• No results found

Ontsloten gerst en Borcilac in voer voor gespeende biggen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ontsloten gerst en Borcilac in voer voor gespeende biggen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ONTSLOTEN GERST EN BORCILAC IN

VOER VOOR GESPEENDE BIGGEN

Gerard Plagge, regionaal onderzoeker

Het ontsluiten van gerst in biggenvoeders leidt niet tot een duidelijke

verbe-tering van de technische resultaten en tot een betere gezondheid van de

dieren. Ook opname van extra Borcilac (een eiwitrijke weipoeder) en vetten

heeft geen positieve invloed op de technische resultaten. De opfokkosten

per afgeleverde big zijn bij het ontsluiten van de gerst en bij de opname van

extra Borcilac in het voer respectievelijk f 0,88 en f 0,79 hoger dan in de

controlegroep. De hogere opfokkosten worden met name veroorzaakt door

de hogere voerkosten.

Dit zijn de conclusies na een onderzoek op het Varkensproefbedrijf te Raalte.

Aanleiding en doel van het onderzoek

Speendiarree en slingerziekte zijn de meest voorkomende ziekten bij gespeende biggen. Volgens het rapport “De Slingerziekte/speen-diarree problematiek bij biggen” komen boven-genoemde ziekten op ongeveer eenderde van de fok- en vermeerderingsbedrijven in meer of mindere mate voor. Waardoor bovengenoemde ziekten precies worden veroorzaakt is niet bekend. Zowel verandering in de voeding, huis-vesting, (micro)klimaat, stress tengevolge van verplaatsen, hergroeperen en vechten kunnen van invloed zijn. Op het Varkensproefbedrijf te

Raalte, waar speendiarree in de eerste twee weken na het spenen regelmatig voorkomt, of door wijzigingen in de voersamenstelling de problemen kunnen worden teruggedrongen. Het onderzoek is gedeeltelijk uitgevoerd op een praktijkbedrijf in Gelderland, waar speendiarree en slingerziekte een probleem vormden.

Opzet van het onderzoek

Op het Varkensproefbedrijf zijn drie behande-lingsgroepen met elkaar vergeleken. Op een leeftijd van vier à vijf weken werden de biggen gespeend en verplaatst naar de

biggenopfokaf-Tabel 1: De resultaten van het onderzoek, uitgevoerd op het Varkensproefbedrijf

aantal opgelegde biggen percentage uitval

- % uitval door diarree percentage individueel behandelde biggen - % behandeld voor diarree percentage behandelde hokken

- % behandeld voor diarree gemiddeld begingewicht (kg) groeisnelheid (g/dag)

voederconversie (kg voer per kg groei)

energieconversie voeropname (g/dag) financieel nadeel t.o.v. controlegroep

Controlegroep Proefgroep 1 Proefgroep 2

560 568 562 2,3 395 298 270 298 2,3 10 1 9 1 0 6 14 8 59 58 49 45 43 33 836 875 893 393 399 404 1,62 1,57 1,53 1,75 1,70 1,72 640 630 620 + f 0,88 + f 0,79 2 1

(2)

deling. Hier werden de tomen willekeurig over de behandelingsgroepen verdeeld.

De controlegroep kreeg een normaal biggen-voeder verstrekt. In proefgroep 1 werd het graan uit het voer ontsloten. Het graan wordt daardoor beter verteerbaar. Proefgroep 2 kreeg extra Borcilac in het voer.

Borcilac is een mengsel van eiwitrijk weipoeder en vetten, waaraan mierezuur is toegevoegd. In dit voer waren de granen niet ontsloten. Gedu-rende de hele opfokperiode stond water onbe-perkt ter beschikking. Op het praktijkbedrijf ble-ven de biggen na het spenen in het kraamop-fokhok liggen en zijn alleen de controlegroep en proefgroep met elkaar vergeleken.

Resultaten van het onderzoek

In tabel 1 zijn de technische resultaten, van het onderzoek op het varkensproefbedrijf weerge-g e v e n .

In tabel 2 staan de resultaten van het onder-zoek op het praktijkbedrijf.

Tabel 1 en 2 geven aan, dat de gezondheid van de biggen, gemeten aan het percentage uitval en het percentage behandelde biggen, door het ontsluiten van de gerst of door opname van extra Borcilac in het voer niet is verbeterd. In de groep, waarin alle granen waren ontsloten, kwam zelfs meer diarree voor dan in de contro-legroep. In dit onderzoek zijn de verschillende

Gespeende biggen in groncihok

proefbehandelingen binnen afdelingen met elkaar vergeleken. Als speendiarree of slinger-ziekte binnen een afdeling systematisch in een van de proefbehandelingen zou beginnen, zou dit kunnen betekenen, dat door toename van de infectiedruk ook in de andere behandelingen diarree zou optreden. Uit de resultaten blijkt echter, dat de eerste diarreeverschijnselen bin-nen een afdeling geleidelijk verdeeld zijn over de proefbehandelingen. Hieruit mag worden aangenomen dat diarree in een bepaalde proef-behandeling niet het gevolg is van besmetting door een van de andere behandelingen. Uit de resultaten van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat het ontsluiten van granen of het toevoegen van extra Borcilac aan biggen-voeders geen positief resultaat oplevert

Tabel 2: Resultaten van het onderzoek uitgevoerd op het praktijkbedrijf

aantal opgelegde biggen 395 393

percentage uitval 135 331

percentage uitval door diarree 698 291

percentage individueel behandelde biggen 376 291

percentage behandeld voor diarree 396 136

percentage behandelde hokken 15 37

percentage behandeld voor diarree 1 5 37

gemiddeld begingewicht (kg) 7J 676

groeisnelheid (g/dag) 328 309

voederconversie (kg voer per kg groei) 1,57 1,58

energieconversie 1,70 1,70

voerooname (a/daa) 516 484

Controle groep Proefgroep 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze pakketten kunnen door het agrarisch collectief gebruikt worden voor afspraken met beheerders van landbouwgrond. Het is een hulpmiddel om het voor het beschrijven van

In het kader van onderzoek naar milieubesef, milieuge- drag en draagvlak voor beleid zijn talloze vragenlijsten ontwikkeld voor het meten van kennis, houding en ge- drag met

gezien de toekomstplan- nen der geënquêteerden en soortgelijke tendenties in buitenland (Duitsland, Oostenrijk) en binnenland (in 1970 heeft de Streek V.V.V. voor de Achter- hoek

De Rijksoverheid stimuleert met haar beleid de biobased economy in Nederland. De markt van biobased producten wordt steeds groter. Daarom wil het Rijk zelf ook biobased én

Zo is veel informatie beschikbaar voor het vaststellen van de relatie tussen K-toestand en het effect van bemesting met N en K op de (K)-opbrengst bij uiteenlopende bodemtoestanden

Als de rechthebbende over zijn onder bewind gestelde goederen wil beschikken terwijl dit beschikken niet als een beheershandeling kan worden aangemerkt, behoeft

Doordat jij deze mensen – jongeren, ouderen, mensen met een beperking of mensen die niet meer mee kunnen komen op school of op het werk – een plek aanbiedt waar ze zichzelf kun-

ziening van het gewas, grondsoort en gewasontwikkeling. Da~waas.t wtfrd~h;. g~gevens ge- bruikt over relaties· tusseri ziekte.;.. gens vaste ~elrnethod1el<en. dauw en