Nos références : Date :
Annexe(s) : 5 : - A.M. du 16/4/1996 - A.M. du 17/6/1998 - A.M. du 28/2/2000
- Formulaire de demande de prorogation de l’agrément
- Modèle type d’attestation de formation permanente
Objet: Prorogation d’agrément autorisant des praticiens de l’art infirmier à porter le
titre professionnel particulier d’infirmier/ère gradué/e en soins intensifs et
d’urgence.
Application de l’arrêté ministériel du 16 avril 1996 (M.B. du 3 août 1996).
L’arrêté ministériel du 16 avril 1996 fixant les critères d’agrément des praticiens de l’art infirmier comme porteurs du titre professionnel particulier d’infirmier/ère gradué/e en soins intensifs et d’urgence a été publié au Moniteur belge du 3 août 1996. Cet arrêté ministériel a été modifié par les arrêtés ministériels des 17 juin 1998 et 28 février 2000 (cf. annexes).
Au Moniteur du même jour a été publié l’arrêté ministériel du 16 avril 1996 établissant le formulaire de demande de l’agrément autorisant des praticiens de l’art infirmier à porter un titre professionnel particulier ou à se prévaloir d’une qualification professionnelle particulière.
La présente circulaire vise à expliquer les critères de prorogation.
L’agrément est accordé pour une période de six ans et prend cours à la date de l’arrêté ministériel autorisant l’intéressé à porter un titre professionnel particulier ou à se prévaloir d’une qualification professionnelle particulière.
Critères d’obtention de la prorogation de l’agrément.
SPF Santé publique,
Sécurité de la Chaîne alimentaire
et Environnement
Cité administrative de l’Etat - Quartier Vésale 2/3 Boulevard Pachéco 19 - Bte 5
B - 1010 BRUXELLES (02) 210.45.11
DIRECTION GENERALE DES
PROFESSIONS DE SANTE, DE LA
VIGILANCE SANITAIRE ET DU BIEN-ETRE
AU TRAVAIL
tél.: (02) 210.42.24 fax : (02) 210.59.11
personne de contact : J. Borgions.
e-mail: joseph.borgions@health.fgov.be
Circulaire :
- aux Gestionnaires des hôpitaux
- à la Direction du Département infirmier - aux associations professionnelles - aux associations syndicales
Si l’on souhaite conserver l’agrément, il convient d’introduire une demande de prorogation (cf. annexe).
Critères :
Pour obtenir la prorogation de l’agrément, l’infirmier/ère gradué/e en soins intensifs et d’urgence doit : - exercer sa fonction dans un service de soins intensifs ou des urgences, tel que défini à l’article
2, § 3, de l’A.M. du 16/4/1996 ;
- introduire par envoi recommandé une demande de prorogation avant l’expiration de
l’agrément en cours et fournir la preuve qu’il/elle entretient et développe ses connaissances et compétences professionnelles par une formation permanente relative aux soins intensifs et d’urgence afin de pouvoir dispenser les soins infirmiers conformément à l’évolution actuelle de la science infirmière.
La formation permanente peut s’étaler sur deux jours par an au moins ou 90 heures sur une période d’agrément de six ans . La preuve y afférente peut être apportée par le biais de copies certifiées conformes d’attestations délivrées par l’organisateur de la formation permanente ( cf. formulaire ci-annexé : ‘Modèle type d’attestation de formation permanente’).
Le Ministre de la Santé publique,
Omzendbrief aan :
- de Beheersorganen van de Ziekenhuizen - de Directie Verpleegkunde
- de Beroepsverenigingen van de Verpleegkundigen - de Syndicale Organisaties ons kenmerk : datum : bijlage(n) : 5 : - M.B. van 16/4/1996 - M.B. van 17/6/1998 - M.B. van 28/2/2000 - Formulier voor aanvraag
van de verlenging van de erkenning
- Model van attest van permanente vorming
Betreft
: Erkenning voor beoefenaars van de verpleegkunde tot het dragen van de
bijzondere beroepstitel van gegradueerde verpleegkundige in de intensieve
zorg en spoedgevallenzorg.
Toepassing van het ministerieel besluit van 16 april 1996
(B.S. van 3 augustus 1996).
Het ministerieel besluit van 16 april 1996 tot vaststelling van de criteria voor erkenning van beoefenaars van de verpleegkunde als houders van de bijzondere beroepstitel van
gegradueerde verpleegkundige in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 3 augustus 1996.
Het betrokken ministerieel besluit werd gewijzigd door de ministeriële besluiten van 17 juni 1998 en 28 februari 2000 (zie bijlagen).
Tegelijkertijd werd tevens het ministerieel besluit van 16 april 1996 houdende vaststelling van het formulier voor de aanvraag van de erkenning door beoefenaars van de
verpleegkunde tot het dragen van een bijzondere beroepstitel of om zich op een bijzondere beroepsbekwaming te roepen gepubliceerd.
Deze omzendbrief heeft tot doel de criteria voor de verlenging van de erkenning toe te lichten.
FOD Volksgezondheid,
Veiligheid van de Voedselketen
en Leefmilieu
Rijksadministratief Centrum - Vesaliusgebouw 2/3 Pachecolaan 19 - Bus 5
B - 1010 BRUSSEL (02) 210.45.11
DIRECTORAAT-GENERAAL
GEZONDHEIDSBEROEPEN,
MEDISCHE BEWAKING EN WELZIJN
OP HET WERK
tel.: (02) 210.42.24 fax : (02) 210.59.11
contactpersoon: Dhr. J. BORGIONS
De erkenning wordt verleend voor een periode van zes jaar en vangt aan op de datum van het ministerieel besluit waarbij de betrokkene gemachtigd wordt een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen.
Criteria voor het verkrijgen van de verlenging van de erkenning
Indien men de erkenning wil behouden, dient men een aanvraag tot verlenging (zie bijlage) in te dienen. Die verlenging is aan de volgende criteria onderworpen:
Criteria:
Om de verlenging van de erkenning te verkrijgen moet de gegradueerde verpleegkundige in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg:
• zijn/haar functie uitoefenen in een dienst intensieve zorg of een spoedgevallendienst, zoals bepaald in artikel 2, §3, van het M.B. van 16/4/1996;
• voor het vervallen van de erkenning, bij aangetekend schrijven, een aanvraag tot verlenging van de erkenning indienen en het bewijs leveren dat hij/zij zijn/haar
professionele kennis en kunde onderhoudt en ontwikkelt door permanente vorming in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg om aldus de verpleegkundige zorg te kunnen verstrekken die aan de huidige evolutie van de verpleegkundige wetenschap beantwoordt.
De permanente vorming mag gespreid worden over minstens twee dagen per jaar, of 90 uren over een erkenningsperiode van zes jaar. Het desbetreffende bewijs kan worden geleverd middels voor eensluidend verklaarde kopieën van getuigschriften uitgereikt door de organisator van de permanente vorming (cf. bijgevoegd formulier: “Standaardmodel getuigschrift permanente vorming”).