• No results found

Hoge Raad voor de Werkgelegenheid: voorstelling verslag 2012 (PDF, 1.8 MB)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoge Raad voor de Werkgelegenheid: voorstelling verslag 2012 (PDF, 1.8 MB)"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoge Raad voor de

Werkgelegenheid

Verslag 2012

25 juni 2012

(2)

Verslag 2012 van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid

1.

Recente ontwikkelingen op en vooruitzichten voor de arbeidsmarkt

2.

Actief ouder worden

3.

Onvoldoende of niet uitgevoerde maatregelen uit het generatiepact

3.

Onvoldoende of niet uitgevoerde maatregelen uit het generatiepact

4.

Pensioenbonus

(3)

Recente ontwikkelingen op en

vooruitzichten voor

de arbeidsmarkt

de arbeidsmarkt

(4)

Internationale vergelijking

(indexcijfers, eerste kwartaal van 2008 = 100; seizoengezuiverde gegevens)

Verloop van de werkgelegenheid

Verloop van de werkloosheid

95

100

105

110

150

200

250

300

350

4

Bron: EC.

80

85

90

2007

2008

2009

2010

2011

Duitsland

Ierland

Griekenland

EU

Spanje

Frankrijk

Nederland

Portugal

België

0

50

100

(5)

Werkloosheidsratio volgens werkloosheidsduur

(gegevens voor de eerste jaarhelft van de beschouwde jaren, in % van de bevolking van 15 tot 64 jaar)

1,5

1,5

1,7

1,4

4

5

6

7

8

België

Europese Unie

1,2

1,5

0,9

1,4

1,4

1,1

1,1

1,2

1,5

4

5

6

7

8

Bron: EC (EAK).

1,5

2,1

1,8

1,6

0,7

0,8

1,1

0,8

0,7

0,8

1,0

0,8

1,5

1,4

0

1

2

3

2008

2009

2010

2011

Minder dan 6 maanden

Tussen 6 en 11 maanden

Tussen 12 en 23 maanden

2 jaar en langer

2,2

3,1

2,9

2,7

0,8

1,2

1,5

1,3

0,8

0

1

2

3

2008

2009

2010

2011

4,6 %

4,5 %

5,2 %

5,7 %

4,9 %

6,3 %

7,0 %

6,9 %

(6)

België

EU

Totaal

7,2%

9,7%

Vrouwen

7,2%

9,8%

Laaggeschoold

14,1%

16,7%

Geharmoniseerde werkloosheidsgraden in 2011

(in procenten van de overeenstemmende beroepsbevolking, 15-64 jaar)

Werkloosheidssituatie in België

Verloop van de werkloosheid per gewest

(in personen, veranderingen in vergelijking met de

overeenstemmende maand van het voorgaande jaar)

20000

30000

40000

50000

60000

70000

6

15-24 jaar

18,7%

21,3%

55-64 jaar

4,0%

6,8%

Niet-EU-burgers

27,8%

20,1%

Bron: RVA (op basis van gegevens van Actiris, ADG, FOREM en VDAB).

-30000

-20000

-10000

0

10000

2009

2010

2011

2012

Vlaams gewest

Waals gewest

Brussels hoofdstedelijk gewest

Duitstalige gemeenschap

(7)

Vacatures

1

ontvangen door de drie regionale overheidsdiensten

voor arbeidsbemiddeling

(jaargemiddelden van de maandgegevens, aantallen)

15000

18000

21000

24000

27000

30000

5000

6000

7000

8000

9000

10000

Bronnen: Actiris, FOREM, VDAB.

1 Normaal economisch circuit zonder de uitzendarbeid.

0

3000

6000

9000

12000

0

1000

2000

3000

4000

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2011 5m

2012 5m

(8)

Aanbod van en vraag naar arbeid

2010

2011

2012r

2013r

Beroepsbevolking

51,5

42,5

38,7

40,1

Totale werkgelegenheid

37,8

62,3

14,3

16,6

p.m. Veranderingen gedurende het jaar

1

63,9

46,7

3,3

27,1

Loontrekkenden binnen de conjunctuurgevoelige branches

1,2

30,6

21,2

-3,7

6,4

(veranderingen in duizenden personen op jaarbasis, tenzij anders vermeld, seizoengezuiverde gegevens)

8

Niet-werkende werkzoekenden

13,7

-19,8

24,4

23,5

p.m. Veranderingen gedurende het jaar

1

-10,0

-10,8

37,5

12,8

p.m. Bbp in volume (groeivoet op jaarbasis)

2,2

2,0

0,6

1,4

8

Bronnen: ADSEI, INR, RVA, NBB.

1 Verschillen tussen het vierde kwartaal van het jaar in kwestie en het overeenstemmende kwartaal in het voorgaande jaar.

2 Landbouw, industrie, bouwnijverheid, handel, vervoer en horeca, informatie en communicatie, financiële dienstverlening, verhuur en handel van

(9)

in 2011

België

EU

Totaal

67,3%

68,6%

Vrouwen

61,5%

62,3%

Geharmoniseerde werkgelegenheidsgraden

(in procenten van de overeenstemmende bevolking, 20-64 jaar)

70

72

74

76

78

80

BE2020 = 73,2 %

Laaggeschoold

47,3%

53,0%

20-29 jaar

60,5%

61,2%

55-64 jaar

38,7%

47,4%

Niet-EU-burgers

39,6%

58,0%

Bronnen: ADSEI, EC (EAK).

62

64

66

68

70

2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011

EU

België

Duitsland

Frankrijk

Nederland

(10)

Belangrijke hervormingen werden goedgekeurd...

Ø

inzake werkloosheid: sterkere stimulansen om opnieuw aan de slag te gaan:

herziening van de definitie van een passende baan

verhoogde regressiviteit van de uitkeringen

activering van de wachttijd voor jongeren - beperkt tot maximaal 3 jaar

geleidelijke uitbreiding van het activeringsbeleid naar de werkzoekenden

van 50 tot 58 jaar

10

Ø

met betrekking tot de eindeloopbaanregelingen (cf. verder)

Ø

betreffende de regionalisering van belangrijke verantwoordelijkheden op het vlak

van het werkgelegenheidsbeleid

(11)

... maar men moet verdergaan, onder meer om...

Ø

voldoende en bekwame arbeidskrachten te leveren, noodzakelijk om het groeipotentieel

te ondersteunen en in het bijzonder de stuwende krachten van de groei vrij te maken

(bedrijfstakken met toekomst, R&D, ondernemerschap, enz.)

Ø

het arbeidsrecht te moderniseren

Ø

de uitsluiting/onzekerheid te verminderen die samenhangt met ontoereikende of

onaangepaste vaardigheden van de zogenaamde "kansengroepen" op de arbeidsmarkt

De HRW zal deze problematiek in een volgend verslag bestuderen.

(12)

Actief ouder worden

(13)

Werkgelegenheid van 55-64-jarigen in België

(in procenten van het overeenstemmende totaal per leeftijdsgroep)

Verloop sinds 2000

10

15

20

Bijdrage van de vijfjarige deelgroepen

30

35

40

45

50

10

15

20

Bron: ADSEI (EAK).

0

5

Werk

Bevolking

15-64

Werk

Bevolking

15-64

2000

2011

Aandeel 55-59 jaar

Aandeel 60-64 jaar

10

15

20

25

0

5

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Aandeel in werkgelegenheid (linkerschaal)

Aandeel in bevolking op arbeidsleeftijd (linkerschaal)

Werkgelegenheidsgraad (rechterschaal)

(14)

Werkgelegenheidsgraad in België en de EU in 2011:

opsplitsing volgens leeftijd

(in procenten van de overeenstemmende totale bevolking per leeftijdsgroep)

50

60

70

80

90

100

België en de EU

50

60

70

80

90

100

Gewesten

14

Bronnen: ADSEI, EC (EAK).

0

10

20

30

40

15

-19

20

-24

25

-29

30

-34

35

-39

40

-44

45

-49

50

-54

55

-59

60

-64

BE

EU

max EU

0

10

20

30

40

15

-19

20

-24

25

-29

30

-34

35

-39

40

-44

45

-49

50

-54

55

-59

60

-64

(15)

Werkgelegenheidsgraad van 15-64-jarigen in België in 2011

(in procenten van de overeenstemmende bevolking)

50

60

70

80

90

100

Opsplitsing volgens geslacht

50

60

70

80

90

100

Opsplitsing volgens scholingsniveau

Bron: ADSEI (EAK).

0

10

20

30

40

15

-19

20

-24

25

-29

30

-34

35

-39

40

-44

45

-49

50

-54

55

-59

60

-64

Mannen

Vrouwen

0

10

20

30

40

15

-19

20

-24

25

-29

30

-34

35

-39

40

-44

45

-49

50

-54

55

-59

60

-64

(16)

Uittredingen uit de arbeidsmarkt van personen van 50 tot

64 jaar

1

(in procenten van de overeenstemmende bevolking)

40

50

60

70

Invaliditeit

Voltijds tijdskrediet en volledige

loopbaanonderbreking

Oudere niet-werkzoekende werkloze

16

0

10

20

30

2000

2011

2000

2011

2000

2011

2000

2011

50-54 jaar

55-59 jaar

60-64 jaar

50-64 jaar

Oudere niet-werkzoekende werkloze

Werkloosheid met bedrijfstoeslag

(niet-werkzoekend)

Pensioenen

Bronnen: ADSEI-FPB, PDOS, RIZIV, RVA, RVP.

1 Geraamde totalen, bekomen door de combinatie van gegevens die niet noodzakelijk dezelfde periode of momentopname betreffen. Voor 2000, waarvoor bij

de pensioenen geen gegevens voorhanden zijn om de dubbeltellingen bij de gemengde loopbanen private/overheidssector uit te sluiten, werd de hypothese gehanteerd dat het aandeel gemengde loopbanen in het totale aantal pensioenen hetzelfde was als in 2011.

(17)

Uitsplitsing van de bevolking tussen 40 en 64 jaar volgens

sociaaleconomisch statuut

(in procenten van de overeenstemmende bevolking, 2010)

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Bron: ADSEI(EAK, microgegevens).

1 Overige : personen die studeren of een opleiding volgen en overige niet-werkende personen.

0%

10%

20%

30%

40%

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55

56

57

58

59

60

61

62

63

64

Werkenden

Werkzoekenden

Personen die thuisblijven

Arbeidsongeschikte personen

Niet-IAB werklozen

Bruggepensioneerden/personen ter

Gepensioneerden/vervroegd gepensioeneerden

beschikking gesteld voorafgaand aan het rustpensioen

Overige statuten¹

(18)

Transities

1

tussen werkloosheid, tewerkstelling en

inactiviteit, naar leeftijdsgroep

(in procenten)

0

2

4

6

8

10

20-24

25-34

35-49

50-64

Werkgelegenheid naar werkloosheid

0

2

4

6

8

10

20-24

25-34

35-49

50-64

Werkgelegenheid naar inactiviteit

18

Bron: EC (EAK, microgegevens).

1 Het betreft de kans op jaarbasis om van statuut te veranderen. Wordt grafisch voorgesteld: het effect van leeftijd voor een man met een gemiddeld

scholingsniveau, woonachtig in Vlaanderen. De schatting houdt eveneens rekening met de gezinstoestand en de bedrijfstak.

0

10

20

30

40

50

60

70

20-24

25-34

35-49

50-64

(19)

Brutomaandloon naar leeftijdscategorie, België

3500

4000

4500

5000

(in euro)

Gemiddeld brutomaandloon bedienden :

vergelijking 2007 met 2009

Gemiddeld brutomaandloon volgens

statuut arbeider/bediende, 2009

3500

4000

4500

5000

1000

1500

2000

2500

3000

18 22 26 30 34 38 42 46 50 54 58 62

2007

2009

Bron: ADSEI (SES).

1000

1500

2000

2500

3000

18 22 26 30 34 38 42 46 50 54 58 62

Arbeiders

Bedienden

(20)

Werkgelegenheidsgraad van ouderen

1

en

loonspanning oud/jong

2

in 2006

BE

IT

LU

AT

FR

EL

ES

DE

NL

PT

110

120

130

140

Loonspanning

20

Bron: Eurostat (SES (Nijverheid en Diensten, ondernemingen van 10 werknemers of meer) en EAK).

1 Verhouding tussen het aantal werkende 55-64-jarigen en de totale bevolking in die leeftijdscategorie, in procenten.

2 Verhouding tussen het gemiddelde maandloon van de 50-59 jarigen met dat van de werknemers van 30 tot 39 jaar, indexcijfers waarbij het niveau van dit laatste

gelijkgesteld wordt aan 100.

NL

IE

FI

UK

DK

SE

80

90

100

25

35

45

55

65

75

Loonspanning

(21)

Toegang tot opleiding

1

in België: opsplitsing volgens

IAB-statuut

15

20

25

30

35

(in procenten van de overeenstemmende bevolking, 2010)

0

5

10

15

25-34

35-44

45-54

55-64

Totale bevolking

Werkenden

Werkzoekenden

Inactieven

Bron: ADSEI (EAK, microgegevens).

1 Deelname aan een binnen of buiten het reguliere onderwijs georganiseerde opleidingsactiviteit of gebruik van een methode voor zelfstudie tijdens de twaalf

(22)

Hinderpalen inzake opleiding aangehaald door de

potentiële kandidaten

(in % van de overeenstemmende bevolking die geen opleiding heeft gevolgd maar die dat niettemin

graag wil doen; België; 2008)

25-34

35-54

55-64

Totaal

Om gezondheidsredenen of omwille van mijn leeftijd

3,6

11,1

50,8

15,7

Ik had geen tijd door mijn gezinssituatie

33,8

27,0

14,9

26,7

Ik voldeed niet aan de voorwaarden, ik beschikte niet over de vereiste

voorafgaande kennis

4,3

5,6

9,9

6,0

De opleiding was te duur, ik kon mij die niet veroorloven

7,4

7,9

7,1

7,6

22

Bron: ADSEI (AES).

De opleiding was te duur, ik kon mij die niet veroorloven

7,4

7,9

7,1

7,6

Er was geen opleidingsaanbod binnen een aanvaardbare afstand

1,0

2,4

4,1

2,3

De opleiding was niet te combineren met mijn werkuren

31,5

24,2

2,8

22,6

Gebrek aan steun vanwege de werkgever

7,9

10,5

2,8

8,5

De gedachte om terug te keren naar school schrikte mij af

0,7

2,5

0,0

1,6

(23)

Arbeidsvoorwaarden in België

8

10

12

14

(in procenten van de overeenstemmende bevolking, 2007)

Door het werk veroorzaakte of verergerde

gezondheidsproblemen

52,7

55,9

51,7

52,2

50

60

70

80

90

100

Ziekteverzuim op het werk omwille van

gezondheidsredenen tijdens de laatste twaalf maanden

(in procenten van het totaal, 2010)

0

2

4

6

15-24

25-34

35-44

45-54

55-64

Bron: EC (EAK, microgegevens, ad hoc-module 2007).

8,5

5,8

8,3

11,5

38,8

38,3

40,1

36,3

0

10

20

30

40

50

Totaal

Jonger dan 30 jaar Van 30 tot 49 jaar 50 jaar en ouder

Meer dan 15 dagen

Van 1 tot 15 dagen

Geen

(24)

Arbeidsorganisatie in België

(in procenten van het overeenstemmende

totaal, werknemers, 2010)

0

5

10

15

20

25

15-24 25-34 35-44 45-54 55-64

Ploegenarbeid

63,8

54,4

48,7

9,4

9,3

8,5

18,6

19,4

20,7

8,2

16,9

22,2

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Arbeidstijden: opgelegd of keuze van de werknemer?

Atypische arbeidstijden

(in procenten van het totaal, 2010)

24

Bron: EC (EAK 2010), Eurofound (EWCS 2010).

1 EU uitgezonderd Malta en Ierland. Wat ploegenarbeid betreft, EU uitgezonderd Malta, Ierland en Italië.

0

2

4

6

8

10

15-24 25-34 35-44 45-54 55-64

Nachtwerk

BE

EU

54,4

48,7

0%

10%

20%

Jonger dan 30 jaar

Van 30 tot 49 jaar

50 jaar en ouder

De werktijden worden bepaald door de onderneming/organisatie

De werknemer kan kiezen tussen verschillende vaste uurroosters

De werknemer kan zijn werktijden binnen bepaalde grenzen zelf kiezen

De werknemer bepaalt zijn werktijden volledig zelf

(25)

Loontrekkenden: deeltijdwerk

(in procenten van het overeenstemmende totaal, 2010)

Vrouwen

40

50

60

70

Bron: ADSEI (EAK, microgegevens).

0

10

20

30

Mannen

Vrouwen

25-34

35-44

45-54

55-64

(26)

Recente hervormingen om de effectieve uittredingsleeftijd

op te trekken

4

Vervroegd pensioen in de private en de overheidssector

o

minimumleeftijd wordt tegen 2016 verhoogd tot 62 jaar

o

loopbaanvoorwaarde wordt tegen 2015 op 40 jaar gebracht

4

Werkloosheid met bedrijfstoeslag

o

minimumleeftijd wordt vanaf 2015 voor iedereen 60 jaar

o

loopbaan van 40 jaar nodig

In beide gevallen worden uitzonderingen voorzien voor lange loopbanen

4

Vastbenoemde ambtenaren mogen na hun 65e blijven werken

4

Uitbreiding van de mogelijkheid om een vergoede beroepsactiviteit te

combineren met een pensioenuitkering

(27)

Het actieterrein uitbreiden en de maatregelen ten gunste van actief

ouder worden integreren in een algemeen

werkgelegenheidsbevorderend beleid

Ø

participatie van de bevolking op de arbeidsmarkt verhogen, niet alleen van 55-plussers, maar voor

deze groep zijn de marges wel het grootst

Ø

evenwicht tussen beroeps- en gezinsleven mogelijk maken, maar dit mag niet leiden tot een algemene

daling van het aantal gewerkte uren

Ø

diversiteit op het werk aanmoedigen (geslacht, leeftijd, afkomst, (in)validiteit)

Ø

procedures tot erkenning van de competenties uitbreiden

Ø

leeftijdsgrenzen van de vervroegde-uittredingsregelingen aanpassen naargelang van het verloop van

de levensverwachting

Ø

sociale dialoog koppelen aan een doelgericht steunbeleid

Ø

competenties en ervaring in aanmerking nemen bij de loonvorming

(28)

Het paradigma wijzigen: de competenties erkennen en

bekrachtigen met werkgevers en werknemers als partners

Ø

een op de loopbaan gebaseerd human-resourcesbeleid, dat streeft naar een overeenstemming

tussen de behoeften en mogelijkheden van de onderneming en die van het individu, door een

gepaste toewijzing van de functies en een optimale ontwikkeling te verzekeren

Ø

diagnose en evaluatie van de toekomstige competentiebehoeften is onontbeerlijk

Ø

medewerking van het personeel door een participatieve aanpak

Ø

programma's voor de ontwikkeling van de human resources (aangepaste opleidingen, mentorschap,

28

Ø

programma's voor de ontwikkeling van de human resources (aangepaste opleidingen, mentorschap,

stages en alternerend leren)

Ø

aanpassing + van de arbeidsomstandigheden: ergonomie op de werkvloer, werkuren, enz.

+ van de arbeidsorganisatie: functionele mobiliteit, versoepeling van de hiërarchische

structuur, enz.

De overheden steunen dit ondernemingsbeleid aan de hand van talrijke financiële bijdragen en door

beheersinstrumenten ter beschikking te stellen (bv. om beroepsrisico's op te sporen of om

(29)

Onvoldoende of niet uitgevoerde

maatregelen uit het generatiepact

(30)

Reden van de niet-uitvoering

Conclusie

Ondernemingsplan voor de ouderen Maatregel onvoldoende gesteund

door de sociale partners

Achterhaald als gevolg van de nieuwe

bepalingen van het regeerakkoord. De

steun van de sociale partners blijft

onontbeerlijk

Een aanpassing van de loonschalen

uitproberen

Tussen 2006 en 2011 werd geen

enkele aanvraag ingediend om van

deze mogelijkheid gebruik te

kunnen maken

De kwestie van de loonkost is belangrijk,

maar wij merken ook dat oudere arbeiders

worden uitgesloten, terwijl leeftijd en

anciënniteit slechts in geringe mate

meespelen in hun loonschalen, in

tegenstelling met de bedienden

Voorbeelden van niet-uitgevoerde maatregelen van het

generatiepact

tegenstelling met de bedienden

Harmonisatie van de statuten

arbeider/bediende

Opleiding van de oudere

arbeidskrachten en definitie van de

kansengroepen

Cijfermatige doelstelling niet bereikt

Verscherpt en versterkt sanctiemechanisme,

betere steun van de sociale partners

Solidarisering van de

brugpensioenkosten bij nieuwe

aanwervingen

Angst voor onrechtmatig gebruik?

Opportuun om een werkgelegenheidsval te

vermijden, terwijl tegelijkertijd wordt

toegezien op het vermijden van perverse

effecten op de ontslagen

Overgang van zwaar naar lichter

werk

Probleem om "zwaar werk" te

definiëren

Proactief loopbaanbeheer in het kader van

de ondernemingsplannen

(31)
(32)

Beschrijving van het systeem van de pensioenbonus

4

Principe van het systeem

Loontrekkenden en zelfstandigen financieel stimuleren om langer actief te blijven, dankzij

een forfaitaire bonus bovenop de gewone rechten van het wettelijk pensioen, indien ze na

hun 62ste effectief een activiteit blijven uitoefenen

4

Voorwaarden en bedrag

o

De bonus bedraagt € 2,00 (geïndexeerd) per dag van voltijdse effectieve tewerkstelling

o

De gelijkgestelde dagen (bijvoorbeeld wegens ziekte) zijn beperkt tot 30 dagen in voltijdse

equivalenten per kalenderjaar

(33)

Kans op uittreding uit de arbeidsmarkt

1

in België

(in procenten)

25

30

35

40

45

50

0

5

10

15

20

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55

56

57

58

59

60

61

62

63

64

65

2005

2010

Bron: ADSEI (EAK, microgegevens).

(34)

Verdeling van de brutolonen en brutojaarpensioenen

(niet-gewogen waarnemingen, 2005 tot 2008)

(niet-gewogen waarnemingen, 2006 tot

2008

)

34

Bron: EC (SILC). Bron: ADSEI (SES).

(35)

Werkende populatie: opsplitsing volgens beroepsstatuut

en leeftijdsgroep

(in duizenden personen, 2010)

513

528

551

552

490

300

400

500

600

700

Bron: EC (EAK, microgegevens).

1

13

42

64

85

95

100

78

62

41

37

279

492

513

303

86

0

100

200

300

15-19

20-24

25-29

30-34

35-39

40-44

45-49

50-54

55-59

60-64

(36)

Conclusies van het advies over de

pensioenbonus

Ø

recente maatregel (2007); te korte terugblik en, vooral, te weinig gegevens om het

effect ervan correct te evalueren

Ø

aanwijzingen van een licht positief effect op de participatie van de personen ouder

dan 62 jaar

Ø

zelfstandigen hebben er verhoudingsgewijs meer profijt van getrokken

Ø

verhoudingsgewijs een grotere weerslag voor de laagste pensioenen (meer billijkheid)

36

Ø

verhoudingsgewijs een grotere weerslag voor de laagste pensioenen (meer billijkheid)

Ø

in de toekomst: meer belangstelling bij de arbeidskrachten die minstens tot de leeftijd

van 62 jaar moeten blijven werken

]

De toegang tot de pensioenbonus niet langer enkel bepalen op basis van het

criterium van de minimumleeftijd, maar ook rekening houden met de

loopbaanduur

]

De informatieverstrekking aan de mogelijke rechthebbenden is van essentieel

belang om de maatregel de beste slaagkansen te bieden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omschrijving De manager bloembinden maakt, in overleg met collega’s, de winkel voor openingstijd gereed om klanten te ontvangen: hij ruimt de winkel op, stelt de buitenpresentatie

Instructies en procedures opvolgen • Instructies opvolgen • Werken conform veiligheidsvoorschriften • Werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen • Discipline tonen De

MRI: magnetic resonance imaging; SBx: systematic biopsy; TBx: MRI-targeted biopsy; PCa: prostate cancer; GS: gleason score; GG: grade group; csPCa: clinically significant

Volgt de voorgeschreven procedures en veiligheidsvoorschriften op en past de wettelijke richtlijnen bij het bereiden en verwerken van eenvoudige degen, brood(tussen)producten,

As expected, providing cues for reflection led to better performance in the test relative to free reflection when requiring a similar mental effort to reflect upon the cases in

Data from 30 events recorded in patients with NIPE values ≥50 at the time of decision (Decision NIPE ≥50 ), showed stable NIPE‐ and HR values during the entire period before and

De Baggermeester heeft specialistische kennis van en vaardigheden nodig voor het uitvoeren van onderhoud en reparaties.. Hiervoor heeft hij de beschikking over checklists

De onderliggende competenties zijn: Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen Voor Zelfstandig werkend gastheer/-vrouw geldt aanvullend:. De Zelfstandig