• No results found

Ontwerpen voor de publieke ruimte online

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ontwerpen voor de publieke ruimte online"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ontwerpen

voor de

publieke ruimte

online

(2)

Ontwerpen voor de publieke

ruimte online

scriptie van Marijke van Gorp AKV Sint Joost januari 2008 begeleiding door Toon Lauwen

Mijn dank gaat uit naar Marjolein van Gorp en VPRO Digitaal. Vpro Digitaal heeft me tijdens mijn stage kennis laten maken met ontwerpen voor het web en mijn interesse voor interactief ontwerpen aangewakkerd.

(3)

INHOUDSOPGAVE

BLZ. 7/8

Inleiding

BLZ. 9 t/m 17

Hoofdstuk 1 FEEL

Internet als ruimte, wat heeft dit te betekenen voor het ontwerp? - Nieuwe publieke ruimte

- Web 2.0

- Consument gericht ontwerp

BLZ. 18 t/m 30

Hoofdstuk 2 PLAY

Wat voor positie kan ik innemen als grafisch ontwerper? - Professional versus amateur

- Ontwerper als denker - Experiment

BLZ. 31 t/m 44

Hoofdstuk 3 MAKE

Wat zijn nieuwe uitdagingen voor grafischontwerpers? - Cross over internet naar gewone ruimte - Interactie ontwerpen BLZ. 45 Conclusie BLZ. 47 Samenvatting BLZ. 48/49 Bronvermelding 04 05

(4)

INLEIDING

Het is rond een uur of tien als ik mijn computer opstart. Ik log in op twitter.com. Twitter is een service voor vrienden, familie en collega’s en op deze website kun je met elkaar communiceren via korte tekstberichten. Zo kun je zien wat je vrienden, familie-leden en collega’s aan het doen zijn. Een vriendin van mij heeft net een tekstbericht op de site gezet: “ vroeg in de stad voor

sollicitatiegesprek”. Ik zet ook een tekstbericht op Twitter waarin ik haar veel succes wens. Vanaf haar mobiele telefoon vraagt ze mij of ik op msn kom. Ik log in op msn en we bespreken nog wat over het sollicitatiegesprek. Na even met haar overlegd te hebben besluiten we om vanavond in café de Vulling in Breda verder te kletsen. Ondertussen voeg ik nog wat links van teksten voor mijn scriptie toe aan mijn Del.icio.us – bookmarks. (Een website waar je links kunt opslaan onder een door jou bedacht trefwoord). Op mijn persoonlijke website, ook wel blog genoemd, zet ik nog even snel mijn vorderingen van mijn scriptie.

Twitter, Del.icio.us, Msn, blogs: allemaal vernieuwde websites

waarbij alles in het teken staat van delen. Het delen van links, foto’s, contacten en persoonlijke voorkeuren, kortom je hele leven.

De media waarmee nieuws en kennis worden vergaard en

uitgewisseld is de laatste jaren sterk uitgebreid. Burgers zijn naast consumenten ook grootschalige producenten van media geworden. Meer dan driekwart van alle internetters is daarnaast lid van een sociaal netwerk. Weblogs, geavanceerde zoekmachines, virtuele omgevingen als Second Life, fenomenen als MySpace, Hyves, Flickr en YouTube bieden nieuwe tools, communicatiemogelijkheden, sociale netwerken en platforms voor publiek debat. Het gaat om informele media die grotendeels worden geprogrammeerd, ingevuld en uitgezonden door de gebruiker. De gebruiker kan door een

gebruiksvriendelijke interface online zo gemakkelijk zijn eigen website

(5)

of profiel opstarten. Echte kennis van het programmeren of online zetten van deze website is niet meer nodig. Door de mogelijkheden van al deze sociale software hebben we meer participatie van

iedereen op het internet. Integratie van iedereen op het internet zorgt er ook voor dat grafisch ontwerpers of programmeurs niet meer alles vorm hoeven te geven. Dit kunnen gebruikers nu immers zelf doen. Deze scriptie is ontstaan vanuit mijn eigen twijfels en

onduidelijkheden voor ontwerpen voor het web. De tijd is aangebroken dat het publiek enorm veel mogelijkheden heeft gekregen. Wat heeft dit te betekenen? Wat heeft integratie van iedereen voor gevolgen voor het grafisch ontwerpen? Wat voor positie kan ik innemen als ontwerper? En wat zijn nieuwe uitdagingen voor grafisch ontwerpers? Dit zijn vragen die ik in mijn scriptie zal proberen te beantwoorden om zowel mezelf als anderen meer inzicht te geven in de positie van de ontwerper op het internet.

Het onderzoek van deze scriptie zal eerst ingaan op internet als publieke ruimte om een idee te geven wat er op dit moment op internet gebeurt. En hoe dit het begrip publieke ruimte aan het wankelen heeft gebracht. Deze informatie is belangrijk om te laten zien waar je als ontwerper mee te maken krijgt en in wat voor omgeving je ontwerpen terecht komen.

1 FEEL

Internet als ruimte, wat heeft dit te betekenen voor het

ontwerp?

1.1 Internet als publieke ruimte

Door de opkomst van de digitale media is de afgelopen jaren het gebruik en de betekenis van de traditionele publieke ruimte ingrijpend veranderd. De publieke ruimte is een deel van het leven waarin je met anderen en de maatschappij in het algemeen in discussie bent of wilt laten horen wat jij te zeggen hebt. Op internet kun je uitstekend je mening delen met andere gebruikers via sociale netwerken. Om toe te lichten wat sociale netwerken zijn zal ik wat voorbeelden geven.

- Del.icio.us: Een website waar je links van andere websites op een makkelijke manier bij elkaar kunt brengen. Aan een link kun je een zelfbedacht trefwoord geven. Er zullen meerdere links bij dit trefwoord passen en je kunt ze ordenen. Je links kun je ook delen met je vrienden. Als iemand op Del.icio.us zoekt naar een bepaald trefwoord (bijvoorbeeld scriptie) dan krijgen ze ook jouw link, ook wel tag genoemd, te zien als jij links hebt verzameld onder het trefwoord scriptie.

- Een Hyves profiel1: Hyves is een website waarop mensen een profiel

aan kunnen maken . Dit profiel bevat vaak een foto van de persoon die het profiel heeft aangemaakt en vaak wordt er vermeld wat de persoon leuk vindt, dit kan vanalles zijn zoals muziek, sport, favoriete merken enz. Verder is het belangrijk bij dit soort profielen dat je vrienden wordt met zoveel mogelijk mensen. In de jongerencultuur is het hebben van veel vrienden een statussymbool.

- Een blog2: (afkomstig van het woord weblog) is een online

medium over interessante ontwikkelingen, actualiteiten, bedrijfsaangelegenheden, persoonlijke zaken, politiek of werk.

Iemand die een blog begint doet dat veelal met de intentie een online

1 http://nl.wikipedia.org/wiki/Myspace 2 http://www.blog.nl/links_watis.php

(6)

conversatie op te starten over het besproken onderwerp. Een blog vormt zo de brug tussen een traditionele, statische webpagina die alleen informatie verschaft en een internetforum, waarin meer interactie tussen de deelnemers mogelijk is. Een blog laat vaak de mening van 1 persoon duidelijk naar voren komen.

Uit een meting van Technorati1 wordt geschat dat er over de hele

wereld zo’n zeventig miljoen blogs zijn. Dit is erg veel als je bedenkt dat iedereen op zo’n blog zijn persoonlijke verhalen vertelt. Mensen zijn geïnteresseerd in subjectieve verhalen. Emotionele argumenten gaan een grotere rol spelen als rationele argumenten. En het uiten van meningen op het internet zorgt ervoor dat mensen zich weer een individu gaan voelen.

Filosoof Lister beschrijft het internet als de ideale vom van de publieke ruimte. Het internet biedt plaats aan iedereen die zijn mening wil vertellen. Iedereen mag deelnemen ongeacht geslacht, afkomst of leeftijd. Wel is het zo dat mensen die geen computer hebben of weinig kennis van techniek deze publieke ruimte aan zich voorbij laten gaan. Om als gebruiker hierop invloed te hebben is het nodig gemakkelijk toegang te kunnen krijgen tot deze nieuwe ruimte. Dit kan door sociale software.

1 Geert Lovink, Nihilisme en het nieuws, open 2007 nummer 13, de opkomst van de informele media

1.2 Web 2.0

De term Web 2.02 verwijst naar wat sommigen zien als de tweede

fase in de ontwikkeling van het World Wide Web. Het gaat over de verandering van een verzameling websites naar een volledig platform voor interactieve webapplicaties voor eindgebruikers van het

internet. Zo zie je dat mensen met sociale software steeds meer zelf kunnen. Mensen kunnen op een simpele manier een website maken of elkaar online volgen of een online fotoboek maken en dit met anderen delen. Web 2.0 is een verzamelnaam van websites waarbij je dingen met andere mensen kunt delen. En gebruikers bepalen bij deze websites altijd zelf de inhoud. Kijk maar naar Twitter.com dit is een website waarbij ik gemakkelijk instant messaging berichten naar mijn vrienden kan versturen. (Instant messaging staat voor onmiddellijke berichtgeving.) Twitter is een combinatie van bloggen en instant messaging. Er is een interface gebouwd die het voor iedereen mogelijk maakt om zelf met deze website aan de gang te gaan en zo dus berichten te sturen naar je vrienden.

2 (4) http://nl.wikipedia.org/wiki/Web_2.0

(7)

Laatst kwam ik een interessante uitspraak tegen van Tonie van Ringelestijn, mediajournalist1, over Web 2.0 uit 1995 “The network

is the computer”. Wat toen een voorspelling was lijkt inmiddels een feit. We zijn er nog niet maar de revolutie is volop aan de gang. Webdiensten vervangen computersoftware, mensen organiseren en delen hun leven op vernieuwde websites en er hoeft straks geen programma meer aan te pas te komen, behalve je browser.

1.3 Consument gericht ontwerpen

Het is een feit dat het tijdperk van de passieve consument ten einde loopt, meent de britse publicist en adviseur Charles Leadbeather2.

Hij constateert dat burgers meer en meer initiatief naar zich toe trekken en zelf producten en diensten gaan ontwikkelen. De internet encyclopedie Wikipedia en het computerbesturingssysteem Linux zijn voorbeelden hiervan. De pro-am, de professionele amateur, gaat op de stoel van de professional zitten en dwingt deze over zijn professie na te denken. “Door technologische ontwikkelingen hebben mensen de mogelijkheid gekregen om dingen te doen die tot voor kort alleen door professionals gedaan konden worden” stelt Leadbeather vast. Toch blijven er wel interessante uitdagingen over voor de ontwerper. Systemen en processen om professionals en amateurs te laten samenwerken moeten een eenvoudige structuur hebben. En er zal minder behoefte zijn aan ontwerpers die hun stempel ergens op willen drukken. Alle aspecten van de productie en sociale organisatie, tot de staat aan toe, reorganiseren zich momenteel volgens het dienstmodel. In dit model staat de consument centraal en wordt er zelfs al gesproken van het tijdperk van consument gericht ontwerp. Dit zie je goed terug komen in het Web 2.0 waar alles erom draait dat mensen zoveel mogelijk zelf kunnen doen en waar wij als ontwerper geen totale invloed hebben. De ontwerper wordt een denker en bedenkt wat hij met zijn project bij mensen kan bereiken3.

Dit standpunt wil ik graag illustreren aan de hand van het voorbeeld Facebook. Facebook is bedacht en ontworpen door Mark

1 http://www.bright.nl/o6-web-2-0-software-wordt-sociaal

2 Marc Vlemmings, De beste stuurlui stappen aan boord, items nummer 2 2007 3 http://managementscope.nl/scopist/4-ict/1723-facebook-myspace-linkedin

Zuckerberg, student aan de Harvard University. Hij heeft Facebook bedacht omdat hij een manier zocht om zijn vrienden en klasgenoten beter met elkaar te laten communiceren op de campus. Facebook is een online platform waarin vrienden elkaar makkelijk kunnen ontmoeten. Je maakt dus geen nieuwe persoonlijkheid aan maar het is een mogelijkheid om je netwerk in kaart te brengen. Anton van Elburg zegt over Facebook: “ Het achterliggende idee is dat Facebook de ‘hub’ wordt waarop leden al hun activiteiten op verschillende (sociale) sites kunnen bundelen”. Omdat Zuckerberg wilde dat Facebook niet alleen toegankelijk was voor Harvard studenten maar voor mensen over de hele wereld heeft hij zijn project verkocht aan Yahoo. Hierdoor konden nieuwe toepassingen uitgevoerd worden. Nieuw is dat Zuckerberg vorige maand de deuren opende voor applicaties van derden, waarmee Facebook als het ware een community-platform is geworden waarop anderen hun diensten kunnen aanbieden. Een van de eerste diensten die volop profiteerde van dit buitenkansje was Ilike.com, dat mensen hun muziekvoorkeur laat delen. Met dit voorbeeld wil ik aangeven dat de ontwerper meer een denker wordt en zijn ideeën kan verkopen aan de zakelijke wereld. Een mooie uitspraak van Geert Lovink4: “De zakelijke wereld

heeft niet altijd tijd voor goede concepten maar ze hebben er wel het geld voor over om een goed concept te kopen zodat het verder uitgebouwd kan worden”.

Er zijn ook nog andere manieren van consument gericht ontwerpen. Dit zijn vooral kunstprojecten die erop gericht zijn om vragen op te roepen. Ontwerpers kunnen niet alleen tools aanbieden waar de gebruiker behoefte aan heeft maar ontwerpers kunnen ook tools aanbieden die op een esthetische en kritische wijze een dienst aanbieden. Als we voorbij de projecten rond de hype van Web 2.0 kijken valt er al een heel scala aan indrukwekkende projecten en praktijkgerichte gemeenschappen te vinden die aantonen dat het ook anders kan. Zo is er bijvoorbeeld de Cool Media Hot Talk Show5. In De

Balie in Amsterdam is dit soort actiemedia begonnen.

4 Geert Lovink, Dark Fiber, tracking critical internet culture, 2003 5 http://www.coolmediahottalk.net/

(8)

Hier boog men zich opnieuw over de vraag wat de mogelijkheden zijn van een audio-visueel informatie-archief. Er is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om web-uitzendingen van live-evenementen te verzorgen en hiermee te experimenteren om nieuwe mediadiensten te ontwikkelen. De Cool Media Hot Talk Show1 is opgezet door

mediakunstenares Tatiana Goryucheva; “een nieuwe do-it-yourself-talkshow waarin het publiek de thema’s, de deelnemers en de vragen aandraagt en selecteert, en het uiteindelijke scenario van de show bepaalt”. De structuur is opgezet zodat zowel het gedrag als waar het op aanstuurt een weerspiegeling vormt van de lastige vragen die aan de orde worden gesteld. Om alle facetten van de talk show te ervaren moest ik wel een aantal niveau’s meedoen. Het gaat echter bij dit project niet over een aantal live webuitzendingen van een reeks lezingen maar de kern van het project is dat het publiek actief reageert op de sprekers en hen via de website vragen stelt. Dit kan zowel in de uitzending als van tevoren. De vraag die het meeste stemmen krijgt wordt voorgelezen door een digitale vrouwenstem. Iedere spreker krijgt een aantal minuten om de vraag te

beantwoorden daarna gaat de computerstem weer verder. Het gevolg is uiteraard dat de show vaak humoristisch uitpakt en regelmatig chaotisch eindigt maar de stripachtige stijl van de interface geven al aan dat we het niet al te sereus moeten nemen. Wat dit project in de eerste plaats doet, is vraagtekens zetten bij de macht van de traditionele gespreksleider, degene met de microfoon of het krijtje voor het bord die ook altijd een onuitgesproken voorkeur heeft voor bepaalde sprekers en vragen. Het project werpt hiermee licht op de gedragsregels en daardoor zien we veel scherper wat er op het spel staat bij een publiek debat. Volgens David Garcia is de Cool Media Hot Talk Show niet voor iedereen maar voor ‘ wie dan ook’. Dit is anders dan het klassieke Web 2.0 waarin de gebruiker de inhoud bepaalt en waarin ‘sociale netwerken’ ontstaan. Kunstprojecten of het concept verkopen aan een grote internetmaatschappij, als ontwerper moeten we ons sowieso bezig houden met de vragen: Waar hebben mensen behoefte aan? En wat kan de volgende stap zijn voor een succesvolle site of toolontwerp?

1 http://www.coolmediahottalk.net/

Soms kan het heel eenvoudig zijn om een succesvolle tool of site te bedenken. Bradd Smith en Todd Palmer hebben een nieuwe hippe social networkingsite ontworpen. Deze nieuwe social networkingsite is in maart 2007 online gekomen. Bradd Smith en Todd Palmer hebben Virb2 bedacht omdat ze wel de behoefte hadden aan een

plek om met hun vrienden en familie in contact te komen zonder dat ze zich ongemakkelijk hoefden te voelen door de vormgeving in het geheel. De site heeft iets artistieks met blogpagina’s die eruitzien als portfolio’s. Virb heeft zeker een creatievere en coolere uitstraling dan bijvoorbeeld Myspace.

Een voorbeeld van een Virb pagina

Een voorbeeld van een Myspace pagina

2 Tijdschrift Web designer, nummer 1 2007, artikel Virb

(9)

En ondanks dat Virb een community is voor iedereen zijn het vooral muzikanten, artiesten, filmmakers, fotografen en vormgevers die zich bij Virb aansluiten. Misschien zijn creatieve mensen toch wat gevoeliger voor design.

Een heel ander project is HBO Voyeur1, deze site brengt de binnenkant

van huizen van New York in beeld. Iedereen kijkt wel eens uit zijn raam en ziet zijn overbuurman vreemde dingen doen of ziet dat het stel aan de overkant ruzie heeft. Je raakt gefascineerd door het beeld wat je ziet als je uit het raam kijkt. HBO Voyeur is een project wat hierop inspeelt. De ontwerpers van bureau Bigspaceship. com zijn uitgegaan van het gevoel dat mensen graag profielen van elkaar bekijken op bijvoorbeeld Hyves om te zien wat voor interesses andere mensen hebben en wat voor vrienden ze hebben. Ze dachten dat het ook leuk zou zijn als je binnen kunt kijken om zo te laten zien hoe mensen leven, hoe verschillende huizen eruit zien en wat de bezigheden zijn van mensen, vooral de informatie die mensen zelf liever niet bloot geven, zoals rare hobby’s, een dubbelleven of iemand die helemaal gestoord is. Je kunt mensen in New York observeren vanuit je slaapkamerraam en inzoomen op taferelen die jou interessant lijken. Eenmaal ingezoomd op het huis ,bijvoorbeeld de East 85th street, krijg ik een beeld te zien van een vrouw die voor haar man en kinderen zorgt. Daarna verdwijnen de man en kinderen en zie je dat er een andere man binnenkomt. En je krijgt beelden te zien van de affaires die ze heeft, je maakt kennis met haar dubbelleven. Bigspaceship.com zet op de site op welke huizen je kunt reageren, waar kun jij een interessant verhaal over vertellen? Woon jij toevallig in de buurt en heb je gezien dat je buurvrouw een affaire heeft buiten haar huwelijk dan zou dit een interessant verhaal kunnen zijn. Dit verhaal gebruikt bureau Bigspaceship.com dan als aanleiding voor een toneelstuk wat gefilmd wordt en zo op de site geplaatst wordt als ware het echt gebeurd. De navigatie van het project is op een zeer visuele manier gedaan door middel van videofilms. Ook is het makkelijk om van straat naar straat en van dag naar dag te navigeren.

1 www.hbovoyeur.com

Per huis kun je de dagindeling van een persoon bekijken. Het enige nadeel van dit project is dat mensen moeten wachten met het vertellen van hun verhaal totdat het bureau Bigspaceship.com hun die kans geeft. Bigspaceship.com blijft als bureau bepalen wanneer ze welk gebied van New York gaan behandelen. Het zou een nog interessanter project worden als mensen zelf kunnen bepalen wanneer ze hun verhalen opsturen. Het lijkt mij erg leuk als ik zelf beelden bij het verhaal zou kunnen maken en alles zelf op de website kan zetten.

Misschien zou HBO Voyeur een voorbeeld moeten nemen aan Google Maps. Men kan aan eigen materiaal geografische informatie toevoegen en die kaarten op eigen sites plaatsen. Dit gebeurt massaal. Er zijn zelfs sites waar op de Google Maps-kaart beoordelingen staan van publieke toiletten. Op basis van je eigen ervaringen andere mensen informatie geven.

website HBO voyeur

(10)

2 PLAY

Wat voor positie kan ik innemen als grafisch ontwerper?

2.1 Professional versus amateur

Gebruiksvriendelijke software zorgt voor integratie van iedereen op het internet. Veel mensen hebben thuis ook een computer staan waar programma’s opstaan die eerst niet voor iedereen beschikbaar waren. Mensen zeggen nu makkelijker waarom heb ik een grafisch ontwerper nodig als ik het programma thuis ook zelf heb en het dus ook zelf kan maken. Steeds meer werk wat eerst terecht kwam bij de ontwerpers wordt nu gedaan door mensen die helemaal geen opleiding hebben in het ontwerpen. Sommige ontwerpers maken zich druk over de grote opkomst van de professionele amateur toch is dat niet helemaal nodig. De professionele ontwerpers van nu worden gedwongen om uit te leggen wat zij doen en ze zullen zich moeten toeleggen op design waar meerdere mensen aan deel kunnen nemen. Het vak grafisch ontwerpen zal zeker niet verdwijnen het zal alleen anders ingevuld worden. Kijk bijvoorbeeld naar de Astronomie toen digitale telescopen uitkwamen ging de amateur astronomie vooruit. Dit heeft ook niet geleid tot het verdwijnen van professionele astronomen alleen storten zij zich nu meer op de ontwikkeling van theorieën. Volgens Dingeman Kuilman1, onder meer directeur van

Platform 21 en de Premsela Stichting, “ moet de professional zich van de amateur onderscheiden vanwege zijn intrinsieke kennis en niet omdat hij toegang heeft tot bepaalde middelen”. Zo zie je dat we als ontwerper steeds vaker bezig zijn met het structureren van informatie en deze op een heldere manier overbrengen. De informatie bekijken van een website en hier een goed concept van structuur aanhangen blijft toch vaak voorbehouden aan grafisch ontwerpers. Dit standpunt wil ik graag ondersteunen met een paar voorbeelden van websites, sommige vormgegeven door amateurs en sommige door professionele vormgevers.

1 Marc Vlemmings, De beste stuurlui stappen aan boord, items nummer 2 2007

Visueel is het gemakkelijk om een professional te onderscheiden van een echte amateur. Kijk eens naar dewegvanhethart.com. Als je op

de site binnenkomt lijkt de website gewoon één lange pagina met informatie onder elkaar. Verder naar beneden scrollend lijkt dit echter niet zo te zijn. Onderaan de website zie je een menu staan waar ik verder naar de volgende webpagina kan of een mail kan sturen; een beetje vreemde plaats voor een menu. Als ik doorklik op een volgende pagina dan is de navigatie weer weg en wordt ik overspoeld met enorme achtergronden die knipperen enz. Je ziet dat er geen structuur in deze site zit. De navigatie is niet op een goede manier opgezet en het is moeilijk om snel door de pagina heen te komen. Ook het kleurgebruik is vaak geen eenheid. Als ik op een button klik om verder te gaan kom ik op een website terecht waar ineens de achtergrond totaal anders is en ik me af ga vragen of ik me nog wel op dezelfde site begeef. Deze sites zijn vaak opgemaakt in Frontpage. Een website waar mensen zelf een site kunnen opmaken door een beperkt aantal mogelijkheden en zelf op een gemakkelijke manier beelden kunnen toevoegen.

Website de weg van het hart

2 http://www.dewegvanhethart.com/engelen/engelen1.htm

(11)

Er zijn ook een aantal semi-professional website ontwerpers die voor het ontwerpen van websites wat meer kennis hebben van programma’s zoals Dreamweaver om een website te bouwen. Toch zie je vaak dat ook deze sites niet helemaal lekker lopen in de navigatie. Zo neem ik als voorbeeld de site van de Windsurfvereniging Goirle1. De site ziet er netjes uit, lekker frisse kleuren enz. Maar toch

weer gelijk mijn vraag waarom staat het menu er twee keer? Is het omdat in het ene menu niet genoeg plaats is voor alle dingen die ze in het andere menu vermelden?En klik ik bijvoorbeeld op forum dan ben ik al mijn navigatie kwijt dus van de twee menu’s zie ik er geen meer.

Website Windsurfvereniging Goirle

1 http://www.wsvg.nl/default.asp?page=surflessen

Is het dan zo moeilijk om een goede navigatie te maken? Als voorbeeld de website van Jaysoft ltd, een computerconsultancy bureau die de website heeft laten maken door een professional2.

Op deze website is door een simpel concept een goede en duidelijke navigatie tot stand gekomen. Het menu blijft altijd aan de rechterkant bovenaan de pagina staan. En geeft op een duidelijke manier aan waarover de informatie op de pagina gaat door middel van een witte incaping in het blauw. Klik ik bijvoorbeeld op projects dan worden de letters van het woord projects blauw en de incaping wit. Het menu is goed in verband gebracht met de informatie en mensen hoeven niet te zoeken waar ze zich ergens bevinden in de website.

Website van het bedrijf Jaysoft ltd

2 http://www.solutionweb.co.uk/jaysoft/index.html

(12)

Een prettige website waar mensen vast langer rond willen kijken dan op de sites die door de amateurs ontworpen zijn. Het voorbeeld ontworpen door de professional is bewust simpel gehouden om te laten zien dat iedereen die het softwarepakket in huis heeft om een website te bouwen deze zelf kan maken. Amateurs en semi-professionals vinden vaak dat een website er mooi uit moet zien. Ze zijn dus meer met foto’s bezig dan met de structuur. Of de website lekker navigeert daar wordt niet zo goed naar gekeken. En dat is toch het belangrijkste. Als grafisch ontwerpers kunnen we ons op het vlak van structureren en ordenen dus sterk onderscheiden van de semi-professionals. Als je terug kijkt naar het drukwerk dan delen we boeken ook vaak in op hoofdstukken en zetten we de plaatjes ook niet zomaar ergens. Grafisch ontwerpers ontwerpen een boek ook met een concept in hun achterhoofd. Terwijl semi-professionals een website vaak goed vinden als de foto’s goed zijn en de website lekkere heldere kleuren heeft, geeft de ontwerper websites ook graag weer met een achterliggend concept. Zoals Brenda Rademakers1

(oud studente St. joost) zegt: “ Een ontwerper zijn betekent zowel het esthetische als het functionele vormgeven”. Vaak vragen mensen aan mij waarom een computer niet net zo makkelijk kan zijn als een potlood. De moeilijkheden van een goed interface ontwerp kunnen we vergelijken met dingen die we allemaal in huis hebben. Neem bijvoorbeeld een moderne kraan in de badkamer, welke kant is koud en welke warm? Welke knop moet ik omdraaien om het gas van de achterste pit aan te krijgen? “Design moet onzichtbaar zijn totdat het faalt” , een bekende uitspraak van Bruce Mau2. Hoe

we als ontwerper omgaan met complexe data hangt af van het systeem wat we als ontwerper bedenken om alle informatie in te gieten. Een interface brengt een boodschap over, het is een schakel tussen zender en ontvanger. Des te beter de interface hoe soepeler de informatieoverdracht. Neem de website van “In Europa” , een project van de VPRO dat gaat over de verhalen van de geschiedenis. Mensen kunnen zelf ook deelnemen aan dit project door hun eigen herinneringen en verhalen te vertellen.

1 Scriptie Brenda Rademakers, Van grafisch ontwerper naar multimediaontwerper, Sint Joost, 2006 2 invisible structures failing order, essay van Jorrit Sybesma, Piet Zwart instituut, maart 2006

Het hele project is opgestart na de uitkomst van het boek In Europa van Geert Mak. Het doel van het project is om mee te schrijven met Geert Mak. Wat kun jij vertellen over de geschiedenis van Europa. Een project dat veel verschillende mensen probeert aan te trekken. Oudere mensen vertellen hun verhaal na alles waar Geert Mak de aanleiding toe heeft gegeven. En de verhalen worden zowel voor mensen die de geschiedenis hebben meegemaakt als voor mensen die nog niet zo oud zijn inzichtelijk gemaakt. Er wordt een context gegeven wat het project spannend maakt. Je kunt op de website niet alleen naar afleveringen kijken of naar podcasts van verhalen luisteren, het is ook mogelijk om via de atlas op zoek te gaan naar plaatsen. Zo wordt een beeld geschept waar het verhaal zich precies heeft afgespeeld. Ook is een snel historisch overzicht mogelijk. Wat zou met elkaar te maken kunnen hebben, mensen kunnen zelf verbanden gaan leggen Niet geschiedenis laten bestaan als oude gebeurtenissen maar het mensen laten herbeleven. Verhalen aan de orde laten komen die misschien nog nooit iemand gehoord heeft. En bovenal wordt er duidelijkheid gecreëerd door middel van de goede structuur van de website.

website In Europa

(13)

2.2 De ontwerper als denker

“Door de verschuiving van vormgerichtheid naar

communicatiegerichtheid zullen “ in het bijzonder de redactionele competenties van de ontwerper in de toekomst een steeds

belangrijkere rol gaan spelen,” zo staat in de curriculumbeschrijving van de opleiding Sint Joost1. Daniël van der Velden2 ziet slechts

één uitweg om je als ontwerper te onderscheiden van de amateur: onderzoek & ontwikkeling. De ontwerper moet zich storten op een geheel eigen, onafhankelijke productie van kennis en hypotheses. Als er nu iets te ontwerpen valt, is het de ontwerper zelf. Uitvinding en ontwerp vertegenwoordigen verschillende stadia van een

technologische ontwikkeling, maar helaas worden die begrippen nogal eens door elkaar gehaald. Als het ontwerp in feite de

esthetische verfijning is van een uitvinding, dan is er in de definitie van het begrip ‘ontwerpprobleem’ ruimte voor discussie. Laat de ontwerper maar een gesprek aangaan met een instituut, merk, of politieke partij, zonder dat het ontvangen of mislopen van een opdracht op het spel staat. Laat ontwerpers maar eens serieus gaan lezen en schrijven. Maar laat ontwerpers geen omgevallen boekenkasten worden, die getooid met titels als ‘master’, ‘doctor’ en ‘professor’ hun kwaliteit ontlenen aan een ingelijst certificaat aan de muur. Met het wegvallen van noodzaak en opdracht als onafscheidelijk duo, staat de deur open voor nieuwe wegen. De ontwerper moet deze vrijheid gebruiken om nu eens niet de ander, maar zichzelf opnieuw te ontwerpen. Een wijze uitspraak van Daniel van der Velden in een tijd waarin ontwerpers niet precies weten waar ze staan. Je hoort soms van ontwerpers dat ze denken dat ze betere dingen maken als er weer een nieuwe opvolger komt van een nieuw computerprogramma. Dat ze kunnen zeggen “als ik de volgende versie had dan zou ik veel creatiever zijn”. Natuurlijk moeten we als ontwerpers blijven spelen met nieuwe tools en nieuwe versies van programma’s maar dat is niet het enige wat we moeten doen om te komen tot een goed ontwerp. Als ontwerper moeten we begrip

1 curriculumbeschrijving Sint Joost, 2007

2 http://www.metropolism.com/page.php?node_id=291&l=nl

krijgen voor de nieuwe situatie die is ontstaan. Het is spannend als we als ontwerper proberen de controle van het alles zelf willen doen los laten, als we een speelveld van structuren kunnen uitzetten waar andere mensen in mee kunnen gaan. Een idee opzetten en niet bang zijn om te falen. Er ontstaat een nieuwe ruimte. Ontwerpers worden ontwikkelaars van ideeën.

Waar voorheen de ambitie en het verlangen van de ontwerper lag om aan tafel te zitten bij instituten vindt Samira Ben Laloua3 dat het

ontwerpen geen doel op zichzelf is maar dat het ontwikkelen van nieuwe ideeën meer perspectief biedt voor de ontwerper en zijn ontwerpen. Door in een ontwerp ‘open einden’ toe te laten, door het tot op zekere hoogte nog niet af te maken, laat de ontwerper niet alleen ruimte voor de eigen interpretatie van de ontvanger en lezer van de boodschap, maar creëert hij ook ruimte voor een persoonlijk standpunt. Het opent een dialoog over zijn eigen functioneren in het communicatieproces waarvan het deel uitmaakt. Neem Bas Leurs4,

hij zegt het volgende over zijn werk: “Wat je als interactie ontwerper doet is niet zozeer beeld ontwerpen, dat is bijzaak, je ontwikkelt functies of ontwerpt functies en je ontwerpt systemen”. Wel moet er een kader gedefinieerd worden waarbinnen het systeem, functie opereert. Dit is een interessant uitgangspunt. Blijkt hieruit dat er een verschuiving plaatsvindt in het grafisch ontwerpen van vorm naar systeem, functie? Een traditionele ontwerper ontwerpt de

beleving vanuit een vorm. De huidige grafisch ontwerper ontwerpt de beleving van een systeem. De scheiding tussen grafisch ontwerpen en interactie ontwerpen wordt hiermee doorbroken. Grafisch

ontwerpers gebruiken dezelfde methodes als interactie ontwerpers. Het ontwerpen van systemen is niet nieuw voor ontwerpers.

3 http://www.tchm.nl/archives/000084.html

4 scriptie Vera Bekema, Sint Joost 2004, interactie in het gedrukte medium.

(14)

2.3 Experiment

Een autonome visie op het vak grafisch ontwerpen is een belangrijke basis voor een goede vormgeving. Ook is het belangrijk dat

ontwerpers internet niet als drukwerk blijven behandelen. Ze moeten juist gaan experimenteren met de mogelijkheden van het internet. Als ontwerpers experimenteren we al jaren met Photoshop en Indesign, we zouden ook onze programeerkennis moeten

ontwikkelen.

Joes Koppers1 vindt dat het vooral gaat om het net iets anders

denken over de beperkingen van het medium. Joes Koppers typt even snel Javascript als de meeste Nederlanders Nederlands schrijven. Die vaardigheid, en een paar andere talenten, zoals analytisch vermogen en gevoel voor poëzie, stelt hem in staat interfaces te improviseren alvorens ze echt vast te leggen. Voor hem is hier vooral de vraag: wat doe je met de standaardmanieren van interactie in dit medium? Kun je er andere dingen mee doen dan gebruikelijk? Wat kun je nog meer doen? Joes Koppers experimenteert met vensters die onder elkaar openen om de

structuur van de website vast te houden. De browser op een andere manier benaderen. Zijn interfaces zijn altijd experimenteel en

uitdagend naar de gebruiker toe. Voor mij was het vooral belangrijk dat Joes Koppers inzicht gaf dat de regels voor het internet nog niet vast liggen. We moeten als ontwerper juist lekker experimenteren, het internet is daar een zeer geschikt medium voor. De regels liggen niet vast alles is mogelijk. Dit laat hij duidelijk zien in zijn interface voor de browserday2 in Amsterdam. Als ik de website open opent

niet één venster maar verschillende kleine venstertjes op een grote achtergrond. De informatie kan ik nog niet gelijk begrijpen. Ik zal de verschillende vensters eerst zelf als gebruiker naast elkaar moeten zetten. Joes Koppers laat de gebruiker wel zelf puzzelen maar geeft ook aan welke vensters naast elkaar horen door bijvoorbeeld een doorlopende balk met tekst.

1 http://maxbruinsma.nl/items/index.html?koppers.htm 2 http://www.nl-design.net/browserday/5/

Heb je de vensters op de goede manier bij elkaar staan dan kom je tot de volgende informatie. Als gebruiker schuif je met de vensters en er ontstaat een spel waarin je opzoek gaat naar nieuwe informatie. Eerst krijg je de belangrijkste informatie in het eerste venster en hoe verder je puzzelt hoe meer je te weten komt. In zo’n interface is heel veel mogelijk en toch verdwaalt de gebruiker niet. Het wordt zeer duidelijk gemaakt in de beginpagina dat verschillende vensters samen één stuk informatie verzorgen. Joes Koppers heeft goed nagedacht over de gegeven applicatie en wat hij hiermee wil zodat er een zuivere interactie ontstaat.

Joes Koppers website voor Browserday

Interactie is een wederzijdse reactie. Door interactie is een andere hiërarchie mogelijk tussen vorm en inhoud, tussen auteur en publiek en tussen begin en einde. In een multimediaproject vindt interactie plaats tussen gebruiker en systeem; een systeem dat bedacht en ontwikkeld is door een ontwerper.

(15)

De gebruiker kan niet volstaan met alleen kijken, hij zal ook wat moeten doen om verder te komen in zijn zoektocht naar informatie of communicatie. Jessica Helfand1 spreekt over een gedeeld

auteurschap: als ontwerper moet je veel meer rekening houden met de gebruiker, want hij wil zijn eigen verhaal samenstellen / beleven in zijn zoektocht. Deze nadruk op participatie zou het meest dwingende aspect van interactieve technologie kunnen zijn, en het brengt ons klassieke begrip van de lineaire presentatie van de verhalende vorm in gevaar.

Brendan Dawes ontwerper in Manchester, U.K. heeft een website gemaakt voor New Islington2. Hij wist dat hier audio bestanden op

kwamen maar hij wilde niet dat deze in een rij werden weergegeven. Hij wilde dat de bezoekers interactie hadden met de interviews die al waren opgenomen. Op de website zie je kleine foto’s gepositioneerd rond elk interview. Alle kleine fotootjes zijn gelinkt naar het document met het interview. Het volume waarop je mensen hoort praten is afhankelijk hoe ver ze weg staan van het frame van het interview. Als je op de site komt klinkt het echt alsof je in het midden van een discussie staat. Wil je horen wat de persoon in de hoek zegt? Geen probleem draag de foto dichter naar het centrum en andere foto’s zullen in de hoek schuiven. Het lijkt alsof je in een overvolle kamer dichter bij iemand komt. Het project is uitgegaan van menselijke interactie. Hoe beweeg ik, wat hoor ik wel en wat hoor ik niet. Ik kan naar het interview luisteren als ik wil maar ik kan ook luisteren naar de reacties op het interview. Vooral voor de inwoners van New Islington is het heel fijn dat ze hun verhaal kunnen vertellen. En voor de gebruiker van de website die niet in New Islington woont is het leuk om met de informatie te spelen, hoe kan ik mensen plaatsen, kan ik zelf een andere discussie maken enz. Brendan Dawes vindt vooral het menselijke in zijn creativiteit belangrijk. Hij laat je meegaan in zijn creatieve manier van spelen met informatie. Hij vindt het belangrijk om verder te kijken dan de normale ontwerptools en je inspiratie uit de meest vreemde dingen te halen, zoals kinderspeelgoed,

1 Screen: Essays on Graphic Design, New Media, and Visual Culture, Jessica Helfand, 2001

2 Analog in, Digital out, Brendan Dawes on interaction design. 2007 website van project http://www.newislington.co.uk

anonieme briefjes, schoonmaakmiddelen, jazz muziek, fast-food tassen, vliegvelden. Je kunt overal een goed concept uit halen en dit is altijd te richten op de gebruiker.

Brendan Dawes website voor New Islington

John Maeda3 is een Japans-Amerikaanse grafisch ontwerper, een

computer wetenschapper, geeft les op de universiteit en schrijft over ontwerpen en technologie. Hij studeerde eerst ICT totdat hij door het zien van verschillende grafisch ontwerpers zag dat grafisch ontwerpen hem ook wel aansprak. Als tiener kocht hij zijn eerste computer, een Apple II plus. Omdat op de computer nog weinig programma’s zaten schreef hij zijn eigen software. Zijn werk kenmerkt zich door simpelheid en hij is nu bezig met een onderzoeksprogramma dat Simplicity heet.

3 http://en.wikipedia.org/wiki/John_Maeda

(16)

Hierbij onderzoekt hij met wat voor technieken gebruikers te maken krijgen en of er een manier is om los te komen van de

informatieovervloed die mensen op zich afkrijgen. Hij is onder andere onderzoeker bij het MIT media Lab1.

Hij heeft laatst een onderzoek gedaan naar creditcardbetalingen. Om mensen inzicht te geven in het gebruik van hun creditcard heeft hij een simpel programma opgesteld2. Je kunt invullen hoeveel je

nog moet afbetalen, hoeveel je inkomen is enz. Op dat moment rolt er voor een paar jaar een berekening uit het programma wat je per maand kunt uitgeven en moet afbetalen.

Binnen interactie ontwerpen wordt onderzocht hoe een gebruiker denkt en zich gedraagt. Vervolgens wordt van daaruit bedacht hoe het systeem zich aan dat gedrag aanpast en er op reageert.

1 http://plw.media.mit.edu/people/maeda/

2 http://www.maedastudio.com/2006/credit/index.php?category=all&next=2006/versus&prev=2006/ darfur&this=credit

3 MAKE

Wat zijn nieuwe uitdagingen voor ontwerpers?

3.1 Cross over internet naar de gewone ruimte

Dit hoofdstuk laat zien hoe internet steeds meer in de gewone ruimte zoals de straat betrokken wordt. De straat vormt een verzamelplaats van persoonlijke indrukken. De publieke ruimte (de straat) is een verstrengeling van concrete en virtuele eigenschappen, van statische en mobiele domeinen, van publieke en private sferen, van globale en lokale interesses geworden mede gevormd door draadloze, mobiele media als GSM, GPS, WI-FI en RFID. Door mobiele telefoons, die tegenwoordig vaak ook op het internet zijn aangesloten, is het mogelijk geworden dat internetprojecten deel uitmaken van de gewone publieke ruimte. Bij dit soort projecten draait het nog meer om menselijke beleving als de projecten die in het vorige hoofdstuk behandeld zijn. De mogelijkheden van interactieve vertelling worden nog verder uitgebreid. Internet wordt een verlengstuk van de gewone publieke ruimte.

De Waag Society heeft in 2007 samen met Yo! Opera Werkplaats het project de Zingende Stad in Utrecht3 opgestart. De Zingende Stad

is een vocaal, interactief, multimediaal kunstwerk. Een programma waarmee kinderen, hun ouders, jongeren, toeristen, eigenlijk iedereen zijn alledaagse omgeving van een virtuele klank-handtekening

kan voorzien. Het project is voor het eerst van start gegaan in de Utrechtse wijk Ondiep en zal rond 2008 toegankelijk zijn voor heel Utrecht. Mensen zullen dan ook hun eigen geluid op de website

kunnen zetten. Iedereen met een mobiele telefoon en een gps signaal zal zijn geluiden kunnen verwerken in de website. Het leuke van dit soort projecten is dat we kaart lezen heel anders gaan beleven. Op google maps of google earth zullen we niet meer alleen de straten van Utrecht kunnen zien maar ook de geluiden erbij kunnen

3 http://www.waag.org/project/zingendestad

(17)

horen. Is er nu echt zoveel lawaai in Utrecht? Wat gebeurt er in de buitenwijken en vanaf waar hoor ik de trein? Het project De Zingende Stad legt als het ware een kaart over de kaart van Utrecht. Door de Zingende kaart over de kaart van Utrecht te leggen zien we misschien wel dat de buitenwijk van Utrecht veel spannender is als het centrum zelf. We kunnen horen waar er een optreden is of waar een geweldige straatmuzikant staat te spelen. Het voorbeeld van De Zingende Stad laat ons zien dat we meer uit plattegronden kunnen halen, (Waar zit de overlast in de wijk? Waar zijn s’avonds de gezelligste optredens?) zodat het een belevenis wordt. Een plattegrond die zich aanpast aan de gebruiker. En waarbij de gebruiker een extra laag terug kan laten komen.

Project van De Waag, De Zingende Stad

De Waag Society onderzoekt wat de invloed van internet op de

maatschappij is. De Waag Society komt voort uit de Digitale Stad, een van de eerste openbare gemeenschappen op internet in Nederland. Vanuit deze achtergrond is er van oudsher een sterke betrokkenheid met de maatschappelijke aspecten van internet. Aan de hand van de projecten van Waag Society laat zich de vooruitgang in technologie en internetgebruik goed aflezen. Tien jaar geleden stonden we aan de vooravond van de digitale revolutie. Wat is er in die tijd nou allemaal veranderd? Marleen Stikker, directeur van Waag Society1:

“Internet was een onontgonnen gebied. Een enorm braakliggend terrein waar wij ons op wilden storten. Er was geen handleiding voor en er waren geen voorbeelden. Nu is de toegang tot internet zo vanzelfsprekend als het water uit de kraan. Vergelijk het met het electriciteitsnet.” Omdat iedereen nu zo makkelijk online kan is het ook leuk voor de ontwerper om hier iets mee te doen.

Naast de bestaande kanalen voor het publieke media-aanbod moeten nieuwe vormen worden gestimuleerd; in het bijzonder vormen die gericht zijn op een actieve participatie van de burger in de nieuwe digitale informatie- en communicatie omgevingen. Internet breidt zich daarom uit van musea tot in stedelijke projecten. Er ontstaan steeds meer onderzoekscentra voor vormgeving waarbij men zich vooral richt op het concept en de dialoog met de gebruiker. Medialabs ontwikkelen zich als avant-gardistische denktanks waar vooral veel mogelijk is. Men richt zich op de zakelijke markt om de projecten ook echt werkende te krijgen. Vaak zie je dat deze instellingen ingaan op genetwerkte kunst. En ook zie je vooral bij deze onderzoekscentra dat het vooral gaat om de nieuwe technologie. De Waag Society zegt hierover “De samenleving is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd onder invloed van de digitalisering. Na veertien jaar www zijn de computers goedkoper, sneller en handzamer geworden, is de bekabeling en draadloze infrastructuur verder uitgerold en staan we aan de vooravond van een nieuwe stap in IT: het verdwijnen van

1 http://www.bright.nl/10-jaar-waag-society

(18)

computers, sensoren en chips in alledaagse objecten en gebruik in onze omgeving van alledag. Hoe zal de nieuwe publieke ruimte eruit gaan zien? Het is zeker dat de invloed van het internet heel groot zal zijn. En we zullen “connected” door het leven gaan”.

Graag wil ik een aantal projecten behandelen die naar mijn idee staan voor de toekomst van het internet in de publieke ruimte.

Case internet als verlengstuk van de publieke ruimte

“Het geheugen van Oost” is een verhalensite van Mediamatic1. Het

biedt een database voor elke gedenkwaardige gebeurtenis die in dit Amsterdamse stadsdeel heeft plaatsgevonden. Een onderkomen voor persoonlijke, alledaagse en bijzondere verhalen. Verteld, verzameld en up-to-date gehouden door trotse buurtbewoners. Bij het vertellen van de verhalen wisselt het ene verhaal het andere af. Herinneringen en associaties komen los. Zo is “Het Geheugen van Oost” ook

ontworpen. Het ene verhaal leidt tot het andere. Door de bewoners een gemeenschappelijk verleden aan te bieden zorgt de site voor een betere buurtcommunicatie, meer sociale samenhang en minder sociaal isolement. In dit project wordt heel duidelijk een dialoog aangegaan. De ontwerpers hebben alleen maar het programma opgestart en ervoor gezorgd dat mensen daarin hun eigen verhalen kunnen zetten. Dit soort initiatieven komen erg overeen met blogs en sociale communities. Daar is het idee ook van afgeleid, er op vertellen wat je wilt zeggen en laten weten dat jij er bent. Toch heeft dit project ook nog een andere insteek: het verschaft ook informatie over Amsterdam Oost en zorgt ervoor dat mensen elkaar niet alleen online leren kennen maar juist op straat weer een praatje met elkaar durven maken. We moeten deze projecten niet gaan zien als probleemoplossers van wijken. We kunnen als ontwerper nooit verwachten dat iedereen mee wil doen aan zo’n project. Het project “Het geheugen van Oost” probeert alleen een structuur te geven aan mensen die behoefte hebben aan een gemeenschappelijk geheugen van Amsterdam. Er is voor hen de mogelijkheid om lid te worden van

1 http://www.geheugenvanoost.nl/

deze community en hierbij andere Amsterdammers te ontmoeten die dezelfde behoefte hebben.

Een goed voorbeeld daarvan is het boek van René Boomkens ‘De nieuwe wanorde’2. Hierin zegt hij dat we niet meer hele

gemeenschappen kunnen bewegen om te laten geloven in hetzelfde. Daarvoor zijn er tegenwoordig teveel verschillende stromingen. Ik denk dat je als ontwerper zeker ook niet moet proberen om mensen in hetzelfde te laten geloven maar je moet mensen een aanleiding geven om ergens over te praten. Je moet een structuur uit zetten voor een project.

Niet alleen door de straten van een stad wordt het internetgebruik steeds populairder ook musea doen er alles aan om kunst meer naar buiten te brengen en toegankelijk te maken voor iedereen en vooral ook weer een dialoog aan te gaan met de gebruiker. Je kunt het museun bezoeken en er achteraf over praten op het forum en zo andere museumbezoekers ontmoeten. Je kunt plaatsen fotograferen die jij helemaal te gek vindt en dit opsturen voor het nieuwe ontwerp van een onderdeel van het Tate museum. En tegenwoordig kun je de Tate niet alleen in het echt bezoeken je kunt online ook heel veel leren ondanks dat je nooit in dit museum bent geweest. Een museum als community. Het museum staat niet alleen meer voor de kunst maar wordt ook socialer. Een heel mooi intiatief waardoor het voor veel mensen gemakkelijker wordt om over kunst te praten. Ook hier zie je weer heel duidelijk dat er een lijn is bedacht door ontwerpers3.

(Wat gaan we doen met de website en hoe communiceren we naar buiten?)

Verhalen vertellen is zo oud als de mensheid. De kracht van een goed verhaal zit in het feit dat het mensen in staat stelt het lineaire denkpad te verlaten, het goed kunnen onthouden en door vertellen, het een bewijs kan leveren, en het moet staan voor authenticiteit. Het hele internet wordt steeds meer een plek waar verhalen verteld worden. Het is alleen wel een probleem dat we steeds meer

2 René Boomkens, De nieuwe wanorde, 2006 3 http://www.tate.org.uk/

(19)

informatie over ons heen krijgen, bijvoorbeeld bij cross media; hier komt de informatie van de stad bij het internet. We kunnen nog meer informatie tot ons nemen maar het is niet verplicht om al deze websites te bezoeken. We kunnen zelf informatie aan en uit vinken. Nog beter zou het zijn als alles bij elkaar komt in een project waarbij mensen telkens kunnen kiezen wat ze willen zien. Deze mogelijkheden zie je terugkomen in Google Earth. Google Earth1 is

een informatiesysteem wat gratis te downloaden is op de computer. Met Google Earth is het mogelijk om elke plek van de wereld op te zoeken en hierbij zowel foto’s als satellietfoto’s te zien. Het fijne van Google Earth is dat ik zelf bepaal welke informatie ik wil zien bij de plaats. Dit kan zowel bij zoeken als bij lagen. Stel dat ik graag wil weten welke restaurants er in Breda zijn dan kan ik dit bij “lagen” aanvinken. Voor de rest wil ik geen informatie dus vink ik verder alles uit. En daarna zie ik netjes de restaurants die voor Breda aan Google Earth toegevoegd zijn. Ook in dit soort projecten zie je dus dat mapping weer terug komt. We kunnen nu als ontwerpers heel makkelijk een systeem bedenken waarin alles verzameld wordt van online projecten of communities in bijvoorbeeld Amsterdam. Omdat mensen informatie vaak op het internet zetten onder een bepaalde verzamelnaam/community is het heel makkelijk om deze aan of uit te vinken. Dus deze nieuwe projecten zorgen er juist weer voor dat ik voor mij de juiste informatie kan krijgen.

Er broeit iets op het web dat elk moment kan gaan exploderen. “Geotagging”2 is het toekennen van de geografische gegevens, zoals

de hoogte- en breedtegraad, aan foto’s, video’s en andere media. Koppel de exacte lokatie van bijvoorbeeld je foto aan Google Earth of Yahoo Maps en je hebt je foto samen met duizenden anderen heel precies op de kaart gezet. Zoek op ‘food’ in de Flickr Yahoo Maps en je krijgt alle foto’s van eten op de exacte lokatie op de wereldkaart te zien. Klik op Singapore en je ziet de vele borden met rijst die in die stad zijn gefotografeerd. Door de komst van betaalbare GPS-technologie kan de fotograaf tot op meters nauwkeurig de foto van

1 Google Earth

2 http://www.mouseover.be/2007/04/23/zet-eens-een-2d-mobile-code-op-je-siteblog/

het bord rijst “geotaggen”. Plaats zo’n foto in Google Earth en je ziet het straatje en zelfs het dak van het restaurant waar het bord rijst werd geserveerd. Hiermee wordt de stad een verlengde van een stuk interface. Wat je vooral ziet is dat mensen behoefte hebben aan informatie, met elkaar in verbinding staan en laten horen wat jij interessant vindt. Deze projecten gaan over leefomgevingen van mensen. Over een aantal jaar kunnen we precies zien in wat voor omgevingen mensen leven en wat ze doen. We zijn bezig om onze echte leefwereld te bloggen op het internet. De ontwerper moet zorgen voor structuren zodat iedereen de informatie kan terug vinden.

Nu het internet een steeds grotere rol gaat spelen buiten de computer vinden mensen het fijn als ze overal gebruik kunnen maken van het internet zonder dat ze hiervoor een extreem duur abonnement hoeven af te sluiten. Zou het niet mooi zijn als we in Nederland overal bereik zouden hebben. Dat er in Nederland een heel digitaal netwerk gelegd wordt. Dat iedereen gebruik kan maken van dit netwerk. Maar sommige mensen zijn bang dat als ze voorbij een winkel lopen ze gelijk de reclame op hun mobiel binnen krijgen. Wat hierbij vergeten wordt is dat mensen deel uit kunnen maken van een netwerk maar dat er niet gelijk iets aan hun verstuurd kan worden. Als winkels jou een folder willen versturen moeten ze eerst een bepaalde code hebben van je telefoon en deze hebben ze nog niet als je gewoon aanwezig bent op het netwerk wat overal door de straten zou kunnen lopen. Ik zou alleen reclame kunnen krijgen als ik me daarvoor aanmeld en de winkels mijn code van mijn telefoon weten maar dan ben ik altijd nog zelf degene die bepaalt waar ik me voor aanmeld. Het netwerk zou juist ervoor kunnen zorgen dat ik informatie van folders en affiches wel op mijn telefoon krijg maar dan op een andere manier.

Lees je iets in een tijdschrift, loop je langs een affiche of zie je iets op TV dat je aandacht trekt, klik erop en hup, je belandt op de relevante

(20)

plek. 2D barcodes1 bestaan in de meeste gevallen uit een zwart/wit

ingevuld grid. Neem je hiervan een foto dan verwerkt een stukje software op je GSM meteen de gegevens en linkt deze veelal online aan data. Het geeft cyberspace iets magisch, het feit dat je moeiteloos van de ene plek naar de andere kunt springen. Dit jaar zullen 2D mobile codes eindelijk ook bij ons doorbreken. Japan en ‘de industrie’ kennen ze al veel langer. Doordat deze 2D barcodes steeds eenvoudiger gelezen kunnen worden door camera phones zijn ze eindelijk klaar voor de consumentenmarkt. Een perfecte toepassing dus voor allerhande printtoepassingen die zo digitale data kunnen toevoegen. Het affiche zal in het straatbeeld niet meer alleen iets aan personen willen vertellen, het affiche zal straks in staat zijn om mensen deel te laten nemen aan een netwerk. Ook commerciële bedrijven zullen hier veel gebruik van gaan maken omdat het affiche een makkelijke manier blijft om te communiceren op straat. De digitale revolutie van het affiche zal niet lang meer op zich laten wachten. Nu nog een goedkoper internet abonnement op mijn telefoon.

De telefoon zal een steeds belangrijker middel worden om informatie online te bekijken. Websites voor telefoons moeten daarom ook beter ontworpen worden. Een website is goed toegankelijk als deze niet teveel tekst bevat. Navigatie aan de linkerkant, zodat deze altijd in beeld is, zou ook fijn zijn zodat je er niet steeds naar hoeft te zoeken. Soms worden er voor bedrijven twee websites ontworpen, één voor de computer en één voor op de telefoon.

1 http://www.kingsofcontent.nl/?tag=streepjescode

2 http://www.mouseover.be/2007/04/23/zet-eens-een-2d-mobile-code-op-je-siteblog/

2D barcodes

2D barcodes in Japan, gefotografeerd met telefoon om doorgelinkt te worden naar de website.

(21)

3.2 Evenementen

Internet gaat nog verder als online zijn op straat en interactief zijn met o.a. het museum. Het internet gaat soms zelfs buiten zijn eigen bereik in de vorm van evenementen. Het gaat op deze momenten niet over “online zijn” maar over “zoveel mogelijk delen”. Een ontmoetingsplaats van internet in het gewone dagelijkse leven. OpenCoffee1 is een ontmoetingsplaats van mensen die elkaar op

internet vinden via de website. Elke donderdagochtend is er in Amsterdam een bijeenkomst in een café. Dit café wordt van tevoren doorgegeven op de website. De OpenCoffee richt zich vooral op mensen die bezig zijn met programma’s ontwerpen voor internet en alles wat zich op dit moment op internet afspeelt, vooral het sociale gedeelte en alles met elkaar delen. Zelf ben ik al een paar keer naar de OpenCoffee geweest. Het is fijn om met andere mensen die ook geïnteresseerd zijn in internet concepten te bespreken, om te horen waar anderen mensen mee bezig zijn en vooral om veel nieuwe ideeën en plannen te horen. Als je hier een concept bespreekt krijg je altijd wel tips. Het is op een informele manier informatie uitwisselen en netwerken maar ook vooral een plaats waar je een plan kunt voorleggen aan anderen. Ontwerpers moeten blijven praten over hun werk zowel met mensen die zei al kennen als met nieuwe contacten. Ze moeten open staan voor een nieuwe mening van anderen. Het is fijn dat je elke donderdagochtend met geïnteresseerden over je plannen kunt discussiëren. Net zoals in het vroegere koffiehuis waar iedereen bij elkaar kwam om nieuwtjes met elkaar door te spreken worden de ontmoetingsplaatsen nu op internet gecreëerd en daarna weer terug gebracht naar de gewone ruimte. Niet alleen mensen uit de buurt komen langs maar iedereen die in het voorgestelde onderwerp geïnteresseerd is. Zo krijg je een interessante community waar je als ontwerper gebruik van kunt maken. Niet alleen op je eigen eilandje blijven zitten maar weten wat er in de wereld gebeurd.

1 http://entrepreneur.meetup.com/1068/

OpenCoffee is slechts een klein evenement als je het vergelijkt met PICNIC. PICNIC2 is een jaarlijks terugkerend internationaal evenement

op het gebied van creativiteit en innovatie, waar professionals uit de media, technologie, entertainment, kunst en wetenschap elkaar ontmoeten en met elkaar van gedachten wisselen over de laatste ontwikkelingen en projecten binnen de industrie. Gedurende de week is er een veelzijdig programma met talrijke master classes, lezingen, workshops van gerespecteerde sprekers en demonstraties waar bedrijven hun innovatieve producten tonen. In 2007 waren onder andere bureau Mijksenaar, Jean Klare en bureau Lust aanwezig. Ontwerpers die allemaal spelen met het weergeven van data en informatie. Het gaat bij dit soort congressen vooral om te laten zien waar ontwerpers mee bezig zijn. Iedereen zit in de zaal en luistert naar lezingen maar het is vooral bedoeld om jou als ontwerper mee te laten denken wat er allemaal mogelijk is en dit ook aan de zakelijke wereld te tonen. Nieuw is hoe de informatie op internet tijdens dit soort congressen zich verspreidt. Er worden online blogs bijgehouden. Mensen maken video’s en al deze blogs en video’s worden meteen verzameld op de PICNIC site zodat ook diegenen die niet op de plek aanwezig zijn meteen kunnen beschikken over de informatie.

Als ontwerper is het belangrijk om te weten wat er gebeurt op het internet. Dit medium ontwikkelt zich zo snel dat de ontwerper als denker er zeker tijd in moet steken om al deze ontwikkelingen bij te houden om hier zijn voordeel mee te doen. Niemand zit op een project te wachten wat al gedaan is. En juist de nieuwe positie van de ontwerper als denker waarin het experiment de hoofdrol speelt, maakt het interessant om aan de slag te gaan met nieuwe media. Hoe kun je jouw project anders aanpakken dan degenen die al met data aan de slag zijn gegaan. Wat kun jij als ontwerper nog betekenen?

2 http://www.picnicnetwork.org/

(22)

Steeds meer onderzoekslaboratoria van ontwerpers en kunstenaars gaan ook evenementen organiseren maar dan vooral om mensen een spiegel voor te houden. Deze projecten zijn er vooral op gericht om het soms vreemde gedrag van mensen op het internet duidelijk te maken. Vorig jaar ben ik naar het event “the Girlfriend Experience” van stichting Mediamatic1 geweest. De onstuimige groei van online

avatar communities zoals Second Life en World of Warcraft heeft ertoe geleid dat mensen in toenemende mate online een scoiaal en economisch bestaan kunnen opbouwen. Tegelijk roept deze ontwikkeling vragen op over de aard van dit bestaan en de gevolgen die het voor omgansvormen in ‘first-life’, het werkelijke bestaan, zullen hebben. Wanneer je gebruik maakt van virtuele avatars kun je doen en laten wat je wilt. In the Girlfriend Experience moet je elkaar eerst aftasten. Speler en avatar onderzoeken wat ze aan elkaar hebben en hoe ver de avatar wil gaan in het uitvoeren van specifieke wensen. Je kunt bijvoorbeeld vragen of hij zijn broek naar beneden wil trekken want jij hebt de macht over jouw avatar. Hoe ver hij hierin gaat hangt af van de levende avatar, hij is natuurlijk wel een mens van vlees en bloed. Er begint een spel tussen de avatars in de ruimte die aangestuurd worden door de spelers. Wie hier de controle heeft is misschien niet altijd even duidelijk. Je krijgt tien minuten om uit te vinden wat je met je avatar kunt doen.

Aan dit project merkte je dat je via Second Life op een vreemde manier met mensen communiceert. Je praat met je medespeler maar dit gebeurt niet rechtstreeks. Je geeft via de koptelefoon boodschappen door aan je eigen avatar die ze herhaalt voor de avatar van je medespeler die hierop reageert. Je durft je avatar dingen te laten doen/zeggen die je in het dagelijks leven niet meteen zou doen/zeggen. Dit gebeurt ook in Second Life alleen zie je dan je medespeler niet. Nu heb je een beeld bij je medespeler in Second Life zie je alleen maar zijn avatar en weet je niet wie erachter zit. Dit geeft nog meer anonimiteit om rare vragen te stellen. Je schetst wel een bepaald beeld door op zo’n event hetzelfde te doen met een

1 http://www.mediamatic.net/artefact-13553-nl.html

hoofdtelefoon op pratend met je buurman maar kijkend naar jouw avatar die in het huis praat met de avatar van je buurman. De titel van het project, the Girlfiend Experience, verwijst naar het paradoxale karakter dat veel van het sociale gedrag online heeft. Enerzijds

de veilige anonimiteit van het gebruik van de avatar, anderzijds de intieme ontboezemingen en projecties van verlangen die zich makkelijker uiten. Voor Martin Butler is het precies dit samenvallen van twee schijnbare uitersten, anonimiteit en intimiteit, dat een belangrijk deel van het hedendaagse sociale verkeer typeert.

Gebruikers (onder) bedienen via een koptelefoon hun avatars (boven)

Internet zal steeds verder buiten de grenzen van de computer gaan. Telefoons en Black Berry’s (kleine zakcomputers) zullen steeds

betaalbaarder worden en het mogelijk maken om overal waar je bent,

(23)

(op straat, in het ziekenhuis, in het park, op je slaapkamer) online te zijn. Dit zal nieuwe experimenten en uitdagingen bieden voor het grafisch ontwerpen. We hoeven het als grafisch ontwerpers niet altijd eens te zijn met de technologische ontwikkelingen die nu allemaal aan de gang zijn, we kunnen er ook afstand van nemen en analyseren wat er gebeurt. We kunnen mensen ook een spiegel voorhouden: waar zijn we mee bezig en is het allemaal wel zo leuk? Internet kan nooit het reële leven overnemen maar er wel een groot deel van gaan uitmaken. De ruimte om ons heen zal de nieuwe interface worden waarin we zullen navigeren.

1 Brian Shaughnessy, love the internet, EYE 2005

CONCLUSIE

Twijfels en op zoek gaan naar nieuwe mogelijkheden voor het ontwerpen waren de grootste uitgangspunten voor het

schrijven van deze scriptie. Bang dat het publiek, dat steeds meer mogelijkheden krijgt, je werk als grafisch ontwerper over zal nemen. Ontwerpers moeten deze angst juist aan de kant schuiven en niet vast houden aan de principes waar we al jaren aan vast houden. Gingen we vroeger uit van de vorm, nu moeten we uitgaan van de communicatie. Het publiek wil mee doen met ons ontwerp. Als ontwerper kunnen we structuren en plannen uitzetten voor een project en naar aanleiding van het verhaal wat we uitgezet hebben kan de gebruiker zelf een inhoud genereren aan het project.

Interactie is het sleutelwoord voor dit alles. Er is genoeg te doen voor ontwerpers. Het web is als het ware een speeltuin waar alles mogelijk is en dat alleen nog maar verder uit zal breiden met de komst van nieuwe technieken. De ontwerper zal moeten veranderen in zijn denkvisie, op onderzoek uitgaan en de dialoog aan willen gaan met de gebruiker. “Toegankelijkheid, gebruiksvriendelijkheid.... komen grafisch ontwerpers eindelijk tot de termen van het web?” een uitspraak van Brian Shaughnessy1 die vooral duidelijk wil maken dat

de grafisch ontwerper van het web moet gaan houden. Ontwerpers moeten hun programmeerkennis ontwikkelen om niet alleen met de vorm bezig te zijn maar zodat ze zelf een experiment op kunnen bouwen en beter kunnen samenwerken met de programmeur. Er is nog veel meer te ontwikkelen voor het web zodat het web steeds gebruiksvriendelijker wordt en een grotere reikwijdte krijgt. Het internet zal steeds meer deel uitmaken van de gewone ruimte. We zijn pas in de beginfase van wat de mogelijkheden met het web zijn. Als ontwerpers kunnen we ons steeds meer ontwikkelen als denkers en onderzoekers van deze nieuwe mogelijkheden. We staan aan een spannend begin van een nieuwe dimensie van het ontwerpen wat we niet tegen moeten houden maar er juist diep in moeten springen en de mogelijkheden verkennen.

(24)

SAMENVATTING

Ontwerpen voor de publieke ruimte online roept bij veel ontwerpers angst op. Het gewone publiek krijgt steeds meer mogelijkheden. Integratie van iedereen zorgt er voor dat grafisch ontwerpers niet meer alles vorm hoeven te geven, dit kunnen gebruikers nu vaak zelf doen. De ontwerper heeft niet meer het voordeel dat hij alleen kan beschikken over deze programma’s. Wat zijn dan de nieuwe mogelijkheden? En welke positie kan ik innemen als ontwerper? Deze scriptie probeert antwoord te geven op deze vragen.

Internet is een publieke ruimte op zich geworden maar blijft zich verder uitbreiden. Internet zal steeds meer deel uit gaan maken van de gewone ruimte. Ontwerpers kunnen hier gebruik van maken en dit betrekken in hun projecten. Als ontwerper hoef je het niet altijd eens te zijn met de technische vooruitgang. Een project bedenken wat mensen een spiegel voorhoudt is ook mogelijk. Als ontwerper moeten we wel begrip hebben voor de nieuwe situatie die is ontstaan. Het is spannend als we de controle over het alles zelf doen los laten en een speelveld van structuren kunnen uitzetten waar andere mensen in mee kunnen gaan. Er ontstaat een nieuwe ruimte. Ontwerpers worden ontwikkelaars van ideeën.

(25)

ARTIKELEN

- Geert Lovink, Nihilisme en het nieuws, open 2007 nummer 13, de opkomst van de informele media,

- Marc Vlemmings, De beste stuurlui stappen aan boord, items nummer 2 2007

- Tijdschrift Web designer, nummer 1 2007, artikel Virb - curriculumbeschrijving Sint Joost, 2007

- Jessica Helfand, Screen: Essays on Graphic Design, New Media, and Visual Culture, 2001

- Joes Koppers, De dingen zijn niet goed genoeg, Items nummer 6 december 2004/januari 2005

- Brian Shaughnessy, love the internet, EYE 2005

BOEKEN

- Geert Lovink, Dark Fiber, tracking critical internet culture, 2003 - Brendan Dawes, Analog in, Digital out, on interaction design. 2007 - René Boomkens, De nieuwe wanorde, 2006

- Open numer 13 2007, De opkomst van de informele media

- New media culture in Europe, uitgegeven door De Balie en Viritual Platform, Amsterdam 1999

- Ned Rossiter, Organised Networks, Media Theory, Creative Labour, New institutions.

SCRIPTIE/ESSAYS

- Scriptie Brenda Rademakers, Van grafisch ontwerper naar multimediaontwerper, Sint Joost, 2006

- Essay van Jorrit Sybesma, Invisible structures failing order, Piet Zwart instituut, maart 2006

- Essay van Marc de Bruijn, pragmatic webdesign, Piet Zwart instituut, 2007

- Scriptie Vera Bekema, Sint Joost 2004, interactie in het gedrukte medium.

- Essay Joop Broek, internet als publieke ruimte, Amsterdam 2005

BRONVERMELDING

WEBSITES - http://www.blog.nl/links_watis.php - http://nl.wikipedia.org/wiki/Myspace - http://nl.wikipedia.org/wiki/Web_2.0 - http://www.bright.nl/o6-web-2-0-software-wordt-sociaal - linkedin - http://www.coolmediahottalk.net/ - www.hbovoyeur.com - http://www.metropolism.com/page.php?node_id=291&l=nl - http://www.tchm.nl/archives/000084.html - http://maxbruinsma.nl/items/index.html?koppers.htm - http://www.nl-design.net/browserday/5/ - http://www.newislington.co.uk - http://en.wikipedia.org/wiki/John_Maeda - http://plw.media.mit.edu/people/maeda/ - next=2006/versus&prev=2006/darfur&this=credit - http://www.bright.nl/10-jaar-waag-society - http://www.waag.org/project/zingendestad - http://www.geheugenvanoost.nl/ - http://nl.wikipedia.org/wiki/Google_earth - http://www.tate.org.uk/ - http://www.mouseover.be/2007/04/23/zet-eens-een-2d-mobile- code-op-je-siteblog/ - http://www.kingsofcontent.nl/?tag=streepjescode - http://entrepreneur.meetup.com/1068/ - http://www.picnicnetwork.org/ - http://www.mediamatic.net/artefact-13553-nl.html - http://www.twitter.com 48 49

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In ons onderzoek zijn we op zoek gegaan naar de wijze waarop interacties tussen ouders met jonge kinderen binnen de wachtzaal van het consultatiebureau van Kind & Gezin in

- Het college hierop in zijn memo van 7 september 3 mogelijkheden heeft aangegeven om invulling te geven aan de motie;. - Mogelijkheid 3: brede verstrekking van

Volgens [eiseres] hebben de gedragingen van de Staat en de Stichting ertoe geleid dat zij geadopteerd heeft kunnen worden op de door haar gestelde (illegale) wijze, dat zij

• Alle studenten hebben baat bij toegankelijk online onderwijs en veel studenten met een functiebeperking vinden het onprettig om in een uitzonderingspositie geplaatst te

Ook roepen we de rijksoverheid op om het bij de uitwerking van deze maatregelen voor gemeenten mogelijk te maken om culturele activiteiten voor de jeugd weer toe te staan

De boom heeft een hoge weerstand tegen wind, kan zeer goed langs de kust toegepast worden, is uitste- kend bestand tegen kanker en redelijk tot goed bestand tegen andere

Maar ik heb gek genoeg nog geen opdrachtgever ontmoet die een kwaliteitsborging wil zien om er zeker van te zijn dat er tijdens de bestrijding geen risico wordt gelopen, dat

Het gaat daarbij om de relatie tussen zaken als de identiteit en inrichting van de publieke ruimte (beeld), het eigendom en gebruik (belang) en het onderhoud en de