Vraag nr. 327 van 27 juni 2002
van mevrouw ANN DE MARTELAER N2 Leuven-Diest – Streefbeeldstudie
De gewestweg N2 loopt van Leuven tot Diest over het grondgebied van een vijftal gemeenten. A a n g e-zien elke gemeente specifieke problemen ervaart rond de N2, elk zijn eigen visie heeft over het wensbeeld voor deze weg en elk bovendien een op-lossing voorstelt, is het niet gemakkelijk om tot een uniforme aanpak te komen.
Om tot een afstemming van de verschillende denk-beelden te komen, wordt een streefbeeld opgesteld voor de N2. We vernamen dat de VZW Langzaam Verkeer deze studieopdracht toegewezen kreeg. 1. Op welke basis werd de VZW Langzaam Ve
r-keer aangesteld en wat is haar specifieke op-dracht ?
2. Welke fases doorloopt deze streefbeeldstudie ? 3. Bestaat er een informatie- en
inspraakmogelijk-heid voor de bevolking ?
4. Kunnen gemeenten ondertussen nog openbare werken uitvoeren in de directe omgeving van de N2 ?
Antwoord
1. De streefbeeldstudie wordt met een algemene offerteaanvraag aanbesteed. Op basis van de in het bestek opgenomen gunningscriteria werd het studiebureau V Z W Langzaam Verkeer ge-selecteerd uit de tien ingediende offertes. De studie wordt opgemaakt met als doel het uitwerken van één geïntegreerd concept (streef-beeld) van duurzame mobiliteit over het be-doelde traject van deze gewestweg. Hierbij staat de bevordering van een multimodale en ver-keersveilige verbindingsfunctie centraal.
Concreet betekent dit het verminderen van het aantal potentiële conflictpunten, het beveiligen van de potentiële conflictpunten en het bevor-deren van de beoogde doorstroming met voor-rang voor het openbaar vervoer, alsook het re-aliseren van een kwalitatieve fietsverbinding (in het kader van de selectie als secundaire III en het fietsroutenetwerk van de provincie).
2. In een oriëntatiefase worden nogmaals de con-text en de doelstellingen geschetst, waarna een inventarisatie van de bestaande visies en be-schikbare gegevens van alle betrokken actoren ( g e m e e n t e n , p r o v i n c i e, De Lijn, . . . ) gebeurt. O p basis van deze visies worden een visie en con-cept voor de N2 opgesteld en ingevuld met mo-gelijke varianten.
De tweede fase omvat de uitwerking tot een o n t w e r p s t r e e f b e e l d . Hierin wordt de gehanteer-de visie vertaald in een stegehanteer-denbouwkundig en verkeersplanologisch ontwerp (typedwarspro-f i e l e n , inrichting van kruispunten, v e r l i c h t i n g, . . . ) . Ten slotte wordt ook een gefaseerde aanpak (een "draaiboek") uitgeschreven.
3. In de loop van de opdracht van deze studie is niet in een directe informatie- en inspraakmo-gelijkheid voor de bevolking voorzien. Dit ge-beurt wel indirect via de vertegenwoordiging van de respectieve gemeentebesturen in de stuurgroep die de opmaak van de streefbeeld-studie begeleidt.
Streefbeelden gaan over visie- en conceptvor-ming en zijn nogal abstract en onbegrijpbaar voor een leek. In deze fase kunnen er ook geen concrete vragen beantwoord worden. De bevol-king wordt daarom pas in een latere fase be-t r o k k e n , waarbij de verkeerskundige en sbe-teden- steden-bouwkundige concepten in concrete uitvoe-ringsontwerpen vertaald worden en er ook ant-woorden gegeven kunnen worden op de concre-te vragen vanwege de bevolking (parkeermoge-l i j k h e d e n , verkeerscircu(parkeermoge-latie tijdens de werken, enzovoort).