• No results found

De relatie tussen persoonlijk herstel en narratieve toekomstverbeelding bij mensen met een persoonlijkheidsstoornis

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De relatie tussen persoonlijk herstel en narratieve toekomstverbeelding bij mensen met een persoonlijkheidsstoornis"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nathalie (N.S.J.) Geurts (s150767)

Samenvatting Persoonlijk herstel richt zich op het omgaan met symptomen van een geestelijke ziekte om zo een bevredigend, hoopvol en zinvol leven te leiden (Anthony, 1993), en richt zich niet zozeer op symptoomvrij worden of genezing zoals klinisch herstel. Een dergelijke aanpak met een focus op het ontwikkelen van krachten in plaats van een centrale rol voor klachten is kenmerkend voor positieve psychologie. Leamy et al. (2011) hanteren een model met vijf herstelelementen van persoonlijk herstel:

verbondenheid, hoop en optimisme, identiteit, zingeving en empowerment. Narratieve

toekomstverbeelding betreft het middels verhalen inbeelden van de toekomst en wordt gekoppeld aan processen die gerelateerd zijn aan herstel. Bijzonder aan dit onderzoek is dat deze twee gebieden in hun samenhang onderzocht worden bij mensen met een persoonlijkheidsstoornis, met als onderzoeksvraag:

Is er een verband tussen de mate van herstel en narratieve toekomstverbeelding bij personen met een persoonlijkheidsstoornis? Voor dit onderzoek zijn 30 participanten geworven bij het Centrum voor Persoonlijkheidsstoornissen, Mediant GGZ. Het onderzoek bestaat uit één meetmoment waarbij de participant een ‘Brief vanuit de Toekomst’ schrijft om de narratieve toekomstverbeelding in kaart te brengen en daarnaast de vragenlijst Mental Health Recovery Measure (MHRM) invult om de mate van herstel te meten. In dit onderzoek is een mixed-method toegepast: de data is zowel kwalitatief als kwantitatief geanalyseerd. De brieven zijn ingedeeld in brieftypen waarbij de indeling van Sools, Tromp en Mooren (2015) is gevolgd. De brieftypen zijn vervolgens uitgezet tegen de MHRM scores van de participanten om verbanden te onderzoeken. De kwalitatieve analyse bestond uit het beschouwen van de inhoud van de brieven, waarbij de vijf herstelelementen in kaart zijn gebracht. De mate van persoonlijk herstel bij personen met een persoonlijkheidsstoornis bleek lager dan bij andere klinische populaties.

Vergeleken met de gezonde populatie kwamen bij personen met een persoonlijkheidsstoornis minder vaak prospectieve brieven voor als vorm van narratieve toekomstverbeelding. Daarentegen kwamen hedengeoriënteerde adviesbrieven relatief vaker voor bij personen met een persoonlijkheidsstoornis. Ten opzichte van andere vormen van narratieve toekomstverbeelding, viel op dat schrijvers van brieven met retrospectieve evaluatie gemiddeld een lagere mate van herstel vertoonden. Dit bleek ook zo te zijn voor schrijvers van brieven met een laag aantal herstelelementen.

Abstract Personal recovery focuses on coping with symptoms of mental disorders in order to live a satisfying, hopeful and meaningful life (Anthony, 1993), instead of a focus on becoming completely free of symptoms and healing in a clinical sense. This approach with a focus on development of one’s strengths, without a dominant role for one’s illness is a characteristic of positive psychology. Leamy et al. (2011) use a model with five categories that make up personal recovery: connectedness, hope and optimism about the future, identity, meaning in life, and empowerment. Narrative futuring consists of imagining the future by means of story telling and is linked to processes that are related to personal recovery. A distinctive element of this research is that the connection between narrative futuring and personal recovery is explored under a population that is diagnosed with a personality disorder. The research question is: Is there a relation between the level of recovery and narrative futuring for persons with a personality disorder? Thirty participants were recruited at the mental health care centre ‘Centrum voor

Persoonlijkheidsstoornissen, Mediant GGZ’. Data was collected for each participant at one single point in time, where the participant wrote a ‘Letter from the Future’ in order to map the narrative futuring and in addition completed the questionnaire Mental Health Recovery Measure (MHRM) in order to determine the level of recovery. Mixed-method is applied in this study: data is analysed both qualitatively and

quantitatively. The letters were split into types, for which the classification of Sools, Tromp and Mooren (2015) was adopted. The types were subsequently mapped against the MHRM scores of the participants in order to study relations. The qualitative analysis consisted of studying the content of the letters, during which the five categories of personal recovery were measured. The level of personal recovery for persons with a personality disorder showed to be lower compared to other clinical samples. Compared to a sample free of clinical diagnosis, prospective letters showed to be a form of narrative futuring that occurred less for people with a personality disorder. On the other hand, present-oriented advisor letters were overrepresented. In comparison with other forms of narrative futuring, writers of letters with

retrospective evaluation showed lower levels of personal recovery. This also applied for writers of letters in which a low number of categories of personal recovery were identified.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarnaast, omdat er nog niet veel onderzoek gedaan is naar de samenhang tussen toekomstverbeelding en welbevinden, zullen beide aspecten getoetst worden met de subschalen

Methode: Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van twee bestaande datasets, bestaande uit een brief vanuit de toekomst (een kwalitatief instrument om toekomstverbeelding te meten)

Inderdaad komt in het onderhavige onderzoek naar voren dat er in de meer episodische brieven extensief door de tijd wordt gereisd, terwijl in de meer semantische brieven niet

Zoals er nog maar weinig bekend is over toekomstverhalen, is er nog minder bekend over het delen van deze verhalen met anderen. Wel is eerder onderzoek gedaan naar

De focus van dit onderzoek is gericht op: de verschillen tussen psychologische functies in narratieve toekomstverbeelding van een klinische en niet-klinische groep en

De karakteristieken van de narratieve toekomstverbeelding worden onderzocht door clustervorming van de psychologische functies die in de brieven vanuit de toekomst te

ontwikkeld om de verbeeldingsprocessen identificatie en transportatie in de brieven te kunnen analyseren, en werd naar de variatie in de aard van verbeelding in verschillende soorten

Soms worden minder concrete stappen beschreven, maar dient de toekomstverbeelding uitsluitend de oriëntatie (voorbeeld twee). Het belangrijke verschil tussen de