• No results found

De journalistieke vlog?! Vloggen en journalistiek. (Hoe) gaat dat samen? Een onderzoek naar de (journalistieke) vlogs van de NTR, NOS en EenVandaag

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De journalistieke vlog?! Vloggen en journalistiek. (Hoe) gaat dat samen? Een onderzoek naar de (journalistieke) vlogs van de NTR, NOS en EenVandaag"

Copied!
165
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De journalistieke vlog?!

Vloggen en journalistiek. (Hoe) gaat dat samen?

Een onderzoek naar de (journalistieke) vlogs van de NTR, NOS en EenVandaag

Naam: Janna van Strien

E-mail: Janna.van.strien@gmail.com

Adres: Oudenoord 419, 3513EP Utrecht

Studentnummer: 11323442

Masterscriptie Journalistiek en Media

Begeleider: Erik Borra

Tweede lezer: Pauline van Romondt Vis

Datum: 13-02-2018

(2)

2

Journalistiek verslag

Wie kent Enzo Knol niet? Zelfs de NOS berichtte over deze bekende vlogger toen het uitging met zijn vriendinnetje Dee. Het vloggen is groot in Nederland. Vlogs zijn online video’s waarin het veelal draait om persoonlijke verhalen en waarbij meningen niet geschuwd worden. Dit lijkt lijnrecht tegenover journalistieke producties te staan die traditioneel worden gekenmerkt door een begrip als objectiviteit. Toch was daar de journalistieke vlog.

Burgers zonder journalistieke achtergrond vloggen voor hun lokale nieuwsomroep en beroepsjournalisten vloggen in hun vrije tijd over hun leven. Maar ook binnen journalistieke

organisaties en programma’s werd het succes van de vlog opgemerkt en opgepakt. Zo zette de NTR vloggers in voor het actualiteitenprogramma Rauwkost. Bij de NOS en EenVandaag gingen juist journalisten vloggen, wat resulteerde in de Formatievlog en Keesvlog.

De journalistiek is zichzelf aan het heruitvinden door onder andere de opkomst van burgerjournalistiek en nieuwe platforms. Mede doordat nieuws ook via andere kanalen is te verkrijgen, heeft de journalistiek te maken met afnemend aantal lezers en kijkers. Deze

ontwikkelingen bleken voor drie journalistieke organisaties van de NPO een reden om eens iets nieuws te proberen. Maar komt er daadwerkelijk een journalistiek product uit als er wordt gewerkt met vloggers zoals in Rauwkost, of de vlog als presentatievorm zoals bij de Formatievlog en Keesvlog? Kortom, bestaat de journalistieke vlog? En zo ja, hoe ziet deze er dan uit?

Binnen de wetenschap was er nauwelijks onderzoek gedaan naar de journalistieke vlog. Om de journalistieke vlog te onderzoeken en te karakteriseren heb ik een nieuwe methode opgesteld en aan de hand hiervan de drie series van de NPO geanalyseerd. Met deze methode werd er gelet op vorm- en inhoudelijke kenmerken van zowel vlogs als van de journalistiek. Zo werd er bijvoorbeeld gekeken of de journalistieke basisprincipes, denk aan objectiviteit, nog wel werden gewaarborgd. Daarnaast werd gevraagd hoe de makers van de video’s tegen het eindproduct en hun eigen functie aankeken. Zagen zij zichzelf bij het maken van de video als journalist?

Uit de analyse bleek dat vooral de Keesvlog en de Formatievlog meer duiding geven aan en te zien zijn als een journalistieke vlog. Rauwkost is als opzet niet bedoeld als vlog en ook bij de analyse waren in de vorm te weinig kenmerken hiervan om Rauwkost als journalistieke vlog te bestempelen. Zo waren in Rauwkost de minste journalistieke basiswaardes te herkennen. De vlogger zag zichzelf bij het maken van Rauwkost ook meer als presentator dan als journalist. Daarom zou de analyse van Rauwkost erop kunnen wijzen dat het voor niet-journalisten/vloggers lastiger is de journalistieke basiswaarden te vertegenwoordigen en een journalistiek eindproduct te maken.

De Formatievlog en Keesvlog kunnen naar mijn idee bestempeld worden als journalistieke vlogs. In beide series werden de journalistieke basiswaarden bijna allemaal vertegenwoordigd. Ook waren in beide series voldoende kenmerken van de vlog te herkennen. Tegelijkertijd waren er veel verschillen. Zo hadden de makers andere opvattingen over het doel dat zij met de vlog hadden. Hieruit bleek dat de makers van Keesvlog een ‘zwaardere’ opvatting over journalistiek

vertegenwoordigden. Zo was het voor hen absoluut geen doel om met de vlog te zorgen voor vermaak, terwijl dit voor Joost Vulling van de Formatievlog wel een doel was. Dit resulteerde er vermoedelijk ook in dat Boonman minder vlog-eigenschappen had overgenomen. Daarnaast zagen de makers hun eigen rol ook anders. Boonman bleef zichzelf vooral als journalist zien, terwijl Vullings zichzelf als journalist en vlogger zag.

Als er wordt gekeken naar de populariteit van de series op YouTube is te zien dat de Formatievlog het beduidend beter deed dan de Keesvlog. Omdat het maar om een casus draait valt niet volledig hard te maken dat dit succes puur komt door het beter integreren van de

(3)

vlog-3

eigenschappen. In ieder geval valt te stellen dat de journalistieke vlog voor de journalistiek mogelijkheden biedt om kijkers terug te winnen. Daarnaast wordt door de makers van de

Formatievlog en Keesvlog een ander belangrijk argument gegeven om te gaan vloggen. In tijden waarin de werkzaamheden van reguliere journalistiek soms in twijfel wordt getrokken, is het een goed hulpmiddel om transparant te zijn. Door minder gestileerd te werk te gaan en een kijkje achter de schermen te geven, kunnen de burgers mogelijk weer meer vertrouwen in de journalistiek krijgen. Wel moet er rekening gehouden worden met de tekortkomingen van de journalistieke vlog. Het blijkt een minder geschikt middel om veel feitelijke informatie (compact) over te dragen.

(4)

4

Inhoudsopgave

1. Inleiding 6

2. Theoretisch kader 10

2.1. Wat is journalistiek? 10

2.1.1. Een definitie van journalistiek 10

2.1.2. Journalistiek als ideologie en praxis 10

2.1.3. De rolopvattingen van een journalist 12

2.2. Vloggen 15

2.2.1. Wat zijn vlogs? 15

2.2.2. De rolopvattingen van vloggers 16

2.3. Journalistiek 2.0. 17

2.3.1. Nieuwe journalisten 17

2.3.2.1 Nieuwe platforms: sociale media 19

2.3.2.2 Nieuwe platforms: YouTube 20

2.3.3.1 Nieuwe journalistieke vormen: bloggen 23

2.3.3.2 Nieuwe journalistieke vormen: vloggen 25

3. Operationalisatie 26

3.1. Analyse secundaire teksten 26

3.2. Inhoudsanalyse 26

3.2.1. Inhoudsanalyse en Grounded Theory Approach 26

3.2.2. Selectie corpus inhoudsanalyse 28

3.3. Interviews 32

3.4. Beperkingen 33

4. Resultaten 35

4.1. Doelstellingen journalistieke organisaties 35

4.1.1. Rauwkost 35

4.1.2. Keesvlog 36

4.1.3. Formatievlogs 37

4.2. Resultaten inhoudsanalyse 38

4.2.1. Resultaten eerste ronde inhoudsanalyse 38

4.2.2. Resultaten tweede ronde inhoudsanalyse 38

4.2.2.1 Journalistieke eigenschappen Rauwkost 39

4.2.2.2 Journalistieke eigenschappen Keesvlog 40

4.2.2.3 Journalistieke eigenschappen Formatievlog 40

4.2.2.4 Vergelijking journalistieke eigenschappen 41

4.2.2.5 Vlog-eigenschappen Rauwkost 42

4.2.2.6 Vlog-eigenschappen Keesvlog 42

4.2.2.7 Vlog-eigenschappen Formatievlog 43

4.2.2.8 Vergelijking vlog-eigenschappen 43

4.2.2.9 Algehele vergelijking inhoudsanalyse 44

4.3. Resultaten interviews 45

4.3.1. Journalistieke rolopvattingen Rauwkost 45

4.3.2. Journalistieke rolopvattingen Keesvlog 47

4.3.3. Journalistieke rolopvattingen Formatievlog 48

4.3.4. Vergelijking journalistieke rolopvattingen 49

4.3.5. Vlog-rolopvattingen Rauwkost 50

4.3.6. Vlog-rolopvattingen Keesvlog 51

4.3.7. Vlog-rolopvattingen Formatievlog 51

4.3.8. Vergelijking vlog-rolopvattingen 52

4.3.9. Overige vragen Rauwkost, Keesvlog en Formatievlog 52

4.3.10. Algehele conclusie rolopvattingen 53

4.4. Vergelijking resultaten 53

5. Conclusie 55

(5)

5

Bijlagen 66

Bijlage 1 – Codeboek voor de inhoudsanalyse 66

Bijlage 2 – Overzicht corpus inhoudsanalyse 68

Bijlage 3 – Overzicht van rolopvattingen en methodes 70

Bijlage 4 – Vragenlijst redacteuren en vloggers 72

Bijlage 5 – Resultaten inhoudsanalyse 74

(6)

6

1. Inleiding

Meer dan 1,6 miljoen abonnees, een omzet van een paar ton per jaar en een eigen wassen beeld in Madame Tussauds. Enzo Knol laat zien hoe groot het vloggen in Nederland is. Maar hij is zeker niet de enige die hier al dan niet zijn geld aan verdient. Wereldwijd zijn er op YouTube zo’n 66 miljoen video’s die als ‘vlog’ beschreven staan.1 Met de komst van goedkopere en betere camera’s, sneller

internet en platformen als YouTube, werd het voor iedereen mogelijk zich online in bewegend beeld te presenteren.

Vlogs staan vooral bekend om video’s met persoonlijke verhalen die meningen niet schuwen. Toch dook er een misschien wat onverwacht subgenre op: de journalistieke vlog. Zo gaf

oud-president Barack Obama drie bekende vloggers van Amerika de kans hem te interviewen.2 En ook in

Nederland kwamen er uiteenlopende journalistieke vlog-initiatieven. Aan de ene kant bestaan er burgers zonder journalistieke achtergrond die met eigen vlogs de actualiteit willen bespreken.3 Vaak

zijn deze een stuk minder populair dan de vlogs van Nederland’s bekendste vlogger Enzo Knol.4 Of

zijn de vlogs van treitervlogger Ismail Ilgun, die eveneens voor een half jaar voor het AD werkte, ook als journalistiek te beschouwen?5 Ondertussen zagen ook journalisten de vlog als een goede manier

om hun kijker te bereiken. Student Journalistiek Michiel Kalverda maakte er een hele startup van; het brengen van nieuws met vlogs.6 En journalist en nieuwslezer Matijn Nijhuis richtte zijn eigen

vlogkanaal op, net als Jan Roos.7 Maar zijn vlogs door journalisten altijd journalistieke vlogs?

Naast individuen zijn ook journalistieke organisaties - zeker in de tijd van grote veranderingen in het medialandschap - bezig met innoveren. De gevestigde media ondervinden door de komst van nieuwe platformen als YouTube en nieuwe mediamakers, zoals onder andere vloggers, meerdere problemen. Zij verliezen jonge kijkers, omdat die voor hun informatievoorziening en vermaak voornamelijk naar YouTube blijken te gaan.8 Maar ook de andere leeftijdscategorieën consumeren

informatie en nieuws steeds vaker online.9 De tijd dat de kranten, radio en televisie de enige bronnen

van informatie en nieuws waren, is ver achter ons.10 Door het succes van websites als YouTube gaan

de gevestigde media zich eveneens op dit soort platforms richten.11 Ook het succes van vloggen is de

reguliere mediaorganisaties niet voorbij gegaan. Bij diverse journalistieke programma’s wordt hiermee

1 “Vlog,” YouTube, accessed January 26, 2018, https://www.youtube.com/results?q=vlog&sp=EgIQAlAU. 2 “Ingrid Nilsen Interviews Obama,” YouTube video, posted by “Reflect,” January 16, 2016,

https://www.youtube.com/watch?v=K2OaaWjB6S8.

3 Dit gebeurt veelal voor lokale omroepen, maar ook op eigen initiatief. Zie bijvoorbeeld: “Vlog 30-08-2017:

leraren verdienen waardering, geen gesteggel van politici,” YouTube video, posted by “Otto Grevink,” August 30, 2017, https://www.youtube.com/watch?v=i0vRk_resZ8; “Nieuwsvlog brand Botlek Rotterdam,” YouTube video, posted by “Klompennieuws 2017,” December 6, 2017, https://www.youtube.com/watch?v=Cb0mbjxW59Y&t=8s.

4 “Enzo Knol – Populairste vlogger van Nederland,” Wikker.nl, last modified October 8, 2014,

http://www.wikker.nl/enzo-knol/; Lisa Vermeij, “Enzo Knol en Dee: ‘het is voorbij,” Metronieuws.nl, September 29, 2017, https://www.metronieuws.nl/nieuws/showbizz/2017/09/enzo-knol-en-dee-het-is-voorbij.

5 “AD en Ismail Ilgun na zes maanden uit elkaar,” Mediacourant, last modified November 5, 2017,

http://www.mediacourant.nl/2017/11/ad-en-ismail-ilgun-na-zes-maanden-uit-elkaar/.

6 “TMI News – News for the next generation,” TMI, accessed December 13, 2017, https://tmi.news/. 7 “Matijn Nijhuis,” YouTube, accessed December 13, 2017, https://www.youtube.com/user/matijnnijhuis;

“LaVieJanRoos,” YouTube, accessed January 26, 2018,

https://www.youtube.com/channel/UCPg6u52TP02Mmovr2fXm8Pw.

8 Bastiaan Kleinjan, “Bijna alle jongvolwassenen kijken vlogs,” BNR.nl, August 16, 2016,

https://www.bnr.nl/nieuws/tech/10309492/vloggers-zijn-populair-80-procent-van-de-jongvolwassenen-kijkt-naar-ze.

9 Marry Madden, The Audience for Online VideoSharing Sites Shoots Up (Washington: Pew Internet & American

Life Project, 2009), 3.

10 Gary Hanson and Paul Haridakis, “YouTube Users Watching and Sharing the News: A Uses and Gratifications

Approach,” The Journal of Electronic Publishing 11, no. 3 (Autumn 2008), http://dx.doi.org/10.3998/3336451.0011.305.

(7)

7

geëxperimenteerd. Bij de commerciële omroepen heeft RTL 4 Jan de Hoop van het RTL Ontbijtnieuws omgedoopt tot vlogger.12 En ook op de publieke omroep kwamen vlog-series met

journalisten, zoals de Formatievlogs van de NOS en Keesvlog bij EenVandaag. Bij de NTR werd het omgedraaid. Bekende YouTubers en vloggers gingen meewerken aan het actualiteitenprogramma Rauwkost. Het introduceren van vloggers beperkt zich bovendien niet tot de televisiejournalistiek. Het was wederom het AD dat de video’s van Yous met politici, van het kanaal YousToub, doorlinkte vanaf hun nieuwswebsite.13

Zoals uit de bovenstaande tekst blijkt, zijn er veel varianten van vlogs met een journalistieke insteek. Ook lijkt het niet helemaal eenduidig wat er precies onder een journalistieke vlog kan worden verstaan. Gaan journalistiek en vloggen eigenlijk wel samen? Journalistieke producties worden traditioneel gekenmerkt door feitelijk weergegeven informatie en het achterwege laten van eigen meningen.14 Dit lijkt in tegenstelling met vlogs die vaak volledig vanuit een persoonlijke en subjectieve

insteek gemaakt worden. Binnen de wetenschap is er nog nauwelijks onderzoek gedaan naar of en hoe journalistiek en vloggen samen kunnen gaan.

In het verleden is wel geschreven over de samenkomst van bloggen en journalistiek.15 Blog

software maakt het simpel om online teksten te publiceren, vaak in omgekeerd chronologische volgorde.16 Sommige academische artikelen richten zich op hoe journalisten de blog als nieuw middel

kunnen inzetten; zo omzeilen blogs de traditionele poortwachtersrol van traditionele media en lijken er nieuwe journalistieke genres te ontstaan.17 Daarnaast gaan veel onderzoeken over de veranderende

rol van de journalist, omdat ook gewone burgers die geen beroepsjournalist zijn deze blogs kunnen maken. Volgens Rebecca Blood zijn de meeste journalistieke blogs gemaakt door journalisten – wat overigens geen beschermde beroepsgroep is.18 Maar zegt ze: “A weblog written by a journalist does

not necessarily qualify as journalism for the same reason a novel written by a journalist does not: It is the practice that defines the practitioner, not the other way around.”19

Wellicht dat dit soort studies een goed startpunt geven voor een analyse van de opkomst van de journalistieke vlog. De focus van het onderzoek zal hiermee tweeledig zijn. Ten eerste wordt er in lijn met de uitspraak van Blood geprobeerd te achterhalen wat de vlogs, gemaakt door journalisten of journalistieke organisaties, als eindresultaat vertellen over het journalistieke karakter. In hoeverre vallen deze vlogs binnen de kaders van wat ervan een journalistieke productie verwacht mag worden? Daarnaast wordt er gekeken naar eigenschappen die behoren tot vloggen. Welke kenmerken voeren de boventoon en in hoeverre beïnvloeden of complementeren de vlog-karakteristieken de journalistieke doelstelling? Eveneens wordt er gekeken naar de rol van de

makers. Hoe hangt de rolperceptie van de makers samen met het journalistieke karakter van de vlog? Komt dit overeen met de uitspraak van Blood?

Door dit te onderzoeken kan er meer inzicht worden gekregen in het fenomeen van de journalistieke vlog. Waar gaat het goed en waar schuurt het met de gangbare opvattingen over de

12 “Jan de Hoop,” YouTube, accessed December 14, 2017, https://www.youtube.com/user/jandehooprtl. 13 Julian Klop, “Vloggen en journalistiek, gaat dat samen?” Media Redactie, last modified April 20, 2017,

http://mediaredactie.fhj.nl/index.php/2017/04/20/vloggen-en-journalistiek-gaat-dat-samen/.

14 Mark Deuze, Wat is Journalistiek? (Amsterdam: Het Spinhuis, 2004), 84-85.

15 Bijvoorbeeld: Jane Singer, “The political j-blogger ‘Normalizing’ a new media form to fit old norms and

practices,” Journalism 6, no 2 (May 2005): 173-198.

16 Michael Sauers, Blogging and RSS: A Librarian’s Guide (Medford: Information Today, 2006): 1-2. 17 Bijvoorbeeld: Patrick Baltatzis, “Is Blogging Innovating Journalism?,” Innovation Journalism 3, no 4 (May

2006): 1-11; Melissa Wall, “Blogs of war, weblogs as news,” Sage Journals 6, no 2 (May 2005): 153-172, http://journals.sagepub.com/doi/abs/10.1177/1464884905051006.

18 Rebecca Blood, “Weblogs and Journalism: Do They Connect?,” Nieman Reports 5 (2003): 61-62; “Code voor

de Journalistiek,” NVJ, accessed December 10, 2017, https://www.nvj.nl/ethiek/ethiek/code-journalistiek-nederlands-genootschap-hoofdredacteuren-2008.

(8)

8

journalistiek? Ik richt mij om meerdere redenen op journalistieke organisaties die vlogs inzetten. Ik beschreef dat er grote veranderingen in het medialandschap plaatsvinden. Een onderzoek naar vlogs binnen de gevestigde media kan daarom inzichten geven in hoe zij inspringen op deze

ontwikkelingen. Daarnaast is het erg interessant om te bekijken of de uitspraak van Blood door te trekken is op de vlogs. Naast de makers, kunnen de mediaorganisaties vergeleken worden met journalisten als schrijvers van een blog. Zorgt het journalistieke karakter van de mediaorganisatie altijd voor een journalistiek eindproduct?

Om dit te onderzoeken kies ik voor vlogs van organisaties binnen de NPO. Binnen de gevestigde Nederlandse media zijn alleen hier vlog-initiatieven vanuit journalistieke organisaties te vinden die ook nog eens een informatief karakter hebben. Iets dat bijvoorbeeld de vlogs van Jan de Hoop niet hebben. Er is daarom gekozen voor de Formatievlogs van de NOS, de Keesvlogs van EenVandaag en Rauwkost van de NTR. Strikt genomen is de NTR geen journalistieke organisatie. Desondanks bestaat de redactie van Rauwkost enkel uit journalisten en stelt de NTR een informatief doel na te streven met deze serie, waardoor dit programma toch erg relevant is om te onderzoeken.20

Daarnaast doet Rauwkost het tegenovergestelde van de NOS en EenVandaag. Zij zetten juist YouTubers en vloggers in voor een actualiteitenprogramma. Terwijl de NOS en EenVandaag journalisten inzetten voor een vlog. Dit is erg interessant om tegen elkaar af te zetten. Er moet dus vooraf worden opgemerkt dat niet alle items van Rauwkost als ‘vlog’ te definiëren zijn, maar meer als een online video. Dit zal in het onderzoek worden meegenomen, maar voor nu dragen alle drie de initiatieven de naam ‘vlog’. Voor deze vlog-series, binnen de gevestigde media, wordt in dit onderzoek dus geprobeerd te achterhalen in hoeverre zij stroken of schuren met gangbare opvattingen over de journalistiek.

De onderzoeksvraag is hiermee als volgt: Hoe zetten journalistieke organisaties binnen de NPO vlogs in en in hoeverre zijn deze journalistiek te noemen? Om de hoofdvraag te beantwoorden zullen de volgende deelvragen worden gesteld:

o Met welke doelstelling zetten journalistieke organisaties zoals de NTR, NOS en EenVandaag vlogs in?

o In hoeverre volgen deze vlogs de gangbare opvattingen en praktijken van de journalistiek? o In hoeverre volgen deze vlogs de gangbare ideeën over wat een vlog is?

o In hoeverre zien de makers zichzelf – bij het maken van de vlog – als journalist en de vlog als journalistiek?

Voor dit onderzoek is de invulling van het woord ‘journalistiek’ erg belangrijk. Er wordt in de eerste plaats gekeken naar de journalistiek als ideologie en praxis. Deuze beschrijft dat de ideologie van journalistiek is: “hoe journalisten betekenis geven aan hun nieuwswerk”.21 De vertaling van deze

kernwaardes naar de praktijk zijn te zien als de praxis van journalistiek.22 Dit wordt uitgebreid

toegelicht in het eerste gedeelte van het theoretisch kader. Eveneens wordt er stilgestaan bij de karakteristieken van vlogs, om te kijken in hoeverre de video’s overeenkomsten hebben met ‘een gemiddelde vlog’. Zowel literatuur over journalistiek als literatuur over vlogs kan uiteindelijk helpen te definiëren wat een journalistieke vlog is. Om meer duiding te geven aan de journalistieke vlog wordt tot slot ingegaan op innovaties en veranderingen in het journalistieke landschap.

Het theoretisch kader wordt gevolgd door de methode, waarin de aanpak van het onderzoek beschreven staat. Voor het beantwoorden van de eerste deelvraag wordt er uitgebreid naar elk

20 “Bekende YouTubers bespreken actualiteiten in Rauwkost,” NTR, accessed December 10, 2017,

https://www.ntr.nl/site/nieuws/Bekende-YouTubers-bespreken-actualiteiten-in-Rauwkost/196.

21 Mark Deuze, “What is Journalism? Professional identity and ideology of journalists reconsidered,” Journalism

6, no. 4 (2015): 445, DOI: 10.1177/1464884905056815.

(9)

9

initiatief gekeken, door een beeld te schetsen van de opzet van de vlogs en de visie erachter. Dit wordt gedaan aan de hand van beleidsdocumenten en eerder verschenen interviews met de makers. Hierna zal een inhoudsanalyse worden gemaakt van de vlogs. Er wordt zowel gefocust op

journalistieke kernwaardes en vlog-eigenschappen, als op de vorm van de vlog. Tot slot zal er een interview worden afgenomen met de makers. Hoe zien zij hun werk? De resultaten van deze analyses zullen in de volgende paragraaf in dezelfde volgorde uiteen worden gezet. Tussendoor en aan het einde zijn vergelijkende en samenvattende parafen te vinden. In de conclusie zal een interpretatie van alle bevindingen worden gedaan en de link worden gelegd met het theoretische kader. Ook zullen daar suggesties voor vervolgonderzoek worden gegeven.

(10)

10

2. Theoretisch kader

Het theoretisch kader is grofweg opgedeeld in drie delen. In het eerste deel zullen theorieën over wat journalistiek en wie een journalist is worden besproken. Daarna zal worden ingegaan op de

eigenschappen van vlogs en vloggers. Tot slot wordt er gekeken naar ontwikkelingen, zoals de opkomst van nieuwe platforms en burgerjournalistiek, die meer duiding geven aan de samenkomst van journalistiek en vloggen.

2.1. Wat is journalistiek?

2.1.1. Een definitie van journalistiek

Om te onderzoeken of de vlogs als journalistiek beschouwd kunnen worden, is het allereerst cruciaal ‘journalistiek’ nader te specificeren. Volgens Ivor Shapiro zijn er maar weinig wetenschappers die een definitie trachten te geven van ‘journalistiek’ en daarnaast zijn ze vaak onbevredigend.23 Ook andere

wetenschappers beamen dit.24 Martin Conboy zegt bijvoorbeeld: “No single-sentence definition of

journalism is really adequate to describe the complexity and variety of its output.”25 Het ontbreken van

een eenduidige definitie van journalistiek is simpel te verklaren. Journalistiek is altijd vanuit verschillende disciplines bestudeerd. Hierdoor doen al decennia lang onder andere historici, sociologen, retorica en ethici onderzoek naar de journalistiek met ieder hun eigen benadering en uitkomsten.26 Shapiro: “Seen in this light, any attempt to define journalism might be seen as a

hegemonic foray by one discipline against another.”27

Toch is het volgens Shapiro van groot belang om een definitie van journalistiek te hebben. Juist in dit digitale tijdperk waarbij de relatie tussen de journalistiek en andere publieke communicatie, en de journalistiek en het publiek steeds vager wordt.28 Uit eerder onderzoek haalt Shapiro vijf

fundamentele elementen van journalistiek, die hij samenvoegt om tot een, volgens hem, goede definitie van journalistiek te komen: “Journalism comprises the activities involved in an independent pursuit of accurate information about current or recent events and its original presentation for public edification.”29 Hij maakt hierbij wel de kanttekening dat deze definitie maar een kleine stap in de

goede richting is en nog steeds de betekenis van journalistiek niet volledig omvat.

2.1.2. Journalistiek als ideologie en praxis

We kunnen de definitie van Shapiro als startpunt nemen, maar enkel een definitie is onvoldoende om te kunnen oordelen of de geselecteerde vlogs daadwerkelijk als journalistiek te zien zijn. Daarvoor is het juist belangrijk stil te staan bij de relevante invalshoeken waaruit journalistiek is bestudeerd.30

23 Ivor Shapiro, “Why democracies need a Functional Definition of Journalism now more than ever,” Journalism

Studies 15, no 5 (2014): 555-565, https://doi.org/10.1080/1461670X.2014.882483.

24 Sandra Borden, Journalism as Practice: MacIntyre, Virtue Ethics and the Press (New York: Routledge, 2010),

49.

25 Martin Conboy, Journalism in Britain: A Historical Introduction (London: SAGE Publications Ltd, 2011), 7. 26 Shapiro, “Why democracies need a Functional Definition of Journalism,” 555-565; Deuze, Wat is

Journalistiek?, 116.

27 Shapiro, “Why democracies need a Functional Definition of Journalism,” 555.

28 Shapiro, “Why democracies need a Functional Definition of Journalism,” 556. Op deze ontwikkeling zal in

paragraaf 2.3. worden ingegaan.

29 Deze vijf elementen zijn: Huidig of recent evenement als onderwerp; breedte van het publiek (toegankelijke of

boeiende taal en vormen); poging tot vaststelling van feitelijke nauwkeurigheid; onafhankelijkheid (die een armlengte-belang in de publicatie zelf weergeeft, versus een direct voordeel van de gevolgen van wat is gepubliceerd); heeft betrekking op origineel werk (als tegenstelling tot alleen koppelen of repliceren). Volgens hem heeft nog geen eerdere definitie al deze elementen omvat.

30 Zo wordt er vanuit de communicatiewetenschap vooral gefocust op de cultuur in het onderzoek. Karin

(11)

11

Deuze benoemt dat er veel verschillende manieren zijn waarop journalistiek binnen de wetenschap is geoperationaliseerd. Dit zijn volgens hem bijvoorbeeld journalistiek als beroep, industrie, ideologie, genre, cultuur of een complex sociaal systeem.31

Deuze stelt dat het meest abstracte niveau om journalistiek te onderzoeken, de (beroeps-)ideologie is.32 Hierbij draait het om opvattingen die bestaan over de journalistiek, die door de

journalisten zelf gevormd en omarmd worden. Volgens Deuze kan dit ook wel worden beschreven als de ‘oerconventies’.33 Het onderzoek naar journalistiek als cultuur kan gaan over de specifieke

invulling hiervan op redacties. Er wordt dan gekeken naar hoe het journalistieke productieproces daar verloopt.34 Naast onderzoeken op het niveau van organisaties, wordt er onderzoek gedaan naar de

gehele nieuwsindustrie. Dit gaat over veranderingen die plaatsvinden in onder andere

bedrijfsmodellen en samenwerkingsverbanden van de industrie.35 Journalistiek is daarnaast als een

complex sociaal systeem te zien, omdat journalisten ook ieder hun eigen professionele identiteit hebben. Journalisten schipperen altijd tussen hun eigen verwachtingen en opvattingen en die van de redactie, omgeving en het publiek.36 Tot slot kan journalistiek als genre bestudeerd worden. Volgens

Deuze ontstaan er steeds nieuwe genres binnen de journalistiek, door onder andere technologische innovaties.37 Dit is relevant voor mijn onderzoek, omdat ik wil achterhalen of de vlog als een nieuw

journalistiek genre gezien kan worden.

Om echter te kunnen beoordelen of vernieuwende formats, zoals de journalistieke vlog, daadwerkelijk als journalistiek te beschouwen zijn, zal ik mij toespitsen op de ideologie en praxis van deze. Er wordt allereerst gefocust op het meer abstracte niveau van ideologie, omdat het logisch is dat er vanuit historische kaders erg veel verschillen zijn tussen de journalistieke vlog en oude

journalistieke producties, zoals een item in het journaal of een geschreven artikel in de krant. Maar als uit de analyse blijkt dat ook de kernwaardes van journalistiek ontbreken, dan is er wellicht voor te pleiten dat de journalistieke vlog geen innovatie voor journalistiek is, maar een heel nieuw genre op zich.

Zoals eerder beschreven is voor Deuze de ideologie van de journalistiek kortweg “hoe journalisten betekenis geven aan hun nieuwswerk”.38 Hij beschrijft dat de ideologie van de

journalistiek het beste met de volgende stellingen samen is te vatten:

o Journalisten zijn dienstverleners aan het publiek. Zij functioneren hierbij als waakhonden van de openbare orde en de publieke zaak.

o Journalisten zijn onpartijdig, neutraal, objectief, eerlijk en (daardoor) geloofwaardig. o Journalisten moeten in hun werk autonoom, vrij en onafhankelijk zijn.

o Journalisten werken op basis van actualiteit, urgentie en (dus) snelheid o Journalisten werken op basis van ethiek, validiteit en legitimiteit.39

Volgens Deuze wordt vaak vergeten dat iets als objectiviteit of ethiek geen toetsbare criteria op zich zijn. De ethiek bestaat dan ook niet, maar er kan wel worden gekeken in welke mate er ethisch is gehandeld. Op deze manier, door te kijken naar het journalistieke handelen, zal ik ook van de vlogs beoordelen of zij journalistiek zijn.

31 Mark Deuze, “What is Journalism?,” in Cultural Meanings of News: A Text-Reader, ed. Daniel A. Berkowitz

(London: Sage, 2011), 18.

32 Deuze, Wat is Journalistiek, 82. 33 Deuze, Wat is Journalistiek, 99. 34 Deuze, Wat is Journalistiek, 104.

35 David Levy and Rasmus Kleis Nielsen eds., The changing business of journalism and its implications for

democracy (Oxford: Reuters Institute, 2010).

36 Deuze, Wat is Journalistiek, 110. 37 Deuze, Wat is Journalistiek, 33. 38 Deuze, “What is Journalism?,” 16. 39 Deuze, Wat is Journalistiek, 84.

(12)

12

De bovenstaande beschreven ideologie hangt sterk samen met de praxis van de professionele journalistiek.40 Vaak gaat dit om vraagstukken over wat goede of slechte journalistiek is. De

ideologische opvattingen spelen een grote rol in de beoordeling van het eindresultaat. Een vraag die bijvoorbeeld (door journalisten onderling) over de praktijk wordt gesteld is: “Wordt in dit artikel de zaak van alle relevante kanten belicht?” Dit komt voort uit de achterliggende ideologie van objectiviteit. Door de journalistieke ideologische principes naar de praktijk te vertalen, wordt een beter meetbare definitie van de kernwaarden van journalistiek verkregen. Jim Foust komt zo tot vijf analyseerbare begrippen:

o Eerlijkheid  De journalist benadert informatie zonder vooringenomenheid en rapporteert het op dezelfde manier. Hij rapporteert de verschillende kanten van het verhaal. De journalist moet hierbij onafhankelijk blijven. Hij blijft bij de feiten en kan niet zijn eigen visie of een visie van iemand anders sterker naar voren laten komen.

o Attributie  Een journalist moet vermelden waar de feiten vandaan komen. o Accuraatheid  Alle feiten moeten kloppen.

o Relevantie  Het moet relevant of belangrijk zijn voor het publiek. Dit wordt vaak gecreëerd met het geven van de juiste context voor informatie, en het aansluiten bij het zogenaamde nieuwshaakje. Bij entertainment-journalistiek gaat het over ‘nieuws’ waarin mensen wellicht geïnteresseerd zijn, maar waarvoor het moeilijk hard is te maken dat deze informatie echt relevant voor iemands leven is.41

o Nieuwheid  Journalistiek moeten ‘nieuwheid’ omvatten. Ze geven informatie die daarvoor nog nooit is gegeven. Dit hoeven geen ‘breaking’ verhalen te zijn, maar er moet nieuwe informatie in zitten.42

Voor dit onderzoek zal deze opsomming een belangrijk uitgangspunt vormen voor het beoordelen van het journalistieke karakter van de vlogs. Wel vraagt het begrip nieuwheid van Foust nog meer uitleg. Niet alle nieuwe informatie wordt uiteindelijk nieuws. Hiervoor wordt een selectie gemaakt in

nieuwswaardigheid. O’Neill en Harcup komen in 2016 met een lijst van vijftien (vernieuwde) nieuwswaardes die een richtlijn geven waarom journalisten kiezen om een bepaald onderwerp te publiceren. Als een verhaal bijvoorbeeld een verassing heeft of slecht nieuws bevat dan is de kans groter dat het wordt geselecteerd als nieuws.43 Het is goed om hierbij op te merken dat deze

selectiecriteria zich naar mijn idee niet strikt beperken tot nieuws. Een nieuwswaarde als entertainment is ook zeker toe te passen op vlogs.

2.1.3. De rolopvattingen van een journalist

Voor dit onderzoek is niet alleen een nadere specificatie van de journalistiek van belang, maar tevens moet worden gekeken naar ‘de journalist’. De journalist is eveneens vanuit verschillende disciplines bestudeerd en moeilijk eenduidig te definiëren. Deuze benoemt dat journalist zijn betekent “[…] het formeel horen bij een bepaalde beroepsgroep met zekere verantwoordelijkheden, als het ideëel uitoefenen van een professie met een eigen ambitieuze moraal.”44 Maar welke verantwoordelijkheden

40 Chris Atton, “What is ‘alternative’ journalism?” Journalism 4, no. 3 (2003): 267-272; Deuze, Wat is

Journalistiek, 184.

41 Denk bijvoorbeeld aan nieuws over een popster. Een fan kan dit graag willen weten, maar er valt niet te stellen

dat deze informatie enige echte relevantie voor iemands leven heeft. Foust, Online Journalism, 5.

42 Foust, Online Journalism, 4.

43 De andere nieuwswaardes zijn: Machtselite; beroemde personen; entertainment; verrassing of contrast; slecht

nieuws; goed nieuws; omvang; relevantie; opvolging; agenda van het medium; exclusiviteit; conflict; audiovisueel; deelbaarheid; drama. Tony Harcup and Deirdre O'Neill, “What Is News? Galtung and Ruge revisited,” Journalism

Studies 2:2 (2001): 261-280.

(13)

13

en moralen zijn dat dan, waarmee de journalisten hun beroepsgroep definiëren? Voor dit onderzoek is het vooral relevant te achterhalen hoe journalisten hun eigen werk en sociale functie zien.45 Een

goede graatmeter hiervoor zijn de rolopvattingen.

Uit de voorgaande paragraaf bleek dat in de definitie van journalistiek de eigen opvatting van journalisten een belangrijke rol spelen. “Journalisten zijn de dragers van de journalistieke

beroepsideologie.”46 Maar de opvattingen van journalisten over waardes als objectiviteit, wordt

volgens Claes de Vreese et al. ook bepaald door de rolopvattingen die journalisten hebben. Zij focussen in hun onderzoek op de waarde ‘objectiviteit’ en vinden dat deze waarde belangrijker lijkt te zijn voor journalisten die als doel hebben de burgers de werkelijkheid te tonen, dan voor journalisten die zichzelf vooral als waakhonden beschouwen.47 Wolfgang Donsback benoemt dat er in eerdere

onderzoeken ook relaties gevonden zijn tussen rolpercepties en dagelijkse nieuwsbeslissingen, zoals nieuwsselectie.48 De opvattingen die journalisten over hun rol hebben, vloeien dus mogelijk in het

hele journalistieke proces door.

In dit het onderzoek van Vreese et al. werd geprobeerd een link te leggen tussen de

ideologische waardes en rolopvattingen van journalisten. Donsback duidt meer op het journalistieke proces, dan het eindresultaat. In dit onderzoek zal juist worden gekeken naar de relatie tussen de journalistieke waardes die in de praktijk/vlog te zien zijn en de rolopvattingen van de makers. Zo is te zeggen of journalistieke rolopvattingen zorgen voor een journalistiek product. Volgens Els Diederhof en Piet Bakker bestaat er namelijk een kloof tussen de theorie en praktijk. De opvattingen die

journalisten hebben, worden niet altijd toegepast in hun werk.49 Eveneens kan worden achterhaald of

de makers bepaalde journalistieke rolopvattingen niet herkennen, maar desondanks een journalistiek product neerzetten.

Maar welke journalistieke rolopvattingen bestaan er dan? Tussen landen bestaan er

verschillen in de rolopvattingen die de journalisten hebben. Dit onderzoek focust op de rolopvattingen van Nederlandse journalisten. Een helder en uitgebreid overzicht hiervan wordt gegeven door Deuze. Hij vat vier eerdere onderzoeken en de bijbehorende rolopvattingen samen en vergelijkt deze. Voor elke studie wordt in percentages opgeschreven in hoeverre de journalisten van dat onderzoek de rolopvatting ondersteunen en/of belangrijk vonden. De uitkomsten hiervan zijn te zien in Tabel 1. Deuze benoemt verder dat de Nederlandse journalist pluralistisch is in zijn rolopvatting.50 Een

gemiddelde journalist herkent zich dus in meerdere van de onderstaande beschreven rolopvattingen. Tabel 1: Rolopvattingen van Nederlandse journalisten volgens Deuze (2004)

45 Er kan ook bijvoorbeeld worden gekeken naar de demografische kenmerken van journalisten. Dit is voor mijn

onderzoek niet van belang, aangezien het erom gaat hoe de makers zichzelf zien. Zien zij zichzelf als journalist bij het maken van de vlog en vertegenwoordigen zij dus deze rolopvattingen?

46 Deuze, Wat is Journalistiek, 155.

47 Morten Skovsgaard, Erik Albæk, Peter Bro and Claes de Vreese, “A reality check: How journalists’ role

perceptions impact their implementation of the objectivity norm,” Sage Journals 14, no. 1 (January 2013): 36.

48 Wolfgang Donsbach, “Journalists’ Role Perception,” The International Encyclopedia of Communication 10, no.

2 (June, 2012): 1, 6.

49 Els Diekerhof, and Pieter Bakker, “To check or not to check: An exploratory study on source checking by Dutch

journalists,” Journal of Applied Journalism & Media Studies 1 no. 2: 243.

50 Deuze, Wat is Journalistiek, 174.

Rolopvatting Kempen & Wieten 1976 HBO-Raad 1993 Deuze 2002 (2000) Neijens 2001

Bieden van analyse, interpretatie

1% 34% 87% 96%

Nieuws en informatie snel en/of objectief verschaffen

(14)

14

Deuze geeft aan deze tabel voorzichtig geïnterpreteerd moet worden, omdat hij de resultaten van de eerdere onderzoeken enigszins moest interpreteren en sommige onderzoeken ‘vaag’ waren uitgevoerd. Toch stelt hij dat er zeker relevante informatie uit deze tabel is te halen. Deuze beweert dat het bieden van analyse en interpretatie een steeds grotere functie volgens de journalist is geworden.51 Dit sluit volgens Deuze precies aan bij een ander onderzoek van hem in samenwerking

met studenten van de UvA. Hiervoor werden inhoudsanalyses van Nederlandse en andere Westerse media gedaan, waaruit bleek dat de journalistiek steeds meer een soort ‘meningenjournalistiek’ aan het worden is. Deuze beschrijft verder dat journalisten zichzelf en hun rol in de samenleving steeds belangrijker zijn gaan vinden, aangezien de ‘opvoeders’ rol steeds centraler komt te staan. Verder blijkt uit deze tabel dat het zorgen voor vermaak geen ramp meer is voor journalisten, terwijl daar eerst niet eens onderzoek naar werd gedaan. Als laatste benoemt Deuze dat de journalisten door de tijd heen, het neutraal en objectief verschaffen van informatie altijd een erg belangrijke functie vinden van de journalistiek. Er moet rekening mee worden gehouden dat de bevindingen van Deuze al wat ouder zijn. Daarom wordt in paragraaf 2.3 de verschuivingen binnen de rolopvattingen die een relatie kunnen hebben met de opkomst van nieuwe platforms en burgerjournalistiek besproken en indien relevant vergeleken met Deuze.

Om een volledig beeld te krijgen van de makers van de vlog, is het ook goed een vergelijking te maken met de methodes van Nederlandse journalisten. De werkwijze van journalisten is vaak gelinkt aan de beroepsideologie, omdat er bijvoorbeeld veel ethische keuzes in worden gemaakt.52

Daarnaast was te zien dat er een relatie is tussen de werkwijze van journalisten en hun

rolopvattingen.53 Tabel 2 biedt een overzicht van verschillende methodes van nieuwsvergaring.

Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat een groot deel van de journalisten het geoorloofd vindt om undercover te gaan, maar dat bijna geen journalist het goed vindt dat vertrouwelijkheid niet wordt beschermd. Ik zal daarom ook bekijken of de makers van de vlogs vaker methodes gebruiken die in de ogen van een journalist ongeoorloofd is. De mate waarin de makers dus dezelfde methode en rolperceptie hebben, kan iets zeggen over de mate waarin de maker zichzelf als journalist zien.

Tabel 2: Overzicht Deuze over methoden van nieuwsgaring door Nederlandse journalisten (2004)

Methode Geoorloofd Ongeoorloofd

Undercover gaan 79% 21% Documenten zonder toestemming gebruiken 73% 20% Onwillige informanten/bronnen lastig vallen 67% 25%

51 Deuze, Wat is Journalistiek, 158. 52 Deuze, Wat is Journalistiek, 174.

53 Donsbach, “Journalists’ Role Perception,” 1, 6.

Kritisch volgen van misstanden, overheid en bedrijven

16% 39% 81% 77%

Opkomen voor bepaalde groepen en/of sociaal zwakkeren

3% 17% 41% -

Publiek (intellectueel, cultureel, politiek) opvoeden en/of helpen

7% 7% 53% -

Bieden van vermaakt, ontspanning en/of entertainment

(15)

15

Verborgen camera/microfoon gebruiken 50% 37% Persoonlijke documenten zonder toestemming 29% 57%

Mensen betalen voor (vertrouwelijke) informatie

27% 63%

Jezelf voorgeven als iemand anders 27% 66% Vertrouwelijkheid niet beschermen 6% 91% 2.2. Vloggen

2.2.1. Wat zijn vlogs?

Om mijn de derde deelvraag, in hoeverre volgen vlogs gangbare ideeën over wat een vlog is, te kunnen beantwoorden is het goed om te kijken naar prototypische eigenschappen van vlogs.

Een heldere definitie van het format van een vlog is het beste te maken in vergelijking met een blog. Een blog is een synoniem voor weblog en vindt zijn oorsprong als online logboek.54 Je zou

kunnen stellen dat een vlog een video-evolutie van de blog is. Karly Marie Grice zegt hierover: “With a vlog, like its blog predecessor, an author records her ideas in video form, generally short in length, and posts them online in a central website location.”55 Het woord vlog betekent dan ook video logboek

en verwijst in eerste instantie naar een dagboek met beelden.56 De omgekeerde chronologie speelt

dus een belangrijke rol. Daarom kan de logboekvorm als een van de kenmerken van vlogs worden gezien. Wel moet er in het achterhoofd worden gehouden dat er inmiddels ook vlogs zijn waarin deze vorm een kleinere rol speelt, zoals bij beautyvlogs.

Aymar Jean Christian beargumenteert dat vlogs het beste voorbeeld zijn van YouTube’s slogan ‘broadcast yourself’. Dit sluit aan bij het citaat van Grice. Het draait volgens Christian om het centraal stellen van jezelf in een video. Hij zegt: “A vlog is many things, and different things to

different people, but most broadly it is an expression of a self.”57 Een verdere definitie van vlogs geeft

hij vervolgens aan de hand van zogenaamde first vlogs. Het is in zijn ogen belangrijk om stil te staan bij de puurste vorm van vloggen, en op basis hiervan een goed frame te maken over wat vlogs zijn.

Bij zijn analyse van de first vlogs wordt duidelijk dat in bijna alle gevallen de vlogger in de camera kijkt. Volgens Christian is dit niet heel gebruikelijk in het proces van video-maken en daarmee kenmerkend voor een vlog. Verder is een head-on close-up shot het meest gebruikte perspectief en daarna kwam de torso-up. Ten derde gave alle vloggers informatie over zichzelf. Tot slot was elke video gemonteerd, vaak met effecten en muziek. Twee andere iets minder populaire maar nog steeds belangrijke eigenschappen zijn het bespreken van toekomstplannen van het kanaal en het zelf-reflectief zijn over het vloggen.58

Een andere wetenschapper die eigenschappen van vlogs noemt is Maximiliane Frobenius, die zich vooral focust op de relatie tussen de vlogger en de kijker. Frobenius beschrijft dat vlogs een enkele spreker hebben die in de camera kijkt. Hierbij gedraagt de vlogger zich zoals tijdens een gewoon gesprek. Zo verandert zijn gezichtsuitdrukking, zijn toonhoogte en zijn houding gedurende de

54 ‘Blog, 15 definities,” Encyclo.nl, accessed January 1, 2018, http://www.encyclo.nl/begrip/blog.

55 Karly Marie Grice, “Journey to the Center of a Vlog: One Woman’s Exploration of the Genre of Video Blogs,”

Grassroot Writing Research Journal 3, no. 1 (Fall, 2012): 32.

56 “Vlog,” Encyclo.nl, accessed December 19, 2017, http://www.encyclo.nl/begrip/Vlog.

57 Aymar Jean Christian, “Real Vlogs: The Meaning and Rules of Online Personal Video’s,” First Monday 14, no.

11 (2 November, 2009).

(16)

16

video.59 Verder is een vlog volgens Frobenius een monoloog waarbij een publiek in gedachten wordt

meegenomen. Er wordt betrokkenheid gecreëerd. Een vlogger doet dit door bijvoorbeeld direct taalgebruik te gebruiken, zoals ‘laat een comment achter’ en vragen stelt als ‘hoe gaat het met jullie’.60 Ook Grice, vindt dat de interactie met de kijker een belangrijke eigenschap van vlogs is.61

Dairazalia Sanchez-Cortes et al. schrijven eveneens over de verbale en non-verbale

eigenschappen. Zij focussen specifiek op de stemming van de vloggers, maar doen ook interessante algemene uitspraken. Zij zien vlogs in de eerste plaats als een populaire vorm van entertainment. In deze video’s wordt gedeeld hoe mensen eruit zien, hoe ze denken en hoe ze voelen. Verder

beschrijven ze dat de typische vlog vaak binnen is opgenomen met een goedkope webcam. Een gemiddelde video duurt volgens hen drie minuten en in beeld is vooral het hoofd en de schouders van een vlogger.62

Dit benoemt ook Chareen Snelson, die onderzoek deed naar vlogs op school. Hierbij focust zij niet alleen op de scholieren, maar ook bijvoorbeeld op de docenten die vloggen. Zij zegt dat vlogs op YouTube veelal gaan om het verspreiden van opinies, ideeën en commentaar. Een vlog is vaak een monoloog dat zich afspeelt in een huiselijke setting. Je ziet bijvoorbeeld bedden of kussens op de achtergrond. Maar volgens haar is er een verschuiving geweest van de thuis-vlog naar een vlog in een mobiele setting.63 Hierdoor sluit de achtergrond die in beeld is vaak aan bij het onderwerp van de

vlog. Zo zijn er de ‘follow-me’ vlogs, die vaak gaan over dagelijkse ervaringen. Verder vermeldt zij ook dat met taalgebruik interactie met het publiek wordt geprobeerd aan te gaan.

2.2.2. De rolopvattingen van vloggers

Vervolgens is het goed stil te staan bij de rolopvattingen van vloggers. Dit helpt bij het beantwoorden van de vierde deelvraag; de mate waarin de makers zichzelf als journalist zien. Vinden zij meer aansluiting bij de journalistieke rolopvattingen of neigen ze toch meer naar de rolopvattingen van een vlogger. De rolopvattingen van een vlogger valt te definiëren door te kijken naar het doel dat de vloggers nastreven en hun motivatie om de vlogs te maken.

Snelson beschrijft meerdere redenen waarom mensen gaan vloggen, namelijk: verveeldheid, plezier, omdat vrienden het doen, zelfvertrouwen opbouwen, verbeteren spreekvaardigheden,

documenteren van ervaringen, delen van informatie en om connectie aan te gaan met anderen.64 Een

deel hiervan slaat op de motivatie die vooral jonge vloggers hebben. Maar naar mijn idee vallen deze elementen in twee categorieën in te delen, waardoor het voor alle leeftijdscategorieën relevant is. Het grootste gedeelte van de motivatie van vloggers is volgens dit onderzoek eigen belang, zoals plezier en zelfvertrouwen opbouwen. Het aangaan van een connectie met anderen en het delen van informatie vormt de tweede categorie, waarbij meer een doel buiten zichzelf wordt nagestreefd.

Avery Dame geeft nog een rol die vloggers kunnen hebben, namelijk die van ‘expert’. Hij analyseert vlogs over transseksualiteit en hierin komt naar voren dat deze vloggers duidelijk maken dat het publiek minder kennis heeft dan zij en daarom adviezen geven.65 In deze rolopvatting wil de

vlogger dus informatie bieden die hij op basis van zijn ervaringen heeft verkregen. De rol van een

59 Maximiliane Frobenius, “Audience design in monologues: How vloggers involve their viewers,” Journal of

Pragmatics 72 (October, 2014): 59.

60 Frobenius, “Audience design in monologues,” 59. 61 Grice, “Journey to the Center of a Vlog,” 33.

62 Dairazalia Sanchez-Cortes, Shiro Kumano, Kazuhiro Otsuka and Daniel Gatica-Perez, “In the Mood for Vlog:

Multimodal Inference,” Conversational Social Video 9, no. 4 (March 2014): 8.

63 Chareen Snelson, “Vlogging about school on YouTube: An exploratory study,” Sage Journals 17, no. 3 (2015):

322.

64 Snelson, “Vlogging about school on YouTube,” 321.

65 Avery Dame, “‘I’m your hero? Like me?’: The role of ‘expert’ in the trans male vlog,” Journal of Language and

(17)

17

expert kan ook worden aangenomen in de vele beautyvlogs die op YouTube staan.66 In beide

gevallen heeft de vlogger onder andere het doel de kijker wat te leren. Hetzelfde gebeurt met vlogs over (ernstige) ziektes. Doordat er vanuit wordt gegaan dat de kijker zich mogelijk in dezelfde situatie bevindt, speelt ook interactie met de kijker weer een grote rol.67 Er kan worden gesteld dat vlogs

zowel kleine als grote gemeenschappen kunnen aanspreken en creëren.68

2.3. Journalistiek 2.0.

Tot dusver is vastgesteld met welke eigenschappen journalistiek, journalisten, vlogs en vloggers eerder gekarakteriseerd zijn. In mijn onderzoek draait het uiteindelijk om hoe deze aspecten bij elkaar komen. Verschillende ontwikkelingen in het (journalistieke) medialandschap kunnen helpen hier meer duiding aan te geven. Deze ontwikkelingen komen veelal voort uit veranderende technologie en gaan daarnaast over veranderingen zowel binnen als buiten professionele mediaorganisaties. Omdat er in dit onderzoek gefocust wordt op journalistieke organisaties, zullen de effecten voor deze steeds worden besproken.

Deuze stelt dat de journalistiek onlosmakelijk verbonden is met steeds veranderende technologie.69 Dit bevestigt Elliot King: “[…] every major new innovation in communications

technology has had a profound impact on every aspect of journalism […]”70 De komst van het internet

was duidelijk zo’n belangrijke innovatie die op verschillende punten de journalistiek (heeft) beïnvloed(t). Zo werd het bijvoorbeeld voor de journalist mogelijk zijn informatie hier vandaan te halen.71 Maar daarnaast had het twee grote gevolgen die voor dit onderzoek relevant zijn. Ten eerste

werd het met de komst van het internet mogelijk ook voor niet-beroepsjournalisten nieuws te verspreiden.72 Ten tweede kwamen er een tal van nieuwe platformen waarop nieuws kon worden

verspreid.73

2.3.1. Nieuwe journalisten

Jenkins publiceerde in 2006 het boek ‘Convergence culture: where the old and new media collide’. Hij benoemt in zijn boek dat content nu over veel meer (media)kanalen wordt verspreid. Als belangrijk onderdeel hiervan beschrijft hij het participerende publiek.74 Hiermee bedoelt hij dat het niet langer

alleen de media-instellingen zijn die informatie zenden, maar dat het publiek dit ook doet. Hij ziet hierbij het publiek niet als iets dat volledig los staat van de gevestigde media, maar juist als iets dat met elkaar interactie aangaat. Hij geeft dit de term ‘participatory culture’: “A culture in which fans and other consumers are invited to actively participate in the creation and circulation of new content.”75

Bij de meeste vlogs zijn het burgers die zenden. Met burger wordt hier en in de rest van het onderzoek gedoeld op personen die niet vanuit hun beroep bij de gevestigde media of journalistiek

66 Sarah Sykes, “Making Sense of Beauty Vlogging,” (Thesis, Carnegie Mellon University, 2014).

67 Leslie S. Liu, Jina Huh, Tina Neogi, Kori Inkpen and Wanda Pratt, “Health vlogger-viewer interaction in chronic

illness management,” in Proceedings of the SIGCHI Conference on Human Factors in Computing Systems (New York, ACM: 2013).

68 Tobias Raun, “Video blogging as a vehicle of transformation: Exploring the intersection between trans identity

and information technology,” International Journal of Cultural Studies 18, No. 3, (2015): 365-378.

69 Deuze, Wat is Journalistiek, 50.

70 Elliot King, Free for All: The Internet's Transformation of Journalism (Evanston: Northwestern University Press,

2010), 14.

71 Piet Bakker, “Mr. Gates Returns, Curation, community management and other new roles for journalists,”

Journalism Studies 15, no. 5 (Spring 2015): 596.

72 Axel Bruns, News Blogs and Citizen Journalism: New Directions for e-Journalism (Delhi: BR Publishing, 2009),

101.

73 Deuze, Wat is Journalistiek, 51.

74 Henry Jenkins, Convergence Culture, where the Old and the New Media Collide (New York: New York

University Press, 2006), 243.

(18)

18

betrokken zijn.76 De gemiddelde vlog zou dus gezien kunnen worden als een voorbeeld van een

publiek dat participeert in het medialandschap door het creëren van content en niet langer enkel een ontvanger is. Ook binnen de journalistiek ging de burger actief zenden.77 Dit werd aangeduid als

zogenaamde burgerjournalistiek. Hierbij valt te denken aan de ooggetuigen video’s bij rampen. Soms wordt dit materiaal door professionele journalisten gebruikt, soms blijft het materiaal enkel op sociale media circuleren. Binnen de wetenschap is er veel onderzoek gedaan naar deze ‘nieuwe

journalisten’. Er worden veel verschillende termen gebruikt om deze ontwikkeling aan te duiden. Allereerst wordt veelal de term citizen journalism gebruikt. Dit is dus letterlijk vertaald burgerjournalistiek. Axel Bruns and Tim Highfield beschrijven het als: “[…] an assemblage of broadly journalistic activities which are characterized by specific practical and technological affordances […]”78

In principe wordt hier gedoeld op een groep mensen die op eigen initiatief opereert en niet betaald wordt voor hun werk of deel uitmaakt van een professioneel team. Toch hoeft deze burgerjournalistiek niet los te staan van de professionele journalistiek. Volgens Stuart Allen is de burgerjournalistiek vertegenwoordigd “outside, through and within today’s mainstream news media”.79 Vooral de

samenwerking van burgers met professionele journalistieke organisaties kan voor dit onderzoek interessant zijn. Deze wisselwerking wordt ook wel participatory journalism genoemd.80

Deze participatory journalism is dus vergelijkbaar met de beschrijving van het participerende publiek van Jenkins. Er ontstaat een nieuwe interactie tussen het publiek en de gevestigde media. Naar mijn idee zijn vlogs te zien als een mediavorm die vanuit een niet-professionele insteek is ontstaan. Dat nu ook professionele organisaties de vlog gebruiken, laat zien dat er interactie tussen de burger en gevestigde media plaatsvindt. Bij de video’s van Rauwkost wordt daarnaast

samengewerkt met niet-journalisten vanuit een journalistieke organisatie. Dit kan dus worden gezien als een vorm van participatory journalism. Daarnaast zijn de makers van Rauwkost van huis uit YouTubers/vloggers. Hiermee is Rauwkost een voorbeeld van een interactie tussen ‘nieuwe zenders’ en de gevestigde media.

Het nieuwe type interactie tussen journalistieke organisaties en niet-journalisten laat zien dat de journalistiek zich met de komst van burgerjournalistiek aan het heruitvinden is.81 De journalistiek

kreeg te maken met een dalend aantal lezers/kijkers en adverteerders liepen om deze reden ook weg.82 Toch blijkt uit het onderzoek van Rabia Noor dat de reguliere journalistiek niet zomaar gaat

verdwijnen. De lezer geeft namelijk nog steeds de voorkeur aan de reguliere journalistiek. Volgens haar is het dan ook een duidelijke indicatie dat burgerjournalistiek nooit de ‘echte’ journalistiek gaat vervangen. Ze zegt: “So the thought that professional journalists nowadays have to compete with citizen journalists is nothing but a myth.”83

Toch moet, zoals hierboven beschreven, niet worden vergeten dat de journalistiek reageert op de opkomst van burgerjournalistiek. Bij burgerjournalistiek wordt veelal de vraag gesteld of dit kan

76 Vanzelfsprekend is een journalist ook een burger. In dit onderzoek wordt echter het woord burger gebruikt om

het verschil met beroepsjournalisten aan te duiden.

77 Janet Kolodzy, Convergence Journalism: Writing and Reporting Across the News Media (Oxford: Rowman &

Littlefield Publishers, 2006), vii.

78 Axel Bruns and Tim Highfield, “Blogs, Twitter, and breaking news: the produsage of citizen journalism” in

Produsing Theory in a Digital World: The Intersection of Audiences and Production, ed. Rebecca Ann Lind, (New

York: Peter Lang, 2012), 15.

79 Stuart Allan and Einar Thorsen, Citizen Journalism: Global Perspectives (New York: Peter Lang, 2009), xi. 80 Alfred Hermida, “The Impact of Participatory Journalism,” in Participatory Journalism: Guarding Open Gates at

Online Newspapers (Oxford: Wiley Blackwell, 2011).

81 Mark Deuze, Axel Bruns and Christoph Neuberger, “Preparing for an Age of Participatory News,” Journalism

Practice 1, no. 3 (September, 2007): 322-338, https://doi.org/10.1080/17512780701504864.

82 Deuze and Bruns, “Preparing for an Age of Participartory News,” 322.

83 Rabia Noor, “Citizen Journalism vs. Mainstream Journalism: A Study on Challenges Posed by Amateurs,”

(19)

19

worden gezien als ‘echte’ journalistiek en of deze al dan niet de journalistieke waarden ondermijnt. Wetenschappelijke discussies gaan daarnaast over wat de wederzijdse beïnvloeding is op

bijvoorbeeld het gebied van kwaliteit en ideologie.84 Ook wordt binnen de wetenschap gesteld dat de

rolpercepties van een journalist door de komst van burgerjournalistiek veranderen. Zo is door het participerende publiek de rol van gatekeeper niet meer exclusief voor journalisten.85

Kees Buijs beweert verder dat in het digitale tijdperk het begrijpelijk maken van ingewikkelde informatie voor burgers de belangrijkste taak voor de journalist is geworden. Daarnaast is het signaleren van ontwikkelingen die plaatsvinden en het bevorderen van maatschappelijke belangstelling van de burger een belangrijk hedendaags doel.86 Volgens Steve Paulussen is het

onderzoeken en verifiëren van nieuws vooral een opkomende rol van journalisten.87 Deze

bevindingen sluiten goed aan bij die van Deuze. Hij stelde immers dat het bieden van analyse en interpretatie een steeds grotere functie voor journalisten is geworden, alsook de rol van opvoeder.88

2.3.2.1 Nieuwe platforms: sociale media

In samenhang met de opkomst van het participerende publiek beschreef Jenkins de verschuiving in het medialandschap waarbij content over veel meer (media)kanalen wordt verspreid. Voor dit onderzoek en de nieuwsindustrie is de opkomst van sociale media en YouTube als platform erg relevant.

We beginnen met het bespreken van sociale media als platform. Alfred Hermida beschrijft dat sociale media een populair middel zijn bij burger om nieuws te verspreiden. Hij noemt hierbij de overgang van de onscherpe beelden op de mobiele telefoon bij de London bombings in 2005, tot aan de YouTube video’s van de protesten in Egypte in 2011.89 Hij zegt: “It has become commonplace for

the citizens caught up in the news to provide the first accounts, images, and video of events unfolding around them, sharing their media on services such as YouTube, Facebook, and Twitter.”90 Burgers

zijn dus gewend geraakt aan het verspreiden en verkrijgen van nieuws via sociale media.

Ook de gevestigde media gingen zich op sociale media bevinden. Zowel voor het verkrijgen van informatie als het brengen van informatie. Voor dit eerste maken zij bijvoorbeeld gebruik van de video’s en afbeeldingen die door het publiek gemaakt en online geplaatst zijn. Dit doen zij vooral bij rampen, waarbij zij zelf geen correspondenten ter plaatsen hebben. Maar ook voor breaking nieuws is deze burgerjournalistiek een erg goede uitkomst.91 Nicola Bruno gebruikt hier de term ‘the Twitter

effect’ voor. Hij bedoelt hiermee dat: “[…] the Twitter effect allows you to provide live coverage without any reports on the ground, by simply newsgathering user-generated content available online.”92

Daarnaast zijn deze platformen voor de professionele nieuwsorganisatie een goede manier om hun content te verspreiden en tegelijkertijd meer connectie met hun publiek te hebben.93 In 2011

84 Bijvoorbeeld: Rebecca MacKinnon, “Blogging, Journalism & Credibility. Battleground and Common Ground,”

Conference Harvard University (2005),

http://opencda.com/wp-content/uploads/2013/04/webcredfinalpdf_01.pdf.

85 Jennifer Alejandro, “Journalism in the Age of Social Media,” Reuters Institute Fellowship Paper (2010): 12. 86 Kees Buijs, “Journalist wil vooral vertaler voor het publiek zijn,” Journalistieke kwaliteit in het crossmediale

tijdperk (2011),

https://www.boomhogeronderwijs.nl/media/7/9789059316850_08._journalist_wil_vooral_vertaler_zijn.pdf.

87 Steve Paulussen, ´Innovation in the Newsroom,” in The SAGE Handbook of Digital Journalism, eds. Tamara

Witschge, C. W. Anderson, David Domingo and Alfred Hermida (Los Angeles: Sage Reference, 2016), 199.

88 Deuze, Wat is Journalistiek, 158.

89 Alfred Hermida, “Social Journalism: Exploring How Social Media is Shaping Journalism,” in The Handbook of

Global Online Journalism, eds., Eugenia Siapera and Andreas Veglis (Oxford: Wiley Blackwell, 2012), 309.

90 Hermida, “Social Journalism,” 309. 91 Hermida, “Social Journalism,” 310.

92 Nicola Bruno, “Tweet First, Verify Later? How real-time information is changing the coverage of worldwide

crisis events,” (Reuters Institute Fellowship Paper University of Oxford 2011), 8.

(20)

20

waren vooral Twitter en Facebook populair onder de professionele journalisten. Het stelt hen in staat nieuwe informatie direct te delen. Ook kunnen observaties, impressies en feiten van ‘achter de schermen’ worden gecombineerd in de berichten.94 Hier is een interessante link te leggen met

vloggen. Zoals in paragraaf 2.2. beschreven is het aangaan van interactie een erg belangrijk kenmerk van vloggen. Als er binnen de journalistiek dus behoefte is aan meer connectie met het publiek, kan dat een motivatie zijn om te gaan vloggen.

Daarnaast sluit het gebruik van sociale media nog bij een andere ontwikkeling aan, die eveneens aan vloggen gerelateerd kan worden. Sociale media faciliteren, volgens Hermida, de mogelijkheid voor de journalist om hun gedachtes met het publiek te delen.95 Dit hangt samen met de

opkomst van de journalist als ‘merk’. Door zijn uitingen op sociale media is een journalist niet langer meer anoniem en is hij op sociale media als het ware een persoonlijk merk. Hierin wordt ook

interactie met de kijker/volger aangegaan.96 Verwacht kan worden dat bij vlogs door journalisten iets

vergelijkbaars gebeurt. Ook hier is de journalist niet meer anoniem, kan hij zijn gedachtes delen en draait het wellicht om interactiviteit.

Met het gebruik van sociale media kreeg de journalist dus nieuwe mogelijkheden voor het verspreiden van informatie. Maar de komst van sociale media zorgde hiermee ook voor

veranderingen van en vraagstukken over de rolopvattingen van de journalisten. De kern van de journalistiek draait om objectiviteit, het weergeven van de werkelijkheid en de speciale autoriteit en status als journalist.97 Maar het verspreiden van nieuws via sociale media, waarborgt deze klassieke

functies van een journalist niet.

Allereerst draait het op dit platform vooral om snelheid. De journalist komt in een spanningsveld tussen snelheid en waarheid. Het sluit aan bij de ontwikkelingen die in de vorige paragraaf zijn besproken, aangezien het eerste nieuws vaak door de burgers naar buiten gebracht wordt op sociale media.98 Zoals beschreven staan sociale media daarnaast in het teken van

connectie en samenwerken met het publiek. Dit staat ver af van de controle die de redactie eerst volledig zelf had; de rol van de journalist als gatekeeper is dus veranderd. Hiermee wordt tegelijkertijd de institutionele macht van de journalistiek in twijfel getrokken.99 Ook kan de geloofwaardigheid van

de gevestigde journalistieke organisatie in het geding komen, als zij bijvoorbeeld ongecontroleerde tweets overnemen.100 Volgens Hermida kiezen nieuwsorganisaties door alle ontwikkelingen steeds

meer ervoor om te focussen op de rol van verifiëren.101 2.3.2.2 Nieuwe platforms: YouTube

Marshall McLuhan schreef het al ver voor de komst van sociale media: ‘the medium is the message’. Hij bedoelde hiermee dat elk medium grote invloed heeft op de inhoud ervan.102 Hij stelt dat de mens

maar weinig keuze heeft en als het ware over is geleverd aan de technologie. Daarom werd hij als een aanhanger van het technologisch determinisme gezien.103 Deze opvatting klinkt vrij radicaal,

maar volgens Eugenia Barichello en Luciana Carvalho is het iets genuanceerder op te vatten. Zij

94 Hermida, “Social Journalism,” 315. 95 Hermida, “Social Journalism,” 321.

96 Ulrika Hedman and Monika Djerf-Pierre, “The Social Journalist,” Digital Journalism 1, no. 3 (March 2013): 371. 97 Hermida, “Social Journalism,” 320.

98 Hermida, “Social Journalism,” 320. 99 Hermida, “Social Journalism,” 310. 100 Hermida, “Social Journalism,” 320. 101 Hermida, “Social Journalism,” 320.

102 Marshall McLuhan, ´The Medium is the Message,” in Understanding Media: The Extensions of Man (London:

Signet Books, 1964), 7-24.

103 Vincent Crone, De Kwetsbare Kijker: Een Culturele Geschiedenis Van Televisie in Nederland (Amsterdam:

(21)

21

zeggen: “[…] the author reminds us that the medium, given its technical, symbolic and organizational characteristics, produces effects that are as important or even more important than those produced through the contents that media transmit.”104 Het is volgens deze auteurs dan ook goed te kijken naar

de eigenschappen van nieuwe platforms, zoals YouTube.

YouTube als platform kan op erg veel manieren gedefinieerd en geanalyseerd worden. Hierbij valt te denken aan technologische eigenschappen, maar ook bezoekersgegevens en advertenties. Zo vraagt YouTube bij het uploaden om een titel, beschrijving en tags, zijn er bepaalde uploadformaten en bepaalt YouTube op basis van de door jou opgegeven zoektermen, alsook door wie er op jouw kanaal geabonneerd is, waar jouw video in de zoekresultaten terecht komt. Voor mijn onderzoek is het niet relevant om stil te staan bij alle eigenschappen die YouTube heeft, omdat dit niet direct wat zegt over de mate waarin een aflevering een vlog of journalistiek product is. Wel zal erop worden gelet of gemaakte keuzes, wellicht gedwongen voortvloeien uit het platform waar het op verschijnt.

Erg relevant is een andere uitspraak van McLuhan: “The electric light is pure information. It is a medium without a message, as it were, unless it is used to spell out some verbal ad or name. This fact, characteristic of all media, means that the “content” of any medium is always another

medium.”105 Hij ging er vanuit dat in elk medium een ander medium ten grondslag ligt. Bolter en

Grusin trokken dit idee door naar nieuwe media. In hun boek ‘Remediation; Understanding New Media’ lichten zij uitgebreid het begrip remediatie toe. Zij bedoelden in lijn met McLuhan dat nieuwe media vormen de oude vormen verfrissen.106 Zij zijn van mening dat in een nieuw medium altijd een

oud medium is gerepresenteerd. Remediatie is dan ook een van de karakteristieken volgens Bolter en Grusin van digitale media.107

De eerste video ooit op YouTube werd geüpload in 2005.108 Niet lang daarna kwam YouTube

met de slogan ‘broadcast yourself’.109 Deze slogan met het woord ‘broadcast’ verwijst naar het

uitzenden op de televisie. Dit sluit aan bij de visie van McLuhan en Bolter en Grusin. De video’s die op het internet verschijnen zijn in deze visie een remediatie van televisie. Een criticus van McLuhan was Raymond Williams. Hij stelde juist dat de effecten van het medium niet losgekoppeld kunnen worden van de intenties van de gebruikers.110 Hij wees er hiermee op dat het ook belangrijk is te

kijken naar de overwegingen van de maker en de ontvanger. En hoewel Williams in al zijn

opvattingen erg veel van McLuhan verschilt, gaan zij beiden uit van het proces van remediatie. Bij Williams is dit dus niet alleen een technologisch proces, maar spelen ook sociale en culturele contexten een rol.111 Williams beschreef het medium televisie op verschillende dimensies, namelijk

als technologie (broadcasting), als sociale praktijk (kijken van televisie) en tot slot als culturele vorm (programma’s).

Volgens José van Dijck kunnen de dimensies die Williams over televisie beschreef, ook worden toegepast op YouTube. Opmerkelijk is echter dat Van Dijck zelf stelt dat: “YouTube is not, in any way, the equivalent or even a derivative of television.”112 Dit terwijl zij toch zelf een continue

104 Eugenia Mariano da Rocha Barichello and Luciana Menezes Carvalho, “Understanding the digital social

media from McLuhan’s idea of medium-ambience,” Matrizes 7, no. 1 (June, 2013): 236-237.

105 McCluhan, “The Medium is the Message.”

106 Jay David Bolter and Richard Grusin, Mediation, Understanding New Media (Massachusetts: MIT Press,

2000), 273.

107 Bolter and Grusin, Mediation, 45.

108 Matthew Crick, Power, Surveillance, and Culture in YouTubeTM’s Digital Sphere (Hershey: IGI Global, 2016),

37.

109 Crick, Power, Surveillance, and Culture, 38. 110 Crone, De Kwetsbare Kijker, 14.

111 Crone, De Kwetsbare Kijker, 14.

112 José van Dijck, “YouTube beyond technology and cultural form,” in After the Break: Television Theory Today

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

While policies and protocols focus on mining as an industry with a history of women’s exclusion from employment, gender discrimination within mines is still

Purpose: To create an injectable hydrogel that can be used to plaster eroded cartilage surfaces and / or to fill up focal cartilage defects in a minimally invasive

Ook is het interessant om te kijken of de andere kenmerken van reflexive journalism naar voren komen in zijn artikelen: observaties en quotes over het gedrag van de

Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd

However, the effects showed that for people with a high understanding of the advertisement, there was an indirect effect of type of advertisement (congruent, incongruent CMC)

De internationale betekenis van bosreservaten is zeergroot. Ongeveer de helft van de landen in Europa kent een nationaal bosreservatenprogramma. In vrijwel alle landen zijn echter

De minimum buis wordt 's morgens ingezet om het gewas op te warmen maar niet om natslaan te voorkomen.. Om natslaan van het gewas te voorkomen is de uitwisseling van de binnen-

Het pootgoed werd daarbij opgeslagen in kisten in met buitenlucht gekoelde bewaarruimten op het PAGV (Lelystad-Flevopolder) en op de proefboerderij van het ROC