• No results found

Weg ermee?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weg ermee? "

Copied!
83
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

(Op de)

Weg ermee?

Auteur: Maarten Tigchelaar

(2)

(Op de)

Weg ermee?

Een economisch

haalbaarheidsonderzoek naar de

toepassingen van het asfaltmeetsysteem in opdracht van Heijmans.

Auteur: G.H.M. Tigchelaar Studentnummer: 1153919

Afstudeerverslag ter afsluiting van de studie

Bedrijfskunde

Afstudeerrichting Small Business & Entrepreneurship Rijksuniversiteit Groningen

Groningen, 19 mei 2004

De auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van het afstudeerverslag; het auteursrecht van het afstudeerverslag berust bij de auteur.

Eerste begeleider RUG: prof. dr. P.S. Zwart Tweede begeleider RUG: drs. G.J.N. Nooij

Begeleiders Heijmans: ir. H.J.N.A. Bolk, dhr. P.E. van Hinthem en ir. J.C.P. Heerkens

Begeleiders NGD-KVI: prof. Dr. R.J. de Meijer en dr. E.R. van der Graaf

(3)

Voorwoord

Zeer veel mensen hebben direct of indirect meegeholpen aan mijn afstudeerverslag. Hiervoor wil ik hen bedanken. Ik noem mijn directe begeleiders en criticasters van Heijmans: Hans Bolk, Peter van Hinthem, Jos Heerkens en van NGD-KVI: Rob de Meijer en Emiel van der Graaf. Daarnaast wil ik ook Peter Zwart en Gertjan Nooij bedanken voor hun begeleiding namens de Rijksuniversiteit Groningen.

Marnix Pool van de RUG Houdstermaatschappij wil ik bedanken voor het geven van de kans om met deze afstudeeropdracht aan de slag te gaan. Gert Brunink van Heijmans wil ik bedanken voor de sturing in de beginperiode. Han Limburg van Medusa Explorations BV wil ik bedanken voor zijn interesse in het verloop van de afstudeeropdracht en het geven van de tip om met de New Venture wedstrijd mee te doen. Ook wil ik zijn feedback op de

inzendingen voor New Venture niet ongenoemd laten. Daarnaast wil ik mijn “collega’s” op het kantoor van Heijmans in Groningen en later in Assen bedanken voor hun support.

In dit dankwoord wil ik ook diegenen bedanken die ervoor gezorgd hebben dat ik een

fantastische studententijd heb gehad. Dit zijn Riepko Buikema, Arjen Hoekman, enkele (oud-) huisgenoten: Mark Rouw, Erik Werkman, Kai Essenburg, Martijn Lowies en Mathijs van Breukelen en mijn teamgenoten van G.S.V.V. The Knickerbockers.

Ook mijn ouders wil ik bedanken voor hun mentale steun en daarnaast natuurlijk mijn broers en zus. René Tigchelaar wil ik nog speciaal bedanken voor zijn tips en hulp bij enkele onderdelen van mijn verslag.

Natuurlijk wil ik ook de mensen bedanken die een bijdrage hebben geleverd, maar die ik hierboven vergeten ben te noemen.

Groningen, april 2004

(4)

Management summary

Dit verslag is het resultaat van een afstudeeronderzoek dat is uitgevoerd ter afsluiting van afstudeerrichting Small Business & Entrepreneurship binnen de Faculteit Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. In dit verslag is voor Heijmans Infrastructuur onderzocht of het economisch haalbaar is om de toepassingen van het meetsysteem op de markt te brengen.

De doelstelling die is gehanteerd, luidt:

Komen tot conclusies en aanbevelingen ten aanzien van de economische haalbaarheid van het op de markt brengen van de toepassingen van het meetsysteem in opdracht van Heijmans Infrastructuur.

De vraagstelling waarop antwoord is gegeven, luidt;

Is het economisch haalbaar om een onderneming op te richten die de toepassingen van het meetsysteem op de markt gaat brengen?

De toepassingen van het meetsysteem bestaan uit het aansturingsinstrument en het

onderzoeksinstrument. Met het aansturingsinstrument op de asfaltspreidmachine kan direct de goede dikte van een asfaltlaag worden aangebracht. Het onderzoeksinstrument is in staat om de gesteldheid van een asfaltverharding in kaart te brengen.

Als er een onderneming wordt opgericht, dan zal deze onderneming het aansturingsinstrument gaan verkopen en het onderzoeksinstrument gebruiken om onderzoek mee te verrichten en advies uit te brengen.

De potentiële afnemers van het aansturingsinstrument zijn fabrikanten van

asfaltspreidmachines en wegenbouwbedrijven. Het aansturingsinstrument is in staat om aan de behoeften van deze afnemers te voldoen. Wegenbouwbedrijven, advies- en

ingenieursbureaus en opdrachtgevers zijn potentiële afnemers van het onderzoek en advies op basis van het onderzoeksinstrument. Het onderzoek en advies op basis van het

onderzoeksinstrument voldoet gedeeltelijk aan de behoeften van de potentiële afnemers.

Momenteel zijn er geen substituten voor het aansturingsinstrument op de markt, concurrentie op deze markt ontbreekt vooralsnog. Het onderzoeksinstrument kent wel een aantal

alternatieve onderzoeksmethoden. Een viertal spelers is op de onderzoek- en adviesmarkt actief, maar de concurrentie is niet groot. Hiermee is de aansturingsinstrumentenmarkt een aantrekkelijke markt en de onderzoek- en adviesmarkt een neutrale markt.

De verkoopprognose voor zowel het aansturingsinstrument als het onderzoek en advies op basis van het onderzoeksinstrument is positief.

Als er een onderneming wordt opgericht, dan zal er in het eerste jaar een negatief resultaat worden behaald. In het tweede en derde jaar zal er een positief resultaat worden behaald van ongeveer 18 %.

De evaluatie op basis van beslissingscriteria die door venture capitalists worden gehanteerd,

laat een positieve score zien op de financiële en strategie-concurrentie criteria en een

gemiddelde tot positieve score op de product-markt criteria.

(5)

Conclusie:

De conclusie ten aanzien van de economische haalbaarheid is positief. Het is economisch haalbaar om een onderneming op te richten die de toepassingen van het meetsysteem op de markt gaat brengen.

Aanbevelingen:

Heijmans als potentiële afnemer kan de onderneming ondersteunen bij de verdere

ontwikkeling van de toepassingen van het meetsysteem. Daarnaast is het belangrijk om een goed managementteam voor de onderneming samen te stellen. Zonder een goed

managementteam zullen mede-investeerders niet geneigd zijn tot investeren in de

onderneming. Goede afspraken over de licentievergoeding zijn ook van belang. Vergelijking van het onderzoeksinstrument met alternatieve onderzoeksmethodes kan voor opname in de besteksvoorschriften zorgen. Naast het onderzoek en advies op basis van het

onderzoeksinstrument kan de nieuwe onderneming het onderzoeksinstrument ook als product

op de markt brengen.

(6)

Inhoudsopgave

Inleiding... 8

Algemeen ... 8

Beschrijving Heijmans Infrastructuur... 8

Inleiding tot het probleem... 9

Hoofdstuk 1 Aanpak van onderzoek ... 10

Inleiding ... 10

Stap 1: Probleemstelling ... 10

Stap 2: De opzet van het onderzoek in engere zin... 11

Stap 3: Verzamelen van gegevens... 16

Stap 4 & 5: Analyse, rapportage, conclusie en aanbevelingen... 17

Opbouw van het onderzoek ... 17

Hoofdstuk 2 Uitgangspositie... 18

Inleiding ... 18

2.1 Toepassingen van het meetsysteem ... 19

2.2 Fase(s) productontwikkelingsproces ... 23

2.3 Marktdefinitie(s)... 25

Hoofdstuk 3 Externe analyse... 27

Inleiding ... 27

3.1 Afnemersanalyse... 28

3.2 Bedrijfstakanalyse ... 35

3.3 Concurrentieanalyse... 49

3.4 Distributie- en leveranciersanalyse ... 52

Conclusie Externe analyse ... 54

Hoofdstuk 4 Verkoopprognose ... 55

Inleiding ... 55

4.1 Aansturingsinstrument... 56

4.2 Onderzoek en advies op basis van het onderzoeksinstrument ... 59

Hoofdstuk 5 Opbrengsten en kosten ... 61

Inleiding ... 61

5.1 Indicatie van de verkoopprijs ... 62

5.2 Kosten exploitatie ... 69

5.3 Exploitatiebegroting ... 71

5.4 Relaties en samenwerkingsmogelijkheden... 73

(7)

Inleiding ... 77

6.1 Vragen evaluatiecriteria... 77

6.2 Evaluatie... 78

Hoofdstuk 7 Eindconclusie & aanbevelingen... 80

Inleiding ... 80

7.1 Eindconclusie... 80

7.2 Aanbevelingen ... 81

Literatuurlijst ... 82

Geraadpleegde bronnen ... 83 Bijlage I Investment Decision Criteria ... Error! Bookmark not defined.

Bijlage II Nederlandse wegenbouwbedrijven... Error! Bookmark not defined.

Bijlage III Dataset boorkernmetingen... Error! Bookmark not defined.

Bijlage IV Gedetailleerde exploitatiebegrotingen... Error! Bookmark not defined.

Bijlage V Exploitatiebegroting op basis van de optimistische verkoopprognose... Error!

Bookmark not defined.

Bijlage VI Exploitatiebegroting op basis van de pessimistische verkoopprognoseError!

Bookmark not defined.

(8)

Inleiding

Algemeen

In april 2002 kwam Heijmans Infrastructuur in contact met de Nuclear Geophysics Division (NGD-KVI), een onderdeel van het Kernfysisch Versneller Instituut (KVI) te Groningen.

Het KVI houdt zich bezig met fundamenteel en toegepast onderzoek. Het fundamentele onderzoek vindt plaats op het gebied van de kernfysica (experimenteel en theoretisch) en de atoomfysica, maar ook in het samenspel van kern- en atoomfysica op het gebied van

fundamentele interacties en symmetrieën. Door NGD-KVI wordt onderzoek in de toegepaste sfeer gedaan naar radioactiviteit in het woon- en leefmilieu . Verder wordt er technisch wetenschappelijk onderzoek gedaan ter verbetering en uitbreiding van het supergeleidend AGOR cyclotron.

Het KVI is een onderdeel van de Rijksuniversiteit Groningen, maar NGD-KVI wordt niet door de universiteit gefinancierd. NGD-KVI is hierdoor afhankelijk van projecten uit de markt. NGD-KVI zoekt naar marktpartijen die geïnteresseerd zijn naar toepassingen van technieken die binnen NGD-KVI worden ontwikkeld. Heijmans Infrastructuur is

geïnteresseerd in de mogelijkheid om de asfaltlaagdikte te kunnen meten met behulp van de natuurlijke gammastraling. Dit bracht beide partijen bijeen. NGD-KVI heeft in samenwerking met Heijmans Infrastructuur een onderzoeksprogramma opgesteld. Hierbij is het door NGD- KVI ontwikkelde meetsysteem ingezet om metingen te verrichten op een proefvak van de A50 (bij Veghel).

Beschrijving Heijmans Infrastructuur

Heijmans Infrastructuur is een onderdeel van Heijmans N.V. (zie figuur 0.1). De kerntaken van Heijmans Infrastructuur zijn het instandhouden en uitbreiden van de boven- en

ondergrondse infrastructuur en het verbeteren van de leefomgeving. Innovatie is een

belangrijk instrument binnen Heijmans Infrastructuur (hierna te noemen Heijmans).

(9)

Figuur 0.1 Organisatiestructuur Heijmans N.V.

Inleiding tot het probleem

Het PANDORA systeem (hierna te noemen het meetsysteem) werd oorspronkelijk gebruikt voor landbouwtoepassingen. NGD-KVI zag echter ook mogelijkheden voor toepassing van het meetsysteem in de grond-, weg- en waterbouwsector. Hiervoor heeft NGD-KVI contact gezocht met Heijmans. In samenwerking met Heijmans heeft NGD-KVI een

onderzoeksprogramma opgesteld. Er zijn onder andere op een proefvak op de A50 bij Veghel metingen verricht met het door het NGD-KVI ontwikkelde meetsysteem. Het meetsysteem is in staat om de gammastraling van elk natuurlijk materiaal op te vangen. Het opgevangen stralingsspectrum is voor ieder asfaltmengsel anders. Uit de intensiteit van de straling kan onder andere de dikte van de asfaltlaag worden afgeleid.

Asfalt is een mengsel van grind of steenslag, zand en vulstof, dat bij elkaar wordt gehouden met bitumen. Een asfaltverharding is opgebouwd uit diverse lagen. Elke laag heeft een andere samenstelling of mengsel. Elke laag asfalt die de asfaltspreidmachine aanbrengt, moet

voldoen aan de voorschriften van de opdrachtgever. Een opdrachtgever geeft onder andere aan wat de dikte van de diverse lagen moet zijn. De dikte kan met het meetsysteem, die op de asfaltspreidmachine kan worden aangebracht, exact worden gemeten zodat de

asfaltspreidmachine direct de goede dikte kan aanbrengen. Hierdoor wordt er efficiënt gewerkt en wordt de kwaliteit beter gewaarborgd.

Heijmans is zeer geïnteresseerd in de toepassingen van het meetsysteem. De traditionele meetmethodes voor het meten van de laagdiktes zijn namelijk onnauwkeurig, beperkt en kunnen minder snel de gewenste informatie leveren. Aangezien de resultaten van de metingen met het meetsysteem op de proefstrook van de A50 zeer positief zijn, wil Heijmans

onderzoeken of het economisch haalbaar is om de toepassingen van het meetsysteem te exploiteren.

Heijmans N.V.

Heijmans Nederland Heijmans International

Wonen en Werken Verkeer en

Vervoer Industrie en

Industriële Activiteiten

Heijmans IBC Vastgoedontwikkeling

Heijmans IBC Bouw Heijmans

Infrastruc- tuur Heijmans

Industrie en productie

Heijmans België

Heijmans Duitsland

Heijmans

UK

(10)

Hoofdstuk 1 Aanpak van onderzoek

Inleiding

Voor de aanpak van het onderzoek wordt gebruik gemaakt van de theorie van De Leeuw. De Leeuw (1996: 85) beschrijft een basisstramien voor de aanpak van onderzoek. Onder dit basisstramien vallen de activiteiten waaruit het onderzoeksproces bestaat en de wijze waarop de activiteiten worden ingericht en geordend om effectiviteit, doelmatigheid en

deugdelijkheid te waarborgen. Om tot een bruikbaar onderzoek te komen moet zo goed mogelijk worden gespecificeerd waaruit de behoefte bestaat. Deze specificatie volgt in de probleemstelling.

Aanpak: De stappen in de klassieke variant Stap 1: De probleemstelling

Stap 2: De opzet van het onderzoek in engere zin Stap 3: Verzamelen van gegevens

Stap 4: Analyse

Stap 5: Rapportage, conclusie en aanbevelingen

Stap 1: Probleemstelling

De probleemstelling bestaat uit drie onderdelen:

• Doelstelling

• Vraagstelling

• Randvoorwaarden

Doelstelling

In de doelstelling staat voor wie het onderzoek wordt gedaan, wat er voor hen uitkomt en waarom dat voor hen van belang is.

De doelstelling van het onderzoek luidt:

Komen tot conclusies en aanbevelingen ten aanzien van de economische haalbaarheid van het op de markt brengen van de toepassingen van het meetsysteem in opdracht van Heijmans Infrastructuur.

Vraagstelling

De vraagstelling formuleert de hoofdvraag die bij de doelstelling aansluit. De vraagstelling is in voor onderzoek toegankelijke termen geformuleerd. De vraagstelling moet aansluiten bij het conceptueel model.

De doelstelling zal eerst worden toegelicht.

Heijmans Infrastructuur (hierna Heijmans) is van plan om een onderneming op te richten die

de toepassingen van het meetsysteem op de markt zal brengen. Dit onderzoek moet voor

(11)

Heijmans antwoord geven op de vraag of het oprichten van een nieuwe onderneming

economisch haalbaar is. Heijmans kan de nieuwe onderneming steunen op financieel gebied, maar ook in de verdere ontwikkeling van de toepassingen.

Als uit dit onderzoek blijkt dat het plan economisch haalbaar is, dan wordt er een

onderneming opgericht die door Heijmans zal worden ondersteund (go). Is het oordeel over de economische haalbaarheid negatief, dan trekt Heijmans zich uit het project terug (no go).

De vraagstelling luidt dan:

Is het economisch haalbaar om een onderneming op te richten die de toepassingen van het meetsysteem op de markt gaat brengen?

Randvoorwaarden

De randvoorwaarden geven de beperkingen waaraan het onderzoeksresultaat en methoden onderhevig zijn (De Leeuw, 1996: 85). Hieronder vallen de eisen en voorwaarden die Heijmans ten aanzien van het onderzoek en de resultaten stelt.

De resultaten van de studie moeten in april 2004 klaar zijn in verband met de presentatie van de resultaten van het onderzoeksprogramma op het Eurasphalt &

Eurobitume congress, dat gehouden wordt in Wenen op 12, 13 en 14 mei 2004.

Met de informatie over de ontwikkeling van de toepassingen van het meetsysteem moet vertrouwelijk worden omgegaan.

Potentiële afnemers mogen niet worden benaderd.

De resultaten van de studie zijn vertrouwelijk.

Stap 2: De opzet van het onderzoek in engere zin

De opzet van het onderzoek in engere zin geeft de opstelling van het theoretische kader en de opsplitsing van de vraagstelling in deelvragen.

Het theoretische kader

Het theoretische kader geeft een inhoudelijke uitwerking van de vraagstelling.

Een subvraag die direct uit de vraagstelling vloeit is:

Wat zijn de toepassingen van het meetsysteem?

Hiervoor zal moeten worden omschreven wat de toepassingen van het meetsysteem zijn.

Een tweede subvraag die uit de vraagstelling vloeit is:

Wat zijn de markten voor de toepassingen van het meetsysteem?

Uit de beantwoording van deze vraag volgt een marktdefinitie.

(12)

Een derde subvraag die uit de vraagstelling vloeit, luidt:

Wanneer is het economisch haalbaar om een onderneming op te richten?

De externe analyse van het strategische marketingplanningsproces van Alsem (2001: 46) is een hulpmiddel om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te analyseren en te voorspellen. Zonder marktafbakening kunnen er geen analyses worden uitgevoerd (Alsem, 2001: 65). Daarom zal voordat de externe analyse wordt uitgevoerd, eerst de markt worden afgebakend. De externe analyse bestaat uit de afnemersanalyse, de bedrijfstakanalyse, de concurrentieanalyse en de distributie- en leveranciersanalyse.

Nadat de externe analyse is verricht, kan de verkoopprognose worden opgesteld. De kosten en opbrengsten kunnen hierna in kaart worden gebracht. Hiervoor worden kostprijsberekeningen voor de toepassingen van het meetsysteem gemaakt en een exploitatiebegroting opgesteld.

Het antwoord op de vraag of het oprichten van een onderneming economisch haalbaar is, is altijd relatief. Het hangt van de eisen af die de beoordelaar stelt. Voldoet iets aan de eisen, dan volgt er een positief antwoord. Voldoet iets niet aan de eisen, dan volgt er een negatief

antwoord. In dit geval is de beoordelaar Heijmans.

Heijmans beoordeelt het plan als een investeringsproject, hiervoor eist Heijmans een

rendement van 15 %. (Hiervan komt 8 % voor rekening van de algemene ondernemingskosten en bestaat de overige 7 % uit winst.) Aan de rendementseis moet na drie jaar worden voldaan.

Er wordt vanuit gegaan dat er meerdere partijen investeren in de nieuwe onderneming. Bij een gelijke verdeling van het rendement over de investeringspartijen zal de rendementseis van Heijmans ook gelden voor het totale rendement van de nieuwe onderneming. Het

investeringsbedrag voor Heijmans staat nog niet vast.

De eisen van andere investeringspartijen zijn niet bekend. Andere mogelijke

investeringspartijen zouden venture capitalists kunnen zijn. Het is interessant om naar de evaluatiecriteria te kijken die venture capitalists hanteren omdat zij zich voornamelijk bezig houden met de vraag of zij nieuwe ondernemingen gaan financieren.

Er zijn verschillende studies uitgevoerd die de evaluatiemethoden van venture capitalists hebben onderzocht. De studies vallen in drie categorieën uiteen: descriptieve methoden, lineair statische methoden en multi-criteria methoden. Zopounidis (Muzyka e.a., 1996: 274) concludeert dat er grote diversiteit bestaat tussen verschillende studies met betrekking tot de evaluatie criteria en hun relatieve importantie. Dit betekent dat er geen algemeen aanvaard evaluatiemodel bestaat.

Muzyka e.a. (1996) hebben in de door hun uitgevoerde studie 35 beoordelingscriteria (zie bijlage I) gebruikt. Tot deze criteria zijn zij gekomen door gebruik te maken van conjoint analyse. Deze methode zet de criteria in volgorde van importantie. De criteria hebben zij via cluster analyse ingedeeld in zeven groepen:

1. Financiële criteria 2. Product-markt criteria

3. Strategie-concurrentie criteria 4. Fonds criteria

5. Managementteam criteria

(13)

6. Management competentie criteria 7. Deal criteria

De financiële criteria hebben betrekking op de financiën, de product-markt criteria op het product en de markt, de strategie-concurrentie criteria op de strategie en de concurrentie, de fonds criteria op de criteria die betrekking hebben op ondernemingsdoelstellingen van de venture capitalist, de managementteam en de management competentie criteria op het management en tot slot de deal criteria op de financiering.

De conclusie uit de studie luidt dat venture capitalists nieuwe ondernemingen prefereren met een goed management team en redelijke financiële en product-markt karakteristieken, zelfs als de nieuwe onderneming niet aan de financierings- en dealvereisten voldoet (Muzyka e.a., 1996: 282).

Omdat het plan om een onderneming op te richten die de toepassingen van het meetsysteem op de markt gaat brengen nog niet volledig is uitgewerkt (er is nog geen ondernemingsplan en geen managementteam), kunnen niet alle criteria die door Myzyka e.a. worden gebruikt worden toegepast op het plan. De criteria voor het management team en de management competenties vallen al af. Hierdoor valt een belangrijk onderdeel van de conclusie van Muzyka e.a. weg. De criteria voor het fonds kunnen ook niet worden gehanteerd omdat deze specifiek zijn voor de venture capitalists. De criteria voor de deal kunnen ook niet gebruikt worden omdat de financieringsbehoefte van de nieuwe onderneming nog niet vast staat. De groepscriteria die overblijven zijn:

1. Financiële criteria 2. Product-markt criteria

3. Strategie-concurrentie criteria

De beoordelingscriteria die binnen deze groepscriteria vallen staan in figuur 0.2.

Opties

Financiële criteria

Break even-punt < 1,5 jaar 1,5 tot 3 jaar > 3 jaar Terugverdienperiode < 3 jaar 3 tot 5 jaar > 5 jaar Netto winstmarge < 16 % 16% tot 25 % > 25 % Verzilveringsmogelijkheden Groot Gemiddeld Klein Product-markt criteria

Marktaandeel dat al gerealiseerd is Aanwezig Marginaal Nieuw

Marktgrootte Groot Gemiddeld Klein

Seizoensgevoeligheid Gevoelig Gemiddeld Ongevoelig Conjunctuurgevoeligheid Gevoelig Gemiddeld Ongevoelig

Marktgroei en aantrekkelijkheid < 15 % 16% tot 25 % > 25 % Uniekheid van product/technologie Hoog Gemiddeld Laag Afstand locatie onderneming t.o.v. de markt Klein Gemiddeld Groot Mate van product-markt begrip Hoog Gemiddeld Laag Strategie-concurrentie criteria

Toetreding tot de markt Gemakkelijk Gemiddeld Moeilijk Mogelijkheden om toetredingsbarrières op te werpen Groot Gemiddeld Klein

Duurzaam marktaandeel Groot Gemiddeld Klein

Concurrentie-intensiteit en aantal concurrenten Hoog Gemiddeld Laag

Macht van distributeurs en leveranciers Groot Gemiddeld Klein

Figuur 0.2 Beoordelingscriteria

(14)

Deze beoordelingscriteria zullen worden gehanteerd om het plan te evalueren. Om een conclusie te kunnen trekken, wordt er vanuit gegaan dat de scores op de criteria die (nog) niet gehanteerd (kunnen) worden neutraal zijn.

Het conceptuele model dat voor het economische haalbaarheidsonderzoek gehanteerd wordt, is weergegeven in figuur 0.3.

Figuur 0.3 Conceptueel model

Opsplitsing vraagstelling in deelvragen

De vraagstelling wordt opgesplitst in deelvragen op basis van het theoretische kader en het conceptueel model. Deze inhoudelijke deelvragen moeten worden vertaald in methodische deelvragen. Hierop moet in het onderzoek antwoord worden gegeven.

Als eerste wordt de uitgangspositie bepaald. Hiervoor worden de toepassingen van het meetsysteem beschreven. Er wordt antwoord gegeven op de deelvraag:

1. Wat zijn de toepassingen van het meetsysteem?

De productontwikkelingsfase geeft helderheid over de plaats van het economische haalbaarheidsonderzoek binnen de productontwikkeling van de toepassingen van het meetsysteem. Er wordt antwoord gegeven op de deelvraag:

Economische haalbaarheidsonderzoek

Externe analyse

Afnemersanalyse

Bedrijfstakanalyse

Concurrentieanalyse

Distributie- en leveranciersanalyse

Toepassingen meetsysteem, marktafbakening

Verkoopprognose

Evaluatie

Kosten en opbrengsten

(15)

2. In welke fase(s) van het productontwikkelingsproces bevinden de toepassingen van het meetsysteem zich?

De marktafbakening wordt gemaakt door een marktdefinitie op te stellen. Dit geeft de deelvraag:

3. Wat is/zijn de definitie(s) van de markt(en) voor de toepassingen van het meetsysteem?

De externe analyse bestaat uit de afnemersanalyse, de bedrijfstakanalyse, de concurrentieanalyse en de distributie- en leveranciersanalyse.

De afnemersanalyse heeft als doel potentiële afnemers te ontdekken. De afnemersanalyse moet antwoord geven op de deelvragen:

4. Welke potentiële afnemers voor de toepassingen van het meetsysteem zijn er op de markt(en) en welke behoeften hebben zij?

5. In hoeverre zijn de toepassingen van het meetsysteem in staat om aan de behoeften van de potentiële afnemers te voldoen?

In de bedrijfstakanalyse worden alle mogelijke factoren onderzocht die van invloed zijn op de marktaantrekkelijkheid. De bedrijfstakanalyse heeft als doel inzicht te krijgen in de kansen en bedreigingen vanuit de bedrijfstak en de macro-omgeving en in de aantrekkelijkheid van de markt. De bedrijfstakanalyse moet antwoord geven op de deelvragen:

6. Welke kansen en bedreigingen zijn er in de bedrijfstak en de macro-omgeving voor de toepassingen van het meetsysteem?

7. Hoe aantrekkelijk is/zijn de markt(en) voor de toepassingen van het meetsysteem?

De concurrentieanalyse heeft als doel om de sterke en zwakke punten van de concurrenten weer te geven en inzicht te geven in het toekomstige gedrag van de concurrenten. De concurrentieanalyse moet antwoord geven op de deelvraag:

8. Waaruit bestaat de concurrentie voor de toepassingen van het meetsysteem, wat zijn de sterke en zwakke punten van de concurrentie en wat kan er gezegd worden over het toekomstige gedrag van de concurrentie?

De distributie- en leveranciersanalyse hebben als doel om de wensen en de macht van de distributeurs en leveranciers weer te geven. De distributie- en leveranciersanalyse moeten antwoord geven op de deelvraag:

9. Welke wensen hebben de potentiële distributeurs en de leveranciers en hoeveel macht hebben zij?

Aan elke analyse binnen de externe analyse liggen verschillende vragen ten grondslag. Samen moeten ze antwoord geven op de deelvraag:

10. Welke kansen en bedreigingen voor de exploitatie van de toepassingen van het

meetsysteem vloeien voort uit de externe analyse?

(16)

Nadat de externe analyse heeft plaats gevonden, kan de verkoopprognose worden opgesteld.

Hiervoor wordt antwoord gegeven op de deelvraag:

11. Wat is de verkoopprognose voor de toepassingen van het meetsysteem?

Hierna kunnen de kosten en opbrengsten in kaart worden gebracht.

12. Wat zijn de mogelijke opbrengsten en kosten van de nieuwe onderneming?

Daarna wordt er gekeken naar welke bijdrage NGD-KVI, Heijmans en de RUG Houdstermaatschappij BV kunnen leveren aan de nieuwe onderneming.

13. Welke bijdragen kunnen NGD-KVI, Heijmans en de RUG Houdstermaatschappij BV leveren aan de nieuwe onderneming?

Hierna volgt de evaluatie. Na de evaluatie volgt de eindconclusie, waarmee antwoord wordt gegeven op de vraagstelling. Hierbij worden ook enkele aanbevelingen gedaan.

Stap 3: Verzamelen van gegevens

Het onderzoek is exploratief of verkennend te noemen en kan grotendeels worden getypeerd als bureauonderzoek. Bij het verzamelen van de gegevens moet rekening worden gehouden met de randvoorwaarde dat de concurrentie niet mag worden wakker geschud.

Over de gegevensbronnen kan het volgende worden gezegd:

De asfaltbranche is in kaart gebracht door middel van een verkennend vakliteratuuronderzoek.

Hiertoe heeft Heijmans een aantal boeken en verslagen aangereikt. Daarnaast zijn er praktijkbezoeken afgelegd aan de machinewerkplaats van Heijmans waar onderhoud en revisie van asfaltspreidmachines wordt gepleegd en aan een asfalteerproject in Drachten.

Voor de beschrijving van de toepassingen van het meetsysteem zijn interviews afgenomen met medewerkers van NGD-KVI en Heijmans. NGD-KVI heeft de ontwikkeling van de toepassingen en de technische haalbaarheid vastgelegd in een serie PAN-rapportages. Deze PAN-rapportages zijn hiervoor ook doorgenomen.

Om de plaats van de ontwikkelingen binnen het productontwikkelingsproces aan te geven is er overleg geweest met NGD-KVI en Heijmans.

De markten voor de toepassingen van het meetsysteem zijn in overleg met Heijmans en NGD- KVI vastgesteld.

Om er achter te komen wie de potentiële afnemers zijn en wat hun behoeften en percepties zijn, is het gebruikelijk om de potentiële afnemers te benaderen. Helaas is dit, vanwege de geheimhouding, voor dit onderzoek onmogelijk. Daarom zijn de behoeften en percepties van de potentiële afnemers van asfaltmeetapparatuur achterhaald door medewerkers van Heijmans en de onderzoekers van NGD-KVI te interviewen. De onderzoekers van NGD-KVI kennen de toepassingsmogelijkheden van de asfaltmeetapparatuur. Daarnaast zijn de uitvoerende

medewerkers en leidinggevenden van Heijmans (potentiële afnemer) in staat om op basis van

ervaring en kennis van de markt de behoeften vast te stellen.

(17)

De kansen en bedreigingen vanuit de bedrijfstak en de macro-omgeving komen voort uit informatie van de overheid, de brancheorganisatie, diverse vakbladen en interviews met medewerkers van Heijmans.

Informatie over de concurrenten op de aansturingsinstrumentenmarkt is ingewonnen bij Heijmans en de Kamer van Koophandel. De websites van potentiële concurrenten zijn ook bezocht. De potentiële concurrenten op de onderzoek- en adviesmarkt zijn geïdentificeerd op basis van een interview met medewerkers van ingenieursbureau van Kleef. Van Kleef is een onderdeel van Heijmans Infrastructuur en een speler op de onderzoek- en adviesmarkt. De doelstellingen, huidige strategieën, succesbepalende factoren en sterke en zwakke punten van de concurrenten zijn gebaseerd op indrukken van medewerkers van Van Kleef, op uitingen op de websites van de concurrenten en op gegevens van de Kamer van Koophandel over deze bedrijven. De verwachte strategieën zijn gebaseerd op de bovenstaande informatie.

De leveranciers zijn in kaart gebracht door te kijken naar de huidige leveranciers van onderdelen van het meetsysteem dat is ingezet voor de proefmetingen en naar alternatieve leveranciers. Via de websites van de leveranciers is er informatie verzameld.

De verkoopprognose is opgesteld aan de hand van de bevindingen uit de externe analyse. De kostprijzen van de toepassingen van het meetsysteem zijn achterhaald door middel van interviews met de ontwikkelaars van het meetsysteem. In de exploitatiebegroting zijn de opbrengsten gebaseerd op verkoopprognose en aannames over de verkoopprijs. De kosten zijn gebaseerd op de kostprijzen en aannames over de overige kosten.

Om te achterhalen welke bijdrage de diverse partijen kunnen leveren aan de exploitatie is er overleg gepleegd met Heijmans, NGD-KVI en de RUG Houdstermaatschappij.

Stap 4 & 5: Analyse, rapportage, conclusie en aanbevelingen

De analyse vindt plaats door het plan te toetsen aan het evaluatiemodel. De rapportage zal plaatsvinden aan de hand van de eisen die de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) stelt aan afstudeerverslagen. De RUG eist een schriftelijke rapportage. Volgens De Leeuw (1996) heeft schriftelijke rapportage vele voordelen: de resultaten komen in beginsel vrij ter beschikking, ieder kan ze lezen en nalezen, er ligt vast wat je als onderzoeker zelf als conclusies trok en wat niet, onderzoek en onderzoeksresultaten worden doorzichtig en controleerbaar en over de formuleringen kan goed worden nagedacht.

De conclusie volgt op basis van de analyse en de rapportage. Uit de conclusie volgen enkele aanbevelingen.

Opbouw van het onderzoek

In hoofdstuk 2 worden de toepassingen van het meetsysteem, de plaats binnen de

productontwikkelingsfase en de afbakening van de markt gegeven. In hoofdstuk 3 volgen de diverse analyses die de externe analyse bevat. In hoofdstuk 4 wordt de verkoopprognose opgesteld. Hoofdstuk 5 bevat de kosten en de opbrengsten. In hoofdstuk 6 vindt de evaluatie van het idee plaats. In hoofdstuk 7 worden de eindconclusie en de aanbevelingen

gepresenteerd.

(18)

Hoofdstuk 2 Uitgangspositie

Inleiding

In dit hoofdstuk zal de uitgangspositie voor het onderzoek worden bepaald.

Een nadere beschrijving van de toepassingen van het meetsysteem wordt in paragraaf 2.1 gegeven. Er zal antwoord worden geven op de deelvraag:

1. Wat zijn de toepassingen van het meetsysteem?

Daarna zal worden beschreven in welke fase(s) van het productontwikkelingsproces de toepassingen van het meetsysteem zich bevinden. De beschrijving geeft helderheid over de plaats van de haalbaarheidsstudie binnen het productontwikkelingsproces. In paragraaf 2.2 wordt antwoord gegeven op de deelvraag:

2. In welke fase(s) van het productontwikkelingsproces bevinden de toepassingen van het meetsysteem zich?

Verder wordt de afbakening gegeven van de markt(en) voor de toepassingen van het meetsysteem. In paragraaf 2.3 wordt antwoord gegeven op de deelvraag:

3. Wat is/zijn de definitie(s) van de markt(en) voor de toepassingen van het meetsysteem?

(19)

2.1 Toepassingen van het meetsysteem

In paragraaf 2.1.1 zal eerst een beschrijving worden gegeven van het meetsysteem. In paragraaf 2.1.2 volgt de beschrijving van de toepassingen van het meetsysteem.

2.1.1 Beschrijving meetsysteem

Producteigenschappen

Een product kan worden gedefinieerd aan de hand van drie verzamelingen van eigenschappen waaruit een product is opgebouwd. Dit zijn het product in enge zin, het uitgebreide product en het totale product (Leeflang; 1995: 306). Omdat het eindproduct nog niet bekend is en er eerst nog een prototype moeten worden ontwikkeld, kan alleen het product in enge zin worden beschreven. Hierbij moet worden opgemerkt dat het gaat om het meetsysteem dat gebruikt is bij de uitvoering van de metingen op de A50 (bij Veghel). Het meetsysteem werd bij deze metingen provisorisch achterop de asfaltspreidmachine bevestigd (zie figuur 2.1).

Figuur 2.1 Meten met het meetsysteem op de A50 (bij Veghel)

Het product in enge zin

Het product in enge zin of fysieke product is de verzameling van fysieke eigenschappen. Voor

het meetsysteem zijn dit de merknaam, de technische eigenschappen, de meetmethode, het

octrooi en de straling.

(20)

Merknaam

Het meetsysteem werd oorspronkelijk gebruikt voor het meten van landbouwgronden. Hier komt ook de huidige naam PANDORA vandaan. Het acroniem staat voor Precision

Agriculture Needed Detector Of Radiation. Voor deze naam is gekozen omdat het mooi aansluit bij de Griekse namen van andere systemen die door het NGD-KVI zijn ontwikkeld.

Het acroniem sluit niet aan bij de toepassingen van het ontwikkelde meetsysteem voor asfalt.

Technische eigenschappen

Het complete meetsysteem bestaat uit een aantal componenten. De belangrijkste component is de detector, het cylindrical large volume BGO (bismuth germanate) scintillation crystal (zie figuur 2.2). Het kristal heeft een diameter van 127 mm en een lengte van 150 mm. De detector is bedekt met een Teflon reflector coating van 0,3 mm dikte, om verlies van scintillatie licht te voorkomen. Een 2,4 mm dikke laag van rubbersiliconen beschermt het kristal tegen schokken.

De photomultiplier (type ETL 9390) heeft een diameter van 130 mm en is aan een zijde met het kristal verbonden. Het venster is gemaakt van glas met een lage kalium concentratie om de invloed van de achtergrondstraling op de detector te minimaliseren. Het signaal van de photomultiplier (PMT) wordt naar een interne preamplifier/main amplifier geleid. De hoge voltage voor de anode en de dynodes van de PMT wordt geleverd door een ingebouwde generator. Alle componenten zijn door Scionix in elkaar gezet en geleverd in een roestvrij stalen behuizing van 0,8 mm dikte. De PMT is omgeven door een extra schulp van 0,63 mm dik µ-metaal (een hoog permeable nickel-ijzeren metaalmengsel), om het tegen externe magnetische velden te beschermen. Het NGD-KVI heeft een extra waterdichte buis van aluminium gemaakt met een diameter van 16 cm en een lengte van ongeveer 1 m, waar zowel de detector als extra elektronica in kan worden geplaatst. Het complete meetsysteem weegt ongeveer 25 kg. In figuur 2.3 is de schematische dwarsdoorsnede van het meetsysteem te zien.

Figuur 2.2 De detector van het meetsysteem

(21)

Figuur 2.3 Schematische dwarsdoorsnede van het meetsysteem en haar behuizing (afstanden in mm)

Meetmethode

De meetmethode is gebaseerd op het feit dat asfalt, net als andere producten die uit materialen van de aardkorst bestaan, (relatief) kleine concentraties radionuclides bevat die γ-straling uitzenden. Met het meetsysteem van het NGD-KVI wordt deze natuurlijke straling op de volgende wijze uit het asfalt opgevangen.

Het kristal vangt de γ-straling (lichtflitsjes) op. De opgevangen lichtflitsjes worden door de photomultiplier omgezet in spanning. De versterker vertaalt de spanning in een pulse (maat voor energie) die hoog of laag kan zijn. De pulse wordt door de Multichannel Analyser opgevangen in 512 kanalen. In het eerste kanaal wordt de laagste energie opgevangen en in het laatste kanaal de hoogste energie. De Multichannel Analyser genereert hierdoor een stralingsspectrum. Op de x-as (laag/hoog) van het stralingsspectrum staat de energie van γ- straling en op de y-as (laag/hoog) van het stralingsspectrum staat het aantal pulsen van een bepaalde energie, dat geteld is tijdens de meting. Door het stralingsspectrum te ontleden in bijdragen van uranium, kalium en thorium, kunnen, met een geschikte kalibratie, de concentraties van uranium, kalium en thorium in het asfalt berekend worden.

Alle ioniserende straling, waaronder de γ-straling, waaraan de mens wordt blootgesteld is in principe schadelijk, of het nu uit de natuur komt of uit een kerncentrale. Het meetsysteem is een passief systeem, dit wil zeggen dat het niet ingrijpt in de natuurlijke omgeving.

Octrooi

Over de technologie is octrooi aangevraagd bij de European Patent Application onder

nummer 02076684.6-2240. Het octrooi is in april 2002 aangevraagd en zal 20 jaar gelden. De Rijksuniversiteit Groningen is de eigenaar van het octrooi.

2.1.2 Beschrijving van de toepassingen van het meetsysteem

Het meetsysteem is in staat om de dikte van een net aangebrachte asfaltlaag te meten. Het

meetsysteem meet hiervoor het stralingsspectrum van het asfalt vóór het aanbrengen van een

asfaltlaag en vergelijkt dit met het stralingsspectrum ná het aanbrengen. Met het meetsysteem

(22)

kan de asfaltlaagdikte zeer nauwkeurig (<2 mm) en snel (<2 min) worden gemeten over een totaaloppervlakte (10 m Ø).

Met de hoogteregeling wordt de dikte van de asfaltlaag aangestuurd die door de

asfaltspreidmachine wordt aangebracht. Door het meetsysteem op de asfaltspreidmachine te plaatsen kan de hoogteregeling direct worden aangestuurd.

Het meetsysteem kan ook worden gebruikt voor het uitvoeren van onderzoek op

asfaltverhardingen. Nadat een asfaltlaag is aangebracht, wordt gecontroleerd of deze aan de eisen voldoet. Het meetsysteem kan deze controles uitvoeren. Daarnaast duiden verschillen in het stralingsspectrum van een bestaande asfaltverharding gebieden aan waar verschillende asfaltmengsels gebruikt zijn (bijvoorbeeld teerhoudend asfalt) of reparaties zijn uitgevoerd.

De asfaltkaart die wordt gegeneerd, kan worden gebruikt om de verschillen nader te onderzoeken. Op basis van de metingen van het meetsysteem kan de gesteldheid van een asfaltverharding in kaart worden gebracht.

Beantwoording deelvraag 1

De toepassingen van het meetsysteem bestaan enerzijds uit het aansturen van de

hoogteregeling van de asfaltspreidmachine en anderzijds uit het uitvoeren van onderzoek op asfaltverhardingen.

In het vervolg van dit onderzoek zal er onderscheid worden gemaakt tussen het

aansturingsinstrument, waarmee de hoogteregeling van de asfaltspreidmachine kan worden

aangestuurd, en het onderzoeksinstrument, waarmee onderzoek op asfaltverhardingen kan

worden uitgevoerd.

(23)

2.2 Fase(s) productontwikkelingsproces

Productontwikkeling is het proces van het vormen van een idee, via het ontwikkelen van het idee, ontdekking of uitvinding van een product of een deel van het product tot aan het introduceren op de markt van een nieuw of vernieuwd product. Dat proces kan min of meer systematisch verlopen (Leeflang, 1995: 313). Booz, Allen en Hamilton (1982) hanteren de volgende indeling:

1. exploratie;

2. schifting;

3. evaluatie en analyse;

4. ontwikkeling;

5. testfase;

6. commercialisatie.

Allereerst zullen deze fasen kort worden toegelicht, waarna de indeling zal worden gebruikt om aan te geven in welke fase de toepassingen van het meetsysteem zich bevinden.

Exploratie

De exploratiefase is erop gericht om zoveel mogelijk nieuwe ideeën te ontwikkelen.

Schifting/selectie

De in de exploratiefase verzamelde ideeën dienen nader onderzocht te worden.

Evaluatie en analyse

Dit is een fase waarin men de ideeën die na schifting overblijven, bedrijfseconomisch evalueert en analyseert (business analysis). Dit betekent dat de productideeën worden

beoordeeld op basis van verwachtingen die men heeft betreffende de winstmogelijkheden van de productideeën.

Ontwikkeling

Dit is de fase waarin de technische ontwikkeling van het idee tot een demonstreerbaar product of dummy plaatsvindt (development). De ontwikkelingsfase kan worden gesplitst in twee subfasen, te weten de ontwerpfase (‘gedetailleerd ontwerp’) en de fase ‘vervaardiging prototype’.

Testfase

De testfase is een fase waarin men het product ‘commercieel’toetst.

Commercialisatie

In deze fase verricht men alle voorbereidingen om het geteste product te introduceren. Het einde van deze fase is het begin van de introductiefase van de levenscyclus van het product.

Beantwoording deelvraag 2

Met het meetsysteem zijn op de A50 bij Veghel meetverrichtingen uitgevoerd. Momenteel wordt er voor het aansturingsinstrument een raamwerk voor de softwarebesturing geschreven.

Deze toepassing bevindt zich daarmee in de evaluatie- en analysefase en gedeeltelijk al in de ontwikkelingsfase.

De ontwikkeling van het onderzoeksinstrument bevindt zich in de evaluatie- en analysefase.

(24)

De fases waarin de toepassingen van het meetsysteem zich bevinden brengen een aantal

consequenties met zich mee. De belangrijkste is dat een aantal beslissingen nog niet zijn

genomen. Aan de ene kant is dit heel logisch, omdat de uitkomsten van dit onderzoek ten

grondslag zullen liggen aan deze beslissingen. Aan de andere kant heeft dit onderzoek enkele

uitkomsten van deze beslissingen nodig om tot een goede eindconclusie te komen. Deze

tegenstelling wordt weggenomen door uit te gaan van onderbouwde aannames over de

uitkomsten van enkele beslissingen. Deze aannames worden in het onderzoek aangegeven.

(25)

2.3 Marktdefinitie(s)

Leeflang (1995: 103) stelt dat bij het definiëren van de vraag (en dus ook de markt) de volgende elementen moeten worden gespecificeerd:

a. de producten (waarden) die worden gevraagd;

b. de belangengroep(en) die dit vraagt;

c. de eenheden waarin de vraag wordt gemeten;

d. de geografische grenzen;

e. het tijdselement waarover wordt gemeten.

a. Producten

De producten (waarden) die worden gevraagd komen voort uit de afnemersanalyse (paragraaf 3.1). De initiële marktdefinitie zal daarom uitgaan van de producten die door de nieuwe onderneming zullen worden aangeboden. De producten die worden aangeboden bestaan uit het aansturingsinstrument en onderzoek en advies met behulp van het onderzoeksinstrument.

Omdat dit twee verschillende toepassingen zijn, zal voor beide toepassingen een marktdefinitie worden opgesteld.

b. Belangengroep(en)

De belangengroepen die geïnteresseerd zijn in de producten zijn actief in de wegenbouw. De belangengroepen worden in de afnemersanalyse (paragraaf 3.1) geïdentificeerd.

c. Eenheden

De vraag kan in de volgende eenheden worden uitgedrukt: volume-eenheden, geldbedragen en vraageenheden. De volume-eenheid geeft het aantal aansturingsinstrumenten en

onderzoeksinstrumenten aan dat gevraagd wordt. Het geldbedrag geeft de totale omzet van de markten voor de aansturingsinstrumenten en onderzoeksinstrumenten aan. Met de

vraageenheid wordt het aantal bedrijven bedoeld dat het aansturingsinstrument wil

aanschaffen. In dit onderzoek wordt naar de volume-eenheden en de totale omzet gekeken.

d. Geografische grenzen

Het geografische gebied waarvoor de marktvraag zal, voor het aansturingsinstrument, de landen betreffen waar Heijmans operationeel actief is. Dit zijn Nederland, België, Duitsland en Engeland. Het geografische gebied voor de marktvraag voor onderzoek en advies op basis van het onderzoeksinstrument beperkt zich tot Nederland vanwege de eerste randvoorwaarde (Het bepalen van de marktvraag voor onderzoek en advies op basis van het

onderzoeksinstrument voor de Belgische, Duitse en Engelse markt zou meer tijd hebben gekost).

e. Tijdselement

Het tijdselement waarop de vraag betrekking heeft, zal de periode 2005 - 2007 bestrijken.

Beantwoording deelvraag 3

De definitie van de initiële markt voor het aansturingsinstrument (hierna:

aansturingsinstrumentenmarkt) luidt:

a. de vraag naar het aansturingsinstrument;

c. in landen waar Heijmans operationeel actief is (Nederland, België, Duitsland,

Engeland);

(26)

d. in volume-eenheden en geldbedragen (totale omzet);

e. in de periode 2005 - 2007.

De definitie van de initiële markt voor onderzoek en advies met behulp van het onderzoeksinstrument (hierna: onderzoek- en adviesmarkt) luidt:

a. de vraag naar onderzoek en advies met behulp van het onderzoeksinstrument;

c. in Nederland;

d. in volume-eenheden en geldbedragen (totale omzet);

e. in de periode 2005 - 2007.

(27)

Hoofdstuk 3 Externe analyse

Inleiding

In dit hoofdstuk vindt de externe analyse plaats. De externe analyse is uit vier analyses opgebouwd. Dit zijn de afnemersanalyse, de bedrijfstakanalyse, de concurrentieanalyse en de distributie- en leveranciersanalyse.

De afnemersanalyse wordt in paragraaf 3.1 behandeld. De afnemersanalyse moet antwoord geven op de deelvragen:

4. Welke potentiële afnemers voor de toepassingen van het meetsysteem zijn er op de markt(en) en welke behoeften hebben zij?

5. In hoeverre zijn de toepassingen van het meetsysteem in staat om aan de behoeften van de potentiële afnemers te voldoen?

Na de afnemersanalyse worden de initiële marktdefinities aangescherpt.

De bedrijfstakanalyse, in paragraaf 3.2, zal antwoord geven op de deelvragen:

6. Welke kansen en bedreigingen zijn er in de bedrijfstak en de macro-omgeving voor de toepassingen van het meetsysteem?

7. Hoe aantrekkelijk is/zijn de markt(en) voor de toepassingen van het meetsysteem?

In paragraaf 3.3 komt de concurrentieanalyse aan bod. De concurrentieanalyse geeft antwoord op de deelvraag:

8. Waaruit bestaat de concurrentie voor de toepassingen van het meetsysteem, wat zijn de sterke en zwakke punten van de concurrentie en wat kan er gezegd worden over het toekomstige gedrag van de concurrentie?

De distributie- en leveranciersanalyse zal in paragraaf 3.4. worden uitgevoerd. Deze analyse moet antwoord geven op de deelvraag:

9. Welke wensen hebben de potentiële distributeurs en leveranciers en hoeveel macht hebben zij?

Aan het eind van de externe analyse wordt er antwoord gegeven op de deelvraag:

10. Welke kansen en bedreigingen voor de exploitatie van de toepassingen van het

meetsysteem vloeien voort uit de externe analyse?

(28)

3.1 Afnemersanalyse

Alsem (2001: 92) beschrijft vier gebruikssituaties of doelen van de afnemersanalyse:

1. gebruik voor segmentatie en doelgroepkeuze

2. gebruik als basis voor sterkte/zwakteonderzoek en positioneringsbeslissingen 3. gebruik ter controle van behaalde resultaten en effectmeting van marktinstrumenten 4. gebruik bij de identificatie van concurrenten

De afnemersanalyse zal voor dit onderzoek in het teken staan van het identificeren van potentiële afnemersgroepen. Dit doel sluit aan bij de eerste gebruikssituatie.

3.1.1 Segmentatie

Aansturingsinstrumentenmarkt

Het aansturingsinstrument kan op de asfaltspreidmachine worden bevestigd.

Wegenbouwbedrijven zetten asfaltspreidmachines in voor het aanbrengen van asfalt. Een asfaltweg moet aan een aantal eisen voldoen. Deze eisen worden door de opdrachtgever aangegeven. De opdrachtgever van een aan te leggen asfaltweg stelt onder andere eisen aan de laagdikte. Het wegenbouwbedrijf dat het asfalt aanbrengt, moet aan deze eisen voldoen. Door het aansturingsinstrument op de asfaltspreidmachine te bevestigen, kan het wegenbouwbedrijf aan deze eisen voldoen. De fabrikanten van de asfaltspreidmachines kunnen het

aansturingsinstrument ook volledig in de asfaltspreidmachine integreren.

Op de aansturingsinstrumentenmarkt kunnen twee segmenten worden onderscheiden:

a) Fabrikanten van asfaltspreidmachines en b) Wegenbouwbedrijven.

Onderzoek- en adviesmarkt

De aangebrachte asfaltlaag moet worden gecontroleerd. Dit gebeurt door het

wegenbouwbedrijf dat de asfaltlaag aanbrengt (bedrijfscontrole) en door de opdrachtgever (opleveringscontrole). In enkele gevallen besteedt de opdrachtgever de opleveringscontrole uit aan een advies- en ingenieursbureau.

Asfaltwegen hebben na verloop van tijd onderhoud nodig. Om gericht onderhoud te kunnen plegen, moet eerst de gesteldheid van een asfaltweg in kaart worden gebracht. Partijen die dit voor de opdrachtgever doen, zijn advies- en ingenieursbureaus en wegenbouwbedrijven.

Het onderzoeksinstrument kan worden ingezet voor de controles en voor het in kaart brengen van de gesteldheid.

Op de onderzoek- en adviesmarkt wordt onderscheid gemaakt tussen drie segmenten:

c) Wegenbouwbedrijven,

d) Advies- en ingenieursbureaus en e) Opdrachtgevers.

De behoeften van de potentiële afnemersgroepen worden bij de beschrijving van de

segmenten nader toegelicht (paragraaf 3.1.2).

(29)

3.1.2 Beschrijving segmenten

Aansturingsinstrumentenmarkt

a) Fabrikanten van asfaltspreidmachines

Fabrikanten van asfaltspreidmachines brengen meerdere modellen asfaltspreidmachines op de markt. Sommige fabrikanten produceren alleen asfaltspreidmachines terwijl andere

fabrikanten ook asfaltgerelateerde machines, zoals freesmachines en walsen fabriceren.

Behoeften

De behoefte van de fabrikanten van asfaltspreidmachines bestaat uit het afleveren van een machine die voldoet aan de wensen van de afnemer. Afnemers van asfaltspreidmachines zijn de wegenbouwbedrijven. Zij zijn op zoek naar een manier om de hoogteregeling van de machine direct te kunnen aansturen.

b) Wegenbouwbedrijven

Wegenbouwbedrijven zijn asfaltverwerkende bedrijven. Zij zijn in staat om

asfaltverhardingen aan te leggen met behulp van de asfaltspreidmachine. In bijlage II staan de Nederlandse wegenbouwbedrijven vermeld.

Behoeften

Een asfaltweg wordt opgebouwd uit meerdere asfaltlagen. De asfaltspreidmachine is een machine waarmee een laag asfalt wordt neergelegd. De asfaltspreidmachine wordt bemand door twee personen: de bestuurder en de balkman. De bestuurder zorgt er voor dat de machine in de goede richting rijdt. De balkman bepaalt de laagdikte door de hoogteregeling van de asfaltspreidmachine aan te sturen.

Bij het aanbrengen van asfaltlagen door de asfaltspreidmachine is het belangrijk dat de goede asfaltlaagdikte, zoals door de opdrachtgever is aangegeven in het bestek, wordt aangebracht.

Als de asfaltlaagdikte onder de norm zit, dan kan de opdrachtgever boetes uitdelen. Als de asfaltlaagdikte boven de norm zit, dan wordt het extra aangebrachte asfalt in enkele gevallen vergoedt, in andere gevallen zijn de kosten hiervoor voor rekening van het wegenbouwbedrijf.

Het aanbrengen van de goede asfaltlaagdikte geldt vooral voor de bovenste laag, de dunne deklaag (25 – 30 mm). De laagdikte van de dikkere onderlagen kan namelijk redelijk op basis van volumeberekeningen worden aangestuurd en in een opvolgende tussenlaag kan de (totale) laagdikte eventueel worden gecorrigeerd. Voor de dunne deklaag van een asfaltweg wordt ten opzichte van de totale asfaltlaag een relatief hoogwaardig asfaltmengsel gebruikt. Dit betekent dat dit ook een relatief duur asfaltmengsel is. Een constante laagdikte komt de kwaliteit van de dunne deklaag ten goede. De goede laagdikte is zeker van belang als er DZOAB

(Dubbellaags Zeer Open Asfalt Beton) wordt aangebracht omdat de geluidsreductie hier in sterke mate vanaf hangt.

Traditionele aansturingsmethodes

De huidige methodes waarop de hoogteregeling van de asfaltspreidmachine wordt ingesteld,

bestaan uit het meten van het asfalt door met een duimstok in het net aangebrachte asfalt te

prikken, door middel van volumeberekeningen of door zogenoemde nivelleerautomaten.

(30)

Duimstok

De balkman stuurt de hoogteregeling van de asfaltspreidingsmachine aan. Hij doet dit op basis van ervaring en fingerspitzengefűhl. Af en toe controleert hij de dikte door met een duimstok in het net aangebrachte asfalt te prikken. Deze meetmethode is vrij onnauwkeurig omdat het een puntmeting is. Wel kan op basis van deze meetmethode de hoogteregeling vrijwel direct worden aangestuurd.

Volumeberekeningen

De dikte van een asfaltlaag kan ook worden bepaald door uit te gaan van

volumegewichtberekeningen. Deze berekeningen worden gemaakt door de balkman of de uitvoerder. De volgende gegevens zijn voor deze berekeningen nodig: de breedte van de asfaltweg, de hoeveelheid asfalt die is verwerkt, het aantal meters dat met die hoeveelheid is verwerkt en het gewicht van het asfaltmengsel per m2 per cm. De dikte van de aangebrachte asfaltlaag kan pas achteraf worden berekend zodat directe aansturing niet mogelijk is.

Nivelleerautomaten

De hoogteregeling wordt veelal aangestuurd door de balkman, maar er zijn hulpmiddelen op de markt. Deze zogenoemde nivelleerautomaten werken vanuit referentiepunten en zorgen ervoor dat een asfaltweg een bepaalde hoogte heeft. Aan het uitzetten van referentiepunten kleven een aantal nadelen. Zo kost het uitzetten veel tijd en de nivelleerautomaten zorgen niet voor een directe aansturing. De balkman leest de hoogte af en stuurt hierop de hoogteregeling aan.

De traditionele meetmethodes zijn niet in staat om de asfaltlaagdikte nauwkeurig (duimstok) vast te stellen, kunnen niet worden gebruikt om de hoogteregeling van de asfaltspreidmachine direct (volumeberekeningen) aan te sturen of gaan uit van de hoogte van een weg in plaats van de asfaltlaagdikte (nivelleerautomaten).

De behoefte van de wegenbouwbedrijven bestaat uit het kunnen aanbrengen van een constante en goede dikte van de dunne deklagen.

Onderzoek- en adviesmarkt

c) Wegenbouwbedrijven

De wegenbouwbedrijven zijn als segment al beschreven bij de aansturingsinstrumentenmarkt.

De grotere wegenbouwbedrijven beschikken over een kwaliteitsdienst die de gesteldheid en kwaliteit van asfaltverhardingen in kaart kan brengen.

Behoeften

Tijdens en direct na het aanleggen van een asfaltweg vindt de bedrijfscontrole plaats om de kwaliteit vast te stellen. De bedrijfscontrole bestaat uit het vaststellen van de dikte van de lagen, de samenstelling, het percentage holle ruimtes, de verdichtingsgraad en de penetratie van de teruggewonnen bitumen van het asfalt.

Asfaltwegen zijn aan slijtage onderhevig en vergen daarom onderhoud. Voordat

onderhoudswerkzaamheden worden gepleegd, moet eerst de gesteldheid van een asfaltweg in kaart worden gebracht. Hiervoor moeten naast de laagdikte(s), de dichtheid en de

samenstelling ook de eventuele teerhoudendheid en verontreiniging van de asfaltverharding

worden onderzocht.

(31)

De kwaliteitsdienst van de grotere wegenbouwbedrijven voeren de bedrijfscontrole uit door gaten in asfaltwegen te boren en onderzoeken de verkregen boorkernen in het eigen

laboratorium. Met behulp van de bevindingen uit het boorkernonderzoek wordt de kwaliteit vastgesteld. Nadelen van het kernen boren zijn de schade die wordt aangebracht aan het wegdek en de tijd die met het laboratoriumonderzoek gepaard gaat. Daarnaast levert het boorkernonderzoek een aantal puntmetingen op, terwijl de wegenbouwbedrijven eigenlijk informatie willen hebben over de gehele asfaltverharding. De puntmetingen worden wel eens gegeneraliseerd naar een totaal oppervlaktebeeld, maar hierdoor kan een onjuist beeld van een asfaltverharding worden gevormd.

De huidige methodes waarmee de wegenbouwbedrijven de gesteldheid van een

asfaltverharding in kaart te brengen bestaan uit visuele inspectie en boorkernonderzoek.

De visuele inspectie heeft als doel om oppervlakteschades te ontdekken. Aan het boorkernonderzoek kleven de hierboven genoemde nadelen. Daarnaast levert het

boorkernonderzoek op bestaande asfaltverhardingen vaak verkeersoverlast op omdat de weg (gedeeltelijk) moet worden afgezet.

De behoefte van de wegenbouwbedrijven bestaat voor de bedrijfscontrole uit een

onderzoeksmethode waarmee op een non-destructieve wijze en in een kort tijdsbestek de kwaliteit van een pas aangelegde asfaltverharding kan worden vastgesteld.

Voor het in kaart brengen van de gesteldheid van een asfaltverharding bestaat de behoefte van de wegenbouwbedrijven uit een onderzoeksmethode waarmee op een non-destructieve wijze, in een kort tijdsbestek en met zo min mogelijk verkeersoverlast metingen kunnen worden verricht.

d) Advies- en ingenieursbureaus

Er zijn ook wegenbouwbedrijven die voor het uitvoeren van de bedrijfscontrole en het in kaart brengen van de gesteldheid van een weg onafhankelijke advies- en ingenieursbureaus

inschakelen. Veel advies- en ingenieursbureaus actief in de wegenbouw zijn aangesloten bij ONRI, de algemene brancheorganisatie van advies- en ingenieursbureaus in Nederland.

Behoeften

De advies- en ingenieursbureaus voeren visuele inspecties, boorkernonderzoek, valgewichtdeflectiemetingen en radaronderzoek uit op asfaltverhardingen. De visuele inspecties en het boorkernonderzoek zijn bij de behoeften van de wegenbouwbedrijven beschreven. De valgewichtdeflectiemetingen en het radaronderzoek komen nu aan bod.

De valgewichtdeflectiemetingen worden uitgevoerd om de draagkrachteigenschappen van een verhardingsconstructie, zandbed en ondergrond te bepalen. Uit de meetresultaten kan

informatie worden ingewonnen over de stijfheidsopbouw en de structurele conditie van de constructie. Mede op basis van verkeersdata en laagopbouw van de wegverharding kunnen conclusies worden getrokken over de restlevensduur van de verharding. Hierop wordt advies over de benodigde versterkingsmaatregel gegeven. De valgewichtdeflectiemeter is een meetapparaat dat tijdens de meting stilstaat.

Ground Penetrating Radar (GPR) werkt door radiogolven in het asfalt te zenden. Deze worden

teruggekaatst door de ondergrond waardoor de laagdikte kan worden gemeten. Met GPR kan

30 meter in de grond worden gemeten. De radartechniek wordt ingezet om de asfaltlaagdikte

en enkele details van een asfaltconstructie te meten. De totale laagdikte kan met een

(32)

nauwkeurigheid van 8 % worden gemeten, de onafhankelijke lagen met 15 %.

1

Radarmetingen kunnen de natuur, grootte en oorzaak van defecten op een non-destructieve manier in kaart brengen. Radarmetingen kunnen worden verricht met een snelheid van 80 kilometer per uur. GPR is log en vereist een meetoppervlak dat vlak is. GPR-metingen moeten daarnaast worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en krachtige software.

GPR is daarnaast gevoelig voor omgevingsinvloeden. Voordat er metingen kunnen worden verricht, moet het GPR-apparaat daarom worden gekalibreerd. Bij radarmetingen is eerst boorkernonderzoek nodig om het meetapparaat te kunnen kalibreren. Het radaronderzoek wordt meestal in combinatie met valgewichtdeflectiemetingen uitgevoerd om een totaalbeeld te kunnen genereren.

Omdat voor het onderzoeken van de gesteldheid van een asfaltverharding verschillende meetmethodes worden ingezet, neemt het onderzoek veel tijd in beslag.

De behoeften van dit segment zijn gelijk aan de behoeften van segment c (Een

onderzoeksmethode waarmee op een non-destructieve wijze en in een kort tijdsbestek voor de bedrijfscontrole de kwaliteit van een pas aangelegde asfaltverharding kan worden vastgesteld en een onderzoeksmethode waarmee op een non-destructieve wijze, in een kort tijdsbestek en met zo min mogelijk verkeersoverlast de gesteldheid van een asfaltverharding in kaart kan worden gebracht.).

e) Opdrachtgevers

De overheid is de grootste opdrachtgever van aanleg, beheer en onderhoud van wegen.

Rijkswaterstaat (RWS) is in Nederland verantwoordelijk voor aanleg, beheer en onderhoud van de rijkswegen. De provincies zijn wegbeheerders van de provinciale wegen en de gemeentes zijn verantwoordelijk voor de gemeentelijke wegen. Initiatieven van RWS op het gebied van aanleg, beheer en onderhoud worden veelal gevolgd door de provincies en gemeentes. Naast de overheid zijn ook waterschappen beheerders van wegen. Verder beschikken bedrijven en vliegvelden over asfaltverhardingen.

Behoeften

De opdrachtgevers verrichten onderzoek voor de opleveringscontrole om bij de aanleg van een weg en bij een bestaande weg de gesteldheid te bepalen. Dit onderzoek kan door de kwaliteitsdienst van de overheid worden uitgevoerd, maar het wordt ook vaak uitbesteed aan ingenieurs- en adviesbureaus. De behoeften van dit segment zijn gelijk aan de behoeften van segment c (Een onderzoeksmethode waarmee op een non-destructieve wijze en in een kort tijdsbestek voor de bedrijfscontrole de kwaliteit van een pas aangelegde asfaltverharding kan worden vastgesteld en een onderzoeksmethode waarmee op een non-destructieve wijze, in een kort tijdsbestek en met zo min mogelijk verkeersoverlast de gesteldheid van een

asfaltverharding in kaart kan worden gebracht.).

3.1.3 Beantwoording deelvraag 4

Op de aansturingsinstrumentenmarkt kunnen fabrikanten van asfaltspreidmachines en wegenbouwbedrijven als potentiële afnemers worden onderscheiden. De behoefte van de fabrikanten van asfaltspreidmachines bestaat uit het afleveren van een machine die voldoet aan de wensen van de wegenbouwbedrijven. De behoefte van de wegenbouwbedrijven bestaat uit het kunnen aanbrengen van een constante en goede dikte van de dunne deklagen.

(33)

Op de onderzoek- en adviesmarkt kunnen de wegenbouwbedrijven, de advies- en

ingenieursbureaus en de opdrachtgevers als potentiële afnemers worden onderscheiden. De behoefte voor de bedrijfscontrole uit een onderzoeksmethode waarmee op een non-

destructieve wijze en in een kort tijdsbestek de kwaliteit van een pas aangelegde

asfaltverharding kan worden vastgesteld. Voor het in kaart brengen van de gesteldheid van een asfaltverharding bestaat de behoefte uit een onderzoeksmethode waarmee op een non- destructieve wijze, in een kort tijdsbestek en met zo min mogelijk verkeersoverlast metingen kunnen worden verricht.

3.1.4 Beantwoording deelvraag 5

Het aansturingsinstrument kan aan de behoefte van de wegenbouwbedrijven voldoen omdat het meetsysteem in staat is om nauwkeurig en constant de asfaltlaagdikte te meten. Door de koppeling van het meetsysteem aan de hoogteregeling kan er constant een goede dikte van dunne deklagen worden aangebracht. Het aansturingsinstrument moet hiervoor op de asfaltspreidmachine worden bevestigd. De behoefte van de fabrikanten van

asfaltspreidmachines kan ook door het aansturingsinstrument worden vervuld doordat aan de behoefte van de wegenbouwbedrijven wordt voldaan.

Het onderzoeksinstrument is in staat om de oppervlakte dichtheid te bepalen. De diktes van de lagen en de samenstelling er van kunnen (nog) niet direct worden bepaald, het

onderzoeksinstrument moet hiervoor voor elk onderzoek worden gekalibreerd aan de hand van boorkernen. Het onderzoeksinstrument meet op een non-destructieve wijze waardoor de bedrijfscontrole sneller kan worden uitgevoerd. Hiermee kan het onderzoeksinstrument aan de behoefte van de wegenbouwbedrijven, advies- en ingenieursbureaus en opdrachtgevers voor de bedrijfscontrole voldoen.

Voor het meten van eventuele teerhoudendheid en verontreiniging moet het

onderzoeksinstrument nog verder worden ontwikkeld. De draagkrachteigenschappen van asfaltverhardingen kunnen niet door het onderzoeksinstrument worden bepaald. Het onderzoeksinstrument vervangt daardoor niet de valgewichtdeflectiemetingen.

Nu de waarden en de belangengroepen in kaart zijn gebracht, kunnen de initiële marktdefinities worden aangescherpt:

De marktdefinitie voor de aansturingsinstrumentenmarkt luidt nu:

a. de vraag naar het aansturingsinstrument om de goede dikte van dunne deklagen constant te kunnen aanbrengen;

b. door fabrikanten van asfaltspreidmachines en wegenbouwbedrijven;

c. in landen waar Heijmans operationeel actief is (Nederland, België, Duitsland, Engeland);

d. in geldbedragen (totale omzet);

e. in de periode 2005 - 2007.

De marktdefinitie voor de onderzoek- en adviesmarkt luidt nu:

a. de vraag naar onderzoek en advies met behulp van het onderzoeksinstrument

om de bedrijfscontrole uit te voeren en de gesteldheid van een asfaltverharding

in kaart te brengen;

(34)

b. door wegenbouwbedrijven, advies- en ingenieursbureaus en opdrachtgevers;

c. in Nederland;

d. in geldbedragen (totale omzet);

e. in de periode 2005 - 2007.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voorgesteld wordt om deze maatregelen op te nemen in de Nederlandse corporate governance code De voorgestelde maatregelen inzake de management letter dienen in een

917244/20180702adr03 | Integraal huisvestingsplan onderwijs gemeente Bergen 6/48 vergoeding voor energie, die schoolbesturen ontvangen in het materiele instandhoudingsvergoeding.

Het HRW is een bijzonder initiatief: het is niet een initiatief dat vanuit een groep bewoners komt die voor zichzelf iets willen, maar vanuit een groep professionals die

Wat de UGent betreft, is de concessiehouder tevens aansprakelijk voor beschadigingen van alle roerende goederen die zich binnen de cafetaria bevinden en die eigendom zijn van de

Ingevolge de Wet op de Waterkering dienen steenzettingen op waterkeringen vijfjaarlijks getoetst te worden. In de praktijk kan aan veel steenzettingen geen definitief toetsoordeel

Echter, het House of Lords betoogde dat dit beginsel niet kan worden uitgebreid tot arbitrage, die krachtens artikel 1 punt 2 onder d van de EEX-Verordening volledig buiten

2.1 Ten aanzien van de in artikel 1 genoemde verwerkingen zal Subverwerker zorg dragen voor de naleving van de voorwaarden die, op grond van de Wbp en de AVG, worden gesteld aan

Deze derde partij mag de gecodeerde gegevens echter alleen verwerken op de manier zoals hierboven is beschreven en voor de beschreven doeleinden en moet uw rechten