• No results found

Boer en bedrijfsresultaat : analyse van de uiteenlopende rentabiliteit van vergelijkbare akkerbouwbedrijven in de Noord-Oost-Polder

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Boer en bedrijfsresultaat : analyse van de uiteenlopende rentabiliteit van vergelijkbare akkerbouwbedrijven in de Noord-Oost-Polder"

Copied!
125
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BOER EN BEDRIJFSRESULTAAT

Analyse van de uiteenlopende rentabiliteit van

vergelijkbare akkerbouwbedrijven in de Noord-Oost-Polder

IM IIL: O T il E E s. DKH

(2)

I

Bij z . g . bedrijfsstruktuurprogrammeringen dient meer rekening gehouden t e worden met l i m i t e r i n g e n op h e t gebied van de ondernemersbekwaamheid.

I I

Toekenning van z . g . Fingerspitzengefühl duidt op onvol-doende o n t l e d i n g van h e t suksesvolle besluitvormingsproces.

I I I

De technische ontwikkeling van diverse oogstmachines i n de akkerbouw i s i n een zodanige fase dat de ekonomische en technische levensduur tenderen t o t g e l i j k e waarden.

IV

Uitgaande van een ekonomisch georiënteerde bedrijfsvoering1

dienen r e l e v a n t e beperkingen van de milieu-omstandigheden zwaarder t e wegen b i j b e s l i s s i n g e n over de i n r i c h t i n g van het landbouwbedrijf dan de p e r s o o n l i j k e ambitie van de boer.

V

Ter informatie over h e t r e n t a b i l i t e i t s v e r l o o p van een akkerbouwbedrijf i s een i n t e r m i t t e r e n d e u i t v o e r i g e b e d r i j f s -ekonomische verslaggeving, gekombineerd met j a a r l i j k s e informatie over de algemene ontwikkeling van kosten en opbrengsten, t o e r e i k e n d t e achten.

VI

Ten behoeve van de ontwikkelingsmogelijkheden van land-bouwbedrijven dient de l o o p t i j d van een pachtkontrakt mede beperkt t e worden door een l e e f t i j d s l i m i e t van de p a c h t e r

( b i j v . 65 j a a r ) .

V I I

Gegeven de marktvorm en g e l e t op de r e g e l i n g i n de Zaai-zaad- en Pootgoedwet kan b i j de vermeerdering van pootaard-appels b e t e r gesproken worden van O.M. (= onvolledige mededinging)- dan van monopolie-rassen.

(3)

IX

Bij,de i n t r o d u k t i e van nieuwe l e e r l i n g e n op de k l e u t e r -school d i e n t begeleiding van de ouders inbegrepen t e z i j n .

X

Het gebruik van dezelfde tekens met een v e r s c h i l l e n d e b e t e k e n i s i n de weergave van de o f f i c i ë l e noteringen van de Amsterdamse Beurs door de d i v e r s e dagbladen i s verwarrend.

XI

Dat de b a l rond i s , i s een minder veelzeggend argument t e r v o o r s p e l l i n g van een verrassende eindscore van v o e t b a l -wedstrijden dan indien van een onregelmatig, veelvlakkig gevormd trapvoorwerp gebruik gemaakt zou worden.

P r o e f s c h r i f t L.C. ZACHARIASSE Wageningen, 1 november

(4)

Analyse van de uiteenlopende rentabiliteit van vergelijkbare akkerbouwbedrijven in de Noord-Oost-Polder

CENTRALE LANDBOUWCATALOQUS

(5)

LEVINUS CORNELIS ZACHARIASSE

landbouwkundig ingenieur, geboren te Biggekerke, 19 januari 1942, is goedgekeurd door de promotor, Dr. Ir. J.F. VAN RIEMSDIJK, hoogleraar in de Bijzondere Landhuishoudkunde.

De Rector Magnificus van de Landbouwhogeschool,

H. A. LENIGER

Wageningen, 20 augustus 1974

(6)

L.C. ZACHARIASSE

BOER EN BEDRIJFSRESULTAAT

Analyse van de uiteenlopende rentabiliteit van vergelijkbare akkerbouwbedrijven in de Noord-Oost-Polder

TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD

VAN DOCTOR IN DE LANDBOUWWETENSCHAPPEN OP GEZAG VAN DE RECTOR MAGNIFICUS, DR. IR. H.A. LENIGER,

HOOGLERAAR IN DE TECHNOLOGIE, IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN

OP VRIJDAG 1 NOVEMBER 1974 DES NAMIDDAGS TE VIER UUR

IN DE AULA VAN DE LANDBOUWHOGESCHOOL TE WAGENINGEN PROEFSCHRIFT

B I B L I O T H E E K . DER

SANDBOtreEOGESCHOOi

(7)
(8)

Gaarne w i l ik d i t p r o e f s c h r i f t op de g e b r u i k e l i j k e wijze beginnen.

Veel dank ben ik verschuldigd aan mijn promotor, prof. J . F . VAN RIEMSDIJK. Zeer e r k e n t e l i j k ben ik voor zijn sugges-t i e sugges-t o sugges-t hesugges-t i n s sugges-t e l l e n van d i sugges-t onderzoek, z i j n g r o sugges-t e belang-s t e l l i n g voor het onderwerp van belang-s t u d i e albelang-smede voor de waar-devolle raad en steun d i e i k , aanvankelijk a l s medewerker maar ook daarna, van hem b i j deze s t u d i e heb ontvangen.

In prof. J . DE VEER w i l ik de d i r e k t i e en de afdeling Landbouw van het L . E . I . mijn dank betuigen voor de mij gege-ven v r i j h e i d en ruimte om d i t onderzoek af t e ronden.

Prof. F. PRINS, d r s . S. KOSTELIJK en i r . M. DRAISMA dank i k voor hun k o n s t r u k t i e v e k r i t i e k op het manuskript. Ook i r . L . J . P . KUPERS, de gewasspecialisten van het P . A . , alsmede mijn vroegere k o l l e g a ' s van de L.H. ben i k e r k e n t e l i j k voor hun adviezen b i j het totstandkomen van de voorgaande p u b l i -k a t i e s .

Ing. H.C.M. HAVERKAMP ben i k zeer dankbaar voor z i j n g r o t e i n z e t i n a l l e fasen van het onderzoek. Een b e t e r e mede-werker had ik mij n i e t kunnen wensen. Mijn dank g e l d t voorts i r . A. ERIKS voor z i j n b e r e i d w i l l i g e hulp en adviezen b i j de uitwerking van de verzamelde gegevens, mevrouw S. HOVESTAD-DE JONG voor de v o o r t r e f f e l i j k e wijze waarop z i j de manus-k r i p t e n heeft getypt en a l l e s t u d e n t - a s s i s t e n t e n d i e aan het onderzoek hebben meegewerkt.

Een bijzonder woord van dank gaat u i t naar de deelnemers aan d i t onderzoek voor de spontane en meelevende wijze waarop z i j bereid waren s t e e d s weer h e t onderzoeksteam t e ontvangen en hun gegevens beschikbaar t e s t e l l e n .

Mijn ouders w i l i k zeer veel dank brengen voor hun i n spanningen om mij de s t u d i e aan de L.H. t e kunnen l a t e n v o l -gen. Mijn b e l a n g s t e l l i n g voor h e t landbouwbedrijf en respekt voor degenen d i e daarin werkzaam z i j n , heb i k in b e l a n g r i j k e mate aan hen t e danken.

Mijn vrouw dank ik voor haar g r o t e i n t e r e s s e i n mijn werk, alsmede voor de wijze waarop z i j mij t o t steun en t o e -v e r l a a t i s geweest b i j de -voorbereiding -van d i t p r o e f s c h r i f t .

(9)

P u b l i k a t i e no 8 Afdeling voor

Agrarische Bedrijfseconomie aan de Landbouwhogeschool Wageningen

(10)

1. TERUGBLIK EN BESTEK 1 2. HET VRAAGSTUK DER UITEENLOPENDE RENTABILITEIT

VAN AGRARISCHE BEDRIJVEN • 2

2.1 I n l e i d i n g 2 2.2 S t r u k t u u r s c h e t s van v e r s c h i l l e n i n b e d r i j f s r e s u l t a a t 2 2.3 Analyse van l i t e r a t u u r g e g e v e n s 3 2 . 3 . 1 V e r g e l i j k i n g van d i v e r s e b e d r i j f s -types 3 2 . 3 . 2 Nadere beschouwing betreffende

akkerbouwbedrij ven 5 2.4 Beschouwing van r e l a t i e boer en b e d r i j f s

-r e s u l t a a t 7 2 . 4 . 1 P o s i t i e van de boer 7

2.4.2 Beslissingen van de boer 10

3 . BEPALING ONDERZOEK 13 3.1 I n l e i d i n g 13 3.2 T a a k s t e l l i n g 13 3.3 Opzet van onderzoek 15

3 . 3 . 1 Keuze van de bedrijven 15 3.3.2 Keuze van de v a r i a b e l e n en

verzame-l i n g der gegevens 16 3.4 Methode van onderzoek 17 4. ANALYSE VAN DE STRUKTUUR DER VERSCHILLEN IN

BEDRIJFSRESULTAAT 19 4 . 1 I n l e i d i n g 19 4.2 Bespreking r e n t a b i l i t e i t s v e r s c h i l l e n 1968/69 en 1969/70 20 4.3 Kosten en b e d r i j f s r e s u l t a a t 25 4 . 3 . 1 Algemeen 25 4 . 3 . 2 Bewerkingskosten 26 4 . 3 . 3 Toegerekende kosten 29 4 . 3 . 4 Algemene kosten 30 4.4 Bruto-geldopbrengsten en b e d r i j f s r e s u l t a a t 31 4 . 4 . 1 Algemeen 31 4 . 4 . 2 P r i j z e n der produkten 35

4 . 4 . 3 Fysieke opbrengsten der gewassen 41

4 . 4 . 4 Bouwplan 43 4.5 Samenvatting 48

(11)

BEDRIJFSBEHEER 51 5.1 I n l e i d i n g 51 5.2 Analyse van de v e r s c h i l l e n i n

werk-o r g a n i s a t i e 51 5 . 2 . 1 Algemeen 51 5.2.2 Werkorganisatie 52

5.2.3 Nabeschouwing . 53 5.3 Analyse van de v e r s c h i l l e n i n fysieke

opbrengsten p e r ha gewas 54 5 . 3 . 1 Algemeen 54 5.3.2 Wintertarwe 55 5.3.3 Suikerbieten 57 5.3.4 Pootaardappels 58 5.3.5 Konsumptie-aardappels 59 5.3.6 Nabeschouwing 61 VERDERE EVALUATIE EN EKSTRAPOLATIE 64

6.1 I n l e i d i n g 64 6.2 Kennis, e r v a r i n g en i n z i c h t van de boer 65

6.3 Kernpunten u i t het besluitvormingsproces

van de boer 69 6 . 3 . 1 Algemeen 69 6.3.2 Waarnemingsfase 73 6 . 3 . 3 Waarderingsfase 74 6.3.4 B e s l i s s i n g s f a s e 75 6.3.5 Nabeschouwing 77 6.4 Gedachten over opleiding en begeleiding

van de toekomstige en aktieve ondernemer 79

6 . 4 . 1 Algemeen 79 6 . 4 . 2 P e r s o o n l i j k h e i d 79

6 . 4 . 3 Opleiding 80 6 . 4 . 4 Begeleiding 82 6.5 Beschouwing ondernemerschap i n de akkerbouw 88

SUMMARY 92 LITERATUUR 96

(12)

1. TERUGBLIK EN BESTEK

In 1968 i s b i j de afdeling voor a g r a r i s c h e b e d r i j f s -economie der Landbouwhogeschool te Wageningen een onderzoek aangevangen naar oorzaken van v e r s c h i l l e n in r e n t a b i l i t e i t van overeenkomstige akkerbouwbedrijven in de Noord-Oost-Polder.

Over d i t onderzoek z i j n t o t heden drie p u b l i k a t i e s (no. 5 , 6 en 7)1"1 verschenen in de betreffende reeks van

genoemde a f d e l i n g . In p u b l i k a t i e no. 5 "Analyse van het vraagstuk der uiteenlopende r e n t a b i l i t e i t van v e r g e l i j k b a r e a g r a r i s c h e b e d r i j v e n " (ZACHARIASSE. 1972a) wordt v e r s l a g gedaan van verkenningen in t h e o r i e , p r a k t i j k en l i t e r a t u u r betreffende d i t probleemgebied, waarna het verdere onderzoek wordt omschreven. In de p u b l i k a t i e s no. 6 en 7 zijn van d i t onderzoek op overeenkomstige akkerbouwbedrijven in de Noord-Oost-Polder de analyses van de v e r s c h i l l e n in werkorganisatie r e s p . in fysieke opbrengsten van enkele gewassen weergegeven

(ZACHARIASSE, 1972b en 1974).

De v e r s l a g l e g g i n g van h e t gehele onderzoek zal in deze a f s l u i t e n d e p u b l i k a t i e worden samengevat c.q. afgerond. In 2 zal daartoe de o r i ë n t a t i e van h e t probleemgebied en daarbij a a n s l u i t e n d in 3 de t a a k s t e l l i n g , opzet en methode van verder onderzoek worden weergegeven, hetgeen in b e l a n g r i j k e mate een samenvatting betekent van p u b l i k a t i e no. 5. Vervolgens komt in 4 de analyse van de v e r s c h i l l e n in r e n t a b i l i t e i t op de onderzochte bedrijven aan de o r d e , waarbij de verkregen r e -s u l t a t e n vergeleken worden met die van andere onderzoekingen. Van dezelfde groep bedrijven worden in 5 , a l s samenvatting van de p u b l i k a t i e s no. 6 en 7, de r e s u l t a t e n van de verder g e d e t a i l l e e r d e analyses van de v e r s c h i l l e n in werkorganisatie en in fysieke opbrengsten van enkele gewassen u i t e e n g e z e t .

In 6 volgt t e n s l o t t e een verdere e v a l u a t i e en e k s t r a p o l a t i e van de i n z i c h t e n u i t d i t onderzoek, waarbij in h e t b i j z o n d e r aandacht geschonken wordt aan de ondernemer en h e t onder-nemerschap in de akkerbouw.

In deze s t u d i e z a l dikwijls verwezen worden n a a r delen van de voorgaande p u b l i k a t i e s no. 5 , 6 en 7. Indien verwezen wordt n a a r b i j v . hoofdstuk 5 p a r a g r a a f 1 van p u b l i k a t i e no. 5 , dan z a l dat worden aangegeven met 5 - 5 . 1 . Ook zullen in deze s t u d i e onderlinge verwijzingen voorkomen t u s s e n de hoofdstukken r e s p . paragrafen. Wordt verwezen n a a r b i j v . hoofdstuk 2 u i t deze p u b l i k a t i e , dan wordt dat aangeduid met 2 . Wordt verwezen n a a r b i j v . hoofdstuk 2 p a r a g r a a f 1 u i t deze p u b l i k a t i e , dan wordt de aanduiding 2 . 1 .

(13)

2. HET VRAAGSTUK DER UITEENLOPENDE RENTABILTEIT VAN AGRARISCHE BEDRIJVEN

2 . 1 Inleiding

Bij de beschouwing van de resultaten van een groep land-bouwbedrijven gedurende een reeks van j a r e n , kan doorgaans een g r o t e v a r i a t i e in de b e d r i j f s r e s u l t a t e n worden gekonsta-t e e r d . Daarbij kunnen gekonsta-twee hoofdlijnen in de v e r s c h i l l e n in b e d r i j f s r e s u l t a a t onderscheiden worden. Enerzijds b e t r e f t h e t de dikwijls v r i j a a n z i e n l i j k e v e r s c h i l l e n in b e d r i j f s r e s u l -t a a -t zoals die zich gewoonlijk van j a a r -t o -t j a a r voordoen. Anderzijds kan meestal een g r o t e s p r e i d i n g i n de b e d r i j f s r e s u l t a t e n binnen êen j a a r worden waargenomen. Deze v e r s c h i l -len in r e s u l t a a t doen zich n i e t alleen voor tussen bedrijven die produceren onder uiteenlopende n a t u u r l i j k e of s t r u k t u r e l e omstandigheden, maar evenzeer tussen bedrijven die min of meer dezelfde mogelijkheden hebben. Met name in het l a a t s t e geval r i j s t de vraag welke faktoren deze v e r s c h i l l e n veroor-zaken .

2.2 Struktuursahets van verschillen in bedrijfsresultaat

De f a k t o r e n , die mogelijk van invloed zijn op de r e n t a -b i l i t e i t van p o t e n t i e e l g e l i j k e -b e d r i j v e n , kunnen in twee groepen ingedeeld worden n a a r door de boer i n d i v i d u e e l n i e t of nauwelijks t e beïnvloeden faktoren e n e r z i j d s en wel t e beïnvloeden of zo mogelijk t e beheersen faktoren a n d e r z i j d s .

Tot de eerstgenoemde groep behoren de t o e v a l l i g e (het weer) en de n i e t - t o e v a l l i g e , maar voor de i n d i v i d u e l e boer op k o r t e termijn onbeïnvloedbare faktoren (de algemene p r i j s -ontwikkeling). Deze, b u i t e n de d i r e k t e beslissingsmacht van de boer liggende f a k t o r e n , z i j n reeds aanleiding t o t een g r i l l i g verloop van h e t r e s u l t a a t p e r b e d r i j f in opeenvolgende j a r e n . Daarbij zijn de f l u k t u a t i e s in de b r u t o g e l d -opbrengsten doorgaans a a n z i e n l i j k g r o t e r dan die in de k o s t e n .

In de tweede groep van faktoren kan de boer zowel de kosten a l s de bruto-geldopbrengsten beïnvloeden door middel van z i j n b e s l i s s i n g e n met b e t r e k k i n g t o t b e d r i j f s o r g a n i s a t i e en b e d r i j f s v o e r i n g . Overeenkomstig de d e f i n i t i e s van de

ANDELIJKE ADVIESCOMMISSIE VOOR BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE 1963) b e t r e f t de b e d r i j f s o r g a n i s a t i e de wijze waarop grond,

(14)

van de op korte termijn n i e t te wijzigen kombinatie van grond, arbeid en k a p i t a a l . Beslissingen aangaande de bed r i j f s o r g a n i s a t i e b e t r e f f e n afzonbederlijke of simultane w i j -zigingen in de b e d r i j f s o p p e r v l a k t e , de a r b e i d s b e z e t t i n g , ,werktuigen- en t r e k k e r i n v e n t a r i s en de eventuele

inschake-l i n g van de inschake-loonwerker. Deze wijzigingen kunnen a inschake-l dan n i e t gepaard gaan met veranderingen in b e d r i j f s v o e r i n g , met name in de i n t e n s i t e i t van grondgebruik. In 5-2.11"1 zijn vele van

deze variatiemogelijkheden, die in de loop der jaren bezien de ontwikkeling van een b e d r i j f kunnen aangeven, g e s c h e t s t voor p o t e n t i e e l g e l i j k e bedrijven met behulp van een g r a f i -sche v o o r s t e l l i n g s w i j z e n a a r VAN RIEMSDIJK (1962). Mede onder invloed van v e r s c h i l in bekwaamheid en d o e l s t e l l i n g van de boer zullen bedrijven zich v e r s c h i l l e n d ontwikkelen. Deze v a r i a t i e in ontwikkeling z a l n i e t a l l e e n v e r s c h i l l e n d g e s t r u k t u r e e r d e bedrijven t o t gevolg hebben, maar kan ook l e i d e n t o t v e r s c h i l i n r e n t a b i l i t e i t tussen de b e d r i j v e n .

Daarnaast zullen v e r s c h i l l e n in bekwaamheid van de boeren tevens v e r s c h i l l e n kunnen veroorzaken in de hoogte van en de verhouding t u s s e n de i n z e t aan produktiemiddelen en de opbrengst aan produkten, hetgeen eveneens t o t v e r s c h i l in r e n t a b i l i t e i t kan l e i d e n . Naast de genoemde v e r s c h i l l e n in r e s u l t a a t van j a a r t o t j a a r wordt dan eveneens een g r o t e v a r i a t i e in b e d r i j f s r e s u l t a a t z i c h t b a a r t u s s e n landbouwbe-d r i j v e n binnen een bepaallandbouwbe-d boekjaar. Het voorgaanlandbouwbe-de samenv a t t e n d , kan g e s t e l d worden dat deze samenv e r s c h i l l e n in r e n t a -b i l i t e i t , n a a s t -b u i t e n de macht van de -boer liggende faktoren veroorzaakt worden door de b e s l i s s i n g e n van de boer in h e t betreffende boekjaar en i n voorafgaande j a r e n . De gevolgen van deze b e s l i s s i n g e n komen g e h e e l , indien hun effekten t o t een j a a r beperkt b l i j v e n , of g e d e e l t e l i j k , indien z i j zich gedurende meerdere j a r e n doen gevoelen, t o t uitdrukking in de kosten en opbrengsten binnen een bepaald j a a r .

2.3 Analyse van literatuuzyegevens

2 . 3 . 1 V e r g e l i j k i n g v a n d i v e r s e b e d r i j f s t y p e s

Het vraagstuk betreffende aard en hoedanigheid van de N.B. 5 - 2 . 1 : P u b l i k a t i e no. 5 Afd. Agr. Bedrijfseconomie

der L.H. - Hoofdstuk 2 p a r a g r a a f '1

(15)

oorzaken der uiteenlopende r e n t a b i l i t e i t van v e r g e l i j k b a r e a g r a r i s c h e bedrijven i s bepaald n i e t nieuw t e noemen. Reeds in de j a r e n d e r t i g werden i n Groningen en l a t e r ook i n Zee-land door een a a n t a l boeren b e d r i j f s s t u d i e g r o e p e n opgericht t e n e i n d e , door verzameling van g e d e t a i l l e e r d e gegevens, t o t een ekonomische analyse van hun landbouwbedrijven t e komen. Vooral door onderlinge v e r g e l i j k i n g van de r e s u l t a t e n van hun bedrijven t r a c h t t e n z i j een b e t e r i n z i c h t te verkrijgen in de r e n t a b i l i t e i t van de a f z o n d e r l i j k e gewassen alsmede in de mogelijkheden t o t verhoging van de e f f i c i e n c y (HORRING, 1948). Ook b i j het Landbouw-Economisch I n s t i t u u t ( L . E . I . ) t e Den Haag heeft men zich van stond af aan toegelegd op h e t bevorderen van het i n z i c h t van de boer in z i j n b e d r i j f s b e h e e r a l s g e h e e l , alsmede i n onderdelen e r van. In dat verband i s gewezen op de b e l a n g r i j k e samenhang t u s s e n ekonomie en t e c h -niek van t e e l t en werk i n het landbouwbedrijf. Tevens i s aan-gedrongen op een g e ï n t e g r e e r d e aanpak van d i t vraagstuk door technisch en ekonomisch onderzoek (VAN RIEMSDIJK, 1950, 1957 en 1960).

In v e l e r l e i g e s c h r i f t e n i s - zowel i n binnen- a l s in b u i t e n l a n d - v e r s l a g gedaan van h e t vele onderzoek, dat i s v e r r i c h t met b e t r e k k i n g t o t h e t vraagstuk der uiteenlopende r e n t a b i l i t e i t van landbouwbedrijven. Bij deze onderzoeken z i j n d i v e r s e analyse-methoden g e b r u i k t . De toegepaste metho-den z i j n i n de loop der j a r e n v e r b e t e r d , t e r w i j l daarnaast ook nieuwe methoden z i j n ontwikkeld.

Voor de analyse van v e r s c h i l l e n in b e d r i j f s r e s u l t a a t op Nederlandse l a n d - en tuinbouwbedrijven kan vooral h e t vele b e d r i j f s v e r g e l i j k e n d e onderzoek van h e t L . E . I . worden v e r -meld. Met name dankzij de toepassing van de methode der

f a k t o r - a n a l y s e h e e f t h e t L.E.'.I. h e t i n z i c h t in de oorzaken van de v e r s c h i l l e n in b e d r i j f s r e s u l t a a t binnen d i v e r s e g r o e -pen l a n d - en tuinbouwbedrijven kunnen vergroten. In 5-3 i s de l i t e r a t u u r betreffende d i v e r s e f a k t o r - a n a l y t i s c h e onder-zoekingen van h e t L . E . I . , benevens enkele andere s t u d i e s , geanalyseerd.

In de betreffende L . E . I . - s t u d i e s wordt n i e t h e t t o t a l e b e d r i j f s b e h e e r i n de beschouwing betrokken. Bij i n d e l i n g van h e t b e d r i j f s b e h e e r n a a r de deelgebieden: b e l e i d (w.o. keuze p r o d u k t i e r i c h t i n g , gewassen e . d . ) , o r g a n i s a t i e van de p r o

-d u k t i e , pro-duktie i n -de vorm van g e w a s t e e l t , melk en v l e e s e . d . , aan- en verkoop van produktiemiddelen en produkten en f i n a n c i e e l en a d m i n i s t r a t i e f beheer b l i j k t , dat i n die onderzoekingen wordt uitgegaan van een bepaald b e l e i d op lange t e r m i j n . Daardoor wordt onder meer de j u i s t h e i d van de keuze van h e t b e d r i j f s t y p e of p r o d u k t i e r i c h t i n g , behoudens i n zekere zin op de gemengde b e d r i j v e n , n i e t beoordeeld. U i t e r a a r d mede bepaald door de p r o b l e e m s t e l l i n g wordt binnen een onderzoek meestal g e t r a c h t u i t t e gaan van zo goed

(16)

moge-l i j k v e r g e moge-l i j k b a r e bedrijven van êên bepaamoge-ld b e d r i j f s t y p e . Gegeven dat b e d r i j f s t y p e worden in het onderzoek dan, meestal aan de hand van bedrijfsekonomische boekhoudingen, de f i n a n -c i ë l e r e s u l t a t e n geanalyseerd van het b e l e i d op middellange en k o r t e termijn ( b i j v . bouwplan e . d . ) , de werkorganisatie van de p r o d u k t i e , de produktie en de aan en verkoop van p r o -duktiemiddelen - voor zover die binnen een boekjaar worden "opgeofferd" - en van produkten.

Binnen een d e r g e l i j k kader worden door de a u t e u r s een a a n t a l faktoren onderscheiden d i e , naast een zekere mate van t o e v a l of onverklaarde r e s t , van invloed waren op de v e r -s c h i l l e n i n b e d r i j f -s r e -s u l t a a t van de onderzochte b e d r i j v e n . Aantal en aard der onderscheiden faktoren hangen vooral samen met het v e r s c h i l i n k a r a k t e r van het produktieproces op de d i v e r s e b e d r i j f s t y p e s , deels ook met v e r s c h i l l e n i n gebied.

Op akker- en tuinbouwbedrijven doen de o o r z a k e l i j k e fak-t o r e n z i c h vooral voor in de opbrengsfak-tkomponenfak-t - kg-opbrengsfak-t per ha gewas en de p r i j s per kgprodukt van h e t b e d r i j f s -r e s u l t a a t . Daa-rnaast ve-roo-rzaken ook de v e -r s c h i l l e n i n be-d r i j f s o p p e r v l a k t e , i n t e e l t p l a n en be-de v e r s c h i l l e n t u s s e n omvang en b e n u t t i n g . v a n de bewerkingscapaciteit per man en per b e d r i j f een d e e l van de v a r i a t i e i n b e d r i j f s r e s u l t a a t . Aan laatstgenoemde f a k t o r kon gedurende geruime t i j d op weide en gemengde bedrijven het g r o o t s t e deel van de v e r s c h i l l e n i n b e d r i j f s r e s u l t a a t worden toegeschreven. De v e r -s c h i l l e n in opbreng-stniveau waren of z i j n d a a r b i j van opval-lend geringe betekenis voor de v e r k l a r i n g van de v e r s c h i l l e n i n b e d r i j f s r e s u l t a a t . Uit de analyse i n 5-3 i s gebleken d a t op grond van Nederlandse en v o o r a l b u i t e n l a n d s e s t u d i e s -een verandering in de samenstelling van h e t oorzakenkom-pleks (opbrengsten en kosten) i n eenzelfde r i c h t i n g a l s wordt aangetroffen op de akker- en tuinbouwbedrijven zowel voor gemengde a l s voor weidebedrijven verwacht zou kunnen worden. Uit het Landbouw-Economisch Bericht 1972 - en overeenkomstig de analyse i n 5-3 - kan worden opgemaakt d a t deze verandering zich het e e r s t gemanifesteerd heeft i n de groep g r o t e ( r e ) weidebedrijven. In de groep k l e i n e ( r e ) weidebedrijven i s de produktie-omvang met de d a a r b i j behorende kosten - opbrengst-verhouding vooreerst nog zodanig, dat een g e l i j k e absolute wijziging i n kosten en opbrengsten ook voor beiden een onge-veer g e l i j k e procentuele w i j z i g i n g z a l betekenen.

2 . 3 . 2 N a d e r e b e s c h o u w i n g b e t r e f -f e n d e a k k e r b o u w b e d r i j v e n In de s t u d i e s met betrekking t o t akkerbouwbedrijvén, het b e d r i j f s t y p e waartoe d i t onderzoek beperkt b l i j f t , i s gezocht naar een verdergaande v e r k l a r i n g van de b r u t o o p

(17)

-brengsten per ha. Dit vanwege de reeds gesignaleerde belang-r i j k e samenhang van' de v e belang-r s c h i l l e n in kg-opbbelang-rengst p e belang-r ha gewas en in o p b r e n g s t p r i j s p e r kg-produkt met de v e r s c h i l l e n in b e d r i j f s r e s u l t a a t .

In enkele onderzoekingen (KLAASSENS, 1964 en 1965; BEUMER en DE VEER, 1 9 6 7 ^ ) i s g e t r a c h t de oorzaken van v e r -s c h i l l e n in de fy-sieke opbreng-sten per ha gewa-s op t e -sporen. Al deze a u t e u r s komen daarbij t o t de konklusie dat hun u i t gangsgegevens, die voornamelijk gebaseerd zijn op b e d r i j f s -ekonomische boekhoudingen en enkele aanvullende technische gegevens, t e beperkt z i j n om voldoende i n z i c h t te verschaf-fen. Met name i s d a a r b i j behoefte gebleken aan d a t a van a d d i t i o n e l e technische v a r i a b e l e n betreffende de g r o e i en de ontwikkeling van de gewassen en de daarop mogelijkerwijs van invloed zijnde f a k t o r e n . Ten aanzien van de v e r s c h i l l e n in bewerkingskosten komen BEUMER en DE VEER t o t de konklusie dat verbeteringen in de afstemming van het aanbod aan b e -w e r k i n g s k a p a c i t e i t op de behoefte p e r b e d r i j f mogelijk z i j n . Ook h i e r b i j kunnen e c h t e r de f e i t e l i j k e oorzaken van de on-volkomen onderlinge afstemming van a r b e i d , werktuigen en werk door derden op de betreffende bedrijven op grond van de in h e t onderzoek betrokken v a r i a b e l e n n i e t worden aangegeven. Samenvattend kan g e s t e l d worden dat u i t de reeds v e r r i c h t e s t u d i e s van v e r g e l i j k b a r e akkerbouwbedrijven s l e c h t s globale aanwijzingen verkregen z i j n over de faktoren die de r e n t a -b i l i t e i t s v e r s c h i l l e n i n deze groepen u i t e i n d e l i j k veroor-zaakt hebben. Daarbij i s het a a n t a l en de aard der beschik-bare v a r i a b e l e n meer beperkend gebleken dan de toegepaste analysemethode. Deze k o n s t a t e r i n g l e v e r t h e t e e r s t e aan^ knopingspunt voor verder onderzoek. Dat w i l zeggen d a t , i n -dien men verder w i l komen met de analyse van de v e r s c h i l l e n in b e d r i j f s r e s u l t a a t en in de diverse opbrengsten en k o s t e n -komponenten, meer informatie nodig i s dan in de bovenstaande s t u d i e s beschikbaar was. Het betekent dat naast de b e d r i j f s ekonomische boekhouding een groot a a n t a l a d d i t i o n e l e t e c h -nische v a r i a b e l e n moet worden waargenomen. Deze aanvullende informatie moet het mogelijk maken een i n z i c h t t e verkrijgen in de oorzaken van v e r s c h i l l e n in funktioneren van de diverse deelgebieden van h e t t o t a l e b e d r i j f s b e h e e r van de boer.

Op de s t u d i e van BEUMER en DE VEER (1967) i s een vervolg in konsept (BEUMER, 1973) verschenen. In deze vervolg-s t u d i e worden de konkluvervolg-sievervolg-s u i t de e e r vervolg-s t e vervolg-s t u d i e - op enkele nuanceverschillen na - b e v e s t i g d . In 4 z a l nader . op de d e t a i l s van deze v e r v o l g s t u d i e worden t e r u g g e -komen.

(18)

2.4 Beschouwing van relatie boer en bedrijfsresultaat

2 . 4 . 1 P o s i t i e v a n d e b o e r

Bij de analyse van het vraagstuk der uiteenlopende r e n -t a b i l i -t e i -t van v e r g e l i j k b a r e akkerbouwbedrijven behoef-t een a a n t a l r e l e v a n t e punten een nadere o r i ë n t a t i e . In 5 - 1 , 2 , 3 en 4 i s u i t v o e r i g op deze punten ingegaan zodat in deze pu-b l i k a t i e de verkenning van het propu-bleemgepu-bied pu-beperkt kan b l i j v e n t o t een samenvatting. Samenvattend kan u i t deze o r i ë n t a t i e de v e r o n d e r s t e l l i n g worden a f g e l e i d dat de boer een c e n t r a l e en naar verwachting z e l f s een bepalende p l a a t s i n het bedrijfsgebeuren inneemt. Deze v e r o n d e r s t e l l i n g berust op een v i j f t a l opeenvolgende overwegingen, b e t r e f f e n d e :

- r e l a t i e t u s s e n gemeenschappelijk k r i t e r i u m t e r beoorde-l i n g van v e r s c h i beoorde-l beoorde-l e n i n b e d r i j f s r e s u beoorde-l t a a t en d o e beoorde-l s t e beoorde-l beoorde-l i n g der boeren,

- b e s l i s s i n g s b e r e i k van de boer en mogelijke oorzaken van r e n t a b i l i t e i t s v e r s c h i l l e n ,

- systematiek i n rangorde van r e n t a b i l i t e i t binnen een groep van b e d r i j v e n ,

- l i t e r a t u u r g e g e v e n s over invloed van de boer op het b e d r i j f s r e s u l t a a t ,

- funkties van de ondernemer in het akkerbouwbedrijf. De e e r s t e overweging b e t r e f t de r e l a t i e tussen het g e -meenschappelijk b e o o r d e l i n g s k r i t e r i u m en de d o e l s t e l l i n g van de boeren. In de a g r a r i s c h e bedrijfsekonomie wordt het b e d r i j f s r e s u l t a a t meestal weergegeven door de k e n g e t a l l e n n e t t o -overschot of arbeidsinkomen van de boer u i t g e d r u k t i n guldens per ha of p e r b e d r i j f . In 5-1.3 wordt voor deze s t u d i e eveneens het n e t t o o v e r s c h o t of onder bepaalde voorwaarden -het arbeidsinkomen van de boer p e r b e d r i j f aanvaard a l s gemeenschappelijk k r i t e r i u m t e r beoordeling van de r e n t a b i l i -t e i -t s v e r s c h i l l e n -t u s s e n v e r g e l i j k b a r e akkerbouwbedrijven. Daarbij wordt tevens v e r o n d e r s t e l d dat het v e r k r i j g e n van een zo hoog mogelijk n e t t o - o v e r s c h o t i n privaat-ekonomische zin u i t z i j n b e d r i j f a l s produktiehuishouding, a l s doel van de boer-ondernemer op k o r t e en op lange termijn gezien kan wor-den. U i t e r a a r d g e l d t d a a r b i j dat d i t s t r e v e n naar een zo hoog mogelijk n e t t o - o v e r s c h o t n i e t de k o n t i n u ï t e i t van het b e d r i j f in gevaar mag brengen. Terecht kan de vraag g e s t e l d worden of e r een v o l l e d i g e overeenstemming b e s t a a t tussen de d o e l s t e l -l i n g van e-lke i n d i v i d u e -l e boer en d i t gemeenschappe-lijk beo beo r d e l i n g s k r i t e r i u m . Bij beschbeouwing van de p r a k t i j k met b e -hulp van andere en eigen onderzoekingen ( z i e 5-1.2) b l i j k t dat de boer a l s ondernemer s t r e e f t naar winstmaksimalisatie binnen een door hem i n d i v i d u e e l bepaald p r e f e r e n t i e k a d e r . Behalve het reeds b e r e i k t e inkomensniveau kunnen de g e z i n s s a

(19)

-m e n s t e l l i n g en de l e e f t i j d van de boer z i j n i n d i v i d u e l e inkomenskriterium beïnvloeden. Het p e r boer variërende p r e f e r e n -t i e k a d e r b e -t r e f -t daarmede een s p e c i f i e k e begrenzing van he-t p o t e n t i ë l e ondernemersgedrag. Het kan daarmee ook afwijken van het kader bepaald door de algemeen geldende beperkingen

( z i e BOUMA, 1966) t e n aanzien van het s t r e v e n naar w i n s t -m a k s i -m a l i s a t i e . Op grond van deze v e r s c h i l l e n in d o e l s t e l l i n g kunnen daarmede v e r s c h i l l e n i n b e d r i j f s r e s u l t a a t verwacht worden. De v e r s c h i l l e n i n d o e l s t e l l i n g van boer t o t boer ondermijnen overigens geenszins het hanteren van het n e t t o overschot per b e d r i j f a l s gemeenschappelijk b e o o r d e l i n g s k r i -terium. De v e r s c h i l l e n i n d o e l s t e l l i n g z u l l e n z i c h immers manifesteren i n k w a n t i t a t i e v e bedrijfsekonomische d a t a

( b i j v . minder uren handenarbeid van de boer, minder i n t e n s i e f bouwplan). Zij kunnen op d i e wijze eventueel ook bijdragen t o t de v e r k l a r i n g van de v e r s c h i l l e n i n b e d r i j f s r e s u l t a a t . Daarnaast b i e d t een gemeenschappelijk beoordelingskriterium de mogelijkheid om de boer eventueel t e konfronteren met de f i n a n c i ë l e konsekwenties van z i j n d o e l s t e l l i n g . Uit deze beschouwing b l i j k t dat a l l e e n a l door middel van z i j n d o e l -s t e l l i n g de boer van b e l a n g r i j k e betekeni-s kan z i j n voor het niveau van z i j n b e d r i j f s r e s u l t a a t .

De c e n t r a l e p l a a t s van de boer i n de gegeven omstandig-heden van z i j n b e d r i j f komt eveneens d u i d e l i j k naar voren i n de tweede overweging. Deze b e t r e f t het verband tussen het b e s l i s s i n g s b e r e i k van de boer en de mogelijke oorzaken van v e r s c h i l l e n i n b e d r i j f s r e s u l t a a t ( z i e 5 - 2 . 1 ) . Bij de i n d e l i n g i n groepen van de v e l e faktoren d i e het b e d r i j f s r e s u l t a a t i n p r i n c i p e kunnen beïnvloeden heeft de i n v l o e d s s f e e r of het b e s l i s s i n g s b e r e i k van de boer a l s het ware a l s i n d e l i n g s k r i t e -rium gefungeerd. Naast t o e v a l s f a k t o r e n en n i e t - t o e v a l l i g e , maar op k o r t e t e r m i j n b u i t e n de invloed van de boer gelegen f a k t o r e n , i s een groep faktoren onderscheiden d i e door de boer beïnvloed of mogelijk beheerst kunnen worden. Op de laatstgenoemde groep f a k t o r e n , d i e i n h e t kader van een s t u d i e van v e r g e l i j k b a r e bedrijven vanzelfsprekend zeer i n -t e r e s s a n -t i s , z a l b i j de bespreking van de opze-t van he-t onderzoek nader worden teruggekomen.

De derde overweging b e t r e f t de systematiek i n rangorde van b e d r i j f s r e s u l t a a t binnen een groep van bedrijven over een reeks van j a r e n . Een onderzoek naar de oorzaken van r e n t a b i l i t e i t s v e r s c h i l l e n i s immers s l e c h t s z i n v o l , i n d i e n v e r -wacht kan worden dat de v a r i a t i e i n n e t t o - o v e r s c h o t n i e t l o u t e r het gevolg i s van t o e v a l l i g e en onbeïnvloedbare fak-t o r e n . Op grond van de beschouwing in 5-2.2 kan aangenomen worden dat een groep v e r g e l i j k b a r e bedrijven gedurende een reeks van j a r e n gekenmerkt wordt door een min of meer ge-l i j k e rangorde van de bedrijven of sub-groepen van bedrijven naar niveau van b e d r i j f s r e s u l t a a t binnen eên boekjaar. In

(20)

de Nederlandse landbouw betekent het tevens dat het t e l k è n -j a r e doorgaans dezelfde boeren z i -j n die een hoog dan wel een laag b e d r i j f s r e s u l t a a t kunnen b e w e r k s t e l l i g e n . H i e r u i t volgt d a t , b i j een onderzoek naar oorzakelijke faktoren a c h t e r deze systematiek in rangorde, het b e s l i s s e n en handelen van de boer in de beschouwing z a l moeten worden betrokken.

De volgende overweging b e t r e f t de invloed van de boer a f g e l e i d u i t de l i t e r a t u u r over het reeds v e r r i c h t e onderzoek (zie 53) naar de r e n t a b i l i t e i t s v e r s c h i l l e n tussen v e r -g e l i j k b a r e akkerbouwbedrijven. Daaruit b l i j k t dat b i j de totstandkoming van de v e r s c h i l l e n in kg-opbrengsten de boer w a a r s c h i j n l i j k een b e l a n g r i j k e r o l s p e e l t . Belangrijker wel-l i c h t dan de z . g . eksterne produktie-omstandigheden (DE VEER, 1959 en KLAASSENS, 1965). Hierbij moet bedacht worden dat de laatstgenoemde v e r o n d e r s t e l l i n g mede b e r u s t op het f e i t dat d e r g e l i j k onderzoek zich meestal binnen een beperkt t e r r i t o i r a f s p e e l t . Het i s bepaald n i e t u i t g e s l o t e n t e achten d a t , i n -dien de geografische s p r e i d i n g der onderzochte bedrijven g r o t e r wordt, n i e t s l e c h t s de kans op v e r s c h i l in optreden van de t o e v a l s f a k t o r e n toeneemt. Ook de s p r e i d i n g in en daarmede w e l l i c h t de invloed van de z . g . eksterne p r o d u k t i e

-omstandigheden kan in dat geval g r o t e r worden. Uit 5-2.2 kan een aanwijzing in dezelfde r i c h t i n g gevonden worden. Het b l i j k t dat de k o n s i s t e n t i e van de rangorde der bedrijven t o e -neemt b i j een geringere geografische s p r e i d i n g van de onder-zochte groep. Aan d i t punt z a l nader aandacht besteed worden in 6 . 4 .

De l a a t s t e overweging b e t r e f t de funktiebeschrijving van de ondernemer in het akkerbouwbedrijf. In het voorgaande i s reeds g e s t e l d dat het b e d r i j f s b e h e e r b e s t a a t u i t diverse deelgebieden. In d i t verband onderscheidt SEUSTER (1966) binnen het landbouwbedrijf een groot a a n t a l f u n k t i e s . Aan de genoemde deelgebieden, die elk een z . g . b a s i s f u n k t i e ( b i j v . w e r k o r g a n i s a t i e ) omvatten, i s een a a n t a l hoofdfunkties ( b i j v . arbeidsaanbod) verbonden. Een hoofdfunktie v a l t op haar beurt weer u i t e e n in meerdere deelfunkties ( b i j v . v a s t e , losse en g e z i n s a r b e i d ) . Aan de u i t v o e r i n g van iedere funktie z i j n doorgaans v e e l taken verbonden. Op het landbouwbedrijf, dat i n het algemeen gekenmerkt wordt door een geringe a r b e i d s -b e z e t t i n g , v a l t h e t g r o o t s t e d e e l van zowel de funkties a l s de taken t o e aan de boer. Daarmede kan, gegeven de p o t e n t i ë l e mogelijkheden van z i j n b e d r i j f , de boer in hoge mate a l s d i r e k t verantwoordelijk worden beschouwd voor h e t funktio-neren van a l l e n i v e a u ' s binnen z i j n bedrijfshuishouding. Het komt overeen met z i j n funktie a l s ondernemer. De boer draagt immers n i e t a l l e e n de r i s i k o en de onzekerheid, maar heeft tevens de l e i d i n g van h e t b e d r i j f , d.w.z. moet zorg dragen voor de k o ö r d i n a t i e van de diverse deelgebieden. En, hoewel elk deelgebied z i j n eigen specifieke technische en

(21)

ekonomi-sche vraagpunten en k r i t e r i a k e n t , z a l het welslagen van h e t b e d r i j f a l s technisch en bedrijfsekonomisch geheel e e r s t u i t het samenspel van a l deze deelgebieden b l i j k e n .

Deze o r i ë n t a t i e mondt u i t in een tweede en d u i d e l i j k aanknopingspunt. Het geeft aan dat b i j de bepaling van h e t verdere onderzoek terdege rekening gehouden dient t e worden met de samenhang t u s s e n de v e r s c h i l l e n i n b e s l i s s i n g e n en handelingen van de boer en het niveau van de komponenten van z i j n b e d r i j f s r e s u l t a a t .

2 . 4 . 2 B e s l i s s i n g e n v a n d e b o e r Gegeven de p o t e n t i ë l e mogelijkheden van z i j n b e d r i j f , z i j n f i n a n c i ë l e s i t u a t i e e.d. z a l de invloed van de boer op h e t b e d r i j f a l s geheel en in elk der deelgebieden t o t u i t

-drukking komen i n z i j n b e s l i s s i n g e n en handelingen. In 5-4 wordt ingegaan op de d i v e r s e f a c e t t e n van h e t nemen van b e -s l i -s -s i n g e n i n het algemeen en van de boer in h e t b i j z o n d e r . De beslissingsomgeving van de boer vertoont enkele aksent-v e r s c h i l l e n ten opzichte aksent-van die aksent-van ondernemers b u i t e n de landbouw. Naast de in elke b e d r i j f s t a k Voorkomende onzeker-h e i d ten aanzien van de toekomstige t e c onzeker-h n o l o g i s c onzeker-h e , s o c i a l e en w e t t e l i j k e ontwikkelingen, wordt i n de akkerbouw de b e -slissingsomgeving van de boer met name gedomineerd door de g r o t e onzekerheid over markt en p r o d u k t i e . Een b e l a n g r i j k element i n h e t b e s l i s s e n van de boer vormt de f a k t o r t i j d . In 5-4.3 komt naar voren dat de faktor t i j d i n i n t e r a k t i e met h e t r i s i k o en de onzekerheid h e t ondernemen t o t een dynamische a k t i v i t e i t maakt. In d i t kader dienen b e s l i s -singsomgeving en - b e r e i k van de boer op enkele b e l a n g r i j k e deelgebieden van het b e d r i j f s b e h e e r , t . w . aan- en verkoop, p r o d u k t i e , w e r k o r g a n i s a t i e , i n k o r t e trekken g e s c h e t s t .

De i n d i v i d u e l e boer i s b u i t e n de algemeen geldende onderhandelingsmarges n i e t i n s t a a t de markt, d.w.z. de p r i j z e n van produktiemiddelen en produkten van het a k t u e l e moment t e beïnvloeden. Zijn keuzemogelijkheden dienaangaande beperken zich behalve t o t z i j n h a n d e l s p a r t n e r i n f e i t e t o t aan- r e s p . verkoop op d i t moment of op termijn maar geba-seerd op de aktuele m a r k t s i t u a t i e of -verwachting e n e r z i j d s en t o t u i t s t e l van aan- of verkoop a n d e r z i j d s . Met name- op het gebied van de verkoop van de n i e t onder markt en p r i j s -b e l e i d vallende produkten heeft de hoedanigheid van z i j n kommerciè'le p o s i t i e g r o t e p r i j s r i s i k o ' s voor de boer t o t g e -volg. Een en ander heeft g e l e i d t o t diverse mogelijkheden om deze p r i j s r i s i k o ' s t e verminderen door ze geheel of

ge-d e e l t e l i j k aan ange-deren over t e ge-dragen ge-dan wel gezamenlijk t e delen ( o . a . verkoop op l a n g j a r i g k o n t r a k t , a f z e t - p o o l , e . d . ; z i e ook VAN LOON, 1971).

(22)

Met betrekking t o t de prodüktie kan g e s t e l d worden dat de boer b e s l i s t in een seizoenmatig en derhalve tijdgebonden b i o l o g i s c h p r o d u k t i e p r o c e s , dat zich a f s p e e l t in een door r i s i k o en onzekerheid verzadigde omgeving. De r o l van de boer b e s t a a t d a a r b i j u i t h e t door z i j n b e s l i s s i n g e n reguleren van biologische evenwichten (VAN RIEMSDIJK, 1972).

Ten aanzien van de werkorganisatie kan opgemerkt worden dat de b o e r , evenals de ondernemers b u i t e n de landbouw, b i j de betreffende b e s l i s s i n g e n t e maken heeft met onzekerheid over toekomstige technologische en sociaal-ekonomische ont-wikkelingen. De boer moet bovendien rekening houden met een a a n t a l s p e c i f i e k landbouwkundige aspekten. Als typerend voor de o r g a n i s a t i e van de prodüktie op het akkerbouwbedrijf kun-nen genoemd worden: de geringe a r b e i d s b e z e t t i n g , de geringe mogelijkheden t o t s p e c i a l i s a t i e van de a r b e i d , het seizoen-matige k a r a k t e r van de p r o d ü k t i e , het w e e r r i s i k o , de in het

algemeen grond-gebonden prodüktie en daarmee samenhangend de noodzaak t o t het voortbrengen van v e r s c h i l l e n d e produkten

(vruchtwisseling) en de beperkte omvang per voortgebracht produkt. De b e s l i s s i n g e n van de boer aangaande de werkorga-n i s a t i e b e t r e f f e werkorga-n zowel de b e d r i j f s o r g a werkorga-n i s a t i e a l s de be-d r i j f s v o e r i n g . De b e s l i s s i n g e n over be-de b e be-d r i j f s o r g a n i s a t i e betreffende opbouw en omvang van de bewerkingskapaciteit z i j n z . g . k a d e r b e s l i s s i n g e n (GAFGEN, 1968). Ze worden s l e c h t s i n c i d e n t e e l genomen, maar leggen h e t bedrijfsgebeuren voor geruime t i j d v a s t . De wijze waarop en de mate waarin de b e -w e r k i n g s k a p a c i t e i t -wordt benut i s afhankelijk van de bed r i j f s v o e r i n g van bede boer. Het b e t r e f t bedan z . g . bed e t a i l b e -s l i -s -s i n g e n (GAFGEN, 1968) die binnen het gegeven kader nog mogelijk z i j n .

De b e s l i s s i n g e n van de boer in deze deelgebieden van het b e d r i j f s b e h e e r worden getypeerd door een voornamelijk

h i ë r a r c h i s c h e s t r u k t u u r . Dat wil zeggen dat z i j n b e s l i s s i n g e n v e r s c h i l l e n n a a r l o o p t i j d (zeer k o r t e , k o r t e , middellange en lange termijn) en v e r s c h i l l e n naar inhoud en daarmede n a a r gewicht of belang. Dikwijls, zo b l i j k t u i t 5-M-.3, v a l l e n l o o p t i j d en gewicht van de b e s l i s s i n g samen. De reeds genoem-de i n d e l i n g van kagenoem-der- en d e t a i l b e s l i s s i n g e n i s hiervan het gevolg. Naarmate de k a d e r b e s l i s s i n g e n b e t e r zijn geweest en derhalve t o t een b e t e r e b e d r i j f s s t r u k t u u r hebben g e l e i d , z a l ook het effekt van goede d e t a i l b e s l i s s i n g e n g r o t e r z i j n . Op deze wijze zal de boer n i e t a l l e e n t r a c h t e n z i j n doeleinden op k o r t e termijn ( b i j v . hoge kg-opbrengst per ha gewas) maar ook die op lange termijn ( b i j v . bodemvruchtbaarheid, k o n t i -n u ï t e i t b e d r i j f ) t e verweze-nlijke-n. I-n d i t verba-nd moet i-n de akkerbouw o.m. gewezen worden op de z . g . terugkoppelingspro-cessen tussen g e r e a l i s e e r d e doeleinden op middellange en lange .termijn naar die op k o r t e termijn ( b i j v . hogere kg-opbrengsten door o.a. b e t e r e s t r u k t u u r van de grond, ruimer

(23)

vruchtwisseling e . d . ) . Zo z a l de boer iedere b e s l i s s i n g moet e n zien a l s een onderdeel van een lange kemoeten van b e s l i s -singen die aaneengeschakeld moeten worden om de g e s t e l d e doeleinden t e kunnen bereiken. Dit g e l d t n i e t a l l e e n t e n aanzien van de produktie in een bepaald j a a r , maar evenzeer voor andere f a c e t t e n van z i j n b e d r i j f s v o e r i n g en b e d r i j f s -o r g a n i s a t i e a l s w e r k -o r g a n i s a t i e , vruchtwisseling e.d.

(24)

3 . BEPALING ONDERZOEK

3.1 Inleiding

Na de analyse van het vraagstuk der uiteenlopende r e n -t a b i l i -t e i -t van v e r g e l i j k b a r e akkerbouwbedrijven ( 5 - 1 , 2 , 3 , 4 ) en op b a s i s van de d a a r u i t voortvloeiende aanknopingspunten kan in a a n s l u i t i n g op 2 de t a a k s t e l l i n g van verder onderzoek geformuleerd worden. Vervolgens dienen opzet en methode van onderzoek gekozen t e worden die i n z i c h t kunnen verschaffen i n de g e s t e l d e problemen. In verband met het k a r a k t e r van deze p u b l i k a t i e z u l l e n de b e l a n g r i j k s t e overwegingen worden herhaald c.q. samengevat die g e l e i d hebben t o t de keuze van opzet en methode van zowel h e t onderzoek a l s geheel (5-5) a l s van het onderzoek naar de v e r s c h i l l e n in werkorganisatie p e r b e d r i j f ( 6 - 1 1 . 2 , 3 ) en in fysieke opbrengsten p e r ha gewas ( 7 - 2 , 3 ) .

3.2 Taakstelling

In een b e d r i j f s v e r g e l i j k e n d onderzoek zal g e t r a c h t wor-den, overeenkomstig 5-2.1 en 5 - 5 , de aard en de mate van samenhang aan t e geven t u s s e n de onderlinge v e r s c h i l l e n i n deze kosten- en opbrengstenkomponenten en met de v e r s c h i l l e n i n b e d r i j f s r e s u l t a a t . De i n t r i g e r e n d e vraag welke faktoren deze uiteenlopende r e n t a b i l i t e i t van v e r g e l i j k b a r e akker-bouwbedrijven veroorzaken en hoe de inhoud van deze faktoren i s vormt het onderwerp van deze s t u d i e .

In d i t onderzoek z u l l e n , i n analogie met andere s o o r t -g e l i j k e s t u d i e s , de v e r s c h i l l e n in b e d r i j f s r e s u l t a a t b i j een bepaald b e d r i j f s b e l e i d op lange t e r m i j n (w.o. keuze produk-t i e r i c h produk-t i n g e . d . ) i n de beschouwing worden beproduk-trokken.

In e e r s t e i n s t a n t i e z a l i n 4 de krachtenverdeling worden geanalyseerd t u s s e n de v e r s c h i l l e n in de diverse deelgebieden van het b e d r i j f s b e h e e r i n r e l a t i e t o t de v e r s c h i l l e n i n be-d r i j f s r e s u l t a a t . Vervolgens z a l i n 5 nabe-der worbe-den ingegaan op de v e r s c h i l l e n binnen enkele deelgebieden. Teneinde de omvang van d i t onderzoek enigszins t e beperken, i s het gewenst een keuze t e maken i n welke deelgebieden van het b e d r i j f s b e h e e r de t a a k s t e l l i n g nader g e d e t a i l l e e r d z a l worden. Voortbordu-rend op de i n z i c h t e n u i t bovenstaande o r i ë n t a t i e z a l in het kader van d i t onderzoek bijzondere aandacht besteed worden aan de oorzaken van de v e r s c h i l l e n i n de werkorganisatie p e r

(25)

b e d r i j f en in de fysieke opbrengsten p e r ha gewas.

In d i t verband d i e n t e c h t e r vooraf t e worden aangegeven i n hoeverre de v e r s c h i l l e n in de waarden der variabelen p e r deelgebied van het b e d r i j f s b e h e e r in de v e r s c h i l l e n i n b e -d r i j f s r e s u l t a a t t o t uit-drukking kunnen komen. Daarnaast moet worden bepaald in welke zin en met welk doel de analyse p e r deelgebied verder g e d e t a i l l e e r d z a l worden.

De bedrijfsekonomische gevolgen van de v e r s c h i l l e n i n werkorganisatie per b e d r i j f , d.w.z. i n de delen van de be-d r i j f s o r g a n i s a t i e en be-de b e be-d r i j f s v o e r i n g be-die betrekking hebben op de bewerking, openbaren zich voornamelijk i n de kosten-komponent van het b e d r i j f s r e s u l t a a t . Van een aanpassing van de werkorganisatie i s overeenkomstig het k a r a k t e r van be-s l i be-s be-s i n g e n betreffende de b e d r i j f be-s o r g a n i be-s a t i e een duurzaam effekt op h e t b e d r i j f s r e s u l t a a t t e verwachten. Het i s der-halve gewenst met name aandacht t e schenken aan h e t

kosten-facet van de bewerking in samenhang met de e f f i c i e n c y van opbouw en b e n u t t i n g van de bewerkingskapaciteit p e r b e d r i j f . Voor een verdere uitwerking van d i t deel van de t a a k s t e l l i n g betreffende de v e r s c h i l l e n in werkorganisatie p e r b e d r i j f kan verwezen worden naar 5-2.1 en 6 - I I . 2 . Daarnaast i s het mogelijk dat v e r s c h i l l e n i n bewerkingskosten gepaard gaan met v e r s c h i l l e n i n fysieke opbrengsten p e r ha en/of p r i j z e n per kg-produkt ten gevolge van v e r s c h i l l e n i n k w a l i t e i t van de produkten. Dit mogelijke effekt van de v e r s c h i l l e n i n w e r k o r g a n i s a t i e kan t o t uitdrukking komen in de analyse van het t o t a l e b e d r i j f s r e s u l t a a t .

In de analyse van de r e n t a b i l i t e i t s v e r s c h i l l e n tussen de bedrijven z u l l e n ook de bedrijfsekonomische gevolgen van v e r s c h i l l e n in fysieke opbrengsten p e r ha en de daarmee samenhangende v e r s c h i l l e n in input-outputverhoudingen naar voren komen.

Getracht z a l worden een i n z i c h t t e Verkrijgen in de oorzaken van de v e r s c h i l l e n in fysieke opbrengsten per ha gewas. In d i t verband worden a p a r t e analyses uitgevoerd voor de gewassen w i n t e r t a r w e , s u i k e r b i e t e n , pootaardappels en konsumptie-aardappels. De verdere uitwerking van d i t deel van de t a a k s t e l l i n g i s weergegeven in 5-2.1 en 7-2. In het kader van de g e d e t a i l l e e r d e benadering van deze deelgebieden komt in de e e r s t e p l a a t s de vraag naar voren welke faktoren de v e r s c h i l l e n in werkorganisatie p e r

be-d r i j f en i n fysieke opbrengsten p e r ha gewas veroorzaken. In de tweede p l a a t s doet zich de vraag voor in hoeverre een overeenstemming b e s t a a t i n de r e s p e k t i e v e l i j k e f a k t o r s t r u k -t u r e n i n de opeenvolgende j a r e n . Een d e r g e l i j k e overeen-stemming zou kunnen duiden op een i n zekere mate s t r u k t u r e e l patroon i n de oorzaken van de betreffende v e r s c h i l l e n binnen de opeenvolgende j a r e n .

(26)

hoeverre de periode of de termijn g e l o k a l i s e e r d kan worden waarin de meest i n v l o e d r i j k e b e s l i s s i n g e n genomen worden. Getracht z a l worden op deze vraag een antwoord t e vinden voor de gekozen twee deelgebieden van het b e d r i j f s b e h e e r i . c . het b e s l i s s i n g s t e r r e i n van de boer. Deze nadere beschouwing z a l geschieden binnen het kader van de reeds ontwikkelde probleemstellingen t e n aanzien van de analyse van de oorzaken van v e r s c h i l l e n i n werkorganisatie per b e d r i j f (6-11.2) en i n fysieke opbrengsten per ha gewas ( 7 - 2 ) .

De a d d i t i o n e l e informatie over de v e r s c h i l l e n i n de z . g . "technische" v a r i a b e l e n dient verzameld t e worden op de be-d r i j v e n , be-d.w.z. op be-de p l a a t s waar ze o n t s t a a n en zich mani-f e s t e r e n .

De v e r s c h i l l e n i n gewaskeuze en in aan- en verkoop van produktiemiddelen en produkten worden n i e t op een d e r g e l i j k u i t v o e r i g e wijze geanalyseerd. De r e s u l t a t e n van deze onder-delen van het b e d r i j f s b e h e e r komen echter wel t o t uitdrukking i n de analyse van de oorzaken van v e r s c h i l l e n i n het r e s u l -t a a -t van he-t b e d r i j f a l s geheel.

De v e r s c h i l l e n i n wijze en doeltreffendheid van de f i -nanciering alsmede van het a d m i n i s t r a t i e f en f i s k a a l beheer van het b e d r i j f b l i j v e n in d i t onderzoek buiten beschouwing. Het z i j echter d u i d e l i j k g e s t e l d dat deze deelgebieden van het b e d r i j f s b e h e e r eveneens a l s zeer b e l a n g r i j k moeten worden aangemerkt voor het r e s u l t a a t van een b e d r i j f . In een eventu-eel volgend onderzoek zou aan deze punten meer aandacht besteed kunnen worden. De problematiek i n elk van deze d e e l g e -bieden i s zodanig dat z i j ook in een a p a r t e s t u d i e benaderd kan worden.

Na de uitwerking van bovengenoemde t a a k s t e l l i n g z a l worden ingegaan op de kernpunten u i t de bes l i s s i n g s t e c h n i e k van de boer ( 6 . 3 ) . Met name zullen de b e s l i s s i n g e n op zeer k o r t e t e r m i j n , de z . g . d a g e l i j k s e b e s l i s s i n g e n , i n de be-schouwing worden betrokken. Voorts z a l aandacht geschonken worden aan de invalshoeken van waaruit het kompleks van

be-s l i be-s be-s e n en handelen van de boer benaderd kan of zou kunnen worden. Deze invalshoeken b e t r e f f e n zowel de p e r s o o n l i j k -heid (karaktereigenschappen) a l s de opleiding (onderwijs en verdere scholing) en begeleiding ( v o o r l i c h t i n g en onderzoek) van toekomstige en a k t i e v e ondernemers i n de landbouw ( 6 . 4 ) .

3.3 Opzet van onderzoek

3 . 3 . 1 K e u z e v a n d e b e d r i j v e n

(27)

a a n t a l • overwegingen een r o l gespeeld. In 2 . 1 . 1 i s reeds ge-s t e l d dat de v a r i a t i e i n b e d r i j f ge-s r e ge-s u l t a a t t o t ge-stand komt onder invloed van vele faktoren. Teneinde een zo goed moge-l i j k beemoge-ld t e k r i j g e n van de door de boer t e beïnvmoge-loeden faktoren, i s b i j de keuze van de bedrijven g e t r a c h t de buiten de invloed van de i n d i v i d u e l e boer gelegen faktoren zoveel mogelijk reeds voor de aanvang van h e t onderzoek u i t of

ge-l i j k t e schakege-len. Een v r i j w e ge-l i d e a a ge-l gebied voor een derge-l i j k onderzoek i s dan de Noord-Oost-Poderge-lder. Binnen een geo-grafisch beperkt gebied komen a l d a a r bedrijven voor die ge-voerd worden onder p o t e n t i e e l nagenoeg g e l i j k e eksterne produktie-omstandigheden. In verband met het maksimaal be-schikbare onderzoeksteam en de u i t g e b r e i d e opzet van onder-zoek p e r b e d r i j f i s - na overleg met de afdeling Wiskunde der Landbouwhogeschool gekozen voor iên groep van zo u n i -form mogelijke b e d r i j v e n . Onder meer na overleg met de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst t e Emmeloord z i j n 29 akker-bouwers i n de b e d r i j f s g r o o t t e k l a s s e van 30-36 ha bereid ge-vonden deel t e nemen aan het onderzoek. De b e l a n g r i j k s t e gegevens van deze bedrijven z i j n k o r t samengevat:

b e d r i j f s t y p e : zuiver akkerbouw grondsoort : code 7 i n de bouwvoor verkaveling : êen kavel 250-300 x 800 m.

eén kavel 250-300 x 400 m. b e d r i j f s g r o o t t e : 29.2-35.9 ha kultuurgrond gebouwen : ongeveer g e l i j k e basisschuur begin e k s p l o i t a t i e : ± 1953.

Deze 29 akkerbouwbedrijven, d i e vrijwel dezelfde potent i ë l e mogelijkheden b e z i potent potent e n potent e n aanzien van b e d r i j f s o r g a -n i s a t i e , b e d r i j f s v o e r i -n g e-n p r o d u k t i e - i -n t e -n s i t e i t , to-ne-n een zeer g e v a r i e e r d b e e l d . Dit i s o n t s t a a n a l s gevolg van de v e r s c h i l l e n i n b e s l i s s i n g e n van de boeren in de loop van ongeveer 15 j a r e n na het begin der e k s p l o i t a t i e a l s p a c h t -b e d r i j f .

3.3.2 K e u z e v a n d e v a r i a b e l e n e n v e r z a m e l i n g d e r g e g e v e n s Als c e n t r a a l thema b i j de keuze van de variabelen heeft de gedachte gediend dat in p r i n c i p e datgene waargenomen en verzameld zou moeten worden, wat de boer ook kan waarnemen of raadplegen en in z i j n b e s l i s s i n g e n op z i j n b e d r i j f kan betrekken of zou moeten betrekken. De waarnemingen hebben daarmede t e n doel de boer b i j het t o t stand komen van z i j n b e s l i s s i n g e n t e kunnen volgen door z i j n meestal k w a l i t a t i e v e waarnemingen t e kwantificeren. Daarnaast moeten vanzelf-sprekend gegevens verzameld worden over de omvang en hoeda-nigheid van de aangewende produktiemiddelen, de toegepaste

(28)

t e e l t w i j z e en de r e s u l t a t e n van z i j n b e s l i s s e n en handelen. Mede in overleg met technische s p e c i a l i s t e n z i j n u i t -voerige waarnemingenschema's opgesteld. In 5 - 5 . 2 , 6 - I I . 3 . 2 en 7-3.3/4- wordt nader ingegaan op de achtergronden van de keuze van de v a r i a b e l e n en de bepaling der waarnemingsmetho-den. Het merendeel der benodigde gegevens i s langs twee hoofdlijnen technische waarnemingen en vraaggesprekken -verzameld i n de j a r e n 1968/69 en 1969/70. Daarnaast i s met behulp van zowel de boeren a l s hun boekhoudbureau's veel aandacht en t i j d besteed aan de bedrijfsekonomische boek-houding der deelnemende b e d r i j v e n . Op deze wijze i s g e t r a c h t een zodanig waarnemingennet t e spannen dat u i t v o e r i g e t e c h -nische en f i n a n c i ë l e informatie wordt vastgelegd over de vele aspekten van de b e d r i j f s o r g a n i s a t i e en -voering van deze overeenkomstige akkerbouwbedrijven i n een bepaalde p e r i o d e . Het moet tevens de mogelijkheid bieden op een b e t e r i n z i c h t i n de beslissingsomgeving van de boer en i n de gevolgen van z i j n keten van b e s l i s s i n g e n voor het u i t e i n d e l i j k e b e d r i j f s -r e s u l t a a t .

De v a r i a b e l e n d i e opgenomen z i j n i n de analyse van de v e r s c h i l l e n i n b e d r i j f s r e s u l t a a t ( z i e 4) behoeven s l e c h t s een summiere t o e l i c h t i n g . De meeste variabelen komen reeds i n een der vorige p u b l i k a t i e s voor of spreken voor z i c h z e l f . Als gemeenschappelijk beoordelingskriterium voor de v e r -s c h i l l e n i n r e n t a b i l i t e i t tu-s-sen de bedrijven i -s gekozen voor het n e t t o - o v e r s c h o t per b e d r i j f ( z i e ook 5 - 1 . 3 ) . In d i t geval van bedrijven binnen een zeer beperkt o p p e r v l a k t e - t r a j e k t b i e d t de keuze van het n e t t o - o v e r s c h o t p e r ha evenwel een zeker voordeel. Een b e t e r e aanpassing wordt dan verkregen aan de kengetallen betreffende het bouwplan en de kg- en geldop-brengsten per ha van de d i v e r s e gewassen. Daarnaast wordt de betekenis van de v e r s c h i l l e n in kosten in d i t geval b i j de uitdrukking per ha n i e t of nauwelijks a a n g e t a s t . De i n t e n s i -t e i -t van he-t grondgebruik (in bewerkingseenheden (b.e.) / h a ) kan i n d i t verband worden gezien a l s een mogelijkheid t o t een g r o t e r e produktie-omvang per ha t e geraken.

3.4 Methode van onderzoek

In d i t onderzoek wordt een der methoden van eksterne b e d r i j f s v e r g e l i j k i n g , t . w . de f a k t o r - a n a l y s e g e b r u i k t . In de e k s t e r n e b e d r i j f s v e r g e l i j k i n g wordt g e t r a c h t na t e gaan welke faktoren de uiteenlopende r e n t a b i l i t e i t van bedrijven i n een bepaalde periode hebben veroorzaakt en welke de i n -houd i s van deze f a k t o r e n . Dit stemt overeen met het reeds omschreven doel van ons onderzoek. In b e l a n g r i j k e mate

(29)

bepalend voor h e t r e s u l t a a t van een eksterne b e d r i j f s v e r g e l i j king z i j n de hoeveelheid en k w a l i t e i t van de beschikbare i n formatie en de t o e t e passen methode van eksterne b e d r i j f s -v e r g e l i j k i n g . Zoals reeds i s gekonstateerd dienen -voor ons onderzoek, en wel in het bijzonder voor de twee nader t e ana-l y s e r e n deeana-lgebieden van het b e d r i j f s b e h e e r , meer t e c h n i s c h e en f i n a n c i ë l e data verzameld t e worden dan de doorgaans g e b r u i k t e bron de bedrijfsekonomische boekhouding kan v e r -schaffen. De methode der f a k t o r - a n a l y s e b i e d t de mogelijkheid en heeft ook a l s doel een zo d u i d e l i j k en eenvoudig mogelijk beeld van de s t r u k t u u r - b e p a l e n d e faktoren i n een d e r g e l i j k e u i t g e b r e i d e verzameling van v a r i a b e l e n t e scheppen. De fak-t o r - a n a l y s e , een m u l fak-t i v a r i a fak-t e a n a l y s e , geeffak-t in een a a n fak-t a l faktoren of aspekten aan i n welke mate en i n welke r i c h t i n g afwijkingen van de gemiddelden van waargenomen uitkomsten van een a a n t a l v a r i a b e l e n met e l k a a r samenhangen. De f a k t o r -analyse wijkt typerend af van de z . g . s t a t i s t i s c h e toetsme-thoden, omdat e r geen hypothesen of modellen g e t o e t s t , maar in zekere zin j u i s t gevormd worden. Deze hypothetische g r o o t -heden - de faktoren of aspekten - z i j n v o l l e d i g van e l k a a r g e ï s o l e e r d e bewegingspatronen van v a r i a b e l e n , i n d i e n - zoals i n ons geval - met orthogonale k o ö r d i n a t e n s t e l s e l s wordt ge-werkt. De methode der f a k t o r - a n a l y s e i s door SPEARMAN (1904), doch vooral door THURSTONE t o t ontwikkeling gebracht en i s door vele a u t e u r s ( o . a . FRUCHTER, 1954; HARMAN, 1960) b e -schreven en verder ontwikkeld. Met name het L . E . I . heeft zoals reeds i s vermeld in Nederland de methode toegepast b i j de analyse van de gegevens van l a n d - en tuinbouwbedrijven. Voor de berekeningen i n d i t onderzoek i s gebruik gemaakt van de komputer en programma's van zowel de Landbouwhogeschool t e Wageningen a l s van het Landbouw-Economisch I n s t i t u u t t e Den Haag.

(30)

4. ANALYSE VAN DE STRUKTUUR DER VERSCHILLEN IN BEDRIJFS-RESULTAAT

4. l Inleiding

In 5-3 en in 2 . 2 . 1 van deze p u b l i k a t i e wordt ingegaan op de r e s u l t a t e n van analyses betreffende v e r s c h i l l e n i n r e n t a -b i l i t e i t van land-bouw-bedrijven. Met -betrekking t o t de akker-bouw z i j n r e s u l t a t e n samengevat van s t u d i e s van KLAASSENS

(1964 en 1965) in de IJsselmeerpolders en van BEUMER en DE VEER (1967) en BEUMER (1973) in het Z u i d w e s t e l i j k k l e i -gebied. De r e s u l t a t e n van deze s t u d i e s geven een overzicht van de s t r u k t u u r der v e r s c h i l l e n in b e d r i j f s r e s u l t a a t . Het b e t r e f f e n globale aanwijzingen over welke faktoren en i n welke mate en r i c h t i n g i e d e r van deze faktoren samenhangen vertonen met de v e r s c h i l l e n in b e d r i j f s r e s u l t a a t i n de b e t r e f fende groep van b e d r i j v e n . In d i t hoofdstuk z a l een s o o r t g e -l i j k e ana-lyse worden uitgevoerd betreffende de v e r s c h i -l -l e n in r e n t a b i l i t e i t van de onderzochte bedrijven i n de j a r e n 1968/69 en 1969/70.

In d i t onderzoek z i j n 29 p o t e n t i e e l vrijwel g e l i j k e akkerbouwbedrijven i n de N.0. Polder betrokken. Dat w i l zeg-gen dat de z . g . eksterne produktie-omstandigheden binnen nauwe grenzen g e l i j k z i j n voor i e d e r deelnemend b e d r i j f

( z i e 3 . 3 . 1 ) . Binnen d i t kader tonen de bedrijven een g r o t e v a r i a t i e t e n aanzien van b e d r i j f s o r g a n i s a t i e en b e d r i j f s v o e -r i n g , ove-reenkomstig de s t -r u k t u u -r s c h e t s van de v e -r s c h i l l e n i n b e d r i j f s r e s u l t a a t i n 5-2 en 2 . 2 . De bedrijven v e r s c h i l l e n i n mechanisatieniveau, a r b e i d s b e z e t t i n g , i n t e n s i t e i t van grondgebruik, aan en verkoopbeleid van produktiemiddelen en p r o -dukten, kosten- en opbrengstenniveau en i n s t e r k e mate i n r e n t a b i l i t e i t .

In d i t hoofdstuk z a l e e r s t een overzicht van een a a n t a l b e l a n g r i j k e kengetallen over de onderzochte groep van be-d r i j v e n gegeven worbe-den. De bespreking van be-de analyse van hun r e n t a b i l i t e i t s v e r s c h i l l e n z a l aanvangen met een beschouwing over de mate van samenhang t u s s e n de v e r s c h i l l e n in r e s p . brutogeldopbrengst en t o t a l e kosten en die in b e d r i j f s r e s u l -t a a -t ( 4 . 2 ) . Vervolgens z a l de samenhang -t u s s e n de d i v e r s e delen van de t o t a l e kosten en de r e n t a b i l i t e i t aan de orde komen ( 4 . 3 ) . Op analoge wijze z u l l e n de samenhangen tussen de komponenten van de bruto-geldopbrengsten (kg-opbrengst, p r i j s p e r kg en bouwplan) en de r e n t a b i l i t e i t worden besproken

( 4 . 4 ) . In de paragrafen 4 . 2 , 4.3 en 4.4 zullen tevens event u e l e r e l a event i e s eventussen v e r s c h i l l e n in koseventen en in b r u event o g e l d -opbrengsten bezien worden. T e n s l o t t e worden de b e l a n g r i j k s t e

(31)

r e s u l t a t e n u i t deze analyse van r e n t a b i l i t e i t s v e r s c h i l l e n samengevat en besproken ( 4 . 5 ) .

Tevens zullen in. de volgende paragrafen de bovenge-noemde s t u d i e s u i t de IJsselmeerpolders en het Zuidwestelijk-k l e i g e b i e d - voortaan de "andere" s t u d i e s t e noemen - a l s het ware a l s s p i e g e l fungeren b i j de beschouwing van de r e s u l -t a -t e n van de analyse van de v e r s c h i l l e n i n r e n -t a b i l i -t e i -t van de i n d i t onderzoek betrokken akkerbouwbedrijven i n de N.0. Polder.

4.2 Bespreking rentabiliteitsverschillen 1968/69 en 1969/70

Het r e s u l t a a t van een b e d r i j f , u i t g e d r u k t i n het n e t t o overschot p e r b e d r i j f of p e r h a , wordt bepaald a l s h e t v e r -s c h i l t u -s -s e n de t o t a l e bruto-geldopbreng-sten en de t o t a l e kosten ( e k s k l u s i e f beloning voor l e i d i n g en t o e z i c h t ) p e r b e d r i j f r e s p . per ha.

In de onderzochte groep bedroeg, gemeten naar n e t t o -overschot p e r ha, h e t v e r s c h i l t u s s e n het hoogste en l a a g s t e b e d r i j f s r e s u l t a a t i n 1968 ƒ 1.627 b i j een gemiddelde van ƒ 416 p e r ha en i n 1969 ƒ 3.454 b i j een gemiddelde van ƒ 1.693 p e r ha. Omgerekend p e r b e d r i j f b e t r e f t h e t daarmede v e r s c h i l l e n van ± ƒ 50.000 i n 196 8 en van ruim ƒ 110.000 i n 1969.

In t a b e l 1 ( z i e ook b i j l a g e 7) z i j n voor beide j a r e n t e r t y p e r i n g van de waarden der b e l a n g r i j k s t e . k e n g e t a l

-len - d i e volgens de x2 _t o e t s n i e t beduidend van een normale

verdeling afwijken - h e t gemiddelde en de standaardafwijking weergegeven.

Tabel 1. Enkele gegevens betreffende k o s t e n , geldopbrengsten en b e d r i j f s r e s u l t a a t in de onderzochte groep be-d r i j v e n in 1968/69 en 1969/70

1968 1969

Gem. Stand.afw. Gem. Stand.afw.

bewerkingskosten/ha 1530 15 8 1620 175 toegerekende k o s t e n / h a 816 153 811 162 algemene kosten/ha 731 97 765 94 t o t a l e kosten/ha 3076 278 3195 289 b r u t o - g e l d o p b r e n g s t / h a 3492 459 4889 852 n e t t o - o v e r s c h o t / h a 416 429 1693 768 Uit t a b e l 1 b l i j k t dat i n 1969 de s p r e i d i n g in de b r u t o

(32)

geldopbrengsten t e n opzichte van het v e r s c h i l i n b e d r i j f s r e -s u l t a a t zowel ab-soluut a l -s r e l a t i e f aanmerkelijk g r o t e r i -s dan i n de t o t a l e kosten. In 1968 i s dat onderscheid eveneens aanwezig, maar wel g e r i n g e r . Gegeven de rekenkundige r e l a t i e van het n e t t o - o v e r s c h o t met de bruto-geldopbrengsten en de t o t a l e kosten, z a l daarmede sprake z i j n van een g r o t e r e i n vloed van de brutogeldopbrengsten op de r e n t a b i l i t e i t s v e r -s c h i l l e n in beide j a r e n . Teven-s e c h t e r dat de v e r -s c h i l l e n in t o t a l e kosten in 1968 vermoedelijk meer e f f e k t t e n opzichte van de v e r s c h i l l e n in r e n t a b i l i t e i t z u l l e n hebben dan i n 1969. Voorts kan u i t t a b e l 1 worden a f g e l e i d dat hogere r e s p . lagere bruto-geldopbrengsten s l e c h t s ten dele gepaard gaan met hogere r e s p . l a g e r e k o s t e n , hetgeen ook t o t u i t i n g komt in hun k o r r e l a t i e - k o ë f f i c i ë n t (1968: r = .41 en 1969:

r = . 4 5 ) . Dat w i l zeggen dat naast bedrijven d i e b i j g e l i j k e t o t a l e kosten v e r s c h i l l e n d e bruto-geldopbrengsten b e r e i k e n , ook bedrijven voorkomen d i e dezelfde bruto-geldopbrengst r e a l i s e r e n met een v e r s c h i l l e n d niveau van t o t a l e kosten.

Met behulp van de methode der f a k t o r a n a l y s e wordt g e -t r a c h -t aan -t e geven welke komponen-ten van de bru-to-geldop- bruto-geldop-brengsten en van de t o t a l e kosten hebben bijgedragen t o t de v e r s c h i l l e n in b e d r i j f s r e s u l t a a t en tevens i n welke mate en r i c h t i n g van een samenhang sprake i s . Hetzelfde g e l d t voor de analyse van de samenhang t u s s e n de v e r s c h i l l e n in b r u t o -geldopbrengsten en i n kosten per ha. Overeenkomstig het doel van de f a k t o r - a n a l y s e (3.4) i s met behulp van r o t a t i e der faktoren g e t r a c h t t o t een zo d u i d e l i j k en eenvoudig mogel i j k beemogeld van de s t r u k t u u r der v e r s c h i mogel mogel e n i n b e d r i j f s r e s u mogel -t a a -t (zie -t a b e l 2 en 3) -t e komen.

Uit de analyse ( t a b e l 2 en 3) b l i j k t d a t , zoals op grond van t a b e l 1 verwacht mocht worden, in 1968/69 en vooral i n 1969/70 de v e r s c h i l l e n i n n e t t o - o v e r s c h o t per ha voor v e r u i t het g r o o t s t e deel samenhangen met de v e r s c h i l l e n i n b r u t o -geldopbrengsten per ha. Tussen de v e r s c h i l l e n i n de t o t a l e kosten en i n het n e t t o - o v e r s c h o t i s i n 1968 sprake van een geringe samenhang, t e r w i j l deze i n 1969 z e l f s geheel o n t -breekt .

In 1968 i s 70% van de v e r s c h i l l e n in n e t t o - o v e r s c h o t p e r ha gebonden aan de aspekten 1 t o t en met 7, 9 en 10. Deze a s -pekten bevatten tevens 84% en 43% van r e s p . de v e r s c h i l l e n in de bruto-geldopbrengsten en i n de t o t a l e kosten per ha. Het b e t r e f t , naast aspekten die met name de v e r s c h i l l e n in kg-opbrengsten per ha en i n p r i j z e n per kg-produkt van p o o t - en konsumptieaardappels en uien b e v a t t e n , ook aspekten b e t r e f -fende v e r s c h i l l e n i n bouwplan en i n i n t e n s i t e i t van grond-gebruik. Aan de twee aspekten (8 en 1 1 ) , d i e samen 42% van de v e r s c h i l l e n in t o t a l e kosten p e r ha i n zich bergen, i s - mede door het zich a f z i j d i g houden van de brutogeldopbrengsten -17% van de v e r s c h i l l e n i n b e d r i j f s r e s u l t a a t gebonden. Deze

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Figure 4-6 Influence of refining energy on the porosity of dried (A) and never-dried (B) Eucalyptus nitens pulp after treatment with the different

This investigation brought to light a clear difference in poetic form be twe en the med.i eva.l and Renaissance poets chosen for discussion. 1:;e- dieval metrical verse generally

9 Although fixed dose combinations (FDC) have been proven to improve adherence and possibly treatment outcomes, 4 this has not been proven in the ART Botswana setting, 3

Voorwaarden vanuit de NVOG om hiermee in te stemmen zijn: gynaecologen moeten deze informatie kunnen gebruiken, het moet op een laag aggregatieniveau zijn en het verzamelen van

Het werkzame bestanddeel glycopyrronium (als bromide) is in het GVS opgenomen als capsule voor inhalatiepoeder met een afgegeven dosis van 44 microgram (Seebri® en Tovanor®),

1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen 1ste Bachelor Fysica en Sterrenkunde Academiejaar 2019-2020 1ste zittijd 31 oktober 20191.

Wat monitoring betreft zijn alleen kosten opgenomen die voortvloeien uit aanvullend onderzoek ten behoeve van het realiseren van de instandhoudingsdoelen. Voor bestaande

Ouders gaven aan zelf niet altijd te weten hoe ze hun kinderen kunnen helpen en ondersteunen bij het leerproces en diverse basisscholen gaven aan op zoek te zijn naar een