• No results found

Aanspraak van verschillende activiteiten in de Nederlandse veehouderij op het totale energieverbruik in deze sector

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Aanspraak van verschillende activiteiten in de Nederlandse veehouderij op het totale energieverbruik in deze sector"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aanspraak van verschillende activiteiten

in de Nederlandse veehouderij op het totale

energieverbruik in deze sector

F. de Boer

Overdruk no. 136

Overdruk van Bedrijfsontwikkeling 11 (1980)

254-260

(2)

Aanspraak van verschillende activiteiten

in de Nederlandse veehouderij op hettotale

energieverbruik in deze sector

Ir. F. de Boer- Instituut voor Veevoedingsonderzoek 'Hoorn'te Lelystad

De veehouderij in Nederland staat in de titel van deze inleiding centraal. Dat is terecht, omdat de bezoeken van de voorlichtingsdag van het Centraal Veevoederbureau groten-deels daarbij nauw betrokken zijn en/of zich daarvoor sterk interesse-ren. Uiteraard zal aan de Nederland-se veehouderij dan ook de nodige aandacht worden gegeven. Toch is het goed om deze tak van landbouw ook te plaatsen in een wat groter kader. Dat kan helpen om met beide benen op de grond te blijven staan. Dat kan nuttig zijn voor ons-zelf om aan het gevaar van over-schatting van de eigen problemen te ontkomen. Dat kan ook nuttig zijn voor het pogen om talrijke critici -vooral in ons land - van de dierlijke produktie een wat ruimere blik te ge-ven. Er zal daarom van een driede-ling in het verhaal sprake zijn: 1 zonne-energie en veehouderij; 2 fossiele energie en veehouderij; 3 verhoudingen in

energiever-bruik binnen de veehouderij.

Zonne-energie en veehouderij De fundamentele rol van de land-bouw in de wereld is voedselpro-duktie dank zij het vermogen om de zonne-energie daarvoor te benutten.

Dat proces is verankerd in de plant-aardige vegetatie. Het is de fotosyn-these: nieuwvorming van organi-sche stof (koolhydraat) onder inwer-king van zonlicht. De energie die door de zon hiervoor wordt geleverd is onvoorstelbaar groot. In tabel 1 zijn enige getallen (Wassink) ver-meld om dat te illustreren.

Om deze getallen nog wat duidelij-ker te laten spreken kan worden op-gemerkt dat de jaarlijks op Neder-land (3 695 000 ha) vallende zonne-energie meer is dan de jaarlijkse olieproduktie van alle OPEC-landen. Het zeer bescheiden benuttingsper-centage (1%) maakt dat er per ha landbouwgrond een hoeveelheid energie, ge'ijk aan die uit ca. 32 va-ten olie, in organische stof wordt ge-vormd. Dat betekent ca. 5000 I olie per ha. Deze zonne-energie wordt in onze streken voor het overgrote deel in het ruim 6 maanden durende groeiseizoen geleverd.

Tabel 1 Jaarlijks beschikbaar komende zonne-energie (TJ)*

Op de aardoppervlakte (5x10'° ha) Voor fotosynthese beschikbaar (ca. 50%) Vastgelegde zonne-energie (fotosynthese) Rendement (%) aarde Rendement (%) landbouwgewassen *TJ=TeraJoule=10" Joule Totaal Per ha 2 x 1 0 " 1 0 " 2x10« ca. 0.20 c a . 1 % 40 20

(3)

Totale invallende straling

Bruikbaar voor fotosynthese

Vastgelegd in plantaardig materiaal (landbouw: ca. 1%l

Gebruiken we hier even de mm-maat, die voor regenval wordt ge-hanteerd dan wil dat zeggen dat in de groeiperiode ca. 100 mm (olie) energie op een ha valt, waarvan 1 m m voor organische-stofproduktie wordt gebruikt.

Van de hoeveelheid aldus verwerkte zonne-energie zou evenwel nog een groot deel verloren gaan, indien er geen dieren waren! Granen, aardap-pelen en dergelijke - voorbeelden bij uitstek van bijna hapklaar voed-sel - leveren een aanzienlijke hoe-veelheid niet als voedsel bruikbare organische stof (stro, kaf, zemelen, loof, vezels, enz.). Op grote arealen grond willen of kunnen slechts plan-ten groeien die wegens hun hoge cellulose-gehalte ongeschikt zijn voor voedsel. Dieren, herkauwers in het bijzonder, weten daarmee wel raad en benutten de in organische stof vastgelegde zonne-energie als-nog voor het produceren van voed-sel.

Gegeven het feit dat op wereld-schaal volgens gegevens van de Food and Agriculture Organisation (FAO) ruim 2h deel van de totale

hoeveelheid cultuurgrond (4,5 x 109

ha) begroeid is met gras of grasach-tige vegetatie wil dat zeggen dat de zonne-energie die op krap 3 x 109 ha

valt alleen via het dier kan bijdragen tot de voedselproduktie. Wassink vermeldt dat kruidachtige gewassen gemiddeld een droge-stofproduktie per ha leveren van 4-13 ton. Voor akkerbouwgewassen is op grond van een globale (zuinige?) schatting aangenomen dat ca. V3 deel daarvan niet geschikt is voor voedsel. Aange-nomen is, dat dat gedeelte ongeveer overeenkomt met de

organische-stofopbrengst van V3 deel van de to-tale oppervlakte (dus bijna 0,5 x 109

ha) akkerbouwgewassen. De daarin vastgelegde zonne-energie levert slechts via het dier voedsel!

Deze trap via het dier betekent welis-waar een verliespost ten opzich-te van direcopzich-te voedselproduktie, maar het feit blijft dat van organi-sche stof zonder 'voedselwaarde' hoogwaardig voedsel wordt ge-maakt.

Op grond van de hiervoor genoem-de - ten genoem-dele geschatte - gegevens kan vastgesteld worden dat 75-80 % van de op cultuurgrond benutte zon-ne-energie in voor de mens niet (als voedsel) toegankelijke plantendelen wordt vastgelegd. Van die planten-delen blijft een deel (stoppels, oogstverliezen, wortelmassa) op het veld achter. Indien dat deel wordt geschat op ca. 3 0 % , mag worden gesteld dat 50-60% van de op gras-en bouwland vastgelegde zonne-energie slechts via het dier (vee) tot voedsel voor de mens kan worden gemaakt. Men zou kunnen spreken van een getrapt-primaire voedsel-produktie. In tabel 2 is een aantal ge-tallen vermeld die deze verhoudin-gen illustreren.

Op grond van eerder (De Boer, Van Es) uitgevoerde berekeningen is aannemelijk gemaakt dat 20-25% van het voedselpakket voor de

mensheid door dierlijke produkten

Zonne-energie voor voedselproduktie

Primair 4 0 - 5 0 %

Getrapt primair

50-60%

wordt geleverd. Ruwweg drievierde deel daarvan wordt geleverd door herkauwers, de diersoort die bij uit-stek, zij het niet uitsluitend, in staat is celluloserijke vegetaties in voed-sel om te zetten.

In Nederland wijken de areaalver-houdingen binnen de cultuurgrond niet sterk af van het beeld in tabel 2. De absolute groottes liggen een fac-tor van ruim 2 000 lager. Dat wil zeg-gen dat in ons land de cultuurgrond ca. 0,004 % van de op aarde vallende voor fotosynthese bruikbare zonne-energie ontvangt. Dat komt overeen met ruim 4 x 107 TJ zonne-energie,

waarvan 2 x 10s TJ als nieuw

ge-vormde organische stof beschikbaar komt.

Fossiele energie en veehouderij

In grote delen van de wereld is het nog steeds zo, dat de veehouderij wordt bedreven door gebruik te ma-ken van de natuurlijke vegetatie en van dierlijke en menselijke arbeid. Doel was en is de voedselvoorzie-ning vón eigen gezin en omgeving. In andere gebieden, waaronder ons land, is dat beeld anders. De aanvan-kelijke doelstelling is sterk vergroot, zodat daar (dierlijk) voedsel wordt geproduceerd voor grote bevol-kingsgroepen, binnen en buiten het eigen land. In het nastreven van dat doel vindt de veehouder zijn bestaan

Hij reageert daarbij op economische en maatschappelijke ontwikkelin-gen. Zijn handelwijze wordt daar-door bepaald daar-door biologische (plant en dier) en door sociaal-eco-nomische factoren. In hoog-ontwik-kelde landen zoals het onze heeft dat geleid tot grote prestaties van het bi-ologische systeem dat veehouderij heet. De economische omstandighe-den waren daarbij zodanig, dat door het inschakelen van steeds grotere hoeveelheden fossiele energie een toenemende en ook een efficiëntere produktie mogelijk werd.

Tabel 2 Areaalgroottes op de aarde (ha)

Aarde Land,

waarvan: Cultuurgrond

waarvan: gras(achtige) vegetaties akkerbouwgewassen Oppervlakte 5x10'° 15x10» 4,5x10» 3,0x10» 1,5x10» Relatieve getallen 100 ca. 30 ca. 10 ca. 6,7

(4)

Wereldverbruikfossiele energie Foss.energie-_/ verbruik NL JTG Landbouw NL Veehouderij NL O n d e r fossiele e n e r g i e w o r d t hier het hele pakket e n e r g i e d r a g e r s ver-staan, dat rechtstreeks (brandstof) e n l a n g s een o m w e g (elektriciteit) a f k o m s t i g is v a n l a n g g e l e d e n vast-g e l e vast-g d e z o n n e - e n e r vast-g i e ( k o l e n , vast-gas, olie). Het g e b r u i k v a n fossiele e n e r g i e is in d e v o r m v a n s t e e n k o o l al v r i j o u d . D o o r de in de v o r i g e e e u w b e g o n n e n e n in deze e e u w sterk v o o r t g e zette i n d u s t r i a l i s e r i n g en m e c h a n i -s e r i n g i n (grote d e l e n van) d e w e r e l d is in die p e r i o d e het v e r b r u i k v a n fossiele e n e r g i e zeer sterk t o e g e n o -m e n . In 1975 w a s het w e r e i d v e r b r u i k 0,240 x 109 T J .

Dat is bijna '/io deel v a n d e jaarlijks o p aarde via f o t o s y n t h e s e v a s t g e l e g d e z o n n o e n e r g i e , o p land e n i n w a -ter (Wassink). In 1975 w a s in Neder-land het v e r b r u i k v a n fossiele ener-gie 0,261 x 107 T J , ca. 1 % d u s v a n

het w e r e l d v e r b r u i k . De l a n d b o u w n e e m t d a a r v a n een b e s c h e i d e n aan-deel v o o r zijn r e k e n i n g . In t a b e l 3 zijn de o n d e r l i n g e v e r h o u d i n g e n w e e r -g e -g e v e n : De beide p a r a g r a f e n o v e r z o n n e e n e r g i e en fossiele e n e r g i e s a m e n -v a t t e n d kan w o r d e n g e c o n c l u d e e r d , dat de N e d e r l a n d s e l a n d b o u w jaarlijks 0,004% v a n de t o t a l e v o o r f o -t o s y n -t h e s e beschikbare zonne-ener-gie e n ca. 0,14 % v a n de t o t a l e n u be-schikbaar k o m e n d e fossiele e n e r g i e v o o r zijn p r o d u k t i e g e b r u i k t . V o o r de v e e h o u d e r i j l i g g e n deze v e r h o u d i n -g e n in de b u u r t v a n 0,002 en 0,05 % . Hierbij w o r d t o p g e m e r k t dat de Ne-d e r l a n Ne-d s e l a n Ne-d b o u w jaarlijks een h o e v e e l h e i d p l a n t a a r d i g e g r o n d s t o f -f e n v o o r m e n g v o e d e r s i n v o e r t , die elders z o n n e - e n e r g i e en fossiele e n e r g i e h e b b e n g e v r a a g d . Deze zijn i n d e g e n o e m d e getallen niet m e e -g e r e k e n d . Het is niet w a a r s c h i j n l i j k dat d a a r d o o r de werkelijke v e r h o u d i n g v a n fossiele e n e r g i e t o t v a s t g e -l e g d e (fotosynthese) z o n n e - e n e r g i e i n g r i j p e n d zal w o r d e n b e ï n v l o e d . V e r h o u d i n g e n i n e n e r g i e v e r b r u i k b i n n e n d e v e e h o u d e r i j L a n g e heeft e n i g e keren g e g e v e n s o v e r het f o s s i e l e - e n e r g i e v e r b r u i k i n d e N e d e r l a n d s e l a n d b o u w g e p u b l i -c e e r d . V o o r 1970 p u b l i -c e e r d e hij de i n t a b e l 4 v e r m e l d e v e r b r u i k s g e t a l -l e n .

In zijn o p s t e l l i n g w o r d t het fossiele-e n fossiele-e r g i fossiele-e v fossiele-e r b r u i k u i t g fossiele-e s p l i t s t o v fossiele-e r een zestal p o s t e n : 1 e n e r g i e v o o r trekkers, m o t o r e n en w e r k t u i g e n (di-rect e n i n d i r e c t ) ; 2 elektrische energ i e ; 3 v e r w a r m i n energ ; 4 v e r v o e r b r a n d s t o f f e n ; 5 k u n s t m e s t en 6 b e s t r i j d i n g s m i d d e l e n (zie tabel 5). De a a n spraak v a n de v e r s c h i l l e n d e c a t e g o -rieën d i e r e n o p deze post is n o g a l v e r s c h i l l e n d . Op g r o n d v a n e i g e n

Verdeling fossiel energieverbruik landbouw NL Tuinbouw Akker-bouw i i — j Veehouderij o v e r w e g i n g e n zijn d a a r o m v o o r d e v e e h o u d e r i j de v e r d e e l s l e u t e l s v o o r fossiele e n e r g i e per p o s t t o e g e p a s t v o l g e n s t a b e l 5. I n d i e n deze v e r d e e l s l e u t e l o p de d o o r Lange v o o r 1970 g e g e v e n g e -t a l l e n w o r d -t -t o e g e p a s -t on-ts-taa-t he-t beeld v a n t a b e l 6.

Tabel 3 Verbruik fossiele energie per jaar (TJ)

1975 [Vastgelegde zonne-energie per jaar

Wereld Nederland Nederlandse landbouw' waarvan veehouderij1 2 x 109] 0,240x10' (100) 0,261x10' ( 1) 0,345x10« (0,13) 0,119x10« (0,05)

1 Schatting uit verhouding nationaal gebruik 1970 en 1975

Tabel 4 Gebruik van fossiele energie in de Nederlandse landbouw (TJ; 1970)

Totaal Akkerbouw Veehouderij Tuinbouw

Direct' Indirect2 Totaal, absoluut Totaal, in % 127 300 173650 300950 100 6200 25680 31880 10,6 13 800 89670 103470 34,4 107 300 58300 165600 55 ' Fossiele energie gebruikt op de landbouwbedrijven

2 Fossiele energie gebruikt voor vervaardiging en transport van

bedrijfsbenodigdhe-den (werktuigen, kunstmest, veevoeder, en dergelijke) Tabel 5 Verdeelsleutels voor fossiele energie per post

Post Herkauwers en paarden Varkens' Pluimvee' 80 80 8 60 100 100 10 10 46 20 10 10 46 20 1 Incl.mestkalveren

(5)

Tabel6 Fossielenergiegebruikpertakvanveehouderij(TJ; 1970)

l a trekkers, motoren (direct) 1b trekkers, werkt, (indirect) 2 electrische energie 3 verwarming 4 vervoer brandstoffen 5 kunstmest 6 bestrijdingsmiddelen Totaal, afgerond (excl. mengvoeder) waarvan toegerekend aan: ruwvoederwinning Mengvoeder (vlgs. Leach) Totaal 6800 3700 3800 5700 5 500 41300 70 66870 97100 Herkauwers en paarden' 5400( 50) 2 900(100) 3000 460 3300( 80) 41300(100) 70(100) 56430 49500 24800 Vakens 700 400 400 2 620 1100

-5 220

-46000 Pluimvee 700 400 400 2 620 1100

-5 220

-26300

1 Tussen haakjes het aandeel dat toegerekend is aan de ruwvoederwinning

Tabel 7 Fossiel energieverbruik via mengvoeders in Nederland (1970/1971;:TJ) Totaal Herkauwers Varkens Pluimvee Kunstmelk +

en paarden diversen Mengvoerproduktie (10«ton) . Fossiele energie 8,502 2,066 3,833 2,188 0,419 102 100 24 800 46 000 26 300 5 000

Tabel 8 Fossiei energieverbruik (direct en indirect) in de veehouderij in 1970 (TJ) Totaal Herkauwers Varkens Pluimvee

Mestkal-en paardMestkal-en verMestkal-en + diversen Veevoeding Huisvestingen verzorging Totaal 151600 74 300 17 370 6 930 168 970 81230 46 000 26 300 5 000 5 220' 5 220' 51 220 31 520 5 000 ' Inclusief mestkalveren

Tabel 9 Enkele kengetallen uit de veehouderij in 1970 en later

1970 1972 1977 1977/ 1979 '78 Index 1970= 100 Index* N in kg/ha grasland Mengvoederproduktie (lOOOton), totaal waarvan rundvee varkens pluimvee Afgeleverde slacht-varkens(x1 000) Idem slachtpluimvee (x 1000 ton) idem eieren (x 1000 ton) Ligboxenstallen Melkdiepkoeltanks 200 8 595 2 066 3 833 2188 8821 339 263 834 - . 6 762 14135 400 365 12 296 30145 250* 12762 4098 5429 2 496 125 148 198 142 114 160 118 139 1474 446 125 200 150 120 170 120 140 1500 450 Pluimvefi Veevoeding Varkens Veevoeding Herkauwers + paarden T i Veevoeding

I

I kracht-I voer

_L

H = huisvesting + verzorging In het V e r e n i g d K o n i n k r i j k b e r e k e n -de Leach -de h o e v e e l h e d e n fossiele e n e r g i e die n o d i g zijn v o o r de p r o -duktie van m e n g v o e d e r . Hij h i e l d d a a r b i j r e k e n i n g m e t v e r v o e r ( i m p o r t ) , v e r w e r k i n g , t r a n s p o r t b i n -n e -n s l a -n d s , v e r p a k k i -n g e-n dergelijke. A l d u s berekend k o m t hij t o t een h o e -v e e l h e i d fossiele energie -v a n 11,32 G J * (0,01132 TJ) per t o n m e n g v o e r . Hij heeft d a a r b i j de e n e r g i e k o s t e n d i e g e m a a k t m o e t e n w o r d e n bij bij v o o r b e e l d de b r o o d b e r e i d i n g alleen daaraan t o e g e r e k e n d . M e t andere w o o r d e n z e m e l e n en griezen - en een aantal a n d o r e n e v e n p r o d u k t e n -belasten de e n e r g i e k o s t e n v o o r de m e n g v o e d e r p r o d u k t i e in zijn bere-kening niet. Hier is d a a r o m g e r e k e n d m e t 12 GJ per t o n m e n g v o e r . Bij het h a n t e r e n v a n dit o p Engelse g e g e -v e n s b e r u s t e n d e - getal is -v e r d e r o v e r w o g e n , dat de w a t langere i m p o r t r o u t e naar o n s land w e g v a l t t e -g e n d e lan-gere t r a n s p o r t r o u t e s in het V e r e n i g d K o n i n k r i j k . De o p deze basis berekende fossieleenergiekosten zijn v o o r N e d e r l a n d s e o m -s t a n d i g h e d e n ( L a n d b o u w c i j f e r -s 1979) w e e r g e g e v e n in t a b e l 7 en i n -g e v o e r d in t a b e l 6. De in de t a b e l l e n 6 en 7 s a m e n g e -brachte g e g e v e n s h e b b e n in w e z e n a l l e m a a l b e t r e k k i n g o p v e e v o e d i n g ( r u w v o e r w i n n i n g + m e n g v o e r a a n -koop) en o p h u i s v e s t i n g en verzorg i n verzorg ( v e r w a r m i n verzorg , m e l k e n en d e r verzorg e

-lijke). In tabel 8 zijn d a a r o m die ge-t a l l e n o n d e r die b e n a m i n g e n sa-m e n g e v a t .

H i e r u i t blijkt dat d e v e e v o e d i n g ( m e n g v o e d e r en r u w v o e d e r w i n ning) b i n n e n de v e e h o u d e r i j de g r o

(6)

te fossiele e n e r g i e v r a g e r s zijn. Bij é é n m a g i g e n en m e s t k a l v e r e n k o m t dat v r i j w e l u i t s l u i t e n d v o o r r e k e n i n g van m e n g v o e d e r s en k u n s t m e l k , bij h e r k a u w e r s is dat v o o r o n g e v e e r 1/3 deel het g e v a l . Binnen de r u b r i e k r u w v o e d e r s / r u w v o e d e r w i n n i n g n e e m t k u n s t m e s t m e e r d a n 8 3 % van het f o s s i e l e - e n e r g i e v e r b r u i k v o o c z i j n r e k e n i n g . Na 1970 is er een spectaculaire o n t w i k k e l i n g g e w e e s t in de m e l k v e e h o u d e r i j ( l i g b o x e n s t a l l e n , t a n k m e l -ken, t o e n e m e n d k u n s t m e s t g e b r u i k , sterke s t i j g i n g v a n het m e n g v o e d e r v e r b r u i k per koe) evenals in d e p r o -duktie v a n slachtvarkens.

In t a b e l 9 zijn enkele statistische ge-g e v e n s ( L a n d b o u w c i j f e r s 1979) ver-m e l d , die dit i l l u s t r e r e n .

Daar s c h a t t i n g e n v a n het h u i d i g e f o s s i e l e - e n e r g i e v e r b r u i k o n t b r e k e n , is a a n g e n o m e n dat het aandeel v a n k u n s t m e s t - en m e n g v o e d e r v e r b r u i k i n het agrarische en a l g e m e n e (nationale) f o s s i e l e e n e r g i e v e r b r u i k o n -geveer gelijk is g e b l e v e n . O m d a t de hier v e r m e l d e v e r h o u -d i n g s g e t a l l e n (in-dex) g r o t e n -d e e l s b e t r e k k i n g h e b b e n o p g e g e v e n s v a n enkele j a r e n g e l e d e n zijn de g r o e i -f a c t o r e n w a a r s c h i j n l i j k aan de lage kant. V o o r de s c h a t t i n g v a n het f o s -s i e l e - e n e r g i e g e b r u i k in 1979 i-s daar-o m rekening g e h daar-o u d e n m e t d e fac-t o r e n v e r m e l d in de k o l o m i n d e x * . V o o r 1979 ontstaat d a n o n g e v e e r het v o l g e n d e beeld zoals w e e r g e g e -v e n in tabel 10.

A l s de s c h a t t i n g e n in deze t a b e l bij b e n a d e r i n g juist zijn betekent dat dat het v e r b r u i k in de b u u r t v a n 240 000 TJ l i g t : een s t i j g i n g v a n ca. 40 % ten opzichte van 1970.

Een recente inventarisatie (1979)* v a n de h o e v e e l h e i d fossiele e n e r g i e , die in de v e e h o u d e r i j g e b r u i k t w o r d t v o o r tractie, v e r w a r m i n g en elektra (posten 1a, 2 en 3 uit tabel 6) k o m t uit in de b u u r t v a n 33 000 T J . Dat ge-tal past redelijk bij de hier g e m a a k t e t o t a a l s c h a t t i n g v o o r 1979. De jaarlijkse s c h a t t i n g e n v a n de r u w -v o e d e r p r o d u k t i e - g r a s l a n d , snij-m a i s , e n andere - ( L a n d b o u w c i j f e r s ) k o m e n uit o p een h o e v e e l h e i d d i e -u i t e r a a r d - s c h o m m e l t , m a a r die m e e s t a l ligt tussen 11 en 12 m i l j o e n t o n ds. Gerekend is d a a r o m m e t 11,5 m i l j o e n t o n ds. Dat betekent dat naar s c h a t t i n g nu in de ( r u n d v e e -h o u d e r i j ca. 5,4 GJ fossiele energie

* Gegevens verzameld door Consulent-schappen in Algemene Dienst voor Boer-derijenbouw en -Inrichting, Landbouw-werktuigen, Melkwinning, Pluimveehou-derij, Varkenshouderij en de onderzoek-instellingen Proefstation voor de Rund-veehouderij (PR) en het Instituut voor Mechanisatie, Arbeid en Gebouwen (IMAG).

Tabel 10 Fossiel energieverbruik per tak van veehouderij in 1979 (TJ) Totaal Herkauwers en paarden Varkens Piuimvee Totaal Ruwvoeder Mengvoeder Huisvesting + verzorging 239960 62 200 150 200 27 560 122 600 62 200 49 600 11000 77 280 69 000 8280 39880 31600 8280

Tabel 11 Globale schatting van het fossiele energieverbruik (direct en indirect) voor grasland-ruwvoeders(GJ/tonds; MJ/1 000 VEM)

1977 1979

Vers gras Hooi (niet gevent.) Hooi (geventileerd) Voordroogkuil Gedr. gras per tonds 3,0 3,9 7,0 3,6 23,0 per 1000 VEM 3,5 5,3 9,2 4,6 30,7 per tonds 3,2 4,1 7,4 3.8 24,4 per 1000 VEM 3,7 5,6 9,8 4,9 32,5 w o r d t g e b r u i k t v o o r de p r o d u k t i e v a n 1 t o n ds uit r u w v o e r . O n g e v e e r 2 jaar g e l e d e n bereken-d e n w i j (bereken-de Boer, 1977) - o p g r o n bereken-d v a n Engelse b e r e k e n i n g e n v a n W i l kins g l o b a a l de f o s s i e l e e n e r g i e -behoefte v o o r de p r o d u k t i e v a n 1 t o n ds uit v e r s c h i l l e n d e r u w v o e d e r s v a n g r a s l a n d . U i t g a a n d e v a n een jaarlijkse s t i j g i n g v a n ca. 3 % v a n het v e r b r u i k z o u d e n de i n tabel 11 ver-m e l d e v e r b r u i k s g e t a l l e n o n g e v e e r k u n n e n g e l d e n .

Indien het eerder a a n g e h o u d e n ge-tal v a n 12 GJ fossiele e n e r g i e per t o n m e n g v o e r (Leach) h i e r m e e w o r d t v e r g e l e k e n m o e t de g e v o l g -t r e k k i n g zijn da-t de s-teeds s -t i j g e n d e energieprijzen per t o n k r a c h t v o e r nadeliger zullen g a a n u i t w e r k e n d a n v o o r r u w v o e r .

Via de k u n s t m e s t zijn e v e n w e l reeds en zullen o o k i n de t o e k o m s t de e n e r g i e k o s t e n v a n de r u w v o e r w i n -n i -n g o p l o p e -n .

Deze v e r h o u d i n g e n zullen een extra i m p u l s k u n n e n gaan betekenen v o o r het schenken v a n b i j z o n d e r e aan-dacht aan de r u w v o e d e r w i n n i n g e n - c o n s e r v e r i n g m e t zo klein m o g e l i j k e verliezen.

Vatten w e de a l d u s v e r k r e g e n uit-k o m s t e n uit deze paragraaf s a m e n d a n is de g e v o l g t r e k k i n g dat in o n s land v o o r de r u w v o e r p r o d u k t i e per ha g r a s l a n d 20 000 GJ zonne-ener-gie w o r d t g e b r u i k t en - ds o p b r e n g s t geschat o p 8 t o n - ca. 45 GJ fossiele e n e r g i e . Indien het v e r b r u i k t e m e n g v o e r d a a r b i j w o r d t o p g e t e l d v e r a n d e r t die v e r h o u d i n g niet b e l a n g r i j k o m d a t daar w a a r de m e n g v o e d e r g r o n d -s t o f f e n zijn g e t e e l d o o k ca. 20 000 GJ z o n n e e n e r g i e per ha w o r d t i n g e -straald. W o r d t d e v o o r h u i s v e s t i n g e n v e r z o r g i n g g e b r u i k t e fossiele e n e r g i e in d e r u n d v e e e n p a a r d e n -h o u d e r i j (gesc-hat in 1979 o p ca. 20 000 TJ) m e e g e r e k e n d , d a n n e e m t per ha g r a s l a n d het f o s s i e l e e n e r g i e -g e b r u i k t o e m e t ca. 10 G J . De rundveehouderij w o r d t d u s m o -m e n t e e l in o n s land b e d r e v e n d o o r v a n zonne-energie en fossiele

ener-gie g e b r u i k te m a k e n in een verhou-ding v a n r u i m 350: 1 ( 2 0 0 0 0 G J :

55 GJ per ha g r a s l a n d ) .

Bij de o v e r i g e v o r m e n v a n v e e h o u -d e r i j (varkens, pluimvee), zal -die ver-h o u d i n g d a a r v a n niet sterk a f w i j k e n . In die g e v a l l e n echter m o e t de in

andere landen benutte zonneenergie w o r d e n v e r r e k e n d . U i t g a n g s

(7)

-Schema 1 Energieverbruik (geschat, 1979) in TJ Samenvatting Ingebrachte (fossiel) en Ingestraalde (zon) energie Vastgelegde energie 240 000 86 000 000 860 000 Huisvesting Verzorging * * 27 600 Mengvoer 3 x 106 ha 150 200 600 000 750 200 Ruwvoer 1,3 x 10* ha gras 62 200 260 000 322 200 Totaal energie 240 000 860 000 1100 000

ring is, dat van de ingestraalde, voor fotosynthese bruikbare zonne-ener-gie een rendement van ca. 1 % voor landbouwgewassen wordt gehaald. Het is goed hierbij te bedenken, dat zeer waarschijnlijk een nog lager rendement verwacht moet worden wanneer de zeer bescheiden

fossie-le-energie-inbreng (via ruwvoer en mengvoer) in de veehouderij onder druk zou komen te staan.

Indien - w a t v r i j m o e d i g - w o r d t aan-genomen dat het in 1979 verbruikte

mengvoer afkomstig is van 3 mil-joen ha landbouwgrond elders (op-brengst aangenomen op ruim 4 ton per ha) kan het energieverbruiks-schema voor de Nederlandse vee-houderij worden opgesteld zoals weergegeven in schema 1.

Door deze inzet van energie komt nu jaarlijks ongeveer 13 miljoen ton mengvoer en 11,5 miljoen ton ruw-voer (ds) beschikbaar voor de pro-duktie van dierlijk voedsel.

1 Zonne-energie wordt in onvoor-stelbaar grote hoeveelheden over de aarde uitgestort. Slechts een fractie daarvan (1 % bij goe-de landbouwgewassen) wordt via de fotosynthese in organische stof (primaire voedselproduktie) vastgelegd.

2 Van de aldus in plantaardig mate-riaal vastgelegde zonne-energie zou op wereldschaal gezien -zeker 5 0 % voor menselijk voed-sel verloren gaan als deze niet via dieren alsnog voor voedselpro-duktie zou worden benut: Ge-trapt-primaire voedselproduktie. 3 Het fossiele energieverbruik in

Nederland bedroeg in 1975 - en vermoedelijk ook nu nog - ca. 1 % van het wereldverbruik. Bin-nen Nederland neemt de veehou-derij ca. 5% van het nationale verbruik voor zijn rekening. 4 Uitgaande van in 1970

uitgevoer-de berekeningen van LANGE en van gegevens van LEACH wordt aannemelijk gemaakt dat van het totale fossiele-energieverbruik in de veehouderij (ca. 169 000 TJ) de rundvee- en paardenhouderij ca. 50, de varkenshouderij ca. 31 en de pluimveehouderij ca. 19% voor hun rekening nemen. 5 De voeding van het v e e r u w v o e

-der(winning) en mengvoeder bij rundvee, mengvoeder bij varkens en pluimvee - legt voor respec-tievelijk 92, 90 en 83 % beslag op het fossiele-energieverbruik per veesoort. Bij de ruwvoerwinning schuilt ruim 83 % van het fossiele energieverbruik in de gebruikte kunstmest.

6 Op grond van de ontwikkeling van de veehouderij na 1970 wordt geschat, dat het fossiele-energieverbruik in 1979 in de buurt van 240 000 TJ - ongeveer 4 0 % meer dan in 1 9 7 0 - l i g t . Die stijging zou vooral in de rundvee-en varkrundvee-enshouderij gezocht moe-ten worden.

7 Bij een jaarlijkse gemiddelde ds-produktie uit ruwvoer (Land-bouwcijfers) van ca. 11,5 miljoen ton in ons land wordt momenteel een inzet van 5,4 GJ aan fossiele energie toegepast per ton droge stof. Dat is per ha grasland (ge-middelde opbrengst 8 ton ds) ca. 45 GJ. De jaarlijks ingestraalde voor fotosynthese bruikbare zon-ne-energie is 20 000 GJ per ha.

(8)

8 De rundveehouderij (voeding + huisvesting) wordt momenteel in ons land bedreven door van zon-ne-energie en fossiele energie gebruik te maken in een verhou-ding van ruim 350 : 1.

Voor varkens- en pluimveehouderij zal die verhouding daarvan niet veel afwijken indien in het oog wordt ge-houden dat het daar gaat om de in andere landen ingestraalde zonne-energie van - eveneens - ca. 20 000 GJ per ha.

Indien het gebruik van fossiele ener-gie in de veehouderij onder druk zou komen te staan en kleiner zou wor-den moet ernstig rekening worwor-den gehouden met de mogelijkheid dat het fotosynthese-rendement lager

zal kunnen worden dan de nu aange-houden (rond) 1 %.

Geraadpleegde literatuur F. de Boer en A. J. H. van Es.

Energiebenutting in de veehouderij. Voedingsmiddelentechnologie, 26 juli (1978), jrg. 11, no. 29/30 en 30 augustus (1978) jrg. 11, no. 35.

F. de Boer.

Rundveevoeding vroeger en nu; knelpunten 1977 en later. Bedrijfs-ontwikkeling 9(1978) 232-240.

Landbouwcijfers 1979.

Landbouw-Economisch Instituut en Centraal Bureau voor de Statistiek.

M. J. Lange.

De energiehuishouding in de Neder-landse landbouw. Publikatie 12, IM AG, 1974.

G.Leach.

Energy and Food production. IPC Business Press Lim. 1976.

E. C. Wassink.

Autotrofe produktie. In: Produktivi-teit in biologische systemen. Biolo-gische Raad Reeks; Pudoc;1975.

R.J.Wilkins.

The potential for increased use of ensiled crops for animal production with particular reference to support energy-inputs. CEG Seminar, Theix, 1975.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We demonstrate six interrelated complexity properties of a viable EE: a large number of self-organized agents, nonlinear interactions, (in)sensitivity to initial conditions,

Het behandelen van verzoeken om onderzoek naar het compenseren of vergoeden van schade als gevolg van grondwateronttrekking (vóór de wetswijziging een taak van de TCGB) is door

Proefveld vastegrondsteelt/rationele grond- bewerking PrLóv 7; opbrengst aardappelen 1970... Gewas Object

Een groot deel vamn de mais wordt opge- stagen In torensllo's.. Op de

suis Er is geen duidelijk effect van geboortegewicht en van voeropname vóór spenen op het aantal biggen met klinische verschijnselen van een Streptococcus suis (S. Dit blijkt

worden uitgeboerd en de gekweekte producten van goede qualiteit zijn, dat de milieuverontreiniging door kunstmest kleiner is dan die door organische mesten, dat de

Behalve de al uitvoerig besproken sleutelstudie van Van Vegchel zijn er twee andere recente lokale studies waarop wel nader moet worden ingegaan, omdat ze verwantschap hebben met het

totale hoeveelheid stikstof in stalmest ton N/ha humificatie-faktor: dat deel van de organische ton N/ha stof dat zich na 1 jaar in de humus bevindt. mineralisatie-faktor: dat