeveer € 4,2 miljoen (€ 1,2 miljoen binnen deze subsidieoproep). De subsidieoproepen beslaan wetenschappelijk onderzoek (NWO), praktijkgericht onderzoek (ZonMw – Onderzoeksprogramma GGz) en de ontwikkeling en
implementatie van interventies (ZonMw – Actieprogramma lokale initiatieven mensen met verward gedrag). Elke subsidieoproep heeft zijn eigen prioriteit. Het betreft naast deze subsidieoproep, de volgende subsidieoproepen:
- Maatschappelijke (re-) integratie van adolescenten en volwassenen met autisme en psychose (zie in bijlage A de concept subsidieoproep):
o Soort project: wetenschappelijke onderzoek
o Prioriteit: maatschappelijke (re-)integratie van adolescenten en volwassenen met autisme en psychose.
o Maximaal bedrag per aanvraag: € 500.000,-
o Subsidieoproep wordt voor de zomer gepubliceerd door NWO als onderdeel van het onderzoeksprogramma Maatschappelijke (re-)integratie van adolescenten en volwassenen met een autisme en psychose.
- Ontwikkeling en implementatie interventies over herstel en zelfredzaamheid voor mensen met verward gedrag (zie in bijlage B een link naar de subsidieoproep):
o Soort project: ontwikkeling en implementatie interventies en instrumenten o Prioriteit: herstel en zelfredzaamheid bij mensen met verward gedrag.
o Maximaal bedrag per aanvraag: € 200.000,-, looptijd maximaal 24 maanden.
o Subsidieoproep gepubliceerd door ZonMw als onderdeel van het Actieprogramma lokale initiatieven mensen met verward gedrag.
Wij adviseren u zelf na te gaan in welke subsidieronde uw subsidieaanvraag het beste past.
3
RANDVOORWAARDEN Wie kan aanvragen
Een subsidieaanvraag wordt ingediend in nauwe samenwerking met partijen uit onderzoek, praktijk en cliënten(vertegenwoordigers).
Bij voorkeur zijn de volgende organisaties betrokken:
o Onderzoeksorganisaties o Zorg- of welzijnsorganisaties o Cliëntenorganisaties
o Lokale overheidsorganisaties
o Onderwijs(opleidingen en/of bijscholing)
o Organisaties gericht op werk en inkomen, zoals (vertegenwoordigers van) bedrijfsartsen, (vertegenwoordigers van) werkgevers en het UWV.
Eén partij fungeert als hoofdaanvrager.
De organisaties vertegenwoordigd in de projectgroep zijn gecommitteerd om de resultaten van het project – indien succesvol - toe te passen.
Bij de opzet, uitvoering en rapportage van het project worden cliënten(vertegenwoordigers) vanaf de start betrokken.
Voor deze subsidieoproep geldt dat geen subsidie wordt verstrekt als afspraken tussen de samenwerkingspartners (partijen betrokken bij het onderzoek) leiden of kunnen leiden tot het verlenen van staatssteun.
Welk bedrag kan aangevraagd worden
Praktijkprojecten
Het beschikbare budget per aanvraag is maximaal € 150.000,-. Voor deze subsidieronde is een totaal bedrag van € 1.200.000,- beschikbaar. Het streven is met dit budget 6-8 projecten te honoreren.
Minimaal de helft van het budget zal besteed worden aan projecten die ingaan op m/v verschillen en/of de invloed van gender. De looptijd van de projecten is maximaal 24 maanden. Zowel de looptijd als het budget dienen realistisch onderbouwd te zijn.
Instrument en methodiekontwikkeling
Voor instrumentontwikkeling is een aanvullend budget beschikbaar van € 50.000,- per aanvraag.
Indien u in uw aanvraag aandacht besteed aan instrumentontwikkeling/ontwikkeling van methoden, is het maximaal beschikbare budget per aanvraag dus € 200.000,-. Indien aanvullende subsidie wordt aangevraagd voor instrumentontwikkeling kan de looptijd worden verlengd met maximaal 6 maanden.
Dus maximaal 30 maanden voor het gehele project.
Cofinanciering
Naast de subsidie door ZonMw wordt bij voorkeur een deel van de projectkosten (in kind en/of in cash) gefinancierd door de betrokken instelling of een andere financieringsbron. De cofinanciering dient definitief geregeld te zijn bij het indienen van de subsidieaanvraag. Bij de subsidieaanvraag geeft u aan of cofinanciering is toegezegd en uit welke bron.
BEOORDELINGSCRITERIA
De relevantiecriteria worden per subsidieronde bepaald; deze zijn afhankelijk van de aard en de doelen van het programma. Voor deze subsidieronde zijn de volgende relevantiecriteria van toepassing:
Specifieke relevantiecriteria
1. Bijdrage aan doel subsidieoproep en beoogd resultaat
Beschrijf hoe het project aansluit bij de onderwerpen gepersonaliseerde zorg en maatschappelijk en/of persoonlijk herstel.
o Als uw project gericht is op sekseverschillen en/of de invloed van gender, beschrijf hierbij ook hoe het project bijdraagt aan een beter begrip van het maatschappelijk en persoonlijk herstel van mannelijke en vrouwelijke cliënten en verkleining van
eventuele gezondheidsverschillen tussen hen.
4
Beschrijf hoe het project kan leiden tot winst uitgedrukt in termen van kwaliteit van zorg, kwaliteit van leven, tevredenheid van cliënten en indien mogelijk de gezondheidseconomische aspecten.
De opbrengsten van projecten betreffen ten minste een aantoonbare verandering of
verbetering in de praktijk, een product toepasbaar voor de praktijk en/of nieuwe kennis, zoals proceskennis of kennis over praktische opbrengsten en producten.
2. Aansluiting op vragen en behoeften praktijk en cliënten
Beschrijf in welke mate het project aansluit op de vragen van mensen met psychische
problematiek of de vragen uit de praktijk. Besteed hierbij ook expliciet aandacht aan de vragen en behoeften van cliënten en hun omgeving. Onderbouw dat er voldoende draagvlak is voor het project.
Beschrijf hoe de betrokkenheid van cliënten en (praktijk)professionals in het project tot uitdrukking komt. Het gaat daarbij om hoe de (praktijk)professionals en cliënten vanaf de start bij de opzet en uitvoering van het project betrokken zullen zijn.
3. Implementeerbaarheid
Maak in de aanvraag duidelijk hoe de resultaten worden toegepast in de praktijk.
Beschrijf de randvoorwaarden voor borging en verspreiding van de resultaten op de langere termijn, welke organisatie(s) hier bij betrokken dienen te worden en welke knelpunten hierbij kunnen worden ervaren.
Beschrijf hoe de opbrengsten toegankelijk worden gemaakt en worden verspreid, ook buiten de setting van het project.
4. Diversiteit
Beschrijf hoe binnen het project rekening wordt gehouden met diversiteit van mensen naar (een combinatie van) kenmerken zoals sekse/gender, leeftijd (o.a. jongeren),
sociaaleconomische situatie, opleidingsniveau, migratie- en culturele achtergrond en seksuele geaardheid. Indien niet wordt gedifferentieerd naar bepaalde kenmerken die mogelijk wel relevant zijn, geef hiervoor dan een onderbouwing. Zie voor tips de ZonMw-publicatie over diversiteit.
Algemene relevantiecriteria ZonMw
Naast de specifieke inhoudelijke criteria in deze subsidieoproep kijkt ZonMw bij de beoordeling van alle projecten naar de volgende algemene relevantiecriteria:
toepassing van ICT en e-health;
onderwijs;
toegang tot data;
het te verwachten gebruik van de resultaten of producten.
Meer informatie over deze criteria vindt u op www.zonmw.nl/relevantiecriteria.
Kwaliteitscriteria
1. Doelstelling en vraag-/taakstelling
Omschrijf de doelstelling en vraag-/taakstelling helder en concreet.
o Als uw project gericht is op sekseverschillen en/of de invloed van gender, formuleer dan uw doel- en vraag-/taakstelling dan expliciet in die termen.
Maak duidelijk hoe de vraag-/taakstelling aansluit bij de doelstelling.
Beschrijf wat de theoretische of empirische onderbouwing is van de vraag-/taakstelling.
2. Plan van aanpak Alle projecten:
Beschrijf een helder plan van aanpak en hoe dit aansluit op de vraag-/taakstelling.
Neem in het plan van aanpak op hoe u ‘gepersonaliseerde zorg’ operationaliseert binnen het onderzoek.
Beschrijf en onderbouw de beoogde doelgroep. Besteed hierbij ook aandacht aan diversiteit van cliënten.
5
Beschrijf uw onderzoeksdesign en onderbouw waarom u deze manier van dataverzameling kiest in relatie tot uw vraagstelling.
Beschrijf hoe u de resultaten gaat analyseren, interpreten en rapporteren
.
Omschrijf welke instrumenten worden ingezet. Deze dienen valide en betrouwbaar te zijn, ofwel te worden ontwikkeld of onderzocht binnen het project.
Voeg een implementatieplan toe aan het plan van aanpak. In het implementatieplan zijn in ieder geval de volgende punten opgenomen:
o Het implementatieplan maakt duidelijk hoe het project – indien succesvol - in de praktijk van alledag kan worden opgenomen en hoe de resultaten van het project na afloop worden geborgd.
o Omschrijf concrete implementatieactiviteiten.
o Geef een beschrijving van de betrokken partijen en een toelichting van de rollen en taken. Hoe zorgt u voor de betrokkenheid en afstemming met deze partijen? Hiervoor kan budget worden gereserveerd.
Aanvullend voor projecten specifiek gericht op sekseverschillen en/of de invloed van gender:
Beschrijf en onderbouw hoe u sekse en/of gender definieert en operationaliseert binnen het onderzoek.
Maak duidelijk in hoeverre en zo ja welke aanwijzingen er zijn dat sekse- en/of gender- gerelateerde factoren relevant zijn voor het onderwerp van uw project.
Bestaat uw doelgroep uit zowel mannen als vrouwen, laat dan zien dat deze geschikt is om eventueel afzonderlijke sekse- en/of genderfactoren vast te stellen en dat de data geschikt is om aparte analyses uit te voeren. Laat zien dat de in- en exclusiecriteria gegrond zijn.
Beargumenteer dat de (meet)instrumenten die u inzet valide en betrouwbaar zijn voor zowel mannen als vrouwen, ofwel dat dit ontwikkeld of onderzocht wordt binnen het project.
Onderbouw of en zo ja hoe u in de analyse, interpretatie en rapportage van de resultaten omgaat met verschillen tussen mannen en vrouwen. Laat zien dat u in de analyse ook rekening houdt met eventuele interacties met andere relevante biologische en sociaal- culturele kenmerken. Beschrijf de mogelijke valkuilen die u voorziet voor de interpretatie van de data.
Voor meer informatie over het sekse- en gendersensitief maken van uw projectaanvraag wordt u van harte aanbevolen de links onderaan deze subsidieoproep te raadplegen (zie bijlage I en J).
3. Haalbaarheid
Geef een verdeling van taken en verantwoordelijkheden bij de opzet en uitvoering en een tijdpad voor het project.
Omschrijf de haalbaarheid van het project. Besteed hierbij expliciet aandacht aan de haalbaarheid ten aanzien van inclusie van cliënten in het project.
Omschrijf de haalbaarheid van de toepassing van de resultaten van het project in de praktijk.
Onderbouw het aangevraagde budget. Geef hierbij ook aan hoe het aangevraagde budget in verhouding staat tot de verwachte opbrengsten van het project.
4. Projectgroep
Beschrijf de relevante expertise van de projectgroep.
Samenwerking tussen verschillende organisaties komt tot uitdrukking in de samenstelling van de projectgroep. Alle relevante partijen zijn in de projectgroep vertegenwoordigd.
PROCEDURE & TIJDPAD
Bij het schrijven van de subsidieaanvraag dient rekening gehouden te worden met de volgende punten:
Schrijf uw aanvraag in het Nederlands.
Geef in ProjectNet aan welk type project u indient: een ‘sekse/gender project’ of een ‘algemeen project’.
Uitgewerkte subsidieaanvragen dienen te voldoen aan de Algemene subsidiebepalingen. Op de pagina voorwaarden en financiën vindt u ook informatie over de METC / CCD en de Code Openheid Dierproeven en de Code Biosecurity.
6
Reserveer minimaal 5% van uw projectbudget voor communicatie en implementatie. Neem dit op in uw begroting.
Het is verplicht om bij een subsidieaanvraag een begroting toe te voegen.
Voeg een Nederlandse publiekssamenvatting in het verplichte format toe t.b.v. de beoordeling door het cliëntenpanel (zie bijlage C).
U bent verplicht twee bijlagen toe te voegen aan uw aanvraag: de begroting en de
publiekssamenvatting. Daarnaast is er facultatief de mogelijkheid een bijlage van maximaal twee A4 met figuren en tabellen toe te voegen. Andere bijlagen worden niet meegenomen bij de beoordeling van uw aanvraag. Verplichte bijlagen:
Bijlage 1: Begroting
De begroting moet worden opgesteld in het juiste ZonMw format (www.zonmw.nl/subsidievoorwaarden).
De personele kosten in de begroting moeten gespecificeerd worden, zodat de activiteiten die gerelateerd zijn aan het aantal opgevoerde fte transparant zijn.
Specificeer in de begroting alle posten onder ‘Materieel, Apparatuur, Verbruiksgoederen’
en ‘Implementatiekosten’.
Voor de METC verklaring kan tot € 2.000 worden begroot.
Indien van toepassing moet bewijs van cofinanciering worden toegevoegd, inclusief ondertekening door alle co-financiers.
Het moet duidelijk zijn voor welke posten op de begroting de cofinanciering wordt ingezet.
Bijlage 2: Nederlandse publiekssamenvatting in het verplichte format.
Beoordelingsprocedure
Voor de procedures voor de beoordeling van subsidieaanvragen verwijzen we u naar de procedurebrochure aanvragers.
Subsidieaanvragen worden beoordeeld op kwaliteit door minimaal 2, maar bij voorkeur 3 externe referenten.
Subsidieaanvragen worden beoordeeld door het cliëntenpanel op relevantie voor cliënten en naasten en de betrokkenheid van cliënt(vertegenwoordigers).
U krijgt de gelegenheid schriftelijk op de oordelen te reageren (wederhoor).
Minimaal de helft van het budget zal besteed worden aan ‘sekse/gender projecten’. De andere helft van het budget gaat naar de ‘algemene projecten’ en ‘instrumentontwikkeling’. Dit kan betekenen dat een hoog scorend voorstel niet gehonoreerd wordt, ten gunste van een lager scorend project op sekse/gender en vice versa. Daarnaast wordt spreiding op onderwerpen (bijvoorbeeld ziektebeeld) nagestreefd.
De programmacommissie van het Onderzoeksprogramma GGz met toevoeging van expertise op het gebied van sekse en gender geeft een eindoordeel op relevantie en kwaliteit.
Voor de prioritering van de aanvragen wordt gebruik gemaakt van de onderstaande matrix.
Relevantie weegt in de beoordeling van de subsidieaanvragen zwaarder dan de kwaliteit van de aanvragen. Alleen subsidieaanvragen met de kwalificatie van ten minste ‘relevant’ en
‘voldoende kwaliteit’, komen in aanmerking voor honorering.
Kwaliteit
Relevantie Goed Voldoende Matig Onvoldoende
Zeer relevant 1 2 Afwijzen Afwijzen
Relevant 3 4 Afwijzen Afwijzen
Laag relevant Afwijzen Afwijzen Afwijzen Afwijzen
7
Tijdpad
Informatiebijeenkomst indieners 10 april 2017
Deadline indienen uitgewerkte subsidieaanvraag 30 mei 2017, 14.00 uur Ontvangst commentaar referenten 26 juni 2017
Deadline indienen wederhoor 14 juli 2017
Besluit Uiterlijk 16 oktober 2017 (i.v.m.
zomervakantie)
Uiterlijke startdatum 15 december 2017
Informatiebijeenkomst subsidieoproepen herstel en (re-)integratie
Op 10 april 2017 wordt van 13.00 tot 17.00 uur een informatiebijeenkomst georganiseerd bij ZonMw in Den Haag. Tijdens deze bijeenkomst ontvangt u meer informatie en kunt u vragen stellen over de subsidieoproepen. Wilt u hierbij aanwezig zijn, dan is aanmelding verplicht. U kunt zich aanmelden door een e-mail te sturen naar ggz@zonmw.nl met:
Uw voor- en achternaam
Uw e-mailadres
Naam van uw organisatie
Indien u vragen heeft over de inhoud van de verschillende subsidierondes kunt u contact opnemen met het programmasecretariaat: tel: 070 349 52 26, e-mail: ggz@zonmw.nl.
INDIENEN
Indiening (via ProjectNet)
Aanvragen kunnen uitsluitend elektronisch en conform de richtlijnen worden ingediend via het
elektronisch indiensysteem van ZonMw (ProjectNet). Sluitingsdatum voor het indienen is 30 mei 2017, om 14.00 uur.
TIPS
Als u nog niet eerder met ProjectNet heeft gewerkt moet u zich eerst aanmelden als 'Nieuwe gebruiker'. Zie de handleiding om een account aan te maken.
Zie voor meer informatie de toelichtingen in ProjectNet
Wij raden u aan om, voordat u uw aanvraag digitaal indient, een PDF van uw aanvraag uit te printen en na te lopen op onregelmatigheden. Vooral als u uw aanvraag eerst in Word heeft opgesteld en vervolgens naar ProjectNet heeft gekopieerd kan het voorkomen dat sommige tekens (zoals aanhalingstekens) niet goed worden omgezet. U kunt dit in ProjectNet zelf corrigeren.
Verklaring akkoord
Direct na het digitaal indienen van de uitgewerkte subsidieaanvraag wordt u gewezen op het formulier
‘Verklaring akkoord indienen uitgewerkte subsidieaanvraag’. Wij verzoeken u deze te voorzien van de handtekening van de “bestuurlijk verantwoordelijke” en de “hoofdaanvrager” en deze digitaal te sturen naar ZonMw, t.a.v. Hester de Jager, ggz@zonmw.nl. Het formulier dient uiterlijk 1 week na de digitale indiening uitgewerkte subsidieaanvraag binnen te zijn.
Inhoudelijke vragen
Voor inhoudelijke vragen kunt u contact opnemen met het programmasecretariaat: tel: 070 349 52 26, e-mail: ggz@zonmw.nl.
Technische vragen
Bij technische vragen over het gebruik van het elektronisch indiensysteem van ZonMw (ProjectNet) kunt u contact opnemen met de helpdesk: maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur, 070 349 51 78, projectnet@zonmw.nl. Vermeld in uw e-mail uw telefoonnummer zodat wij u eventueel kunnen terugbellen.
8
Bijlagen, downloads en links:
A. Concept subsidieoproep 'Maatschappelijke (re-) integratie van adolescenten en volwassenen met autisme en psychose' (NWO)
B. Subsidieoproep Ontwikkeling en implementatie interventies over herstel en zelfredzaamheid voor mensen met verward gedrag (Actieprogramma lokale initiatieven mensen met verward gedrag)
C. Formulier publiekssamenvatting D. Indeling ProjectNet
E. Subsidiebepalingen 2013 F. Procedurebrochure aanvragers G. Programmatekst
H. Begroting
I. TIP! Sekse- en gendersensitief onderzoek (Gendered Innovations)
J. TIP! Sekse- en gendersensitief onderzoek (Canadian Institutes of Health Research) K. TIP! Effectieve sociale interventies (Movisie)
