2012
Bram Vosters
Avans hogeschool Breda
Voorwoord
Als student werktuigbouwkunde aan Avans hogeschool te Breda heb ik mijn afstudeerproject
uitgevoerd bij ATD Machinery. De afstudeeropdracht heeft me inzicht gegeven over de verschillende manieren waarop sigaren verpakt kunnen worden. De verpakking waar het project om draait is de single tuck verpakking. Single tuck of etui / vouwdoosje is de handelsbenaming voor de verpakking zoals deze gebruikt gaat worden in dit project. In mijn project heb ik de ASB packer als
uitgangsmachine gebruikt, dit is echter een verpakkingsmachine voor schuifdoosjes.
ATD Machinery is een innovatieve fabrikant met een eigen engineering afdeling voor de ontwikkeling van machines en productielijnen voor het inpakken en handlen van diverse producten. De core business van ATD Machinery zijn de machines voor de sigaren industrie. Zowel voor de fabricage van sigaren als de handling en packaging daarvan zijn er al oplossingen binnen ATD of worden deze gecreëerd.
Ik heb mijn bijdrage geleverd door een onderzoek te doen naar de verschillende mogelijkheden om de single tuck verpakking te verwerken. Dit resultaat heeft vorm gekregen in dit rapport met mijn
onderzoeksresultaten en ontwerpen.
Mijn dank gaat in het bijzonder uit naar dhr. B. van der Krieken voor zijn waardevolle en goede begeleiding gedurende de afgelopen 18 weken. Ook de collega’s die open stonden voor vragen en antwoorden ben ik dankbaar.
Bram Vosters, Duizel Januari 2012
Inhoudsopgave
Voorwoord ... ii
Samenvatting. ... v
1 Inleiding. ...1
2 Doelstelling. ...2
3 Single tuck verpakking. ...3
3.1 Voorzijde: ...3
3.2 Achterzijde:...3
4 Pakket van eisen. ...4
4.1 Functionele eisen...4
4.2 Fabricage eisen. ...5
4.3 Milieu / veiligheidseisen. ...5
5 Functies van de inpakmachine. ...6
5.1 Werking van de machine...6
5.2 Functieblokschema. ...6
5.3 Machine functies. ...6
5.4 Te ontwerpen deelfuncties. ...7
6 Gekozen principes. ...9
6.1 Verantwoording gekozen principe. ...9
6.2 Werking gekozen principes. ... 10
7 Uiteindelijke ontworpen deelfuncties. ... 12
7.1 Planopakker: ... 12
7.2 Achterzijde sluiten... 13
7.3 Voorzijde openen / open houden... 14
7.4 Zijflappen sluiten. ... 14
7.5 Voorzijde sluiten. ... 15
8 De single tuck packer. ... 16
8.1 Complete machine. ... 16
8.2 Bovenplaat. ... 18
8.3 Centrale aandrijving. ... 20
8.4 Aandrijving planopakker. ... 21
8.5 Volle verpakkingen magazijn... 22
8.6 Opbouw planopakker. ... 23
8.7 Opbouw zijflap sluiter. ... 25
9 Machineveiligheid: ... 27
9.1 Normen ... 27
9.2 De keuze van het type afscherming of veiligheidsvoorziening. ... 28
10 Niet gebruikte, maar wel geëngineerde onderdelen. ... 29
10.1 Vacuüm cilinder ... 29
10.2 Transportband ... 29
Conclusie en aanbevelingen. ... 30
Bronnen. ... 31
Bijlage’s ...a Bijlage 1. Het opdrachtformulier...b Bijlage 2. PMD. ...d Bijlage 3. Verpakkingen. ...o Bijlage 4. Weegfactoren. ...p Bijlage 5. Functies. ...q Bijlage 6. Beoordelingsmatrix. ... r Bijlage 7. Transportband. ... w Bijlage 8. Vacuüm berekenen. ... x Bijlage 9. Resterende afbeeldingen hoofdstuk 7. ... z Bijlage 10. W T Diagram. ... cc Bijlage 11. Tekeningen zijflap dichtvouw unit. ... dd Bijlage 12. Berekening aandrijving planopakker. ... jj Bijlage 13. Pneumatiek VS. Curve ... ll Bijlage 14. Luchtberekening cilinder ... mm Bijlage 15. Lager 6006-2RS. ... nn Bijlage 16. Klembus as 20mm. ... oo Bijlage 17. Cilinder Festo. ... pp Bijlage 18. Lager 626-2RS... qq Bijlage 19. Lager 6000-2RS. ... rr Bijlage 20. Conisch tandwiel. ... ss Bijlage 21. Klembus as 10mm. ...tt Bijlage 22. Uitwerking brainstormsessie monteurs. ... uu
Samenvatting.
Dit rapport is gemaakt als afstudeeropdracht voor het afronden van de opleiding werktuigbouwkunde van Avans hogeschool. Het onderwerp van de afstudeeropdracht is het onderzoeken naar mogelijke verpakkingsmethodes en het ontwerpen van een sigaren inpakmachine voor single tuck verpakkingen. De afstudeeropdracht is verkregen bij ATD Machinery gevestigd in Duizel. ATD Machinery heeft nog geen sigaren inpakmachine voor single tuck verpakkingen. Omdat ATD Machinery in de toekomst wel verwacht dat er vraag komt vanuit de markt naar een dergelijke machine is deze opdracht
aangeboden als afstudeeropdracht.
Het doel van de opdracht is dat er op het einde van de afstudeerperiode een machine is voor het inpakken van sigaren in single tuck verpakkingen.
De methode die gebruikt is bij dit ontwerpproces is gebaseerd op methodisch ontwerpen, maar is hier niet aan gelijk. Het ontwerpproces is gestart met het bepalen van een doelstelling. In de doelstelling is beschreven dat de single tuck verpakkingsmachine nog geen definitieve verpakking heeft om te verwerken. Deze doelstelling is de basis van het project. Met deze doelstelling is het project
management document (PMD) opgesteld. In dit PMD is het project afgebakend en goedgekeurd door de drie partijen.
Het pakket van eisen is de stap die volgde op het voltooide PMD. De klant, de bedrijfsbegeleider en de student hebben gezamenlijk het pakket van eisen opgesteld. Het pakket van eisen is opgesteld om de mogelijke ontwerpen te kunnen toetsen aan de eisen. Door dit toetsen is het mogelijk om de gekozen ontwerpen te verantwoorden. Het toetsen is gebeurd door elke eis te voorzien van een weegfactor.
Na het opstellen van het pakket van eisen zijn de functies van de machine kritisch bekeken en zijn de 5 uit te werken deelfuncties eruit genomen. Deze 5 deelfuncties zijn uitgebreid beschreven wat de functie is en wat er van verwacht wordt.
De uitwerkingen van de gekozen ontwerpen zijn per deelfunctie apart uitgewerkt. De precieze werking is beschreven per individuele functie.
De definitieve uitgewerkte deelfuncties van de verpakkingsmachine zijn individueel beschreven. Deze deelfuncties vormen samen met de bestaande deelfuncties een complete machine.
De complete machine is opgebouwd uit het bestaande frame van ATD. Aan dit frame is een afraapframe bevestigd. In het frame vindt het inpak proces plaats. De aanvoer van de sigaren geschied door middel van een transportband afkomstig van een cellofaneermachine.
In de machine zitten de ontworpen deelfuncties. Deze deelfuncties zijn ontworpen om een grote diversiteit aan single tuck verpakkingen te kunnen verwerken. De opbouw van de machine is modulair doordat er weinig onderdelen van de machine afhankelijk zijn van het formaat verpakking.
1
Inleiding.
ATD Machinery is ontstaan uit de technische dienst van Agio Cigars. In het verleden werden er complete machines gekocht en ingezet op de productie afdeling. Bij stilstand door storing of onderhoud werd dit opgelost door de technische dienst. Ook heeft de technische dienst veel machines aangepast voor andere sigaren of een “upgrade” gegeven om sneller te kunnen
produceren. Na verloop van tijd werden de ingekochte machines geheel naar eigen wens omgebouwd en later zelf gebouwd.
Op 1 januari 2011 is de technische dienst van Agio Cigars zelfstandig gegaan onder de naam ATD Machinery. Door de kennis en ervaring worden er nu machines geproduceerd voor speciale inpak- en productie doeleinden, daarnaast blijft het de technische dienst voor Agio Cigars. Voornamelijk wordt er de vraag vanuit de tabakswereld beantwoord.
Door de tendens dat mensen meer goedkope sigaren consumeren, is de vraag naar goedkope verpakkingen toegenomen, maar ATD heeft nog geen sigaren verpakkingsmachine voor single tuck verpakkingen in het programma.
Daarom wil ATD dat er een machine ontworpen wordt die goedkoop gebouwd kan worden en vele formaten single tuck verpakkingen (zie hoofdstuk 3) kan verwerken.
Door de onbekendheid met deze branche is er onderzoek gedaan naar de verpakkingsmachines. Dit is gedaan door gebruik te maken van internet, waar onder andere gezocht is naar films van draaiende verpakkingsmachines. Ook de documenten die op de server staan bij ATD en relevant zijn voor het project zijn kritisch gelezen en bekeken. Hieronder vallen de ASB Packer, ATSS, AST Packer, en de Rex. Dit zijn allemaal inpakmachines, voor verschillende verpakkingen. Tijdens deze eerste fase van het onderzoek is oriënteren en analyseren het voornaamste doel geweest. In deze fase is het PMD opgesteld (Bijlage 2), het doel is bepaald en de systeem / projectgrenzen bepaald. In de 2e fase, de probleem definiërende fase, is het eisen pakket opgesteld en zijn de functies van de machine beschreven. Voor het opstellen van het eisen pakket is een deel van de methodiek uit methodisch ontwerpen gebruikt. Met methodisch ontwerpen krijgen alleen de variabele eisen een weegfactor. In dit rapport hebben ook de vaste eisen een weegfactor gekregen. Dit is gedaan omdat het mogelijk is dat het meest ideale principe af zou kunnen vallen door een vaste eis. Door ook de vaste eisen een weegfactor te geven is het mogelijk om zo het meest ideale principe juist te kunnen beoordelen en toch goed te kunnen onderbouwen. In de 3e fase, de werkwijze bepalende fase, zijn de alternatieve functies gemaakt en de ideale deelfuncties gemaakt. In de 4e fase, de ontwerp fase, zijn alle principes uitgewerkt en tot complete machine gevormd.
Duurzaamheid is niet als hoofdstuk in dit verslag opgenomen. Hiervoor is gekozen om dat de tabakssector als negative approach wordt bestempeld bij duurzaamheid. Naast de tabakssector worden ook de wapenindustrie en de kernindustrie als negative approach bestempeld.
Het rapport is opgebouwd vanaf detail tot machine. De complete machine is beschreven in hoofdstuk 8. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de complete machine opgebouwd is. Hoofdstuk 9
machineveiligheid volgt hierop. Het laatste hoofdstuk in het rapport bestaat uit onderdelen die wel geëngineerd, maar niet gebruikt in de machine. De conclusie en aanbevelingen sluiten het rapport. Het tweede hoofdstuk van dit rapport is de doelstelling gevolgd door een omschrijving van het type verpakking voor de machine. Het pakket van eisen staat in hoofdstuk 4 en wordt gevolgd door de functies in hoofdstuk 5, gekozen principes in hoofdstuk 6. De uiteindelijk ontworpen deelfuncties staan in hoofdstuk 7.
2
Doelstelling.
Op het einde van het afstudeerproject is er een rapport over de meest “gunstige” opbouw van een modulaire verpakkingsmachine voor de single tuck verpakking. ATD Machinery heeft namelijk nog geen verpakkingsmachine die geschikt is voor dit type verpakking. Om deze verpakkingsmachine zo breed mogelijk in te kunnen zetten is het van belang dat die in korte tijd omgesteld kan worden. Dit omdat deze machine gebruikt gaat worden voor sigaren uit het goedkope segment.
Door de verwachte vraag vanuit de markt naar een modulaire verpakkingsmachine voor de single tuck sigarenverpakkingen uit het goedkope segment is er een afstudeeropdracht ontstaan. Deze machine moet een “low budget” worden met een capaciteit van 30 verpakkingen per minuut.
De kostprijs van de machine mag maximaal €50.000 bedragen. Hiermee kan dan 1 formaat verpakkingen verwerkt worden. De verpakkingsafhankelijke deelfuncties die hiervoor op modulaire bouwwijze ontworpen en uitgewerkt moeten worden zijn:
- Deelfunctie 1. Plano’s uitnemen, doorvouwen en in producthouder plaatsen / op band leggen. (indien mogelijke in één beweging.)
- Deelfunctie 2. Achterzijde sluiten.
- Deelfunctie 3. Voorzijde openen / open houden.
- Deelfunctie 4. Zijflappen dicht vouwen. (meestal achterkant, soms ook voorkant) - Deelfunctie 5. Voorzijde sluiten.
Tijdens dit project zijn er nog geen definitieve maten van de verpakking bekend die op deze machine verwerkt gaat worden. Daardoor zijn deze deelfuncties universeel ontworpen en uitgewerkt. Bij
realisatie van de machine in de toekomst met definitieve verpakking en daarbij horende maten kunnen deze deelfuncties hierop afgestemd worden.
De functies van de machine die los staan van de verpakking, zoals het inschuiven van sigaren, dienen overgenomen te worden uit bestaande en bewezen machines.
Delen die niet te verstellen zijn en formaat afhankelijk zijn zullen per verpakking en sigaar gefabriceerd gaan worden door ATD.
De verkoopprijs is nog niet bekend en is afhankelijk van het aantal “formaat” delen dat geleverd moet worden.
3
Single tuck verpakking.
Dit hoofdstuk is ter verduidelijking van de gebruikte verpakking.
De verpakking die op de single tuck packer gevuld wordt heet de single tuck verpakking. Deze verpakking is er in vele varianten, maar bestaat altijd uit 1 deel. In figuur 3-1 & 3-2 is de single tuck verpakking te zien die in dit ontwerp gebruikt word.
Bijlage 3 geeft ook nog andere varianten van de single tuck verpakking weer.
3.1
Voorzijde:
In figuur 3-1 is de voorzijde van de verpakking. Door deze zijde wordt de verpakking gevuld. De nummers 1 zijn beide de zijflappen van de verpakking. Nummer 2 is de flap die de voorzijde volledig dichtvouwt. Nummer 3 is de huls waar de nummers 1 & 2 aan vast zitten.
3.2
Achterzijde:
Figuur 3-2 is de achterzijde van de verpakking. De nummers 4 zijn beide zijflappen van de achterzijde. Deze moeten dichtgevouwen zijn alvorens de onderste en bovenste flap, nummers 5, dicht gevouwen en verlijmt worden. Nummer 3 is de huls waar de nummers 4 & 5 aan vast zitten.
Figuur 3-1. voorzijde
4
Pakket van eisen.
Alvorens te beginnen aan het ontwerp is er met de klant en de projectbegeleider besproken aan welke eisen de single tuck verpakkingsmachine moet voldoen. De eisen zijn onderverdeeld in drie
verschillende soorten, namelijk:
Functionele eisen.
Fabricage eisen
Milieu eisen
Deze drie soorten zijn weer onderverdeeld in vaste en variabele eisen. Vaste eisen zijn de eisen waaraan moet worden voldaan en de variabele eisen zijn voorwaarden waaraan bij de oplossingen in verschillende mate wordt voldaan.
Bij het Methodisch Ontwerpen worden normaal gesproken de verschillende principes alleen getoetst aan de variabele eisen. In dit ontwerp zijn de vaste eisen ook bepalend voor de uiteindelijke vorm en daarom is er voor gekozen om deze hierin mee te nemen.
Alle eisen zijn met de klant doorgesproken en overlegd. De klant heeft aan alle eisen (dus ook de vaste eisen) een cijfer gegeven. Met dit cijfer wordt de prioriteit van de eis aan gegeven. 0 is weinig tot geen prioriteit. 10 is heel hoge prioriteit. Dit cijfer wordt de weegfactor genoemd.
Door deze weegfactoren is het mogelijk dat een ontwerp niet voldoet aan één of meerdere vaste eisen. Dit kan uiteindelijk wel het meest geschikte ontwerp zijn. Achter de eis staat de door de klant toegedeelde weegfactor(WF). Door de weegfactoren wordt er een onderscheid gemaakt tussen belangrijke en minder belangrijke eisen. In bijlage 4 staat een keuzematrix voor de weegfactor, hierin is het totale overzicht te zien.
4.1
Functionele eisen.
Deze eisen zijn voor de functionaliteit van de machine. Wat de machine moet kunnen en onder welke omstandigheden hij functioneert.
Vast:
Machine moet modulair opgebouwd zijn. WF 8
Machine moet minimaal 30 slagen per minuut maken. WF 10
Machine moet betrouwbaar zijn. WF 10
Machine moet sigaren kunnen werken van 7 mm. tot 20 mm. dik. WF 9 Machine moet sigaren kunnen verwerken van 65 mm. tot 180 mm. lang. WF 9 Machine moet verpakkingen van 30 mm. tot 100 mm. breed kunnen verwerken. WF 9 Machine moet verpakkingen van 70 mm. tot 180 mm. lang kunnen verwerken. WF 9 Machine moet goed toegankelijk zijn voor operator en monteur. WF 10
Moet snel omstelbaar zijn. WF 9
Zowel stand-alone als gekoppeld aan cellofaneer/ring machine kunnen werken. WF 10
Goed te poetsen zijn. WF 10
Compact zijn, maar toch goed toegankelijk. WF 8
Moet vorkomen dat sigaren draaien tijdens transport. WF 8
Variabel:
Machine moet meerdere lagen sigaren kunnen verwerken. WF 8
De nulkant van de sigaren en de doosjes moet zijn dat er niet van 2 kanten omgesteld wordt.
WF 10
4.2
Fabricage eisen.
Deze eisen zijn voor de fabricage van de machine. Hoe de machine gemaakt moet worden. Vast:
Machine aandrijving moet betrouwbaar zijn, alle bewegingen voorzien van beveiliging. WF 10 Machine moet goedkoop gebouwd worden, zoveel mogelijk koopdelen. WF 8
Machine moet voldoen aan ergonomie. WF 9
Bediening van de machine moet op werkhoogte zijn. WF 9
Zoveel mogelijk beproefde (bekende) principes bevatten. WF 10
Variabel:
Machine afmetingen zijn maximaal 2500 x 1000 x 2000 mm. (l x b x h) WF 8 Prototype van de machine zonder de beschermkap moet in eigen werkplaats
geproduceerd kunnen worden.
WF 7. Onderhouds- en storings gevoelinge onderdelen moeten gemakkelijk bereikbaar zijn. WF 10 Bij de aandrijving moet er een zichtbaar mechanisch nulpunt zijn. WF 10 Bij de versteldelen geen schroefdraad direct in aluminium, maar inserts. WF 9
4.3
Milieu / veiligheidseisen.
Deze eisen hebben betrekking op de veiligheid en de milieuvriendelijkheid van de machine. Vast:
Machine moet voldoen aan de machine richtlijn. (89/392/EEG) WF 10 Machine moet voldoen aan de arbeidsmiddelen richtlijn. (89/655/EEG) WF 10
Machine moet CE goedgekeurd zijn. WF 10
Variabel:
Machine moet duurzaam zijn. WF 1
Machine moet te bedienen zijn zonder cursus / scholing. WF 10
5
Functies van de inpakmachine.
Dit hoofdstuk beschrijft de functies binnen de machine. Hierin staan ook de te ontwerpen deelfuncties. Ter verduidelijking is er gebruik gemaakt van een functieblokschema.
5.1
Werking van de machine.
De basis van de machine is dat de verpakkingen plat (plano) aangeleverd worden. De verpakkingen moeten uitgevouwen worden alvorens gevuld te kunnen worden. Als de verpakking niet
doorgevouwen wordt dan vouwt de verpakking zich weer in de oorspronkelijke stand door de
geheugenwerking van het karton. De sigaren komen via een transportband aan. Deze transportband kan van een magazijn afkomen, maar ook van een voorgaande machine. (bv. een cellofaneer of sigarenbandjes machine.) Het plan is dat de machine minimaal 30 verpakkingen per minuut aflevert. Doordat verschillende onderdelen van de machine gelijk zijn aan bestaande machines zullen deze niet opnieuw vervuld worden. Wel worden alle functies nader verklaard.
Functie 1.x is het traject van de individuele verpakking. Functie 2.x is het traject van de individuele sigaar.
Functie 3.x is het traject van de met sigaren gevulde verpakking.
5.2
Functieblokschema.
In dit blokschema is de machine in functievorm omschreven. In 5.3 wordt elke functie uitgelegd. Daarna volgt in 5.4 de uitwerking van de gearceerde blokken. Deze gearceerde blokken zijn de functies die ontworpen moeten worden. Sommige deelfuncties zijn combinaties van meerdere handelingen.
5.3
Machine functies.
Hieronder zijn de functies van de inpakmachine opgesomd, uitgelegd. Functie 1.1:
Hierbij worden de opgevouwen doosjes, plano’s genoemd in het magazijn geplaatst. Dit moet kunnen gebeuren tijdens het in gebruik zijn van de machine. Hoe de plano’s in het magazijn zitten/liggen is afhankelijk van de desbetreffende plano die gebruikt gaat worden.
Functie 1.2:
Hier worden de plano’s uit het magazijn genomen.
Functie 1.3:
Het openvouwen / doorvouwen van de plano’s.
Functie 1.4:
In de producthouder plaatsen / op een band leggen. Functie 1.5 a/b:
De achterzijde sluiten van de plano. Functie 1.6:
De verpakking moet op een positie komen waar hij gevuld wordt met de siga(a)r(en). Functie 1.7:
De voorkant moet open gehouden worden zodat de sigaren in de verpakking geschoven kunnen worden.
Functie 2.1:
De sigaren komen uit het magazijn of van een aanvoerband en worden geteld. Functie 2.2:
Hier worden de sigaren busseltjes gevormd en voor de inschuiver gepositioneerd. Functie 2.3:
Plaatsen van de trechter om de sigaren onbeschadigd in de verpakking te krijgen. Functie 2.4:
In de verpakking schuiven van sigaren Functie 2.5:
Verwijderen van de trechter. Functie 3.1:
Sluiten van de zijde waardoor gevuld is. Functie 3.2:
Aanbrengen traceability code.
5.4
Te ontwerpen deelfuncties.
In hoofdstuk 2, Doelstelling, zijn deze deelfuncties al kort beschreven. In deze paragraaf worden deze deelfuncties uitgebreid uitgelegd.
Deelfunctie 1. Plano’s uitnemen, doorvouwen en in producthouder plaatsen / op band leggen. (F1.2-F1.3-F1.4)
Het uitnemen van de plano’s gebeurd in huidige verpakkingsmachines doormiddel van vacuüm en heeft zich door de jarenlange betrouwbaarheid bewezen. Het doorvouwen van de plano’s gebeurd nu nadat de plano uit het magazijn is en al deels opengevouwen is. Door het combineren van deze functies en het realiseren dat tijdens het uitnemen van de plano, voordat deze op de producthouder geplaatst wordt, al doorgevouwen is, zou er weer een stap geëlimineerd kunnen worden in het proces. Hierdoor wordt de lengte van de machine verkort. Doordat beide functies individueel mogelijk zijn, maar in de huidige configuratie niet te combineren zijn, zal hier een nieuwe innovatieve oplossing voor bedacht moeten worden.
Deelfunctie 2. Achterzijde sluiten. (F1.5a-F1.5b)
Het sluiten van de achterzijde is een nieuwe stap, dit omdat er nog geen single tuck verpakkingen verwerkt zijn op machines van ATD Machinery. In de meeste gevallen zal de achterzijde gelijmd worden, daarom is er ook voor gekozen om deze stap achterzijde sluiten te noemen. Het sluiten op deze manier vereist 2 stappen, namelijk het lijmen en het vouwen. Doordat deze 2 stappen behoren tot 1 deelfunctie is er voor gekozen om beide stappen gecombineerd uit te voeren, maar wel te beschrijven als individuele.
Deelfunctie 3. Voorzijde openen / open houden. (F1.7)
Bij de single tuck verpakkingen moet de voorkant geopend of open gehouden worden. Bij de huidige verpakkingsmachine is deze stap niet aanwezig, omdat de verpakkingen dit niet vereisen. Wel is er een vergelijkbaar probleem waarvan de oplossing mee genomen kan worden in de alternatieven. Deelfunctie 4. Zijflappen dicht vouwen. (meestal achterkant, soms ook voorkant). (F1.5a-F1.5b-F3.1) De zijflappen geven stevigheid aan de verpakking, maar zijn een extra stap in het sluit proces van de verpakking. Dit doordat deze flapjes gesloten moeten worden voordat de voorzijde of achterzijde gesloten kan worden. Deze flapjes zijn niet aanwezig op de huidige verpakkingen waardoor er geen bestaand principe voor gebruikt kan worden.
Deelfunctie 5. Voorzijde sluiten. (F3.1)
De voorzijde is vaak een dichtvouw flap welke niet gelijmd wordt. Net zoals deelfunctie 2 is deze functie ook mogelijk om de achterzijde te sluiten, dit kom je tegen bij “paracetamol” verpakkingen. De verpakkingen welke als voorbeeld dienen hebben dit niet en hebben deze functie alleen voor het sluiten van de voorzijde.
6
Gekozen principes.
In dit hoofdstuk wordt een verantwoording gegeven voor de keuze en uitwerking van de gekozen principes.
6.1
Verantwoording gekozen principe.
De verantwoording wordt gedaan door middel van een methodiek die gebaseerd is op Methodisch ontwerpen van J.C.F. de Beer. Het verschil is dat bij Methodisch ontwerpen gebruik gemaakt wordt van totaal concepten en bij dit onderzoek er gekozen is om elke functie individueel in te vullen en te beoordelen. In bijlage 5 staat een schema met de ontworpen principes. Tabel 6-1 geeft de som van het aantal punten dat een principe per eisen categorie heeft, tevens is het percentage ten opzichten van het ideaal aantal punten gegeven. Deze tabel is gemaakt om een duidelijk overzicht te geven van de keuze gebaseerd op het gemiddelde percentage dat het principe voldoet. Bijlage 6 bevat de beoordelingsmatrixen welke het complete overzicht per eis voor elke deelfunctie geeft.
6.2
Werking gekozen principes.
6.2.1 Principe voor deelfunctie 1: plano uit magazijn nemen.
Deelfunctie 1 is een combinatie van verschillende functies die gewenst in één beweging uitgevoerd wordt. Bij de werkwijze bepalende fase zijn verschillende ideeën samengevoegd tot diverse deelfunctie ontwerpen.
Principe 1.1 (Figuur 6-1) is een arm die in de verticale stand de verticaal geplaatste planos pakt door middel van vacuüm. Dit pakken kreeg de voorkeur door middel van een lineaire beweging. Hiervoor is een innovatieve oplossing bedacht en getest. In hoofdstuk 10 is een verslag met de uitleg van de werking hiervan. Na dit pakken gaat de plano via een neerwaartse radius beweging richting de transportband. Op de vacuümpakker zit een mechanisme dat tijdens deze neerwaartse beweging de plano openvouwt en doorvouwt voordat de plano horizontaal op de band ligt. De transportband (bijlage 7) bestaat uit 2 of 4 delen waar de arm tussen valt zodat de plano meegenomen wordt zodra de band in beweging komt. In bijlage 8 is de berekening te zien voor het aantal en de grote van de benodigde zuipnappen. De gebruikelijke onderdruk is hier als uitgangspunt genomen en de gekozen zuignap is een model dat in meerdere machines van ATD wordt gebruikt.
6.2.2 Principe voor deelfunctie 2: achterzijde sluiten. Deelfunctie 2 bestaat uit 2 principes, namelijk principe 2.3 (figuur 6-2) en principe 2.4 (figuur 6.3).
Principe 2.3 sluit de achterzijde. Dit gebeurd door de gebogen strip die 1 van de 2 flappen dicht vouwt. Hierna wordt de nog
openstaande flap gelijmd door het lijmwiel (figuur 6-3) waarna deze ook dicht gevouwen wordt door een gebogen strip.
6.2.3 Principe voor deelfunctie 3: voorzijde openen / open houden.
Deelfunctie 3 is in tegenstelling tot de twee voorgaande deelfuncties een enkele functie. Principe 3.1 (figuur 6-4) is bedoeld om de voorzijde open te houden zodat de sigaren in de verpakking geschoven kunnen worden. Doordat er aan de voorzijde een vouwflap zit, zal deze zo gecontroleerd geplaatst moeten worden dat deze geen hinder geeft bij het inschuiven van de sigaren. Door deze vouwflap onder een geleiding te laten komen van een gebogen asje ondervindt de sigaar induw beweging geen hinder van de vouwflap.
Figuur 6-1. (principe 1.1)
Figuur 6-3. (principe 2.4) Figuur 6-2. (principe 2.3)
6.2.4 Principe voor deelfunctie 4: zijflappen dichtvouwen.
Deelfunctie 4 is in tegenstelling tot deelfunctie 1 en 2 een deelfunctie die uit 1 functie bestaat.
Principe 4.3 (figuur 6-5) is ervoor bedoeld om eventuele aanwezige zijflap te sluiten. Deze bevinden zich niet op elke verpakking, maar hier moet wel rekening mee gehouden worden. Doordat de verpakking zich langs de schijf beweegt wordt de eerste flap vanzelf gevouwen. De flap die daar op volgt wordt door de schijf geforceerd dicht gevouwen waardoor deze geen hinder meer kan geven voor deelfunctie 5. Deze beweging is een constante draai beweging.
6.2.5 Principe voor deelfunctie 5: voorzijde sluiten.
Deelfunctie 5 is in tegenstelling tot deelfunctie 1 en 2 een deelfunctie die uit 1 functie bestaat, maar wel in meerder stappen.
Principe 5.4 (figuur 6-6) gebeurd door een lineaire beweging van dichtvouw plaatjes. De vouwflap wordt voor de eerste positie onder een hoek van ongeveer 30° geplaatst en naar de eerste positie gebracht. Hier wordt de buitenste flap volledig naar binnen gevouwen waardoor deze zich onder een hoek van 270° bevind. Hierna wordt de verpakking getransporteerd naar de 2e positie. Ondertussen wordt de flap grotendeels dicht gevouwen. Bij de 2e positie wordt de flap volledig dicht gevouwen door een lineaire beweging.
Figuur 6-5. (principe 4.3)
7
Uiteindelijke ontworpen deelfuncties.
In dit hoofdstuk staan afbeeldingen van de basisbewegingen van de deelfuncties uit hoofdstuk 6. In bijlage 9 staan afbeeldingen van de bewegingen tussen de in dit hoofdstuk afgebeelde bewegingen.
7.1
Planopakker:
De planopakker is de uitwerking van deelfunctie 1. De pakker is een onafhankelijk onderdeel van de machine. Het pakken van de plano’s wordt aangestuurd door de software. In deze software is tevens de beveiliging verwerkt. Alle bewegingen zijn in een weg/tijd diagram weergegeven om aan te geven op welk tijdstip en welke tijd de bewegingen in de machine plaats vinden. Dit WT diagram is te vinden in bijlage 10. Het uitpakken van de plano gebeurt door middel van een luchtcilinder waar een plaat op bevestigd is waar de zuignappen op bevestigd zijn. Figuur 7-1 geeft de cilinder weer in uitgeschoven toestand. In deze stand wordt de plano tegen de zuignappen gezogen zodat deze uit het magazijn getrokken kunnen worden bij de ingaande slag van de cilinder. De slag van de cilinder is bepaald op 40 mm om de openvouw beweging (figuur 7-2) geleidelijk te laten verlopen.
Bij het inschuiven van de cilinder komt de plano uit het magazijn. In deze beweging wordt de plano gelijkmatig opengevouwen zodat het een verpakking vormt. Deze uitvouwbeweging gebeurt door de zijwand van de
verpakking, welke in plano vorm gelijk is met de onderzijde, langs een geleiding te trekken waardoor de zijwand
gelijkmatig tegen gehouden wordt. In figuur 7-2 is te zien hoe de plano tegen de zuignappen gezogen is. In deze stand is de plano uitgevouwen en daardoor verpakking geworden.
Zodra de verpakking in deze stand gevuld zou worden, is het mogelijk dat de verpakking weer naar zijn oude stand wil vervormen. Dit wordt voorkomen door de verpakking door te vouwen, waardoor de vouwranden van de verpakking in tegengestelde richting gevouwen wordt. In figuur 7-3 is te zien hoe de planopakker de links omdraaiende beweging start. Bij het begin van deze beweging wordt de verpakking doorgevouwen. Om de glijbeweging van het doorvouwen en de daarmee resulterende beschadigingen te voorkomen is de doorvouw unit voorzien van een kunststof rol.
Figuur 7-1. (planopakker)
Figuur 7-2. (planopakker)
Figuur 7-4 geeft weer hoe de afmetingen van alle onderdelen precies op elkaar zijn afgestemd. De roterende beweging van de pakker wordt gerealiseerd door een servomotor. Hiervoor is gekozen omdat de pakker een slag maakt van 120°. Ook de nauwkeurigheid van positioneren is belangrijk vanwege het plaatsen van de verpakking op de
producthouder en is te realiseren met een servomotor.
De groene vlakken in figuur 7-5 geven de formaatdelen op de transportband weer waartussen de verpakking geplaatst wordt. Hier is het van belang dat de planopakker in hoogte afgesteld wordt zodat er rekening gehouden wordt met de hoogte van de verpakking en de slag van de cilinder. Deze uitgaande verpakkingsplaats beweging gebeurt in stilstand. De verpakking wordt geplaatst tussen 2 formaatdelen zodat deze goed opgesloten zit tijdens de vervolg stappen.
7.2
Achterzijde sluiten.
De achterzijde sluiten is de uitwerking van deelfunctie 2. Het sluiten van de achterzijde gebeurt door middel van een geleiding die de flappen sluit in volgorde.(figuur 7-6) Deze volgorde wordt bepaald door welke flap bedrukt is. Deze zal als laatste gesloten moeten worden. Na het sluiten van één flap moet er een lijmlaag aangebracht worden.
Figuur 7-7 geeft een close up view van de geleiding. De vorm van de geleiding kan verschillen per afmeting van de verpakking. Bij gebruik van lijm met droogtijd zullen de flappen ook na de vouwbeweging in positie gehouden moeten worden. Het vouwen van de eventuele zijflappen gebeurd in een andere deelfunctie.
Figuur 7-4. (planopakker)
Figuur 7-5. (planopakker)
Figuur 7-6. (achterzijde sluiten)
7.3
Voorzijde openen / open houden.
De voorzijde openen / open houden is deelfunctie 3 De flap aan de voorzijde moet, afhankelijk van de plano, geopend worden of open gehouden worden. Dit open houden is van belang voor de sigaren
vulpositie. Bij het vullen van de verpakking komt er een trechter in de verpakking om de sigaren de verpakking in te geleiden. Deze trechter moet zonder obstakels in de verpakking kunnen. Figuur 7-8 geeft de deelfunctie weer in de begin positie.
Figuur 7-9 geeft de eindsituatie van deelfunctie 3 weer. In deze positie, 1 voortzetsteek verder, geeft de situatie weer hoe de voorkant geopend is, open gehouden wordt en de zijflappen vooruit steken. Dit vooruitsteken van de zijflappen is geen probleem bij gebruik van de trechter.
7.4
Zijflappen sluiten.
Het sluiten van de zijflappen is de uitwerking van deelfunctie 4.
De zwarte schijf wordt door de hoofdas aangedreven en is het hart van de unit. Tijdens het draaien komt de verpakking langs. De
dichtvouwflap gaat onder de unit door, zodat deze geen hinder is voor het dichtvouwen van de zijflappen. De verpakking komt langs de schijf waardoor de eerste zijflap dicht gevouwen wordt. Figuur 7-10.
Zodra de 2e flap bij de schijf aan komt is er een opening in de schijf. Hierdoor wordt de flap niet in de verkeerde richting gevouwen. Doordat de omtrek van de schijf 2x de steek van de transportband is draait de schijf sneller vooruit dan de verpakking. De zijflap wordt door de snellere rotatie van de schijf naar voren geschoven en komt deze achter een geleiding. Zie figuur 7-11.
In bijlage 11 staan uitgewerkte tekeningen van dit model om de
benodigde bewerkingen weer te geven om dit betreffende onderdeel te fabriceren.
Figuur 7-8. (voorzijde openen / open houden)
Figuur 7-9. (voorzijde openen / open houden)
Figuur 7-10. (zijflappen sluiten)
7.5
Voorzijde sluiten.
Het sluiten van de voorzijde is de uitwerking van deelfunctie 5. Het sluiten van de voorzijde gebeurt door een volledig
instelbaar passief vouwmechanisme.
Figuur 7-12 geeft weer hoe de verpakking zich door het mechanisme beweegt. In dit figuur is goed zichtbaar hoe de eerste flap van horizontaal naar verticaal gevouwen wordt. In deze vouwbeweging is het van belang dat de 2e flap nog in de horizontale stand gehouden wordt. Dit gebeurt door middel van een horizontale beschermplaat (1).
In figuur 7-13 is de horizontale beschermplaat weggelaten. Dit is gedaan voor een duidelijke weergave van wat eronder gebeurt. De eerst flap wordt hier door een instelbare plaat door gevouwen. Hierdoor komt de eerste flap uit op meer dan 90°.
In figuur 7-14 is zichtbaar hoe de eerste flap in de verpakking gevouwen wordt als de 2e flap door een schuine opstaande rand omhoog gevouwen wordt.
Figuur 7-15 geeft weer hoe de verpakking nagenoeg gesloten is. De voorzijde moet nog aangedrukt worden. Dit gebeurt door een geleiding die na deze stap komt.
Figuur 7-13. (voorzijde sluiten)
Figuur 7-14. (voorzijde sluiten)
Figuur 7-15. (voorzijde sluiten) Figuur 7-12. (voorzijde sluiten)
8
De single tuck packer.
In dit hoofdstuk is de totale single tuck packer beschreven die te zien is in figuur 8-1.
De single tuck packer is een zelfstandige machine en kan deel uitmaken van een automatische productielijn voor het inpakken van sigaren. De operator is verantwoordelijk voor het opstarten van de machine, het vullen van het planomagazijn, het afrapen van de doosjes, het bewaken van het
productieproces en het ingrijpen bij problemen (foutmeldingen) tijdens het productieproces.
De complete machine is opgebouwd uit de nieuw ontworpen deelfuncties en bestaande invullingen van de functies. De nieuw ontworpen deelfuncties die bewegen zijn uitgebreid beschreven.
8.1
Complete machine.
In het standaard ATD frame(1) zijn alle functies van de machine geplaatst. De sigaren komen van een cellofaneermachine(6) en worden het frame ingevoerd op een transport bandje. Op de bovenplaat(2) worden de verpakkingen gevuld met sigaren. In deze bovenplaat bevinden zich de ontworpen deelfuncties De volle verpakkingen worden opgestapeld en opgeslagen in het volle verpakkingen magazijn(4). De bediening van de machine is mogelijk via het bedieningspaneel(5).
Figuur 8-1
1. Frame:
Het frame is een door ATD standaard gebruikt frame. Dit frame is de basis van vele verschillende machines welke gebouwd worden door ATD. Dit frame heeft ook als basis gediend voor de single tuck packer.
2. Bovenplaat:
Hierop zijn de modules gemonteerd waarmee de verpakkingen gevuld worden met sigaren en gesloten worden. In hoofdstuk 8.2 wordt de opbouw en de ontworpen deelfuncties kort omschreven.
3. Aandrijving:
Onder de bovenplaat bevindt zich de hoofdaandrijving. Vanaf hier worden alle bewegingen, met uitzondering van de planopakker, aangedreven en gestuurd. In hoofdstuk 10.3 wordt de opbouw beschreven.
4. Volle verpakkingen magazijn:
In het volle verpakkingen magazijn worden de volle verpakkingen gestapeld en als stapels
opgeslagen zodat de operator deze veilig kan afrapen. In hoofdstuk 10.4 wordt het magazijn in detail beschreven.
5. Bedieningspaneel: Noodstopdrukknop:
De machine is voorzien van één noodstopdrukknop op het bedieningspaneel. Het bedienen van een noodstopdrukknop schakelt de hoofdstroom en de perslucht van de machine uit. Met andere woorden de machine is energieloos. Om de noodstopdrukknop te ontgrendelen moet deze een kwart slag naar rechts gedraaid worden. Pas als de drukknop ontgrendeld is, kan de machine opnieuw opgestart worden.
Bedieningspaneel:
Het bedieningspaneel wordt gebruikt om de machine te starten/stoppen/tornen, om instellingen te wijzigen en om productiegegevens en de status van de machine af te lezen. Tevens worden de storingen en alarmen weergegeven.
In figuur 8-2 is de lay-out van het bedieningspaneel weergegeven. 6. Cellofaneermachine:
In hoofdstuk 2 doelstelling is beschreven dat de aanvoer van de sigaren mogelijk
van een cellofaneermachine af kunnen komen. Voor het visueel maken van de aanvoer is de sigaren uitvoer van de cellofaneermachine voor de single tuck packer geplaatst.
8.2
Bovenplaat.
Het transport binnen de machine (figuur 8-3) start bij de aanvoer van de sigaren(15). Deze komen het frame binnen waar ze geteld worden(9) en per bundel voor de trechter(14) gepositioneerd worden. Tegelijkertijd wordt er door de planopakker(1) een plano uit het planomagazijn(2) gepakt. Deze plano wordt tijdens het uitpakken opengevouwen. Tijdens de draaibeweging van de planopakker om de verpakking op de transportband(10) te plaatsen wordt deze doorgevouwen over de
planodoorvouwer(3). Als de plano op de transportband geplaatst is tussen de afstandhouders verplaatst de transportband 1 positie. Tijdens dit verplaatsen komt de voorste flap van de verpakking onder een geleiding zodat deze open blijft(14). Na het verplaatsen bevindt de lege verpakking zich voor de trechter om daar gevuld te worden met sigaren. De sigaar induwer(4) schuift de sigaren in de verpakking. De volgende positie is niet gebruikt, maar zou indien noodzakelijk ruimte kunnen bieden aan een traceability code machine. Bij de volgende stap worden bij de achterzijde de zijflappen gesloten door de zijflap sluiter(5). In de volgende positie worden de zijflappen aan de voorzijde gesloten door de zijflap sluiter(6). Tegelijkertijd wordt het eerste gedeelte van de achterzijde van de verpakking gesloten door achterzijde sluiter(7). Tijdens de achterzijde sluiten wordt er lijm geplaatst doormiddel van een hotmelt unit(16). De achterzijde sluiter vereist 2 posities waardoor tijdens het 2e deel van de achterzijde sluiten er een begin gemaakt wordt met de voorzijde te sluiten door de voorzijde sluiter(8). Deze functie vereist 2 posities net zoals de achterzijde sluiter. De laatste positie op de transportband wordt gebruikt om de volle verpakkingen in de stapelaar(8-x) te plaatsen door de lift(12)
Figuur 8-3
1. Planopakker: (Ontworpen deelfunctie)
2. Planomagazijn:
Hierin zitten de plano voordat deze door planopakker eruit genomen worden. 3. Planodoorvouwer: (Ontworpen deelfunctie)
Hiermee worden de plano’s opengevouwen en doorgevouwen. 4. Sigaar induwer:
Duwt de sigaren door de trechter in de verpakking. 5. Zijflap sluiter achterzijde: (Ontworpen deelfunctie) Sluit de zijflappen van de verpakking aan de achterzijde. 6. Zijflap sluiter voorzijde: (Ontworpen deelfunctie) Sluit de zijflappen van de verpakking aan de voorzijde. 7. Achterzijde sluiter: (Ontworpen deelfunctie) Sluit de achterzijde van de verpakking.
8. Voorzijde sluiter: (Ontworpen deelfunctie) Sluit de voorzijde van de verpakking.
9. Sigaren voortzetter: Zet een bundel sigaren voort. 10. Transportband:
Transporteert de verpakking. 11. Indexeerkast:
Drijft de transportband aan. Wordt door de hoofdas aangedreven. De uitgaande as van de indexeerkast draait 1 omwenteling gedurende 1/3 omwenteling van de hoofdas. Hierdoor heeft de transportband een start/stop beweging. Op de uitgaande as van de indexeerkast zit een
overbelastingskoppeling. Deze positie is gekozen, omdat dan het koppel dat nodig is voor de
indexeerkast niet door de overbelastingskoppeling hoeft. Hierdoor is de koppeling nauwkeuriger af te stellen.
12. Volle verpakkingen lift:
Plaatst de volle verpakkingen omhoog in de stapelaar. 13. Volle sigaren verpakking:
Verpakking gevuld met sigaren. (eindproduct)
14. Voorzijde openhouden / trechter: (Ontworpen deelfunctie)
Houd de voorzijde van de verpakking open zodat de trechter de sigaren in de verpakking kan geleiden.
15. Bundel sigaren:
Bundel van 5 sigaren die door de sigaren voorzetter afgeteld worden waarna deze voor de trechter gepositioneerd worden.
16. Hotmelt unit.
8.3
Centrale aandrijving.
De aandrijving van de single tuck packer (figuur 8-4) is gebaseerd op de hoofdaandrijving van de ASB packer. Deze aandrijving is voorzien van een elektromotor(1). Deze elektromotor is doormiddel van een tandriem verbonden met de hoofdas met daarop een encoder(2). Vanuit deze hoofdas worden alle bewegingen gerealiseerd, met uitzondering van de pendelbeweging van de planopakker. Voor de lineaire beweging van de lift wordt de hoofdas doormiddel van een haakse overbrenging(3) zijwaarts verplaatst. Van de haakse overbrenging wordt tevens de indexeerkast aangedreven(4). De zijflap sluiters worden aangedreven door een tandriem. Deze tandriem wordt aangedreven door
tandriemschijven(5) gemonteerd met klembussen op de hoofdas. De lineaire beweging van de lift wordt gerealiseerd door middel van een curve mechanisme(6) en is met de lift verbonden door een instelbare trekstang(9). De lineaire beweging van de sigaren induwer wordt eveneens gerealiseerd door een curve mechanisme(7) en met de sigaren induwer verbonden door een instelbare
trekstang(8).
Figuur 8-4
1. Elektromotor hoofdaandrijving:
Elektromotor met aangebouwde reductor. 2. Encoder:
Elektrische sensor voor het bepalen van de stand van de hoofdas. 3. Haakse overbrenging:
Brengt het draaimoment over op de aandrijfas die haaks op de hoofdas staat en vanwaar het lift mechanisme aangedreven wordt.
4. Aandrijving indexeerkast:
Vanuit de haakse overbrenging wordt de indexeerkast voor het aandrijven van de transportband aangedreven.
5. Aandrijving zijflap dichtvouwer:
Met deze tandriempulley, gemonteerd op de hoofdas, worden de zijflap dichtvouwers aangedreven. 6. Curve mechanisme volle verpakkingen lift:
Stuurt de volle verpakkingen lift. Zet de roterende beweging van de hoofdas om naar een lineaire beweging.
7. Curve mechanisme sigaar induwer:
Stuurt de sigaar induwer aan. Zet de roterende beweging van de hoofdas om naar een lineaire beweging.
8. Trekstang induwer:
Verbindt het curve mechanisme van de sigaar induwer met de sigaar induwer. 9. Trekstang lift:
Verbindt het curve mechanisme van de volle verpakkingen lift met de volle verpakkingen lift.
8.4
Aandrijving planopakker.
Besturing en aandrijving van de planopakker. Deze kan op verschillende manieren gestuurd worden. Het pendelen van de pakunit kan gebeuren door een curve beweging. Ook het uitpakken van een plano uit het magazijn en het plaatsen op de transportband kan met een curve gebeuren.
De betreffende eisen zijn:
Machine moet betrouwbaar zijn.
Machine aandrijving moet betrouwbaar zijn, alle bewegingen voorzien van beveiliging.
Zoveel mogelijk beproefde ( bekende ) principes bevatten.
Na overleg met de klant over dit ontwerp, is er door de klant gekozen voor een zo goedkoop mogelijke bouw. Hierdoor is ervoor gekozen om het pendelen van de pakunit te realiseren door middel van een servomotor. Bijlage 12 geeft de berekening met gegevens weer zoals maximale versnelling en het daarbij behorende vermogen en koppel. Met deze gegevens kan in samenwerking met de elektronica afdeling van ATD en de leverancier een geschikte keuze gemaakt worden. Het uit het magazijn pakken van de plano’s en op de transportband plaatsen wordt gerealiseerd door middel van een pneumatische cilinder. Wel komt de betrouwbaarheid hiermee in beding en ook de aansturing van het geheel wordt complexer waardoor er twijfel is ontstaan over wat het goedkoopst te bouwen is. Voor het afwegen is een tabel met afwegingen gemaakt. Deze is zichtbaar in bijlage 13. Doordat er weinig bekend is over de kosten van perslucht is hierover informatie opgevraagd en een kleine berekening wat betreft kosten gemaakt. Deze berekening is te zien in bijlage 14.
Ondanks deze twijfel, de tekorten aan feitelijke informatie over de kosten en de andere uitslag van de afwegingstabel is er door de klant toch gekozen voor de pneumatische cilinder en de servomotor voor de aandrijving van de planopakker.
8.5
Volle verpakkingen magazijn.
Het volle verpakkingen magazijn (figuur 8-4) is een standaard product van ATD. Dit magazijn is bedoeld als buffer voor de operator. Door het automatisch stapelen(2) van de volle verpakkingen(3) ontstaan stapels volle verpakkingen. Deze stapels volle verpakkingen worden automatisch op het volle verpakkingen magazijn(1) geschoven. Zodra de stapels buiten de afgeschermde zone komen is het mogelijk om de volle verpakkingen af te rapen.
Figuur 8-5
1. Magazijn:
Hier bevinden zich de stapels volle verpakkingen. 2. Stapelaar:
Hier worden de volle verpakkingen gestapeld. 3. Stapels volle verpakkingen:
Vanaf dat punt komen de stapels volle verpakkingen buiten de afgeschermde zonen en kunnen deze afgeraapt worden.
8.6
Opbouw planopakker.
De planopakker (figuur 8-6) is de invulling van deelfunctie 1. De werking hiervan is al beschreven in hoofdstuk 7. De planopakker is opgebouwd uit een aantal bestaande onderdelen zoals het
magazijn(18) met plano’s(17), een pneumatische cilinder(10), lagers(4), segeringen(5&6) en een klembus(9).
De basis van de planopakker is de bevestigingsplaat(1). Deze is gemonteerd op de bovenplaat. De versteviging(2) is hieraan bevestigd en zorgt dat de bevestigingsplaat stabiel is. Op de
bevestingsplaat is een lagerhuis gemonteerd waarin 2 lagers(4) met perspassing gemonteerd zijn. De kamers waar de lagers in gemonteerd zitten zijn afgesloten met een segering(5) zodat het lager het lagerhuis niet uit kan door eventuele axiaalkrachten. In de lagers is een as(7) gemonteerd welke gepositioneerd is door middel van segeringen(6) aan beide uiteinden van de lagers. Aan deze as zit servo motor(19). Op de as zit een modulair opgebouwde pakunit bevestigd door middel van een klembus(9). De modulaire pakunit bestaan uit een basis module(8) met hierin een gat voor de klembus en bovenop een T-sleuf voor zijwaartse verstelling. In deze T-sleuf zit een T-moer(12) voor het klemmen van de cilinderplaat(11). Deze verstelling is gemaakt zodat men de zuignappen(14) op de plano’s in het magazijn kan centreren. Op de cilinderplaat zit een pneumatische cilinder(10) waaraan een bevestigingsplaat(13) voor de zuignappen is vastgemaakt. De pneumatische cilinder heeft een geïntegreerde geleiding om eventuele radiaalkrachten op de zuigerstang te voorkomen. Onder het magazijn is de planodoorvouwer gemonteerd. Deze planodoorvouwer bestaat uit een kunststofrol(15) waarin lagers gemonteerd zijn. Deze rol wordt door middel van een as in de doorvouwhouder(16) gemonteerd. De as wordt op de uiteinden vastgezet doormiddel van bouten.
1.Bevestigingsplaat:
Dit is de basis van de planopakker. Hieraan zijn alle onderdelen gemonteerd. 2.
Versteviging:
Deze verstevigd de basisplaat zodat deze stabiel is tijdens de bewegingen van de planopakker. 3.
Lagerhuis:
Hierin zitten de lagers in waar de as van de pakunit over draait.
4. Lager:
Dit is een 6006-2RS lager. Dit lager is gesmeerd voor de levensduur en afgeschermd door kunststof afdichtingen. Voor dit lager is gekozen, omdat het een gangbaar type is dat bij vervanging gemakkelijk te verkrijgen is. (Bijlage 15)
5. Segering:
Dit is een borgring voor gaten. (DIN 472) 6. Segering:
Dit is een borgring voor assen. (DIN 471) 7. As:
Op deze as zit de pakunit gemonteerd. De as draait in 2 lagers. 8. Basis module pakunit:
Dit is het onderdeel dat op de as gemonteerd zit. Op deze unit zitten de andere onderdelen van de pakunit gemonteerd.
9. Klembus:
Voor de bevestiging van de basismodule op de as is gekozen voor een klembus. Dit is gedaan omdat de as een wisselende belasting in 2 rotatie richtingen heeft. Een vertanding of spie borging is hier niet voor geschikt. (Bijlage 16)
10. Cilinder:
Pneumatische cilinder van Festo.(DFM serie) Deze keuze is gemaakt omdat deze cilinder is voorzien van geleidingen om een radiaalkracht over brengen. Deze krachten treden op tijden het uitpakken van de plano en het doorvouwen hiervan. (Bijlage 17)
11. Cilinder bevestigingsplaat.
Deze plaat is op de basismodule gemonteerd doormiddel van een T- moer. Op deze plaat zit de pneumatische cilinder bevestigd. Doordat deze plaat in een passing valt is deze alleen zijdelings te verstellen, waardoor de planopakker goed en gemakkelijk afgesteld kan worden.
12. T- moer:
De moer bevindt zich in een T- gleuf voor zijdelingse verplaatsing van de cilinder bevestigingsplaat. 13. Zuignap bevestigingsplaat.
Deze plaat zit aan de stang van de pneumatische cilinder bevestigd. Op deze plaat zitten de zuignappen bevestigd.
14. Zuignappen.
Deze zuignappen komen Festo en zijn standaard voorraad van ATD. Deze zuignap wordt in veel machines gebruikt, waardoor deze gekozen is.
15. Doorvouw rol:
Deze rol is gemaakt van kunststof om beschadigingen aan de verpakking te voorkomen. In deze rol zitten op de uiteinden lagers gemonteerd. (626-2RS. Bijlage 18)
Door deze lagers zit een as waarmee deze bevestigd wordt aan de doorvouwhouder. 16. Doorvouwhouder:
Deze houder zit bevestigd aan het magazijn. In de doorvouwhouder zit de doorvouw rol gemonteerd. 17. Plano’s:
Stapel plano’s. 18. Plano magazijn:
Hierin zitten de voorraad plano’s opgeslagen. 19. Servo motor:
8.7
Opbouw zijflap sluiter.
Figuur 8-7 geeft de opbouw van de zijflap sluiter weer. De werking van de zijflap sluiter is beschreven in hoofdstuk 7. Het huis(1) van de zijflap vormt de basis van dit onderdeel. Het huis zit op de
bovenplaat van de machine geschroefd. In het huis zit een kamer waar een lager(5) gemonteerd zit. In dit lager zit een verticale as(7). De verdikking op de as voorkomt dat de as er naar onderzijde uit kan en dus op het lager rust. Bovenop de verdikking in de verticale as zit de dichtvouwschijf(3) gemonteerd. Deze is gepositioneerd met een vlakke inlegspie. Dit om onderlinge verdraaiing te voorkomen. Boven op de dichtvouwschijf zit een afstandsbus(4) die door het gat in de afdekplaat(2) valt. Deze afdekplaat zit op het huis geschroefd. De bovenzijde van de verticale as wordt ondersteund door een lager(5) dat gemonteerd zit in een lagerhuis(6). Door deze constructie zit heel verticale as opgesloten.
Aan de onderzijde van de verticale as zit een conisch tandwiel(8) wat gepositioneerd is door middel van een spie. De borging van het tandwiel gebeurd door middel van een bout. Dit tandwiel valt met de vertanding in een gelijk tandwiel(8) dat gemonteerd zit op de horizontale as(11). Dit tandwiel is op een zelfde manier aan de horizontale as bevestigd als bij de verticale as. De horizontale as valt met de verdikking aan de tandriempulley(12) zijde van de aandrijving. De tussen het tandwiel en de verdikking in de as zit een lager(5) wat gemonteerd zit in een lagerhouder(9). Het lager is geborgd door een lager afdekplaat(10). Het uiteinde van de horizontale as is eveneens voorzien van een lagerhouder met lager en afdekplaat. De tandriempulley is met een klembus(13) op de horizontale as bevestigd. Dit is gedaan zodat de timing van het dichtvouwen precies geregeld kan worden.
Figuur 8-7
1. Huis:
Dit is de basis van de zijflap dichtvouwer. 2. Afdekplaat:
Hierop zit een lagerhouder gemonteerd. De afdekplaat zit op het huis gemonteerd en wordt gepositioneerd doormiddel van paspennen.
3. Dichtvouwschijf:
De dichtvouwschijf forceert de zijflappen te sluiten. 4. Afstandsring:
Houd afstand tussen het lager en de dichtvouwschijf. 5. Lager:
Dit is een 6000-2RS lager. Dit lager is gesmeerd voor de levensduur en afgeschermd door kunststof afdichtingen. Voor dit lager is gekozen, omdat het een gangbaar type is dat bij vervanging gemakkelijk te verkrijgen is. (Bijlage 19)
6. Lagerhouder:
Standaard onderdeel van ATD voor het bevestigen van lagers. 7. Verticale as:
As waarop de dichtvouwschijf en een tandwiel aan gemonteerd zitten. 8. Tandwiel:
Standaard conisch tandwiel. Het gat en de spiebaan sleuf moeten erin gemaakt worden. (Bijlage 20)
9. Lagerhouder:
Hierin zitten de lagers van de horizontale as. De horizontale as wordt hiermee aan de onderzijde van het huis gemonteerd.
10. Lager afdekplaat:
Voorkomt dat het lager uit de lagerhouder komt. 11. Horizontale as:
Hierop zitten de tandriempulley en een tandwiel. 12. Tandriempulley:
Is bevestigd op de horizontale as. Is met een tandriem verbonden met de hoofdas. 13. Klembus:
9
Machineveiligheid:
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de machine veiligheid is toegepast in het ontwerp. Elk onderdeel is ontworpen zodat de complete machine voldoet aan de onderstaande veiligheidseisen.
Het Machine Comité van de Europese Commissie zegt:
Zelfs een machine met “geheel omsloten” bewegende delen moet volledig aan de machinerichtlijn en alle relevante normen voldoen.
Dit omdat deze machines bij onderhoud en reparatie wel degelijk gevaar kunnen leveren.
(bron: The spirit of safety. Handboek Machineveiligheid. PILZ 1e druk.)
Machineveiligheid is veelal een onderdeel wat gedaan wordt door middel van sensoren en beveiligingen. Hierdoor is de veiligheid van de machine vaak bepalend door het niveau van de elektrotechnicus die verantwoordelijk is voor de sensoren en beveiligingen. Het onderdeel mechanische afschermingen is hierdoor in de vergetelheid geraakt.
Machinerichtlijn 89/392/EEG van juni 1989, bijlage I, § 1.3.7. beschrijft:
De bewegende delen van de machine moeten zodanig zijn ontworpen, vervaardigd en geplaatst dat risico’s worden voorkomen of, wanneer risico’s blijven bestaan, zodanig van afscherming of
beveiligingsinrichtingen zijn voorzien dat elk gevaar voor aanraking, waardoor zich ongelukken zouden kunnen voordoen, wordt vermeden.
Dit betekend dat bij de ontwikkeling van de machine rekening gehouden moet worden met de bewegingen van de machine en hoe deze zo ontworpen kunnen worden dat het risico op onveilige situaties zonder extra veiligheidsmaatregelen beperkt wordt.
9.1
Normen
Naast de Machinerichtlijn en de basisnormen NEN-EN 292 deel 1 en 2, gaan de onderstaande Type B - normen specifiek in op bepaalde typen afschermingen en beveiligingsinrichtingen en daarmee verband houdende onderwerpen:
NEN-EN 294 Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones met de bovenste ledematen.
Deze norm legt de waarden van de veiligheidsafstanden vast om te voorkomen dat gevaarlijke zones door personen van 3 jaar en ouder met de bovenste ledematen worden bereikt. De afstanden zijn van toepassing indien voldoende veiligheid uitsluitend door deze afstanden kan worden gewaarborgd. De veiligheidsafstanden beschermen personen die gevaarlijke zones proberen te bereiken zonder gebruik te maken van hulpmiddelen en wel onder de omstandigheden die voor de verschillende reikende bewegingen worden vastgelegd. Deze norm hoeft niet te worden toegepast op machines die onder bepaalde elektrische normen vallen waarin specifieke beproevingsprocedures zijn vastgelegd, bijvoorbeeld het gebruik van een proefvinger. Voor bepaalde toepassingen is het gerechtvaardigd om van deze veiligheidsafstanden af te wijken. Normen die betrekking hebben op deze toepassingen, geven aan hoe een voldoende veiligheidsniveau kan worden bereikt.
NEN-EN 349 Minimumafstanden ter voorkoming van het kwetsen en bekneld raken van menselijke lichaamsdelen.
Het doel van deze norm is de gebruiker (bijv. opstellers van normen, ontwerpers van machines) in staat te stellen om gevaren in zones waar gevaar voor bekneld raken bestaat, te vermijden. Deze norm legt de minimumafstanden voor delen van het menselijk lichaam vast en is van toepassing op andere mogelijke gevaren, bijv. stootgevaar, gevaar voor afhakken, gevaar voor naar binnen trekken.
Ontw. NEN-EN 811 Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones met de onderste ledematen.
Legt waarden vast voor veiligheidsafstanden ter voorkoming en bemoeilijking van de toegang voor de onderste ledematen van personen van 14 jaar en ouder. De waarden zijn gebaseerd op de ervaring in de praktijk en blijken bij deze groep van personen te passen. De afstanden zijn van toepassing indien door de afstand zelf een passend veiligheidsniveau kan worden bereikt, en indien toegang voor de bovenste ledematen volgens de risicobeoordeling niet voorzienbaar is.
Ontw. NEN-EN 999 Hand-/armsnelheid; naderingssnelheid van lichaamsdelen in verband met de plaatsing van veiligheidsvoorzieningen.
Deze norm geeft parameters die op waarden voor hand/arm- en naderingssnelheden zijn gebaseerd, en de methoden ter bepaling van de minimumafstanden van speciale detectie- of bedieningsorganen van beveiligingsinrichtingen tot een gevaarlijke zone.
Ontw. NEN-EN 953 Afscherming van machines, vaste en beweegbare afschermingen van gevaarlijke zones.
Legt algemene eisen vast voor het ontwerp en de constructie van afschermingen die vooral voor de bescherming van personen tegen mechanische gevaren zijn bedoeld. De norm geldt primair voor machines die na de datum van uitgifte van deze norm worden vervaardigd. Aandacht wordt besteed aan de toepassing van afschermingen voor de minimalisatie van de blootstelling aan
niet-mechanische gevaren. De eisen gelden voor het gebruik van zowel vaste als beweegbare afschermingen. De norm behandelt niet die delen van afschermingen welke dienen voor het inwerkingstellen van blokkeerinrichtingen. Deze worden in EN 1088 behandeld. Deze norm bevat geen eisen voor bijzondere afschermingen die zijn bedoeld voor het transport en het hijsen/heffen van lasten, zoals beschermingen tegen kantelen (ROPS) en tegen vallen (FOPS).
NEN-EN 1088 Algemene grondbeginselen voor het ontwerp van blokkeerinrichtingen gekoppeld aan afschermingen.
Dit is een B2-norm voor de richtlijn machineveiligheid en beschrijft een veiligheidsbepalende voorziening die voor alle machines van toepassing is. De norm geeft principes voor het ontwerpen van een blokkeerinrichting die gekoppeld is aan een afscherming. Het doel is daarbij om de werking van de machine of onderdelen daarvan te blokkeren zolang de afscherming niet gesloten is.
9.2
De keuze van het type afscherming of
veiligheidsvoorziening.
De keuze van het type afscherming of veiligheidsvoorziening is, afhankelijk van alle hieronder genoemde aspecten.
De uitkomsten van de risicobeoordeling van de machine.
De noodzaak van toegang van de bediener tot de gevarenzone tijdens de gewone werking en/of andere personen bij verdere werkzaamheden.
De uitvoering van veiligheidsvoorzieningen volgens de voor de betreffende machine geldende Type C-norm.
Bij de keuze van een geschikte beveiliging voor een bepaald type machine of een bepaalde gevaarlijke zone moet worden bedacht dat een vaste afscherming eenvoudig is en moet worden toegepast indien het niet nodig is dat de bediener toegang heeft tot de gevaarlijke zonde tijdens de gewone werking van de machine.
Naarmate frequenter toegang nodig is, wordt het ongemak dat het gevolg is van het verwijderen en weer aanbrengen van een vaste afscherming groter totdat het zo groot is dat bijvoorbeeld een beweegbaar blokkerscherm of een naderingsschakelaar zou moeten worden gebruikt.
10
Niet gebruikte, maar wel geëngineerde onderdelen.
Tijdens het project zijn er meer onderdelen geëngineerd dan gebruikt. Twee van deze onderdelen worden in dit hoofdstuk beschreven. In het project hebben deze onderdelen geen plaats gekregen doordat na overleg met de klant anders besloten is. Wel zijn het onderdelen die oplossing kunnen bieden voor problemen in huidige machines.
10.1
Vacuüm cilinder
Voor het uitnemen van plano’s uit een magazijn is een lineaire beweging gewenst. Dit is ondervonden bij het testen van een uitnemer welke niet lineair de plano’s uit het magazijn nam. Tijdens dit testen bleek dat het regelmatig voor kwam dat plano niet of niet goed uit het magazijn genomen werd. Voor de monteurs is het lastig afstellen als dit niet betrouwbaar gebeurd, deze gaven dit ook aan tijdens de brainstorm sessie die gehouden is.(Bijlage 22) Bij het gekozen principe voor deelfunctie 1 is er geen lineaire uitneemslag. Voor dit probleem werd tijdens onderzoek naar zuignappen een idee opgedaan. Het idee is ontstaan door het zien van een zuignap die geveerd was tegen beschadigingen.
Na het goed bekijken van de geveerde zuignap is er eerst een
schema/autocad tekening
gemaakt.(figuur 10-1) Vanuit dit model is er gezocht naar een geschikt cilinder om te verbouwen. Doordat er bij ATD Machinery regelmatig proto’s gebouwd worden is er een ruime keuze uit
gebruikte spullen voor prototype bouw. Tussen alle cilinders lag een korte cilinder met als nul stand volledig in doormiddel van veerkracht. Het idee ontstond om de veer aan de andere kant te monteren, en de stang te doorboren waardoor er maar 1 vacuümslang aangesloten hoeft te worden en de cilinder niet in gaat zonder dat er vacuüm is bij de zuignap.
Na een kleine test is gebleken dat de cilinder goed werkt op vacuüm en het principe goedgekeurd is. Figuur 10-2 & 10-3 geven het prototype weer.
10.2
Transportband
Voor het gebruik van het gekozen principe, de arm uitnemer, voor deelfunctie 1 is het noodzakelijk dat de planopakker ruimte heeft in de transportband om de verpakking te plaatsen. Met dit gegeven en de relevante eisen is een opzet gemaakt voor een eventuele transportband. Zie bijlage 7.
De eisen zijn:
Machine moet verpakkingen van 30 mm. tot 100 mm. breed kunnen verwerken.
Machine moet verpakkingen van 70 mm. tot 180 mm. lang kunnen verwerken. Deze manier van transporteren is modulair opgesteld zodat er een basis transport principe met “nul” zijde in de machine is. Door het individueel verdraaien van de aandrijfassen ten opzichte van elkaar is het mogelijk om de afstand tussen de meenemers te veranderen. Door beide assen wel samen aan te drijven verloopt het transport toch synchroon.
Figuur 10-1
Figuur 10-3
Conclusie en aanbevelingen.
De single tuck packer is opgebouwd uit bestaande en nieuw geëngineerde onderdelen. Deze onderdelen zijn modulair gebouwd. De uitwerking van de nieuw te ontwerpen deelfuncties is naar verwachting verlopen. De nieuw ontworpen planopakker is buiten dit project ook voor andere inpak machines te gebruiken. Dit geeft grote meerwaarde aan het onderdeel.
De doelstelling is behaald, omdat er tekeningen zijn om een machine te maken waarmee de single tuck verpakking verwerkt kan worden.
Voordat de machine definitief geproduceerd gaat worden met een definitieve verpakking is het
raadzaam de afmetingen te controleren. Dit omdat het mogelijk is dat er een afmeting dusdanig afwijkt van de voorbeeld verpakking dat het mogelijk is dat voor het type er een kleine aanpassing voor het ontwerp plaats moet vinden.
Bronnen.
Handleiding ASB Packer
Projectplan
Verpakkingsmaten
Handboek Machineveiligheid
Bestanden/films op netwerk Agio Cigars.
http://www.youtube.com/watch?v=AVsfMlthfzE
Balpennen magazijn
http://www.youtube.com/watch?v=k2xRBnFABV0
Snel magazijn plano’s
http://www.youtube.com/watch?v=AIV1H0q-ST0
plano’s dicht vouwen
http://www.youtube.com/watch?v=8sfRlmJi0tw
snel magazijn
http://www.youtube.com/watch?v=qFDHHqmp-Sc
Achterkant dicht lijmen
http://www.youtube.com/watch?v=JAQABMx8UXk
ontvouwen plano’s
http://www.christ-ps.com/index-b-5072-10337.html
conculega met snelle machine
http://www.youtube.com/watch?v=v1D87i3vKcw&NR=1
Pusher
plano uit magazijn
http://www.youtube.com/watch?v=8-Na-15VEyY
single, duo en triple uitnemer
http://www.vectacraft.com/products/cartoners/merlin.html
producent planopakkers
http://www.youtube.com/watch?v=JAQABMx8UXk&NR=1
Tisseudoos vullen
http://www.youtube.com/watch?v=clJEgyBh4zM
parfum flesjes verpakken ASB principe
http://www.youtube.com/watch?v=7isXbB2qXyw&feature=related
vierkante uitnemer. Makkelijke opbouw.
http://www.youtube.com/watch?v=az46kdcFGJs&NR=1
pakt alleen plano als er product is.
http://www.youtube.com/watch?v=op97WkxBehw
makkelijke lijn, moeilijk plano uitnemen
http://www.marchesini.com/machines/single-products/secondary-packaging/product-detail/cartoner/ma305/facts/
Conculega met diverse inpakkers
http://www.youtube.com/watch?v=8-Na-15VEyY Arm uitpakker http://www.youtube.com/watch?v=yKsmFsexwr4 lopende band http://www.youtube.com/watch?v=fF_lYrA_mMw Arm uitpakker G:\ILLUSTRATIES-OFFERTE\filmpjes\S&S Abatech Hoe het uitpakken niet moet.
http://www.arbokennisnet.nl/images/dynamic/Dossiers/Machineveiligheid/D_Machinev
Begrippenlijst
ASB Packer:
Een inpakmachine voor schuifdoosverpakkingen. De toevoer van materialen is mogelijk zonder openen van de veiligheidsdeuren. de machine kan geplaatst worden in een complete productielijn, maar kan tevens als stand-alone machine uitgevoerd worden. met de ASB inpakmachine kunnen zowel 1 als 2 lagen producten ingepakt worden. Iedere laag kan 2 tot 10 producten bevatten.
ATSS Packer:
De ATSS Packer is een in drievoud uitgevoerde ASB Packer. De machine draait rustig, maar heeft door de drievoud wel een hoge productie.
AST Packer:
Een inpakker voor kleine stalen “flip top” verpakkingen.
Rex:
Een inpakmachine voor sigaren in halsdoosjes. De verpakkingen kunnen van karton, blik of kunststof zijn. De machine bestaat uit een sigaren toevoermagazijn met perforatie unit, lege dozenmagazijn, dozen opener, papierinlegger, sigaren induwer, dozensluiter en volle dozenmagazijn.
Cellofaneermachine:
Voorziet de sigaren individueel van een doorzichtige plastic verpakking.
Sigarenbandjes machine:
Voorziet de sigaren individueel van een sigarenbandje.
Servomotor:
Een elektromotor voor precieze positionering.
Pendelkast:
Een behuizing met 2 assen. De ingaande as maakt een roterende beweging en de uitgaande as maakt een pendel beweging. (heen en weer gaand)
Hotmelt:
Hotmelt is een lijm gemaakt van thermoplasten. Ze komen voor in de vorm van granulaten (korreltjes), bladen en weefsels.
De lijmverbinding komt tot stand door afkoeling van de gesmolten lijmmassa
Klant:
De directeur van ATD heeft gefungeerd als klant. Dit omdat het gaat om een idee dat uitgewerkt is en de machine nog niet daadwerkelijk verkocht is.
© Copyright 2011
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, of in een
geautomatiseerd gegevensbestand worden opgeslagen, of openbaar gemaakt, in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Bram Vosters. Dit geldt ook voor de bijbehorende tekeningen en
schema’s.
Bram Vosters behoudt zich het recht voor om onderdelen op elk gewenst moment te wijzigen, zonder voorafgaande of directe kennisgeving. De inhoud van dit rapport kan eveneens worden gewijzigd zonder voorafgaande waarschuwing.
Dit rapport is met alle mogelijke zorg samengesteld, maar Bram Vosters kan geen
verantwoordelijkheid op zich nemen voor eventuele fouten in dit rapport en/of voor de gevolgen daarvan
Bijlage’s
Vanaf deze pagina worden de bijlage’s weergegeven. In het rapport zijn verschillende verwijzingen naar deze bijlage’s.
Bijlage 2.
PMD.
PROJECT MANAGEMENT DOCUMENT
Project:
Ontwerp modulaire verpakkingsmachine voor goedkope verpakkingen. Versie: 1.8 Startdatum: 29-08-2011 Einddatum: 20-01-2012
Akkoord Bedrijf: Akkoord Hogeschool: Opsteldatum: 29-08-2011
0. Uitvoeringsgegevens
Bedrijfsgegevens: ATD Machinery Wolverstraat 3 5525 AR Duizel +31497-582582
Bedrijfsbegeleiding: Bart van der Krieken
B.van.der.Krieken@atdmachinery.nl
+31497-582575
Onderwijsinstelling: Avans Hogeschool Academie voor Technologie en Management
Adres: Lovensdijkstraat 61-63 4818AJ Breda Receptie (076) 525 05 00 Postadres: Avans Hogeschool Postbus 90.116 4800 RA Breda
Hogeschoolbegeleiding: Dhr. Jan Barendregt
Student: Bram Vosters
Hoogemierdseweg 13A 5094 AA Lage Mierde
bram_vosters@hotmail.com
