• No results found

Voedselproduktie bij de Akan in Zuid-Ghana: de betekenis van vrouwen voor de nationale economie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voedselproduktie bij de Akan in Zuid-Ghana: de betekenis van vrouwen voor de nationale economie"

Copied!
176
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)
(3)

Doctoraalscri ie

Culturele Ant elegie

aan de

Universiteit van Amste

Pi.eter e

H Kadi

j

k

83

Amsterdam

(4)
(5)

in

1978

1

eronderzoek gedaan in Ghana. Bet doel van

dit onder­

zoek wa• na te gaan in hoever

kleine boeren bereikt

werden

mat

institutioneel k ediet,

n was daarom toegesnitst op het

functioneren van de Nyakrom Rural Bank in de Centra! Region.

De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt in de

doctoraalscriptie van Van den Berg en Schotho

et,

met wie ik

samen veldwerk verrichtte.

Opvallend was de positie van de vrouwelijke boeren dié,

hoèwel numeriek in de meerderheid, sterk ondervertegenwoordigd

bleken als kredietnemers. Op dit aspect wordt door mij in deze

scriptie nader ingegaan. be onderzoeksgegevens die ik hierbij

gebruik zijn ontleend aan de enqu!te die door ons onder de boe

ren in Nyakrom gehouden is (zie appendix).

Voor hun hu

en bijdragen aan het onderzoek en/of de

scr

ie gaat mijn dank in de eerste plaats uit naar de bevol­

king van Nyakrom en het oersoneel van de Rural Bank aldaar,

mat name David.

rvolgens dank ik Eddy Amonoo, Harry Wagenbuur, Phil

Bartle voor hun begeleiding tijdens het onderzoek en Sjaak

van de

Gaest voer zijn begeleiding bij de scri

ie.

(6)
(7)

1.

Recente theorieën ove

de positie van vrouwen in

verschillende maatschappijen

2.

Beschrijving van de ore koloniale pe iade (tot

1 8 7 4 )

1 .

Bronnen

2.

De economische structuur

3.

De sociale structuur

4.

Gevolgen van het matrinileaire systeem

S

De politieke rol van vrouwen

6.

Conclusies over de 9ositia van de vrouw in de

pre koloniale periode

3.

De koloniale periode

(1874

-

1 95 7 )

1.

Midden negentiende eeuw: de kolonisatie

2.

Veranderingen in Etiropa aan het eind van de

negentiende eeuw

3.

Veranderingen in de Goudkust aan het eind van

de negentiende eeuw

4.

Da economische ontwikkeling van de Goudkust en

haar integratie in da economie van de ge.Indus

trialiaaerde wereld

5.

Het landbouwbeleid tijdens de koloniale periode

6@

Conclusies over veranderingen in de positie van

vrouwen onder invloed van het kolonialisme

4.

De post-koloniale periode

Inleiding

1.

De koloniale erfenis, een dualistische economie

2.

Enkele opmerkingen over de be

ppen formeel en

4

18 18 21 26 28 32 34 36

36

38

39

41

45

4 7

49

49

49

informeel

5 4

(8)

S.

voer ontwikkeling in ana

6.

De plaat van vrouwelijke voedèe reducent n

binnen da wereldeconomie

5. De huidi positie van vrouwen in de Ghane e

voedsellandbouwr de ondarzoeka gevens

1.

Inleiding

2.

De ligging van akrom

3.

Bevolking en eeonomische activiteiten

4 . De landbouw

5 .

'1'echnj.eken

6.

duktia ctoran1 lanB,

rbbia

en kapitaal

7.

Da ateé roef

B.

Classificatie van boareh

9.

De onderzoekagegavens

10.

Samanvatti�g

Slotconclusies

Literatuurlijst

ndix

1.

Verantwoording van het onderloak

2.

Verantwoording van de enqulta

3.

Overige onderzoakareaultaten

4. Iets over de situatie in Ghana en op de

universiteit ti

j

den ons onderzoek

66

76

78

78

78

79

01

83

84

85

aa

90

100

10

5

109

126

126

127

131

143

(9)

INLEIDING.

Er i

de l atste jaren in het Westen e n toenemende

aan-dacht voor de positi

van vrouwen in d

Derde

W

ld. Dez

n

dacht, mat een emancipatorisch, humanitai

k rakter,

h e ft

zijn

weerslag

vonden op het ontwikkelingsdenk n.

H

t is p

itie

te

noemen als wordt ing zien dat een bep

ld deel van de bevolking

in het verl dan niet de aandacht heeft gekregen die het verdi n­

de.

Voor Ghan

meen ik echte

dat e

ook economische argumen­

ten zijn om in hat kader van de ontwikkeling, vrouwen de nodige

aandacht te gaven, en

en humanitaire overwe

dat dit niet louter uit emancipatorische

ngen hoeft te

auren. Ik neem aan dat

dit niet alleen voor Ghana het geval is, en het valt me daarbij

op dat in de sociale wetenschappen, waar het vrouwen betreft,

economische argumenten vaak op

da

tweede plaats komen. Dit ia

des te opvallende

als men bedenkt dat de kans op realisering

van deze aandacht veel groter is, als het economisch belang er­

van aangetoond kan worden, dan wanneer men slechts inspeelt op

de sociale

heid van regeringen.

Deze scriptie gaat over het belang v�n vrouwelijke boe­

ran voor de Ghanese voedsellandbouw, en over het feit dat hun

positie in da landbouw door de jaren heen is veranderd. Om de

betekenis van deze verandering te peilen kijk ik zowel naar de

plaats van de voedsellandbouw binnen de nationale economie als

naar da plaats van vrouwen in die voedsellandbouw1 beide in een

historisch perspectief. Voer allebei de onderwerpen wordt zowel

theoretisch als beschrijvend materiaal gebruikt. Naast relevante

literatuur maak ik daarbij

ruik van de gegevens van eigen on­

derzoek in Ghana.

Allereerst worden in hoofdstuk één enkele recente theo­

rieln over de positie van vrouwen in verschillende maatschap­

pijen behandeld. In veel ontwikkelingslanden blijkt de positie

van vrouwen veranderd te zijn onder invloed van het kolonialisme

(10)

en de

daaruit

voo tvloeiènde struct�

n

Om een beeld

van dez

veranderingen te krijgen wordt in

hoofdstuk twee de s

i

tua tie geschetst zoals

dia in Ghana tijdens

de

pre koloniale periode gewe

e

st

moèt

zijn.

De

positie van de

Ak

a

n vrouwen sta t hierin c nt

al.

Vervolgen

wordt

n hoofdstuk d ie

en na r de

kol

nial

periode

eb de

�evol

da rvan.

In

hoofdstuk vier blijkt dat e

con

o

mi

sc

h

e

structuur

van

de

kcloniln,

als gevolg van het k

o

lo

n

i

lis

, een

ingrijpende

wijziging heeft onda

an. Déarom

wo rdt hle�

een

tweede theore­

tisch kader

g

esche

t

s

t dat

de

po

s

i

tie

en

de

economische

structuur

van ex-kcloniln

binnen de

w�réldaconomi� duidelijk maakt.

E r

wordt een

sOhema U ite

an

q

ez

at

dat gebaseerd

is

op

het

centrum-periferie

möBel. Dit is

een

economisdhe

aria

die de

afhanke-lijkhaidsrelatial

tu

s

se

n

de

�esterae wereld en de ontwikkelin

l

a

n

de

n

blootle en de

aconomisahé

structuur

van

ontwikkelings-landen onder andara verklaa

, door

deze vanuit een historisch

pers

ctiaf te bez!an.

de

Veranderde

itie van da voedsel•

landbouw binnen

nationale aao�omia zal hiérbij

ter aprake

ko•

Vervolgana zal ik

dit

�chama tuiken om de positie

van

vrouweli jkê voedse reducenten

in

Ghanese ec

on

omie aan te ;e

ven� Tevens wordt

b

es

p

ro

k

e

n

hoe het ón kkelingsbeleidt

zoala

dat or de verschillende Ghaneae regeringen gevoerd is, hi e

ro

p

van invloed is çeweest.

Hoofdstuk

�ljf gaat over

da

h

u

idig

e

positie

van

�kan-vróuwan in

de voedse11an ouw. ze

wordt

ddidelijk t

aan

(11)

KAAR'!' VJJ.N GHANA.

UPPER

NORTHERN

REGlON

0Damongi> ·-·- lnterna:ional boundary Regional boundary 0 Cities Large towns

Small towns and villages

(12)

In haar artik

l

'Waman's a.ce: a cr:l t.i cal ew

o.f

anth cal theory' b echrijft Susan Carol Rogere

( 1 97 8 )

een aantal theori dia betrekking hebben o p d e itie van

vrouwen in verschillandè maatschappijen. In veel an cl

scha teksten, m onog afieln en theoretische publicaties w ordt ar

vanuit gaan dat de on rgeschikta positie van vrouweb een

vastètaand gegeven is, dat nauw�lijks meer bewezen of gerecht­

vaardi h oeft te worden. Vooral de wederopleving van het fe­

mihisme in het Westen heeft tot een hernlèuwde interass geleid

in da door se�e bepaalde rollen en de stat van vrouwen. Daar­

bij zijn er enerzijds p ondernomen om te verklaren h o e

het k omt dat vrouwen universeel in een ondergeschikte positie

verkeren en anderzijds is er geprobeerd

aan

te tonen

dat

dia

verbn rstelling onjuist is.

Over de rolverachillert van mannen an vróuwen merkt

Edwina Ardenar

(1972; 136)

op, dat antropoloqan de rol van

vrouwen ih

da

maatachappijén dia zij heatudaerden vaak verkeerd

begrepen hebben. Boewal za b ok het vrouwelijk gedrag baatudear�

den, hadden ze de nel ng om alleen met mannen te pratenq

het-en er toè leid dat hun modellen bijna uitsluitend a leid

waren van het mannelijk gedeelte van deze maatschappijen en dat vro uwen slechts beschouwd werden vanuit een �annelijk

qe-chtspunt. Vo na A ener

la

het ant al sch wereldbeeld

'm�le

biased'

omdat ant logen

af

mannen zijn, öf vrouwen dié

op aen mannelijke manier hebben laren denken. deze mahiar

war-den mannelijke activiteiten, �•arwar-den an wijze van uitdrukken

ge-zien als n orm voor de ele maatschappij en w orden de

onder-zoeksresultateri gepre•enteerd áls representatief vco die maat­

schappij. Ardener laat aan de hand van een voarbeéld uit Kameroen

zien dat mannen en vrouwen te ova stelde antwo orden hebben

op de vraag wiens activiteiten het belangrijkste zijn. Als dus uitsluitend de mannelijke antwo orden in de ondarzoeksrasultatan zijn verwerkt, zal zo'n onderzoek een zeèr vertekend be ld geven

(13)

van de vrouwelijke cl in d be n

De a a nvankelijk veronderst lling

m sch ppij.

prak ou

zijn v an en undamentele enheid van manne ijk vrouwelijke

w a a rden en n rmen binn n welk maatsch appij dan ook, h t a s

belangrijke emperi che en theo tisch i ti oge

stelt dat a ntropologen deze tegenstelling tu en mannelijke en

vrouwelijk ideologie niet zozeer ave h hoo d hebb n gezien

omdat ze elf a llem a a l mann n zijn (in 11 ctueel tenminste), m a ar omdat ze leden zijn van onze (Wes e se) m a atschappij w a a r

deze tegenstelling minde ui sproken is. D vertekening die

d an optreedt is ni t zozeer het gevolg van vi ic ntrisme ma ar eerder van etnocentri me.

Ortner

(1974)

verkla art het verschi in gedrag tussen man

nen en vrouwen in de ee ste pla ats v anuit het bio ische gege­ ven dat vrouwen degenen zijn die kinderen voortbrengen en

op-voeden. Dit zor ervoor dat de vrouw een sociale rol heeft die

nauw verbonden is met de huiselijke sfeer, die verondersteld

wordt meer met de natuu verbonden te zijn en tegelijkertijd

inferieur ia a a n da wijde (publieke) sfeer, wa arin m annen zich kunnen begeven (cultuur). Hierbij g a at Ortner echter voorbij a an het feit dat het voortbrengen en opvoeden van kinderen voora l i n d a cultuur v a n da Amerika an e burgerkl asse geacht wordt een

full-time bezi id te zijn en d at di geenszins universeel als

dl bepalende kenmerken van het leven van vrouwen gezien wordt.

Susan Roge •

(1975)

wijst op een grote culturele ver­

scheidenheid wat dit a anga at. Iade e theorie die da

tegenstel-ling tussen de saxen in de eer•te ats baseert op de beperkin

gen die de sieke functies van de vrouw met zich meebran en

op h a ar verantwoordelijkheden betreffende de o�voeding van kin­ deren, ia volgens h a ar en weersniegeling v an onze eigen cul­ turele prioriteiten en mag niet a ls algemeen geldig beschouwd worden voor andere m a atschappijen.

Een bel angrijk gedeelte van rs artikel is gewijd a an

de liter atuur over de status van vrouwen, of meer specifiek: de

universeel ondergeschikte positie die vrouwen vo ns een be­

p a alde groep a uteurs hebben. Hoewel de bewijsvoering v an de

(14)

werpen. De diversiteit van de verschillende feministische

groe

paringen leidt tot verschillende inte retaties van data en

diéntengevolge tot het ontstaan van verschillende theoretische

of ana i che schema3s. Hierhij staat de vraag centraal of

vrouwen wel of niet verondersteld mogen worden universa 1 ende

geschikt te •ijn aan mannen. Een aantal feministische antropo­

logen gaat daar derdaad van uit n prcbee�t dat dan ook aan te

tonen, Het feit dat vrouwen in andere maatschappijen niet onder­ geschikt zouden zijn, of denken dat niet ta zijn, is voor hen

een bewijs dat er sprake

l

van

'false-consciousness'.

Ze gaan

er vanuit dat in een maatsthappij tusseh sexa groepen universeel e�n hilrarchiache structuur bestaat en dat binnen deze struc­

tuur vrouwen ende schikt zijn, tenzij hun dominantie kan wor­

den aangetoond. Daarbij dient onze eigen maatschappij slechts

in

zoverre als model, dat er verondersteld wordt dat de criteria

die hier van t asing zijn op de status van vro•wen, dat ook

in andere maatschappijan zijn. De volgende criteria om komen daarbij aan de orde.

status van vrouwen te bepalen

a.

(1973)

meent dat de status van da vrouw in een

traditionele maatschappij a ten moet worden aan het aan

deal dat zij heeft in de

0sub•1stenaer

activiteiten en aan de

mate waarin zij ebonomischa zekerheid of autonomie heeft bin­ nen de etructurele beperkingen van de eaónomie in zijn geheel. Het is volgens haar echter mogelijk dat ondanks een grotere economische inbreng van de �rouw, �annen toch een overwicht hebben binnen die maatschappij, omdat blijkbaar aan de man nelijke activiteiten éen hogere ideologische waarde wordt

toegekend. (Het zal duidelijk zijn dat de ideologie van deze

maatschappij dan

'male-biased'

is). Dus hoewel vrouwen in

dat geval politiek en economisch actief zijn in traditionele maatschappijen� zijn ze toch ondergeschikt. Bovendien, aldus

(15)

e e n verd ere a c h t e u itgang van d e s t a t us van vrouw e n om d a t

he t re lati eve e c onom isch

b lang v an d

z lfvoor z i n i ngs

a c t iv i t e i t en, wa a r in vrouw n voorname l i j k w e

k

ve r m i .n d e r d .

m

i j n

i s

Ook S n d a y (1974) g e loo f t d a t d e ma t e waarin vro uwen b

t rokk e n z i j n b i j 'su bsis t e n ce' a c t iv i t e i t n al

g r a a dme t e r

voor h un s t a t us kan wor den

me t i ngeg e b i d e n a an:

r u i k t.

Ze

ge

t da a rvoor v i e r

1 .

v rouw e l i j ke cont r5l e ove r h e t ge p rod u ceerde prcduk t ;

2.

e x t e rne en i nt e rne v r a a g na a r, o f w a arde toe

e nd a an

h e t d oo r v rouw e n ge prod u c e r d e produkt1

3.

d e e ln e m in g dcc

vrouw e n i n t enm i ns t e e nk e l e pol i t i e k e

a c ti.vi

tcd

t en ;

4.

vrouwe l i j k e soli d a r i t e i tsg roe p e n d i e z i c h he z i

o u d e n

me t p oli t i e ke o f e conom i s c h e b elange n v a n v ro uw e n.

b.

p

c.

---V rouw e n h e b b e n e en aanz:ienl.t j k e hoe ve èlh e i d i n fo r m e le m a c h t

e n inv loe d d i e i n v e e l e tnog r a fis ch e l i t e r a t u u r i s ond e rs c h a t.

H e t on tb r e e k t h e n e ch t e r a an fo r m e l e pol i t i eke m a c h t e n

a u torit e i t , e n d i t wordt ( t en o n e ch t e ) als e en d u i d el i j ke

i nd i c a t i e g e z i e n v an e e n lage s t a t us ( o f

s.

Roge rs

19751

Van d e r Ge est

1979).

A a ng e z i e n v rouw e n r e lat i e f me e r g e bond e n z i j n a a n d e h u ise

l i j ke sfe e r , vanw e ge h a a r r e p ro du c t i eve f unc t i es , b e p e r k t

h a a r m a c h t e n a u to r i t e i t z i ch ook tot d e f a m i l i e sf e e r. D i t i n

t eg e ns t e ll i ng tot mann e n , d i e w e l a c t i e f z i j n in d e p ub l i eke

sf e e r.

D e b lang ri j k t e k r i t i e k d i e S usan

rs he e ft op he t

me t en van d i e s t a t us van vrouw e n a an d e h and van b ove n g e no e m d e

c r i t e r i a is d a t e r d a a rb i j a p r io r i van wor d t u i

g a an d a t

vrouw e n ond e rges c h i k t z i j n . H e t i s ni e t d u i d e l i j k o f d e g e k o z e n

c r i t e r i a w e l ob j e c t i e ve c r i t e r i a z i j n voor d e ve rsc h i ll e n d e on­

de rzo c h t e ma a ts c h app i j en e n bovena i e n wor d t e r van d•n i d e olog i e

(16)

van bepaalde be taan bronnen of van b paalde werk aamhed n kun nen daarop wijzen.

Ook kunnen er los van elkaa staand prestige sys emen

voorkomen die op ve chillende riteria aseerd zijn n wa

naar iedere saxe groep haa eigen leden indeelt. Rogera pleit

daarom voor meer informatie over de visie van vrouwen op haar

zelf en haar cultuu • Zolang die er niet is kunnen uite nze

tingen over de lage culturele waardering van vrouwen, in enkele

gevallen tenminste, wel eens slechts lieke mannelijke waarde

ring van vrouwen blijken te zijn. Zulke waarde-oordelen ijn

een nogal éenzijdige basis voor theorieën over vrouwen, zeker

als vrouwen in de betreffende maatschappijen ze nie accepteren

en er hun eigen (tagen)waarde-oordeel op na houdan.

Het is ook onjuist om aan acheidlng tussen da saxen ge­

lijk te stellen aan discriminatie van vrouwen zoals volgens

Susan Rogers door sommigen gedaan wordt. Inte ndeel: een dui­

delijke socia en economi cha scheiding tussen mannenzaken en

vrouwenzaken gaat samen met de ontwikkeling van afzonderlijke

ideo scha systemen. H ier kunnen twee verschillende waarderin­

gen uit voortvloeien betreffende het belang en de aantrekkelijk­

heid van iedere saxe groep n de activiteiten die zij verricht.

Waar dit dualisme niet aanwezig ie, terwijl er toch sprake ie

van een door eexe bepaalde scheiding, zodat de hu rennen,

ac-tivitaiten atcetara van da ene groep door beide groepen hoger gewaardeerd worden an de andere greep voortdurend de toegang hiertoe onthouden wordt, ia er sprake van aexe discriminatie. Hoewel dit in onze eigen maatschappij zo ia, gaat Roger• er van­

uit dat dit niet in elke culturele ontext het geval is.

De data over da sociale aspecten van mannen en vrouwen zijn niet minder 0male-b1ased0 of viric ntrisch dan de mate waarin

ze cultureel gewaardeerd worden (Fox

196 7) .

Omdat antropologen

er altijd toe ganei waren te veronderstellen dat vrouwen in

de eerste plaats nauw betrokken zljn blj huiselijke- en familie­ activiteiten, zijn bijna alla data over da positie van vrouwen

(17)

ana s van huwelijksprakt jken en be ch ijvingen van het hui selijk l ven. Rattray

( 1 923 : 84 )

beschrij zijn verbazing to hij hoorde welke vooraanst ande po ities vrouwen innamen in h t pre-koloniale Ashanti ijk1 ' I have asked the old men and wamen

why I d1d not know all this. The answer

i

always th ame

the white man never asked us this; you have dealings with and e only men, we supposed the European considered women

of no account, and we know you do no gnize them as we have

always dónee.

Wat betreft de machtsverdeling tussen mannen en vrouwen in aen bepaalde maatschappij en de gevolgen hiervan voor de

sta-tus van vrouwen, merkt s. rs in de eerste plaats op dat een

meer cultuur relatieve houding ten opzichte van de hegr pen

macht en huishouden relevant is en dat het moeilijk is een ver­ gelijking te maken tussen de status van een vrouw uit de Ameri­ kaan•� 0stedelijke middenklasse' en die van de Australische maat­

s ij van de aboriginals, aangezien macht in het huishouden

binnen een bepaalde aocio-culturele context meer beteke�is kan hebben dan een offici e of publieke vorm van macht. (cf. Lukes

19 7 4 ) .

Als het idee van de universel ondergeschiktheid van

vrouwen wordt losgelaten en we ons meer toespitsen op de verde­ ling van macht tussen die mannen en vrouwen die met elkaar leven in bepaalde soorten maatschappijen, blijkt juist macht in de privl sfeer vaak van het allergrootste belang te zijn. Dit kan

bijvoorbeeld het geval zijn in zogenaamde 'peasant societies'

waar het huiahoudelijk bedrijf de voornaamst ola ts inneemt.

In dit soort maatschappijen is de familie de belangrijkste een heid, zowel in economisch ala ln politiek en sociaal opzicht.

Zo laat Friedl

( 1 96 7 )

zien hoe in een Grieks dorp de manne­ lijke monopolisering van publieke rellen met veel prestige, ten onrechte de indruk wekt van mannelijke dominantie1 in werkelijk­ heid vervullen mannen en vrouwen co�plementaire rollen waarbij geen van beiden meer prestige heeft dan de ander, en waarbij beiden van elkaar afhankelijk zijn.

(18)

Mexico de fo le liek llen van vrouwen omplement

an de formel publieke ellen van mann • D t komt d

ijn t de

vrouwen in een fzonderlijk oei

1

we ld ope e n die lo

taat van die van de mannen. Bierdoo beschikken z over info

mati di in de mannenwereld ni t voorhanden is. Uit ra rd

j n

e ze r ve 1 analyses en int rpretaties denkba van de vrouwen

r llen in de ver chill nde maat chappij • Chinas uggere rt dat

er in boerenmaats ijen geen mannelijk dominant! voorkomt

juist vanwege het belan van de infcrmel

heeft

l die de vrouw d

Met betrekking tot Afrika ten zuid n van de Sahar ver­

werpt Denise Paulme

(1963)

het vooroordeel dat n veel tnogr

fis he literatuur over �frikaan e vrouwen voorkomt, als zou de

afwijking van het west ree ideaal een lagere status voo vrouwen

met zich mee brengen. Ze beweert dat het beeld van de onderdanige Afrikaanse vrouw zoals dat dikwijls geschetst wordt slechts een dwaas en vermakelijk mann lijk ideaal tot uitdrukking brengt dat niet overeenkomt met de realiteit van het dagelijks leven. Ze

rrerkt op dat in veel Afrikaanse maatschappijen vrouwen weliswaar

niets te zeggen hebben over het eigendom van hun ach neten,

maar wal hun eigen eigendom hebben, waarover hun ach enoten geen

rechtsbevoegdheid hebben. In veel gevallen hebben vrouwen volle dig formeel gezag over een aanzienlijk groter gebied dan het huishouden (bijvoorbeeld de markt an handelsgenootschappen).

Vrouwen hebben meestal ook een wijder netwerk van onderlinge per­

soonlijke ontactan dan mannen.

Ko tom, talloze factoren wijzen erop dat theorieën over

inferioriteit van vrouwen, die gebaseerd zijn op 1 de

verbonden-heid van vrouwen met het huishoudelljke1 (en dan nog 1huishoude

lijk' in de waste se zin van het woord), haar uitsluiting van

activiteiten in en bredere omgeving, ha r rek aan economi

sche zelfstandi eid en het ontbreken a publieke, formele rol­

len, slechts een beperkte toepasbaarheid hebben.

s. Rogars is het eens met de laatste groep wetenschappers

(19)

wal door de e st g oe� ministi che ant on logen wo dt ge hanteerd

grafisch

Zo wordt bijvoorbeeld het beg ip 1macht1 in de

tno-literatuur me st l ruikt in d h teken s van 'ge

legitimeerde formele auto i it0 Zij dringt a n op mear aan

dacht voo de infcrmel wijze w arop mach tot uitdrukking kan

komen an pleit ervco deze informele macht als integraal on

derde l van het so iale syst em zi n, als n gegeven da

dikwijls minstens even belangrijk ia als de formele macht. Deze

benade ing betekent en radicale ommezwaai, dj vooral gevolgen

heeft voor het bestuderen van machtsrelaties tussen verschillen­ de sexe groepen.

Een andere a mene veronderstelling die bestreden wordt

is het idee dat da huishoudelijké sfee noodzakelijkerwijze van

minder belang zou zijn. Terwijl de eerste groep ministische

antropologen de verbanning van vrouwen tot de huidhoudelijke sfeer ziet als bewijs van hun ondergeschikte status, houdt de tweede groep vol dat, in sommige culturen, de huishoudelijke

sfeer een aleute ositia tot macht ver1chaft n van beslissende

invloed kan zijn op activiteiten en relaties ver daarbuiten. Wat deze tweede groep dus onderscheidt van de eerste is dat zij niet

a priori ••n negatief waarde-cordee toekent a n de 1 isch1

vrouwelijke aspecten van het sociale leven.

Eén van de belangrijkste problemen bij dit aoort studies

ia dat er vertekeningen reden doordat e teve l nadruk wordt

gele op alleen vrouwen. Het gevaar van het uitsluitend gericht

zijn op vrouwelijke vormen van ma�ht, is overdrijving ervan, waardoor de indruk kan ontstaan dat vrouwen m chtiger lijken dan

ze in werkelijkheid zijn. Van der Geest neemt dit 'femina cen­

tr1sme'. Rogers pleit er dan ook voor de positie van de vrouw in

een bepaalde cultuur te bekijken deer de relati s tussen de twee sexe groepen te onderzoeken. Dat kan volgens h ar enerzijds met betrekking tet de machtsverdeling, door te kijken naar de mate waarin er mannelijke dan wel vrouwelijke centrale bestaat over

waardevolle hu rennen. Ände zijde kan de aard van de verschil­

len tussen mannen en vrouwen gemeten worden aan de hand van het

(20)

ve chillen in h t ged ag D ve chillen kunn de vormen van mach s

1 tl

B l id n

Ve volgens g eft

Rogo

in een s hema aan hoe volgens haa de statu van vrouw n in een bepaalde maat ch ij gerr:r:! n

kan worden do te kijk n a r de lat tus n de b d

groepen. Aangezien haar schem toepasbaa lijk te verkl g

n de veranderde po iti van vrouwel jke boeren in d Gh n e

Akan maatschappij, wordt � nu ve der ingegaan. Verschill

tussen de sexen komen vooral tot uiting in verschillen qua ge drag en ideologie. Onder het eerste wordt verstaan dat iede

sexe een verschillend rol

s p e

1

en zich me verschillende

tivltelten bezi • Onde ideol sche ver chillen wordt

ver-st n dat mann n en vrouwen zichzelf als fundamenteel verschil

lend van elkaar zien. Ieder van deze twee heeft een eigen we­

reldbeeld, eigen waarden, eigen doelstellingen, atcetera binnen

de overko palende fundamentele waarden van de betreffende maat­ schappij als gehee • Dua alk van deze sa xen heeft een igen

ideo-1 ach normen en waardensyateam. Deze ve chillen in gedrag en

in ideologie kunnen al dan niet samengaan. om dit vast te stellen

is het noodzakelijk informatie over de ideol e n en

gedragin-gen van cwel mannen ala vrouwen aan het licht te brengen. Beide

zullen en andere voorstelling van zaken geven over de macht

relaties tussen de twee sexen.

Formele macht

IJ

kan gemeten worden naar de mata van

contr5le cve belangrijke hu rennen, waarbij deze niet alleen

betrekking hebben

op

economische hul rennen (land, arbeid,

voedsel, kapitaal), maar ook op zaken als rituel kennis, ge

specialisee de arbeid, formele politieke rechten en informatie.

1 )

Hoewel Rogers h t onderscheid tussen formele en informele ma ht wel maakt, geeft ze in haar schema slechts voorbeelden van formele macht.

(21)

Aangezi n de impor anti van het komen van b p lde hu

bronnen sterk pe maat chappij z 1 verschil n, is het aak t

de antropoloog zich goed rek n chap geeft van de levanti n

da relatieve waarde van de verschill nde hu rennen in de m

schappij die hij/z j onderz kt n van de man e wa rop de on

tröle, die rover wordt ui oefend, verd ld i tus en de twee

sexen.

Waa r sprake i van ideol scha verschillen, zal er

oneni id bestaan tussen de saxen ove de latieve waarde van

bepaalde hu onnen. Zo zullen vrouwen bijvoorbeeld ommige

door mannen gecontroleerde hu rennen latief onbelangrijk

vinden en die van h arzelf hoger waarderen, terwijl mannen pre

cies het tegenovergestelde vinden. Een ander punt van oneni eid

kan bestaan tussen publieke en priv• waardering van bepaalde

hulpbronnen. Mannelijke hulpbronnen kunnen in het aar door

beide saxen als hoogst belangrijk e kend worden terwijl ze in de privé sfeer door een van de twee of door beiden veel lager

gewaardeerd worden. Tet slot kan he o ijn �at de ene greep

de formele ccntr6le over een bepaalde hu ren heeft, terwijl

de andere groep de feitelijke contröle uitoefent.

Uiteindelijk han het van de etnograaf af welke waarde

hij/zij aan iedere hulpbron toekent. Hij of zij zal er ni t aan ontkomen dat de verzameling en de interpretatie van gegevens

over de waarde van hu rennen gekleurd wordt door zijn/haar

'idaclogie1• Toch zal get acht moet n worden deze gekleu dheid zoveel mogelijk te beperken cm zodoende te komen tot een glo­ bale indruk van de gelijkh id en ongelijkheid in machtsverdeling tussen de twee groepen.

Volgens Rogers is een machte venwicht tussen da sexen het meest waarschijnlijk in maatschappij n wa r zowel een ideo­ logisch als een gedragsverschil bestaat. Omdat men gelooft dat mannen en vrouwen fundamenteel verschillend zijn, gedragen zij zich ook verschillend. Tegelijkertijd zijn ze ook in grote mate van elkaar afhankelijk omdat ze niet verwisselbare categorieln vormen. Aangenomen dat iedere s xe in dit geval essentille hulpbronnen controleert, kan de ene groep de andere niet domi­ neren omdat ze in gelijke mate van elkaar afhankelijk zijn, ze

(22)

ijn complemen i Bovendien hoeft er ge n hil archi ch ve

houding tu sen de twee groepen be taan omd t de nadruk igt

op de ideologi che ve schillen.

Als e wel een gedrag verschil ma geen

d

elegisch ve

schil bestaat, maakt dit e n hil chisch rel ti tus n de

sexen met een ongelijke machtsbalans waarschijnlijk r Bie

wordt veronderst ld da mannen en vrouwen fundament 1 1 jk

zijn. Het belangrijk e fe ntiekader is de groep al

1

en niet de beide groepen l zodaniq. Mannen en vrouwen st ven

dezelfde doelstellingen na, hebben hetzelfde wereldb eld en

waarde n de manieren om hun doelet llingen te verwezenlijken

ook identiek. Waa gedragsverschillen voorkomen, zullen de

hul9-bronnen door verschillende sexe groepen gecontrol erd worden. Het is echter waarschijnlijk, aangezien er geen sp ake is van

ideol scha va schillen dat de hu rennen d e door de ene

groep gecontroleerd worden, door beide groepen hoog gewaardeerd

worden. Omdat de verschillen in contröle over hul rennen niet

duidelijk in een verschillende idee e zijn vas l , kan

het verschil in gedrag van de ene groep als onrechtvaardig, im­

moreel of illega

1

ervaren worden doe de andere greep, die

geen toegang heeft tot hoog gewaardeerde hul rennen. Er i n

duidelijk sprak van en hi�rarchische relatie.

Volgens rs kwam het eerste troon (met verschillen in

idee ie en gedrag), waarbij een ongelijke machtsverhouding

tussen de saxen het minst waarschijnlijk is, voo in pre koloni

aal West-Af ika. Er zijn echter aanwijzingen dat er een transfer�

matie heeft plaatsgevonden (en neg s eed plaatsvindt) naar het

tweede patroon (gedragsverschillen onder ideol sche ve schil­

len). Het is niet precies duidelijk welke factoren bijdragen tot

deze transformatie, maar het li voor de hand dat veranderingen

in de mate waarin édn van de sexe groepen centrale heeft over de

hu ronnen, e n belangrijk invloed hebben op het systeem. Zo­

wel het kolonialisme in Afrika als de industrialisatie van Euro­

pa hebben e n dergelijk effect gehad. In de Afrikaanse situatie

heeft koloni tie onder meer geleid tot het uitbannen van oor­

(23)

oorlog en vrede ve dween koloniale h erscha99ij h

Daarnaa t h eft he opleggen van de

b zit van ormel politi macht be

perkt tot mannen. Tot slot h eft de invloed van de mi sie n de

uitbanning van ve ech idene lok l ituel p ktijken de ritu­

ele en religieuze macht van mannen angetast Teg lijke

ijd werd,

waar vrouwen traditioneel �e economische hu rennen

controleer-den, haar positi versterkt door de kolonieati • De verbetering

van handelsrout s en de toegenomen mogelijkheden om handel te drijven gaf vrouw n mogelijkheden om een mate van rijkdom en

macht te verwerven die die van haar ech oten en broe s

over-tref. Deze laatsten echter hebben weer op ndere manie en van de

kolonisatie kunnen profiteren, onder andere door de mannelijke voorkeur van Europese ondernemers. Mede hierdoor zijn mannen uit­ eindelijk in staat geweest hun economische activiteiten meer uit

te breiden dan .vrouwen Du , hoewel de conomische groei die door

de kolonisatie teweeg werd racht aanvankelijk de economische

machtsbalans deed doorslaan in het voordeel van vrouwen, zijn er aanwijzingen dat door de integratie in een wijder economisch sy­

steem (de wereldhandel) mannen in st t ijn gewee t de contrele

over te nemen, over wat vroeger vrouwelijke hul rennen waren,

an vrouwen daarin voorbij te streven. Zo hebben mannen ich eco­

nomisch een positie weten te verwerven die machtiger is dan die

van vrouwen, maar die tevens afhank lijk i geworden van facto­

ren waar ze zelf geen greep meer op hebben, hetgeen ze kwetsbaar­ der maakt voor recessie •

Deze tendens valt ook waar te nemen binnen de niet-econo­

mische sferen van het West-Af ikaanse leven De Engelsen oefenden

bijvoorbeeld een politiek van 1indire t rul 1 uit, die zoveel

mogelijk de traditional politieke systemen intact liet. Voor

zover hier vrouwen bij betrokken wa n, werd hun aandeel door

de Engelsen over het hoofd gezien, hetgeen hun politieke machts­

positie ondergroef en grotendeels te niet deed. In maats ij

en waar geen formele, gespecialiseerde p litieke instituties be

stonden, werd de organisatie ervan o ger g�ld dat mannelijke

functionarissen de rechtsbevoe eid voor de hel groep kregen

(24)

vrouwe lij solid i

1

, die nu ls il g 1 vorm van g eps

dwang

b

schouwd werd. V uwen waren niet 1 n in t hun

gén belangen te beschermen n we den afhankelijk v n mann lijk be cherming.

Zowel bij scholing al bij h t n dienst nemen van

i

der• en ook bij andere manieren waarop Afrikanen werden vocrh reid op deelname aan de 1mod rn 1 maatschappij h eft de kolo­

nial overheid de voorkeur gegeven aan mannen.

E

werd aangen

men dat vrouwen rollen vervulden, of behoorden te vervullen, die overeenkwamen met die van Europeanen uit de gegoede burgerklas se, zodat opleidingen voor meisjes ofwel ni t bestonden, of bij na uitsluitend gericht waren op huishoudelijke zaken en h t moe­

ders • Mannen werden ondertussen opgenomen in de moderne sec­

tor van de econcmi en da egering. Het geve hiervan was dat

Afrikaanse ontwi eling 'bas largely been men ta ng to men

about lems men concie ve as important' (Wipper

1972� 145).

Dit proces heeft ertoe geleid dat het vroegere macht• evenwicht verstoord werd en dat mannen overheersend zijn gewor­ den binnen de maatschappij als geheel. Terwijl vrouwen onder het traditionele systeem over erkende autoriteit en rechtsbevoe

heid beschikten werden ze uitqealaten van vergelijkbare deelname aan de westerse bestuursvormen. Daardoor verloren ze in toene­

mende mata de contr5le over hu nan buiten het huishouden,

terwijl het huishouden zelf een steeds minder belan jke plaat•

innam in hat sociale leven. De machtsbalans tussen de saxen

raakt uit evenwicht zodat vrouwen relatief afhankelijke werden

van �annen.

Bet navolgende onderzoek is erop gericht na ta gaan in

hoeverre de situatie zoals die door rs geschetst wordt,

op-gaat voor de Akan maatschappij in Ghana. Daartoe wordt eerst aandacht best ad aan de nre-koloniale cariode, cm de positie

van de vrouwelijke boeren in een perspectief te kunnen pl tsen.

Tijdens het veranderingsproces dat zich tot de dag van vandaag bezig ia te voltrekken, blijkt de positie van de vrouwelijke boeren in absolute zin weinig veranderd te zijn. Zij zijn nog

(25)

sie ds voornamelijk klein chalig voedselp odu ent n n geb uiken veelal nog dezelfde methoden als vro ger.

Relatief is hun po itie cht w 1 ve and rd omdat hun

omgeving, wa ronder hun mannelijk o l ga1 is ve nderd.

Daarom wordt er dikwijl gesproken ove versl cht de D i

tie van vrouwen in Afrika.

rs heeft het kolonialisme en d industriali atie van

Europa als de belangrijkste oorzak n van de e verslechtering ge noemd. Deze zullen daarom in de komende hoofdstukken uit

behandeld worden.

re id

Daarv66r zal echter in hoofdstuk twee eerst e n beeld ge

(26)

HOOl:'DSTUK 2

B cluijv:ing

(tc;t 1874)

l

Bro11ne.n.

loni .l

e

Dit hoofd tuk gaa ove d dition

1

Akan maat chappij

Het betreft dus een hi tori che situati rva.n lecht en

beeld is te acht rhalen uit publicatie dia er in de loop de

tijd over verschenen ijn. Ik kan daar uit eigen rvaring niets

aan toe voegen

Overigens bestaat r natuurlijk verschil tu sen de (obje

tieve) eurtenissen van een en de (subjectieve) interpretatie

ervan zoals die uit de boeken naar voren komt. Om zo min moge lijk aan dit door anderen opgeroepen beeld af te doen zal ik dit weergeven door hun beschrijvingen zoveel moqelijk intact te

laten en z letterlijk te iteren.

De Akan bestaan uit verschillende volkeren waarvan e

Asante het talrijkst en het meest bekend zijn. Vanwege de grote

onderlinge gelijkenis van de verschillende Akan volke n is het

la tiem om gegevens over de ene groep ook te uiken voor de

beschrijving van de andere.

In de literatuur is de scheiding tussen de pre-koloniale periode en de koloniale periode vaak onduidelijk. Auteurs be

ginnan dan met het behandelen van de pre-kolcnial periode en

laten dez� vervolgens ongemerkt overlopen in de koloniale. Dit

zal in dit hoofdatuk ondermeer blijken uit enkele van de ruik

te citaten. Aangezien het om een continu veranderingsproces gaat, is het uiteraa2d ook niet mogelijk daarin een precies om­ slagpunt aan te geven tussen de pre-koloniale en de koloniale periode. Daarbij dient verder opgemerkt te worden dat

verande-ringen at an de kust en pas late in het binnenland

plaats-vonden. He gaat mij ook ni t om de preciese afbakening van de

verschillende perioden, maar om een beeld van de situatie zo­ als die geweest moet zijn voordat de koloniale invloeden zich werkelijk konden doen gelden. In ieder geval roepen de auteurs

(27)

e e nzelfd b e e ld op van dA situati oals die voo de koloni le

pe riode be stond, ook

1

is bov enge noemde ch iding ak ondu

delijk.

De periode waarin de e erst con et n me Euroc anen

plaatsvonden, van f ongeve

16 0 0,

VOO i t in n t a o iend

aantal re isbeschrijvingen, die net als alle lit eratuu ste k

door hun tijd be paald zijn.

Zowel Engelse ls Nederl ndse p oni hebb n ich be ig

gehoude n met beschrijvinge n van wat d eGoldcoast' ons te bied e n had. el informatie ove r het doe n en late n van de lok le

ba

volking was daar niet hij e n he t is dan ook moe i ijk da voor die tijd e e n juist be ld van t e krijge n. Van be lang was slechts hoe h e t land en d e be volking h e t koloniserende land van die nst konde n zijn bij het verkrijg e n van waarde volle zake n In e erst e

instantie ware n dat laven e n

B e k e nd e b e sch ijvinge n zijn onde r me e r de re isve rslage n van Willem Bosman

( 1 709),

T.E. Bowdich

( 18 19

e n

18 2 0 ) ,

B.

Cruickahank

( 18 5 5 )

en H.W. Daend e ls

( 19 64 ) .

Voor e en ui ebr id overzicht van oude literatuur v erwijs ik naar e e n speciale lijst achte rin

eAsante in the Nineteenth Century '

van Ivor Wilks

( 19 7 5 ) .

Af e n toe ia e r e en passage te vinde n die i e ts zegt ove r h o e d e Europaan n daa ove r d e Afrikaans b e volking dachte n,

zoals h e t vol9e nd e citaat uit H.s. Pel,

'Aanteekeningen

den op eene reis van St.

Delmlna naar Coomas le'i

De meeste boschnegers zijn jagers: een enkele wever wordt

onder hen aangetroffen, doch, allen, zonder onderscheid,

zijn de grootste luiaards. Men ziet hen den

eelen dag,

onder den een of anderen schaduwri

boom, op hun ge

mak nelrgevlijd. Indien een jager een aap of iets

li

geschoten heeft, gaat hij na r huis, al kon hij

er nog tien machtig worden1 doch, daar één voor zijn

onderhoud genoegzaam is meent hij voor dien dag genoeg

aan te hebben; de vrouwen daarentegen vindt men al

tijd bezig; behalve het kind, dat zij op den rug dra

gen, ziet men haar daarbij nog beladen met brandhout,

pisang en dergelijken.

(Pe l 1840 : 11 )

Pas later, in het be gin van deze e euw, probe e rt m e n h e t verle d e n t e re constru eren en verschijne n d e e e rste g e schie de nis

(28)

boeken

(W.W.

Cla i

1915)

en d e ken (J.B. Banquah

1928

en R s. Ra

te ntropclogisch we

19230 1927, 1929).

E

is dan achter ende invloed van

he

We t he ve l ve an

derd. Waarschijnlijk is het werk van R s Rattray h me

volledige en betrouwba e ende zoek da in e betrekk lijk

vroeg stadium gedaan is naar de ver chillende sp et n van

Akan maatschappij. Zelf b schouwt hij ijn werk als

onlg th

framework upon

ch

I

tru t that others will now b

n t

buildv

(Rattray

19291

XI).

Dat wil ik graag proberen, maa en

van de eerste zaken die opvallen bij het lezen van Rattray's werk, (en niet lleen dat van hem; vele anderen tot op de dag van vandaag hebben zich hieraan schuldig gemaakt) is de

exo-tische 'bias' ervan Hoewel het zeer ui reid ia, kunnen we

toch niet van een holistisch geheel spreken, vooral die aspec­ ten worden benadrukt, die hij in zijn eigen westerse (Rattray was Engels) maatschappij niet aantrof, of die hier sterk van

afweken Zo ia er in zijn hel ruim

1. 0 0 0

p

na1s tellende tri­

al e bijvoorbeeld niets te vinden over de arbeidsverdeling

tussen mannen en vrouwen, an nauwelijks iats over landbouw, dat

toch de belangrijkste bron van bestaan vormde Eigenlijk ont­

breekt het gewone lijkse 1 ven, terwijl allerlei ritualen

en caremonieln voortdurend uit

waren de dagelijkse bezi

raid aan de orde komen, als den.

Een andere verklarin� voor deze eenzijdigheid van Rattray ia dat hij een kind van zijn tijd was. Geschiedschrijving

be-rkta zich toen nog endeela tot de beleveniasen van

eli-tea. In Europa is de sociale geschiedschrijving een recent ver­ schijnsel. Ook Rattrav beperkte zijn onderzoek tot sleutelin­ formanten uit de traditionele elite. Het gevolg ia dat we mee

over hofhoudingen dan over het leven vernemen.

Desalniet-temin is er echter geen auteur die een vollediger beeld van de traditionele Akan maatschap9ij heeft geschetst dan Rattray.

(29)

m o g e l i j k d a t h i j h e t h i

s l e ch t

o v e

d

m a n n l i j k b e vo l k i n g

h e e f t ' i e ts d a t w e l v ak e r i n

i j n w e r k v o o r k omt

O ve

d e v oege

g e c h i e d e n is

n d

A a. n t

c h i j

R t t

I t i s w e l l k n own t h a t t h e A s h n t i , o n c e u p o n a t i me w a r e a n a t i on o f h u n t e r s . Th e t ri b l h i s t o r y o f a l m o s t e ve r y S t o o l r e c o r d s t h i s s a l i e n t fa c t ; t h e h e r o e s o f mo s t o f t h e i fo l k - l o r e s t o ri e s , w e r e f o r e s men w h o l i ve d a n d s upp o r t e d th e i r w i v e s a n d fa mi l i e s b y t h e ch a s e . T h e i r t r a di t 1 on a c t u a l l q r e c o r d a n a r a w h e n ga m e , f i s h , wi l d h e rb s , b e r ri e s a n d roo t s w e r e t h e s o l e food o f t h e p e op e .

( 1 9 2 9 : 3 4 5 ) .

H e t i s n e

p r e c i s d u i d e l i j k w a n n e r d i t p at con v a n j a­

g e n e n v e r z ame l e n p l a a ts h e e f t mo e t e n m a k e n vo r d e z e l f v o o r ­

z i e n i � gs l a n a b o uw . M u r d o c k ( 1 9 5 9 : 6 4 ) sp

e k t v a n e e n o n a fh a n ­

k e l i j k on ts t a an v a n d e l a n db o uw i n W e s t - A f r i k a z o ' n 5 . 0 0 0 j a a r

v o o r C h r i s t u s . A n d e r e n ( C l a rk , P o r t è r e

h o u d e n h e t op e n g e

v e e r 2 . 0 0 0 v o o

C h r i s t u s . H o e d a n o o k , h t i

e k e r d a t d e z e l f

-v o o r z i e n i n g s l a n d b o uw r e e ds l a n g e n b l an g r i j k e b i j d r a g e a a n

h e t l e v e n s o n d e rh o u d i n W e st- A f i k

hee ft

l e ve r d

n h e t i s

v r e e m d d a t R a t t r a y d e z e b est a a n a b r o n n a uw e l i j ks n o e m t .

D e k o mst v a n d a E u r o p e a n e n vo

a an h e t b e t a an de l a n

d-b o uw a rse n a a l n og g e w ass e n t o e a ls ma l s , c assa ve , a a d n o t e n ,

t a b a k e n l a t e r c a c a o ( H

i ns 1 97 3 i 3 0 ) . D e e ff e c t e n d i e d e

i n t r o d u c t i e v a n d e z e g e w a se n h a d d e n o p d e l ek l e

c o n om i e i n

d e z es t i e n de e e uw h e b b e n n o o i t d e h i s t o r i c h e a a n d a c h t g e k r e ­

g e n d i e l a t e r d e c a c a o w e l k r e e g

M i ss c h i n o m d at d e v e r a n d a

-r i n ge n d i e z i ch i n A f -r i

vo l t ro k k e n v 6 6

h e t b e

n v a n d e k o

-l on i a -l e p e r i o d e v o o r h e t W e s t e n v an m i n d

b e l a n g w a r e n d a n d ie

e rn a .

H e t b e l an g r i j ks t e g e ve

v a n d e e n i e uw e g e w ass e n i s

w a a r c h i j n l i j k g e w e e st , d a t n a a t a rb e i d , l a n d v a n t o e n e me n d e

b e t e k e n i s w e r d

a l e

e c o n o m is c h e h u l

r e n , d a t

w i l

e g g e n d a t

h e t a a n d e e l v a n d e l a n d b o uw i n d e z e l f v o o r z i e n i n g e e c o n om i e t o e

n a m . E r w e r d e n me e r u i t g e s t r e k t e

i e d e n b eb o uw d o p i n t e n

(30)

-d

d e s y s t e ma t i s che beb ouwing van b e paa l d e

n

d e d a a r

m

g e p

rd g

nd e uitbre iding van

rea

1

t o t

e n d e

n

1 i

ring van he t ve s t

nqapatrcon

z o w e r d e n nie uwe

ru ik g enomen en ont s t ond e n a

nie uw e

e n

D o ordat er m e e r

tij d aan l andbouw be s t e e d werd dan vo orh e e n

ve

d er d e d e a

ba id s var d e ling tus s e n manne n

n vro uwe n , waa r do o r vrouw e n m e e

l andbouwwark ginge n ver ich ten (

ins

1 9 7 J g

3 1 ) .

D e g e vo l g e n

van d eze verand ering werken to t op d e dag van vandaag d o o

E e n and er be l angr i j k g e vo l g van d e uitb

! ding van d e

landbouw wa s d e no od z aak vo or nie uwe r e

l a m e t be trekking t o t

d e

a ng s t e n ervan . Waarschij nli j k l i

in d e z e perio d e d e

oor s pr ong van d e verachuivinq van g e me enschappe l i j k

r uik van

da

naa :i::· m e er priv�

ruik ervan , en he t

l dan nie t vri j

kunne n be schikke n o ver d e

rengate n . Z oa l s Rat t ray laat zien 1

Th e m o s t n o t a b l e fe a t ure o f t hi s o d wa s th e t ra n s 1 t 1 on Erom t h e c l a i m o f t h e r i t t a u s e t h e who l e l an d on a t ri b a l b a s i s t o cl a i ms t o u s e p a r t s o f l t o n a

fami l y

fo o t i n g , a n d fi n a l l y t o c l a i m 1 t s o y me n t

b y

t h e i A'Hi i vi ä u a l .

( Ra t tray 19 2 9 1 3 4 7 ) .

H e t ia be l angrij k duid e l i j k t e maken dat he t hier ni

t

cm

' e igend o m ' van da grond gaat ( die is nam e li j k van d e

voor-ouders) , maar om h e t ' vrucht

g enschap o ver dat vrucht

ruik. H o e d eze o ve rgang van g e m e e

n-s

l i j ke z e g g e nschap o ver d e opb r e ng s t ( he t 9rodukt) naar

pers o on li j ke ( individue l e ) z e g ge n sch a� ero ver in z i j n we rk ia

g e gaan wor d t nie t duid e li j k . He t i s e en ge l eid e li j k proce s g e

we e st waaraan i n he t laat s t e s tadium d e ko l oni s a tie d o or d e

Enge l s en i n be langr i j k e mat e he eft b i j

g e n

1 )

1 )

Z owe l Bua l a ( 1 9 5 1. : 1 2 7 ) é!. l s I.ewi

( 1 9 5 5 : 1 4 )

wi j z en rop

dat a l s er zich e c onomisch e veran d e ringe n of gro e i voor­

d o e t , he t s y s t e e m van groo tfami l ie s nie t lange

functio­

ne e l i

en er e en t en d ens ont s ta t n ar individua lis ering .

(31)

Naast l a n db uw , de j a c ht en v s i j p e ld i n de

G oudkust d hand

1

a

g

be langr jk D . Goudku t

wa het ein un t van e n van

r outes D e han d 1 d te de be l n uit

a

n de derti n de j k t n e epunt b reik t

wer d gedominee rd door n zeer k l in han d e l s e l it

n s S a ha n ha ie n

e h i voc het monop c li h d gek n van d e k n g van A a n t •

Kaart

1 ) .

Han del s ro ut e s d oor de S ahara .

in

1 9 7 3 ) .

r uw,

Naast de t ra n S a hara route vormde d e G oudkust veneens het ein dpunt van een cos t l i j ke han de l s r out di via de H ausa in n oo r d N i ge ria liep . S laven e n goud vormden de be lan g ri j kste han de l swaa en wa r e n g root be lan g v o o r zowe l de A rabis che we re l d a ls Europ a . West- A f rika was tus en de e l f de e n de zeven · tiende eeuw de voo r naam s te l e ve a n cier van g oud voor d inte r

-n atio-n a l e con omie . O bete k e nis v a n d l a ve n han de l voe r

2 )

Europa mag beken d ve onderste l d wo rden • B eh a l ve i n gou d e n

s laven w e r d ook geha n de l d i n p e pe r , i voo en ko l a n ote n .

(32)

v a n k l i j k w a s d e h a n d i n d e G o u d k u t i n h a n d e n v a n a h e e e s , d i e e e n m o n o p o l i l a i m d e n e n d i g e vo l q v a n E s e wa pe n l e ve r a n t i e s i n s t a a t w r e n h u n m a c h t a a n z i e n l i j k u i t t e b re i d e n . D e g u n é t i g e l i gg i n g v a n Kuma , de h o o f d s t a d v a n A s n t e , d i h m o ge l j j k ve

1

h a n d e l s w e ge n c o n t r o l e re n , h e e f t z o d e b a s i s k u n n e n v o rme n v o o r d e ma c h t v a n h e t A s a n t e i j k . A l s d e h a n d 1 o v e r z e e r t o e l e i d t d a t h e t z w a r t e p u n t va n d e h a n d e l n a a r d e k u s t v e r p l a a t s t w o r d t e n d e h a n d e l s mo g e l i j k h e d e n d a a r n a s n e l t o e n e m e n , w o r d t h e m o e i l i j k e r d e c o n t r ö l e o v e r d e h a n de l t e h a n dh a v e n . E r o n t s t a a t m e e r t u s s e n h a n d e l e n a l s g e v o l g h i e r v a n n e e mt d e m a c h t v a n h e t � s a n t e r i j k a f . H o e w e l d e z e v r o e g e c o �t a c t e n m e t h e t We s t e n d e m e e r d e r ­ h e i d v a n d e ma n s e n l a n d i nw a a r t s v oo r a l s n o g n i e t r a a k t e n ( a l ­ t h a n s n i e t d i r e c t ) , w a s d e i n v l oe d a a n d e k u s t a l z e e r a an z i e n l i j k . Ove r ! l m i n a , h e t b e l a n g r i j k s t e E u r o p e s e s t e u n p un t i n d i a t i j d a c h i j f t J . B a rb o t i n

1 7 3 2

h e t vo l g e n d e :

2 )

B • • • t h e b l a ck s on t h e G o l d co a s t ( a r e ) n a t u ra l l y i n cl i n a ­ b l t o s e ek t h e1 r a a s e , a n d a ve r s e t o l ab o u r 1 i t 1 s c e r ­ t a i n n e va r th e l as a , th a t t h e r e a re ver y man � wh o i n d u s -t ri o u s l y y t h e ms e l ves t o s ome c u l r p r o fe s s i on or h a n di c r a ft , a s mer ch a n t s , fa c t o r s or b rok e r s , gol d a n d b l a ak s mi th s , fi s h e rmen , c a n o e o r h o u s e c a rp e n t ers , s a l t - b o i l er s , p o t t e r s , ma t -ma k e rs , h u s b a n dmen , p o r t e rs , wa t ermen o f p a d l e r s a n d s o l e r s 1 n e a ch o f wh i ch pro­ f e s s i on s t h e g n o t on l g e n d e a vor t o l i ve , b u t g r ow ri ch , m u ch b e1 n g e n c o u r a s o t o d o b y t h e e x a e o f t h e E u rope a n s , t o wh om t h e y a ra n aw n o n g 1 n fe r 1 o r i n c o ve t o u s n e s s 1 wh e r e a s farme r l y war e s a t i s fi e d wi t h b a r a n e ce s s a r 1 e s t o s l i fe . ( W o l f s on

1 9 5 8 1 5 9 ) .

i n s

( 1 9 7 3 � 1 0 5 )

w i j s t e r o p d a t d e s l a v e n h n d e l v a n u i t A f r i k a f u n d a m e n t e e l l l e e n m a a r b e s t o n d o m d a t d e r e n g s t v a n h u n e xp o r t g r o t e r w a s d an w a t z e a l s a rb e i d s k r a c h t e n v o o r d e l ok a l e e c o n o m i e w a a r d w a r e n . ( l a n d b o uwp r o d uk t e n h a d d e n t o e n d u s n o g w e i n i g b e t e k e n i s ) .

(33)

g r o e p me n s e n d i

b i

k

p a a l d e f c i l i t e i

n d l n

d e om a t a n d i

e de

k

r o p

n

n t a k e n

s am e n s t l l i. n g

W ('.>l:HH'I.

vu l l

e v a n

n

n l j k b e

A l n a a r g e l a n 9

t r k

1

n

B i j d e Ak a n w o r d t d e b s i s e v a n

v o r m d d o o r e n k e l e g e

-n a r a t i e a v r o uw e -n d i

i n v r ouw e l i j k e l i j

a n

l k a r ve rw a n t

z i j n , m e t h un k n d r n

n a l d a n n i t u i t

r a i d m e t b ro e

o f

3 )

e ch t ge n o t e n

H t v o o r d e e l v a n h e t

r u i k v a n f a m i l i e - a

b e i d w a s d a t h e

z e r a f f i c i l n

b l e

ve g e l e k e n m e t d e l a t e r

o n t s t a n e h u u r a rb e i d . D i t w a

z o o m d a t

a n g e z i n

a rb e i d g e e n l oo n b e t a a l d w o rd t , e

v a n d e z

a rb e i d

b i j f am i l i e ­

r u i k k o n

w o r d e n

t t o t d a t h e t m a r g l n a l e p 1· o d tlk t n u l w a s , ( l n t e ge n

s te l l i n g t o t h u u r a r b e i d , w a a rb i j h e t

a rb e i d h o ge r mo t

i j n d a n h e t l o on ) .

N a a s t a rb e i d i n

a m i l i v e rb n d w e

n a e p o du k t v a n d e

o o k a

i d ve r r i ch t

d o o r s l a ve n . H e t

1 s

n i e t p r e c i e s b e k e n d h o e g r o o t h e t a an t a l

s l a v e n i n p r e k o l on i a a l A f r i k

w a s , m a a

ch a t t i n g e n h e bb e n h e t

o v e r o n ge ve e r

e n k w a t v a n h e t t o t

1

v a n d e b e vo l k i n g . A a n

-g e z i e n a rb e i d r e l a t i

c h a a r s w a s

h a d d e n s l a v e n n a a t h u n p r

o-d uk t i e ve , ook nog e e n b l a n g r i j k e p o l i t i e k e b e t ek n i • • n ame l i j k

r i j k d o m a n m a c h t w e r d e n i n m e n e n g e m e t n i n p l

s v an i n l a n d ,

w a n t d a t w a s e r 1 Mm e r s i n o ve r v l o e d . Z i j d i e d

m a c h t h a d d e n

b e z a t e n i n d e e e r s t e p l a a t

me n e n ( H

i s 1 9 7 3 :

6 }

:H o e w e l

e r w e l g e l d b e s t on d , w e

d e me e t e

o d uk t e n d i

g e r u i l d .

D e w e rk t u i ge n w a r e n s i mp

1

e n g o e

e n

ap i t a a l b e s to n d d u s

u i t he t b e a c h i k k e n

ave

a rb e i d s k ra c h t

n

( l

n J .

3 )

Z i e v o o r e e n d e f i n i t i e e n d a ve r s ch i l l e n d e f u n c t i e s v a n h e t

' h u i s h o u de n ' V e r c r uy s s e 1 9 7 4

(34)

w e rd d o e v e s c hill ende m i li s van ch l nde an r a nge n . B ovenaan de k oning n de d e l en ende de

1 ve

B o s man

( 1 7 09 1 1 26 )

onde r s ch l d t v i j f s tanden d e k oning , d e h oo fd n , z i j die do o r ld ch e lf en n a a m ve c h f d e ge w on m an en d e lave n n e r s t e in t i b e d h e t b e h o r e n tot en b e p a a ld e l in e ge i e ma nd s pla a t in d e hil r ar­ c h ie .

Bi j A k an in Ghan i s s p r a k e van e e n m a iline i r ver-w a nt s c h ap s sys tae m . D i t houdt in d at afs t a m ming p l a tsvindt l a n g s vro uweli j k e l i j n . De s o c iale o rgani s a t i e i s d a rb i j a s e erd

op ge z a menli j ke fs t a m m i n gs g r o epan van l én v r o uw e li j ke voo o ud e r E en m a triline a g e b e s t a a t d u s uit m e e rd e f a m i lie s of familie e enh e de n . E e n lin e age

b

s t a at w e e r uit m e e rdere hu i s h o u d e n s , m a a dan m o e t e n w e wel b s ffe n d at e o ok nie line a g e -l e d e n t o t h e t hui s ho ud n kunn e n b h o e n ( b i j vo o rb e e -ld huwe -li j k s partners) De tr aditione l e m a trilin a i r e �k an f amilie a t r u

c-t u u r ve rc-toonc-t e chc-te w e i n i g ove r e e nk om s t met w e s t e se ge z in . De groe p m e n s en die d e e l uit m a akt van e e n h u i s h o ud e n of van me e rde r e h ui s h o ud e n s d i e m i n o f m e e ge z am enlij k func t i one -r e n ( the e xt ended fa mi b e s t a a t uit drie o f vie r gene r a ti e s , w a arb i j de o ud s t levend e g e m e e n s c h a p p e li j k e v r o uw e li j ke oude r d e 1 li naage h e ad 0 i en ha a r oom i n vro u w e li j k e lij n of h a a r bro e r, h e t f unc tion e l e h o o fd is .

t h e t h e o r y o f p r o c rea t i on hel d in Ash ant1 is t ha t a h uman b e ing is c o mp ound e d o f t wo ncipl es: t h e

' bl oo d ' wh i ch • • • ( is 1nh er1 t ed ) • • • from t h e

mo t h e r a n o t h e r ' r i t ' which is d e r i

v e d from t h e fa t h e r . (B u s ia

1 9 5 1 : 1 )

E en man k an me e rde r e v r o uw e n h e b be n , m a a d kin� e r en b e -h o r en alti j d t o t d e line a g e van d e m o eder .

D esc ent is tra c e d t h r o u t h e m o t h e r , f o r t h e t r a d i t io­ nal c oncep t ion is t h a t y s ical con n u i t y b e t w e en one

gener a t ion and a no t h r is ma i ntaine d b y t h e bl o o d wh ich i s t r ansmit ted t hro u h e r . A man is t h e r e fo r e l e gal l y

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze wetten gebruiken om een sociale norm uit te dragen: deze wetten zijn er omdat veel mensen gelijkheid tussen vrouwen en mannen belangrijk vinden en geweld tegen

[r]

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Het grootste deel van het vastgestelde loonverschil is niet te wijten aan een verschil in directe uitbe- taling van mannen en vrouwen, maar aan onder meer de verschillen in

De klap op 58-jarige leeftijd vindt zijn oorsprong voor een belangrijk deel bij het brugpensioen en de daling op 60-jarige leeftijd is een gevolg van de mogelijkheid om op

Dus, hoewel de oor- zaken van stress meer aanwezig zijn in jobs en sec- toren waar vrouwen oververtegenwoordigd zijn en hoewel vrouwen naast hun job ook nog vaak in- staan voor de

Het Nationaal Instituut voor de Statistiek geeft vol- gende definitie: “het bestaan en duurzaam voortbe- staan van verschillen tussen mannen en vrouwen in hun positie op

In tegenstelling tot de verschillen tussen mannen en vrouwen in ervaren hulp vanuit gemeenten, zijn er tussen mannen en vrouwen in de WW geen significante verschil- len in