LESSEN VOOR DE 21STE EEUW:
25 april 2005: Joop van der Horst,
Het Nederlands in de 21ste Eeuw
SAMENVATTING:
Onder "het" Nederlands verstaan we in de taalwetenschap het conglomeraat van
standaardtaal plus de dialecten en varianten. We onderscheiden daarbij de interne en de externe taalgeschiedenis, en we onthouden ons van alle subjectieve meningen en waarde-oordelen.
Om iets over de naaste toekomst te kunnen zeggen, zullen we trachten de lijnen die zich in het (recente) verleden aftekenen, door te trekken. De geschiedenis van het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN) in de 20ste eeuw laat zich verdelen in drie fasen:
I (1895-1920; het chique ABN); II (1920-1970; het burgerlijk ABN); III (1970-heden; het democratisch ABN).
De belangrijkste ontwikkelingslijn van het verleden is: het verlies van naamvallen. Veel hedendaagse veranderingen worden direct of indirect daardoor veroorzaakt. Daarbij voegt zich momenteel een sterke tendens tot vaster worden van voorheen vrije
woordverbindingen. Van zowel het een als het ander worden verschillende voorbeelden besproken.
EXAMENVRAGEN:
1. Noem uit de geschiedenis van het ABN in de 20ste eeuw twee verschillen tussen fase II (burgerlijk ABN) en fase III (democratisch ABN).
2. Leg uit hoe de vernieuwing "iets ongewoon" (voor ouder: "iets ongewoons") past in de algemene ontwikkelingslijn van onze taal.
3. Leg uit hoe de vernieuwing "de ex van" (zonder dat er dan een naam op volgt!) past in de algemene ontwikkelingslijn van onze taal.