• No results found

Kennis van kengetallen van belang voor goed bedrijfsresultaat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kennis van kengetallen van belang voor goed bedrijfsresultaat"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Meten is verdienen

Kennis is een belangrijk onderdeel van het bedrijfsmanagement. Beslissingen over de bedrijfsvoering kunnen het best genomen wor-den als zoveel mogelijk achtergrondinformatie bekend is. Zo kan bijvoorbeeld de beslissing een koe al dan niet af te voeren mede afhangen van het celgetal in haar melk of van eventuele problemen van deze koe met drachtig worden, etc. Met gebruik van deze kennis kunnen de beste beslissingen genomen worden. Om te bepalen hoe groot de invloed van management (waarvan ‘kennis’ een onderdeel is) is op techni-sche resultaten en op de opbrengst minus bijko-mende voerkosten per 100 kg melk, zijn 38 bedrijven van mei ’96 tot mei ‘97 intensief gevolgd. Tijdens deze onderzoeksperiode zijn ze een aantal keren lastig gevallen met kennis-vragen: hoe lang is de tussenkalftijd op uw bedrijf en denkt u dat die tussenkalftijd beter of slechter is dan op andere bedrijven?

Vergelijkbare vragen zijn ook gesteld over het tankcelgetal. Op basis van de antwoorden van de veehouders op deze vragen, is de groep vee-houders in twee groepen van gelijke grootte gesplitst: een groep met de beste kennis en een groep met de wat mindere kennis. In Tabel 1 zijn deze groepen naast elkaar gezet. Enkele technische en economische resultaten zijn weergegeven. Acht van de 38 bedrijven zijn hierin niet opgenomen, omdat bijvoorbeeld het

werkelijke tankcelgetal niet bekend was. Het blijkt dat veehouders met een betere kennis over tussenkalftijd en celgetal iets betere techni-sche resultaten behalen op dit gebied. De ver-schillen in gerealiseerde tussenkalftijd en tank-celgetal zijn echter klein. Het uiteindelijke eco-nomische resultaat verschilt echter ruim 3,5 cent per liter melk. Op bedrijfsniveau is dit al snel een verschil van meer dan 10.000 gulden per jaar. Kennis van het eigen bedrijf blijkt dus te lonen.

‘Bewust beslissen’ voor hoge productie

Niet alleen de antwoorden op deze vragen naar resultaten op hun bedrijf, vertelden ons iets over de kennis van de veehouder. We hebben ook gekeken in hoeverre veehouders weten wat ze doen. Om meer te weten te komen over o.a. het vruchtbaarheidsmanagement op het bedrijf, hebben we alle veehouders gevraagd hoe vaak ze tocht waarnemen, op hoeveel dagen na afkalven koeien weer aangeboden worden voor inseminatie, enz. De antwoorden op deze vra-gen zijn vergeleken met de technische resulta-ten van de bedrijven. Hier kwamen verrassende resultaten uit naar voren. Zo zeiden veehouders met een hoogproductieve veestapel gemiddeld 71 dagen te wachten voordat begonnen wordt met insemineren. Veehouders met een laagpro-ductieve veestapel zeiden 65 dagen na afkalven weer te beginnen met insemineren, dus enkele ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● 14

Kennis van kengetallen van belang voor

goed bedrijfsresultaat

Carin Rougoor

‘Meten is weten’, zo wordt vaak gezegd. Op veel melkveebedrijven wordt daarom vaak van alles gemeten: de productie, het celgetal, de kwaliteit van de kuil, enzovoort. Maar heeft dit nu ook werkelijk gevolgen voor de resultaten van het bedrijf? Onderzoek op 38 bedrijven laat zien dat veehouders die een beter inzicht hebben in hun bedrijfsvoering, ook economisch gezien beter sco-ren. Meten is dus niet alleen weten, maar ook goed voor de portemonnee!

Praktijkonderzoek 98-4

Tabel 1 Technische en economische resultaten op bedrijven met verschil in parate kennis van

resultaten van het eigen bedrijf

Minder kennis Meeste kennis

Aantal bedrijven 15 15

Tussenkalftijd 394 dagen 391 dagen

Gemiddeld tankmelkcelgetal 182.000 cellen/ml 168.000 cellen/ml

(2)

dagen eerder. In praktijk bleek er echter geen verschil tussen deze groepen: beide begonnen gemiddeld na circa 84 dagen met insemineren. Veehouders met een hoogproductieve veestapel gaven dus een juistere indicatie van dit moment dan de veehouders met een laagproductieve veestapel. Dit wijst er op dat op hoogproductie-ve bedrijhoogproductie-ven deze beslissingen bewuster geno-men worden. De veehouder weet beter wat er gaande is.

Vruchtbaarheid en productieniveau

We hebben de veehouders ook gevraagd of ze onderscheid maken tussen diergroepen voor wat betreft het moment waarop begonnen wordt met insemineren. Veehouders op een hoogproductief bedrijf blijken meer onderscheid te maken tus-sen dieren (afhankelijk van leeftijd, productie en conditie) om te bepalen wanneer begonnen wordt met insemineren. Ook blijken ze beter aan te kunnen geven wat het optimale moment van inseminatie is nadat tocht is waargenomen. Alle bovengenoemde aspecten wijzen op een beter en nauwkeuriger vruchtbaarheidsmanage-ment op hoogproductieve bedrijven. Kijken we echter naar de vruchtbaarheidsresultaten, dan blijken deze slechter te zijn op hoogproductieve bedrijven. Dit komt naar voren uit Tabel 2 waar-in de groep van 38 bedrijven waar-in 2 groepen gesplitst is op basis van de 305-dagen produc-tie. Op hoogproductieve bedrijven ligt het Non Return percentage lager, het aantal inseminaties per dracht hoger en als gevolg hiervan is de tus-senkalftijd langer. Dit alles ondanks een beter vruchtbaarheidsmanagement. Uit onderzoek is bekend dat hoogproductieve dieren moeilijker tochtig worden en vaker ‘stille tocht’ vertonen. Dit kan de slechtere resultaten verklaren. Het onderstreept tevens dat juist voor een hoogpro-ductieve veestapel extra aandacht voor

vrucht-baarheidsmanagement noodzakelijk is. Alleen op die manier kunnen de vruchtbaarheidsresul-taten, en daarmee samenhangend de economi-sche resultaten, op een redelijk peil blijven.

15

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Praktijkonderzoek 98-4

Tabel 2 Vruchtbaarheidsresultaten en saldo voor bedrijven met een gemiddelde en bedrijven met

een hoge 305-dagen productie

Gemiddelde productie Hoge productie

Aantal bedrijven 19 19

305-dagen productie 7727 kg 8957 kg

Non Return % 56 dagen 65 % 58 %

Inseminaties per dracht 1,80 2,05

Tussenkalftijd 389 dagen 398 dagen

Opbrengst – bijk. voerkosten / 100 kg melk 63,62 66,58

Een computer is een hulpmiddel om ‘bewust te beslissen’.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

49 Van het mondelinge spreekrecht wordt dan ook niet veel gebruik gemaakt, zo laat dit onderzoek zien, en in dat opzicht komt het overeen met onder meer het onderzoek van

Vervolgens zal in paragraaf 4.3 de toepasbaarheid van deze velden op het vastgoed van GGZ instellingen beschreven worden middels voorbeelden die tijdens de verschillende

Dit onderzoek dient antwoord te geven op de vraag ‘Wat zijn de knelpunten bij de dienst PO&O van GGz Groningen ten aanzien van kennismanagement en welke

‘Kennismanagement kan een bijdrage leveren aan het samenwerkingsverband tussen DMW en de ambassades en de kennisdoelstelling van DMW, mits de benodigde randvoorwaarden binnen

Dobstadt argumentiert, dass die Literarizität in literarischen Texten, auch wenn die Texte für die Zwecke des Spracherwerbs und des Kulturlernens funktionalisiert werden,

The following specific conclusions could be drawn from the results:  Surface areas for chars prepared at temperatures above 280°C were as high as 100 m2  Biochars prepared in

The relation can be described by a directed graph in the set of tasks, and the logical sequence of tasks can be determined by sorting the graph topologically, if the graph is

Het is ironisch dat vooral deze twee sensoren uiterst gevoelig zijn voor de effecten van anesthetica en pijnstillers.. Anesthetica en met name de inhalatieanesthe- tica zoals