• No results found

Sport, gender en sociale media : verschillen in verslaggeving over vrouwelijke en mannelijke toptennissers via Facebook

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Sport, gender en sociale media : verschillen in verslaggeving over vrouwelijke en mannelijke toptennissers via Facebook"

Copied!
60
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

SPORT

,

GENDER

&

SOCIALE

MEDIA

V

ERSCHILLEN IN VERSLAGGEVING OVER VROUWELIJKE ENMANNELIJKE TOPTENNISSERS VIA FACEBOOK

Iris van de Ven

Studentnummer: 11020296 irisvandeven@live.nl

Eerste begeleider: Ramón Spaaij

Tweede begeleidster: Linda van de Kamp Masterscriptie Algemene Sociologie Universiteit van Amsterdam 30-06-2016

(2)

Samenvatting

Er is veel onderzoek gedaan naar de gender ideologieën in de huidige samenleving en

vertegenwoordiging van mannelijke en vrouwelijke topsporters in de mainstream media, zoals de krant en de televisie. Toch is er nog weinig onderzoek gedaan naar de manier waarop gender wordt weergegeven op het gebied van sport en sporters in de sociale media. Het is belangrijk om dit verder te onderzoeken, aangezien de sociale media in de huidige samenleving een steeds groter platform vormt. In deze studie worden de verschillen in verslaggeving tussen vrouwelijke en mannelijke professionele tennissers via Facebook onderzocht. Er is gekeken naar twee Facebook pagina’s, namelijk van de Grand Slams Wimbledon en de Australian Open, en de manier waarop de organisaties via dit sociale media kanaal vrouwen en mannen weergeven. Om te kijken hoe vrouwelijke en mannelijke

toptennissers op deze websites werden vertoond is er gebruik gemaakt van een inhoudelijke en discourse analyse. Teksten, foto’s en filmpjes op deze pagina’s werden geanalyseerd en bekeken vanuit de concepten seksisme, heteroseksisme/homofobie en invloed op marketing/promotie. Uiteindelijk bleek dat de verschillen tussen mannen en vrouwen groot zijn en dat mannen meer aandacht krijgen op de Facebook pagina’s. De verschillen tussen de representatie van de topsporters kan worden verklaard door een mannelijke hegemonie die een grote rol speelt in de huidige

samenleving en ervoor zorgt dat vrouwen en bepaalde mannelijke groepen gedomineerd worden door een dominante mannelijke groep.

(3)

Inhoudsopgave

1. Introductie……… 5 1.1. Probleemstelling en verantwoording……… 6 2. Definities………. 8 2.1. Facebook……….. 8 2.2. Grand Slams………. 8 2.3. Wimbledon……….. 9 2.4. Australian Open………... 12 3. Theoretisch kader……….. 14 3.1. Hegemonie………... 14 3.2. Conflicttheorie en sport……… 15 3.3. Mannelijke hegemonie………. 15

3.4. Mannelijke hegemonie, sport en media………... 16

4. Operationalisering………. 18 4.1. Seksisme……….. 18 4.2. Heteroseksisme/homofobie………. 19 4.3. Invloed op marketing/promotie………... 20 5. Methode……….. 22 5.1. Inhoudelijke analyse………... 22 5.2. Discourse analyse……… 23

5.3. Toelichting Facebook analyse………. 24

6. Resultaten tekstuele analyse……… 26

6.1. Tekstuele analyse……… 26

6.2. Mate van aandacht……….. 26

6.3. Inhoudelijke analyse Wimbledon………... 28

6.4. Discourse analyse Wimbledon……… 30

6.4.1. Seksisme………. 30

6.4.2. Heteroseksisme/homofobie……… 31

6.4.3. Invloed op marketing/promotie………. 31

6.5. Inhoudelijke analyse Australian Open……….. 31

6.6. Discourse analyse Australian Open………... 33

6.6.1. Seksisme……….... 33

6.6.2. Heteroseksisme/homofobie……… 34

6.6.3. Invloed op marketing/promotie………. 34

6.7. Discussie tekstuele analyse………... 34

7. Resultaten analyse afbeeldingen……… 37

7.1. Inhoudelijke analyse Wimbledon……….. 37

7.2. Discourse analyse Wimbledon……….. 40

7.2.1. Seksisme……… 40

7.2.2. Heteroseksisme/homofobie………... 41

7.2.3. Invloed op marketing/promotie………. 41

7.3. Inhoudelijke analyse Australian Open……….. 41

(4)

7.4.1. Seksisme………... 42

7.4.2. Heteroseksisme/homofobie……….. 43

7.4.3. Invloed op marketing/promotie……… 44

7.5 Discussie analyse afbeeldingen………. 44

8. Resultaten analyse film……… 46

8.1. Inhoudelijke analyse Wimbledon………. 46

8.2. Discourse analyse Wimbledon………. 47

8.2.1. Seksisme……….. 47

8.2.2. Heteroseksisme/homofobie………. 47

8.2.3. Invloed op marketing/promotie………... 48

8.3. Inhoudelijke analyse Australian Open………. 48

8.4. Discourse analyse Australian Open………. 49

8.4.1. Seksisme………. 49

8.4.2. Heteroseksisme/homofobie……… 50

8.4.3. Invloed op marketing/promotie……….. 50

8.5. Discussie analyse film……… 50

9. Conclusie……… 52

9.1. Beperkingen………... 53

9.2. Aanbevelingen toekomstig onderzoek………... 53

Literatuurlijst………. 55

Bijlagen………. 59

Bijlage 1. Codeboek tekstuele analyse Wimbledon………. 59

(5)

1.

Inleiding

In de zomer van 2015 was er een discussie gaande op Twitter over het uiterlijk, en met name over de lichaamsbouw van toptennisster Serena Williams. Serena Williams heeft op het moment van schrijven 21 Grand Slam-titels in het enkelspel behaald en staat al jaren regelmatig op nummer 1 van de

wereldranglijst. De discussie die gaande was via de sociale media had echter niks te maken met haar resultaten, maar met de bouw van haar figuur. Mensen noemden haar mannelijk en stelden dat ze alleen zo goed is in tennis omdat ze gespierder is dan de andere vrouwen in de tennissport. De

bekende Harry Potter schrijfster en actief twitteraarster J.K. Rowling stoorde zich aan de opmerkingen op de sociale media over het lichaam van Serena Williams en twitterde de volgende kritische reactie: “She is built like a man. Yeah, my husband looks just like this in a dress. You're an idiot” (2015). Daarnaast plaatste ze een foto van Williams in een strak zittende rode jurk, met deze tweet bereikte ze een groot publiek. Het leverde haar maar liefst 127.683 ‘vind ik leuks’ op via de sociale media website Twitter. Het komt vaker voor dat vrouwen als mannelijk worden getypeerd zodra ze een meer dan gebruikelijke spiermassa ontwikkelen. Serena Williams, die gespierder is dan de meeste professionele tennissters, stelt dat het haar niks uit maakt. Ze is tevreden met haar lichaam en ze is er trots op (Rothenberg, 2015). Toch zijn er nog steeds speelsters die er bewust voor kiezen om hun lichaam niet sterker en groter te maken. Zo stelde Agnieszka Radwanska dat ze boven alles nog steeds een vrouw blijft, en er daardoor bewust voor kiest om kleiner en minder gespierd te blijven (Rothenberg, 2015). Ze geeft toe dat haar uiterlijk en imago een grote rol spelen in haar leven.

De discussie omtrent vrouwelijke topsporters, hun lichamelijke gesteldheid en prestaties is nog steeds een populair onderwerp, zeker in de media. De toename van vrouwen in het sportveld in de afgelopen 30 jaar hebben niet gezorgd voor een vermindering in de mate van aandacht die dit onderwerp ontvangt. De natuurlijke rollen van mannen in de sport worden in de huidige samenleving nader bekeken, en vergeleken met vrouwen. Kracht en de machtspositie van mannen zijn belangrijke voorbeelden van die natuurlijke rollen. De institutie van de sport is daarmee een gebied geworden waar vaak conflicten ontstaan over gender relaties en ideologieën (Messner, Duncan & Jensen, 1993). Meningen en houdingen tegenover sekseverschillen in de huidige Westerse samenleving worden niet alleen beïnvloed door sport, educatie of familie maar ook door de media. De media creëren een dominant beeld van de werkelijkheid dat het gewenste publiek aanspreekt (Sterkenburg, Knoppers & De Leeuw, 2010). In de media, zoals televisie en radio, wordt er al lang aandacht gegeven aan sport (Wallace, Wilson & Miloch, 2011). Toch blijkt dat, ondanks de groei van vrouwen die deelnemen aan sport, de aandacht die vrouwen krijgen in de media de laatste 20 jaar een dieptepunt kent. Van alle sporters in de hele wereld bestaat 40% uit vrouwen, maar ze ontvangen minder dan 2% van de totale televisie zendtijd (Kane, 2013). Wat de resultaten van diverse onderzoeken verder laten zien is dat topsportsters niet alleen genegeerd worden, maar dat ze ook actief worden tegengewerkt. Er wordt een verkeerd beeld gecreëerd dat vrouwen niet geïnteresseerd zijn in sport of niet kundig genoeg zijn om

(6)

deel te kunnen nemen. Deze inhoudelijke verschillen in de verslaggeving hebben implicaties voor het leven van vrouwen (en mannen) binnen de sport, maar ook daarbuiten. Sport is van invloed als een sociale institutie en de massa media is een van de meest invloedrijke institutionele machten die de normen en waarden in de moderne cultuur bepalen (Fink, 2015).

Onderzoekers indiceren daarom dat de manier waarop de media bepaalde onderwerpen neerzet van invloed kunnen zijn op de realiteit (Gitlin, 1980). Daarmee leiden zowel kwantitatieve als kwalitatieve verschillen binnen de verslaggeving van sport in de media tot een negatieve beïnvloeding van de samenleving, omdat ze stereotype gender rollen versterken en een impact hebben op de percepties van de capaciteiten van vrouwen (Fink, 2015). Ookheeft deze verschillende verslaggeving een remmende invloed op ontwikkeling van vrouwen ver buiten het sportveld. Het is namelijk zo dat economische, sociale en politieke beperkingen voor vrouwen worden vergroot door de machtsstructuur in de huidige cultuur (McDonagh & Pappano, 2008).

1.1 Probleemstelling en verantwoording

Naast de mainstream media, zoals televisie en krant, groeiden de mogelijkheden van de sociale media de afgelopen 10 jaren enorm. De groeiende populariteit van het internet als een primaire bron van informatie, gekoppeld aan de verminderde invloed van kranten en televisie, leidt tot veranderingen in de traditionele manieren waarop sport wordt gedefinieerd, bekeken en beschreven in de media (Kian & Clavio, 2011). Daarnaast zijn sociale media websites zoals Facebook en Twitter een belangrijk platform geworden voor de interactie en uitwisseling van informatie tussen individuen (Wallace, Wilson & Miloch, 2011). In theorie moeten online communicatie middelen het mogelijk maken om vrouwelijke atleten meer aan de orde te laten komen in de mate van verslaggeving, aangezien de nieuwe media geen limiet kennen (Kian & Hardin, 2009). Hier blijkt echter dat de inhoud van de verslaggeving in de online media hetzelfde is als bij andere media kanalen. Alhoewel er nog weinig onderzoeken bestaan naar de nieuwe media over een langere periode is het duidelijk dat de nieuwe en online media kanalen niet meer verslag doen over vrouwensport dan de traditionele media (Fink, 2015). Zo bleek uit onderzoek van Kian & Clavio (2011) dat mannelijke tennissers zowel op televisie en in kranten, als bij sociale media, meer aandacht kregen bij de US Open dan de vrouwelijke

tennissers.

De mogelijkheden en invloed van deze sociale media op de discussie over gender ideologieën is nog weinig onderzocht. Gegeven de recente toename aan populariteit van sociale media is het voor vergelijkende doeleneinden met andere media belangrijk om dit verder te onderzoeken. Daarnaast is het van belang te onderzoeken in hoeverre deze verschillen een rol spelen in de samenleving. Dit is van invloed op de ontwikkeling van vrouwen en mannen, ook naast het gebied van sport. Vandaar dat ik in dit onderzoek wil kijken of stereotyperingen en huidige ideologieën over topsporters een rol spelen bij de manier waarop formeel verslag wordt gedaan in de sociale media. Dit doe ik door te

(7)

kijken naar de Grand Slams Australian Open en Wimbledon via de sociale media website Facebook. Om deze relaties te onderzoeken heb ik de volgende vraag en deelvragen opgesteld:

In welke mate en op welke wijzen wordt er verschillend bericht over mannelijke en vrouwelijke toptennissers via Facebook in relatie tot Wimbledon en de Australian Open?

- In hoeverre zijn er verschillen in de mate van aandacht die mannelijke en vrouwelijke toptennissers ontvangen via Facebook?

- Is er sprake van verschillende berichtgeving tussen mannelijke en vrouwelijke toptennissers betreffende de inhoud van facebookberichten?

- Op welke manier worden mannelijke en vrouwelijke toptennissers in afbeeldingen weergegeven?

(8)

2. Definities

2.1 Facebook

Facebook is een van de vele sociale media kanalen die online interactie mogelijk maakt. Daarbij is Facebook een van de populairste sociale netwerk platformen. Op dit moment kent de media website wel 1,65 miljard actieve gebruikers. Deze gebruikers worden gezien als actief omdat ze maandelijks de website bezoeken. Van deze groep zit 66,1% dagelijks op Facebook (Smith, 2016). De netwerk inhoud is specifiek gericht op de gebruiker, waarbij de inhoud dagelijks wordt geüpload en vernieuwd op dit platform (Schultz & Scheffer, 2010). Kenmerken van Facebook zijn de categorisatie van items geassocieerd met het uploaden van inhoud, reviewen van inhoud geüpload door anderen in het netwerk en items gerelateerd aan reacties op eerder geplaatste inhoud (Wallace, Wilson & Miloch, 2011). De mogelijkheden van deze sociale media website bestaan uit status updates en het uploaden van foto’s, filmpjes, links en notities. De website geeft gebruikers de mogelijkheid om inhoud op hun Facebookpagina’s te uploaden, die dan zichtbaar wordt op de algemene nieuws pagina (Wallace, Wilson & Miloch, 2011). Er kunnen connecties worden gelegd met andere gebruikers, waardoor er nog meer informatie kan worden gedeeld, iets wat interessant is voor de sociologie. Sociale netwerk sites, en dan specifiek Facebook, maken het mogelijk dat netwerken zowel uit virtuele als fysieke vriendengroepen bestaan. Hierdoor kunnen mensen relaties hebben met personen die zich geografisch dicht bij hen bevinden, of die juist heel ver weg zijn (Golder, Wilkinson & Huberman, 2007). Zo kunnen er via Facebook afspraken worden gemaakt tussen collega’s voor vergaderingen, lunch of andere bijeenkomsten en kan er ook informatie worden uitgewisseld tussen onbekenden. Verder kunnen er virtuele connecties worden gelegd met mensen die leiden tot fysieke afspraken. Dit zorgt voor een interessante combinatie tussen de virtuele en fysieke belevingswereld (Beer & Burrows, 2007). Ook cultureel kan Facebook tot veranderingen leiden, er zijn inmiddels veel artiesten groot geworden door virtuele connecties met populaire artiesten en hun publiek (Beer, 2006).

Het is als onderzoekers met sociologische doelen noodzakelijk om in te dringen in het netwerk van Facebook, anders kunnen deze netwerken niet worden bekeken. Als onderzoeker moet je je onder dompelen in de digitale wereld, je moet ‘vrienden’ maken en meedoen met de algemene normen en waarden van de website. De mogelijkheid van de onderzoeker om zich te mengen in de virtuele wereld zorgt ervoor dat hij zich verplaatst van de rol van observeerder naar participerend observeerder (Beer & Burrows, 2007). Het was voor mij in dit geval makkelijk om participerend observeerder te worden, aangezien ikzelf ook enkele jaren lid ben van het sociale netwerk. Ik was op het moment dat dit onderzoek begon al participerend deelnemer van de netwerk website en heb vervolgens de rol van participerend observeerder overgenomen.

2.2 Grand Slams

De Grand Slams zijn de belangrijkste vier jaarlijkse toernooien in het tennisspel en bestaan uit de Australian Open, Roland Garros, Wimbledon en de US Open. Deze toernooien zijn de belangrijkste

(9)

binnen het tennis vanwege het aantal punten voor de wereldranglijst die tennissers kunnen verdienen, prijzengeld en media aandacht. Daarnaast zijn dit de enige 4 toernooien waarbij mannen spelen voor “best of five” sets, fysiek wordt er dus ook meer gevraagd van de mannelijke spelers. De term Grand Slam betekent oorspronkelijk het winnen van alle vier de toernooien in een kalenderjaar in één van de verschillende categorieën. Wanneer er in datzelfde jaar ook nog een gouden medaille wordt gewonnen tijdens de Olympische Spelen wordt dit een Golden Slam genoemd. Voor dit onderzoek wordt er gekeken naar twee van de Grand Slams, namelijk Wimbledon en de Australian Open. Ik heb voor Wimbledon gekozen omdat dit toernooi het oudste officiële tennistoernooi ter wereld is en tegelijk ook het meest bekende. Daarentegen is de Australian Open een van de twee jongste Grand Slams en staat het toernooi bekend om een vernieuwende houding. Dit contrast van traditionele versus moderne inzichten, normen en waarden leek me interessant om te onderzoeken. Een verder voordeel aan deze toernooien is dat beide toernooien de moedertaal Engels hebben. Aangezien ik een goede basis heb in het Engels kan ik de teksten en filmpjes makkelijker interpreteren en worden er minder fouten gemaakt met eventuele vertalingen. Iets wat zou kunnen gebeuren bij de Grand Slam Roland Garros waar Frans de voertaal is.

Onderzoek in sport kan niet gedaan worden zonder een historische achtergrond (McDonald & Birrel, 2009). Vandaar dat ik in de volgende paragrafen een historische en sociaal-culturele context geef van zowel Wimbledon als de Australian Open.

2.3 Wimbledon

Waarschijnlijk het meest bekende tennistoernooi ter wereld is Wimbledon. Dit toernooi vindt plaats van juni tot en met juli in Londen, en duurt in totaal 2 weken. De ondergrond van het toernooi is gras. Het hele jaar wordt dit gras nauwkeurig gekweekt en behandeld. Wimbledon is het enige Grand Slam toernooi dat nog speelt op deze ondergrond. Gras staat bekend als een snelle ondergrond. Wanneer er naar deze ondergrond wordt gekeken vanuit een tennis perspectief kan er worden gesteld dat

vrouwentennis op gras leuker is om naar te kijken dan mannentennis (Vincent, 2004). Dit komt doordat professionele speelsters over het algemeen niet zo hard slaan als hun mannelijke collega’s, daarnaast spelen vrouwen meer vanuit achter in het veld waardoor er langere rally’s ontstaan. Dit is voor toeschouwers leuker om naar te kijken dan naar het mannenspel. Mannen spelen vaak nog een service-volley spel wat leidt tot kortere rally’s met weinig afwisseling in het spel (Vincent, 2004). Zoals hierboven gesteld spelen de mannen “best of five” sets in de wedstrijden en de vrouwen “best of three”. Dit is gebaseerd op het Victoriaanse geloof dat vrouwen zichzelf niet onnodig moeten

inspannen. Dit verschil is een belangrijk argument voor voorstanders van ongelijk prijzengeld (Crossman, Vincent & Speed, 2007).

De organisatie van Wimbledon bestaat uit 16 personen, en tijdens de weken waarin het toernooi plaats vindt wordt de organisatie uitgebreid naar 28 personen. 5 mensen vormen de officials van het toernooi,

(10)

zij hebben de belangrijkste rol binnen de organisatie. De officials bestaan uit 4 mannen en 1 vrouw (Wimbledon, 2016). Verdere indelingen van het personeel zijn niet transparant, maar opvallend is onderstaande quote. De quote is te vinden op de officiële pagina van Wimbledon onder de kop ‘vacatures’.

“The All England Lawn Tennis Club (Championships) Limited is an equal opportunities employer and has developed policies and procedures that comply with current equal opportunities legislation. The Company is committed to promoting equal opportunity in the workplace, regardless of age, disability, gender reassignment, marital or civil partnership status, pregnancy and maternity, race, colour, nationality, ethnic or national origin, religion or belief, sex, or sexual orientation.”

De allereerste editie van Wimbledon vond plaats in 1877 op het park dat destijds the All England Club werd genoemd (Wimbledon, 2016). Het toernooi werd toen alleen georganiseerd voor mannen. Het begon vrij simpel en was voor iedereen toegankelijk mits men de toernooikosten kon betalen. Het park, dat oorspronkelijk was aangelegd voor croquet, werd toen omgebouwd voor tennis. De organisatie bleef echter vasthouden aan de ondergrond van gras. Vrouwen mochten voor het eerst meedoen in 1884, ondanks meerde pogingen van de organisatie om dit te voorkomen. Hierbij golden er nog twee “tweede klasse” voorwaarden voor de vrouwen. Ten eerste mochten de vrouwen pas beginnen als het mannentoernooi klaar was en ten tweede betaalden ze de helft minder toernooigeld dan de mannen. In 1922 verplaatste het toernooi naar Church Road, waar aanzienlijk meer

toeschouwers aanwezig konden zijn. Het feit dat het nodig was om te verhuizen had mede te maken met de groei van populariteit van de tennissport. Een oorspronkelijk plan was om de ondergrond te veranderen in hardcourt, maar hier werd later vanaf gezien. Er werd in dit nieuwe park ook een hoofdbaan aangelegd, maar dit bleek echter niet genoeg. Er moest naast de hoofdbaan nog een showbaan worden aangelegd. Deze kwam er in 1924 en kreeg de naam No.1 Court. De Engelse koninklijke familie is altijd nauw verbonden geweest met het toernooi, en in 1926 deed koning George VI zelfs mee aan het toernooi. De eerste televisiebeelden van het toernooi verschenen in 1937 en werden voorzien van commentaar van een mannelijke verslaggever. De eerste wedstrijd die werd uitgezonden was een eerste ronde in het mannen enkelspel. Gedurende de tweede wereldoorlog werd het center court van Wimbledon vernietigd door een bom. De schade kon niet gerepareerd worden tot 1947, maar ondanks de schade ging het toernooi in 1946 weer door, waarmee het de titel behield van grootste en belangrijkste tennistoernooi ter wereld. In 1949 werd Gussie Moran door haar wedstrijden tijdens Wimbledon een van de bekendste speelsters van die tijd, niet vanwege de resultaten, maar vanwege moderne en uitdagende kleding. Haar foto’s gingen heel snel de hele wereld over en er was veel commotie over. In 1957 won de eerste zwarte tennisser Wimbledon. Haar naam was Althea Gibson en ze was van Amerikaanse afkomst. Het was zeer uitzonderlijk dat ze won, aangezien het nog

(11)

lastig was voor zwarte mensen om deel te nemen aan toernooien. Zo mocht ze tot haar 23e niet

meedoen aan de US Championships. Vanaf 1986 mocht tennis zichzelf eindelijk een professionele sport noemen, daarvoor werd het alleen op amateur niveau gespeeld. Opvallend in de Wimbledon geschiedenis is het terugkerende thema van mode en gepaste of ongepaste kleding, meestal gerelateerd aan vrouwen. In 1985 was er weer opzien over een vrouwelijke tennisspeelster genaamd Anne White. Zij droeg in de eerste ronde een strak bodysuit, volgens de toernooileiding meer geschikt voor figuurschaatsen dan tennis. Vanwege de aandacht die het trok werd de wedstrijd na 1 set afgebroken en verzet naar de volgende dag. De mannelijke scheidsrechter vertelde Anne White dat ze bij het vervolg van de wedstrijd beter wat anders aan kon doen, wat ze vervolgens ook deed.

De jaren ’90 waren bewogen jaren waarbij Tim Henman, een favoriete Engelse speler, werd gediskwalificeerd vanwege het raken van een ballenmeisje met een bal die werd geslagen uit frustratie. Ook kreeg een Amerikaanse speler een boete van 63000 dollar en werd hij geschorst voor twee Grand Slams omdat hij opgaf vanwege ruzie met de scheidsrechter. Verder werd 1996 een bijzonder jaar toen de eerste vrouwelijke streaker van het tennis haar optreden maakte tijdens de finale. In 2004 werd er een romantische komedie gemaakt over Wimbledon, waar bekende oud-tennissers in speelden maar ook bekende acteurs. Dit geeft aan hoe belangrijk dit toernooi wordt gevonden over de hele wereld.

In 2007, ruim 120 jaar nadat vrouwen werden toegelaten aan het toernooi, werd het prijzengeld van mannen en vrouwen eindelijk gelijkgesteld. Onder andere de prime-minister Tony Blair had hierover zijn mening geuit. Volgens de toernooileiding moest het gelijkstellen van het prijzengeld leiden tot een motivatie voor meisjes om meer en op hoger niveau te gaan sporten en werd het gezien als een

eerbetoon en dankbetuiging aan de vrouwelijke tennissers die ervoor hadden gezorgd dat het huidige tennis zo sterk was. Ook was 2007 een belangrijk jaar omdat er voor het eerst werd gewerkt met een Hawkeye systeem, waarbij de lijnen elektronisch worden gemeten en spelers bij twijfel de afdruk van de bal kunnen terugzien. De constructie werd alleen toegepast bij de twee hoofdbanen. Het toernooi ontwikkelde zich verder en in 2010 werd het dak van het center court onthuld, waardoor spelers onder alle weersomstandigheden kunnen spelen. De Olympische Spelen werden in 2012 in Londen

gehouden en het tennis vond plaats op Wimbledon. Opvallend is dat de vrouwenfinale tijdens de Spelen slechter bekeken was dan de herenfinale. Zo’n 7,9 miljoen mensen volgden de vrouwenfinale op tv, tegenover 10 miljoen tv-kijkers voor de herenfinale.

Wimbledon kent als enige Grand Slam bijzondere kledingvoorschriften. Zo zijn de spelers verplicht om witte kleding te dragen. Vanaf 1963 werd het verplicht om grotendeels in wit te spelen, en sinds 1995 zijn de spelers verplicht om volledig in het wit te spelen. De regels zijn zo streng dat er echt geen enkele kleur in de kleren mag voorkomen, zelfs niet op de zolen van de schoenen. Een andere traditie is dat de vrouwenwedstrijden in de slotfase (halve finale en finale) eerder worden gespeeld dan de mannenwedstrijden.

(12)

2.4 Australian Open

De Australian Open is het eerste toernooi van het kalenderjaar en vindt plaats in de Australische stad Melbourne. Er wordt gespeeld op de ondergrond hardcourt. Het tennispark maakt onderdeel uit van een groter complex dat meerdere sportparken bevat. De Australian open staat bekend om het

doorbreken van tradities, zoals de Australian Open Chief Executive zelf stelde: “We’ve tended to be the Grand Slam that has broken with tradition. We’re making a habit of that. It’s a bit what Australia’s about. We like to be innovative, adventuresome and a little irreverent.” (Australian Open, 2016). In tegenstelling tot Wimbledon is de geschiedenis van de Australian Open een stuk minder traditioneel. De eerste editie vond plaats in 1905 en was tot 1926 bekend onder de naam het

Kampioenschap van Australazië. Vanaf 1922 mochten er ook vrouwen meedoen aan het toernooi. Van 1927 tot 1968 werd het veranderd naar het Kampioenschap van Australië en pas vanaf 1969 werd het toernooi open gesteld voor iedereen, voor zowel professionals als amateurs, Australiërs of

buitenlanders. Het toernooi kreeg toen de naam zoals we het tegenwoordig kennen, de Australian Open. Voordat het toernooi vanaf 1972 standaard werd gespeeld in Melbourne is het op verschillende locaties georganiseerd en zelfs in een ander land. In de beginjaren is het twee keer georganiseerd in Nieuw-Zeeland, in Christchurch en Hastings. Verder heeft het toernooi meerdere malen plaats gevonden in Adelaide, Brisbane, Perth en Sydney (Crossman, Vincent & Gee, 2010). Vanaf 1972 speelde men echter op de grasbanen van Kooyong, een buitenwijk van Melbourne. Deze keuze was gebaseerd op het aantal bezoekers, dat in deze stad verreweg het hoogste was. Uiteindelijk werd dit stadion te klein en in 1988 verhuisde het toernooi naar Melbourne Park waar werd gespeeld op Rebound Ace (te vergelijken met hardcourt) met een lichtgroene kleur. Dit was een goede keuze want het aantal bezoekers groeide met 90%. In 2008 werden er nieuwe banen aangelegd, dit keer met plexicushion, een andere vorm van hardcourt met een lichtblauwe ondergrond. De Australian Open heeft een hoofdbaan, namelijk de Rod Laver Arena (vernoemd naar de bekende Australische tennisser Rod Laver) en daarnaast nog een grote baan, de Hisense Arena. Beiden hebben een uitschuifbaar dak, iets was verder alleen de Grand Slam Wimbledon heeft.

Vanwege de afgelegen locatie van het land waren er maar weinig buitenlanders die deelnamen aan het toernooi in het begin van de 20e eeuw. In de jaren ’20 duurde het wel 45 dagen om per schip van

Europa naar Australië te reizen. Zelfs binnen Australië was het vaak nog lastig reizen. Toen het toernooi in Perth werd gehouden waren er maar weinig spelers uit de provincies Victoria of New South Wales, omdat ze dan een treinreis van 3000 kilometer moesten afleggen. Een algeheel dieptepunt vond plaats in 1906, pas de tweede editie, toen het toernooi in Nieuw-Zeeland werd gehouden, er deden toen maar 2 Australische spelers mee van de 10 spelers die deelnamen. De lage opkomsten hadden ook te maken met een concurrentie van andere toernooien, elke provincie had namelijk zijn eigen kampioenschappen die in die tijd meer aanzien hadden.

(13)

Een andere opvallende zaak in de geschiedenis van de Australian Open heeft te maken met het feit dat het toernooi over meerdere jaren op andere tijdstippen werd gespeeld. Hierdoor was het moeilijk voor de spelers om dit toernooi te plannen in hun speelschema's. Het toernooi koos voor andere tijdstippen vanwege het wisselende weer van de verschillende locaties.

Op de site van de Australian open wordt in de geschiedenis vooral gepraat over de winst of het verlies van Australische spelers of andere grote namen in de tenniswereld, die een andere afkomst hebben (Australian Open, 2016). Bijzonder, vergeleken met Wimbledon, is het feit dat er nooit over kleding wordt gepraat, maar alleen over resultaten of persoonlijkheden.

(14)

3.1

Theoretisch kader

In de huidige tijd onderkennen de meeste sociologen structuur, cultuur en macht als factoren die een rol spelen in het sociale leven van mensen (Cooky, 2009). Voor dit onderzoek wordt er specifiek gekeken naar cultuur en macht. Het theoretisch kader dat wordt gebruikt is dat van hegemonie. Dit is een van de meest gebruikte theorieën in sociologisch onderzoek naar gender en sport (Pringle, 2005).

3.1 Hegemonie

Zoals het concept van hegemonie van Gramsci (1971) tegenwoordig gebruikt wordt kunnen we het op 2 manieren definiëren. Ten eerste betekent hegemonie het overwicht van een bepaalde groep, zoals de staat of een partij, of een overeengekomen basis van een bestaand politiek systeem binnen een

samenleving. Dit staat in contrast tot het concept van dominantie, waarin een staat alleenrecht heeft op het gebruik van geweld en als scheidsrechter fungeert bij geschillen. Gramsci stelt wel dat alleen zwakke staten vaak dreigen met geweld of gebruik maken van geweld. Sterke staten worden alleen geregeerd door hegemonie. Bij deze definitie is het van belang dat de arbeidersklasse of de lagere klasse politieke strategieën ontwikkelen die de overeenkomsten van de huidige regerende klasse ondermijnen (Adamson, 1983). Het basisprincipe dat hieraan ten gronde ligt is als volgt: de mens wordt niet alleen geregeerd door macht, maar ook door ideeën (Bates, 1975). Hij bedoelde hiermee te zeggen dat een nieuwe overeenkomst tussen verschillende groeperingen niet alleen tot stand komt door een dwingende macht van een groep binnen de samenleving. Naast macht spelen aantrekkelijke ideeën en argumenten die zorgen voor een politiek netwerk en een organisatie ook een grote rol. Een passend politiek initiatief is volgens Gramsci altijd nodig om de economische trend te verlichten van de huidige traditionele ideeën. Dit is nodig om de politieke richting van bepaalde krachten te

veranderen (Gill & Law, 1989). Ten tweede is hegemonie het overstijgen van het level van de economische conceptie. De hegemonie zorgt voor een “klasse bewustzijn”, waarbij klasse niet alleen wordt ingedeeld op economische welvarendheid, maar ook op basis van gemeenschappelijk

intellectueel en moreel bewustzijn, een gemeenschappelijke cultuur. Alleen door het verkrijgen van hegemonie op meerdere levels kan een complete revolutie plaatsvinden, waarbij een klasse macht kan krijgen door economische, politieke en culturele overeenstemming te verwerven (Adamson, 1983). Daarbij kan de dominante klasse ideologieën, sociale normen en politieke strategieën van andere klassen manipuleren om ervoor te zorgen dat deze normen worden geaccepteerd in de samenleving als normaal en vanzelfsprekend (Gramsci, 1971).

Voor Gramsci was het concept van hegemonie een manier om de relaties binnen een samenleving weer te geven. Er is sprake van een orde in de hegemonie die de relatie tussen de verschillende klassen en tussen de staat en de burgers karakteriseert (Gill & Law, 1989) .

(15)

3.2 Conflicttheorie en sport

Hegemonie stamt af van de conflicttheorie, die benadrukt dat er in de samenleving een oneerlijke verdeling van macht bestaat, wat kan leiden tot onevenredige verdelingen in welzijn, educatie en zelfs in levensverwachting (Giddens, 2001). De basis van deze benadering van de samenleving ligt daarmee bij structurele conflicten tussen sociale groeperingen gebaseerd op etniciteit, klasse, geslacht en andere structurele oneerlijke relaties. Vanuit het conflict perspectief wordt de institutie sport gezien als een strijd tussen verschillende krachten om controle te verkrijgen over verschillende elementen van fysiek spel (Rowe, 2004). De grootste invloed op de conflict theorie stamt af van het marxisme, die stelt dat de samenleving gebaseerd is op een klassenstrijd. Een kritiek van het marxisme op de institutie sport is dat sport niet het ontwikkelen is van fysiek spel, maar het commercialiseren van het dagelijkse leven (Lawrence & Rowe, 1986). Bij deze redenering vanuit het marxisme ligt het probleem in het feit dat sport in een kapitalistische samenleving wordt gepresenteerd als een institutie die alleen kan worden omgegooid door middel van een revolutie. Zo’n analyse laat weinig ruimte over voor het bedenken en opstellen van andere oplossingen (Rowe, 2004).

Gramsci deelt sommige standpunten van de marxistische conflict theorie, maar verschilt op een belangrijk aspect. Volgens zijn theorie kan sport worden gezien als een continue wisselwerking van sociale klassen en andere sociale groeperingen. Deze continue wisselwerking van onderhandelingen leiden tot gemeenschappelijke uitkomsten (Rowe, 2004).

3.3 Mannelijke hegemonie

Gramsci heeft zelf nooit gekeken naar de relatie van hegemonie en gender in de samenleving, maar veel onderzoekers na hem hebben het concept van hegemonie gebruikt om sociale structuren in de wereld die gedomineerd wordt door mannen verder te onderzoeken (Kian, Vincent & Mondello, 2010). Hieruit ontstond uiteindelijk de term mannelijke hegemonie. Mannelijke hegemonie refereert naar ideologieën die de overheersing van mannen over vrouwen in de samenleving beschrijven. In deze ideologieën worden bepaalde kenmerken in meerdere culturen toegeschreven aan ‘echte

mannen’, die niet alleen ‘echte mannen’ onderscheiden van vrouwen en alle andere mannen, maar ook hun positie van dominantie over vrouwen rechtvaardigen (Connell, 1987). Dit houdt in dat niet alleen vrouwen mannelijke hegemonie ervaren, maar ook een groepering van mannen die niet voldoen aan de voorwaarden van de groep ‘echt mannen’. Deze theorie van gender machtsrelaties is gebaseerd op de kennis dat er meerdere mannelijkheden en vrouwelijkheden opereren in een hiërarchie gebaseerd op gender (Kian, Vincent & Modello, 2010). Ondanks dat mannelijkheden variëren binnen een sociale context is de meeste geïdealiseerde vorm van mannelijkheid in een gender hiërarchie die van mannelijke hegemonie. Dit zorgt ervoor dat heteroseksualiteit, agressie en vastberadenheid worden versterkt (Vincent & Crossman, 2009). Mannelijke hegemonie wordt normaal gerepresenteerd door een elite groep van witte, westerse, heteroseksuele, gezonde en sterke mannen die geassocieerd worden met sociale prestige. Volgens Connell is er geen sprake van vrouwelijke hegemonie, maar er is

(16)

wel een vrouwelijkheid die wordt geassocieerd met een sociale elite. Dit zijn witte, heteroseksuele vrouwen die voldoen aan “de interesses en verlangens van mannen”. Door een complex systeem van sociaal gestructureerde machtsrelaties kan mannelijke hegemonie andere mannelijkheden en

vrouwelijkheden domineren en beïnvloeden. In de westerse samenleving bestaan de groepen die gedomineerd worden uit vrouwen, over het algemeen vrouwen van kleur, biseksuelen, lesbiennes en de werkende klasse vrouw (Vincent, 2004). Het is echter wel belangrijk om te melden dat er een gedeelte van overlap is of een vervagen van grenzen tussen hegemonie en mannelijkheden wanneer hegemonie effectief is (Connell & Messerschmidt, 2005). Volgens Giddens (1984) kunnen deze ideologieën en structuren van mannelijke hegemonie worden doorbroken door te begrijpen hoe de relatie tussen structuur en instantie werkt. Hij spreekt over controle waarbij alle individuen een mate van macht hebben om te transformeren, of de omstandigheden waarin ze zich bevinden te veranderen. Zelfs de niet-dominante groeperingen, vrouwen, hebben een bepaalde mate van macht om de

dominante groepering, mannen, te bestrijden (Cooky, 2009).

3.4 Mannelijke hegemonie, sport en media

Sport, en specifiek de commerciële sport media, is een krachtig instituut om mannelijke hegemonie te versterken (Fink, 2015). Dit komt doordat de sport media niet alleen mensen informeren over

sportprestaties, maar ook functioneren als entertainment voor mensen en de binding met sporters biedt de mensen een mogelijkheid om zich als sociale groep te identificeren ; lokaal, internationaal, gender, etniciteit (Peeters & Elling, 2015). Mannelijke hegemonie wordt in sport vaak bevochten maar het lukt vrijwel nooit om dit te doorbreken zonder toestemming van mannen aan de top van de sociale

hiërarchie (Kian & Hardin, 2009). Toch lijken er steeds meer mogelijkheden te ontstaan om

mannelijke hegemonie te doorbreken via online media. Zo zijn er veel vrouwelijke topsporters die via de sociale media fans hebben aangetrokken, oplopend tot 8,8 miljoen fans op Facebook (Bruce, 2013). Deze volgers kunnen een teken zijn voor meer interesse in vrouwelijke media gatekeepers voor de sport. Deze topsportsters gebruiken telkens nieuwe media vormen om nieuws te kunnen plaatsen (Lowrey & Mackay, 2008). De sociale media doorbreken echter niet de mannelijke hegemonie en de bijbehorende achterliggende structuren. Ze worden nog steeds gedomineerd door mannelijke atleten en mannelijke sporten. Clavio (2008) vond in een studie over sport georiënteerde berichten dat

participanten en publiek grotendeels uit mannen bestond. Onderzoek door professionele web

organisaties vonden ook dezelfde trends bij sport gerelateerde sociale media websites (Kian & Clavio, 2009). Bijkomend is dat bloggers, tweeters en Facebookers niet gelimiteerd zijn aan een publieke standaard van gepastheid die wel van toepassing is op de mainstream media (Bruce, 2013). Dit heeft tot gevolg dat commentaren in de sociale media eerder gender ideologieën en mannelijke hegemonie versterken dan tegengaan. Uit onderzoek blijkt dat blogs over vrouwen in diverse sporten vaak denigrerend en seksistisch zijn (Hardin, 2009). Toch biedt de sociale media vrouwen sporten en vrouwelijke sporters de kans om hun eigen inhoud te bepalen en een grote groep fans te creëren.

(17)

Hiermee zorgen ze voor groepen die interesse hebben in vrouwelijke sporters en de bijbehorende sporten die groter is dan de nationale grenzen.

Helaas is er verder nog weinig gepubliceerd over de invloed van de sociale media ten opzichte van de invloed van de mainstream media over de mannelijke hegemonie in de sport (Kian & Clavio, 2011). De nieuwe sociale media specifiek gericht op het rapporteren van berichten betreffende sport, gecombineerd met het groeiende publiek voor deze inhoud, hebben nog geen duidelijkheid kunnen bieden over de effecten voor het doorbreken van mannelijke hegemonie binnen sport en de

(18)

4. Operationalisering

De theoretische achtergrond in de mannelijke hegemonie biedt ruimte om de concepten seksisme, heteroseksisme/homofobie en de invloed op marketing/promotie verder te onderzoeken.

4.1 Seksisme

Seksisme speelt nog steeds een rol bij het sporten en in de verslaggeving van sporten. Volgens de theorie van objectivering wordt het lichaam van vrouwen in Westerse samenlevingen vaak seksueel geobjectiveerd (Fredrickson & Roberts 1997). Dat betekent dat vrouwelijke lichamen worden gezien als objecten voor het plezier en de evaluatie van anderen, specifiek mannen. Deze objectivering van vrouwen komt voor bij persoonlijke en sociale interacties, maar ook via individuele ervaringen met visuele media. Er is veel bewijs voor een wereldwijde objectivering van vrouwen in mainstream Westerse media inclusief het internet (Daniels & Wartena, 2011).

Naast seksisme op het gebied van objectivering vallen geslacht-stereotypen met betrekking tot mannelijkheid en vrouwelijkheid onder het algehele begrip van seksisme. De stereotypen kunnen bewust of onbewust invloed hebben op het gedrag van individuen. In de huidige samenleving baseren we onze sociale organisatie op deze stereotypering van vrouwelijkheid en mannelijkheid (Bartky, 1990). Van vrouwen wordt er verwacht dat ze zich volgens traditionele vrouwelijke manieren

gedragen. Dit wordt opgelegd door mannelijke hegemonie, waar dit andersom is voor mannen, die de traditionele mannelijke rollen vervullen (Krane, 2001). Eigenschappen die behoren bij vrouwen en zijn ontstaan door de huidige mannelijke hegemonie in de samenleving zijn emotioneel, passief,

afhankelijk, moederlijk, meelevend en zachtaardig. Eigenschappen die bij mannelijke rollen horen zijn kracht, competitiegericht, vastberadenheid, zelfvertrouwen en onafhankelijkheid. Degenen die zich niet gedragen volgens deze traditionele eigenschappen worden door de dominante groep in de samenleving buitengesloten en belachelijk gemaakt.

Hoe vrouwelijke atleten zich daar zelf onder voelen krijgt weinig aandacht. Vrouwelijke topsporters moeten omgaan met een duale identiteit, die van topsporter en die van vrouw in de context van een samenleving waar mannelijke hegemonie heerst (Kane, LaVoi & Fink, 2013). Hoe de media hiermee omgaan geeft een goede basis om te bestuderen hoe vrouwelijke atleten worden gezien. Meân en Kassing (2008) stellen dat gender nog steeds de hoofdtypering is voor vrouwelijke atleten, waarmee het beeld van vrouwen die sporten en daarbij eerst worden gezien als vrouw en vervolgens als atleet, wordt bevestigd. En dit is juist het lastigste aspect, de voortdurende strijd van de duale identiteit van vrouwelijke sporters, waarbij ze aan de ene kant een rol vervullen als op-de-baan krachtige en sterke topatleet, en aan de andere kant een rol waarbij ze zich “vrouwelijk gedragen” niet gerelateerd aan een context van sport (Krane et al., 2010).

Een voorbeeld van seksisme binnen de tennissport kan worden gevonden bij de Zuid-Afrikaanse ex-toernooidirecteur van de Indian Wells, Raymond Moore. Hij stelde dat de WTA, de organisatie van het vrouwentennis, profiteerde van het succes van de mannen. Volgens hem deden ze niets anders dan

(19)

meeliften op mannelijk succes en hoefden ze zelf geen beslissingen te nemen (NU.nl, 2016). Iets waarbij de traditionele vrouwelijke eigenschappen passiviteit en afhankelijkheid naar voren komen. Daarnaast zei Moore dat hij het jammer vond dat er zo weinig attractieve vrouwelijke speelsters rondlopen binnen het circuit, waarmee hij insinueerde dat dit van belang is voor de tennissport. Seksisme lijkt een waterdicht concept, het is de norm en daarmee zo verweven met de institutie van sport dat het zelden wordt opgemerkt. Als het al wordt opgemerkt is het volgens individuen toch niet te veranderen, want ‘dat is gewoon hoe het is’ (Walker & Sartore-Baldwin, 2013). Daarom zullen vrouwen minder snel meedoen aan fysiek uitdagende activiteiten (Bartky, 1990). Meedoen aan actieve, krachtige, competitieve en assertieve activiteiten (nodig in sport) wordt gezien als mannelijk. Het is sociaal geaccepteerd voor mannen maar niet voor vrouwen. Als resultaat worden seksistische handelingen in sport vaak niet opgemerkt, laat staan dat ze aangekaart en ter discussie worden gesteld door de sport media (Fink, 2015). In tegenstelling tot de meeste gevallen zijn er na de uitspraken van Raymond Moore, die eerder werd genoemd in het voorbeeld wel consequenties verbonden aan zijn gedrag. Na de uitspraken, die zorgden voor veel ophef en commotie, moest Moore opstappen als toernooidirecteur van de Indian Wells (NU.nl, 2016).

4.2 Heteroseksisme/homofobie

Vrouwen die worden gezien als superieure atleten, zeker vrouwen die niet voldoen aan een

feministisch of heteroseksueel stereotype, bedreigen mannelijke hegemonie. Dit is ook kenbaar bij vrouwen die er mannelijk uitzien, bijvoorbeeld gespierd. Daardoor worden ze belachelijk gemaakt en hun gedrag wordt bestempeld als afwijkend, onnatuurlijk of zelfs lesbisch (Griffin, 1992) – zie het voorbeeld van Serena Williams aan het begin. Vrouwelijke atleten die de mannelijke hegemonie bedreigen krijgen het label ‘lesbienne’ opgeplakt om verdere dreiging te voorkomen (Fink, 2012). Zoals Griffin (1992) stelde:

“Het lesbische label is een politiek wapen dat kan worden ingezet tegen vrouwen die buiten de lijntjes kleuren. Elke vrouw die de traditionele rollen uitdaagt wordt een lesbienne genoemd… Elke vrouw die zich uitspreekt tegen seksisme wordt een lesbienne genoemd. Zolang vrouwen bang zijn om lesbiennes genoemd te worden, is dit labelen een effectief middel om alle vrouwen te controleren en vrouwelijke uitspattingen tegen seksisme te beperken.”

Daarmee moeten alle vrouwelijke sporters, ongeacht hun seksuele voorkeur, zich op het sportgebied door de sluimer van homofobie heen slaan (Fink, 2012). Een voorbeeld van homofobie binnen het tennis vond plaats in de jaren 80 van de vorige eeuw. Billie Jean King, die als een van de

voorloopsters van gelijke rechten voor vrouwen bij sport wordt gezien, werd tegen haar eigen wil in door de media neergezet als lesbienne. De meeste tennisspeelsters binnen het professionele tennis circuit wisten dat Billie Jean King lesbisch was, maar hielden het geheim omdat ze bang waren dat ze

(20)

sponsoren zouden kwijtraken (Delaney & Madigan, 2012). Deze realiteit laat zien dat het voor

speelsters in die tijd alleen geaccepteerd was om heteroseksueel te zijn en dat het financiële zelfmoord was als men als vrouwelijke topatlete uit de kast kwam (Griffin, 1998). Van Martina Navratilova, ook een zeer bekende speelster uit die tijd, werd later in een krantenartikel bekend gemaakt dat ze lesbisch was. Dit kwam voor het publiek niet als een verrassing, maar uit de kast komen werd onmogelijk gemaakt voor de speelsters. De WTA (Women Tennis Association) waarschuwde alle professionele tennissters dat ze niet mochten uitkomen voor hun seksuele geaardheid, omdat de WTA bang was voor het verlies van sponsoren (Zwerman, 1995). Mede door dit voorbeeld is het duidelijk hoe mannelijke hegemonie in de sport ervoor kan zorgen dat vrouwelijke atleten gepusht worden om zichzelf te camoufleren of om zich juist extra vrouwelijk te gedragen om zichzelf te beschermen.

4.3 Invloed op marketing/promotie

De combinatie van bovenstaande factoren zorgt ervoor dat de marketing en promotie van vrouwelijke atleten en vrouwensporten wordt gedaan op een manier waarbij andere dingen dan het atletische aspect wordt benadrukt. Het is een diep geworteld geloof dat dit de meest succesvolle manier is om

vrouwelijke topsporters te adverteren (Fink, 2015). Dit heeft tot gevolg dat er gefocust wordt op seksualiteit en uiterlijk, vrouwelijke kwaliteiten en andere rollen buiten het sporten zoals die van moeder, vrouw en vriendin. Duale identiteiten en seksisme spelen hierbij een grote rol. Naast het promoten van zichzelf als topatlete zijn er een aantal vrouwelijke topatletes die er ook naar verlangen, en zich soms zelfs verplicht voelen, om de interesse in een specifieke sport evenals vrouwensport over het algemeen te promoten. Er wordt regelmatig gesuggereerd dat de beste manier om dit te doen is door het ‘verkopen van seks’. Op deze manier wordt er aan de culturele ideeën van het publiek voldaan, en de marketing praktijken dat vrouwelijke atleten door seksualisering het meest effectief een grote groep fans, aandacht, hogere tv cijfers en sponsoring van bedrijven kunnen genereren (Kane & Maxwell, 2011). Door deze aanname dat vrouwen zich moeten promoten op basis van het verkopen van seks worden traditionele rollen en patronen aangenomen en mannelijke hegemonie versterkt. Daarnaast wordt het idee versterkt dat vrouwen volledig mee kunnen doen aan competitief sporten, maar niet altijd op gelijke manier worden behandeld als de mannelijke sporters (Boyle, Millington & Vertinsky, 2006). De norm die momenteel heerst dat seksueel provocerende foto’s vrouwensport promoten, verklaart, voor een deel tenminste, waarom vrouwelijke atleten systematisch worden neergezet als traditioneel vrouwelijk in plaats van fysiek sterk of krachtig. Het verklaart ook waarom sommige vrouwen de mogelijkheid omarmen om hun vrouwelijkheden en hun uiterlijk te promoten in de media. Alleen op deze manier krijgen vrouwelijke atleten erkenning en financiële ondersteuning (Lines, 2001). Een voorbeeld van een tennisspeelster die vooral bekend is om haar uiterlijk en seksuele aantrekkingskracht is Anna Kournikova. Ondanks dat de speelster een tijd lang in de top 20 heeft gestaan, heeft ze in het enkelspel nooit een toernooi in het professionele circuit gewonnen. Toch was zij in de jaren waarin ze als professioneel tennisster actief was vooral bekend vanwege haar

(21)

uiterlijk. Mannen vinden het leuker om naar attractieve speelsters te kijken dan naar minder attractieve speelsters. Iets wat goed was voor de aandacht en sponsorcontracten van Kournikova (Abrahams, 2000). Naast de aandacht en sponsoring besloot Kournikova om te provoceren door halfnaakt te poseren in verschillende mannenbladen. De beslissing van vrouwelijke atleten om naakt of grotendeels naakt te poseren, of het nu is om zichzelf te promoten of om de sport te promoten, heeft geleid tot behoorlijke discussie omtrent het onderwerp (Kane, LaVoi & Fink, 2013). Sommige onderzoekers hebben beargumenteerd dat zulke beelden kunnen leiden tot het overstijgen van de conventionele stereotyperingen en normen over het ideale vrouwelijke lichaam (Heywood & Dworkin, 2003). Anderen stelden juist dat de beslissing van vrouwelijke atletes om zo provocatief en seksueel te poseren leidt tot gebruiken van hun lichaam om mannelijke behoeftes te bevredigen en daarmee resulteren in het bevestigen van uitbuiting van vrouwensport (Krane et. al, 2010). Kane, LaVoi & Fink (2013) voegen nog drie punten toe betreffende de gevolgen van vrouwen die op seksuele en

provocatieve manieren poseren. Ten eerste worden vrouwen, wanneer ze naakt of seminaakt poseren, bijna altijd in passieve posities neergezet die niet de kracht en spieren van het vrouwelijke lichaam benadrukken. Ten tweede worden deze afbeeldingen vooral in bladen gepubliceerd die mannen als hoofdpubliek hebben. En ten derde doet dit type afbeeldingen weinig voor een grotere interesse of respect voor vrouwensporten.

Een ander interessant voorbeeld is een campagne van de WTA (Women Tennis Association), genaamd ‘Sterk is mooi’. Dit is een campagne ingezet door de organisatie van een sport, en gaat dus buiten de invloed van de sportsters om. De campagne bevat tennisspeelsters die ‘mooi zijn gemaakt’, ze dragen jurkjes en rokjes, en zijn geplaatst in scenes met uitdagende afbeeldingen. Ook de website bestaat uit kleuren die snel geassocieerd worden met vrouwen (Fink, 2012). Ook wanneer je de website opent van de WTA springen de kleuren paars en roze meteen in het oog, daarnaast dragen de toptennissers glitterkleren (WTA, 2016). Dit alles bevestigd de stereotyperingen die er heersen over vrouwen.

(22)

5. Methode

Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden is deze opgedeeld in deelvragen. Bij de methode zal ik de deelvragen verder uitwerken en onderzoeken. Daarbij zal ik uitwerken welke methoden het beste passen bij de verschillende deelvragen. Voor dit onderzoek is er gebruik gemaakt van kwalitatieve onderzoeksmethoden, omdat ik meer te weten wil komen over eventuele verschillen tussen mannen en vrouwen en welke achterliggende redenen hiervoor zijn. Daarnaast wil ik uitzoeken waar de

organisatie van de toernooien de nadruk op legt en in welke vormen ze dat doen. Om een indicatie te krijgen van de mate van verschillen tussen deze toernooien en tussen de verslaggeving van mannelijke en vrouwelijke speelsters is er ook gedeeltelijk kwantitatief onderzoek gedaan. Voor dit gedeelte is er gekeken naar het aantal berichten gefocust op vrouwen, op mannen of beiden.

5.1 Inhoudelijke analyse

Om de onderzoeksvraag en de deelvragen te beantwoorden is een inhoudelijke analyse de meest geschikte methode. Een inhoudelijke analyse is een techniek om conclusies te trekken uit data en de context waarin deze data zich bevinden met als doel het verwerven van kennis, nieuwe inzichten en een representatie van feiten weergeven (Krippendorff, 2012). Middels het proces van een inhoudelijke analyse is het mogelijk om dicht bij de data te blijven en een inzicht te creëren in het vraagstuk (Hennink, Hutter & Bailey, 2011). Het voordeel van deze analyse is dat alle inhoud van de analyse gelijk wordt behandeld. Het ene artikel, stuk tekst of visuele afbeelding krijgt niet meer aandacht dan de volgende en in deze zin is het proces objectief en maakt het niet uit wie de analyse uitvoert (Krippendorff, 2012). Data die veel worden gebruikt voor een inhoudelijke analyse bestaan uit traditionele bronnen zoals krant, televisie, boeken enzovoort. Toch wordt een inhoudelijke analyse tegenwoordig ook steeds meer ingezet op persoonlijke data, zoals brieven, dromen en kinderpraat. Ook de sociale media zijn geschikt voor een inhoudelijke analyse.

Voor dit onderzoek heb ik gebruik gemaakt van een conventionele inhoudelijke analyse, oftewel een inductieve inhoudelijke analyse. Deze methode wordt meestal gebruikt bij een onderzoeksdesign dat geschikt is om bepaalde fenomenen te beschrijven. Dat type design is geschikt wanneer er nog weinig literatuur beschikbaar is of de bestaande literatuur over dit fenomeen beperkt is (Hsieh & Shannon, 2005). Aangezien er nog vrij weinig bekend is over sociale media en de verschillen in verslaggeving tussen mannelijk en vrouwelijke toptennissers, heb ik voor dit onderzoeksdesign gekozen. Daarbij vermijd ik het gebruik van bestaande categorieën, maar worden deze categorieën gevormd tijdens het analyseren van de data.

Het opstellen van categorieën gebeurt middels het coderen van de bestaande data. Een code is een kwalitatieve methode waarbij een woord of een korte zin wordt geselecteerd die wordt gezien als opvallend, opmerkelijk, samenvattend, typerend of uitdagend (Saldana, 2009). Een gedeelte van de data wordt in de eerste cyclus uitgekozen, dit kan variëren van een enkel woord tot een gehele zin tot zelfs een hele pagina. In dit paper zal het vooral gaan om woorden, aangezien het om sociale media

(23)

gaat. Lange teksten zijn niet aantrekkelijk voor dit medium. In de tweede cyclus van het coderen worden de codes zelf ontwikkeld en eventueel samengevoegd (Saldana, 2009). Met het coderen is het mogelijk om gelijkwaardig gecodeerde data in categorieën te delen, omdat ze dezelfde

karakteristieken hebben.

Het is belangrijk om te realiseren dat een kwalitatieve onderzoeker nooit geheel objectief kan zijn. De data worden vanuit een eigen filter bekeken. Indien de onderzoeker zich altijd bewust blijft van dit gegeven is dat in principe geen probleem. Bij het coderen en het analyseren van de data heb ik hier dan ook degelijk rekening mee houden en geprobeerd zo objectief mogelijk te werk te gaan.

5.2 Discourse analyse

Om de inhoudsanalyse verder uit te werken en meer betekenis te geven maak ik ook gebruik van een discourse analyse. Taal wordt gestructureerd in discourses, wat verschillende manieren zijn om over een onderwerp na te denken. Discourses hebben machtige implicaties in de manier waarop iemand iets aanneemt als de waarheid en hier naar handelt (Ahl, 2004). Een discourse analyse is een benadering van een inhoudelijke analyse waarbij er wordt gekeken naar patronen van taal in teksten en naar de sociale en culturele context waarin deze teksten worden geschreven (Paltridge, 2012). Daarnaast wordt er bij een discourse analyse gekeken naar hoe verschillende manieren van het gebruik van taal kunnen leiden tot verschillende beelden van de wereld en verschillende begrippen hiervan. Het onderzoekt hoe taal en het gebruik van taal wordt beïnvloedt door de relaties tussen individuen en hoe taal op zijn beurt effect heeft op sociale identiteit en relaties Tot slot kan een discourse analyse verklaren hoe beelden over de wereld kunnen ontstaan door een bepaalde discourse (Paltridge, 2012).

Het gebruik van discourse analyse is van toepassing op mijn paper aangezien er wordt gekeken naar de verschillen in verslaggeving tussen mannelijke en vrouwelijke toptennissers. Een discourse analyse is het juiste instrument om hiernaar te kijken omdat het teksten bekijkt in relatie tot sociale categorieën, of de sociale gestructureerde categorieën betreffende geslacht (Paltridge, 2012). Zo kan er worden bekeken of de manier waarop gepraat wordt over mannen en vrouwen overeenkomt of dat er bewust dan wel onbewust verschillen zitten tussen de manier waarop teksten relateren tot de sociale

gestructureerde categorieën. Daarnaast worden discourses vaak als vanzelfsprekend aangenomen, een discourse analyse kan dus zorgen voor een nieuwe manier van denken over het onderwerp dat wordt bestudeerd (Ahl, 2004).

Naast een tekstuele discourse analyse wordt er gebruik gemaakt van een multimodale discourse analyse. Dit betekent dat er naast teksten wordt gekeken naar andere visuele toevoegingen zoals foto’s, filmpjes en links (Paltridge, 2012). Want de representatie van vrouwen en mannen is niet alleen zichtbaar via teksten, maar ook foto’s en films kunnen een grote rol spelen in de weergave. Deze discourse is afgeleid van Hallidays’ benadering van tekst, waarin tekst maar een van de vele methodes is die mensen gebruiken om te communiceren met elkaar.

(24)

Binnen deze verschillende discourse analyses wordt er gekeken naar de concepten uitgewerkt in de operationalisering, namelijk seksisme, heteroseksisme/homofobie en invloed op marketing/promotie.

5.3 Toelichting Facebook analyse

Om de inhoudelijke analyse en de discourse analyse uit te kunnen voeren begin ik met een analyse van Facebookpagina’s. Een inhoudelijke analyse van de nieuwe media is eerder gedocumenteerd als een geschikte manier om sport en mediaverslaggeving te onderzoeken (Wallace, Wilson & Miloch, 2011). In dit onderzoek heb ik ervoor gekozen me te richten op een subgroep, namelijk de Facebookpagina’s van twee Grand Slams, die van de Australian Open en Wimbledon. Deze twee pagina’s op Facebook zijn geselecteerd omdat het de officiële Facebookpagina’s zijn van deze toernooien en omdat deze pagina’s de normen en waarden en standaarden van de organisatie representeren. De pagina’s zijn benaderd via de zoeklink bovenaan het openingsvenster van Facebook. Daarbij heb ik gezocht op de woorden Australian Open en Wimbledon. De eerste resultaten van de zoekacties waren direct de officiële pagina’s en daarmee de geschikte pagina’s om te onderzoeken. Ze worden bij iedereen als eerste pagina’s aangeboden en zullen daarom waarschijnlijk ook de meeste bezoekers ontvangen. De pagina van Wimbledon kent meer dan 3,3 miljoen “likes”, wat betekent dat al deze mensen de

berichten die worden geplaatst op deze pagina ontvangen in hun algemene overzicht. De pagina van de Australian open kent ongeveer 1,7 miljoen “likes”. Daarnaast zijn de websites voor iedereen zichtbaar en toegankelijk. De berichten die worden bekeken bestaan uit officiële berichten gepubliceerd via de pagina’s van de Grand Slams. Commentaar en reacties van individuen worden hierbij niet

meegenomen. Op deze manier is een correcte afspiegeling mogelijk van de toernooien, en van de door de toernooiorganisatie gewenste communicatie.

Alle berichten op de betreffende Facebookpagina’s worden bekeken in een periode van 6 maanden voor aanvang van het toernooi, gedurende het toernooi en 6 maanden na afsluiting van het evenement. Hiervoor is gekozen om een overzicht te krijgen van de mate van berichtgeving, inhoud van berichten en de middelen die werden ingezet tijdens de berichtgeving. Het is belangrijk om te vermelden dat het niet gaat om het totaal aantal berichten dat is gepost in deze periode, maar om de hoogtepunten op de pagina. Dit zijn de enige berichten die worden weergeven, tenzij je als bezoeker op de link

‘hoogtepunten’ klikt en er vervolgens voor kiest om alle verslagen te bekijken door ‘alle berichten’ aan te klikken. De hoogtepunten zijn dus de enige berichten die je ziet op de pagina tenzij je de instellingen verandert. Om van een bericht een hoogtepunt te maken moet de beheerder van de pagina, in dit geval dus het communicatieteam van het toernooi van de betreffende pagina, een bericht aanklikken als een hoogtepunt (Qlickonline, 2012). Het toernooi communicatieteam kiest er zelf voor om dit bericht extra aandacht te geven door het als een hoogtepunt te markeren. Ik heb ervoor gekozen om alleen hoogtepunten te bekijken, om een analyse te kunnen doen op een beheersbaar aantal berichten.Alle communicatie omtrent het toernooi zou anders niet behandelbaar zijn, er werden op

(25)

sommige toernooidagen wel 40 berichten per dag geplaatst. Naast het feit dat door alleen de

hoogtepunten te onderzoeken er sprake is van een hanteerbaar aantal berichten, is een verder voordeel dat in de hoogtepunten natuurlijk die onderwerpen voorkomen die de toernooiorganisatie belangrijk vindt. Dit is ook interessant om te analyseren in dit onderzoek.

Bij de pagina van Wimbledon heb ik ervoor gekozen om het toernooi van 2015 te bekijken. De reden hiervoor is dat dit de laatste uitvoering van het evenement is geweest en de berichtgeving hierover het meest recent is. Naast de reden dat de berichtgeving het meest recent is, is het ook makkelijker om deze berichten op te zoeken en te analyseren, aangezien ze hoger op de Facebook pagina staan en daarmee sneller zichtbaar zijn. Wimbledon 2015 vond plaats van maandag 29 juni tot en met zondag 12 juli, dat betekent dat ik de berichtgeving van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 heb bekeken. Het gaat hier in totaal om 95 berichten die gemiddeld bestaan uit 2 tot 3 zinnen, altijd met foto’s of video erbij. Verreweg de meeste hoogtepunt berichten zijn geplaatst in de week voor het toernooi, tijdens het toernooi en de week na het toernooi. Hierbij kon het totaal aantal hoogtepunten geplaatst op een dag wel oplopen tot 8 berichten per dag. Hier stond tegenover dat er in totaal in de maanden januari, februari, maart, april en mei maar 9 berichten waren geplaatst als hoogtepunt en in de maanden augustus, september, oktober, november en december maar 3 berichten waren geplaatst als hoogtepunt.

Ook voor de pagina van de Australian Open heb ik gekeken naar het evenement gehouden in 2015. Deze vond plaats van 19 januari tot en met 1 februari 2015. Dat betekent dat de hoogtepunten vanaf 1 juli 2014 tot en met 31 juni 2015 zijn bekeken. Het gaat hierbij in totaal om 103 berichten die zijn gemarkeerd als hoogtepunten. Hiervan vonden 8 hoogtepunten in 2014 plaats. Net zoals bij

Wimbledon vonden de meeste berichten gemarkeerd als hoogtepunten tijdens het toernooi plaats, met wel 6 tot 7 berichten per dag. Er waren ook veel hoogtepunten in de eerste paar weken na het toernooi. De berichten bestonden uit gemiddeld 2 tot 3 zinnen, en evenals bij de berichten van Wimbledon, waren er foto’s of een video toegevoegd aan de berichten.

Een aspect waar ik tijdens de analyse tegen aanliep was het feit dat Facebook de lay-out vanaf begin juni 2016 veranderde. Hierdoor waren de jaartallen en de hoogtepunten op de twee onderzochte pagina’s niet meer zichtbaar. Het concept hoogtepunten was zelfs helemaal verwijderd, en op het moment van schrijven heb je als Facebookgebruiker alleen nog de mogelijkheid om alle berichten in te zien. Aangezien ik de analyse eind april/begin mei begonnen ben heb ik ervoor gekozen om toch de oude vorm en de eerder geselecteerde hoogtepunten aan te houden. De berichten die in het begin geselecteerd zijn kunnen nog wel gevonden worden via de Facebook pagina door te zoeken op de juiste tekst in de zoekbalk die links op de pagina staat. Op deze manier is de analyse in juni afgerond.  

(26)

6. Resultaten tekstuele analyse

6.1 Tekstuele analyse

Alle hoogtepunten op beide pagina’s van Facebook zijn inhoudelijk geanalyseerd op de teksten. Bij de inhoudelijke analyse is er gefocust op namen en woorden die werden gebruikt om vrouwelijke en mannelijke toptennissers te beschrijven. Daarnaast is er bij de discourse analyse aandacht voor de verschillende rollen van de mannelijke en vrouwelijke toptennissers die worden besproken. Ook worden daarbij de concepten genoemd die in de operationalisering worden besproken. De analyse werd uitgevoerd middels codering in het programma Atlas.ti. Het voordeel van het gebruik van dit programma uit zich in de continuïteit van de analyse, de twee pagina’s kunnen helder vergeleken worden en de analyse wordt structureler uitgevoerd. De berichten waren gesorteerd van het oudste bericht naar het nieuwste. Het codeboek van deze analyse is te vinden in bijlage 1 en 2.

6.2 Mate van aandacht

De eerste facebookpagina, de officiële Facebook pagina van Wimbledon, bevat van 1 januari tot en met 31 december 2015 in totaal 95 berichten. Bij de berichten is er onderscheid gemaakt tussen neutrale, mannelijke en vrouwelijke berichtgeving. Hierbij is gekeken naar tekst en niet naar foto’s of video’s gekoppeld aan deze hoogtepunten. Neutrale berichten bevatten geen mannelijke of

vrouwelijke focus en bestaan vaak uit vragen naar Facebookgebruikers toe. Een voorbeeld hiervan is: “Here are some of our favourite photos from Day 6 at

Mannelijke berichten bevatten de namen en uitslagen van mannelijke tennissers. Ook kunnen ze bestaan uit quotes of eerdere resultaten van mannelijke toptennissers, coaches of commentatoren. Een voorbeeld hiervan is over de speler Andy Murray:

“We put WWF Ambassador Andy Murray on The Hill at

Vrouwelijke berichten bevatten de namen en resultaten van vrouwelijke tennissters. Evenals bij de mannelijke berichtgeving kunnen ze daarnaast ook bestaan uit eerdere berichten, resultaten, quotes van vrouwelijke toptennissters, coaches of deskundigen uit de tenniswereld. Een voorbeeld hiervan gaat over de Amerikaanse tennisster Serena Williams:

“Another rocket of a serve from Serena Williams as she blasts her way into the

Uiteindelijk bleken 31 berichten van het totaal aantal berichten neutraal te zijn. 17 berichten gingen over vrouwen en 47 berichten bevatten verslaggeving over mannen. Dat betekent dat 32,6% van het totaal aantal berichten op de Facebook Pagina van Wimbledon in de geselecteerde periode neutraal was. 17,9% van alle berichten gingen over vrouwen en verreweg de meeste berichten over mannen, namelijk 49,5% van de berichten. Dat is bijna de helft van de berichten die geplaatst zijn en

(27)

aangekruist waren als hoogtepunten door de Facebook beheerders van de organisatie van het toernooi. De verdeling is overzichtelijk te zien in onderstaande taartdiagram.

Hetzelfde is gedaan bij de pagina van de Australian Open voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 31 juni 2015. In die periode zijn er in totaal 103 berichten geplaatst. Daarvan waren er 49 neutraal, 24 gingen over vrouwen en 30 over mannen. Neutrale berichten waren anders dan bij Wimbledon en waren vaak onzijdig of betroffen namen van spelers van zowel het vrouwelijke als het mannelijke geslacht. Zie de volgende twee voorbeelden:

“Look closer and see what really makes up the style of your favourite players.”

“A host of players have arrived in Melbourne and begun hitting the tennis courts to hone their preparations for the 2015 tournament. Today, Jelena Jankovic, Victoria Azarenka, Gael Monfils Tennis and Gilles Simon were out and about working hard.”

Uiteindelijk was 47,6% van het totaal aantal berichten op de Facebook pagina van de Australian Open neutraal, verreweg het grootste gedeelte. Het percentage berichten over vrouwen bedroeg 23,3% en bij mannen was het percentage 29,1%. Ook deze resultaten zijn zichtbaar in onderstaande diagram.

Wanneer we deze resultaten vergelijken met de resultaten van de pagina van Wimbledon, valt op dat het percentage berichten over mannen op de pagina van Wimbledon hoger is dan het percentage over mannen op de Facebook pagina van de Australian Open. Ook is te zien dat op de Facebookpagina van Wimbledon mannen meer aandacht kregen dan de vrouwen, dit is te zien in de verschillen in

percentage tussen de twee geslachten. Het verschil ligt in het aantal neutrale berichten dat bij de Australian Open Facebookpagina veel hoger was dan bij de Wimbledon pagina.

6.3 Inhoudelijke analyse Wimbledon

In dit gedeelte worden de resultaten van de Facebook pagina van Wimbledon besproken. Er vielen een aantal dingen op bij de inhoudelijke analyse van de teksten. Om te beginnen werden er veel meer mannen namen genoemd dan vrouwen namen. Zo werd er 86 keer de naam van een man gebruikt, dat is in theorie bijna elk bericht dat er geplaatst is. In werkelijkheid werden er vaker meerdere

mannennamen in 1 bericht genoemd. Daarbij waren er 3 namen in het bijzonder, Andy Murray, Roger Federer en Novak Djokovic, die meerdere malen werden genoemd. Andy Murray en Roger Federer

(28)

werden in totaal wel 19 keer genoemd, gevolgd door Novak Djokovic die 15 keer werd besproken. De overige mannen werden 5 keer of minder genoemd, waarvan er 16 mannen slechts een enkele keer werden genoemd. De vrouwen namen werden in totaal 26 keer genoemd. Bij de vrouwen namen werd alleen Serena Williams duidelijk meerdere keren genoemd, namelijk 12 keer. Alle overige vrouwen, dit waren er nog 7, werden slechts 3 keer of minder genoemd. Daarmee kan er worden gesteld dat minder bekende mannelijke spelers toch de eer kregen dat hun naam vermeld werd, vaak wanneer ze tegen een bekendere speler speelden. Bij vrouwen was dit veel minder vaak het geval en zijn er minder namen genoemd, ook als ze tegen bekende speelsters moesten spelen. Zie onderstaande quote voor een voorbeeld:

“Last year it was Rafa Nadal, this year it’s Milos Raonic who’s the victim of a Nick Kyrgios upset. He's through to the fourth round of

Verder werden er in verschillende berichten via de Facebook pagina uitslagen genoemd, zie de quote hierboven. Het is opvallend dat bijna alle uitslagen genoemd in de berichten gingen over

mannenpartijen, er was slechts 1 bericht waarbij de uitslag is genoemd over een vrouwenpartij. Dit was zelfs het geval wanneer mannen in 3 sets wonnen, en het daarmee dus geen bijzonder spannende partij was geworden.

Vervolgens was er een code ‘favoriet’ gebaseerd op het gebruik van het woord favourite. Deze code is opgesteld omdat dit woord bijzonder vaak werd gebruikt in de verschillende berichten op de pagina. Het werd namelijk 15 keer gebruikt in diverse berichten. Dit woord werd gebruikt in vragen en stellingen zoals:

“Here are some of our favourite photos of The Championships.”

Alhoewel de code werd toegepast op mannelijke en vrouwelijke partijen of in neutrale situaties, foto’s, ballen enzovoort, was er een lichte neiging naar de mannelijke kant. Dit woord werd vaker gebruikt om favoriete slagen en situaties te beschrijven die betrekking hadden op mannelijke spelers. Het is relevant, aangezien het woord favoriet een sterke indicatie geeft voor voorkeuren van de organisatie van Wimbledon.

Ook werden er in sommige berichten quotes gebruikt van tennissers. Hierbij waren verreweg de meeste quotes van Roger Federer, een van Raphael Nadal en maar een van Maria Sharapova. Zie hieronder voor een voorbeeld waarin Roger Federer werd genoemd:

““I’m still very hungry and motivated to keep playing... I hope to see you here again”. Roger Federer still wants more success at

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Net zoals het weinig betekenend is om de loonkloof te verklaren door te controleren voor het functieniveau waarin respondenten werken, moet opgepast worden met het verklaren van

Deze vragen zijn voor dit onderzoek van belang omdat in dit onderzoek onderzocht wordt of het gebruik van Facebook een positieve dan wel negatieve invloed heeft op het

Kunt u een voorbeeld geven waaruit blijkt dat u bij het vaststellen van de impact en waarschijnlijkheid van optreden van risico’s, de nadruk op lange of korte termijn legt.. Bij

Düsseldorf hat auf seiner Seite die rund 11 000 Benutzer jetzt dazu aufgerufen, Vorschläge für einen neuen Namen einzureichen.. (2) Im Mai hatte Facebook angekündigt, dass

Acceptabel: Gebruikers moeten een stad onafhankelijk van marketing of politiek kunnen “liken”. 26

Facebook is er niet in geslaagd duidelijk te maken dat zijn verdienmodel (en belangrijke inkomstenbron) is gebaseerd op het commercieel gebruik van gegevens en

De schilder heeft echter voor de centrale scène (afb. Astyanax een ander motief gekozen dan de schilders van de hierboven besproken schilderingen. Astyanax ligt al

First, by examining whether trust in the leader mediates the relation between transformational and transactional leadership on the one hand, and employee Organizational