Marathonloper
arbeid 0,30 kJ
1. Rendement =
)))))))))))))=
)))))= 0,2 = 20%
energie uit voedsel 1,50 kJ
2. Per sec komt 1,50 @ 10
3J energie vrij.
Per sec neemt het lichaam 4,36 / 60 = 7,27 @ 10
– 2L zuurstof op hetgeen door verbranding 1,50 kJ energie levert.
1
! 1 L levert
))))))))@ 1,5 @ 10
3= 2,06 @ 10
4J 7,27 @ 10
– 23. Om het lichaam op 39,5
oC te brengen, dus 2,6
oin temperatuur te verhogen is Q = m . c . )T = 74,8 @ 3,47 @ 10
3@ 2,6 = 6,75 @ 10
5J nodig.
80% van de opgenomen energie wordt omgezet in warmte.
De marathonloper moet dus 100
)))@ 6,75 @ 10
5= 8,44 @ 10
5J energie omzetten.
80
8,44 @ 10
541,0
Hij moet daarvoor
)))))))= 41,0 L zuurstof opnemen waarvoor hij
)))= 9,4 min
2,06 @ 10
44,36
nodig heeft.
4. Per sec wordt 1,2 kJ warmte geproduceerd.
Dat is in 2 uur en 10 min = 7200 + 600 = 7800 sec: 7800 @ 1,2 @ 10
3= 9,36 @ 10
6J Deze warmte moet worden afgevoerd door zweet:
m
zweet@ 2,3 @ 10
6= 9.36 @ 10
6! m
zweet= 4,1 kg.
De marathonloper moet 4,1 kg water drinken ter compensatie van het vochtverlies.
Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-II
© havovwo.nl
, www.havovwo.nl