• No results found

METHODEBESLUIT 1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "METHODEBESLUIT 1"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

METHODEBESLUIT

Nummer: 102135-46

Betreft zaak: Besluit tot vaststelling van de methode van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering en van het rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet ingevolge artikel 41, eerste en tweede lid van de Elektriciteitswet 1998 voor de jaren 2007 tot en met 2010

Nederlandse Mededingingsautoriteit

1

1. De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) stelt de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering (hierna: x-factor) en het rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld (hierna: rekenvolumina) voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT), vast voor een periode van minimaal drie en maximaal vijf jaar (hierna: reguleringsperiode)1.

2. De Raad stelt daartoe, na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt, de methode tot vaststelling van de x-factor en de rekenvolumina voor TenneT vast2. Hierbij neemt de Raad het belang dat

door middel van marktwerking ten behoeve van afnemers de doelmatigheid van de bedrijfsvoering en de meest doelmatige kwaliteit van het transport worden bevorderd in acht. In dit methodebesluit wordt de methode tot vaststelling van de x-factor en de rekenvolumina voor TenneT voor de periode 2007 tot en met 2010 (hierna: derde reguleringsperiode) vastgesteld.

3. In de volgende paragraaf komt de reguleringssystematiek die geldt voor TenneT, inclusief de wijzigingen die zijn aangebracht ten opzichte van de vorige reguleringsperiode, op hoofdlijnen aan de orde. Vervolgens wordt in paragraaf drie het wettelijk kader van dit methodebesluit geschetst. Paragraaf vier bevat een beschrijving van de procedure die de Raad heeft gevolgd bij de vaststelling van dit methodebesluit. Paragraaf vijd betreft de vaststelling van de methode. Ten slotte staat in paragraaf 6 het dictum van de Raad. De methode tot vaststelling van de x-factor en de rekenvolumina voor TenneT is beschreven in Bijlage A. Bijlage B bevat het bijbehorende berekeningsmodel. Bijlage C gaat in op de afleiding van de vermogenskostenvergoeding voor TenneT. Bijlage D bevat de reactie van de Raad bij de zienswijzen van belanghebbenden die zijn ingebracht tijdens de openbare

(2)

voorbereidingsprocedure. Bijlage E bevat de geanonimiseerde versie van het rapport van het onafhankelijk onderzoeksbureau SumicSid AB (hierna: SumicSid) met betrekking tot de door dit bureau uitgevoerde internationale TSO-benchmark. In Bijlage F is een aanvullende studie van SumicSid opgenomen naar de specifieke Nederlandse situatie. Bijlage G betreft het rapport van het onafhankelijk onderzoeksbureau Frontier Economics ter onderbouwing van de vermogenskostenvergoeding voor netbeheerders. Bijlage H bevat een aanvullende studie van Frontier Economics. Bijlage I bevat een “ second opinion” inzake de vermogenskostenvergoeding van de Erasmus Universiteit Rotterdam in samenwerking met Boer & Croon Management & Consulting Group (hierna: Erasmus Universiteit). Tot slot betreft Bijlage J een studie van het onafhankelijk onderzoeksbureau Europe Economics naar de omvang van efficiëntiewinsten bij gereguleerde

netwerkbeheerders.

2

4. De Raad heeft op grond van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) tot taak om toezicht te houden op de energiesector. Het doel is om de energiemarkt zo effectief mogelijk te laten werken. Dat betekent onder meer dat de toegang tot de energienetten moet worden gewaarborgd en dat de consument wordt beschermd tegen mogelijk misbruik van de (inherente) machtspositie van aanbieders.

5. Binnen de energiesector dient onderscheid te worden gemaakt tussen producenten en leveranciers aan de ene kant en netbeheerders3 aan de andere kant. Bij producenten en

leveranciers is sprake van een vrije markt. Afnemers kunnen zelf bepalen met welk bedrijf zij een contract willen afsluiten. Bij netbeheerders ligt dit anders. Er is slechts één landelijke netbeheerder, TenneT, die zorg draagt voor het transport van elektriciteit op landelijk niveau. Het is naar alle waarschijnlijkheid niet doelmatig om meerdere

landelijke transportnetwerken binnen Nederland te hebben. De E-wet sluit dit bovendien uit4.

6. TenneT heeft dus een monopoliepositie. Om te voorkomen dat TenneT, als gevolg van het ontbreken van concurrentieprikkels, onvoldoende doelmatig werkt, te hoge tarieven vaststelt of via tarieven tussen verschillende typen afnemers discrimineert, heeft de Raad de bevoegdheid om jaarlijks de tarieven vast te stellen. De wijze waarop de Raad de

3 Netbeheerders zijn bedrijven die een elektriciteits- en/ of gasnetwerk beheren. Deze bedrijven zorgen er voor dat een

afnemer aangesloten is en regelen het transport van elektriciteit en/ of gas naar de afnemer.

(3)

tarieven vaststelt vloeit voort uit de E-wet en de door de Raad gehanteerde

reguleringssystematiek. De reguleringssystematiek wordt, na consultatie van TenneT en andere (representatieve) organisaties, vastgelegd in een methodebesluit.

7. Het methodebesluit geldt gedurende een periode van minimaal drie en maximaal vijf jaar. Tot op heden heeft de Raad de methode steeds voor een periode van drie jaar vastgesteld. De Raad streeft er echter naar om op de lange termijn de reguleringsperiode te verlengen naar vijf jaar. Dit heeft als voordelen dat het de stabiliteit in de sector vergroot en leidt tot meer transparantie en zekerheid voor zowel TenneT, investeerders als afnemers.

Het reguleringssysteem van TenneT 8. TenneT heeft verschillende taken, te weten:

• Beheerder van het landelijk hoogspanningnet (hierna: netbeheertaken). De taken die hieruit voortvloeien zijn beschreven in artikel 16, eerste lid E-wet;

• System operator voor Nederland op het landelijk hoogspanningnet. De taken die hieruit voortvloeien zijn beschreven in artikel 16, tweede lid E-wet;

• Overige taken, waaronder een aantal marktfaciliterende taken.

Het reguleringssysteem dat in dit methodebesluit wordt beschreven geldt alleen voor de taken uit hoofde van het netbeheer.

9. Het reguleringssysteem van TenneT is gebaseerd op het systeem van omzetregulering6.

Het reguleringssysteem van TenneT wijkt daarmee af van het systeem dat wordt

gehanteerd bij de regulering van de regionale netbeheerders elektriciteit7. TenneT beheert

als netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet alleen netwerken van 220 kV en hoger (hierna: landelijk hoogspanningsnet). Deze netwerken zijn in hoofdzaak bestemd voor het op landelijk niveau transporteren van elektriciteit. Regionale netbeheerders beheren daarentegen netwerken die in hoofdzaak een distributiefunctie hebben. Het feit dat de netwerken verschillende functies hebben is een reden om voor TenneT een ander

6 Omzetregulering houdt in dat de Raad de omzet reguleert, en niet de tarieven. De omzet van TenneT wordt bepaald door

de tarieven van TenneT te vermenigvuldigen met de hoeveelheid in rekening te brengen tariefdragers. De Raad geeft TenneT een prikkel om doelmatig te operen, omdat de tarieven alleen de efficiënte kosten van TenneT dekken.

7 Zie het Besluit tot vaststelling van de methode van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering en van

(4)

reguleringssysteem dan voor de regionale netbeheerders elektriciteit te hanteren. Zo stelt de Raad voor TenneT onder meer geen kwaliteitsterm vast.

10. Er zijn twee componenten van belang bij de omzetregulering van TenneT: (1) een ‘afzetcomponent’, en (2) een ‘kostencomponent’. Deze componenten zijn hieronder nader toegelicht.

11. De eerste component van de regulering is de ‘afzetcomponent’. Deze component houdt in dat in de reguleringsmethode geen direct verband bestaat tussen volume (afzet) en netwerkkosten. TenneT kan fluctuaties in de afzet moeilijk beïnvloeden, terwijl die fluctuaties wel grote veranderingen in de omzet kunnen veroorzaken zonder bijbehorende veranderingen in de kosten8. Door de ‘afzetcomponent’ in de

reguleringsmethode op te nemen, is geen sprake meer van een ‘volumerisico’ voor TenneT. Concreet betekent dit dat de toegestane totale inkomsten van TenneT onafhankelijk zijn van de afzet aan aangeslotenen op het landelijk hoogspanningsnet. Eventuele verschillen tussen toegestane en gerealiseerde totale inkomsten als gevolg van verschillen tussen de verwachte rekenvolumina en de gerealiseerde afzet worden

verwerkt in de tarieven van het daaropvolgende jaar of in de tarieven van meerdere jaren als het verschil te groot is. De ‘afzetcomponent’ is daarmee de component die bepaalt dat TenneT omzetregulering heeft.

12. De tweede component van de regulering is de ‘kostencomponent’. Uitgangspunt hierbij is het principe van outputsturing. De Raad streeft er naar om zo weinig mogelijk in te grijpen in de specifieke beslissingen van het management van TenneT. De

‘kostencomponent’ in de reguleringsmethode houdt in dat de tarieven van TenneT alleen de efficiënte kosten dekken. De Raad stelt het efficiënte kostenniveau vast. TenneT draagt vervolgens zelf de verantwoordelijkheid om haar kosten gedurende de

reguleringsperiode in lijn met dit niveau brengen. Om TenneT te stimuleren het efficiënte kostenniveau te bereiken, wordt aan TenneT een x-factor opgelegd. De x-factor

representeert de doelmatigheidsverandering die TenneT jaarlijks kan behalen gedurende de reguleringsperiode. Als TenneT zijn doelmatigheid sterker dan de x-factor verbetert, leidt dit gedurende de reguleringsperiode tot een hogere winst voor TenneT. Hierdoor wordt TenneT geprikkeld doelmatig te werken. In de hierop volgende reguleringsperiode komt de gestegen doelmatigheid van TenneT tot uitdrukking in lagere tarieven.

13. Om de x-factor te bepalen laat de Raad iedere reguleringsperiode onderzoeken in hoeverre TenneT efficiënt is. De kostenstructuur van TenneT wordt in dit onderzoek

8 Zie onder meer Directie Toezicht Energie, Regulering TenneT. Informatie- en consultatiedocument, Den Haag, februari 2003

(5)

vergeleken met andere landelijke netbeheerders in Europa. De resultaten van het onderzoek zijn verwerkt in dit methodebesluit.

14. Het reguleringssysteem van TenneT wordt door de Raad vastgelegd in een

methodebesluit. Vervolgens worden op basis hiervan de x-factor en de rekenvolumina voor TenneT berekend en vastgelegd in twee separate besluiten. Via deze drie besluiten stimuleert de Raad TenneT om zo doelmatig mogelijk te handelen zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het energienetwerk9. Uiteindelijk leidt het

reguleringssysteem tot tarieven die gebaseerd zijn op efficiënte kosten en tot een optimale kwaliteit van het netwerk. Daarmee simuleert het reguleringssysteem de effecten van marktwerking, ondanks het feit dat er van een daadwerkelijke markt geen sprake is.

Aangebrachte wijzigingen in het reguleringssysteem

15. De wijze van regulering geeft TenneT voldoende prikkels om de doelmatigheid van het netwerk te bevorderen. De Raad heeft het nodig geacht de regulering van TenneT op een aantal punten te wijzigen ten opzichte van de vorige reguleringsperiode. Deze

wijzigingen hebben tot doel de prikkel tot doelmatigheid verder te versterken. Hieronder zijn de wijzigingen kort toegelicht.

16. Ten eerste heeft de Raad in de methode van regulering voor de derde reguleringsperiode een frontier shift opgenomen. Deze parameter geeft de generieke

productiviteitsontwikkeling weer die iedere Transmission System Operator (hierna: TSO) zou moeten kunnen realiseren. De productiviteitsontwikkeling is gebaseerd op de technologische ontwikkeling van de sector. De frontier shift is deze periode alleen van toepassing op de operationele kosten en de kapitaalkosten van investeringen na het jaar 2000 (exclusief aanmerkelijke investeringen).

17. Ten tweede vindt de Raad het gepast om de duur van de derde reguleringsperiode voor TenneT te verlengen tot vier jaar. De duur van de vorige twee reguleringsperioden bedroeg drie jaar. De Raad is van mening dat er inmiddels een zekere mate van stabiliteit in de regulering van TenneT is ontstaan.

18. Ten derde onderzoekt de Raad iedere reguleringsperiode wat een reële vergoeding is voor vermogenskosten bij TenneT. Mede op basis hiervan worden de kosten die TenneT maakt bepaald, die op hun beurt weer van invloed zijn op de x-factor. Uit onderzoek blijkt

(6)

dat de vermogenskostenvergoeding van TenneT in de derde reguleringsperiode 5,4% dient te bedragen. Dit is verwerkt in dit methodebesluit.

19. De vermogenskostenvergoeding en de x-factor zijn mede afhankelijk van twee parameters, te weten de inflatie en het tarief voor de vennootschapsbelasting. In een apart, nog vast te stellen nacalculatiebesluit wordt ingegaan op de eventuele wijze van nacalculeren van deze parameters.

3

20. Ingevolge artikel 41, eerste en tweede lid E-wet stelt de Raad na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en representatieve organisaties van partijen op de

elektriciteitsmarkt de methode tot vaststelling van de x-factor en van de rekenvolumina voor TenneT vast. Hierbij neemt de Raad het belang dat door middel van marktwerking ten behoeve van afnemers de doelmatigheid van de bedrijfsvoering en de meest doelmatige kwaliteit van het transport worden bevorderd in acht. In dit besluit wordt de methode tot vaststelling van de x-factor en de rekenvolumina voor TenneT voor de derde reguleringsperiode vastgesteld.

21. Ingevolge artikel 41b, eerste lid en artikel 41c, eerste lid E-wet stelt de Raad, op voorstel van TenneT, de tarieven jaarlijks vast, met inachtneming van de formule:

1

100

1

+

=

t t

TI

x

cpi

TI

Waarbij

TI = de totale inkomsten uit de tarieven in het jaar t respectievelijk jaar t-1; cpi = de relatieve wijziging in de consumentenprijsindexcijfer;

x = de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering (x-factor).

(7)

23. In het kader van de totstandkoming van de Wet tot wijziging van de Overgangswet Elektriciteitsproductiesector10 heeft de Minister nog eens uitvoerig toegelicht wat de

doelen zijn die door de Raad met toepassing van artikel 41 E-wet dienen te worden verwezenlijkt. Zo overweegt de Minister:

De bedoeling van het reguleringssysteem in de Elektriciteitswet 1998 (…) is om bedrijven die zich in een monopoloïde situatie bevinden een prikkel te geven net zo doelmatig te handelen als bedrijven op een markt met concurrentie. Dat wordt ook tot uitdrukking gebracht door de verwijzing naar het begrip marktwerking in de eerder genoemde artikelen 41, eerste lid, en 80, eerste lid. Dit betekent in de eerste plaats dat eventuele overwinsten die qua omvang uitgaan boven het redelijk rendementsniveau (monopoliewinsten) bij deze bedrijven moeten worden teruggebracht tot een redelijk rendement. In de tweede plaats zullen de bedrijven ernaar moeten streven om net zo efficiënt te werken als het meest efficiënte bedrijf in de sector. In de derde plaats zal de sector sowieso als geheel haar efficiencyniveau dienen te verhogen.’11

24. De Minister vervolgt dan met overwegingen aangaande het bevorderen van de gelijkwaardigheid in de doelmatigheid van de bedrijfsvoering van de netbeheerders. Onderdeel van deze overwegingen is de vergelijkbaarheid van de netbeheerders elektriciteit. TenneT is echter naar haar aard niet vergelijkbaar met de overige

netbeheerders elektriciteit. De bijzondere positie van TenneT blijkt ondubbelzinnig uit de parlementaire geschiedenis. Er is meerdere malen opgemerkt door de Minister dat de doelmatigheidskorting voor de landelijke netbeheerder kan verschillen van de overige netbeheerders12. De Raad sluit hierbij aan door ten behoeve van TenneT een specifiek

methodebesluit vast te stellen.

25. De toegestane totale inkomsten van TenneT worden door de Raad conform artikel 41d, tweede lid E-wet onafhankelijk van de afzet vastgesteld. Mogelijke verschillen tussen de verwachte rekenvolumina en de gerealiseerde afzet worden verwerkt in de tarieven van het daaropvolgende jaar. Dit is een belangrijk verschil in de reguleringsmethode ten opzichte van de regionale netbeheerders elektriciteit. In de Memorie van Toelichting van het wetsvoorstel tot wijziging van de E-wet13 gaat de Minister uitvoerig in op de

achtergrond hiervan. De Minister merkt op:

‘.. de kosten die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet moet maken om zijn hier bedoelde taken goed uit te kunnen uitvoeren, in belangrijke mate onafhankelijk zijn van het

(8)

volume aan tariefdragers dat hij jaarlijks in rekening kan brengen en hij in de praktijk daadwerkelijk te maken heeft met flinke volumeschommelingen zodat zijn inkomsten wél volumeafhankelijk zijn. Daardoor zou hij te maken kunnen krijgen met tekorten of overschotten. Beide zijn ongewenst, respectievelijk met het oog op de kwaliteit van de taakuitvoering en het grote belang daarvan voor de leveringszekerheid in heel Nederland, en met het oog op de efficiency. Daarom worden gerealiseerde tekorten of overschotten verrekend in de tarieven van een volgend jaar. Langs deze weg wil ik bereiken dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet over voldoende middelen beschikt voor een goede uitvoering van de hem opgedragen taken en tegelijkertijd wordt gestimuleerd om deze taken doelmatig uit te voeren.’14

26. De rekenvolumina die TenneT gebruikt bij het voorstel als bedoeld in artikel 41b E-wet, zijn gebaseerd op daadwerkelijk gefactureerde volumina in eerdere jaren of worden door de Raad geschat indien deze betrekking hebben op nieuwe tarieven, ingevolge artikel 41, vijfde lid E-wet.

27. Er wordt in tegenstelling tot bij de regionale netbeheerders elektriciteit voor TenneT geen kwaliteitsterm opgelegd. De kwaliteit van het landelijk hoogspanningsnet wordt

gewaarborgd via de Netcode. De reguleringsmethode van TenneT verschilt op dit punt van de regionale netbeheerders. De Minister overweegt hierover het volgende:

‘[Er] wordt voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet geen kwaliteitsterm vastgesteld. In plaats daarvan geldt voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de eis van de enkelvoudige storingsreserve, die is vastgelegd in de Netcode. Deze eis houdt in dat er bij een storing in een transportlijn of onderdeel altijd, zelfs tijdens

onderhoudswerkzaamheden, direct een herstelmaatregel moet kunnen worden getroffen, zodat storingen niet tot onderbrekingen leiden.’15

28. Ingevolge artikel 41c, tweede lid E-wet heeft de Raad de mogelijkheid om de tarieven die zullen gelden in de periode t te corrigeren, indien de tarieven die golden in de periode of periodes voorafgaand aan periode t zijn vastgesteld met inachtneming van onjuiste of onvolledige gegevens en de Raad, indien hij de beschikking had over juiste of volledige gegevens, tarieven zou hebben vastgesteld die in aanmerkelijke mate zouden afwijken van de vastgestelde tarieven. Op grond van dezelfde bepaling heeft de Raad tevens de mogelijkheid om tarieven te corrigeren indien deze zijn vastgesteld met gebruikmaking van geschatte gegevens en de feitelijke gegevens daarvan afwijken. De Raad stelt derhalve vast dat hij bevoegd is om de tarieven te corrigeren.

(9)

29. Ingevolge artikel 41d, tweede lid E-wet stelt de Raad ieder jaar voor TenneT het verschil vast tussen de verwachte totale inkomsten uit de tarieven en de gerealiseerde totale inkomsten uit de tarieven en verwerkt dit in de eerstvolgende tarieven. De Raad stelt derhalve vast dat hij bevoegd is om te corrigeren voor afzetveranderingen.

30. Op de totstandkoming van dit methodebesluit heeft de Raad de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van toepassing verklaard. Dit betekent dat tegen dit besluit rechtstreeks beroep openstaat bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

4

Proces

31. De Raad heeft sinds november 2005 overlegd met TenneT over de reguleringsmethodiek en de uitgangspunten daarbij. Dit overleg had een informerend en consulterend karakter ten behoeve van dit methodebesluit.

32. De Raad heeft voorts een klantencontactgroep voor de derde reguleringsperiode (hierna: klantencontactgroep) ingesteld. In deze klantencontactgroep zijn enkele representatieve organisaties van afnemers vertegenwoordigd16. Er heeft in januari 2006 overleg met de

klantencontactgroep plaatsgevonden. Dit overleg had een informerend en consulterend karakter ten behoeve van dit methodebesluit.

33. Op 6 april 2006 heeft, als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals bedoeld in afdeling 3.4 van de Awb, een hoorzitting plaatsgevonden ten kantore van de Raad. Hier hebben TenneT en de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW) het woord gevoerd. Het verslag van de hoorzitting is gepubliceerd op de Internetpagina van Directie Toezicht Energie (hierna: DTe). Deze zienswijzen zijn behandeld in Bijlage D en van een reactie van de Raad voorzien. In deze bijlage is tevens aangegeven op welke punten de zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het methodebesluit.

16 De klantencontactgroep bestaat uit Vereniging Particuliere Windturbine Exploitanten (PAWEX), Vereniging voor Energie,

(10)

34. De Raad heeft schriftelijke zienswijzen ontvangen van TenneT en VEMW. De ingebrachte zienswijzen zijn in te zien op de Internetpagina van DTe. Deze zienswijzen zijn eveneens behandeld in Bijlage D en van een reactie van de Raad voorzien. In deze bijlage is tevens aangegeven op welke punten de zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het methodebesluit.

Onderzoeken ten behoeve van het methodebesluit

35. Voor een gedegen motivering in en ter onderbouwing van de gehanteerde parameters van het methodebesluit heeft de Raad gebruik gemaakt van de expertise van een aantal onafhankelijke onderzoeksbureaus. Deze bureaus hebben onderzoek gedaan naar de mate van efficiëntie van TenneT, naar de vermogenskostenvergoeding van TenneT, naar de methode van berekening van de vermogenskostenvergoeding van TenneT en naar de productiviteitsontwikkeling van gereguleerde netbedrijven. Alle onderzoeksrapporten zijn gepubliceerd op de Internetpagina van DTe (www.dte.nl).

36. In de periode 2004–2006 heeft een internationaal benchmarkonderzoek van landelijke netwerkbeheerders door het onafhankelijk onderzoeksbureau SumicSid

plaatsgevonden17. Bij dit onderzoek waren zowel de Raad als TenneT betrokken. Doel van

dit onderzoek was om inzicht te krijgen in de mate van efficiëntie van de deelnemende landelijke netbeheerders, en meer specifiek van TenneT. In het onderzoek zijn zes netbeheerders in vijf Europese landen door SumicSid onderzocht. Zowel de

toezichthouders in deze landen als de desbetreffende netbeheerders hebben aan het onderzoek meegewerkt en hebben input kunnen leveren. De analyse is gebaseerd op data die door de netbeheerders zijn aangeleverd over de periode 2000–2003. Op verzoek van de Raad is door SumicSid tevens een aanvullende analyse uitgevoerd specifiek gericht op de Nederlandse situatie. Het rapport en de aanvullende analyse van SumicSid18 zijn als bijlagen E en F bij dit methodebesluit gevoegd. De resultaten van

beide onderzoeken zijn verwerkt in Bijlagen A en B van dit methodebesluit.

37. De Raad heeft voorts het onafhankelijk onderzoeksbureau Frontier Economics een onderzoek laten uitvoeren naar de vermogenskostenvergoeding voor TenneT. Dit onderzoek gaat in op de methoden die DTe gebruikt om de vermogenskostenvergoeding

17 Het onderzoek was een vervolg op het benchmarkonderzoek dat als bouwsteen is gebruikt in de besluitvorming voor de

tweede reguleringsperiode.

18 SumicSid, ECOM+ Results 2005: final report, 2006, www.dte.nl en SumicSid, ECOM+ Results 2005: TSO A sensitivity report¸ 2006, www.dte.nl.

(11)

te bepalen en de hoogte van deze vergoeding. Het rapport en een aanvullend memorandum hierbij van Frontier Economics21 zijn als Bijlagen G en H bij dit

methodebesluit gevoegd. De resultaten zijn verwerkt in Bijlagen A, B en C van dit methodebesluit.

38. Verder heeft de Raad de Erasmus Universiteit opdracht gegeven een “ second opinion” uit te voeren naar de wijze van bepaling en de hoogte van de

vermogenskostenvergoeding. Het rapport van de Erasmus Universiteit 22 is als Bijlage I

bij dit methodebesluit gevoegd. De resultaten zijn verwerkt in Bijlagen A, B en C.

39. De Raad heeft tot slot een onafhankelijk onderzoeksbureau Europe Economics opdracht gegeven onderzoek te doen naar de productiviteitsontwikkeling van gereguleerde bedrijven in Nederland en enkele andere landen. Europe Economics heeft daarbij niet alleen gekeken naar beheerders van elektriciteitsnetwerken in binnen- en buitenland, maar ook naar beheerders van gas- en waternetwerken. Het onderzoek is gebaseerd op een aanzienlijk aantal onderzoeken naar de productiviteitsontwikkeling bij

netwerkbeheerders in Australië, Italië, Nederland, Nieuw-Zeeland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Het onderzoeksrapport23 is als Bijlage J bij dit

methodebesluit gevoegd. De resultaten zijn verwerkt in Bijlagen A en B van dit methodebesluit.

5

40. Met inachtneming van de uitkomsten van het overleg heeft de Raad de methode tot vaststelling van de x-factor en de rekenvolumina voor de landelijke netbeheerder voor de periode 2007 tot en met 2010 vastgesteld. Deze methode is uitgewerkt in Bijlage A. Het bijbehorende berekeningsmodel is neergelegd in Bijlage B. Bijlage C bevat de afleiding van de vermogenskostenvergoeding. In Bijlage D zijn de zienswijzen van

belanghebbenden, die zijn ingebracht tijdens de uniforme openbare

voorbereidingsprocedure, behandeld. Bijlagen E en F bevatten het rapport en de aanvullende analyse van SumicSid naar de mate van efficiëntie van TenneT. Bijlagen G tot en met I bevatten de ondersteunende rapportages van respectievelijk Frontier Economics en de Erasmus Universiteit ten behoeve van de afleiding van de

vermogenskostenvergoeding. Bijlage J bevat tot slot het rapport van Europe Economics naar de productiviteitsontwikkeling van gereguleerde netbeheerders.

22 Erasmus Universiteit en Boer & Croon, Syntheserapport validatie vermogenskostenvergoeding TenneT, 2006,

www.dte.nl.

(12)

6

41. Met inachtneming van het bovenstaande stelt de Raad de methode tot vaststelling van de x-factor en de rekenvolumina voor de landelijke netbeheerder als bedoeld in artikel 41, eerste en tweede lid E-wet voor de periode 2007 tot en met 2010 vast overeenkomstig de beschrijving in Bijlagen A tot en met C bij dit besluit.

42. Van dit besluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Voorts zal dit besluit worden gepubliceerd op de Internetpagina van DTe.

Den Haag,

Datum: 5 september 2006

Overeenkomstig het door de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingautoriteit genomen besluit.

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze,

Ir. G.J.L. Zijl

Lid Raad van Bestuur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij brief van 20 oktober 2015 11 heeft ACM Cogas en de andere regionale netbeheerders elektriciteit geïnformeerd over het voornemen om de x-factorbesluiten voor de vijfde

Bij brief van 20 oktober 2015 11 heeft ACM Westland en de andere regionale netbeheerders elektriciteit geïnformeerd over het voornemen om de x-factorbesluiten voor de vijfde

woonvormen, en TML slechts buiten geclusterde woonvormen, en het beleid van LvGG in de afgelopen jaren consistent gericht is geweest op zorg binnen intramurale voorzieningen en

Nordic Capital is van mening dat, voor zover de voorgenomen concentratie tot een significante belemmering van de mededinging zou leiden, met de afstoting van de productie en

Partijen kunnen tot op zekere hoogte adverteerders discrimineren op basis van prijs en doen dit in de praktijk ook (zie punt 116). Gelet op kosteninefficiënties is het echter niet

Met dit besluit stelt de Raad, zoals ook in randnummer 3 is aangegeven, voor de tweede keer een methode tot vaststelling van de x -factor en van de rekenvolumina voor regionale

Op basis van bovenstaand onderzoek concludeert de NMa dat als gevolg van de voorgenomen concentratie tussen Het Baken en Zorggroep Noordwest-Veluwe sprake zal zijn van

De Raad stelt de methode tot vaststelling van de x -factor en van de rekenvolumina als bedoeld in artikel 41, eerste en tweede lid, van de E-wet vast voor het jaar 2008 tot en met