Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.
Zaaknummer 1667/K+S Aktiengesellschaft Compo en BASF
I. MELDING
1. Op 26 november 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat K+S Aktiengesellschaft voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over COMPO Produktions - und Vertriebsgesellschaft mbH en BASF Horticulture et Jardin S.A., alsmede over de andere BASF-activiteiten op het gebied van overige meststoffen. Alle over te dragen ondernemingen en activiteiten behoren tot het concern van BASF.
2. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 232 van 1
december 1999. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen.
II. PARTIJEN
3. K+S Aktiengesellschaft (hierna: K+S) is een vennootschap opgericht naar Duits recht. De aandelen in K+S worden gehouden door institutionele en andere beleggers, BASF AG en K+S zelf. BASF AG heeft een
minderheidsbelang maar geen uitsluitende noch gezamenlijke zeggenschap in K+S.
K+S is via diverse dochterondernemingen actief op het gebied van de winning en distributie van kali-(potash), magnesiumproducten en zout. K+S is voorts actief op de navolgende gebieden: afvalverwerking, logistieke dienstverlening, advisering en informatietechnologie.
4. BASF Aktiengesellschaft (hierna: BASF) is een vennootschap opgericht naar Duits recht. BASF staat aan het hoofd van de BASF-groep en is actief in de chemische industrie.
5. COMPO Produktions- und Vertriebgesellschaft (hierna: COMPO) is een vennootschap opgericht naar Duits recht. Zij is een
dochteronderneming van Guano-Werke GmbH, die op haar beurt een 100%-dochteronderneming is van BASF AG.
6. BASF Horticulture et Jardin (hierna: BASF Horticulture) is een 100%- dochteronderneming van BASF AG. Als producent en distributeur maakt zij onderdeel uit van de COMPO bedrijfsgroep.
productie en verkoop van stikstofhoudende meststoffen (nitrogenous fertilizers) voor de landbouw.
III. DE GEMELDE OPERATIE
8. De gemelde operatie betreft de overname door K+S van de
meststoffenactiviteiten van BASF. Blijkens een door K+S, BASF en Guano ondertekende Letter of Intent van 6 september 1999, neemt K+S van BASF c.q. Guano over: 1) alle aandelen in COMPO - met inbegrip van de daartoe behorende dochterondernemingen in Griekenland, de Benelux en Duitsland en alle activa van de productielocatie in Krefeld - alsmede de aandelen in BASF Horticulture en 2) de distributie- en marketingactiviteiten van BASFs overige meststoffen. De activiteiten van COMPO op het gebied van langzaam werkende meststoffen en de productieactiviteiten ten aanzien van de overige meststoffen (die technisch onlosmakelijk verbonden zijn met andere
productieactiviteiten van BASF) worden niet overgedragen aan K+S.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
9. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 8, omschreven transactie leidt er immers toe dat K+S zeggenschap verwerft over COMPO Produktions- und Vertriebgesellschaft mbH, BASF Horticulture et Jardin S.A. en over de distributie- en marketingactiviteiten van BASF met betrekking tot overige meststoffen. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn K+S, COMPO, BASF Horticulture alsmede de andere activiteiten van BASF met betrekking tot overige meststoffen.
10. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten
voorgaande zijn de markten voor de productie van kali, magnesium en stikstofhoudende meststoffen mogelijk benvloede markten.
Kali
12. Kali-producten kunnen worden onderscheiden in industrile kali en kali voor agrarische doeleinden (agrarische kali). De gemelde transactie heeft geen effect op het gebied van de productie van industrile kali. De markt voor industrile kali zal daarom voor de beoordeling van de gemelde transactie buiten beschouwing blijven.
13. Agrarische kali is een minerale meststof die hetzij rechtstreeks, hetzij in combinatie met andere planten-voedingstoffen (waaronder met name stikstof) als mengmeststof, in de landbouw wordt gebruikt.
14. Met partijen kan worden aangenomen dat er een afzonderlijke
productmarkt voor agrarische kali is. Ook de Europese commissie heeft tot het bestaan van een zodanige afzonderlijke productmarkt geconcludeerd.[1] Magnesium
15. De productie van magnesiumproducten vindt plaats in het kader van zoutwinning en verwerking. Magnesium kan voor industrile of agrarische doeleinden gebruikt worden. Voor agrarische toepassingen geldt dat magnesiumproducten een belangrijke plantenvoedingstof is, die niet substitueerbaar is door andere voedingstoffen. Met partijen kan daarom worden aangenomen dat magnesiumproducten een afzonderlijke productmarkt vormen.
Stikstofhoudende meststoffen
16. Blijkens de beschikking van de Europese Commissie inzake Norsk Hydro/Arnyca [2] vormen stikstofhoudende meststoffen een afzonderlijke productmarkt, mogelijk nog nader onder te verdelen in enkelvoudige meststoffen en mengmeststoffen. Voor de materile beoordeling maakt dit nadere onderscheid echter geen verschil.
Relevante geografische markten
17. Volgens partijen is de geografische markt voor kali de EU met
uitzondering van Duitsland dat een afzonderlijke geografische markt vormt. De markt voor magnesium is eveneens de EU en de markt voor stikstofhoudende meststoffen omvat de EER. Partijen verwijzen in dit verband naar de besluiten van de Europese Commissie inzake Kali und Salz/MdK/Treuhand en Norsk Hydro/Arnyca. Voor de beoordeling van de gemelde transactie zal van deze markten uitgegaan worden.
B. Gevolgen van de concentratie
18. Volgens partijen is er geen horizontale overlap tussen de activiteiten van K+S en BASF/COMPO omdat K+S geen stikstofhoudende meststoffen produceert en BASF niet actief is op de markt voor kalimeststoffen.
marktafsluitend effect is het navolgende van belang. K+S is feitelijk de enige leverancier van magnesium in de EU. Alhoewel BASF in de EU de
belangrijkste afnemer van magnesium van K+S is, levert K+S ook aanzienlijke hoeveelheden aan anderen, waaronder een concurrent van BASF op de markt voor stikstofhoudende meststoffen. Hetzelfde geldt voor de levering van kali; ook op dit gebied levert K+S aanzienlijke hoeveelheden aan anderen dan BASF, waaronder concurrenten van BASF. Voor de afzet van kali en
magnesium is K+S derhalve in belangrijke mate aangewezen op anderen dan BASF. Daarenboven zijn er in de EU ook andere leveranciers van kali actief, waaronder met name Cleveland Potash, Dead Sea Works, Iberpotash en SCPA. Ten slotte is BASF op de markt voor stikstofhoudende meststoffen geenszins de grootste speler; haar marktaandeel op die markt bedraagt circa [0-10%][3]. Zij oefent daarom zeker niet de grootste vraag uit op de
inkoopmarkt voor kali en magnesium ten behoeve van de productie van stikstofhoudende meststoffen. Het is derhalve niet aannemelijk dat K+S na de concentratie afnemers van kali of magnesium (waaronder concurrenten op de markt voor stikstofhoudende meststoffen) zou kunnen afsnijden van hun bevoorradingsbronnen. Op grond van het voorgaande is niet aannemelijk dat de integratie door K+S van de over te nemen BASF- meststoffen-activiteiten het ontstaan of een versterking van een machtspositie tot gevolg heeft.
VI. CONCLUSIE
20. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
21. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de
Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.
Datum: 29-12-1999
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze:
w.g. Drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole
betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.
---[1] Zie ook het besluit van de EU-Commissie inzake Kali +Salz/MdK/Treuhand, zaak IV/M.308
[2] Besluit van 29 juli 1996, zaak IV/M.769, Norsk Hydro/Arnyca. [3] Vertrouwelijke bedrijfsinformatie