• No results found

Randstad versus platteland in de media : een studie naar de tegenstelling tussen de Randstad en de regio's daarbuiten in de berichtgeving van de NOS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Randstad versus platteland in de media : een studie naar de tegenstelling tussen de Randstad en de regio's daarbuiten in de berichtgeving van de NOS"

Copied!
55
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Randstad versus

Platteland

in de media

Een studie naar de tegenstelling tussen de

Randstad en de regio’s daarbuiten in de

berichtgeving van de NOS

Naam: Julius Patty

Studentnummer: 10751904

E-mailadres: juliuspatty@gmail.com Docent: Daphne van der Pas

Vak: Ongelijke vertegenwoordiging Project: Bachelorscriptie

Opleiding: Bachelor Politicologie Datum: 29 januari 2018

Aantal woorden: 8294

(2)

2

INHOUDSOPGAVE

Inleiding

3

Wat zeggen eerdere onderzoeken?

4

Wat is de missie van de NOS?

5

Het vertrouwen in de media

6

-

Waarom is vertrouwen belangrijk?

9

Waarom is het onderzoek relevant?

9

Conceptualisatie

10

-

Vertrouwen in de pers

10

-

Randstad

10

-

Nieuws

11

-

Negativiteit

11

Methoden

12

-

Inhoudsanalyse

13

-

Experiment

15

Resultaten

18

-

Inhoudsanalyse

18

-

Experiment

19

Conclusie

25

Discussie

26

Bibliografie

27

Appendices

30

(3)

3

INLEIDING

Mannen komen vaker aan bod in de media dan vrouwen. Datzelfde geldt ook voor autochtone Nederlanders ten opzichte van Nederlanders met een andere etnische achtergrond. Dit zijn de conclusies van verschillende Nederlandse onderzoeken die in 2017 zijn gepubliceerd (Atria 2017; Women Inc 2017). De twee aangehaalde onderzoeken zijn niet de enige onderzoeken die ooit het verschil tussen etnische achtergronden en geslacht in de media hebben uiteengezet. Er zijn talloze voorbeelden van dit soort onderzoeken.

Er zijn echter meer verschillen die tegenover elkaar kunnen worden gezet wanneer er onderzoek wordt gedaan naar de media en waar nog weinig onderzoek naar gedaan is, zoals de tegenstelling tussen Randstad en platteland. We weten intussen dat er in de media meer mannen aan bod komen en ook vaker in de rol van een deskundige (ibid), maar is dit ook het geval wanneer de Randstad tegenover de regio’s buiten de Randstad wordt gezet? Komt een Amsterdammer vaker in het NOS Journaal dan een inwoner van Roermond of Meppel? Zo ja, wat zou daar dan de consequentie van zijn? De eerdere onderzoeken over geslacht en etnische achtergrond hebben aangetoond dat een ongelijke representatie in de media kan leiden tot een slechter gevoel van vertegenwoordiging bij de ondervertegenwoordigde groep (ibid). Daarbij is het aannemelijk dat de ondervertegenwoordigde groep als gevolg ook minder vertrouwen heeft in het instituut ‘de media.’

Dit onderzoek behandelt dan ook de volgende vraag: welke invloed oefent het NOS Journaal uit op het vertrouwen in de media van mensen die niet in de Randstad wonen? Om tot een antwoord op deze vraag te komen, zullen twee andere vragen centraal staan. De eerste is: ‘hoe geeft de NOS de Randstad en de regio’s erbuiten weer in het journaal van 20:00 uur? En daarnaast: ‘welk effect heeft de berichtgeving van de NOS op het vertrouwen in de nieuwsmedia?’ Dit onderzoek richt zich op het NOS Journaal, aangezien dit het nieuwsmedium is dat met dagelijks ongeveer twee miljoen mensen de meeste kijkers trekt in Nederland (Kijkonderzoek 2017). Als eerste wordt nu informatie gegeven over de conclusies van eerdere onderzoeken over verschil in geslacht en etniciteit, de doelstellingen van de NOS en over een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek over vertrouwen in de pers. Op basis daarvan kunnen niet alleen verwachtingen worden opgesteld voor dit onderzoek, maar wordt ook duidelijk waarom dit onderzoek belangrijk is en bijdraagt aan de wetenschap. De onderzoeksvraag wordt beantwoord door middel van een experiment en het coderen van uitzendingen van het NOS Journaal. Een exacte beschrijving van de methoden wordt later gegeven.

(4)

4

WAT ZEGGEN EERDERE ONDERZOEKEN?

Het Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis Atria heeft in 2017 een onderzoek gepubliceerd over geslacht in de media. Hierbij werd er voornamelijk gekeken naar hoe vaak vrouwen aan bod komen in de media en hoe vaak dat het geval is voor mannen aan de ene kant en autochtone Nederlanders en mensen met een andere etnische achtergrond aan de andere kant (Atria 2017). Het instituut kwam tot de volgende drie conclusies (Atria 2017: 11)

1. De ontwikkeling naar meer vrouwen in de media stagneert. De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) heeft met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) afgesproken dat de verdeling tussen mannen en vrouwen die in beeld komen minder scheef zou worden. Het aandeel vrouwen is echter in een periode van vijf jaar tussen 2010 en 2015 gedaald.

2. Mannen komen relatief vaak als deskundige of beslisser in beeld. Volgens mediaorganisaties is dit echter een goede weerspiegeling van de samenleving, aangezien mannen zich vaker bevinden in belangrijke posities in bijvoorbeeld het bedrijfsleven.

3. Intersectionele monitoring is afwezig. Ook op het gebied van etniciteit heeft de NPO met het Ministerie van OCW afspraken gemaakt over een minder scheve verdeling. In vijf jaar tijd steeg het aandeel van mensen met een andere etnische achtergrond bij de NPO met 0,6 procent naar een totaal van 9,8 procent. Echter, een totaal evenredige representatie wordt pas bereikt bij een percentage van 12 procent.

Volgens het instituut is het belangrijk dat de media een evenrediger beeld creëren van hoe de samenleving eruitziet. Volgens genderdeskundigen wordt de realiteit namelijk mede geconstrueerd door de media. Door een scheve situatie te reproduceren wordt een scheve situatie ook in stand gehouden (Atria 2017: 12). Volgens Atria zullen vrouwen ook vaker op het idee komen premier of expert te worden wanneer de media vrouwen in invloedrijke posities vaker in beeld brengen. Kortom, de media hebben volgens Atria een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid om een goed voorbeeld neer te zetten, voornamelijk de media die gefinancierd zijn met publiek geld, aangezien een instantie als de NPO prestatieafspraken heeft gemaakt met het Commissariaat voor de Media (ibid).

Deze conclusies worden ondersteund door een ander onderzoek van WomenInc, een organisatie die in 2016 het initiatief heeft genomen om onderzoek te doen naar beeldvorming in de media. Volgens hen spelen de media een belangrijke rol in de zorgen over de groeiende ongelijkheid en toenemende polarisatie in Nederland (Women Inc 2017: 41). Of en waarom dit ook zo werkt als er gekeken wordt naar regio (in dit geval Randstad

(5)

5

versus de regio’s buiten de Randstad) komt later aan bod. Eerst zal een overzicht worden gegeven van de taken en missies van de NOS.

WAT IS DE MISSIE VAN DE NOS?

Dit onderzoek focust zich op het NOS Journaal van 20:00 uur. Dit nieuwsbulletin trekt dagelijks de meeste kijkers en is dus het meest bekende nieuwsmedium onder Nederlanders. De taken van de NOS staan vermeld in de Mediawet (NOS 2017a):

1. Het verzorgen voor de landelijke publieke omroep van media-aanbod op het gebied van nieuws, sport en evenementen dat zich bij uitstek leent voor gezamenlijke verzorging. Hiertoe behoort in elk geval media-aanbod dat een hoge frequentie en vaste regelmaat van verspreiding vereist, een algemeen dienstverlenend karakter draagt of met een doelmatiger inzet van middelen beter gezamenlijk tot stand kan komen

2. Het verzorgen van teletekst voor de landelijke publieke omroep

3. Het toegankelijk maken van het media-aanbod via alle beschikbare media

Daarnaast heeft de NOS een missie voor zichzelf opgesteld, die als volgt klinkt: “De NOS stelt zich, als integraal onderdeel van de publieke omroep, tot doel de primaire informatiebron te zijn op het gebied van nieuws, sport en evenementen, zodat de Nederlandse burger beter in staat is te oordelen over ontwikkelingen in de wereld, waardoor hij zijn gedrag beter kan bepalen. De NOS hanteert hierbij de hoogste journalistieke eisen van zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, ongebondenheid, pluriformiteit en objectiviteit. De NOS streeft ernaar deze informatie toegankelijk te maken via alle beschikbare media en voor alle maatschappelijke geledingen” (ibid).

Uit deze missie blijkt dat pluriformiteit dus één van de pijlers vormt van de berichtgeving van de NOS. Dit zou dus moeten betekenen dat ze in hun reportages zowel de Randstad als de regio’s erbuiten aan bod willen laten komen.

Bepaalde keuzes die worden gemaakt tijdens het in elkaar zetten van de verschillende journaals worden door de NOS als volgt verdedigd (NOS 2017b): “Onze missie is relevante nieuwsberichten maken en die van context en duiding voorzien. We willen betekenis aan het nieuws geven opdat ons publiek beter is geïnformeerd en aldus beter zijn keuzes kan maken. We streven naar feitelijk en objectief zijn, maar objectiviteit bestaat in die zin niet dat percepties van gebeurtenissen mede worden bepaald door cultuur, gewoonten, opvoeding, voorkeuren, (voor)oordelen en behoeften van ons publiek en van onszelf. Als

(6)

6

redactie komen we voort uit de samenleving waarover we berichten; we zijn als redactie hoog opgeleid, vooral wit en onderdeel van de Nederlandse cultuur.

Dat beseffend streven we wel elke dag naar feitelijk zijn, objectiviteit, evenwicht en hoge journalistieke kwaliteit door voortdurende evaluatie en discussie over onze keuzes, formuleringen en benaderingen, door ons te laten inspireren door allerlei gasten van buiten, door permanente scholing. En door sociale media te volgen en er actief op te zijn en door een personeelsbeleid dat uitgaat van doorstroming, verjonging en flexibiliteit.”

Ook hier wordt de nadruk gelegd op bijvoorbeeld ‘evenwicht.’ Dit onderzoek zal kijken of er binnen de items die worden getoond door de NOS ook een evenwicht is te vinden tussen het aantal keer dat de Randstad aan bod komt en hoe vaak dat het geval is voor regio’s buiten de Randstad. Daarbij wordt gekeken of de berichtgeving evenredig gaat over positieve dan wel negatieve onderwerpen.

HOE ZIT HET MET HET VERTROUWEN IN DE MEDIA?

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft al eens onderzoek gedaan naar het vertrouwen in de pers per provincie en regio in de periode 2012 tot en met 2014. Het vertrouwen werd door het CBS met de volgende vraag gemeten: Wilt u voor elk van de volgende instellingen aangeven hoeveel vertrouwen u hierin heeft? Kerken, leger, rechters, pers, politie, Tweede Kamer, ambtenaren, banken, grote bedrijven en de Europese Unie. De volgende antwoordcategorieën werden gebruikt: ‘heel veel vertrouwen’, ‘tamelijk veel vertrouwen’, ‘niet zo veel vertrouwen’ en ‘helemaal geen vertrouwen’. De categorieën ‘heel veel vertrouwen’ en ‘tamelijk veel vertrouwen’ zijn vervolgens samengevoegd, alsook ‘niet zo veel vertrouwen’ en ‘helemaal geen vertrouwen’ (CBS 2015). Op provinciaal niveau was de uitslag als volgt:

(7)

7

TABEL 1

RANKING PROVINCIE % VAN DE

ONDERVRAAGDEN HEEFT VERTROUWEN IN DE PERS 1 Noord-Holland* 35,5 2 Utrecht* 32,5 Friesland 32,5 4 Zuid-Holland* 31,6 5 Gelderland 31,3 6 Flevoland 31,2 7 Groningen 30,7 8 Zeeland 30,2 9 Overijssel 29,1 10 Drenthe 28,9 11 Noord-Brabant 28,7 12 Limburg 27,9

Het gemiddelde in Nederland is 31,3% (CBS 2015). Provincies met een * zijn de drie provincies die samen het grootste gedeelte vormen van de Randstad. Een exacte definitie van de Randstad wordt later in het onderzoek gegeven.

In de tabel is te zien dat de drie provincies die samen het grootste deel van de Randstad vormen allemaal in de top 4 staan van het meeste vertrouwen in de pers, namelijk Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Ook als we op regionaal niveau kijken zien we dit patroon. In het onderzoek van het CBS zijn 35 regio’s meegenomen en in onderstaande tabel zijn de vijf regio’s met het meeste vertrouwen in de pers uiteengezet. In tabel 3 zijn de vijf regio’s met het minste vertrouwen in de pers te zien.

(8)

8

TABEL 2

In onderstaande tabel een top 5 op basis van meeste vertrouwen in de pers.

RANKING REGIO PROVINCIE % VAN DE

ONDERVRAAGDEN HEEFT VERTROUWEN IN DE PERS

1 Groot-Amsterdam* Noord-Holland 38,1

2 Gooi & Vechtstreek* Noord-Holland & Utrecht 36,9

3 Noord-Friesland Friesland 35,0

4 Agglomeratie Haarlem* Noord-Holland 34,6

5 IJmond* Noord-Holland 34,2

*De regio behoort tot de Randstad (geldt ook voor tabel 3)

TABEL 3

In onderstaande tabel een top 5 op basis van minste vertrouwen in de pers.

RANKING REGIO PROVINCIE % VAN DE

ONDERVRAAGDEN HEEFT VERTROUWEN IN DE PERS

1 Midden-Limburg Limburg 25,1

2 Oost-Zuid Holland* Zuid-Holland 26,2

3 Noord-Limburg Limburg 27,1

4 West Noord-Brabant Noord-Brabant 27,3

5 Zuid-Oost Zuid-Holland** Zuid-Holland 27,4 5 Zuid-Oost Noord-Brabant Noord-Brabant 27,4

5 Oost-Groningen Groningen 27,4

**De regio Zuidoost Zuid-Holland ligt zowel binnen als buiten de Randstad.

In beide tabellen is te zien dat regio’s binnen de Randstad alom aanwezig zijn in de top 5 van Nederlandse regio’s met het meeste vertrouwen in de pers. Daarentegen zijn regio’s buiten de Randstad veel vertegenwoordigd in de top 5 met regio’s die het minste vertrouwen hebben in de pers. Hier lijkt de kloof tussen de Randstad en de regio’s erbuiten zich dus te bevestigen. Dit onderzoek zal aantonen of mediaberichtgeving, specifiek die van de NOS, invloed heeft op dit gebrek aan vertrouwen in de pers bij mensen van buiten de Randstad.

(9)

9

Waarom is vertrouwen zo belangrijk?

Waarom wordt dit onderzoek gedaan? Wat is het gevolg van een hoger vertrouwen in de nieuwsmedia? Institutioneel vertrouwen, waar vertrouwen in de pers een onderdeel van uitmaakt, is naast sociaal vertrouwen en de participatie in de samenleving belangrijk voor de sociale samenhang (Schmeets en te Riele 2010; 2014). De genoemde pijlers vormen samen het raamwerk sociale samenhang, op basis waarvan de meetlat sociaal kapitaal is opgebouwd (Van Beuningen en Schmeets 2013). Door vertrouwen en participatie ontstaan sociale netwerken van mensen met gezamenlijke normen, waarden en onderling begrip. De gedachte hierbij is: hoe meer participatie en vertrouwen en hoe minder bevolkingsgroepen zich daarin onderscheiden, hoe sterker de sociale samenhang is. Als alle bevolkingsgroepen vertrouwen hebben in de samenleving en ook meedoen met die samenleving, dan is er meer saamhorigheid en eensgezindheid. Bovendien draagt een sterke sociale samenhang in de samenleving bij aan positieve ontwikkelingen onder andere op het terrein van veiligheid, leefbaarheid, gezondheid, welzijn en economische productiviteit en groei (Putnam, 1995; 2000; Knack en Keefer, 1997; Uslaner, 2002; Harell en Stolle, 2011).

WAAROM IS DIT ONDERZOEK DUS RELEVANT?

De bovenstaande paragrafen laten zien waarom dit onderzoek maatschappelijk en wetenschappelijk relevant is. Ten eerste blijkt dus uit eerder onderzoek van het CBS dat regio’s buiten de Randstad veel minder vertrouwen hebben in de pers dan regio’s die zich in de Randstad bevinden. Dit staat in contrast met de doelstellingen en missie van de NOS. Zij hebben concepten als pluriformiteit, objectiviteit en evenwicht hoog in het vaandel staan. Dit onderzoek zal uiteenzetten of de berichtgeving van de NOS dit gebrek aan vertrouwen kan veroorzaken. Daarnaast betekent meer vertrouwen in de pers en andere instituties dat er een grotere kans is op een betere sociale samenhang in Nederland en een sterkere samenleving als geheel.

Ten tweede is uit de eerdere onderzoeken over het verschil in geslacht en etniciteit al naar voren gekomen dat media zelf bijdragen aan een scheve verhouding tussen man en vrouw en autochtoon en allochtoon door scheve verhoudingen uit te zenden. Hierdoor worden de zogenoemde scheve verhoudingen in stand gehouden. Een scheve verhouding tussen Randstad en de regio’s buiten de Randstad kunnen dus door de media zelf bevestigd worden wanneer deze alom worden getoond. Het is dus belangrijk onderzoek te doen naar de berichtgeving van de NOS, aangezien dit een verklaring kan geven over het gebrek aan vertrouwen in de pers bij mensen buiten de Randstad en de mate aangeeft waarin de NOS

(10)

10

zelf invloed heeft op het in stand houden en reproduceren van scheve verhoudingen in

haar berichtgeving.

Als laatste vult dit onderzoek een zogenaamd ‘gat’ op in de literatuur. Er is al veel geschreven over representatie van geslacht en etniciteit in de media, maar er is nauwelijks onderzoek gedaan naar het verschil tussen ruraal en stedelijk, in dit onderzoek Randstad en de regio’s erbuiten, in de bestaande literatuur. Dit onderzoek kan bijdragen aan dit gat in de literatuur door onderzoek te doen naar dit verschil.

CONCEPTUALISATIE

Voor daadwerkelijk antwoord kan worden gegeven op de hoofdvraag, is het belangrijk om een aantal concepten nader uit te leggen.

Vertrouwen in de pers

Wat wordt er precies bedoeld met ‘vertrouwen in de pers’ in dit onderzoek? Aangezien dit onderzoek focust op de NOS, zal er worden gesproken over vertrouwen in de nieuwsmedia in plaats van de algehele pers. Daarom zal er gebruik worden gemaakt van de doelstellingen en missies van de NOS. De vraag is of het publiek er vertrouwen in heeft dat de NOS hun eigen doelstellingen kan bewerkstelligen, op zo een manier dat de Randstad en de regio’s erbuiten op een evenredige manier aan bod komen.

Het concept ‘vertrouwen in de pers’ is gebaseerd op het eerder aangehaalde onderzoek van het CBS. Hierin wordt vertrouwen in de pers meegenomen in de overkoepelende categorie ‘institutioneel vertrouwen.’ Volgens het CBS heeft Het institutioneel vertrouwen (institutional trust) betrekking op een aantal maatschappelijke en politieke instituten, instellingen, en organisaties. De vraag waarmee het institutioneel vertrouwen is geoperationaliseerd luidde: ‘Dan nu enkele vragen over uw vertrouwen in diverse organisaties en hun functioneren. Wilt u voor elk van de volgende instellingen aangeven hoeveel vertrouwen u hierin heeft? Kerken, leger, rechters, pers, politie, Tweede Kamer, ambtenaren, banken, grote bedrijven en de Europese Unie. De antwoordcategorieën waren: ‘heel veel vertrouwen’, ‘tamelijk veel vertrouwen’, ‘niet zo veel vertrouwen’ en ‘helemaal geen vertrouwen’ (CBS 2015).

Randstad

Waarom wordt er in dit onderzoek een onderscheid gemaakt tussen de Randstad en de regio’s erbuiten? Nederland telt anno 2018 meer dan 17 miljoen inwoners. Van dit aantal wonen meer dan 7 miljoen mensen in de Randstad, ondanks het feit dat de Randstad qua oppervlakte maar ongeveer 20% beslaat van de totale Nederlandse oppervlakte (Nijmeijer

(11)

11

2000: 23). Bovendien bevindt bijna de helft van alle banen in Nederland zich in de

Randstad en is de regio het hart van de Nederlandse economische activiteit. In vergelijking met de oppervlakte van de regio is dat dus niet evenredig (ibid). Te verwachten is dus dat ook het nieuws in het NOS Journaal voor een groot gedeelte zal gaan over de Randstad, ondanks het feit dat meer dan de helft van de bevolking niet in deze regio woont. Dit maakt de tegenstelling tussen de Randstad en de regio’s buiten de Randstad interessant voor dit onderzoek. De regio’s buiten de Randstad worden in dit onderzoek voornamelijk aangeduid als ‘een buitenregio.’

Nieuws

Voor dit onderzoek is het niet zozeer belangrijk om het begrip ‘nieuws’ te verklaren, maar wel wat nieuwswaarden zijn. Welke maatstaven gebruikt een nieuwsmedium doorgaans om te bepalen wat zij gebruiken in hun uitzending of krant? De volgende criteria zijn het meest belangrijk (Maastricht University 2018):

1. Nieuws is actueel

2. Het is belangrijk voor een grote groep mensen 3. Dat wat afwijkt is nieuws

4. Beroemde mensen hebben veel nieuwswaarde 5. Conflicten zijn nieuws

6. Emotie en human interest hebben veel nieuwswaarde

Een aantal van deze punten zijn zeer belangrijk voor dit onderzoek, zoals het tweede punt. Zoals eerder vermeld wonen er relatief veel mensen in de Randstad en bevinden de vier grootste steden van Nederland met de meeste inwoners zich ook in deze regio. Nieuws dat over de Randstad gaat is dus vaak belangrijk voor een grote groep mensen. Daarnaast spelen veel gebeurtenissen en conflicten zich in de Randstad af, doordat de politieke arena gevestigd is in Den Haag. Ook de grootste luchthaven (Schiphol), de grootste haven (Rotterdam) en het economische hart van Nederland (Amsterdam), waar regelmatig nieuws over is, bevinden zich in de Randstad. Ook zijn veel beroemdheden woonachtig of werkzaam in de Randstad, zoals politici in Den Haag of televisiepersoonlijkheden in Hilversum of Amsterdam.

Negativiteit

Waarom zou het zinnig zijn een onderscheid te maken tussen positieve berichtgeving en negatieve berichtgeving in dit onderzoek? Onder leiding van Roy Baumeister, hebben verschillende Amerikaanse en Nederlandse onderzoekers aangetoond dat het menselijk

(12)

12

brein eerder geprikkeld wordt door negatief nieuws. We geven als mens meer aandacht

aan het negatieve. Baumeister en zijn collega’s verklaarden dat negatief denken voordelig zou zijn. Wanneer je negatief denkt en geen rekening houdt met het positieve, dan kunnen sommige situaties en gebeurtenissen uiteindelijk onverwacht positief uitpakken. De consequentie hiervan is verder niet belangrijk. Andersom is dat wel het geval. Wanneer je van het positieve uitgaat en uiteindelijk in een negatieve situatie belandt, dan kunnen de gevolgen zeer ernstig zijn. Een voorbeeld hiervan is dat je ervan uitgaat dat je zonder problemen een weg kunt oversteken, maar uiteindelijk toch onverwacht door een auto wordt geschept (Baumeister et al. 2001).

Deze theorie kan ook worden gebruikt voor het analyseren van nieuws. Doordat men biologisch gezien eerder beïnvloed wordt door negatief nieuws dan door positief nieuws is het aannemelijk dat mensen die voornamelijk negatief nieuws zien een afwijkende score geven wanneer zij een cijfer moeten toedichten aan het vertrouwen dat ze hebben in de nieuwsmedia.

METHODEN

Allereerst is het belangrijk nog een aantal keuzes in dit onderzoek uiteen te zetten.

Welke regio’s worden in dit onderzoek aangeduid als de Randstad en welke als een buitenregio? Om dit te verklaren wordt de Randstad bestempeld als de regio die in de 54e

druk van de Grote Bosatlas wordt aangeduid als ‘de Randstad.’ Alle regio’s die hier niet onder vallen worden in dit onderzoek aangeduid als buitenregio. Op de kaart rechts zijn de gemeenten die binnen de rode lijn liggen gecategoriseerd als de Randstad. In appendix I zijn de namen van alle gemeenten op een rij

gezet. In totaal zijn er 107 gemeenten die deel uitmaken van de Randstad, van de in totaal 388 Nederlandse gemeenten (CBS 2017).

Daarnaast is het nog belangrijk om te specificeren of een zogenaamde ‘Randstedeling’ wordt gedefinieerd doordat hij of zij geboren is in de Randstad of er op het moment van onderzoek woont. De exacte methoden van dit onderzoek komen later aan bod, maar beknopt samengevat zal er door onder andere het gebruik van een vragenlijst

(13)

13

gecontroleerd worden of mensen wel of geen vertrouwen hebben in de nieuwsmedia,

afhankelijk van hun regio. In dezelfde vragenlijst zal om de geboorteplaats en woonplaats van de respondent gevraagd worden en met welke regio hij of zij zich het meeste verbonden voelt. Op deze manier wordt er het beste rekening gehouden met de variabele ‘regio.’ Er wordt zo voorkomen dat iemand per toeval is geboren in Utrecht, maar vervolgens opgegroeid in Oost-Groningen of dat een Zuid-Limburger pas sinds enkele maanden in Den Haag woont en dus nog geen enkele band heeft met zijn of haar nieuwe regio.

Inhoudsanalyse

Door middel van coderen is bekeken of de NOS meer aandacht besteedt aan de Randstad en in welke context dit wordt gedaan. 223 achtuuruitzendingen van het NOS Journaal tussen 7 januari 2013 en 28 december 2017 zijn gecodeerd. De exacte uitleg en keuzes die zijn gemaakt zijn vermeld in het codeboek bij Appendix II.

Allereerst wordt er dus gekeken naar het aantal keer dat de Randstad wordt genoemd in een reportage en hoe vaak dat het geval is voor een zogenaamde buitenregio. Daarnaast worden de nieuwsberichten door coderen ondergebracht in een positief/neutraal of negatief bericht. Of een bericht positief, negatief of neutraal is hangt af van het onderwerp. Een negatief onderwerp gaat over een gebeurtenis met ongunstige consequenties. Bij een negatief bericht kan worden gedacht aan moord, toenemende criminaliteit of een ontslagronde bij een bedrijf. Een positief bericht gaat over een gebeurtenis met een gunstig gevolg. Een positief bericht behelst bijvoorbeeld een economische opgang, wetten en regelingen die blijken te werken of andere successen. Een neutraal bericht kent in tegenstelling tot een positief of negatief bericht geen gunstige of ongunstige consequenties. Een neutraal bericht gaat over bijvoorbeeld een aankondiging, zoals de aankomstplaats van Sinterklaas of het bekendmaken van de locatie van Koningsdag of een verslag van een staking. Onderwerpen waar de publieke opinie zeer verdeeld over is zullen worden bestempeld als neutraal.

In het onderzoek zullen positieve en neutrale onderwerpen onder één noemer worden gebracht, omdat het in dit onderzoek draait om het effect van negatieve berichtgeving op het vertrouwen in de nieuwsmedia.

De labels positief, negatief en neutraal worden alleen gebruikt op basis van het onderwerp. Dat wil zeggen dat de toon waarop het bericht wordt verkondigd niet zal worden gecodeerd als zijnde positief, negatief of neutraal. Daarnaast worden nieuwsberichten alleen opgedeeld in Randstad of een buitenregio wanneer duidelijk is vermeld waar de reportage heeft plaatsgevonden. Dat wil zeggen, of de

(14)

14

nieuwslezer/verslaggever moet hebben gemeld over welke plaats het onderwerp gaat of er

moet door middel van bijvoorbeeld een kaart of tekstbalk te lezen zijn uit welke plaats de reportage afkomstig is. Wanneer via beeld duidelijk te zien is dat een reportage is gemaakt in Alkmaar of Utrecht, maar dit niet wordt vermeld, dan wordt deze reportage niet gecodeerd.

Van de jaren die meegenomen worden in het onderzoek (2013, 2014, 2015, 2016 en 2017) worden er elk ongeveer 45 journaals geanalyseerd. Om zoveel mogelijk onderscheid te maken tussen de dagen waarop het journaal wordt uitgezonden zal in elk onderzocht jaar het eerste geanalyseerde journaal afkomstig zijn van de eerste maandag in januari. Het tweede van de dinsdag in de week erop, het derde van de woensdag die daar weer op volgt, enzovoort tot de laatste week van december. Op deze manier wordt voorkomen dat er bijvoorbeeld te veel zondagjournaals worden geanalyseerd, een dag dat nieuwsmedia vanwege financiële redenen er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om reportages dichtbij standplaats Hilversum te maken of dat er te veel zaterdagen worden meegenomen, wanneer partijcongressen steevast plaatsvinden. Bovendien wordt er op deze manier ook onderscheid gemaakt in maanden. Daardoor worden er niet te veel journaals gecodeerd uit augustus, ook wel de komkommertijd genoemd of eind april, wanneer de berichtgeving vaak slechts over Koningsdag gaat.

Daarbij is uitgerekend dat met het hanteren van bovengenoemd schema de meeste grote nieuwsgebeurtenissen uit de weg worden gegaan. Dat wil zeggen dat er niet naar journaals is gekeken op de dag van bijvoorbeeld het neerstorten van vlucht MH17, de aanslagen in Parijs, Brussel of Nice of de datum van de Amerikaanse verkiezingen. Het is namelijk te verwachten dat deze journaals voornamelijk over deze gebeurtenissen gaan en er dus weinig ruimte is voor (regionaal) binnenlands nieuws. Dit is ook een reden voor het feit dat 2013 als startjaar is gekozen. Naast het feit dat de NOS Journaals in het tweede decennium van de 21e eeuw online beter te vinden zijn dan die daarvoor is 2013 qua

nieuwswaarde een ‘rustig’ jaar. Grote nieuwsgebeurtenissen in de afgelopen jaren, zoals landelijke verkiezingen, aanslagen, het ontstaan van Islamitische Staat, het neerstorten van vlucht MH17 en de Brexit vonden allemaal pas na 2013 plaats. In 2013 was er daarom veel ruimte voor andere (binnenlandse) onderwerpen.

Uitgaande van het eerder genoemde schema is het belangrijk te vermelden dat vier uitzendingen niet gecodeerd zijn die volgens het schema wel gecodeerd zouden moeten zijn. Dit betreft de uitzendingen van 5 juli 2014, 30 augustus 2014, 29 januari 2015 en 28 maart 2016. Waarom de uitzendingen van 5 juli 2014, 30 augustus 2014 en 28 maart 2016 niet beschikbaar waren is niet duidelijk. De uitzending van donderdag 29 januari 2015 kon niet plaatsvinden, vanwege de kaping van een NOS-studio op het mediapark in Hilversum

(15)

15

(NOS 2015). Welke uitzendingen bekeken en gecodeerd zijn is te zien in Appendix III. Het

exacte codeerschema dat tijdens het coderen wordt aangehouden staat in Appendix II. Eerder werd in de theorie al vermeld dat de Randstad ondanks zijn relatief kleine oppervlakte veel inwoners kent en het economische hart van Nederland vormt. Daarnaast hebben de verschillende nieuwswaarden laten zien dat het aannemelijk is dat de Randstad vaker aan bod komt in het achtuurjournaal. Op basis van deze theorie kunnen de volgende verwachtingen worden opgesteld:

1. De NOS noemt in haar reportages vaker de Randstad dan de regio’s daarbuiten. 2. De Randstad wordt vaker in een positieve context genoemd dan een regio

daarbuiten.

3. Als een buitenregio aan bod komt in het journaal, dan is dat meestal in een negatieve context.

Elk nieuwsitem wordt gecodeerd met een cijfer. Het eerste item van de dag krijgt een 1, het tweede een 2, enzovoort. Wanneer er sprake is van een item over een negatieve gebeurtenis, dan krijgt deze de waarde 0 en een neutraal/positief item krijgt de waarde 1. Vervolgens wordt in de kolom erna een bewijs geleverd van de context (positief, negatief of neutraal) en de genoemde regio of plaatsnaam wordt erin vermeld. Tenslotte wordt het item gecodeerd als een bericht dat over de Randstad gaat (waarde 0) of over een regio erbuiten (waarde 1). Soms krijgt een bericht zowel de waarde 0 als 1 wanneer deze binnen één reportage zowel de Randstad als een regio daarbuiten aanhaalt. Zo een bericht wordt in de data uiteengezet als twee verschillende observaties.

Als laatste is het belangrijk te vermelden wat wordt gezien als een nieuw nieuwsitem of reportage. Wanneer het onderwerp wisselt, dan duidt dat automatisch de start van een nieuw onderwerp aan. Het komt soms echter voor dat er een nieuwe reportage wordt gestart, maar dat deze wel gaat over het onderwerp dat daarvoor al is besproken. In dat geval wordt er alleen gesproken van een nieuwe reportage wanneer er sprake is geweest van een tussenkomst door de nieuwslezer, dus niet een correspondent of verslaggever, en de daarop volgende reportage langer duurt dan 20 seconden. Dit tijdsminimum wordt gebruikt om te voorkomen dat een mededeling van de nieuwslezer over het voorgaande onderwerp wordt gezien als nieuwe reportage.

Experiment

Door middel van een experiment is getest of het onderwerp van een bepaald nieuwsbericht van invloed is op het vertrouwen van mensen in de nieuwsmedia. Respondenten die het experiment in de vorm van een enquête invulden kregen willekeurig vier fragmenten te zien van de NOS. Het eerste scenario bestond uit vier NOS-fragmenten die een negatieve

(16)

16

gebeurtenis belichtten die zich afspeelde in een regio buiten de Randstad. Om zoveel

mogelijk mensen aan te spreken is er gekozen om vier fragmenten afkomstig uit verschillende regio’s mee te nemen. De vier fragmenten waren als volgt:

1. Boeren in Gelderland zijn steeds vaker het slachtoffer van vandalisme. Het fragment werd gepubliceerd op 21 oktober 2017 (NOS 2017c).

2. Door een botsing tussen twee deelnemers overleed een vrouwelijke deelneemster van de Obstacle Run in Venlo. Het fragment werd gepubliceerd op 11 juni 2017 (NOS 2017d).

3. De parkeergarage van Eindhoven Airport is ingestort. Het fragment werd gepubliceerd op 28 mei 2017 (NOS 2017e).

4. De NOS blikt exact vijf jaar later terug op het uit de hand gelopen Facebookfeest in Haren, Groningen. Het fragment werd gepubliceerd op 21 september 2017 (NOS 2017f).

In het tweede scenario kregen respondenten vier fragmenten te zien die of een positieve gebeurtenis in een regio buiten de Randstad versloegen of een gebeurtenis die noch als positief noch als negatief kan worden bestempeld. Ook deze fragmenten zijn afkomstig uit vier verschillende regio’s. De gebruikte fragmenten zijn als volgt:

1. Kunstenaar Daan Roosegaarde heeft de Afsluitdijk belicht. Het fragment werd gepubliceerd op 17 november 2017 (NOS 2017g).

2. Het Radboud UMC in Nijmegen gaat een proef starten die dierproeven wellicht overbodig maakt. Het fragment werd gepubliceerd op 14 september 2017 (NOS 2017h).

3. Kinderen in Zeeland krijgen de slappe lach van een waarschuwingsfilmpje. Het fragment werd gepubliceerd op 24 augustus 2017 (NOS 2017i).

4. De Brabantse plaats Gemert is de eerste plaats ter wereld waar een 3D-fietsbrug wordt geïnstalleerd. Het fragment werd gepubliceerd op 17 oktober 2017 (NOS 2017j).

Nadat de respondenten de fragmenten hadden bekeken, werd hen vier vragen gesteld over de inhoud van elk van de fragmenten. Deze antwoorden werden niet gebruikt voor het vervolg van het onderzoek, maar werden alleen gesteld om te controleren of de respondenten de fragmenten in hun geheel hadden bekeken.

Om niet meteen duidelijk te maken waar het experiment over ging zijn er na de vragen over de inhoud van de fragmenten enkele vragen toegevoegd over de respondent

(17)

17

zelf. In dit deel werd gevraagd naar de leeftijd, het geslacht, het opleidingsniveau en de

afkomst van de respondent. Vervolgens werd er, voor het onderzoek wel belangrijk, gevraagd naar de geboorte- en woonplaats van de respondent. Om het aflezen van de resultaten te vergemakkelijken werd eerst gevraagd aan te geven in welke provincie de respondent geboren en woonachtig was.

Daarna werd gevraagd om de geboorte- en woonplaats in te vullen. De laatstgenoemde vraag werd toegevoegd om eventuele fouten in de verdeling tussen Randstad en buitenregio uit te sluiten. Een respondent kan bijvoorbeeld geboren zijn in Den Helder, een plaats in Noord-Holland. De Randstad bestaat voornamelijk uit grote delen van de provincies Holland, Zuid-Holland en Utrecht, maar de kop van Noord-Holland, waar Den Helder ligt, is geen deel van de Randstad. Vervolgens wordt er gevraagd of de respondent zich meer met zijn of haar geboorteplaats, woonplaats of wellicht een heel andere plaats verbonden voelt. Dit is gedaan om het eerder uiteengezette risico te vermijden dat iemand pas net is komen wonen in zijn of haar huidige woonplaats of dat iemand per toeval in een stad is geboren waar hij of zij geen binding mee heeft.

Daarna worden de twee belangrijkste vragen in de enquête gesteld. Bij de eerste vraag moesten de respondenten een score van 0 tot en met 10 verbinden met de stelling ‘de NOS weergeeft mijn plaats op een goede manier,’ waarbij plaats doelde op de plaats waar hij of zij zich het meest verbonden mee voelde. 0 stond voor een heel slechte weergave, 10 voor een uitstekende weergave. Ook de tweede vraag was een stelling. De respondenten moesten een score tussen de 0 en de 10 verbinden aan hoeveel vertrouwen ze hadden in de nieuwsmedia. Een score van 0 staat gelijk aan helemaal geen vertrouwen tot 10, heel veel vertrouwen.

In het laatste gedeelte van de enquête kregen de respondenten een gedeelte van de missie van de NOS te lezen. Deze missie werd als volgt verwoord: “De NOS hanteert de hoogste journalistieke eisen van zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, ongebondenheid, pluriformiteit en objectiviteit. De NOS streeft ernaar deze informatie toegankelijk te maken via alle beschikbare media en voor alle maatschappelijke geledingen” (NOS 2017b). Vervolgens moesten de respondenten aangeven in hoeverre ze het eens waren met vijf stellingen over de NOS. De vijf stellingen waren als volgt:

1. De NOS verzorgt objectieve berichtgeving 2. De berichtgeving van de NOS is betrouwbaar

3. De NOS is toegankelijk voor alle maatschappelijke geledingen 4. Ik voel mij gerepresenteerd in de berichtgeving van de NOS

5. De NOS houdt rekening met pluriformiteit en geeft verslag van elke Nederlander, ongeacht afkomst, geslacht of leeftijd

(18)

18

De vijf antwoordcategorieën waren: ‘helemaal mee oneens, oneens, niet eens/niet

oneens, eens en helemaal mee eens.’ Deze stellingen zijn toegevoegd om een eventuele verklaring te kunnen geven wanneer respondenten aangeven weinig vertrouwen te hebben in de nieuwsmedia.

Voordat de resultaten van het experiment worden besproken, is het belangrijk de verwachtingen uiteen te zetten. De verwachtingen zijn gebaseerd op de eerder uiteengezette nieuwswaarden en het feit dat men biologisch gezien meer geprikkeld wordt door negatief nieuws. De verwachtingen zijn als volgt:

1. Mensen die zich het meest verbonden voelen met een regio buiten de Randstad en de negatieve fragmenten te zien krijgen, hebben minder vertrouwen in de nieuwsmedia dan mensen uit buitenregio’s die positieve fragmenten te zien krijgen. 2. Mensen die zich het meest verbonden voelen met een regio buiten de Randstad en de negatieve fragmenten te zien krijgen, hebben minder vertrouwen in de nieuwsmedia dan mensen uit de Randstad die de negatieve fragmenten te zien krijgen.

3. Mensen die zich het meest verbonden voelen met een regio buiten de Randstad en de positieve fragmenten te zien krijgen, hebben in gelijke mate vertrouwen in de nieuwsmedia als mensen die zich meer verbonden met de Randstad voelen en de positieve fragmenten hebben gezien.

4. Mensen die zich het meest verbonden voelen met een regio buiten de Randstad en de positieve fragmenten te zien krijgen, hebben in gelijke mate vertrouwen in de nieuwsmedia als mensen die zich meer verbonden met de Randstad voelen en de negatieve fragmenten hebben gezien.

RESULTATEN

Inhoudsanalyse

Zoals eerder vermeld zijn er in totaal 223 journaals gecodeerd. Kort gezegd is in 223 journaals de Randstad 591 keer genoemd of aan bod gekomen. Van die 591 keer was dit 381 keer in een positieve of neutrale context en dus 210 keer negatief. Voor de buitenregio’s lijkt het omgekeerde het geval. 445 keer werd een regio of plaats buiten de Randstad benoemd, waarvan 198 keer in een positief of neutraal daglicht en 247 keer negatief.

TABEL 4: context en regio

(19)

19

RANDSTAD 381 210

BUITENREGIO 198 247

De Randstad is in totaal dus 146 keer meer besproken. De eerste verwachting lijkt dus te kloppen, namelijk dat ‘De NOS in haar reportages vaker de Randstad dan de regio’s daarbuiten noemt.’ Ook de tweede verwachting lijkt stand te houden. Deze verwachting was als volgt: ‘De Randstad wordt vaker in een positieve context genoemd dan een regio daarbuiten.’ 64% van de berichten over de Randstad waren positief of neutraal. Buitenregio’s werden slechts 44% van het totaal belicht op een positieve of neutrale manier.

Enkele voorbeelden van gecodeerde nieuwsreportages zijn als volgt: een positief bericht over het feit dat de Nederlandse voetbalvrouwen zijn gekroond tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau in Den Haag op 25 oktober 2017. Een negatief bericht over de vermoorde politica Els Borst in Bilthoven in februari 2014 en een neutraal bericht over het VVD-partijcongres in Den Bosch eind 2013.

Het genoemde patroon komt ook terug wanneer de gecodeerde informatie wordt geanalyseerd door middel van het gebruik van het programma SPSS. Door middel van het berekenen van de Phi-waarde wordt de correlatie getoond tussen de variabelen context en regio. Dit kan worden gedaan aangezien er sprake is van twee dummy-variabelen.

De context kon worden aangeduid met een 0 (negatief bericht) of 1

(neutraal/positief bericht). De regio werd aangeduid met een 0 voor de Randstad en een 1 voor alle gebieden daarbuiten. De Phi-waarde -0,184. Dat het hier gaat om een negatieve score duidt aan dat er een negatief verband is. Dit is in lijn met de verwachting. Dit betekent namelijk dat een lagere score qua context, met andere woorden een negatief bericht, eerder gaat over een regio met de waarde 1, namelijk een gebied buiten de Randstad.

Het feit dat de Phi-waarde echter dichtbij 0 ligt betekent dat het hier niet gaat om een sterk verband, maar om een redelijk zwakke. De resultaten zijn significant. De overschrijdingsscore is namelijk 0,00 en dat betekent dat een verandering in de ene variabele significant invloed heeft op een toe- of afname van de tweede variabele.

Experiment

Het experiment, in de vorm van een enquête via het programma Qualtrics, werd geopend op maandag 11 december 2017 en sloot op dinsdag 9 januari 2018, nadat het aantal van 242 respondenten werd bereikt. Het doel was het behalen van 200 respondenten. Dit

(20)

20

streven werd na correctie niet behaald. 153 respondenten werden geschrapt doordat zij of

de vragen wel hadden bekeken maar niet ingevuld, of wel waren begonnen, maar de enquête niet hadden afgemaakt of doordat ze alle controlevragen, zoals die in de conceptualisatie zijn geschetst, fout hadden beantwoord. Om wel meegenomen te worden in het onderzoek moest de respondent minimaal één controlevraag goed beantwoorden. Eén goed antwoord betekent dat de respondent wel op de hoogte is van de context van het getoonde filmpje.

Gegevens respondenten

Alles bij elkaar betekent dat er 89 bruikbare respondenten zijn overgebleven. Van de 89 respondenten waren er 48 vrouw en 41 man. 40 respondenten waren tussen de 18 en 25 jaar oud, 31 tussen de 25 en 50 en ten slotte waren er 18 respondenten met een leeftijd van boven de 50. Veruit de meeste respondenten hebben een universitaire opleiding of een opleiding op een hogeschool genoten (72 respondenten). De andere 17 respondenten hebben voornamelijk een MBO-opleiding afgerond of hebben hun diploma behaald op de middelbare school.

Woon- en geboorteplaats respondenten

Een belangrijk aspect voor dit onderzoek is waar de respondenten zijn geboren, waar ze wonen en met welke plek ze zich het meest verbonden voelen.

Veruit de meeste respondenten zijn geboren in de provincie Utrecht (39). De exacte geboorteplaatsen van de respondenten zijn te vinden in Appendix V.

TABEL 5 Waar zijn de respondenten geboren?

Provincie Aantal respondenten

Utrecht 39 Noord-Holland 21 Noord-Brabant 9 Gelderland 6 Zuid-Holland 5 Zeeland 3 Limburg 1 Groningen 1 Overijssel 1 Drenthe 0 Flevoland 0

(21)

21

Friesland 0

Veel respondenten zijn dus geboren in de Randstad (60 respondenten). 27 respondenten zijn geboren in een dorp of stad gelegen buiten de Randstad. De woonplaatsen van de respondenten waren als volgt:

TABEL 6 Waar wonen de respondenten?

Provincie Aantal respondenten

Utrecht 41 Noord-Holland 31 Gelderland 5 Zuid-Holland 4 Noord-Brabant 2 Flevoland 1 Groningen 1 Overijssel 1 Limburg 1 Friesland 0 Drenthe 0 Zeeland 0

De Randstad is bij de woonplaatsen van de respondenten flink oververtegenwoordigd. Maar liefst 77 van de 88 respondenten zijn woonachtig in de Randstad. 11 respondenten wonen buiten de Randstad. Doordat er respondenten zijn met een geboorte- of woonplaats buiten Nederland wijkt het totale aantal respondenten hier af.

Het belangrijkste om te weten is met welke plaats de respondenten zich het meest verbonden voelen. Veruit de meeste respondenten (72) voelen zich het meest verbonden met de Randstad. Tien respondenten hebben de grootste connectie met een regio of plaats buiten de Randstad. Vijf respondenten hebben aangegeven zich zowel met hun geboorte- als woonplaats verbonden te voelen. In alle vijf de gevallen lag de ene plaats in de Randstad en de andere plek in een buitenregio. In twee gevallen lag de plek waar de respondent zich het meest verbonden mee voelde niet in Nederland.

In tabel 7 zijn de geboorteplaatsen, woonplaatsen en plekken waar respondenten zich het meest verbonden mee voelen uiteengezet. De waarde 0 betekent bij alle drie de variabelen een plaats in de Randstad, de waarde 1 staat voor een plaats in een regio buiten de Randstad.

(22)

22

TABEL 7: WOON- EN GEBOORTEPLAATSEN EN VERBONDENHEID

Volgens de verwachtingen die uiteen zijn gezet in de conceptualisatie vormt de groep die de negatieve berichten heeft gezien en zich het meest verbonden voelt met een plaats buiten de Randstad de belangrijkste groep. Volgens de verwachting zullen deze respondenten duidelijk minder vertrouwen hebben in de nieuwsmedia dan de andere drie groepen, maar klopt dit ook?

Stellingen

De eerste stelling in het onderzoek was als volgt: Geef aan in hoeverre u vindt dat de NOS de plaats waar u zich het meest verbonden mee voelt voldoende weergeeft in de journaals. De waardes waar de respondenten uit konden kiezen waren alle exacte waarden tussen 0 en 10, waarbij 0 staat voor een hele slechte weergave en 10 een perfecte weergave. Het gemiddelde van alle gegeven antwoorden was 5,84. De standaarddeviatie is 2,52. Dat betekent dat de meeste respondenten een score aan deze vraag hebben toegekend tussen ongeveer 3,3 en 8,3. De variantie is 6,33, wat het verschil aanduidt tussen de laagst gegeven waarden en de hoogste. Het feit dat het gemiddelde op 5,84 ligt betekent dat men over het algemeen vindt dat de NOS de plek waar men zich het meest

Meest verbonden Woonplaats Totaal 0 1 0 Geboorteplaats 0 59 1 60 1 15 1 16 Total 74 2 76 1 Geboorteplaats 0 1 2 3 1 6 7 13 Total 7 9 16 Totaal Geboorteplaats 0 60 3 63 1 21 8 29 Totaal 81 11 92

(23)

23

verbonden mee voelt redelijk weergeeft, maar het is duidelijk dat er ook een substantiële

groep is die dat niet vindt.

Te verwachten is dat de groep die zich het meest verbonden voelt met een plaats buiten de Randstad en de negatieve berichten heeft gezien een lager gemiddelde heeft dan 5,84. Het gemiddelde van deze groep ligt op exact 5,00. De laagste score was een 2, de hoogste een 7. Het gemiddelde ligt dus inderdaad lager. Onderstaande tabel laat zien of dat anders is voor de andere drie groepen:

TABEL 8: GEMIDDELDES EN STANDAARDDEVIATIES STELLING 1

Reportages Meest verbonden met Gemiddelde Standaarddeviatie

ALLES BIJ ELKAAR ALLES BIJ ELKAAR 5,84 2,52

Negatief Buitenregio 5,00 1,85

Positief Buitenregio 5,38 2,39

Negatief Randstad 6,33 2,43

Positief Randstad 5,33 2,90

Dat de groep die de negatieve berichten heeft gezien en de meeste affiniteit met een plek buiten de Randstad heeft het laagste gemiddelde heeft is in lijn met de verwachting. Er moet echter gezegd worden dat de verschillen met de groep ‘positief buitenregio’ en ‘positief Randstad’ zeer klein zijn. Des te opvallender is het feit dat de Randstadgroep die negatieve berichten heeft gezien een gemiddelde heeft dat afwijkt van de andere drie groepen.

De tweede stelling in de enquête was als volgt: Geef beneden aan hoeveel vertrouwen u heeft in de nieuwsmedia. Opnieuw konden de respondenten aan deze stelling een waarde verbinden tussen de 0 en de 10, waarbij 0 staat voor helemaal geen vertrouwen en 10 voor heel veel vertrouwen. De resultaten waren als volgt:

TABEL 9: GEMIDDELDES EN STANDAARDDEVIATIES STELLING 2

Reportages Meest verbonden met Gemiddelde Standaarddeviatie

ALLES BIJ ELKAAR ALLES BIJ ELKAAR 6,22 1,78

Negatief Buitenregio 6,13 2,23

Positief Buitenregio 7,00 0,76

Negatief Randstad 6,05 1,84

(24)

24

Wat opvalt, is dat waar de groep ‘Negatief Randstad’ bij de vorige stelling een duidelijk

hoger gemiddelde had dan de andere drie groepen, is dat nu juist de groep met het laagste gemiddelde. De groep 'positief buitenregio’ heeft bij deze stelling een afwijkend gemiddelde.

Om een beter beeld te schetsen van het effect van regio en context op het vertrouwen in de nieuwsmedia zal er een factorial ANOVA worden geschat. Hiermee kan het exacte effect van de twee onafhankelijke variabelen (context en regio) worden getoetst op de afhankelijke variabele (vertrouwen in de nieuwsmedia). De resultaten zijn als volgt:

TABEL 10: FACTORIAL ANOVA, EFFECT OP ANTWOORD OP STELLING 2

Bron F-waarde Overschrijdingskans

Gecorrigeerd model 0,634 0,595 Intercept 662,658 0,000 Meest verbonden 0,698 0,406 Positief/negatief 1,185 0,279 Meest verbonden*positief/negatief 0,467 0,496

Wat zeggen deze getallen? Wanneer er wordt gekeken naar de verschillende overschrijdingskansen in de tabel kan worden gezegd dat de getallen niet veel zeggen. Al deze overschrijdingskansen liggen boven het niveau van 0,05 en zijn dus geen van allen significant. Stel dat de F-waarde en bijbehorende p-waarde voor de interactie wel significant was, dan wil dit zeggen dat het effect van de ene onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele anders is voor niveaus van de tweede onafhankelijke variabele. In dit geval zou dat betekenen dat het effect van het zien van een positief of negatief nieuwsbericht anders was voor mensen die zich het meest verbonden voelen met de Randstad dan voor mensen die een grotere connectie hebben met een plaats in een buitenregio.

De vier verwachtingen die bij de conceptualisatie van het experiment zijn opgesteld houden dus geen van allen stand. Door middel van de opgestelde vragenlijst en het uitgevoerde experiment kan niet worden gezegd dat er een bepaalde groep vanwege context of regionale factoren meer of minder vertrouwen heeft in de nieuwsmedia. Wat wel is aangetoond is dat het NOS Journaal significant meer aandacht besteedt aan de Randstad en dit ook vaker doet op een positieve manier dan wanneer er gesproken wordt over een regio of plaats buiten de Randstad.

(25)

25

Waarom waren de resultaten niet significant?

Dat de resultaten van het experiment niet significant waren, en dus ook geen correlatie tonen, heeft waarschijnlijk te maken met het aantal respondenten. Zoals genoemd zijn veel respondenten weggelaten doordat zij ofwel alle controlevragen fout hadden beantwoord, of de enquête niet hadden afgemaakt of de vragen niet hadden beantwoord. Waarschijnlijk is als gevolg hiervan een relatief grote groep gecreëerd die zich het meest verbonden voelt met de Randstad. Er bleven maar 16 respondenten over die de meeste affiniteit hadden met een plaats of regio buiten de Randstad.

CONCLUSIE

Wat geconcludeerd kan worden is dat het NOS Journaal in de uitzending van 20:00 uur daadwerkelijk meer aandacht besteedt aan plaatsen en regio’s in de Randstad dan aan plekken buiten deze regio. De onderwerpen waarmee de Randstad in het journaal komt zijn ook vaker positief of neutraal van aard dan negatief. Voor een buitenregio geldt het omgekeerde. Naast het feit dat een buitenregio minder vaak aan bod komt, worden deze regio’s ook vaker in een negatief daglicht getoond wanneer ze wel worden getoond in het journaal. De verwachtingen bleken daardoor allemaal te kloppen. De nieuwswaarden die uiteengezet zijn lijken anno 2018 nog steeds van belang. Het journaal besteedt veel aandacht aan items die veel mensen in een gebied aangaan, zoals de Randstad, en het gaat vaak over conflicten en afwijkingen die zich voornamelijk afspelen in politiek Den Haag, op Schiphol of op de beurs in Amsterdam.

Of het hierboven beschreven feit invloed heeft op het vertrouwen in de nieuwsmedia is niet duidelijk. Door een te klein aantal respondenten bij het gebruikte experiment en een scheve verhouding van geboorte- en woonplaats bij de respondenten die wel konden worden meegenomen in het onderzoek, is niet vast te stellen of de geschetste verwachtingen over het experiment bevestigd of gefalsificeerd behoren te worden. Daardoor is ook niet te zeggen of de theorieën van Baumeister et al. van toepassing zijn op het Nederlandse publiek dat het journaal kijkt. Negatief nieuws heeft, bij de bruikbare respondenten, geen aantoonbaar effect gehad op het vertrouwen in de nieuwsmedia.

Het eerdere onderzoek van het CBS heeft in de periode 2012 tot en met 2014 al vastgesteld dat het vertrouwen in de pers in buitenregio’s structureel lager ligt dan in de Randstad. Dit onderzoek heeft daaraan toegevoegd dat de NOS ook daadwerkelijk meer aandacht geeft aan de Randstad en dat vaker doet op een positieve manier. Daarnaast

(26)

26

heeft dit onderzoek aangetoond, met de respondenten die uiteindelijk meegenomen

konden worden, dat er geen verband lijkt te bestaan tussen het zien van positieve of negatieve berichtgeving van de NOS, de regio waar men zich het meest mee verbonden voelt en de mate waarin men aangeeft vertrouwen te hebben in de nieuwsmedia.

DISCUSSIE

Zoals aangegeven in de laatste zin van de conclusie, lijkt er geen verband te bestaan tussen de context van de berichtgeving, de regio waar een respondent zich het meest verbonden mee voelt en de mate van vertrouwen in de nieuwsmedia. Het gaat hier om iets wat waarschijnlijk is en niet vaststaat, aangezien het aantal bruikbare respondenten te laag was. Bovendien kwamen te veel van de gebruikte respondenten uit de Randstad. Een vervolgonderzoek zou een significant verband kunnen vinden wanneer er meer respondenten worden vergaard en deze beter verdeeld zijn over de verschillende regio’s in Nederland.

Dit onderzoek heeft aangetoond dat de NOS in de achtuuruitzendingen van het journaal meer aandacht besteedt aan de Randstad en dit vaker doet in een positief daglicht. Een volgend onderzoek kan deze bevindingen meenemen om onderzoek te doen naar waarom de NOS dit doet en wat de invloed is op de sociale samenhang in de Nederlandse samenleving. Vertrouwen in de nieuwsmedia is namelijk één van de meest belangrijke pijlers voor een sterke sociale samenhang, zoals in het begin van dit onderzoek is aangekaart.

Als laatste kan een nieuw onderzoek het algemeen lage vertrouwen in de nieuwsmedia onderzoeken. Het onderzoek van het CBS heeft laten zien dat voornamelijk regio’s binnen de Randstad goed scoren wanneer het gaat om vertrouwen in de pers ten opzichte van andere regio’s. Toch moet worden gezegd dat zelfs de regio met de hoogste score (Groot-Amsterdam) slechts een percentage van 38,1% heeft van inwoners die de nieuwsmedia vertrouwen. Ook binnen deze regio heeft een grote meerderheid van de inwoners blijkbaar geen vertrouwen in de pers. Geen enkele regio in Nederland haalt de 50%. Een volgend onderzoek kan de vragen waarom dit zo is en hoe dat percentage kan stijgen centraal stellen.

(27)

27

BIBLIOGRAFIE

Baumeister, R., Bratslavsky, E., Finkenauer, C. en Vohs, K. (2001). Bad is Stronger than Good. Review of General Psychology 2001. Vol. 5. No. 4. 323-370.

CBS (2015). Sociale Samenhang 2015: Wat Ons Bindt en Deelt. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.

CBS (2017). Gemeentelijke indeling op 1 januari 2017. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Harell, A. en D. Stolle (2011). Reconciling diversity and community? Defining social cohesion in diverse democracies. In: Hooghe, M. (red.) Social cohesion. Contemporary theoretical perspectives on the study of social cohesion and social capital. Brussel: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, 15–46.

Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis (2017). Representatie van Vrouwen in de Media. www.atria.nl . Geraadpleegd in november 2017.

Kijkonderzoek.nl (2017). Dag Top 25.

https://kijkonderzoek.nl/component/com_kijkcijfers/Itemid,133/file,d1-0-0-p. Geraadpleegd in december 2017.

Knack, S. en P. Keefer (1997). Does social capital have an economic pay-off? A cross country investigation. Quarterly Journal of Economics, 112(4), 1251–1288.

(28)

28

Maastricht University (2018). Wat is nieuws?

https://www.maastrichtuniversity.nl/nl/nieuws-agenda/pers/mediatips-voor-wetenschappers/wat-nieuws. Geraadpleegd in januari 2018.

Nijmeijer, H. (2000). Nederland in delen: De Randstad en de Rest. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.

NOS.nl. (2015). Hoe een 19-jarige student de NPO-uitzendingen platlegde. https://nos.nl/artikel/2016237-hoe-een-19-jarige-student-de-npo-uitzendingen-platlegde.html. Geraadpleegd in januari 2018.

NOS.nl (2017a). Taken en Missie. https://over.nos.nl/organisatie/taken-visie. Geraadpleegd in december 2017.

NOS.nl (2017b). De Missie van NOS Nieuws.

https://over.nos.nl/journalistieke-verantwoording/501/de-missie-van-nos-nieuws. Geraadpleegd in december 2017.

NOS.nl (2017c). “Boeren radeloos door vandalisme: er loopt een gek los.”

https://nos.nl/artikel/2199057-boeren-radeloos-door-vandalisme-er-loopt-een-gek-los.html. Geraadpleegd in december 2017.

NOS.nl (2017d). “Slachtoffer ongeluk Obstacle Run Venlo overleden.”

https://nos.nl/artikel/2177638-slachtoffer-ongeluk-obstacle-run-venlo-overleden.html. Geraadpleegd in december 2017.

NOS.nl (2017e). “Deel nieuwe parkeergarage Eindhoven Airport ingestort.”

https://nos.nl/artikel/2175278-deel-nieuwe-parkeergarage-eindhoven-airport-ingestort.html. Geraadpleegd in december 2017.

NOS.nl (2017f). “Vijf jaar na Project X Haren, hoe kon het zo misgaan?”

https://nos.nl/artikel/2194074-vijf-jaar-na-project-x-haren-hoe-kon-het-zo-mis-gaan.html. Geraadpleegd in december 2017.

(29)

29

NOS.nl (2017g). “’Schoonheid’ Afsluitdijk versterkt door lichtgevende kunstwerken.”

https://nos.nl/artikel/2203078-schoonheid-afsluitdijk-versterkt-door-lichtgevende-kunstwerken.html. Geraadpleegd in december 2017.

NOS.nl (2017h). “Nederland dierproefvrij. Kan dat?” https://nos.nl/video/2192931-nederland-dierproefvrij-kan-dat.html. Geraadpleegd in december 2017.

NOS.nl (2017i). “Waarschuwingsfilmpje brugspringers zorgt voor slappe lach.”

https://nos.nl/artikel/2189547-waarschuwingsfilmpje-brugspringers-zorgt-voor-slappe-lach.html. Geraadpleegd in december 2017.

NOS.nl (2017j). “Wereldprimeur voor Gemert: fietsen over een 3D-geprinte brug.”

https://nos.nl/artikel/2198400-wereldprimeur-voor-gemert-fietsen-over-een-3d-geprinte-brug.html. Geraadpleegd in december 2017.

Putnam, R. D. (1995). Tuning in, turning out: The strange disappearance of social capital in America. Political Science and Politics, 28(4), 664–683.

Putnam, R. D. (2000). Bowling alone: The collapse and revival of American community. New York: Simon & Schuster.

Schmeets, H. en S. Te Riele (2010). Sociale samenhang in het drieluik van participatie, vertrouwen en integratie. In: H. Schmeets (red), Sociale samenhang: Participatie, Vertrouwen en Integratie. Den Haag/Heerlen: CBS, 7–16.

Schmeets, H., en S. Te Riele (2014). Declining Social Cohesion in The Netherlands? Social Indicators Research, 115(2), 791–812.4

Uslaner, E. (2002). Strategic trust and moralistic trust. The moral foundations of trust. Cambridge: Cambridge University Press.

Van Beuningen, J. en H. Schmeets (2013). Developing a social capital index for the Netherlands. Social Indicators Research, 113(3), 859–886.

Women INC (2017). Beperkt zicht: De rol van Mediamakers in Beeldvorming, een Stand van Zaken. Amsterdam: Women INC.

(30)

30

APPENDIX I

Hier volgt een lijst met alle gemeenten die vallen onder de definitie van Randstad en dus worden meengenomen wanneer het onderzoek spreekt over ‘de Randstad.’

GEMEENTE PROVINCIE

1 Aalsmeer Noord-Holland

2 Alblasserwaard Zuid-Holland

3 Albrandswaard Zuid-Holland

4 Almere Flevoland

5 Alphen aan den Rijn Zuid-Holland

6 Amersfoort Utrecht 7 Amstelveen Noord-Holland 8 Amsterdam Noord-Holland 9 Baarn Utrecht 10 Barendrecht Zuid-Holland 11 Beverwijk Noord-Holland 12 De Bilt Utrecht 13 Binnenmaas Zuid-Holland 14 Blaricum Noord-Holland 15 Bloemendaal Noord-Holland 16 Bodegraven-Reeuwijk Zuid-Holland 17 Brielle Zuid-Holland 18 Bunnik Utrecht 19 Bunschoten Utrecht 20 Capelle Zuid-Holland

(31)

31

21 Cromstrijen Zuid-Holland 22 Delft Zuid-Holland 23 Diemen Noord-Holland 24 Dordrecht Zuid-Holland 25 Eemnes Utrecht 26 Giessenlanden Zuid-Holland

27 Gooise Meren Noord-Holland

28 Gorinchem Zuid-Holland 29 Gouda Zuid-Holland 30 ’s-Gravenhage Zuid-Holland 31 Haarlem Noord-Holland 32 Haarlemmerliede Noord-Holland 33 Haarlemmermeer Noord-Holland 34 Hardinxveld-Giessendam Zuid-Holland 35 Heemskerk Noord-Holland 36 Heemstede Noord-Holland 37 Hellevoetsluis Zuid-Holland 38 Hendrik-Ido-Ambacht Zuid-Holland 39 Hillegom Zuid-Holland 40 Hilversum Noord-Holland 41 Houten Utrecht 42 Huizen Noord-Holland 43 IJsselstein Utrecht

44 Kaag en Braassem Zuid-Holland

45 Katwijk Zuid-Holland 46 Korendijk Zuid-Holland 47 Krimpen Zuid-Holland 48 Krimpenerwaard Zuid-Holland 49 Landsmeer Noord-Holland 50 Lansingerland Zuid-Holland 51 Laren Noord-Holland 52 Leiden Zuid-Holland 53 Leiderdorp Zuid-Holland 54 Leidschendam-Voorburg Zuid-Holland 55 Leusden Utrecht

(32)

32

56 Lisse Zuid-Holland 57 Lopik Utrecht 58 Maassluis Zuid-Holland 59 Midden-Delfland Zuid-Holland 60 Molenwaard Zuid-Holland 61 Montfoort Utrecht 62 Nieuwegein Utrecht 63 Nieuwkoop Zuid-Holland 64 Nissewaard Zuid-Holland 65 Noordwijk Zuid-Holland 66 Noordwijkerhout Zuid-Holland 67 Oud-Beijerland Zuid-Holland 68 Ouder-Amstel Noord-Holland 69 Oudewater Utrecht 70 Papendrecht Zuid-Holland 71 Pijnacker-Nootdorp Zuid-Holland 72 Purmerend Noord-Holland 73 Ridderkerk Zuid-Holland 74 Rijswijk Zuid-Holland

75 De Ronde Venen Utrecht

76 Rotterdam Zuid-Holland

77 Schiedam Zuid-Holland

78 Sliedrecht Zuid-Holland

79 Soest Utrecht

80 Stichtse Vecht Utrecht

81 Strijen Zuid-Holland 82 Teylingen Zuid-Holland 83 Uitgeest Noord-Holland 84 Uithoorn Noord-Holland 85 Utrecht Utrecht 86 Velsen Noord-Holland 87 Vianen Utrecht 88 Vlaardingen Zuid-Holland 89 Voorschoten Zuid-Holland 90 Waddinxveen Zuid-Holland

(33)

33

91 Wassenaar Zuid-Holland 92 Waterland Noord-Holland 93 Weesp Noord-Holland 94 Westland Zuid-Holland 95 Westvoorne Zuid-Holland 96 Wijdemeren Noord-Holland 97 Woerden Utrecht 98 Wormerland Noord-Holland 99 Woudenberg Utrecht 100 Zaanstad Noord-Holland 101 Zandvoort Noord-Holland 102 Zederik Zuid-Holland 103 Zeist Utrecht 104 Zoetermeer Zuid-Holland 105 Zoeterwoude Zuid-Holland 106 Zuidplas Zuid-Holland 107 Zwijndrecht Zuid-Holland

(34)

34

APPENDIX II, CODEBOEK

Algemene informatie

Dit codeboek is opgesteld in het kader van het bovenstaande onderzoek, waarin wordt gekeken naar de mate waarin de NOS als nieuwsmedium in staat is door het gebruik van haar berichtgeving het vertrouwen in de pers van Nederlanders te beïnvloeden. Door middel van het analyseren en coderen van verschillende afleveringen van het

achtuurjournaal van de NOS is bekeken of er verschillen te vinden zijn tussen de

hoeveelheid berichtgeving waarin aan de ene kant de Randstad aan bod komt en aan de andere kant de regio’s daarbuiten. Daarbij wordt er ook bekeken wat de context is van de nieuwsberichten in kwestie. Wat deze context inhoudt komt later in dit codeboek aan bod.

Uitleg belangrijke concepten en methoden

1. Randstad: de definitie van de Randstad is hierboven in het onderzoek al aangeduid en deze wordt gebruik in het coderen van de verschillende journaals. In Appendix I zijn alle gemeenten op een rij gezet die vallen binnen de categorie Randstad. 2. Context: de context van een nieuwsbericht is in dit onderzoek erg belangrijk. Er

wordt gekeken of een context positief, negatief of neutraal is. Dat wil zeggen dat het onderwerp door middel van de gebruikte bewoordingen zal worden behandeld als positief, negatief of neutraal. Er wordt hierbij niet gelet op de toon van het bericht, omdat deze aan interpretatie onderworpen is.

Positief: Een bericht wordt behandeld als positief, wanneer deze spreekt over bijvoorbeeld successen, economische groei, een toenemende werkgelegenheid of een andere bewoording die duidt op een positief gevolg voor een bepaalde regio. Voorbeelden hiervan zijn:

“Eindhoven is benoemd tot slimste regio van Europa.” “Ajax is wereldwijd de financieel meest gezonde club.”

(35)

35

“De maatregel van de gemeente Den Haag heeft geleid tot minder criminaliteit.”

Negatief: Een bericht wordt behandeld als negatief, wanneer deze spreekt over bijvoorbeeld een groeiende criminaliteit, een neergaande economie, moord of een andere bewoording die duidt op een negatief gevolg voor een bepaalde regio. Voorbeelden hiervan zijn:

“Brabantse burgemeesters zijn de groeiende drugscriminaliteit zat.” “Opnieuw liquidatie in Amsterdam.”

“Rellen in Geldermalsen over komst asielzoekerscentrum.”

Neutraal: Een bericht wordt behandeld als neutraal, wanneer er geen duidelijke bewoordingen te vinden zijn die te herleiden zijn tot een positief of negatief bericht. Er kan worden gedacht aan uitvindingen van een ziekenhuis en aankondigingen van nieuwe wetten. Voorbeelden zijn:

“Koningsdag vindt volgend jaar plaats in Alkmaar.”

“De Afsluitdijk is kunstproject geworden van Daan Roosegaarde.” “Tropische dag voorspeld in zuiden van het land.”

Analyse-eenheden

In het onderzoek worden 225 achtuurjournaals van de NOS geanalyseerd en gecodeerd. Deze journaals werden allemaal uitgezonden tussen 1 januari 2013 en 31 december 2017. Van de jaren die meegenomen worden in het onderzoek (2013, 2014, 2015, 2016 en 2017) worden er elk 45 journaals geanalyseerd. Om zoveel mogelijk onderscheid te maken tussen de dagen waarop het journaal wordt uitgezonden zal in elk onderzocht jaar het eerste geanalyseerde journaal afkomstig zijn van de eerste maandag in januari. Het tweede van de dinsdag in de week erop, het derde van de woensdag die daar weer op volgt, enzovoort tot de laatste week van december. Op deze manier wordt voorkomen dat er bijvoorbeeld te veel zondagjournaals worden geanalyseerd, een dag dat nieuwsmedia vanwege

financiële redenen er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om reportages dichtbij standplaats Hilversum te maken of dat er te veel journaals worden gecodeerd uit augustus, ook wel de komkommertijd genoemd. Belangrijk om te vermelden is dat een nieuwsitem alleen wordt meegenomen in het onderzoek wanneer expliciet vermeld wordt waar het item zich afspeelt, zij het door de vermelding van de nieuwslezer of de verslaggever of het

verschijnen van een kaart of tekstbalk waarin de betreffende plaatsnaam wordt genoemd. Een plaats die wordt herkend door middel van beeld, maar waarbij het benoemen van de plaats ontbreekt, wordt dus niet meegenomen in de analyse.

(36)

36

In deze analyse is er sprake van één codeur.

Algemene informatie

Het volgende schema wordt aangehouden bij het coderen van de verschillende NOS Journaals.

A1) Coder ID

A2) Datum journaal

A3) Wordt de specifieke plaatsnaam aangeduid in de reportage?

 Door middel van benoemen door nieuwslezer of verslaggever of het verschijnen van de plaatsnaam in beeld.

1. Ja. Ga door naar B1. 2. Nee, stop met coderen.

Expliciete informatie

B1) Wordt een plaats in de Randstad benoemd in het item?

 Voor welke gemeenten vallen onder de Randstad, zie Appendix I 1. Ja.

2. Nee.

B2) Is het item een positieve, negatieve of neutrale reportage over de plaats in kwestie? 1. Positief. Ga naar B3

2. Negatief. Ga naar B4 3. Neutraal. Ga naar B5

B3) Welke zinnen en/of frases geven aan dat het gaat om een positief item? (Citeer wat er is gezegd)

B4) Welke zinnen en/of frases geven aan dat het gaat om een negatief item? (Citeer wat er is gezegd)

B5) Welke zinnen en/of frases geven aan dat het gaat om een neutraal item? (Citeer wat er is gezegd)

(37)

37

APPENDIX III, gecodeerde uitzendingen

DAG DATUM Maandag 7 januari 2013 Dinsdag 15 januari 2013 Woensdag 23 januari 2013 Donderdag 31 januari 2013 Vrijdag 8 februari 2013 Zaterdag 16 februari 2013 Zondag 24 februari 2013 Maandag 4 maart 2013 Dinsdag 12 maart 2013 Woensdag 20 maart 2013 Donderdag 28 maart 2013 Vrijdag 5 april 2013 Zaterdag 13 april 2013 Zondag 21 april 2013 Maandag 29 april 2013 Dinsdag 7 mei 2013 Woensdag 15 mei 2013 Donderdag 23 mei 2013 Vrijdag 31 mei 2013 Zaterdag 8 juni 2013 Zondag 16 juni 2013 Maandag 24 juni 2013 Dinsdag 2 juli 2013 Woensdag 10 juli 2013

(38)

38

Donderdag 18 juli 2013 Vrijdag 26 juli 2013 Zaterdag 3 augustus 2013 Zondag 11 augustus 2013 Maandag 19 augustus 2013 Dinsdag 27 augustus 2013 Woensdag 4 september 2013 Donderdag 12 september 2013 Vrijdag 20 september 2013 Zaterdag 28 september 2013 Zondag 6 oktober 2013 Maandag 14 oktober 2013 Dinsdag 22 oktober 2013 Woensdag 30 oktober 2013 Donderdag 7 november 2013 Vrijdag 15 november 2013 Zaterdag 23 november 2013 Zondag 1 december 2013 Maandag 9 december 2013 Dinsdag 17 december 2013 Woensdag 25 december 2013 Donderdag 2 januari 2014 Vrijdag 10 januari 2014 Zaterdag 18 januari 2014 Zondag 26 januari 2014 Maandag 3 februari 2014 Dinsdag 11 februari 2014 Woensdag 19 februari 2014 Donderdag 27 februari 2014 Vrijdag 7 maart 2014 Zaterdag 15 maart 2014 Zondag 23 maart 2014 Maandag 31 maart 2014 Dinsdag 8 april 2014 Woensdag 16 april 2014

(39)

39

Donderdag 24 april 2014 Vrijdag 2 mei 2014 Zaterdag 10 mei 2014 Zondag 18 mei 2014 Maandag 26 mei 2014 Dinsdag 3 juni 2014 Woensdag 11 juni 2104 Donderdag 19 juni 2014 Vrijdag 27 juni 2014 Zondag 13 juli 2014 Maandag 21 juli 2014 Dinsdag 29 juli 2014 Woensdag 6 augustus 2014 Donderdag 14 augustus 2014 Vrijdag 22 augustus 2014 Zondag 7 september 2014 Maandag 15 september 2014 Dinsdag 23 september 2014 Woensdag 1 oktober 2014 Donderdag 9 oktober 2014 Vrijdag 17 oktober 2014 Zaterdag 25 oktober 2014 Zondag 2 november 2014 Maandag 10 november 2014 Dinsdag 18 november 2014 Woensdag 26 november 2014 Donderdag 4 december 2014 Vrijdag 12 december 2014 Zaterdag 20 december 2014 Zondag 28 december 2014 Maandag 5 januari 2015 Dinsdag 13 januari 2015 Woensdag 21 januari 2015 Vrijdag 6 februari 2015 Zaterdag 14 februari 2015

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The Effect of an Animal-assisted Visitation Programme on the Behaviour of Children with Intellectual Disabilities: A Randomised Controlled Study.. U kind word uitgenooi om deel te

zendbureau van Nederland, gaat naar aanleiding van het onderzoek een anti- discriminatietraining geven aan zijn drie- duizend medewerkers.. Tempo-Team is deze weken als eerste

Het spreekt voor zich dat bestuurlijke ontwikkeling ‘van onderop’ moeilijk of niet vorm kan krijgen zonder een overkoepelend, niet vrijblijvend en op den duur over en weer

Ook de regio’s waarmee de Noordvleugel concurreert op financiële en zakelijke dienstverlening kenmerken zich vooral door een hoge score op innovatie, maar Noord-Holland

data.europa.eu/en/data/dataset/THxx7DsyDr6j4CZsA03g (21 februari 2014); De gegevens voor de drie steden in de Vlaamse Ruit zijn voor de periode 2007-2009; Het aandeel ‘overig’

Hoewel het aandeel moeilijk ver vulbare vacatures in het openbaar bestuur en bij de Politie lager is dan in het taakveld zorg en welzijn en in het taakveld onderwijs en

Dat was pas iemand, meneer De Veth senior, die draaide d'r geen doekjes om, als die wat te zeggen had, wacht nou weet ik het weer, dat jaar in de gemeenteraad, dat jaar vertelde

Reeds is hier stilzwijgend uitgesloten, niet alleen dat Avignon van de kaart geveegd of voor treinen onbereikbaar zou zijn, dat hij dood of invalide uit de trein zou komen, dat