• No results found

De NHG-standaard en Richtlijn 28 'Indicaties voor prenatale diagnostiek' zijn goed instrument voor indicatiestelling vruchtwaterpunctie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De NHG-standaard en Richtlijn 28 'Indicaties voor prenatale diagnostiek' zijn goed instrument voor indicatiestelling vruchtwaterpunctie"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uit spraken www.cvz.nl – 26070691 (28000095)

Onderwerp: De NHG-standaard en Richtlijn 28 " Indicaties voor pre natale di-agnostiek" zijn goed instrument voor indicatiestelling vrucht-w aterpunctie

Samenvatting: De z ogeheten NHG-standaard en de Richtlijn 28 "Indicaties v oor prenatale diagnostiek" van de Nederlandse Vereniging v oor Obste-trie en Gy naecologie (NVOG)" z ijn - gegeven de huidige stand van de wetenschap - een goed instrument om de indicatiestelling v oor vruchtw aterpuncties op basis v an artikel 2.1, derde lid, Bzv in te vullen.

Soort uitspraak: AaZ = adv iesaanvraag Zvw

Datum: 9 augustus 2006

Uitgebracht aan: z orgverzekeraar

Onderstaand de v olledige uitspraak.

U w ilt w eten bij welke indicaties een v ruchtwaterpunctie op basis van de Zorgv erzeke-ringsw et (en aanverwante regelingen) als een te verz ekeren prestatie kan w orden aan-gemerkt.

Te verzekeren prestatie

Een v ruchtwaterpunctie valt onder te verzekeren prestatie geneeskundige z org (artikel 10, sub a Zorgv erzekeringswet (Zvw ). In de toelichting op het Besluit Zorgv erzekering (Bzv ) staat dat er ten opzichte van de Ziekenfondswet geen extra belastende bepalingen z ijn. Integendeel, op v erschillende punten is er sprake van minder detaillering. Zo is bij de geneeskundige z org de erfelijkheidsadv isering niet meer apart geregeld. Dez e valt, aldus de toelichting, onder de z org als bedoeld in artikel 2.4, eerste lid van het Bzv . Erfelijkheidsadvisering betreft een z orgv orm die gerekend w ordt tot de z org z oals me-disch-specialisten die plegen te bieden. Vruchtw aterpunctie is een v orm van erfelijk-heidsadv isering.

Veder is nog v an belang dat bij of krachtens de Zorgv erzekeringsw et niet meer is gere-geld dat de hulp in het kader v an erfelijkheidsadv isering moet w orden verleend door een instelling die een vergunning heeft op grond v an (artikel 2 van) de Wet op bijz ondere medische v errichtingen (WBMV). Laatstgenoemde w et is desondanks w el los van de Zorgverz ekeringsw et van toepassing v oor alle z orgaanbieders in Nederland. Indicatiestelling bij vruchtw aterpuncties

Ten aanz ien van uw vraag over de indicatiestelling v oor een vruchtw aterpunctie z ijn ver-der geen anver-dere bepalingen van toepassing dan het algemene indicatieartikel, artikel 2.1, derde lid, Bzv . Daarin is bepaald dat verzekerde slechts recht op z org heeft v oor z over z ij daarop naar inhoud en omvang redelijkerw ijs is aangewez en.

De v ruchtw aterpunctie w ordt gebruikt als diagnostische techniek in het kader van kli-nisch genetisch onderz oek bij v rouw en met een verhoogde kans op aangeboren afw ij-kingen. Dit is onder meer het geval indien z ich aangeboren afw ijkingen in de familie voordoen of er sprake is van een eerdere zwangerschap met aangeboren afw ijkingen. De v ruchtw aterpunctie behoort daarmee tot de aanspraak op erfelijkheidsadv isering. De nadere inv ulling van de aanspraak op erfelijkheidsadvisering w as tot 1 januari 2006 globaal omschrev en in artikel 2, eerste lid, onder c, jº artikel 20 Verstrekkingenbesluit

(2)

-Uit spraken www.cvz.nl – 26070691 (28000095)

is in de jaren tachtig bew ust aan de betrokken partijen overgelaten. Een gedetailleerde regeling werd, gez ien de snelle ontw ikkelingen op dit terrein, onnodig v erstarrend ge-acht. Door de Koepelorganisatie Stichtingen Klinische Genetica en Zorgverz ekeraars Ne-derland z ijn in 1984 v oor het eerst afspraken gemaakt omtrent een nadere omschrijv ing van de inhoud v an de verstrekking, met name ten aanz ien van de indicaties.

De betreffende ov ereenkomst w as gebaseerd op de Uitkomst van Overleg (UVO) tussen de betrokken partijen. In hoofdstuk 1 van de Overeenkomst werd vermeld dat de gez a-menlijke opv atting van partijen over w at de algemeen aanvaarde standaard in feite in-houdt, uitgangspunt is v an de afspraken. Deze standaard, die mede gebaseerd is op de stand der wetenschap, geeft de grenz en aan van w at een verz ekerde in redelijkheid van z ijn verzekeraar en van een klinisch genetisch centrum kan v erlangen. In oktober 1995 is deze Overeenkomst aangepast in v erband met een aantal belangrijke ontw ikkelingen, die sindsdien hadden plaatsgev onden. In het bijz onder ging het daarbij om het geavan-ceerde ultrageluidsonderz oek en de DNA-analyse, die bij Besluit van 4 september 1995 aan de aanspraak op erfelijkheidsadvisering w aren toegevoegd. Zoals de inleiding v an de Ov ereenkomst vermeldt, w erd - in v erband met de DNA-analyse - het begrip "genoty pe-ring" geïntroduceerd. Hieronder w ordt v erstaan: elk onderz oek naar afw ijkingen in het aantal of de hoedanigheid van chromosomen of het DNA in de celkern of mitochondriën. Dit begrip omv at dus datgene, wat in eerdere overeenkomsten als chromosoomonder-z oek en als cytogenetisch onderchromosoomonder-z oek bestempeld w erd. Na 1995 is de Ov ereenkomst tussen partijen in het geheel niet meer aangepast ondanks de vele snelle technische ontw ikkelingen. Dez e overeenkomst bood dan ook slechts nog houv ast doordat erin bepaald w as dat het "de algemeen aanvaarde standaard" als uitgangspunt neemt. De Ov ereenkomst z elf is daarom nu niet goed meer hanteerbaar.

De algemeen aanvaarde standaard is inmiddels in diverse standaarden en richtlijnen van de betrokken beroepsgroepen neergelegd. Dez e standaarden en richtlijnen kunnen thans dan ook als een geobjectiveerde normering van de omv ang van de te verzekeren prestatie, i.c. de v ruchtwaterpunctie, in ogenschouw genomen w orden. Ze geven in ieder geval weer op welke manier medisch specialisten de z org plegen te bieden. Het College w ijst u op de v olgende standaarden / richtlijnen:

1. de z ogeheten NHG-standaard, die als verw ijz ingsrichtlijn v oor de huisartsen dient. Daarin w orden de volgende niet-cumulatieve v oorwaarden genoemd: Bij zw angeren die bij een zw angerschapsduur v an 18 weken 36 jaar of ouder z ijn, of bij erfelijke aandoeningen in de naaste familie van zwangere of partner.

2. de Richtlijn 28, Indicaties v oor prenatale diagnostiek van de Nederlandse Vereni-ging v oor Obstetrie en Gy naecologie (NVOG), waarin een tiental indicaties w orden genoemd v oor invasieve prenatale diagnostiek.

(http://www .nvog.nl/files/28_indica_prenatale_diagno.pdf)

Het College heeft deze standaarden/richtlijnen beoordeeld en is van mening dat z ij -gegeven de huidige stand v an de w etenschap - een goed instrument z ijn om de indica-tiestelling op basis van artikel 2.1, derde lid, Bzv in te v ullen.

Advie s College

Het College adviseert u deze standaarden/richtlijnen te gebruiken bij de v raag of verze-kerde redelijkerwijs is aangewezen op een vruchtw aterpunctie op grond van uw basis-polis.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Prenatale diagnostiek is onderzoek tijdens de zwangerschap om vast te stellen of het ongeboren kind een bepaalde aangeboren aandoening wel of niet heeft.. Wie komt

Vertrouwenspersonen Integratiecentra en diensten in Vlaanderen en Brussel die begelei- ding doen van deze families naar onderwijs en integratie zijn al gerui- me tijd

Bij de voorlichting moet de huisarts vooral aandacht besteden aan de consequenties van een FH-mutatie voor de patiënt zelf en voor zijn familieleden.. Het vinden van een

Conform de multidisciplinaire CBO-richtlijn Lymeziekte (2013) is het beleid bij een tekenbeet aangepast: waar voorheen preventief gebruik van antibiotica werd ontraden, zijn

• De sensitiviteit is redelijk en de specificiteit is hoog voor onderscheiden van patiënten met matig-ernstige dementie van gezonde ouderen zonder cognitieve stoornissen. •

Tijdens het prenataal traject is het mogelijk dat andere artsen in consult gevraagd worden of gebriefd worden over bevindingen (gynaecoloog, radioloog, huisarts,..

• Onvoldoende verbetering bij een kind met de symptoomdiagnose episodisch expiratoir piepen na behandeling met een SABA en/of ICS in normale dosis gedurende 6 weken Kinderen ≥

Ten  tweede  moet  de  zwangere  vrouw  haar  vaste  wil  uiten  om  de  zwangerschap  te  beëindigen.  Om  zich  van  de  vaste  wil  te  verzekeren,  heeft