• No results found

Corporate Responsibility en Ondernemingswaarde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Corporate Responsibility en Ondernemingswaarde"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Corporate Responsibility en

Ondernemingswaarde

Wat voor waarde heeft corporate responsibility voor mainstream sell-side analisten?

Pieter de Brouwers Juni 2006, Amstelveen

(2)

In opdracht van: KPMG Sustainability

Corporate Responsibility en

Ondernemingswaarde

Wat voor waarde heeft corporate responsibility voor mainstream sell-side analisten?

Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Bedrijfskunde

Afstudeerrichtingen: Accountancy en Financieel Waardemanagement

Pieter de Brouwers

Studentennummer: 1226789

Afstudeerbegeleider vanuit KPMG Sustainability: Arjan de Draaijer

Floris Lambrechtsen

Afstudeerbegeleider vanuit de RUG: Drs. J. Westra-de Jong RA

Dr. C.A. Huijgen Amstelveen, juni 2006

(3)

Voorwoord

Voor u ligt mijn afstudeerscriptie die het resultaat is van mijn onderzoek bij KPMG Sustainability en tevens het einde vormt van mijn studie Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Mijn studietijd heb ik ervaren als een zeer prettige maar ook leerzame tijd. Ik kijk met veel plezier terug op: Macau, Sledemennerstraat, Kombuis, Albertus Magnus, RISK, Maleisië, Diablo, Zernike, UB, grote markt, treinreizen enz. In deze tijd heb ik veel kennis kunnen opdoen van veel verschillende theorieën met betrekking tot Accountancy en financiering, deze opdracht bood mij de mogelijkheid voor onderzoek dichter bij de praktijk. Nu mijn studie is afgerond wordt het tijd voor een ‘echte’ deelname aan de praktijk.

In dit voorwoord wil ik ook van de mogelijkheid gebruik maken om een aantal personen te bedanken die het afstuderen hebben mogelijk gemaakt. Allereerst wil ik natuurlijk mijn ouders bedanken voor alle steun. Voor de begeleiding, in de vorm van feedback en een veelheid aan artikelen, vanuit KPMG wil ik Arjan de Draaijer en Floris Lambrechtsen hartelijk bedanken. Vervolgens wil ik ook mijn begeleiders, Drs. C. Westra de Jong en Dr. C.A. Huijgen, vanuit de Rijksuniversiteit Groningen bedanken. Als laatste wil ik ook mijn mede-scriptanten, in het bijzonder Sergeant en Plebie, bij KPMG bedanken voor de sloten koffie, wiener melange, cafe choco, chocomelk, thee, plat en bruisend water en gezelligheid.

Pieter de Brouwers Amstelveen, juni 2006

(4)

Managementsamenvatting

De laatste decennia is er een toenemende aandacht voor corporate responsibility. Uit onderzoek van KPMG (KPMG en UvA, 2005) blijkt dat economische overwegingen de belangrijkste drijfveer zijn voor corporate responsibility voor ondernemingen. Hierbij gaat het dus om zowel de directe als indirecte relatie van corporate responsibility op de waarde van een onderneming. Sell-side analisten hebben een belangrijke rol in het tot uitdrukking komen van de waarde van een onderneming aangezien het gedrag van veel investeerders wordt beïnvloed door deze analisten. Het is alleen nog onduidelijk op welke manier sell-side analisten omgaan met corporate responsibility aspecten in de analyse en uiteindelijke waardering van een onderneming. Deze aanleiding leidt tot de volgende probleemstelling:

In hoeverre en op wat voor manier integreren mainstream sell-side analisten corporate responsibility aspecten en welke aanbevelingen zijn er voor verdere integratie van deze corporate responsibility aspecten in hun analyse en waardering en dan vooral met betrekking tot de verslaggeving op dit gebied?

Naar aanleiding van de bestaande literatuur op basis van de relatie tussen corporate responsibility en de ondernemingswaarde kan geconcludeerd worden dat corporate responsibility een positieve relatie heeft met de financiële resultaten. Hierbij moet worden aangegeven dat er nog niet voldoende bewijs is voor de causaliteit tussen beide. De ‘slack resources theory’ (McGuire, 1988) gaat er zelfs van uit dat er een omgekeerde causaliteit bestaat; de financiële resultaten stellen bedrijven juist in staat om corporate responsibility initiatieven te ontplooien. Aanhangers van deze theorie zijn zeker in de minderheid, daarom wordt er in het verdere onderzoek van uitgegaan dat er een zekere causaliteit tussen corporate responsibility en ondernemingswaarde bestaat.

Uit eerder verricht onderzoek onder verschillende analisten blijkt dat corporate responsibility aspecten nauwelijks worden geïntegreerd in de analyse en uiteindelijke waardering van bedrijven. Boleij (2005) komt tot enkele argumenten: de aspecten zijn verdekt opgesteld, informatiegebrek, moeilijk te objectiveren, methodische lacunes in beschikbare onderzoeken, niet materieel en beleggers vragen er niet om. Boleij (2005) geeft hierbij aan dat zijn onderzoek zeker niet gedegen was en dus is de vraag of zijn bevindingen werkelijk de belemmeringen zijn voor mainstream sell-side analisten. Naar aanleiding van de enquêtes en interviews kan geconcludeerd worden dat mainstream sell-side analisten corporate responsibility aspecten niet expliciet integreren in de analyse en waardering van ondernemingen. Mainstream sell-side analisten vervullen dus hun taak niet volgens hun eigen taakomschrijving, aangezien corporate responsibility een invloed kan hebben op de waarde van een onderneming. Daarentegen hebben corporate responsibility aspecten wel impliciet invloed op variabelen als kwaliteit van het management en reputatie van de onderneming. Deze variabelen hebben weer invloed op de financiële indicatoren, zoals de groeivoet en risicopremie van een onderneming, en dus op de waarde van een onderneming. Daarbij geven analisten wel aan dat de invloed van corporate responsibility aspecten marginaal is en zeker niet materieel.

Mainstream sell-side analisten geven wel aan dat zij een relatie zien tussen corporate responsibility en de financiële resultaten van een onderneming. Kennelijk zijn er dus

(5)

belemmeringen om deze aspecten te integreren in hun analyse en waardering. Uit het onderzoek komen de volgende belemmeringen naar voren:

• Corporate responsibility aspecten zijn niet te vatten in de gebruikte financiële modellen.

• De invloed van corporate responsibility aspecten is niet materieel.

• Klanten van de mainstream sell-side analisten vragen niet om informatie omtrent corporate responsibility.

Naar aanleiding van de geïdentificeerde belemmeringen bij mainstream sell-side analisten, zijn er een aantal aanbevelingen opgesteld om deze belemmeringen weg te nemen: - Ontwikkel een model met bijbehorend stappenplan, waar corporate responsibility aspecten kunnen worden geïntegreerd. In het onderzoek is een opzet gemaakt voor een model ter integratie van corporate responsibility aspecten.

- Meer aandacht voor corporate responsibility in opleiding / trainingstraject - Verbeterpunten in de verslaggeving

- Lijst overleggen van de belangrijkste corporate responsibility aspecten voor de desbetreffende onderneming.

- Relatie leggen met financiële indicatoren. - ‘Third-party assurance’.

- Meer aandacht voor corporate responsibility in de dialoog met analisten. Een eerste stap zou hierbij kunnen zijn dat ondernemingen tijdens analistenbijeenkomsten (meer) aandacht besteden aan corporate responsibility en dan vooral aan de relatie met de (financiële) resultaten.

- Initiatieven zoals ‘Enhanced Analytics Initiative’, waarbij mainstream sell-side analisten worden aangemoedigd om corporate responsibility aspecten expliciet te integreren in hun analyse en waardering.

(6)

Inhoudsopgave

Voorwoord ... 3

Managementsamenvatting... 4

Inhoudsopgave... 6

1. Onderzoeksopzet... 8

1.1 Aanleiding van mijn onderzoek... 8

1.2 Probleemstelling... 9 1.3 Methodologische verantwoording ... 10 1.3.1 Type onderzoek... 10 1.3.2 Onderzoekseisen ... 11 1.3.3 Onderzoeksmethoden en aanpak... 11 1.4 Theoretische verantwoording... 12 1.5 Leeswijzer... 12 2. Corporate responsibility ... 13 2.1 Triple P ... 13 2.2 Sustainability... 14 2.3 Corporate Citizenship... 14 2.4 Corporate Responsbility ... 14

2.5 Corporate Social Responsibility... 15

3. Mainstream sell-side analisten... 16

4. Stand van zaken in corporate responsibility verslaggeving ... 17

4.1 Wet en regelgeving ... 17

4.2 Richtlijnen voor verslaggeving ... 18

4.3 Trends in corporate responsibility verslaggeving ... 19

4.4 Conclusie... 20

5. Drijfveren voor corporate responsibility... 21

5.1 Drijfveren voor corporate responsibility ... 21

5.2 Belangrijkste motivatie voor corporate responsibility ... 25

5.3 Conclusie... 26

6. Economische overwegingen van corporate responsibility... 27

6.1 Corporate responsibility en ondernemingswaarde ... 27

6.2 Relatie tussen sociale aspecten van corporate responsibility en de financiële resultaten... 28

6.3 Relatie tussen milieu aspecten van corporate responsibility en de financiële resultaten... 30 6.4 Conclusie... 31 7. Eerder onderzoek ... 32 7.1 Eerder onderzoek ... 32 7.2 Conclusie... 32 8. Onderzoek: Enquête. ... 33 8.1 Enquêteopzet... 33 8.1.1 Populatie en steekproef... 33 8.1.2 Inhoud enquête ... 34

(7)

8.2.1 Algemene visie ten aanzien van corporate responsibility ... 34

8.2.2 Relatie tussen corporate responsibility en ondernemingswaarde ... 35

8.2.3 Integratie van corporate responsibility aspecten... 35

8.2.4 Bronnen... 37

8.3 Conclusie... 37

9. Onderzoek: Interviews... 38

9.1 Interviewopzet ... 38

9.2 Resultaten ... 39

9.2.1 Intergratie van corporate responsibility aspecten ... 39

9.2.2 Belemmeringen... 40

9.2.3 Gebruik van corporate responsibility verslaggeving ... 42

9.3 Conclusie... 42

10. Aanbevelingen ... 44

10.1 Integratie van corporate responsibility aspecten in bestaande modellen ... 44

10.2 Meer aandacht voor corporate responsibility in opleiding / trainingstraject ... 44

10.3 Verbeterpunten in de verslaggeving... 44

10.4 Meer aandacht voor corporate responsibility... 45

10.5 Initiatieven zoals ‘Enhanced Analytics Initiative’ ... 46

11. Model voor integratie van corporate responsibility aspecten ... 47

11.1 Waarde van een onderneming ... 47

11.2 Model en stappenplan voor integratie corporate responsibility aspecten ... 48

11.2.1 Model... 48 11.2.2 Stappenplan... 50 12. Conclusie en aanbevelingen ... 52 12.1 Conclusie ... 52 12.2 Aanbevelingen... 52 Discussie... 54 Bibliografie ... 55

Bijlage 1: Enquete Mainstream sell-side analisten ... 57

Bijlage 2: Vragenlijst interview deskundigen / duurzaamheidsanalisten... 60

(8)

1. Onderzoeksopzet

In dit hoofdstuk zal worden beschreven op welke wijze het onderzoek is opgebouwd. In de eerste paragraaf wordt de aanleiding van dit onderzoek beschreven, waarna in de tweede paragraaf de probleemstelling aanbod komt. Vervolgens komt de methodologische en theoretische verantwoording aan bod, waarna in de leeswijzer globaal wordt weergegeven wat in de overige hoofdstukken zal worden beschreven.

1.1 Aanleiding van mijn onderzoek

Corporate responsibility is de laatste decennia in een stroomversnelling geraakt, dit wordt onder andere veroorzaakt door een aantal trends (KPMG, 2005):

• Toenemende globalisering en een grotere machtspositie van grote internationale ondernemingen. Wereldwijd ontbreekt een mechanisme van toezicht op het gedrag van het internationaal opererend bedrijfsleven (Jeurissen, 2001).

• Snelle technologische ontwikkelingen, waardoor dingen mogelijk worden die voorheen ondenkbaar waren. Innovatie is belangrijker geworden en kan concurrentievoordelen opleveren (PricewaterhouseCoopers, 2002).

• De maatschappij en dus ook belanghebbenden hebben toegang tot allerlei informatie die snel en eenvoudig te verkrijgen is, in het bijzonder als gevolg van internet. Men wil ook snel geïnformeerd worden en informatie (zowel negatieve als positieve) wordt snel verspreid. Ondernemingen kunnen daarop inspelen door dialoog en heldere communicatie over hun activiteiten en de gevolgen daarvan (PricewaterhouseCoopers 2002).

• Morele opvattingen worden niet langer centraal vanuit overheid of kerk, gestuurd,

maar zijn pluriformer geworden en daardoor moeilijker voorspelbaar. Dit kan ertoe leiden dat ondernemingen moeten reageren op (onverwachte) kritische vragen (Jeurissen, 2001). Zo ontstonden er de laatste decennia tal van maatschappelijke (niet-gouvernementele) groeperingen en organisaties die deze vraagstukken onder de aandacht brachten en brengen van het brede publiek en overheden, zoals Greenpeace, Amnesty International en vele andere organisaties waaronder tal van organisaties met een meer lokaal karakter/aandachtsgebied (bijvoorbeeld de Waddenvereniging in Nederland). Ook vakbonden trokken (delen van) deze aandachtsgebieden in hun strategieën.

Deze trends leiden tot een toenemende aandacht op een aantal dimensies van corporate responsibility:

• Het milieu;

• De sociale leefomgeving;

• De gezondheid van werknemers en direct omwonenden;

• De onevenredige verdeling van financiële middelen.

Corporate responsibility is nu ook doorgedrongen tot de wet. De wet verplicht ondernemingen om in het jaarverslag over 2005 een belangrijke plaats in te ruimen voor niet-financiële informatie:

Indien noodzakelijk voor het inzicht in de positie per balansdatum, dienen in deze analyse zowel financiële als niet financiële prestatie-indicatoren te worden betrokken, met inbegrip van milieu- en personeelsaangelegenheden (art 3.91 BW2).

Belangrijke gegevens over corporate responsibility gaan daarmee een vast onderdeel vormen van de informatie aan beleggers (maar ook aan andere stakeholders).

(9)

Een onderneming kan dus niet meer ondernemen vanuit een isolement maar staat midden in de maatschappij. Corporate responsibility wordt daardoor steeds meer een license to operate. Daarbij beïnvloedt een onderneming de maatschappij maar wordt deze ook sterk beïnvloedt door de maatschappij. Er zijn voor ondernemingen tal van drijfveren voor corporate responsibility, uit onderzoek door KPMG (KPMG en UvA, 2005) blijkt dat de belangrijkste de volgende zijn:

- Economische overwegingen - Ethische overwegingen

- Innovatie en leermogelijkheden - Motivatie van de werknemers - Risk management

- Toegang tot kapitaal.

Van het bovenstaande rijtje zijn de economische overwegingen de belangrijkste drijfveer voor corporate responsibility voor ondernemingen. Hierbij gaat het dus om zowel de direct als indirecte relatie van corporate responsibility op de waarde van een onderneming. Sell-side (verkopen adviezen, waarderingen en analyses) analisten hebben een belangrijke rol in het tot uitdrukking komen van de waarde van een onderneming, aangezien het gedrag van veel investeerders wordt beïnvloed door deze analisten. Het is alleen nog onduidelijk op welke manier sell-side analisten omgaan met corporate responsibility aspecten in de analyse en uiteindelijke waardering van een onderneming.

1.2 Probleemstelling

De probleemstelling van een onderzoek valt uiteen in drie verschillende onderdelen, namelijk (De Leeuw, 2003):

• De doelstelling

• De vraagstelling

• De randvoorwaarden

De doelstelling van een onderzoek geeft aan voor wie het onderzoek wordt uitgevoerd, wat het resultaat voor hen is en waarom dit precies van belang is. De vraagstelling kan worden afgeleid uit de doelstelling en is eigenlijk de hoofdvraag van het hele onderzoek. Daarnaast geven de randvoorwaarden de beperkingen aan die gelden voor de resultaten van het onderzoek en voor het gehele proces (De Leeuw, 2003).

Doelstelling

Inzicht verkrijgen in de invloed van corporate responsibility aspecten op de analyse en uiteindelijke ondernemingswaardering van sell-side analisten met daarbij mogelijke adviezen om deze aspecten meer te integreren in de ondernemingswaardering.

Onder corporate responsibility wordt over het algemeen verstaan:

The commitment of business to contribute to sustainable economic development, working with employees, their families, the local community and society at large to improve their quality of life (WBCSD, 2004). In dit onderzoek zal ik mij beperken tot de groep van mainstream sell-side analisten, aangezien sell-side analisten zeer invloedrijk zijn in de financiële wereld (WBCSD, 2002). Mainstream sell-side analisten produceren waarderingen, aan- dan wel verkoopadviezen en prognoses voor vooral aandelen (maar ook andere gerelateerde vermogensproducten). Daarbij focussen zij zich vooral op de aandelen van de grotere ondernemingen zoals de AEX en AMX. Deze research producten zijn zeer invloedrijk aangezien deze gebruikt

(10)

worden door een zeer grote groep bestaande uit onder andere: particuliere investeerders, asset managers, rating bureaus en hun klanten. Dus de invloed van corporate responsibility aspecten op de analyse en uiteindelijke ondernemingswaardering van sell-side analisten, bepaalt voor een groot gedeelte de waardering van de markt voor resultaten op het gebied van corporate responsibility (WBCSD, 2004).

Vraagstelling

In hoeverre en op wat voor manier integreren mainstream sell-side analisten corporate responsibility aspecten en welke aanbevelingen zijn er voor verdere integratie van deze corporate responsibility aspecten in hun analyse en waardering en dan vooral met betrekking tot de verslaggeving op dit gebied?

Deelvragen

Wat is corporate responsibility?

Wat is de taak van mainstream sell-side analisten?

Wat is de huidige stand van zaken betreffende corporate responsibility verslaggeving?

Wat zijn de drijfveren voor corporate responsibility voor ondernemingen? Is er een relatie tussen corporate responsibility en de ondernemingswaarde? Wat is de conclusie van eerdere wetenschappelijke onderzoeken op dit gebied? In welke mate worden corporate responsibility aspecten geïntegreerd in de analyse en waardering van mainstream sell-side analisten?

Welke adviezen/aanbevelingen zijn er om corporate responsibility aspecten volledig te integreren in de analyse en waardering van mainstream sell-side analisten?

Wat zou de best practice (vanuit het oogpunt van de analisten) en dus aanbevelingen zijn wat betreft de corporate responsibility aspecten in de externe verslaggeving?

Randvoorwaarden

Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van KPMG Sustainability te Amstelveen in de periode van februari 2006 tot juni 2006.

1.3 Methodologische verantwoording

Methodologische verantwoording bestaat uit het type onderzoek, de onderzoekseisen en de onderzoeksmethoden.

1.3.1 Type onderzoek

Er zijn vijf verschillende typen onderzoek (De Leeuw, 2003) te onderscheiden, namelijk: 1. Zuiver wetenschappelijk onderzoek

2. Maatschappelijk relevant onderzoek 3. Beleidsrelevant onderzoek

4. Beleidsondersteunend onderzoek 5. Probleemoplossend onderzoek

Het type ‘beleidsondersteunend onderzoek’ ligt ten grondslag aan dit onderzoek. Beleidsondersteunend onderzoek beoogt concrete (in de probleemstelling gespecificeerde) kennis op te leveren die bruikbaar is in een specifieke situatie van (een)

(11)

aanwijsbare klant(en) en een gedeelte van de totale kennisbehoefte bevredigt (De Leeuw, 2003).

In dit onderzoek is de aanwijsbare klant de business unit KPMG Advisory en dan vooral de afdeling Sustainability te Amstelveen. In de probleemstelling heb ik de beoogde kennis gespecificeerd en deze informatie is bruikbaar in verschillende situaties. De beoogde kennis is: de mate waarin en op welke manier sell-side analisten corporate responsibility aspecten meenemen in de analyse en waardering van ondernemingen met daarnaast aanbevelingen voor verdere integratie van deze aspecten. Deze kennis is een gedeelte van de kennis die bijvoorbeeld gebruikt kan worden voor de advisering van klanten ten aanzien van corporate responsibility aspecten in de verslaggeving.

1.3.2 Onderzoekseisen

Volgens De Leeuw (2003) zijn de resultaten van een onderzoek bruikbaar als deze aan de eisen van relevantie en deugdelijkheid is voldaan. De relevantie en deugdelijkheid van een onderzoek bepalen ook de kwaliteit van het uiteindelijke onderzoek.

De kennis die voortkomt uit dit onderzoek is relevant aangezien dit:

- betrekking heeft op de praktische probleemsituatie; namelijk de vraag hoe analisten omgaan met corporate responsibility aspecten in de verslaggeving.

- begrijpelijk respectievelijk hanteerbaar is; onderzoek zal begrijpelijk worden opgesteld, waarbij begrippen nader zullen worden toegelicht.

- tijdig beschikbaar is; het onderzoek zal worden afgerond voor augustus 2006.

Naast het feit dat dit onderzoek relevant zal moeten zijn, is deugdelijkheid ook een noodzakelijke eis. Deugdelijke kennis is juist, controleerbaar, precies en consistent. Een duidelijke typering van de begrippen dragen bij aan de deugdelijkheid van dit onderzoek. Daarnaast zullen voor dit onderzoek meerdere interviews worden afgenomen. Deze interviews zullen semi-gestructureerd zijn, waarbij de uitwerkingen zullen worden teruggelegd bij de geïnterviewden zodat eventueel onjuistheden kunnen worden voorkomen.

1.3.3 Onderzoeksmethoden en aanpak

De Leeuw (2003) beschrijft het ‘klassieke plan van aanpak’ om een onderzoek schematisch in te richten. Dit plan van aanpak ziet er als volgt uit:

1) Probleemstelling.

2) Opzet van het onderzoek. 3) Verzamelen van gegevens. 4) Analyse.

5) Rapportage.

De eerste twee stappen zijn in dit hoofdstuk uiteengezet. Voor het verzamelen van gegevens, de derde stap, kan gebruik worden gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden (Baarde en de Goede, 1997):

o Gebruik maken van bestaande informatie. o Verkrijgen van gegevens via observatie.

o Verkrijgen van gegevens via schriftelijk of mondeling interview.

Voor dit onderzoek zal gebruik worden gemaakt van de eerste en derde onderzoeksmethode. In eerste instantie zal gebruik worden gemaakt van bestaande

(12)

worden afgenomen om na te gaan of en op welke manier sell-side analisten corporate responsibility aspecten integreren in de analyse en uiteindelijk ondernemingswaardering. .

1.4 Theoretische verantwoording

In dit kader wordt aangegeven welke literatuur wordt gebruikt als basis voor de literatuurstudie.

De literatuur voor mijn theoretische deel komt vooral uit recente publicaties van organisaties zoals: SustainAbility, Innovest, World Council for Sustainable Development, Accountability, Coreratings enz. Deze organisaties houden zich intensief bezig met onderzoek naar corporate responsibility en dus ook naar de relatie tussen corporate responsibility en de waarde van een onderneming.

1.5 Leeswijzer

In het vorige gedeelte is de ondezoeksopzet beschreven. In de navolgende hoodstukken zullen de deelvragen worden behandeld. Hierbij zal er per hoodstuk één deelvraag aan bod komen.

Hoodstuk 2: Wat is corporate responsibility?

Hoodstuk 3: Wat is de taak van mainstream sell-side analisten?

Hoodstuk 4: Wat is de huidige stand van zaken betreffende corporate responsibility verslaggeving?

Hoodstuk 5: Wat zijn de drijfveren voor corporate responsibility voor ondernemingen?

Hoodstuk 6: Is er een relatie tussen corporate responsibility en de ondernemingswaarde?

Hoodstuk 7: Wat is de conclusie van eerdere wetenschappelijke onderzoeken op dit gebied?

Hoodstuk 8/9: In welke mate worden corporate responsibility aspecten geïntegreerd in de analyse en waardering van mainstream sell-side analisten?

Hoodstuk 10: Welke adviezen/aanbevelingen zijn er om corporate responsibility aspecten volledig te integreren in de analyse en waardering van mainstream sell-side analisten? En daarbij welke aanbevelingen kunnen er worden gedaan ten aanzien van de corporate responsibility verslaggeving? In hoofdstuk 11 is er een aanbeveling, model waarbij corporate responsibility aspecten kunnen worden geïntegreerd, verder worden uitgewerkt. In het laastste hoofdstuk vindt u de conclusie van dit onderzoek.

(13)

2. Corporate responsibility

Zoals in het vorige hoofdstuk is weergegeven is het spelingsveld van maatschappelijk verantwoord ondernemen flink in beweging. Hierdoor zijn in de wetgeving, besluitvorming binnen ondernemingen en literatuur veel verschillende begrippen ontstaan. Om een eenduidige begripsvorming te hanteren, zullen in dit hoofdstuk de belangrijkste begrippen rond maatschappelijk verantwoord ondernemen beschreven worden waarna voor het verdere verslag één begrip zal worden gehanteerd.

Hieronder worden de belangrijkste begrippen volgens de World Business Council for Sustainable Development weergegeven (daarbij is deze lijst zeker niet uitputtend):

• Triple P

• Sustainability

• Corporate Citizenship

• Corporate Responsibility

• Corporate Social Responsibility

In het navolgende worden deze begrippen nader toegelicht.

2.1 Triple P

Het Triple P concept (Triple Bottom Line) steunt op drie pijlers van maatschappelijk verantwoord ondernemen, namelijk People, Planet en Profit.

People

Tot het domein People worden de prestaties gerekend op sociaal-ethisch gebied. Hoe gaat het bedrijf om met haar personeel en hoe presteert zij op het gebied van sociale cohesie (de maatschappij in ruimere zin)? Thema's die hier spelen zijn: behartiging mensenrechten, omkoping en fraude, kinderarbeid, man-vrouw verhoudingen, armoedevraagstuk, diversiteit en discriminatie, medezeggenschap, gedragscodes en dergelijke. Vanuit de Triple P-gedachte wordt voor de mensen rondom de onderneming een onderscheid gemaakt tussen human capital (het menselijk kapitaal) en social capital (het sociaal kapitaal). Het human capital wordt afgemeten aan gezondheid, ontwikkeling en vaardigheden van de direct bij de onderneming betrokkenen: de werknemers. Het social capital wordt gemeten in vertrouwen, respect voor mensenrechten, bevorderen van democratische processen, relaties tussen gemeenschappen en filantropie.

Planet

Tot het domein Planet worden de prestaties gerekend op het gebied van milieu in ruime zin. Elke onderneming heeft namelijk een impact en invloed op het milieu. Bij milieuaspecten kan gedacht worden aan: Milieuzorg, ketenbeheer, eco-efficiency, schoner produceren, duurzame technologieontwikkeling, duurzame bedrijventerreinen, energiebeleid en afvalstoffen.

Profit

Tot het domein Profit behoren logischerwijs de financiële prestaties van de onderneming maar niet alleen de pure financiële prestaties van de onderneming. Het gaat meer om economische zaken. Hier spelen thema's als: werkgelegenheid, investeringen in infrastructuur, locatiebeleid, politieke betrokkenheid, uitbesteding, economische effecten van de diensten en producten.

Ook vanuit het financiële perspectief heeft de onderneming een verantwoordelijkheid naar een grote groep andere belanghebbenden die financieel in meerdere of mindere

(14)

onderneming geproduceerde goederen of geleverde diensten. De gerichtheid op winst (op lange termijn) moet de financiële basis voor de continuïteit van de onderneming verschaffen. Profit vormt daarmee de basis en randvoorwaarde voor het goed vormgeven van de twee andere dimensies van verantwoord ondernemen.

De aspecten people, planet en profit dienen in balans te zijn en beïnvloeden elkaar. Zo bepaalt de financiële draagkracht van de onderneming de speelruimte op het gebied van sociaal maar ook op milieugebied. Deze investeringen zijn ook weer van invloed op het gebied van milieu en sociale investeringen.

2.2 Sustainability

Sustainability of sustainable development is een begrip, dat internationaal wordt gehanteerd om duurzaamheid of duurzaam ondernemen aan te duiden. Dit begrip is in het Brundtland Report (WCED, 1987) uitgewerkt en omvat het beginsel, dat het huidige handelen geen beperkingen mag opleggen aan de economische en sociale mogelijkheden en de kwaliteit van het milieu voor komende generaties.

Development that meets the needs of the present without compromising the ability of future generations to meet their own needs.

De SAM Group (PwC en SAM, 2006) omschrijft corporate sustainability op de volgende manier:

an approach to business that creates shareholder value by embracing opportunities and managing risks deriving from economic, environmental and social developments.

Bij sustainable development draait het om duurzaamheid. Deze gedachtegang spoort met die van Triple P, er wordt echter meer expliciet aangegeven, dat in het huidige opereren duidelijke aandacht dient te zijn voor de toekomst van de samenleving.

2.3 Corporate Citizenship

Corporate Citizenship is een aanduiding voor maatschappelijk verantwoord ondernemen die vooral wordt gehanteerd door de Verenigde Naties (The Global Compact). Doel van deze definitie is om te benadrukken dat elke onderneming net als elk ander individu dan wel groep onderdeel is van de gemeenschap. Elke onderneming heeft voordeel van de gemeenschap maar heeft ten opzichte van deze gemeenschap ook haar verplichtingen. Qua terminologie wordt uitgegaan van principes die overeenkomen met de drie perspectieven van Triple P aangevuld met een vierde perspectief: anti corruptie, waarmee ook een meer ethisch getint vraagstuk hierin wordt betrokken.

2.4 Corporate Responsbility

In de literatuur kom je de volgende definities tegen:

The commitment of business to contribute to sustainable economic development, working with employees, their families, the local community and society at large to improve their quality of life (WBCSD, 2004). The integration of business operations and values whereby the interests of all stakeholders, including customers, employees, investors and the environment are reflected in the organisations policies and actions.i Dit principe ligt dichtbij het feit dat alles ‘sustainable’ moet zijn oftewel dat niet alleen naar de financiële consequenties van een beslissing maar ook naar de sociaal en

(15)

De verschillen in uitleg zijn marginaal. Het begrip sustainable development wordt in veel gevallen gebruikt in een concrete relatie met de drie perspectieven van Triple P: het milieu, sociaal en economisch perspectief.

2.5 Corporate Social Responsibility

De World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) heeft Corporate Social Responsibility als volgt gedefinieerd (WBCSD, 2004):

“The commitment of business to contribute to sustainable economic development, working with employees, their families, the local community and society at large to improve their quality of life.”

Deze definitie bevat elementen van de invloed van de onderneming op de gemeenschap, behandeling van werknemers, ethische kwesties, diversiteit en milieu. De term corporate social responsibility is volgens de WBCSD over zijn hoogtepunt heen, aangezien het vaak gebruikt wordt met een zeer ruime interpretatie van pure filantropie tot totale sociale verantwoordelijkheid. Daarnaast kan het begrip ‘social’ in de terminologie misleidend zijn, aangezien het ook gaat om bijvoorbeeld milieuaspecten en niet puur om sociale aspecten.

Om in dit verslag een eenduidige formulering te hanteren, wordt in het vervolg het begrip corporate responsibility gebruikt. Enerzijds omdat uit onderzoek door Ernst & Young (2002) is gebleken, dat bij de door hen geïnterviewde ondernemingen de begrippen sustainable development en corporate responsibility de meest gehanteerde begrippen zijn als het gaat om het benoemen van de maatschappelijk georiënteerde beleidsvoornemens. Daarnaast wordt deze definitie ook door de WBCSD (2004) aanbevolen

(16)

3. Mainstream sell-side analisten

Het onderzoek draait om mainstream sell-side analisten. Hieronder zal kort worden beschreven wat de functie en taak is van mainstream sell-side analisten.

Van der Tiel (2003) geeft de volgende definite van de taak van mainstream sell-side analisten:

Mainstream sell-side analisten produceren waarderingen, aan- dan wel verkoopadviezen en prognoses voor vooral aandelen (maar ook andere gerelateerde vermogensproducten).

De voorzitter van het AIMR, Amerikaanse beroepsorganisatie voor financiële analisten, legde na het Enron debacle de volgende verklaring af over de functie van analisten: “These analysts are assigned companies and industries to follow, are expected to research fully these companies and the industries in which they operate, and to forecast their future prospects. Base don this analysis, and using appropriate valuation models, they must then determine an appropriate fair price for the company’s securities. After comparing this fair price to the current market price, the analyst is able to make a recommendation. If the analyst’s “fair price” is significantly above the current market price it would be expected that the stock be rated a buy or market outperform.”(Stowe e.a., 2002).

Dit citaat geeft aan dat analisten zelf als hun taak zien om bedrijven te waarderen, rekening houdend met alle relevante aspecten die een invloed zouden kunnen hebben op de waardebepaling van een onderneming.

Dus als mainstream sell-side analisten goede adviezen willen geven over aandelen (en andere vermogensproducten) dan zullen zij alle relevante aspecten moeten integreren in hun analyse. Als er dus een positieve relatie is tussen de mate van corporate responsibility en de financiele resultaten van een onderneming, dan zouden de mainstream sell-side analisten ook de prestaties op het gebied van corporate responsibility moeten analyseren.

(17)

4. Stand van zaken in corporate responsibility verslaggeving

Doelstelling van dit onderzoek is onder andere om aanbevelingen te geven voor mogelijke verbeterpunten van de verslaggeving op het gebied van corporate responsibility. In dit hoofdstuk wordt de huidige stand van zaken ten aanzien van corporate responsibility verslaggeving weergegeven. Hierbij zal allereerst worden weergegeven wat de huidige wet en regelgeving is, vervolgens zullen de meest gebruikte richtlijnen worden besproken. In de derde paragraaf zullen ook enkele belangrijke trends voor de toekomst worden besproken.

4.1 Wet en regelgeving

In Nederland bestaat er geen expliciete wetgeving op het gebied van corporate responsibility. De wetgevende instanties willen de ondernemingen vooral vrijwillig laten beslissen hoe zij omgaan met de corporate responsibility aspecten. Actieve ondernemingen kunnen zich op deze manier positief onderscheiden, wat volgens de wetgevende instanties in lijn is met het idee achter corporate responsibility. Wel komt er steeds meer wet- en regelgeving op gang, waarin vooral de transparantie met betrekking tot de inspanningen van de onderneming op het gebied van corporate responsibility wordt geregeld.

De basis qua wetgeving op het gebied van externe verslaggeving is de algemene stelregel van art. 391 BW 2, deze is enigszins verandert sinds 27 juli 2005. Het lijkt het erop dat het jaarverslag wordt opgerekt om ook informatie over de maatschappelijk aspecten van de bedrijfsvoering te bevatten. In art 391 stelt de wet dat het jaarverslag een getrouw beeld moet geven van de toestand per balansdatum. In overeenstemming met de omvang en de complexiteit van de rechtspersoon en zijn groepsmaatschappijen dient een evenwichtige en volledige analyse van de toestand op balansdatum te worden gegeven. Indien noodzakelijk voor het inzicht in de positie per balansdatum, dienen in deze analyse zowel financiële als niet financiële prestatie-indicatoren te worden betrokken, met inbegrip van milieu- en personeelsaangelegenheden. De regeling sluit aan bij de richtlijn 400 van de Raad voor de Jaarverslaggeving, waarin wordt geadviseerd om aandacht te besteden aan de maatschappelijke aspecten van de bedrijfsvoering.

Naar de mening van Mr. T.E. Lambooy (2006) zou men bij de term ‘niet-financiële prestatie-indicatoren’ naast milieu- en personeelsaangelegenheden kunnen denken aan:

• De mate waarin een onderneming wordt geconfronteerd met corruptie.

• De keuze om internationale ethische gedragscodes te onderschrijven, zoals de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen ofwel de Principes van het Global Compact.

• De houding van de onderneming ten aanzien van de politieke situatie van de landen waarin zij opereert.

• De reputatie van de onderneming.

De Uitvoeringswet schrijft dus voor dat informatie over zaken als milieu en personeel in het jaarverslag moeten worden opgenomen. Deze verplichting is beperkt tot alle informatie die invloed zou kunnen hebben op de ontwikkeling van de resultaten en de positie van de onderneming. Nu is het nog enigszins onduidelijk welke aspecten precies een invloed zouden kunnen hebben op de resultaten, maar duidelijk is wel dat dit steeds

(18)

breder wordt. Waarschijnlijk zal de noodzaak om over corporate responsibility aspecten te rapporten steeds vaker het geval zijn.

Naast de Nederlandse wetgeving op het gebied van corporate responsibility moeten ondernemingen met een beursnotering in de Verenigde Staten ook rekening houden met de Sarbanes Oxley Wet. De Sarbanes Oxley Wet (Sox paragraaf 404) verplicht een bestuursmededeling op te nemen in de jaarrekening over de effectiviteit van de interne financiële beheersing. Deze ‘in control statement” heeft natuurlijk ook te betrekking op de risico’s van corporate responsibility.

Een aantal grote ondernemingen heeft al gehoor gegeven aan de roep van de markt om informatie over de niet-financiële aspecten van de bedrijfsvoering. Door hen wordt sinds enige jaren vrijwillig een maatschappelijk jaarverslag gepubliceerd. In een maatschappelijk verslag wordt over het algemeen informatie gegeven over de ethische, milieu- en sociale aspecten van de organisatie en de effecten van de bedrijfsvoering op de maatschappij. Een onderneming beoogt met een maatschappelijk verslag haar stakeholders te informeren en tegelijkertijd verantwoording af te leggen. Aangezien er veel verschillende stakeholders zijn voor elke onderneming bestaat het verslag vaak uit heel veel verschillende informatie, wat ook nog eens te gedetailleerd is en dus zeer ontoegankelijk voor de verschillende stakeholders. Uit onderzoek van KPMG (KPMG en UvA, 2005) blijkt dat er qua inhoud van de corporate responsibility verslaggeving veel meer aandacht aan zou moeten worden besteed, zodat toekomstige verslagen aan de informatiebehoefte van de stakeholders kunnen voldoen.

4.2 Richtlijnen voor verslaggeving

De vraag is nu hoe ondernemingen precies invulling moeten geven aan de wetgeving op het gebied van corporate responsibility. Hiervoor zijn richtlijnen uitgegeven door zowel de General Reporting Initiatie (GRI) en de Raad van Jaarverslaggeving, waarbij de GRI richtlijnen over het algemeen leidend zijn (zie tabel 1).

Referentie Percentage GRI guidelines 40 Stakeholder consultation 21 Other (national standards) 13 Business Principles 3 AA 1000 principles <1 Risk Assessment <1

Tabel 1: Hoe bepalen ondernemingen de inhoud van het CR report (KPMG en UvA, 2005)

De GRI is een ‘multi-stakeholder process’ en een onafhankelijke organisatie en bestaat uit een samenwerking van ondernemings, accountancy-, investerings-, milieu- en mensenrechten organisaties. De missie van GRI is om algemeen toepasbare ‘sustainability reporting guidelines’ te ontwikkelen. Deze richtlijnen kunnen op vrijwillige basis worden toegepast door ondernemingen en zijn opgedeeld in de economische, omgevings- en sociale dimensies. De laatste richtlijnen van GRI zijn van 2002 en er is nu een proces gaande om deze te verbeteren. Het resultaat zal ‘the third generation of GRI Guidelines’, beter bekend als G3, zijn en zal waarschijnlijk in oktober 2006 gepubliceerd worden.

(19)

4.3 Trends in corporate responsibility verslaggeving

Steeds meer ondernemingen integreren corporate responsibility aspecten, zowel in de vorm van een apart verslag als onderdeel van het jaarverslag, in de externe verslaggeving. Van de G250 (250 topondernemingen van de Fortune 500) geeft 52 % een separaat corporate responsibility verslag uit in 2005 ten opzichte van 45 % in 2002 (KPMG en UvA, 2005), daarnaast integreert 64 % van de G250 corporate responsibility aspecten in de externe verslaggeving dan wel als separaat verslag dan wel als onderdeel van het jaarverslag. In Nederland, gemeten naar de N100 (100 grootste ondernemingen op basis van omzet), is het percentage ondernemingen dat corporate responsibility aspecten integreert in de externe verslaggeving veel lager, namelijk ongeveer 35 %.

Ondernemingen kunnen ten aanzien van de verslaggeving van corporate responsibility verschillende houdingen aannemen. Kemp (2001) onderscheidt hierbij drie verschillende houdingen (zie figuur 1).

Figuur : Houding ten aanzien van corporate responsibility verslaggeving

De reactieve houding bestaat uit de minimale compliance, men voldoet alleen aan de wetgeving. Men reageert alleen als de wetgeving wordt veranderd (uitgebreid). Conviction is een stapje verder, waarbij de leiders van een onderneming overtuigd zijn van het feit dat een onderneming een maatschappelijk goed beleid moet voeren. Dit leidt vaak tot een actievere houding maar vaak ook tot halve maatregelen. De meest actieve houding ten aanzien van corporate responsibility verslaggeving is ‘commitment’. Men is volledig overtuigd van de corporate responsibility en wil daarin ook leidend zijn. De ondernemingen hebben een vergevorderd ‘measurement’ systeem waarbij men weet wat de invloed is van corporate responsibility aspecten op de waarde van een onderneming. Volgens Maler verandert de houding van ondernemingen langzamerhand van reactieve naar conviction, waarbij er een kleine groep ondernemingen zijn die volledige commitment hebben. Deze trend zal zich volgens Maler alleen maar doorzetten in de toekomst

In het rapport Risk & Opportunity (Elkington, 2004) wordt gekeken naar de toekomst van de verslaggeving en dan vooral op het gebied van corporate responsibility. Hier worden vier trends geschetst:

 Standaardisatie. Een trend naar meer universele verslaggevingstandaarden voor niet-financiële verslaggeving, hierbij zal het makkelijker worden om verslagen te vergelijken.

 Consolidatie. Veel van de huidige concepten, inhoud en vorm van niet-financiële verslaggeving verdwijnen. Veel verhalen en ontoegankelijke stukken worden

Reactive

Conviction

Commitment

Minimale compliance en reactief gedrag ten opzichte van peers.

Leiders zijn ‘committed’. Gedeeltelijk

geïmplementeerd .

(20)

verwijderd, waarbij corporate responsibility niet meer een extra stuk verslaggeving is maar is geïntegreerd.

 Regulatie. Toenemende regulering, in de vorm van wet en regelgeving, op het gebied van niet-financiële verslaggeving. Minder vrijheden met betrekkingen tot verslaggeving, waarbij de focus dus meer komt op ‘compliance’ in plaats van ‘experimentation’.

 Integratie. Toenemende integratie van financiële en niet-financiële verslaggeving.

4.4 Conclusie

De verslaggeving op het gebied van corporate responsibility is volop in beweging. Steeds meer ondernemingen betrekken niet financiële indicatoren in de externe verslaggeving, deze indicatoren integreren steeds meer in de traditionele vooral financieel gerichte verslaggeving. De richtlijnen van GRI zijn leidend voor de verslaggeving en ook deze zullen per september worden herzien. De verslaggeving op het gebied van corporate responsibility is nog relatief nieuw en er zullen dan ook nog veel verbeteringen mogelijk zijn en nodig zijn in de toekomst om te voldoen aan de eisen van alle stakeholders (Lambooy, 2006).

(21)

5. Drijfveren voor corporate responsibility

In dit hoofdstuk zullen de achterliggende drijfveren voor de toenemende invloed van corporate responsibility worden weergegeven. Wat zijn nu precies de drijfveren voor onderneming om steeds meer te doen aan corporate responsibility.

5.1 Drijfveren voor corporate responsibility

Er zijn voor ondernemingen een veelheid aan drijfveren voor (meer) corporate responsibility. Hieronder volgen de belangrijkste drijfveren (deze lijst is niet uitputtend):

o Het concept van ondernemingsrisico wordt steeds groter. o Betere reputatie.

o Hogere mate van werknemerstevredenheid. o Innovatie en leren.

o Steeds meer onderzoek op het gebied van de effecten van corporate responsibility.

o Toegang tot kapitaal.

o Langere termijn wordt belangrijker voor eigenaren van eigen vermogen.

o Toenemende rol van ‘active ownership’ en onderzoek van mainstream analisten. o Groeiende invloed van corporate responsibility fondsen.

o Nieuwe wetten en regelgeving maar ook de vereisten om aan de aandelenbeurs te zijn verbonden zijn strenger geworden.

o De onderneming ‘in control’. o Nieuwe internationale normen. o Persoonlijke opvattingen.

Bovenstaande drijfveren worden hieronder kort toegelicht. - Het concept van ondernemingsrisico wordt steeds groter.

In het verleden werden veel factoren niet beschouwd als dat ze een mogelijk materieel effect zouden kunnen hebben op ondernemingen.

"Informatie is materieel indien het weglaten of het onjuist weergeven daarvan de economische beslissingen die gebruikers op basis van de jaarrekening nemen, zou kunnen beïnvloeden.” (RAC, 2005)

Door veel nieuwe ervaringen in de vorm van teleurgang van ondernemingen, milieurampen, problemen rond mensenrechten is het ondernemingsrisico steeds breder geworden. Langzamerhand worden omvangrijke sociaal- en milieuproblemen als belangrijke strategische kwesties gezien binnen veel ondernemingen. Daarbij worden vooral de volgende problemen genoemd (WEF, 2005):

• Klimaatverandering wordt als een steeds groter probleem ervaren en er komt steeds meer druk om er ook echt wat aan te doen. Dit is niet alleen van strategisch belang voor de energie en automobielsector maar ook op veel andere sectoren kan het een impact hebben zoals: agricultuur tot zelfs financieel. (Ambachtsheer, 2005)

• Het wordt steeds belangrijker om de sociale en milieurisico’s van de gehele supply chain te managen. Men moet ook kijken hoe de aanbieders met corporate responsibility aspecten omgaat als werkomstandigheden en milieurisico’s. Hierbij wordt gedacht aan de fair trade rond de agricultuur business, dan wel de werkomstandigheden bij veel fabrieken in ontwikkelingslanden (zoals kinderarbeid).

• De distributie en het gebruik van producten brengt ook risico’s (maar ook mogelijkheden) met zich mee. Zo moet de alcoholindustrie steeds meer doen aan de problemen die het gebruik van alcoholproducten met zich meebrengt.

(22)

Ondernemingen in deze industrie promoten steeds vaker het verantwoordelijke drinken (drink met mate).

• Essentiële producten moeten voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn. Dit is vooral een groot punt op de agenda bij veel ondernemingen in de farmaceutische industrie. Ook in ontwikkelingslanden moeten (relatief dure) medicijnen voor iedereen verkrijgbaar zijn.

• Transparantie tussen overheden en onderneming wordt steeds groter om corruptie tegen te gaan.

- Betere reputatie

Het succes van elke onderneming is afhankelijk van de relatie met haar belanghebbenden en daarbij dan vooral de relatie met haar klanten. Als een onderneming de relatie met haar belanghebbenden kan verbeteren zal dat waarde creëren. In een onderzoek in Engeland is naar voren gekomen dat 44 % van de klanten het zeer belangrijk vindt dat een onderneming een hoge mate van corporate responsibility heeft (MORI, 2004). Daarbij heeft 86 % van de klanten een positiever beeld van een onderneming als zij iets doen om de wereld ‘beter’ te maken. Hieruit blijkt al wel dat corporate responsibility kan leiden tot een betere reputatie en dit kan dan uiteindelijk weer veel waarde toevoegen voor een onderneming.

- Hogere mate van werknemerstevredenheid

Corporate responsibility zal uiteindelijk leiden tot een hogere mate van werknemerstevredenheid. Mensen willen over het algemeen werken voor organisatie die dezelfde normen en waarden bezitten als zijzelf als persoon. Uit onderzoek van BITC (BITC, 2003) blijkt dat drie van de vijf mensen willen werken bij een onderneming die qua waarden en normen overeenkomt met zichzelf, daarnaast werken mensen graag voor ‘responsible’ ondernemingen.

Corporate responsibility biedt ook extra mogelijkheden op de arbeidsmarkt. ‘Goed werkgeverschap’ kan zich uiten in een bewust personeelsbeleid dat ruimte biedt aan de inbreng en eigen verantwoordelijkheid van werknemers en inspeelt op hun behoefte aan zorgvoorzieningen. Door corporate responsibility kan de werkgever een goede reputatie op de arbeidsmarkt opbouwen. Hierbij is sociale binding van medewerkers met de onderneming een zeer belangrijk middel voor het kunnen aantrekken van de juiste mensen. R. Reich (Reich, 2000) heeft zes sociale middelen beschreven om deze binding te bewerkstelligen, namelijk: Inkomen naar prestatie, aansprekende missie, leermogelijkheden, plezier op het werk, trots op de werkomgeving en evenwicht met het privé leven. Als een werkgever beter scoort op deze zes punten dan haar concurrenten dan zal deze onderneming beter in staat zijn om de juiste werknemers aan te trekken. - Innovatie en leren

In een onderzoek van Shell werd vastgesteld dat meer dan een derde van de ondernemingen die in 1970 in de Fortune 500 stonden zijn verdwenen en zij bepaalden dat de gemiddelde levensduur van een onderneming minder is dan 40 jaar (Geus, 1988). Een oorzaak hiervan is dat veel organisaties heel slecht omgaan met innovatie en met leeraspecten. Recent bewijs suggereert dat corporate responsibility ondernemingen stimuleert tot meer creativiteit en leren (BITC, 2003). Ook werknemers en CEO’s geloven in het feit dat organisaties met een hoge mate van corporate responsibility creatiever zijn dan ondernemingen met een mindere mate van corporate responsibility.

(23)

Dus ondernemingen zullen door corporate responsibility over het algemeen in staat zijn om te overleven.

- Steeds meer onderzoek op het gebied van de effecten van corporate responsibility.

Grotere beschikbaarheid van onderzoek omtrent corporate social responsibility oftewel ondernemingen kunnen er nu wat meedoen (Ambachtsheer, 2005) en uit veel onderzoek blijkt dat er een relatie is te zien tussen corporate responsibility en de financiële resultaten van een onderneming.

- Toegang tot kapitaal

Een betere toegang tot kapitaal is ook een drijfveer voor corporate responsibility. Zo blijkt uit onderzoek dat:

• Investeerders kijken steeds meer naar de prestaties van ondernemingen op het gebied van sociale- en milieuaangelegenheden. Meer dan de helft van de analisten en twee derde van de investeerders gelooft dat ondernemingen die de resultaten op deze gebieden benadrukt interessant is voor investeerders (BITC, 2001).

• Private equity fondsen ontwikkelen steeds meer instrumenten en technieken om de risico’s op het gebied van milieu- en sociale kwesties, zodat deze kunnen worden meegenomen in analyses.

• Banken ontwikkelen ook steeds effectievere instrumenten om deze risico’s in te

schatten. Daarbij zijn banken zeer actief op het gebied van het financieren van projecten op het milieu en sociale gebieden.

• Algemene maar vooral lijfsverzekeraars integreren corporate responsibility aspecten in haar berekeningen.

De boodschap die hieruit naar voren komt is duidelijk, als men als onderneming toegang wil hebben tot kapitaal dan is corporate responsibility zeer belangrijk.

Daarnaast is de groeiende invloed van corporate responsibility fondsen, zoals de Dow Jones Sustainability Index en de FTSE4Good, ook zeer belangrijk. 31 December 2005 bestond de Dow Jones Sustainability Index uit 58 verschillende sectoren en uit meer dan $ 3.3 biljoen. Inmiddels is dit fonds zeer significant geworden in de investeringswereld en willen bijna alle gerenommeerde ondernemingen opgenomen worden in dit fonds. Om te worden opgenomen in dit fonds moet men voldoen aan bepaalde mate van corporate responsibility. Dus door de groeiende invloed van onder andere de Dow Jones Sustainability Index komt er steeds meer druk voor ondernemingen op corporate responsibility.

- Langere termijn wordt belangrijker voor eigenaren van eigen vermogen.

Een andere drijfveer is de consolidatie van de investeringsgemeenschap. Zo is uit onderzoek van World Economic Forum (WEF, 2005) gebleken dat bijna 50 % van de London Stock Exchange te Engeland beheerd wordt door pensioenfondsen, verzekeringsondernemingen en institutionele aandeelhouders. Deze investeerders zijn meer gericht op de lange termijn dan de normale privé belegger. Werknemers investeren in pensioenfondsen met oog voor de lange termijn namelijk levensonderhoud als ze stoppen met werken dan wel een ander lange termijn financiële behoeften. Op de langere termijn gaan sociale en omgevingsrisico’s een steeds grotere rol spelen in de waarde van een onderneming. Zo hoeft een serieus probleem of zeer goede mogelijkheid voortkomend uit sociale- dan wel milieuaspecten zich niet voor te doen op de korte termijn maar dit kan zich mogelijk wel voordoen op de langere termijn. Zo stelt Richard

(24)

Murray, hoofd van Swiss Re, dat zij geen zaken meer doen met ondernemingen die niet rekening houden met problemen als klimaatverandering.

- Toenemende rol van ‘active ownership’ en onderzoek van mainstream analisten Steeds meer institutionele investeerders zijn actiever geworden om het beleid van ondernemingen op het gebied van corporate responsibility te verbeteren. Zo zei Phil Angelides (Ceo van een groot Amerikaans pensioenfonds) het volgende:

In global warning, we are facing an enormous risk to the US economy and to retirement funds that Wall Street has so far chosen to ignore. The corporate scandals over the last couple of years have made it clear that investors need to pay more attention to corporate practices that affect long-term value. We must take it upon ourselves to identify the emerging environmental challenges facing the companies in which we are shareholders, to demand more information, and to spur needed actions to respond to those challenges (Schwab en Samans, 2004).

Ook zijn er steeds meer tekenen dat grote financiële instituten als, SwissRe, JP Morgan dingen als klimaat verandering en eco-efficientie meenemen in hun analyse van de materiele ondernemingsrisico’s (Ambachtsheer, 2005).

- Nieuw wetten en regelgeving maar ook de vereisten om aan de aandelenbeurs te zijn verbonden zijn strenger geworden.

Nieuwe wet en regelgeving heeft de interesse van investeerders voor corporate responsibility flink vergroot. Naast deze wet en regelgeving zijn er ook verschillende ‘listing requirements’ strenger geworden, zo zijn de vereisten voor de aandelenbeurs in Australië flink verscherpt op het gebied van niet-financiële informatie. Naast de benodigde financiële informatie moet er voor een ‘listing’ ook veel niet-financiële informatie worden gepubliceerd vooral op het gebied van milieu en sociale aspecten. - Nieuwe internationale normen

Er worden door internationale gouvernementele organisaties steeds meer normen gepubliceerd op het gebied van corporate responsibility. Al hebben deze organisaties minder invloed dan de wet- en regelgeving is haar invloed zeer significant. Een van de belangrijkste intergouvernementele organisaties in relatie tot maatschappelijk verantwoord ondernemen is de Verenigde Naties. Vanuit de Verenigde Naties is een aantal initiatieven geïnitieerd en/of ondersteund die resulteerden in afspraken en richtlijnen ten aanzien van corporate responsibility voor overheden, bedrijven en maatschappelijke groeperingen en burgers. Een belangrijk initiatief van de Verenigde Naties is het United Nations Environmental Programme (UNEP). UNEP is in 1972 opgericht om duurzame ontwikkeling te stimuleren. UNEP participeert in tal van initiatieven op het gebied van duurzame ontwikkelingen. Een ander initiatief van de Verenigde Naties is The Global Compact. Dit initiatief is gelanceerd tijdens het World Economic Forum in Davos op 31 januari 1999. Het is een mondiaal raamwerk dat bedrijven op basis van vrijwilligheid moet helpen om duurzame groei, goed burgerschap en betrokken en creatief leiderschap te ontwikkelen. Daarnaast zijn er nog vele andere initiatieven van de VN zoals: United Nations Framework on Climate Change (UNFCCC), International Labour Organization (ILO), Agenda 21, Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Naast de wetgeving en de internationale gouvernementele organisaties zijn er ook de activistengroeperingen, zoals Greenpeace en Amnesty International, die een steeds grotere rol hebben in de druk naar meer corporate responsibility.

(25)

- De onderneming ‘in control’

Het management van een onderneming moet altijd positief kunnen antwoorden op de vraag of de onderneming in control is. Hierdoor zal er voortdurend een uitgebreide risicoanalyse met betrekking tot de onderneming dienen te worden uitgevoerd. Bij de uitvoering van een dergelijke risicoanalyse zullen vele (deel)vragen aan de orde komen die een directe relatie hebben met aspecten van corporate responsibility. Risico’s ten aanzien van milieu-implicaties, risico’s die samenhangen met de strategie en het handelen richting het personeel, risico’s vanuit ethische vraagstukken en uiteindelijk financiële risico’s. De ondernemingsleiding zal op basis van deze risicoanalyse maatregelen moeten nemen om risico’s te reduceren en op grond daarvan beslissingen nemen op het gebied van corporate responsibility.

In het verlengde van het voorgaande zal het management van een onderneming claimmijdend gedrag vertonen. Dit kan een reden zijn om mee te gaan in ontwikkelingen of regelgeving toe te passen.

-Persoonlijke opvattingen

Een motivatie voor corporate responsibility kan natuurlijk ook voortkomen uit de persoonlijke opvattingen van de ondernemer. De keuze voor een bepaalde rolopvatting kan direct voortvloeien uit opvattingen over wat hoort, en daarmee ingegeven zijn door idealisme en ethische opvattingen van de persoon van de ondernemer. Over het algemeen komt de persoon van de individuele ondernemer in het midden- en kleinbedrijf het meest markant naar voren. Veelal geldt des te kleiner het bedrijf, des te bepalender de persoonlijke motivatie en betrokkenheid kunnen zijn voor het maatschappelijk ondernemen. De persoonlijke ethiek van de ondernemer kan rechttoe, rechtaan zijn oftewel “Ik wil ondernemen met respect. Alleen als het goed is voor jezelf én voor anderen.” Zij kan ook een diepere behoefte aan zingeving, aan spiritualiteit weerspiegelen. Een voorbeeld (Klamer, 1995) daarvan is de opvatting dat ondernemen een opdracht inhoudt tot integratie: tussen de medewerkers onderling en met de leiding; tussen de producten en processen van de onderneming en verschillende maatschappelijke behoeften en belangen; en tussen de persoonlijke gevoelens als burger en het zakelijk handelen als ondernemer.

5.2 Belangrijkste motivatie voor corporate responsibility

In het voorgaande zijn een groot aantal redenen gegeven voor de groeiende aandacht voor corporate responsibility. In tabel 2 zijn de belangrijkste overwegingen, uit onderzoek van KPMG, weergegeven voor corporate responsibility. Hieruit blijkt dat economische overwegingen de belangrijkste motivatie is voor corporate responsibility. Deze economische overwegingen komen enerzijds uit een directe relatie met verhoogde aandeelhouderswaarde als uit een indirecte relatie door verbeterde mogelijkheden, innovatie, reputatie en vermindert risico.

‘Drivers’ Percentage Economische overwegingen 74 Ethische overwegingen 53 Innovatie en leren 53 Werknemersmotivatie 47 Risk management 47

(26)

verbeterde aandeelhouderswaarde

Reputatie 27

Marktpositie 21

Versterkte relatie met aanbieders 13 Kostenbesparingen 9 Verbeterde relatie met overheden 9

Anders 11

Tabel 2: ‘Drivers’ voor corporate responsibility.

Ook de SAM (Sustainable Asset Management) heeft een analyse gemaakt van de belangrijkste drijfveren (‘core drivers’) voor corporate responsibility bij meer dan 1000 ondernemingen (Schwab en Samans, 2004). Uit dit onderzoek kwamen als belangrijkste drijfveren naar voren:

- Verbetering van de algehele reputatie (van het bedrijf dan wel merk). - Operationele efficiency.

- Werknemers motivatie en meer kans op talentvol personeel. Drivers voor corporate responsibility

0 10 20 30 40 50 60 70 80 Core drivers P e rc e n ta g e Acces to catpital Talent attraction Operationel efficiency Innovation Reputation enhancement Licence to operate Future business option creation

Figuur 2: Drivers voor corporate responsibility

5.3 Conclusie

Er zijn veel verschillende drijfveren voor de toenemende invloed van corporate responsibility in de bedrijfsvoering. Belangrijkste drijfveer zijn de economische overwegingen dus ondernemingen gaan ervan uit dat corporate responsibility een positieve invloed heeft op de financiële prestaties van een onderneming. De vraag is of deze relatie ook in wetenschappelijke artikelen en onderzoek wordt onderschreven. Dit zou namelijk betekenen dat mainstream sell-side analisten naar deze aspecten zouden moeten kijken als zij een juist advies willen geven over aandelen (en andere vermogensproducten).

(27)

6. Economische overwegingen van corporate responsibility

Economische overwegingen blijken de belangrijkste drijfveer te zijn voor ondernemingen om te investeren in corporate responsibility. In dit hoofdstuk zal worden beschreven of deze economische overwegingen ook terugkomen in de literatuur op dit gebied.

De bijdragen van de wetenschappelijke wereld op dit gebied zijn volgens Salzmann (2005) te verdelen in drie groepen. Ten eerste zijn er auteurs die beweren dat er een negatief verband bestaat tussen corporate responsibility en de financiële prestaties. Zij beschouwen corporate responsibility als een grote public relations actie en zien het als een kosten factor (Walley en Whitehead, 2005). De hogere kosten, veroorzaakt door hogere investeringen in sociale of omgevingsresultaten, zullen leiden tot hogere productprijzen, een competitief nadeel en lagere winstgevendheid. Bovendien zou corporate responsibility de strategische bewegingsvrijheid van een onderneming beperken, doordat zij de onderneming belet in bepaalde producten of regio’s te investeren.

Een tweede groep auteurs ziet juist een positief verband. Tenslotte zijn er ook nog de auteurs die geen duidelijk verband zien tussen maatschappelijke en financiële prestaties. Jeurissen (2005), Boleij (2005) en Salzmann (2005) geven aan dat er meer bewijs is voor een positieve relatie tussen corporate responsibility en de financiële resultaten van een onderneming oftewel de tweede groep auteurs.

In dit hoofdstuk zal dus duidelijk worden dat de vraagtekens in figuur 3 kunnen worden verwisseld voor een positieve relatie. Hiermee is niet gezegd dat bedrijven die extra aandacht besteden aan corporate responsibility ook altijd tot betere bedrijfsresultaten zullen komen.

Figuur 3: Invloed van corporate responsibility op de ondernemingswaarde

Het onderzoek omtrent de positieve relatie tussen corporate responsibility en de financiële resultaten van een onderneming zijn in dit hoofdstuk in drie delen opgedeeld:

o Algemene relatie tussen corporate responsibility en de ondernemingswaarde. o Relatie tussen sociale aspecten van corporate responsibility en de financiële

resultaten.

o Relatie tussen milieu aspecten van corporate responsibility en de financiële resultaten.

6.1 Corporate responsibility en ondernemingswaarde

Het bewijs voor de positieve relatie tussen corporate responsibility en de waarde van een onderneming komt vooral uit het feit dat ondernemingen die bovengemiddeld presteren op corporate responsibility gebied ook bovengemiddeld presteren op de beurs.

??????????????? Non CR contribution CR contribution - Milieu - Sociaal $$ Business Value $$ +++++++++++

(28)

In het artikel van Derwall e.a. (2005) wordt geconcludeerd dat socially responsible investing leidt tot betere resultaten. Hiervoor werden twee portfolio’s samengesteld met verschillende mate van corporate responsibility. De portfolio met een hoge mate van corporate responsibility presteerde beter dan de andere portfolio in de periode van 1995 tot 2004. Daarbij bleven de resultaten significant voor alle vormen van transactiekosten, investeringsstijl en industriespecifieke factoren.

Margolis en Walsh (2002) kwamen tot de conclusie, gebaseerd op 95 studies, dat er een positieve correlatie is tussen de resultaten op corporate responsibility gebied en de financiële resultaten van verschillende bedrijven. Maar dit zei nog niks over de significantie en de causaliteit van deze relatie. Hierna is er door Garz, Volk en Gilles (2002) een verder onderzoek gedaan en zij komen tot de conclusie:

“The findings clearly suggest that it can pay to take the ‘sustainability factor’ into account when selecting stocks. There is an additional return even after risk adjustment.”

Dus ook zij stellen dat er een positieve relatie is tussen de mate van corporate responsibility en het koersrendement van het desbetreffende aandeel van de onderneming.

In het artikel van Cerin en Dobers (2002) wordt een vergelijking gemaakt tussen de resultaten van de Dow Jones Susstainability Group Index (DJSGI) en de MSCI World Index. Hierbij bestaat de DJSGI uit ondenemingen die hoge resultaten boeken op corporate responsibility gebied, terwijl de MSCI World Index geen rekening houdt met de prestaties op corporate repsonsibility gebied. Het onderzoek komt tot de conclusie dat de DJSGI over het algemeen beter presteerd dan de MSCI World Index. Dobers en Wolff (2001) komen in een soortgelijk onderzoek tot dezelfde conclusies.

Op 27 januari 2006 presenteerde Innovest (2006) in Davos de ‘World’s 100 most sustainable companies’. De aandelenkoersen van deze ondernemingen zijn vergeleken met de MSCI World Index, hieruit blijkt dat de 100 duurzaamste ondernemingen 7,11 % beter presteren. Innovest Chief Executive Dr. Matthew Kiernan zei:

“Global companies’ performance on ESG (environmental, social and governance) issues is rapidly becoming more critical to their competiteveness, profitability and share price. The Global 100 companies showcased here today have already demonstrated that sustainability premium and we believe that they are positioned to reward their investors even more heavily in the future.”

Bovenstaande studies komen allen tot de conclusie dat er een positieve relatie is tussen de mate van corporate responsibility en het koersrendement van een onderneming.

6.2 Relatie tussen sociale aspecten van corporate responsibility en de

financiële resultaten.

De sociale aspecten zijn een belangrijk onderdeel van corporate responsibility, er zijn verschillende onderzoeken die de relatie tussen sociale aspecten van corporate responsibility en de waarde van een onderneming bevestigen.

o HR- beleid en –uitvoering

Wetzker, Strueven en Bilmes (1998) hebben het HR beleid en uitvoering vergeleken met de financiële bedrijfsdata, daarbij kwamen zij tot de conclusie dat bedrijven die relatief hoog scoren op het HR beleid en uitvoering tevens een beter aandelenrendement behaalden. De score op het HR beleid en uitvoering werd bepaald aan de hand van een ‘peoples scorecard’ bestaande uit:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In dit artikel worden de voornaamste wijzigingen die het wetsvoorstel Wet overgang van onderneming in faillissement met zich meebrengt behandeld en de gevolgen die dat heeft

Op basis van event study methodology concluderen wij dat de ERP-implementatie significant en negatief heeft bijgedragen aan de waarde van deze onderneming.. De ERP-implementatie

This human in vivo study shows the potential of DRS/FS to identify nerve branches and to differentiate them from various surrounding tissue based on tissue specific optical

Hierop inspelende, zal deze paper de invloed van cultuur, corporate governance en de bescherming van investeerders op de relatie tussen de CEO en CSR testen, waarbij

Dieselfde probleme is deur Haslam et. 19) ondervind hoewel dit nie duidelik was of die konformasie isomerie die gevolg van beperkte rotasie om die interflavonoiedbinding of

Hoofdstuk 2 schetst een aantal casussen uit de financiële sector. Voor elk van de casussen geldt dat die heeft bijgedragen aan het ontstaan van de crisis in die sector. Het

When at the end of this period the ventricular pressure falls below the aortic pressure level, the aortic valve is closed by the starting back flow from

While providing a foundation for further research, the present study highlights the need for further investigation and study into the conditions of precarity faced by women