• No results found

Archeologisch onderzoek in Gent in 2010 (O.-Vl.)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologisch onderzoek in Gent in 2010 (O.-Vl.)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OVERDRUK UIT:

Kroniek Archaeologia Mediaevalis, Namen, 2011, nr. 34, p. 12-17.

Archeologisch onderzoek in Gent in

2010 (O.-Vl.)

Berkers Maarten, Bru Marle-Anne, Laleman Marie Christine, Steurbaut Peter, Stoops Gunter & Vermeiren Geert

(2)

Oude Houtlei 122, Parnassuskerk

Verschillende werkzaamheden in de beschermde Parnassuskerk aan de Oude Houtlei gaven in de zomer van 2010 aanleiding tot enkele registraties door de Dienst Stadsarcheologie. Het gaat om het klooster van de clarissen-urbanisten die zich hier in 1653, net buiten de 12e-eeuwse stadsomwalling, in bestaande huizen vestigden. Het klooster dateerde in oorsprong van 1687-1688, de kerk van 1725. In 1840, na de opheffing van het vermelde klooster, werd het complex verkocht aan franciscanen die in de loop van de 19e eeuw zowel het klooster als de kerk uitbreidden. Het wegbreken van de vloer en matig verdiepen zorgden ervoor dat verschillende muurfragmenten aan het licht kwamen. Naast de verwachte kettingmuren en andere funderingen die te relateren waren aan de bouw van de kerk, werden nabij de ingang aan de straat twee ondergrondse ruimtes ontdekt, waarvan één volgestorte grafkelder. In de zuidelijke zijbeuk werden verschillende muren en muurfragmenten aangetroffen die ouder zijn dan de neobarokke kerk, maar waarvan de relaties onderling niet helemaal duidelijk zijn. Deze resten zijn vermoedelijk sporen van oudere bewoning die verdween bij het vergroten van de kerk met twee zijbeuken in 1856-1857. Een met puin volgestorte beerput lijkt dit alleszins te bevestigen.

Schouwburgstraat

Eind februari 2010 werd in het kader van wegenwerken een derde doorsnede op de Schouwburgstraat uitgevoerd. De Dienst Stadsarcheologie verrichtte enkele waarnemingen (vergunningnummer 09-19132). Evenals bij de twee voorgaande doorsneden was het resultaat heel beperkt. De vele verstoringen hadden het bodemarchief grondig doorwoeld. Wel was duidelijk dat er van het bouwblok van voor de aanleg van de straat (1836) niets was terug te vinden. In tegenstelling tot wat werd aangenomen zat de natuurlijke bodem hier vrij hoog en in tegenstelling tot het verwachte aflopende terrein richting Leie, bleek archeologisch net het omgekeerde vast te stellen.

Sint-Baafsplein 8

In 2010 werd een vondstcontext afkomstig van dit pand uitgewerkt. Het ging om de vulling van een kleine, laat 12e-eeuwse kuil. Naast aardewerk werden ook botmateriaal, houtskool en zaden en vruchten onderzocht. Markant was de dominantie van zoetwatervis en het voorkomen van 'wilde' karper. Verregaande interpretaties over deze vondstcontext waren niet mogelijk. De resultaten werden gepubliceerd in de reeks Archeologisch onderzoek in Gent.

Sint-Veerleplein 5-7, Vismijn

Op 7 juli 2010 werd via de Dienst Monumentenzorg van de Stad Gent, de vondst van een grafplaat gemeld, aangetroffen tijdens werkzaamheden in het poortgebouw van de Oude Vismijn, Sint-Veerleplein 5. De steen bevond zich ten noorden van het opgravingvlak dat in 2007 werd onderzocht en bevond zich op de overgang tussen de middenbeuk en de noordelijke zijbeuk van de voormalige eerste Sint-Veerlekerk, net voorbij het poortgebouw van de Oude Vismijn. De rechthoekige natuurstenen plaat had afmetingen van 146 x 92 x 19 cm en bevond zich op 7 ,02 m TA W. Het oppervlak was voorzien van een fijn uitgewerkte gravering met een centraal aangebrachte tekst, omgeven door een uitgebreide omrandende versiering. Aangezien de steen in situ bewaard kon worden, werd deze niet gelicht om een eventueel onderliggende begraving of grafkelder vast te stellen. Een klein plaatselijk onderzoek liet niet toe eenduidig uit te maken of er al dan niet een graf aanwezig was. De beperkte afmetingen van de plaat doen een eventuele herinneringssteen vermoeden. De bovenzijde van de grafplaat vertoont een centrale ovale medaillon, omringd door een festoen van bladwerk tussen twee aflijnende biezen. Het buitenste biesje gaat over in het rolwerk dat de grafplaat verder versiert. Dergelijk rolwerk is typisch voor de renaissance en is geïnspireerd op opgerold perkament. In het medaillon bevindt zich de Latijnse grafinscriptie: SEPV LTVRA/ M[AG]G[IST]RI IOANNIS / CORNEPVVT QVONDA[M] / CVRATI STI EGIDII / BRV GE[N]SIS QVI OBYT / SACELLANV S HVIV S / ECCLESIE A0 DNI 1567 / ME[N]SIS APRILIS DIE/ TERTIA

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tabel 4 Uitval en veterinaire behandelingen van biggen die gedurende de opfokperiode voer kregen zonder AMGB’s, met AMGB (Avilamycine) of met verlaagd ruw eiwit.. Zonder AMGB

De ervaring uit de Oekraïne leert dat de plant zich na lokale vestiging steeds sneller uitbreidt met een gemiddelde van 70 km 2 per jaar over een periode van 55 jaar (Song en

Het saldo is in het tweede kwartaal vrijwel gelijk aan het eerste kwartaal, maar wel ruim verdubbeld ten opzichte van het tweede kwartaal vorig jaar tot bijna 67.000 euro

Door de lagere N-giften was voor het CropScan systeem gemiddeld de stikstofbalans input minus output gunstiger en de hoeveelheid stikstof Nmin in de bodem na de oogst lager..

Nog voor het ter perse gaan van voorgaand artikel over de eerste vondst van Sematophyllum substrumulosum (Schorsdekmos) in Nederland, werd de soort ook in Zuidoost-Brabant

The purpose of management coaching, says Dr Salome van Coller, programme manager: MPhil in Management Coaching, is to enable executives to develop key leadership capabilities that

De biologische landbouw krijgt het nog niet voor elkaar de kringloop 100 procent te sluiten, terwijl dat wel de intentie is.. Mest, voer en stro zijn vaak deels

K / Kristo veel rand 3x, randje 2x, licht rand, rand in hart 2x, natrand en ingeklapte nerf, toprand, veel smeul en rand, smetgevoelig 2x, door geel blad teveel