• No results found

Algerijns-Frans taalgebruik vertalen naar het Nederlands

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Algerijns-Frans taalgebruik vertalen naar het Nederlands"

Copied!
53
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

SABRINE EL HAICHAR - 11040505

Algerijns-Frans taalgebruik

vertalen naar het Nederlands

Hoe worden de vertaalmoeilijkheden in het Franse werk “Le thé au harem d’Archi

Ahmed” vertaald naar het Nederlands?

Masterscriptie

Master Vertalen

(2)

Voorwoord

Voor u ligt de scriptie ‘Algerijns-Frans taalgebruik vertalen naar het Nederlands’. Het onderzoek voor deze scriptie naar vertaalproblemen is uitgevoerd door middel van een

analyse van een Frans roman en zijn Nederlandse vertaling. Deze scriptie is geschreven in het kader van mijn afstuderen van de opleiding MA Vertalen aan de Universiteit van Amsterdam. Van januari 2019 tot en met juni 2019 ben ik bezig geweest met het onderzoek en het

schrijven van de scriptie.

Ik heb de onderzoeksvraag voor deze scriptie bedacht naar aanleiding van mijn eerdere onderzoek voor de BA Franse taal en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. Dit onderzoek dat ik heb uitgevoerd was complex. Na uitvoerige analyse heb ik de

onderzoeksvraag kunnen beantwoorden. Tijdens dit onderzoek stond mijn scriptiebegeleider Dr. E.R.G. Metz altijd voor mij klaar. Hij heeft steeds mijn vragen beantwoord waardoor ik verder kon met mijn onderzoek.

Bij dezen wil ik graag mijn begeleider bedanken voor de fijne begeleiding en zijn

ondersteuning tijdens dit traject. Ook wil ik Dr. A.P. Sleeman bedanken voor het becijferen van dit onderzoek. Zonder hun medewerking had ik dit onderzoek nooit kunnen voltooien. Tevens wil ik mijn vrienden en familie graag bedanken voor de wijze raad die ik heb mogen ontvangen. Bovendien hebben zij mij moreel ondersteund tijdens het schrijfproces. Tot slot wil ik mijn opa in het bijzonder bedanken. Zijn wijsheid en motiverende woorden hebben mij geholpen deze scriptie tot een goed einde te brengen.

Ik wens u veel leesplezier toe. Sabrine el Haichar

(3)

Abstract

Cette recherche se concentre sur la traduction du langage franco-algérien en néerlandais. Cela explique le titre de l’analyse. En pouvant savoir comment les difficultés de traduction sont abordées, cette recherche contient une analyse de l’œuvre Le thé au harem d’Archi Ahmed et sa traduction néerlandaise De wet van Archi Ahmed. Les éléments qui sont culturellement et linguistiquement spécifiques sont traités dans deux chapitres. On trouve que le traducteur n’a pas toujours été fidèle au roman originel, pour la plupart cette incohérence était

involontairement et elle était causée par la spécificité du langage. En revanche, le traducteur a ajouté d’autres éléments dans son œuvre qui n’était pas présent dans le texte source afin de compenser les écarts de la norme. Finalement, l’importance d’une nouvelle traduction a été soulignée et l’intérêt d’avoir un traducteur issu du même milieu que l’écrivain.

(4)

Inhoudsopgave

Voorwoord...2 Abstract...3 Introductie...5 1. Historisch kader...7 1.1 De Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog (1954-1962)...7 1.2 Linguïstische status...8 1.3 De auteur...12

2. Deelvraag 1: Hoe worden de cultuurspecifieke woorden en/of elementen vertaald? 15 2.1 De kaft...15

2.2 Realia en heterolingualisme...17

2.3.1 Verschuiving van humor...23

2.3.2 Verschuiving van ideologie...25

2.3.3 Verschuiving van register...26

3. Deelvraag 2: Hoe worden de taalspecifieke Franse woorden en/of elementen vertaald?...30 3.1 Titel...30 3.2 Gebrekkig Frans...33 3.3 Argot...34 3.4 Verlan...36 3.5 Namen...38 3.6 Conclusie...40 4. Algemene conclusie...43 Bibliografie...49

(5)

Introductie

In het kader van mijn afstudeerproject gaat dit onderzoek over de Algerijns-Franse literatuur, met name concentreer ik mij hier op Franstalige literatuur geschreven door Frans-Algerijnse auteurs. Ik verdiep mij met name in een vertaling van het (Algerijns) Frans naar het

Nederlands.1 Dit onderzoek belicht het contrast dat onder andere voorkomt in de literatuur

tussen de pied-noir2 en de Algerijn en hoe dit contrast (on)zichtbaar is in de, voor dit

onderzoek, gekozen Nederlandse vertaling. Het onderzoeken van bovengenoemde vertaalelementen is een belangrijk aspect van het hedendaagse politiek-maatschappelijke debat omtrent identiteit. De geanalyseerde vertaalelementen hebben namelijk directe invloed op de karakterisering van de personages, die elk een sociale achtergrond representeren.

Voor dit onderzoek wordt er een analyse gemaakt van het Franstalige werk Le thé au

harem d’Archi Ahmed [CITATION Cha83 \t \l 1043 ] van Mehdi Charef en de Nederlandse

vertaling De wet van Archi Ahmed [CITATION van86 \t \l 1043 ] vertaald door Jan Van den Brink. Een sleutelaspect van de gegeven analyse is het beantwoorden van de

onderzoeksvraag: “Hoe worden de specifieke Algerijns-Franse vertaalmoeilijkheden omgezet naar het Nederlands?”

Om te beginnen wordt het historisch kader uitgelegd, opdat de lezer meer achtergrondinformatie verkrijgt over dit onderwerp. De geschiedenis van de politieke verhoudingen tussen de twee landen – Frankrijk en Algerije – wordt aangekaart, dit ligt ten grondslag aan mijn begrip van het (politieke) effect op de Algerijns-Franse taal gebruikt in genoemd roman. Een belangrijk element dat eventueel invloed heeft op de vertaling zal verder in detail worden behandeld, namelijk het feit dat de auteur van het originele werk een

Fransman is van Algerijnse komaf en de vertaler Nederlands is. Vanwege zijn migratie is de auteur een direct voorbeeld van postkoloniale invloeden en cultuur, dit terwijl de vertaler niet een dergelijke achtergrond kent. Ik benoem dit omdat het een hoofdkenmerk is van de

ideologie verwerkt in het boek en daarom is het interessant om te onderzoeken hoe de vertaler hiermee te werk is gegaan.

Om de onderzoeksvraag zo nauwkeurig mogelijk te behandelen, worden er twee hoofdstukken besteed aan twee deelvragen. De eerste deelvraag heeft betrekking op de cultuurspecifieke woorden en elementen die voorkomen in het literaire werk en hoe deze zijn

1 Met Algerijns-Frans verwijs ik hier naar het Frans met Algerijnse invloeden, bijvoorbeeld door het gebruik van Algerijns-Arabische vocabulaire

2 “Français d'origine européenne installé en Afrique du Nord jusqu'à l'époque de l'indépendance.” [CITATION Lar19 \l 1043 ]

(6)

vertaald naar het Nederlands. De tweede deelvraag onderzoekt hoe de taalspecifieke elementen worden vertaald naar het Nederlands. De antwoorden gegeven in beide hoofdstukken zijn van belang om een volledige analyse te creëren. Ten slotte wordt alle verzamelde informatie op efficiënte wijze samengevat, wat leidt tot de uiteindelijke conclusie van betreffend onderzoek.

(7)

1. Historisch kader

1.1 De Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog (1954-1962)

Voordat de oorlog was begonnen, was er al veel spanning en haat in het land. Tijdens de oorlog hielpen vele Algerijnse inwoners hun militairen. Dit gebeurde allemaal kort nadat de Tweede Wereldoorlog was afgelopen, maar voor Algerije was de oorlogsperiode nog niet voorbij. Het einde van de Tweede Wereldoorlog werd desalniettemin ook gevierd in Algerije. Dit werd gedaan op 8 mei 1945 in Sétif, waar er een parade was waarbij de vlaggen van de geallieerden werden uitgehangen, inclusief die van Frankrijk. Tijdens dezelfde parade waren er ook mensen die liepen met vlaggen van de onafhankelijkheidsbeweging en de oproerpolitie eiste dat deze vlaggen werden verwijderd. Dit werd geweigerd en de politie reageerde door het vuur te openen. Hoeveel slachtoffers er precies zijn gevallen, is tot op heden onbekend, maar het waren duizenden [ CITATION Mek95 \l 1043 ]. Dit incident speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van de Algerijns-Franse relatie. Er wordt vandaag de dag nog altijd gesproken over “Le bain de sang de Sétif” ook in literaire werken zoals in Alger, ville blanche van Régine Deforges [CITATION Def01 \p 354 \l 1043 ].

Na het einde van de Tweede Wereldoorlog begonnen de opstanden en met de

opstanden ook de strijd voor de onafhankelijkheid van Algerije. Uiteraard heeft Frankrijk een cruciale rol gespeeld wat betreft de oorlogspositie van Algerije. Het begin van de jaren ’60 was een interessant tijdperk in de Algerijnse geschiedenis. Het land werd officieel

onafhankelijk verklaard in 1962. Dit verliep niet zonder slag of stoot, gedurende acht jaar vochten de soldaten van de Algerijnse onafhankelijkheidsbeweging actief tegen de Franse regering. Deze organisatie heette de FLN (Front de Libération Nationale) en dit was een beweging die al langer weerstand bood aan de kolonialistische Franse regering in Algerije. Deze organisatie was een extensie van de CRUA (le Comité Révolutionnaire d’Unité et d’Action) en de partij Le Peuple Algérien – een nationalistische partij. Na de oorlog

probeerden de Algerijnse inwoners hun leven op te pakken en ieder huishouden had een ander verwerkingsproces. Wat vele dorpelingen desalniettemin met elkaar gemeen hadden, was de zoektocht naar het stoffelijk overschot van de gevallen soldaten die vochten voor hun vrijheid. Veel was veranderd door de oorlog, op politiek maar ook op sociaal niveau. Ook ontstonden culturele veranderingen wat betreft rituelen en gewoontes. Dit onderwerp wordt onder andere aangekaart in literaire werken van de auteur Tahar Djaout. De fundamentalisten kregen bijvoorbeeld steeds meer aanhang na de onafhankelijkheidsverklaring. Deze macht werd

(8)

misbruikt en dit leidde tot een burgeroorlog in 1991 die talloze slachtoffers opeiste

[CITATION AlJ05 \l 1043 ]. Régine Deforges schrijft hier meer over: “Le FLN a interdit le tabac et l’alcool. Ceux qui désobéissent, on leur coupe le nez et les lèvres.” [CITATION Def01 \p 250 \l 1043 ]

Sinds 1962 is het land officieel een republiek. De president wordt elke vijf jaar gekozen, alhoewel tot recentelijk (2019) Abdelaziz Bouteflika al sinds 1999 aan de macht was. Er bestaat een algemeen kiesrecht sinds 1962 en de kiesgerechtigde leeftijd is 18 jaar. Er heerst nog altijd politieke oproer in het land met betrekking tot de democratie. In de grondwet staat dat de Islam de staatsreligie is. De meerderheid van de bevolking is moslim (99%), maar er bestaat ook een christelijke minderheid [ CITATION Tol19 \l 1043 ]. Een grote minderheid die tegenwoordig in Frankrijk woont is de Algerijnse bevolking. Algerije is nooit een officiële kolonie geweest van Frankrijk, in plaats daarvan werd het land wettelijk gezien als een deel van Frankrijk. De Algerijnen waren daardoor technisch gezien ook Fransen. Echter werden de Algerijnen die ervoor kozen te emigreren naar Frankrijk alsnog beschouwd als

tweederangsburgers. Deze mentaliteit was de oorzaak van discriminatie jegens de Algerijnen. Dit was problematisch omdat het er onder andere toe leidde dat Algerijnen minder sociale zekerheid ontvingen dan hun Franse medemens. Daardoor kwam deze bevolkingsgroep terecht in niet sanitaire woningen en kwamen zij moeilijker aan een baan, waardoor deze mensen in een vicieuze cirkel terecht kwamen. Dit is een bekend probleem dat generaties lang is doorgegaan in Frankrijk, weliswaar in mindere mate maar het is nog altijd aanwezig. Dit is het verhaal dat wordt verteld in de roman van Charef vanuit het perspectief van een tweede generatie Franse jongen die op zoek is naar zijn identiteit, verloren tussen twee werelden waarin hij geen van beide wordt verwelkomd.

1.2 Linguïstische status

De politieke geschiedenis met Frankrijk heeft ook effect gehad op de Algerijnse taal. Algerije kent daardoor een opmerkelijke linguïstische situatie. Zo bestaan er twee officiële talen: het moderne (schriftelijke) Arabisch en, sinds 2016, het Berbers dialect Tamazight. Echter worden er door de inwoners diverse talen gebruikt en gesproken, namelijk het klassieke Arabisch, het moderne Arabisch, het dialectische Arabisch, het Berbers en het Frans. Volgens het OIF (Organisation Internationale de la Francophonie) beheersen 11.2 miljoen Algerijnen – met een leeftijd vanaf vijf jaar – de Franse taal [CITATION Alg19 \l 1043 ]. Dit representeert

(9)

een derde van de 34.4 miljoen Algerijnen. Algerije kent het concept diglossie omdat het moderne Arabisch wordt gebruikt voor officiële en formele gelegenheden; het dialectisch Arabisch en het Frans worden gebruikt voor de overige situaties [ CITATION ABo87 \l 1043 ]. Er bestaat een gesproken dialect genaamd darija en dit dialect wordt gesproken door de meerderheid van de Algerijnse inwoners. Dit dialect wordt ook gesproken in het buurland Marokko. De Franse invloeden zijn onder andere op te merken in het vocabulaire van het Arabische dialect. Er komen bijvoorbeeld veel Franse woorden voor in dit dialect of woorden die van het Frans zijn afgeleid. Sterker nog, er bestaan nog enkele Algerijnse generaties die vervreemd zijn van het Arabisch en zowel in hun werk- als privéleven gebruik maken van het Frans. Volgens een onderzoek uitgevoerd door de universiteit van Béjaïa, verlangt 70% van de ondervraagde kinderen Frans te spreken met hun familie en vrienden [ CITATION

Ben18 \l 1043 ]. Het Frans wordt gebruikt in de overheid en in het onderwijs. Het Frans en het standaard-Arabisch zijn de voertalen van de banken, voor technisch onderhoud wordt het Frans gebruikt. Officiële documenten, formulieren en dossiers worden in het Frans en

standaard-Arabisch gemaakt. Het Frans is de taal van het werk en zakelijke onderhandelingen, zowel op internationaal als nationaal niveau want de contracten worden geredigeerd in het Frans [ CITATION Bel09 \l 1043 ].

Ongeveer 99% van de Algerijnse populatie is islamitisch [ CITATION Tol19 \l 1043 ], dit houdt in dat er veel moskeeën in het land zijn. Tijdens zijn lezingen gebruikt de imam het klassieke Arabisch, aangezien dat de taal is van de Koran. Echter is de gesproken taal van moskeegangers altijd hun taal van voorkeur en dit verschilt per persoon; sommigen spreken Berbers, anderen Frans of Arabisch. Alhoewel Algerije wordt gerangschikt als het derde Franstalige land ter wereld, wat betreft de omvang van de Franstalige populatie, is het land geen lid van de OIF [ CITATION Ere18 \l 1043 ]. Men kan stellen dat symbolisch gezien het Frans behoort tot een van de officiële talen, maar dat door dit op administratieve wijze te erkennen men deels het gevecht voor de onafhankelijkheid van het land ontkent. Bouteflika, de voormalige president van Algerije, erkent desalniettemin de belangrijke rol van de Franse taal voor het land. Hij heeft bijvoorbeeld aangegeven dat Algerije geen land is dat deel uitmaakt van de francophonie, desalniettemin wordt de Franse taal en cultuur volgens hem nog altijd gewaardeerd [ CITATION Bel09 \l 1043 ].

Het darija dat wordt gesproken in Algerije is een samensmelting van zowel het Frans als het Berbers en het Arabisch. In de vorige paragraaf is er al informatie gegeven over de

(10)

nauwe betrokkenheid van Frankrijk in Algerije. Dit heeft als gevolg gehad dat de gesproken Arabische taal twee corpussen kent. Zo kan men bijvoorbeeld in een enkele zin gebruik maken van dialectische Arabische en Franse woorden. De Franse woorden worden vaak uitgesproken met een “Arabisch accent”, wat ertoe kan leiden dat een Fransman deze

woorden toch niet zou herkennen. De woorden zijn echter grammaticaal exact hetzelfde als in het Frans. Wat ook vaak voorkomt is codewisseling. Er is sprake van codewisseling wanneer iemand een woord gebruikt in een zin, in een andere taal dan die hij of zij op dat moment spreekt. In dit geval bijvoorbeeld een Algerijn die Arabisch aan het spreken is en vervolgens een Frans woord toevoegt of invult. De particuliere lexicale situatie wat betreft de context van de Franse taal gesproken in Algerije wordt als normaal beschouwd door de lokale bewoners zoals beschreven door Derradji [CITATION Der \l 1043 ].

Algerije heeft het standaard (modern)-Arabisch als officiële taal. Dit is opmerkelijk omdat de gesproken taal het darija is en dit dialect geen schrift kent, maar er tegelijkertijd veel waarde wordt gehecht aan het schrift. Het moderne Arabisch en het Frans worden gezien als sociaal geprivilegieerde talen omdat men daarvoor het schrift moet beheersen. Het Frans maakt deel uit van de sociolinguïstische realiteit in Algerije. Wij kunnen zelfs spreken over een Frans van Algerije wanneer we ons baseren op de stijgende hoeveelheid van gebruikte Franse woorden door Algerijnen in hun dagelijks discours [ CITATION Bel09 \l 1043 ]. Dit toont aan dat het Frans nog altijd wordt gezien als de taal van de elite, van de intellectuelen. Op linguïstisch niveau spelen verschillende concepten hierbij een rol: archaïsmen, innovaties, arabisering, berberisering en anglicismen. In een register van het vocabulaire van 1994 daarentegen, heeft de meerderheid van de Algerijnse woorden geen Franse etymologie of werden deze simpelweg afgeleid van lokale talen zoals het Arabisch of het Berbers. De manier waarop deze Algerijns-Franse taal tot stand is gekomen, representeert de lexicale omgeving door de vele verschillende invloeden:

“Ce fort taux de lexèmes provenant des idiomes locaux a été, (…) en Algérie et par des Algériens qui représentent de nouvelles formes linguistiques (et donc de nouveaux sens) dans leurs environnements syntaxiques et dans les classes paradigmatiques, où même des termes les plus généraux du lexique du français de référence se retrouvent à formuler un sens nouveau conforme à la nouvelle réalité socioculturelle.”[CITATION Bra09 \l 1043 ].

(11)

In bijna de helft van de Algerijnse huishoudens is de eerste kennismaking met de Franse taal thuis. [ CITATION Fir12 \l 1043 ]. De taal die wordt gebruikt in het onderwijs is het Frans. Dit houdt in dat de Franse taal onlosmakelijk geassocieerd is met de overdracht van kennis. Dit verklaart de hoge status van het Frans in het land. Het leren van het Frans is een groot deel van de intellectuele vorming van individuen. Het grote aantal Franstalige literaire werken geschreven door Algerijnen laat zien dat de Franse taal nog altijd gebruikt wordt ter

uitdrukking van de Algerijnse cultuur. Het Frans wordt daarnaast ook beschouwd als de taal van de wetenschap en de technologie. Men kan hieruit afleiden dat de taal wordt gezien als een intermediair tussen Algerije en de “moderne Westerse wereld”:

“En ce sens, le pays ne pourrait, selon les enquêtés, accéder à ces deux domaines que si les Algériens s’intéressaient davantage aux langues étrangères en général et au français en particulier.” [CITATION Ima15 \l 1043 ]

De meest gewaardeerde literaire werken in Algerije zijn voornamelijk geschreven door (Frans-)Algerijnen in het Frans. Gedurende de eerste nationale oproeren en tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog, werd het Frans een bruikbaar gereedschap in de handen van creatieve auteurs die het gebruikten om hun stem wereldwijd te laten horen. Verschillende schrijvers zoals Mouloud Feraoun, Mouloud Mammeri, Mohammed Dib, Jean Amrouche, Kateb Yacine en Assia Djebar hebben een aanzienlijk impact gehad op de Franse literaire scène. Met hun werk slaagden zij er niet alleen in om wereldwijd informatie over te brengen over de politieke situatie van Algerije, maar waren zij ook een inspiratie voor toekomstige generaties van auteurs. Waciny Lârej, een gereputeerde auteur van Arabische fictie, prijst de Franstalige literatuur van Algerije. Volgens hem was zelfs Réda Houhou, die

verantwoordelijk was voor het ontstaan van de Arabische roman in Algerije, beïnvloed door de Franstalige werken van zijn landgenoten [ CITATION Abu00 \l 1043 ].

Dit is tegenstrijdig met het huidige sentiment van arabisering dat er tegenwoordig bestaat in Algerije. Arabisch was voor de bevrijding wettelijk ingesteld als onderwijstaal. Na de onafhankelijkheidsverklaring zijn er meerdere bewegingen geweest om het land te

‘arabiseren’, dit door bijvoorbeeld de taal te doceren en het nieuws in het Arabisch te

presenteren. Dit is niettemin niet volledig effectief geweest. Het Arabisch kent namelijk vele verschillende vormen en de taal die Algerije als voertaal wil is het ‘klassieke Arabisch’. Dit is een taal die door heel weinig mensen wordt beheerst, niet alleen in Algerije maar wereldwijd.

(12)

Er worden merendeels dialecten van het Arabisch gesproken en dit geldt ook voor Algerije. Daarnaast zijn er ook het Tamazight en het Kabyle (Berbers dialecten). Zowel het Arabisch als het Berbers hebben een eigen schrift. Dit zou een eventuele redenering kunnen zijn

waarom niet-Franstalige werken minder erkenning krijgen in de literaire wereld. De status van de Franse taal in Algerije blijft echter tweeslachtig. De taal wordt namelijk administratief gezien als een buitenlandse taal, dit terwijl er wel gebruik van wordt gemaakt voor onder andere de communicatie in belangrijke arbeidssectoren. De Franse taal drukt formaliteit uit, zonder het zijn van de officiële taal. Het Frans is de taal van de overdracht van kennis, zonder het zijn van de onderwijstaal: “Sans être la langue identitaire, elle continue à façonner

l’imaginaire culturel collectif de différentes formes et par différents canaux.” [ CITATION Bel09 \l 1043 ]

Kortom, het Algerije van vandaag bestaat niet zonder de Franse taal. Het Frans is niet alleen een gesproken taal in het land, de taal representeert ook het politiek verleden, de cultuur en de identiteit van Algerije. De Algerijnen beschouwen het Frans niet als een vreemde taal, het Frans is een deel van hen en hun manier van (onderlinge) communicatie. Het feit dat Algerije gedurende meer dan een eeuw Frans grondgebied was, verklaart waarom Algerijnen het Frans beschouwen als ‘hun’ taal.

1.3 De auteur

Mehdi Charef (1952 –) is een schrijver geboren vlak voor het uitbreken van de Algerijnse

Onafhankelijkheidsoorlog. Hij is een Algerijn die op zijn tiende is geëmigreerd naar

Frankrijk. Hij heeft de oorlog dus meegemaakt maar wel op zeer jonge leeftijd. Zijn roman Le

thé au harem d’Archi Ahmed is geïnspireerd door zijn eigen leven. Net zoals de protagonist

kwam Charef op latere leeftijd in Frankrijk terecht, waar hij woonde in een van de

achterstandswijken in Parijs. Voordat hij schrijver werd heeft hij in een fabriek gewerkt. Hij begon later een carrière als regisseur die begon dankzij Costa-Gavras. Costa-Gavras verzocht Charef om een van zijn romans te verfilmen. Charef is verder gegaan met het behandelen van serieuze onderwerpen in zijn werk. Zo schrijft hij in 1988 Camomille, waarin de

hoofdpersoon een drugsverslaafde is die worstelt om te herstellen. Zijn roman Au pays des

(13)

verhaal dat dient als hommage aan de vrouwen in zijn land van herkomst [CITATION myh \y \l 1043 ].

Het is zijn echter zijn roman Le thé au harem d’Archi Ahmed die in dit onderzoek van belang is. Het is namelijk een van de eerste werken die de literaire “beur” beweging is

begonnen. Dit is een literaire stroming die zich karakteriseert door romans geschreven door Franse auteurs van Noord-Afrikaanse afkomst. De onderwerpen die aan bod komen zijn met name de tweestrijd tussen het land van herkomst (van hen of die van hun ouders) en het land waarin zij leven. Voor het eerst worden dan ook personages tot leven gebracht die een sociale minderheid representeren [ CITATION Bon04 \l 1043 ]. De lezers komen iets te weten over het sentiment dat deze personages hebben; zij behoren noch tot de Noord-Afrikaanse, noch tot de Franse cultuur:

“Zij [Malika] gaat de kamer uit en Madjid gaat weer languit op bed liggen, beseffend dat hij al lang geen Arabier meer is, maar ook geen Fransman. Hij is de zoon van immigranten, ingeklemd tussen twee culturen, twee geschiedenissen, twee talen, twee huidskleuren, niet blank en niet zwart, en hij moet zijn eigen wortels en zijn eigen banden ontdekken en vestigen.” [CITATION van86 \p 9 \t \l 1043 ]

Het racisme, het intergenerationele trauma en hun gesproken taal wordt weergegeven door middel van deze verhalen, geschreven door en voor de (verschillende generaties van)

migranten. De jongerentaal is dus een cruciaal element voor de verhaallijn van deze literaire werken. In het Frans is er sprake van een speciaal soort ‘straattaal’ waarbij jongeren op creatieve wijze nieuwe woorden creëren. Deze artificiële taal wordt gemaakt en gesproken zowel om ludieke als praktische redenen. Aangezien het Algerijns rijker is aan klanken dan het Frans, kan hiermee gespeeld worden. De jongeren met een Algerijnse achtergrond kunnen klanken maken die hun Franse leeftijdsgenoten niet kunnen. Dit aspect zorgt ervoor dat deze jongeren trots zijn op hun beheersing van het Algerijns in plaats van zich hiervoor te

schamen. Sterker nog, de jongeren die geen dergelijke achtergrond hebben, proberen hen na te doen. In de roman is dit terug te zien doordat Malika (de moeder van de hoofdpersoon, eerstegeneratie-immigrant) haar buurvrouw “Chosette” noemt in plaats van “Josette”. Zij doet dit uiteraard niet opzettelijk, zij heeft slechts moeite met de uitspraak. Pat gebruikt een

soortgelijke klank op pagina 72 waar hij zegt: “Ch’est quoi”. Pat is een Frans personage wiens ouders niet zijn geïmmigreerd uit Noord-Afrika. Hij is dus heel goed in staat om “C’est quoi” te zeggen, zoals het hoort. Desondanks doet hij dit niet omdat zijn manier van praten hem prestige geeft onder zijn leeftijdsgenoten. In dit opzicht maakt het Algerijns de jongeren

(14)

‘relevant’ in plaats van dat hun taal tegen hen wordt gebruikt. Door het argot te spreken identificeer je jezelf als deel van de jongeren en tegelijkertijd kun je dingen bespreken zonder dat de ouderen je begrijpen. Dit contrast tussen de jongeren en ouderen is iets wat steeds vaker terugkomt in deze roman en dit element is ook iets wat ik uitgebreid zal behandelen in de volgende hoofdstukken. Veel woorden van het argot komen uit het darija, omdat dit een van de talen is van betreffende sociale groep. Het is dus ook niet verrassend dat Charef enkele woorden uit het darija gebruikt in zijn roman. Vaak zijn deze woorden onvertaalbaar vanwege hun culturele specificatie, dat is iets wat ik zal behandelen in het volgend hoofdstuk. Een interessant feit is dat deze roman het enige werk is van Charef dat is vertaald naar het Nederlands.

Aangezien Charef auteur is geworden in Frankrijk, heeft hij zichzelf nooit moeten censureren. In tegenstelling tot zijn collega’s die in Algerije zijn gebleven, net zoals Tahar Djaout. Tahar Djaout, geboren in 1954, is vermoord door een extremistische partij vanwege zijn politieke opinies. Dit bewijst opnieuw dat literatuur een belangrijke invloed heeft gehad op het politiek systeem en op de mentaliteit van de bevolking.

(15)

2. Deelvraag 1: Hoe worden de cultuurspecifieke woorden en/of elementen vertaald?

2.1 De kaft

Een van de aspecten die ik voor deze analyse nauwkeurig heb onderzocht is de vertaling van de cultuurspecifieke elementen. De kaft is een onderdeel van de paratekst van een literair werk. Volgens de definitie van Genette wordt met de ‘paratekst’ de aspecten van een

gepubliceerde tekst bedoeld, die de tekst presenteren of zelfs opleggen aan het publiek. Deze term wordt dus breed gebruikt om te verwijzen naar alle paratekstuele functies en met name naar hun paratekstueel effect [ CITATION Rob87 \l 1043 ]. In het geval van mijn onderzoek gaat het over een roman die de Franse en Algerijnse cultuur beschrijft. Daarnaast wordt het werk vertaald in een taal die onderdeel vormt van een andere cultuur (Nederlands), wat inhoudt dat voor dit onderzoek maar liefst drie culturen aan bod komen. In dit hoofdstuk wordt er gekeken naar hoe deze genoemde culturen samenkomen in de Nederlandse vertaling. De kaft is een voorbeeld van deze culturele elementen. Het is interessant om te bestuderen hoe de kaft is ‘vertaald’ samen met het verhaal omdat het doelpubliek verschilt, dus ook de manier waarop er interesse wordt gewekt bij de potentiële lezer. In dit specifieke geval is de kaft van de originele roman zeer minimalistisch. De boekomslag heeft een turquoise-achtige tint met daarop in het klein verwerkt het symbool van een Gallische helm. De kaft van de vertaling is relatief opvallend. De boekomslag is gebroken wit met daarop afgebeeld een typisch Moorse toegangspoort waarin je het Parijse panorama kunt zien.

(16)

Beide kaften representeren de cultuur van het doelpubliek. Het is gebruikelijk voor Franse literaire werken om een simplistisch boekomslag te hebben. Vaak bestaat de kaft dan ook enkel uit een soortgelijke kleur zoals hierboven afgebeeld met verder alleen informatie over de roman, zoals de titel en de auteur. In het geval van de roman in kwestie is er ook subtiel een logo afgebeeld dat typerend is voor de Franse cultuur. De Gallische helm werd gedragen door de historische bevolking van het huidige Frankrijk. Deze specifieke helm waaraan vleugels zijn bevestigd, is vooral bekend door de stripfiguur Asterix. Alhoewel de roman dus geen opzichtige kaft heeft, wordt er op subtiele wijze gerefereerd aan het cultureel erfgoed van Frankrijk. Het is echter van belang om te vermelden dat dit het logo is van de uitgeverij. Het is dus niet de kaft op zich die deze specifieke helm afbeeldt. Tegelijkertijd is het wel relevant op maatschappelijk niveau (omtrent het debat van identiteit) om op te merken dat een gereputeerde Franse uitgeverij Mercure de France, een werk publiceert van een

Frans-Algerijnse auteur.

De kaft van de vertaling is interessant omdat de tekenaar op relatief expliciete wijze heeft geprobeerd om de twee culturen van het verhaal te vermengen in een plaatje. Het ‘raam’ waar het uitzicht van te zien is, is typerend voor de Moorse architectuur. De Moren hebben deze architectuur meegebracht naar Noord-Afrika. Zulke toegangspoorten en ramen zijn dus heel gebruikelijk voor de Algerijnse cultuur. Door het raam is Parijs te zien en dit wordt onder andere duidelijk gemaakt door de verschijning van de karakteristieke Hausmann huizen en de Eiffeltoren. Op deze manier heeft de tekenaar de Algerijnse en ‘Parijse’ cultuur met elkaar samengevoegd. Daarnaast is het ook een accurate afbeelding omdat Parijs wordt gezien door het Arabische kader. Dit representeert het verhaal zeer goed omdat het hoofdpersonage

(17)

worstelt met het feit dat hij tussen deze twee werelden in zit en hij bekijkt Parijs door zijn ‘Arabische lens’. Het is weliswaar gebruikelijk voor Franse literatuur om illustratieloze boekomslagen te hebben, deze roman is daar dus geen uitzondering op. Dit neemt niet weg dat de boekomslag van de vertaling de inhoud van het verhaal beter weergeeft, vergeleken met die van de originele roman. De kaft van het origineel drukt enkel het Franse element uit door middel van het genoemde symbool, omdat het een (Franstalig) boek is gepubliceerd door een Franse uitgever. Men zou om bovenstaande redenen kunnen beargumenteren dat het ironisch is dat de kaft van de vertaling beter het verhaal representeert dan die van het origineel. Overigens is het niet gebruikelijk om deze specifieke kleur te gebruiken voor een boekomslag in de Franse literatuur. Vaak wordt er gebruik gemaakt van een neutrale witte kleur. Het feit dat de kaft van deze roman afwijkt van de norm heeft ook een semiotische betekenis. De gebruikte kleur wordt binnen de islamitische cultuur beschouwd als

representatief voor de Islam. Groen wordt gezien als een heilige kleur binnen de Islam omdat deze is verbonden met de profeet Mohammed. Groen en goud zijn samen de kleuren van het paradijs. Met andere woorden, de kleur groen wordt hooggewaardeerd binnen de islamitische cultuur. Daarentegen wordt in de Franse cultuur de kleur groen gebruikt als verpakking voor producten die vaak niet gewaardeerd worden[CITATION lie \y \l 1043 ].

Deze twee tegenstrijdige culturele connotaties zorgen voor een pertinente symboliek. Het boek gaat over een personage met een Arabisch-islamitische achtergrond die niet

gewaardeerd lijkt te worden in de Franse cultuur. Wat wordt gewaardeerd binnen de

islamitische cultuur, daar wordt op neergekeken binnen de Franse cultuur: “Daar stond Malika nu, gesluierd en wel, verloren tussen twee culturen. (…) Speciaal voor de reis had ze een nieuwe haik gekocht. Het is haar mooiste kleed, maar ze ziet tot haar teleurstelling dat de vrouwen er hier [Frankrijk] geen dragen.” [CITATION van86 \p 76 \t \l 1043 ]

2.2 Realia en heterolingualisme

Een andere component van de vertaling die ik heb bestudeerd voor deze analyse is het gebruik van realia. Realia zijn onder te verdelen in verschillende categorieën, maar het zijn altijd termen of uitdrukkingen die een sterke culturele connotatie hebben waardoor deze vaak onvertaalbaar worden geacht. Nedergaard-Larsen heeft deze realia onderverdeeld in vier hoofdcategorieën: geografische realia, historische realia, maatschappelijke realia en culturele realia [ CITATION Lep11 \l 1043 ]. Arthur Langeveld benoemt ook etenswaren als een

(18)

voorbeeld van realia, dit komt ook in deze roman terug. Bovendien is er tevens sprake van een reale wanneer een concept wel voorkomt in de doelcultuur, maar er hier geen concrete

benaming voor bestaat [ CITATION Lan86 \l 1043 ]. Er zijn verschillende manieren waarop realia vertaald kunnen worden. Vertaalwetenschappers verschillen nog altijd van mening wat de juiste manier van het vertalen van realia is. Zo categoriseren de vertaalwetenschappers Vlakhov en Florín zes procedures die kunnen worden gebruikt bij het vertalen van realia:

1. Transcriptie 2. Calque

3. Creëren van een nieuw woord 4. Assimilatie

5. Benaderende vertaling 6. Beschrijvende vertaling

Newmark is van mening dat men gebruik moet maken van leenvertalingen (of calque),

transferences, culturele equivalenties, neutralisatie, letterlijke vertaling, erkende vertaling,

naturalisatie, toevoeging, omissie, etc. Het model van Hervey en Higgins geeft een vierdelige classificering voor cultuurspecifieke componenten: exotisering (vervreemding), calque, culturele ontlening en als laatst communicatieve vertaling (en culturele transplantatie). Realia schetsen onder andere de communicatieve situatie en creëren bepaalde verwachtingen bij het doelpubliek [CITATION Cóm14 \p 73 \l 1043 ].

Naast de kaft zijn natuurlijk ook inhoudelijke culturele elementen relevant voor deze analyse. Een concept in de vertaalwetenschap dat ik hier verder zal behandelen is

heterolingualisme. Hetero- of multilingualisme wordt zelden gezien als een vorm van vertaling. Het gaat hier om het gebruik van twee of meerdere talen binnen een en dezelfde tekst. Voor het vertalen van dit fenomeen wordt er geacht de vreemde taal in de brontekst te vervangen door een derde taal. Dit is een vertaalprobleem op zich omdat literatuur vandaag de dag wordt vertaald met een eentalig doelpubliek voor ogen, waardoor de tweetalige

competentie enkel wordt toegekend aan de vertaler(s). Het gaat hier overigens om een cultuurspecifiek vertaalprobleem omdat het binnen heterolingualisme niet gaat om het overdragen van informatie die niet beschikbaar is in de andere taal. Men heeft de voorkeur voor het gebruik van zijn ‘eigen taal’ om nadruk te leggen op bepaalde kenmerken

[CITATION Gru09 \p 182-185 \l 1043 ]. Daar komt ook bij kijken dat vertalingen van

(19)

identiteit. De disproportionele machtsverhoudingen van voormalige kolonie en moederland komen op verschillende manieren terug in de literatuur en in de vertalingen [ CITATION Ban10 \l 1043 ]. Het gebruik maken van de ‘eigen taal’ kan in sommige gevallen dus ook een (on)bewuste keuze zijn om de eigenheid van de betreffende cultuur te waarborgen. Volgens Sherry Simon kunnen vertalingen enkel worden geclassificeerd als hybride wanneer de vertaling duidelijk de aandacht vestigt op het feit dat zij een product is van twee verschillende betekenissystemen [ CITATION Sim11 \l 1043 ]. In hetzelfde artikel wordt er gerefereerd aan

métissage, wat een speciale Franse literaire stroming is waarbij hybriditeit een sleutelelement

is. Een van de bekendste literaire genres binnen deze stroming is de beur-literatuur. In hoofdstuk 3 ga ik hier dieper op in.

Een combinatie van deze elementen – realia en heterolingualisme – is het woord ‘oualou’ gebruikt in de originele roman. Dit woord wordt gebruikt in de roman zonder

aanhalingstekens of door het cursief weer te geven. Dit houdt in dat de impliciete lezer dit woord beschouwt als een deel van de lopende Franse tekst ondanks dat deze specifieke term geen deel is van de Franse taal. Het begrip komt uit het darija en het betekent letterlijk “niks”. Deze Arabische term is ‘ingeburgerd’ in de Franse (straat)taal [ CITATION Dic19 \l 1043 ]. Tegenwoordig wordt het begrip ook in de Nederlandse straattaal gebruikt waarbij het woord ook enigszins “geen” kan betekenen in een bepaalde context, met name wanneer het wordt geplaatst voor een zelfstandig naamwoord. Ik zeg hier enigszins omdat het Nederlandse ‘niks’ geen equivalente nadruk heeft als de Arabische term. Het woord komt voor in het

Nederlandse straatwoordenboek [CITATION str \y \l 1043 ]. Echter is het wel van belang om op te merken dat hier de orthografie is aangepast aan de Nederlandse taal. Oualou wordt geconverteerd naar walou in het Nederlands zodat de correcte uitspraak behouden blijft. Dit is relevant omdat de auteur niet heeft gekozen voor het aanpassen van orthografie voor het vertalen van realia als leenwoorden. Expliciete voorbeelden worden later in dit hoofdstuk aangegeven.

Doordat het woord onder andere wordt gebruikt in Nederlandstalige rap zijn jongeren zonder een Arabischtalige achtergrond ook bekend met de betekenis. Het is zelfs vermeld in de titelsong ‘Walou Crisis’, een Nederlandstalig rapnummer bekend onder de jongeren. Toch is de vertaling gepubliceerd in 1986 en het (jonge) Nederlandse publiek was nog niet

vertrouwd met deze term. Van den Brink heeft er daarom ook voor gekozen om de term te omschrijven. Hiermee wordt bedoeld dat de term wordt vertaald als het bedoelde uitgedrukte sentiment. Dit verschilt dus per passage. Zo wordt de term bijvoorbeeld vertaald met een hele

(20)

zin “Nou, vergeet het maar!” op pagina 41, terwijl het origineel enkel bestond uit een woord namelijk “Oualou!”. Dit enkele woord wordt in het Nederlands dus vertaald met een hele zin, dit omdat er in het Nederlands geen equivalent bestaat dat de vertaalde zin uitdrukt in één woord. Elders wordt oualou weer anders vertaald: “Et pour la sauter, Anita, oualou!”

[CITATION Cha83 \p 25 \t \l 1043 ], wordt vertaald met “Maar wippen met Anita, ho maar!” [CITATION van86 \p 17 \t \l 1043 ] Hier zien we een vertaling die dichterbij de spreektaal komt dan het vorige voorbeeld. Het is interessant om te concluderen dat er verschillende vertalingen worden gebruikt voor dezelfde term. Dit zou eventueel gedaan zijn om storende herhalingen te voorkomen en om het verhaal vloeiender te laten verlopen. Het blijft echter opmerkelijk dat het tweede voorbeeld relatief dichtbij het origineel komt vanwege het gebruik van een term die in geschreven taal niet zeer gebruikelijk is. In het eerste voorbeeld bestaat er een grotere verandering wat betreft het register. In beide voorbeelden van de vertaling gaat het heterolingualistische aspect namelijk volledig verloren en daarbij ook een sleutelelement van de roman. Daarnaast bestaat er een zekere verschuiving van register doordat er in het

Nederlands gebruikt wordt gemaakt van spreektaal, standaardtaal. In het Franse origineel is hier echter geen sprake van want de gebruikte term is meer straattaal. Meer informatie over dergelijke effecten gecreëerd door de vertaling wordt gegeven in hoofdstuk 2.3.3.

Een ander woord dat ook stamt van het Arabisch is chorba. Dit woord wordt wel cursief afgedrukt in het origineel en dit blijft onvertaald in het Nederlands. De hoofdreden hiervoor is hoogstwaarschijnlijk het feit dat hier sprake is van een erkend leenwoord. Chorba staat namelijk in het Franse woordenboek maar oualou niet [ CITATION Lar19 \l 1043 ]. In het Franse werk wordt er duidelijk gemaakt dat het gaat om een typisch Algerijns gerecht dat geen benaming kent in het Frans. Omdat er in het Frans al een beschrijving wordt gegeven van het gerecht, hoeft de vertaler deze niet toe te voegen in het Nederlands. Wat

vermeldenswaardig is, is de manier waarop het leenwoord is geschreven in het Nederlands. Chorba refereert aan een Berbers/Arabisch gerecht en deze twee talen kennen elk hun eigen schrift. De reden dat het woord zodanig wordt opgeschreven in de originele roman is omdat het fonetisch overeenkomt met de Arabische term. Het is dus niet zozeer de correcte

Nederlandse spelling van het woord. Dit is merkwaardig omdat de geschreven klank ch anders wordt uitgesproken in het Frans dan in het Nederlands. De combinatie van de letters ‘ch’ wordt in het Nederlands zowel herkend als ‘g’ als de bedoelde ‘š’ (sj, ʃ), zodoende had de vertaler dit ook kunnen verduidelijken door de spelling in zijn vertaling naar sjorba aan te passen. De vertaler heeft hier niet voor gekozen en aangezien het gaat om een leenwoord,

(21)

blijft de juiste uitspraak mogelijk dubieus voor de Nederlandse lezer die niet bekend is met het omschreven concept. Overigens zijn er ook andere (leen)woorden die telkens anders worden vertaald. In het volgende fragment komen er een paar voor:

“Il y a du rassoul, du vrai khôl, du souak (c’est de l’écorce de châtaignier, châtaigne ovale, et non ronde), ce souak que les femmes, après leur bain, mâchent pour s’embellir les gencives, qui prennent alors une couleur hennéique, et il blanchit les dents. Il y a de la

chhiba, petite plante gris-vert qu’on trempe aussi dans le thé.” [CITATION Cha83 \p

128 \t \l 1043 ]

Dit fragment is als volgt vertaald:

“Er is ook rassoul, echte kohl, en souak (dat is de schors van de kastanjeboom, die van de ovale kastanjes, niet van de ronde). Het is de souak waar de vrouwen na hun bad op kauwen om mooi tandvlees te krijgen, dat dan een henna-achtige kleur krijgt en dat de tanden witter maakt. Er is ook chhiba, een klein grijsgroen plantje dat je ook in de thee kan dompelen.” [CITATION van86 \p 87 \t \l 1043 ]

Er zijn een aantal zaken die men kan constateren naar aanleiding van bovenstaande passages. Allereerst zijn de woorden “rassoul”, “khôl” en “souak” niet cursief, in tegenstelling tot de Nederlandse vertaling. De vertaler heeft de woorden cursief gemaakt om de lezer te

informeren dat het gaat om een niet-Nederlandstalig concept. Het feit dat de woorden in de lopende tekst staan van de originele roman, toont aan dat het Franse publiek relatief bekend is met deze woorden. ‘Rassoul’ staat zelfs in het Franse woordenboek en dit wordt vertaald in het Nederlands als “soort Maghrebijnse klei waarmee huid en haar gereinigd worden” [CITATION Van19 \l 1043 ], met een omschrijving dus en niet met een Nederlandse term. ‘Souak’ staat niet in het woordenboek en dit zou de korte omschrijving kunnen verklaren, gegeven zowel in de bron- als doeltekst. Desalniettemin heeft de vertaler de term cursief weergegeven in tegenstelling tot de auteur, wat een zekere distantiëring als gevolg heeft.

Daarnaast is het woord ‘khôl’ wel vertaald, namelijk met het Nederlandse equivalent ‘kohl’. Dit is merkwaardig aangezien ‘kohl’ in het Nederlandse woordenboek voorkomt [ CITATION Van19 \l 1043 ] en dus wordt erkend als een Nederlands woord. Daarentegen wordt de term wel cursief afgedrukt. Wat ook interessant is, is dat er hier wel sprake is van een wijziging in de spelling, in tegenstelling tot ‘chorba’; opdat het Nederlandse publiek de term sneller herkent. Zowel de term ‘kohl’ als ‘chorba’ staan tegenwoordig in het Nederlands

(22)

woordenboek, echter is de eerste wel geadapteerd en is de tweede letterlijk uit het Frans overgenomen als leenwoord. Het enige woord dat wel cursief wordt geschreven door de auteur is de term ‘chhiba’, deze term kent noch een Franstalig noch een Nederlandstalig equivalent. Betreffende term wordt dus in beide teksten ook omschreven om de lezer te informeren over de betekenis. Interessant om te vermelden is het feit dat het woord ‘chorba’ en ‘shhiba’ dezelfde š-klank hebben, maar dat deze woorden zowel in de bron- als de doeltaal anders worden geschreven. Nog een relevante constatering is dat deze term zowel in de bron- als in de doeltekst cursief wordt gegeven, anders dan ‘souak, dat ook geen erkende term is in beide talen. Het feit dat ‘souak’ toch niet cursief wordt geschreven door de auteur maar wel wordt omschreven geeft aan dat het Franstalig publiek de term zou kunnen herkennen maar dat deze niet universeel bekend is onder hen. De vertaler heeft ervoor gekozen om zowel ‘souak’ als ‘chhiba’ letterlijk over te nemen als leenwoord en dit te verduidelijken door beide benamingen cursief weer te geven, omdat het Nederlandse publiek beide concepten niet zou herkennen als “eigen”.

Een ander cultureel element dat voorkomt in de roman is het gebruik van de term

gendarmes. Aan het eind worden de personages aangehouden door de gendarmes voor het

stelen van een auto. In het Nederlands wordt dit vertaald naar ‘politie’: “’Verdomme, de politie!’”.[CITATION van86 \p 123 \t \l 1043 ] Terwijl “Une Estafette de la gendarmerie” wel wordt vertaald met “een busje van de rijkspolitie”. De vertaling ‘politie’ is namelijk niet volledig equivalent, omdat het hier gaat om de rijkspolitie, een instantie van de overheid die meer bevoegdheid heeft dan hun collega’s de politieagenten. Het is gebruikelijk in Frankrijk om deze rijkspolitie op straat te zien, in tegenstelling tot in Nederland. Er is in de zin sprake van een inconsistentie in de vertaling, vanwege de twee verschillende manieren om dezelfde term aan te duiden. Deze inconsistentie valt echter te verklaren door het feit dat de eerste vermelding een uitspraak is van een van de personages. Door deze uitspraak letterlijk te vertalen zou dit de lezer opvallen, aangezien het ongebruikelijk is voor jongeren om dit in het Nederlands te zeggen. In dit voorbeeld is er sprake van een domesticering omdat de vertaler de tekst naar de lezer brengt in plaats van andersom. Dit houdt in dat de tekst wordt

genaturaliseerd voor de Nederlandse lezer. Het Nederlandstalig doelpubliek hoeft hierdoor minder moeite te doen om deze specifieke term te begrijpen.

Wat men hieruit kan afleiden, is dat de vertaler de Arabische realia vertaalt als leenwoorden. Hij neemt de gebruikte termen letterlijk over met dus een ongewijzigde orthografie. Dit is interessant omdat dit een voorbeeld is van exotiserend vertalen. Het gaat

(23)

hier om het ‘vervreemd’ vertalen waarbij de vertaling dichterbij de bron- dan de doelcultuur staat. De lezer moet dus naar verhouding meer moeite doen om de voorkomende concepten te begrijpen. Desalniettemin kan er niet worden uitgesloten dat de vertaling algeheel exotiserend is. Er zijn wel degelijk domesticerende vertaalelementen terug te vinden in de tekst. De vertaling van het Franse reale gendarmes is hier een voorbeeld van. De vertaler kiest ervoor om betreffende reale te vertalen met een concept dat gebruikelijker is voor het doelpubliek, namelijk de politie. Echter is Van den Brink niet consistent met deze vertaling omdat hij verder in de tekst wel kiest voor ‘rijkspolitie’, wat relatief dichtbij het Franse reale komt. In alle genoemde voorbeelden wordt de leeservaring van het Nederlandse doelpubliek

vooropgesteld. Meer voorbeelden van domesticerende vertaalelementen die terugkomen in de Nederlandse tekst, worden toegelicht in het volgende hoofdstuk over taalspecifieke

elementen.

2.3.1 Verschuiving van humor

Een vertaling is in principe een verschuiving. Er wordt tenslotte een identiek verhaal verteld in een andere taal. Zo bestaan er ook nauwkeurige vormen van verschuivingen binnen de tekst zelf. Een van deze verschuivingen is de manier waarop humor wordt gebruikt. Humor is nauw verbonden met lachen, maar lachen is menseigen en dit geldt niet voor humor. Dit komt omdat humor, in tegenstelling tot lachen, een ontwikkelde menselijke geest vereist die kan denken in symbolen. Kortom, voor het begrijpen van humor moet men inzicht hebben, verrast worden en verwijderd worden van onzekerheid wat betreft componenten die van cruciaal belang zijn. Al deze elementen die worden toegekend aan humor, worden voor en door de mens uitgedrukt in symbolen [CITATION Van10 \p 147-152 \t \l 1043 ]. Vertalingen van bepaalde woorden of grappen kunnen ook cultureel verbonden zijn. Humor kan een vorm van inclusiviteit creëren door middel van “superieure” grappen waarbij men iets of iemand als een collectieve groep belachelijk maakt om zelf beter voor de dag te komen. Deze lachwekkende herinnering van Madjid is hier een voorbeeld van:

“Ce qu’il y a au-dessus du trou, là (il montrait aux copains), comme les oreilles d’un éléphant, c’est le clitoris. Madjid riait. Qu’est-ce qui te fait marrer ! demanda Pat, outré qu’on se moque de son savoir. C’est pas de ce que tu dis que je rigole. Ah ! ah ! C’est le coup de l’éléphant. Tu te souviens à l’école, quand l’instit t’avait demandé le

(24)

nom d’un animal commençant par la lettre N, t’as répondu un ours. Ah ! ah !” [CITATION Cha83 \p 79 \t \l 1043 ]

Deze grap is zowel taal- als cultuurspecifiek. Er wordt namelijk verwezen naar een bekend concept in Frankrijk, het feit dat Franstalige kinderen geen onderscheid kunnen maken tussen

liaisons en de correcte uitspraak van een zelfstandig naamwoord. Het is gebruikelijk dat

Franstalige kinderen dezelfde vergissing maken als hierboven aangegeven, wanneer ze beginnen met leren lezen en schrijven. Deze passage is niet alleen taalspecifiek, maar ook cultuurspecifiek omdat het gaat om een misperceptie die cultureel kenmerkend is voor het Franstalige publiek. De vertaler heeft de genoemde vergissing vrij letterlijk vertaald:

“’Wat je daar boven het gat ziet, hier (hij wees het aan voor zijn vriendjes), als d oren van een olifant, dat is de clitoris.’ Madjid schoot in de lach. ‘Waar lach je om?’ vroeg Pat, die in zijn wiek geschoten was omdat de spot werd gedreven met zijn kennis. ‘Ik lach niet om wat je zegt. Ha, ha! Maar alleen om dat voorbeeld van die olifant. Weet je nog op school, toen de meester je vroeg om de naam van een dier te noemen die begint met de letter N en dat je toen zei: ‘nolifant. Ha! ha! Wat heb je toen een lel

gekregen!’” [CITATION van86 \p 53 \t \l 1043 ]

Het Nederlandse onbepaalde lidwoord eindigt op dezelfde letter als het Franse equivalent. De vertaler heeft hier gebruik van gemaakt en om het misverstand duidelijk te maken voor de lezer heeft hij ervoor gekozen om het lidwoord in te korten. Er is hier geen sprake van in het Frans omdat de Franstalige lezer de onderliggende humor van betreffende passage gelijk zal herkennen. In het Frans zou een verkorting van het lidwoord dus geen zin hebben, terwijl deze verkorting juist van essentieel belang is om de humor over te brengen in het Nederlands. De vertaler heeft er bovendien voor gekozen om het dier te wijzigen van een beer naar een olifant, omdat die woordspeling beter klinkt in het Nederlands. Van den Brink heeft geen cultureel equivalent gevonden waardoor de “superioriteit” van deze grap onvertaalbaar is. De superioriteit duidt hier op het feit dat een Franstalig persoon de originele grap humoristisch zal vinden vanwege het gevoel van samenhorigheid, alle Franstaligen kennen het beschreven fenomeen. De vertaler kiest daarom om te spelen met de verwachting van de

lezer[CITATION Van10 \t \l 1043 ]. De Nederlandse lezer zal in eerste instantie ervan uitgaan dat Madjid moet lachen vanwege de uitspraak van Pat. Dit is echter niet zo en in de vertaling wordt er duidelijk gemaakt wat de daadwerkelijke reden is, de onverwachte

(25)

tot een humoristische vertaling. Het bedoelde misverstand gaat dus niet verloren in de vertaling, maar dit geldt wel voor de culturele lading. Er is in die zin sprake van een

verschuiving van humor in de tekst. Madjid wordt namelijk herinnerd aan dit incident doordat Pat dezelfde uitspraak heeft van un éléphant als in bovenstaande vergissing omtrent de beer. Het gaat er hier dus om dat Madjid de uitspraak van ‘een olifant’ linkt met Pats uitspraak van ‘een beer’. Vanwege het taalspecifieke element in deze passage reageert een Nederlandstalig persoon niet met dezelfde vorm van herkenning als een Franstalig iemand. Deze absentie van herkenning zorgt er tegelijkertijd voor dat de grap minder humoristisch is in het Nederlands dan in het origineel.

2.3.2 Verschuiving van ideologie

De tweede soort verschuiving die ik in dit onderzoek analyseer is die van het ideologische karakter. Een vertaling is, net zoals elk andere linguïstische activiteit, gevormd door

machtsverhoudingen en collectieve ideologieën. De term ‘ideologie’ zelf kent vandaag de dag een pejoratieve connotatie. Iets of iemand wordt meestal afgeschreven als ideologisch

wanneer het contrasteert met de zogenaamde “waarheid”. Dit heeft onder andere te maken met de theorie van Karl Marx die ideologie relateert met het hebben van een vertekend beeld van de wereld. Voor dit onderzoek wordt er een relatief neutrale omschrijving toegekend aan ideologie. Ideologie betekent in de context van deze analyse een gedeeld denksysteem dat is gekoppeld aan groepsbelangen bij het nastreven van individuele en collectieve doelstellingen. Dit houdt in dat ideologie bepaalt hoe men de wereld beschouwt, wat men gelooft en wat men weet en komt te weten [ CITATION Bau12 \l 1043 ].

Een voorbeeld van een dergelijke verschuiving in de vertaling is de manier waarop het woord “blanc” is vertaald. In het Nederlands wordt dit aangegeven als “blank”, wat niet letterlijk overeenkomt met het Franse woord dat “wit” betekent:

“Il est fils d’immigrés, paumé entre deux cultures, deux histoires, deux langues, deux couleurs de peau, ni blanc ni noir, à s’inventer ses propres racines, ses attaches, se les fabriquer. ” [CITATION Cha83 \p 14 \t \l 1043 ]

“Hij is de zoon van immigranten, ingeklemd tussen twee culturen, twee geschiedenissen, twee talen, twee huidskleuren, niet blank en niet zwart, en hij moet zijn eigen wortels en zijn eigen banden ontdekken en vestigen.” [CITATION van86 \p 9 \t \l 1043 ]

(26)

De voornaamste reden waarom de vertaler gekozen zou kunnen hebben voor deze vertaling, is omdat het ongebruikelijk was om iemands huidskleur aan te duiden als ‘wit’. Anders dan het Frans, wordt al eeuwenlang de term ‘blank’ gebruikt om witte mensen te omschrijven. Dit heeft echter een bepaalde connotatie die op impliciete wijze institutioneel racisme voortbrengt. De term ‘blank’ contrasteert duidelijk met de term ‘zwart’. Blank heeft namelijk een positieve connotatie vanwege associaties met reinheid. [ CITATION NOS \l 1043 ] Door het woord ‘blank’ te gebruiken, ontstaat er een politieke (post-kolonialistische) ondertoon. Tijdens de Gouden Eeuw waren de slavenhouders ervan overtuigd dat zij superieur waren aan hun donkere medemens vanwege hun huidskleur en dit zou onder andere religieus gemotiveerd zijn. Zij noemden zichzelf blank om hun superioriteit duidelijk te maken. Deze benaming gaf aan dat dat zij ‘blanco’ waren van zonden ofwel rein, in tegenstelling tot de slaven [ CITATION Nzu17 \l 1043 ]. Zij geloofden namelijk dat mensen met een donkere huidskleur er zo uitzagen omdat zij slecht waren, en God hen om deze reden zwart had gemaakt. Vandaag de dag wordt de term ‘blank’ nog steeds gebruikt maar men wordt steeds meer bewust van de problematische benaming. Zo zijn er bijvoorbeeld kranten zoals de Volkskrant die zijn gestopt met het gebruiken van deze term om iemands huidskleur aan te duiden. De vertaling is in 1986 gepubliceerd en men was zich destijds minder bewust van de postkoloniale connotatie die verbonden is met deze term. Nochtans zorgt de betreffende vertaling van het woord voor een ideologische verschuiving die voornamelijk historisch en dus cultureel bepaald is.

2.3.3 Verschuiving van register

Dit laatste deelhoofdstuk wordt besteed aan de verschuiving van het taalregister. In de

vertaling zijn er meerdere voorbeelden te vinden die niet equivalent zijn aan het origineel wat betreft het gebruikte register. Men zou om verschillenden reden kunnen beargumenteren dat de vertaler hier hoogstwaarschijnlijk bewust voor heeft gekozen. In dit hoofdstuk worden enkele voorbeelden geanalyseerd waarbij betreffende verschuiving voorkomt. Verder zal er ook worden uitgelegd wat voor effect de specifieke verschuiving creëert.

In de Franse brontekst komt bijvoorbeeld de term youpi voor op pagina 176 om een vreugdekreet te beschrijven in de vorm van een zelfstandig naamwoord: “À la vue de la barrette, Bengston fit un « youpi » de joie, Thierry applaudit.” [CITATION Cha83 \p 176 \t \l 1043 ] Deze zin is als volgt vertaald: “Bij het zien van de stuff riep Bengston ‘hoera’ van

(27)

plezier en klapte Thierry in zijn handen.” [CITATION van86 \p 119 \t \l 1043 ] Zoals blijkt, heeft de vertaler ervoor gekozen om de betreffende uitlaat te vertalen met de Nederlandse term ‘hoera’. Dit is van belang omdat de Nederlandse vertaling voor youpi in de Van Dale wordt aangegeven als ‘joepie’. Dit terwijl zowel in de Van Dale als in de Larousse de

toegekende betekenis van ‘hoera’ en ‘youpi’ een vreugdekreet is. Het voorbeeld van Eco over imperfecte equivalenties wordt genoemd in een artikel van Vandaele. Het voorbeeld legt uit dat het voor een beleefde Fransman gebruikelijk is om Monsieur tegen een taxichauffeur te zeggen. In New York zou het echter ongebruikelijk zijn om een taxichauffeur aan te spreken met de linguïstische equivalent Sir [CITATION Van10 \t \l 1043 ]. Het is dan ook aan de vertaler om ervoor te zorgen dat zijn vertaling overeenkomt met de culturele context. In dit geval zou een letterlijke vertaling een kinderlijke associatie opwekken bij de lezer. Dit lijkt echter niet door het van Dale-woordenboek te worden bevestigd. Deze (aangenomen) kinderlijkheid wordt niet geïmpliceerd in de brontekst. In deze specifieke context heeft de vertaler dus terecht gekozen om de letterlijke betekenis te vermijden, opdat hij zo goed mogelijk de bijbehorende connotatie in de vertaling verwerkt.

Nog iets wat is aangepast in deze zin is de toevoeging van het Engels in de Nederlandse zin. Van den Brink heeft geprobeerd te expliciteren dat er een ‘ander soort taalgebruik’ wordt gebruikt door de term stuff te verwerken in zijn vertaling. Zoals eerder vermeld in dit

onderzoek, maakt de auteur gebruik van argot om een bepaalde bevolkingsgroep te

representeren. Het is ook al geconstateerd dat er in het Nederlands geen equivalent bestaat en dat dit voor vertaalproblemen heeft gezorgd. Dit geldt ook voor deze specifieke zin, barrette is namelijk een argot-term die wordt gebruikt om een speciale soort cannabis aan te duiden [ CITATION Dic19 \l 1043 ]. Barrette is echter ook een “normale” Franse term, het gaat dus om de gegeven context die duidelijk moet maken dat betreffende term op een bepaalde manier wordt gebruikt. Het is niet ongebruikelijk voor Nederlandse jongeren om Engelse termen te gebruiken als “straattaal”. Om duidelijk te maken aan de lezer dat er niet op ‘normale’ wijze wordt gerefereerd aan de wiet, heeft de vertaler gekozen voor een vorm van heterolingualisme door het Engels te gebruiken. Dit is overigens enigszins een vorm van equivalentie, omdat in de originele roman vaker gebruikt wordt gemaakt van hybriditeit. Het gaat dan met name om Franse zinnen met daarin Arabische woorden verwerkt, zowel door de Noord-Afrikaanse als de andere personages.

Nog een voorbeeld van de vertaler die kiest voor een vorm van heterolingualisme is de volgende passage: “Oké boy, voordat d’r man van zijn werk thuiskomt.” [CITATION

(28)

van86 \p 71 \t \l 1043 ] In deze zin wordt de Engelse term boy gebruikt om duidelijk te maken aan de lezer dat er in de brontaal twee verschillende “vormen van taal” worden gebruikt: “Okay, mec, avant que son Jules rentre du boulot.” [CITATION Cha83 \p 105 \t \l 1043 ] De vertaler heeft dus twee tactieken wat betreft het vertalen van het argot. Hij laat het onvertaald en vertaalt simpelweg naar het Nederlands zonder het toepassen van een

soortgelijk equivalent of hij past heterolingualisme toe om de lezer duidelijk te maken dat er een ‘apart’ soort taalgebruik wordt gesproken door de personages.

Overigens is het bezittelijk voornaamwoord son niet letterlijk vertaald, de vertaler heeft hier gekozen voor een vorm van spreektaal opdat het taalgebruik beter past bij het gecreëerde imago van het personage. Aangezien het Franse bezittelijke voornaamwoord son geen

verkorting kent binnen de spreektaal, heeft de vertaler de vrijheid genomen om dit element te verwerken als spreektaal in zijn vertaling. Het gebruiken van een ander taalregister in de vertaling resulteert in dit geval tot een zekere verschuiving. Nog een interessante constatering wat betreft deze zin is de implicitering gehanteerd door de vertaler. In de originele zin wordt er gesproken over “haar Jules” en dit is vertaald naar het Nederlands als “d’r man”. De vertaler heeft er dus voor gekozen om ‘specifieker’ te vertalen door middel van een hyperoniem. Het hyperoniem bevindt zich in de algemene term “man” wat hier wordt

gebruikt als ‘echtgenoot’, terwijl er in de Franse tekst wordt gesproken over haar Jules dus de specifieke echtgenoot van betreffend personage (Joséphine). Het zou mogelijk zijn geweest om dit element letterlijk te vertalen, maar klaarblijkelijk heeft de vertaler hier niet voor gekozen. De keuze om de naam zodanig te vertalen zou stilistisch verantwoord kunnen zijn, omdat de zin soepeler loopt in het Nederlands door een Franse naam te vermijden.

Het laatste aspect wat ik nog wil benoemen over betreffende zin, is de mogelijke toevoeging van explicitatie door de vertaler. In het Frans wordt de term applaudit gebruikt, wat kan worden vertaald als applaudisseren. Het werkwoord applaudisseren wordt echter gebruikt wanneer het gaat om een vorm van toejuiching, waar in deze omschreven zin geen sprake van is. Het valt te beargumenteren dat als iemand klapt, dit altijd met zijn of haar handen gedaan wordt. Deze expliciete vermelding wordt echter wel gegeven door de vertaler. ‘In de handen klappen’ is overigens een bestaande uitdrukking in het woordenboek, dus het is zeker geen verkeerde Nederlandse uitdrukking maar de term ‘klappen’ wordt ook gebruikt: “de handen tegen elkaar slaan als teken van goedkeuring of bewondering” [CITATION Van19 \l 1043 ]. Alhoewel beide termen worden erkend door het Nederlandse woordenboek, is er in dit geval wel sprake van een vorm van explicitering omdat een kortere vertaling ook

(29)

mogelijk was. Het Nederlandse woordenboek geeft immers aan dat het werkwoord ‘klappen’ reeds aangeeft dat het gaat om handen die tegen elkaar worden geslagen. De explicitatie heeft hier echter ervoor gezorgd dat de zin vloeiender loopt en begrijpelijk is voor de Nederlandse lezer, en omdat de gebruikte uitdrukking ook correct is, heeft de vertaler er goed aan gedaan om hier te kiezen voor de langere vertaling.

Het laatste taalspecifieke element dat ik wil benoemen zijn emotiekreten. De vertaler heeft deze ook moeten gebruiken in de Nederlandse vertaling. Zo wordt de term “sodeju”

bijvoorbeeld gebruikt op pagina 116: “Dur, dis donc, elle a pas de culotte!” [CITATION Cha83 \p 170 \t \l 1043 ] “Sodeju” staat in het woordenboek beschreven als bastaardvloek.

Dis donc daarentegen wordt door de Van Dale niet aangegeven als (bastaard)vloek, het is een

informeel gezegde maar dus niet equivalent aan de originele Franse term. De vertalingen die in de Van Dale worden gegeven voor ‘dis donc’ zijn onder andere ‘verdorie’ of ‘tjonge’ [ CITATION Van19 \l 1043 ]. Deze termen zijn minder vulgair dan een bastaardvloek, dit heeft wederom een effect op het register van de tekst. Deze betreffende uitlaten kunnen linguïstisch worden gecategoriseerd als tussenwerpsels, maar zij hebben verder geen inhoudelijke betekenis. De woorden zijn meer moreel-cultureel verbonden en drukken een bepaald sentiment uit. In dit voorbeeld is er wederom sprake van een domesticering. De vertaler kiest er dus voor om concrete Franse uitingen ‘gepast’ te vertalen. Dit houdt in dat hij in dit geval ervoor kiest voor een relatief ordinair vertaling vergeleken met de originele uitspraak van de auteur. Door dit te doen verandert Van den Brink op subtiele wijze hoe de personages worden neergezet.

(30)

3. Deelvraag 2: Hoe worden de taalspecifieke Franse woorden en/of elementen vertaald?

3.1 Titel

Nu de cultuurspecifieke elementen zijn behandeld in het vorig hoofdstuk, concentreert dit hoofdstuk zich op de taalspecifieke elementen. Hiervoor is allereerst belangrijk om te weten welke elementen die voorkomen in het originele werk van Charef hieronder vallen en daarnaast hoe de vertaler Van den Brink deze elementen heeft vertaald. De titel is gelijk een noemenswaardige vertaalmoeilijkheid waarmee de vertaler werd geconfronteerd. In de originele Franse roman wordt de titel herleid van een woordgrap die kort wordt genoemd in het verhaal. Een leerling moest het volgende op het bord schrijven “Le théorème

d’Archimède” maar om een humoristische reactie uit te lokken schreef hij: “Le thé au harem d’Archi Ahmed”. Hetgeen de leerling uiteindelijk had opgeschreven is dus de titel van de roman en Van den Brink heeft ervoor gekozen om in de Nederlandse vertaling de roman De

wet van Archi Ahmed te noemen. Dit komt uiteraard niet overeen met de letterlijke betekenis

van de originele titel. De titel is om meerdere redenen een vertaalmoeilijkheid. Allereerst wordt de titel herleid vanuit speling met de klanken in de Franse taal. De genoemde leerling schreef het verkeerde op omdat zijn interpretatie van de woorden op fonetische wijze bijna volledig overeenkomt met hetgeen hij had moeten opschrijven, deze homofonie zorgt voor een humoristisch effect. Door het letterlijk te vertalen van de titel naar het Nederlands gaat deze klankspeling verloren en dus ook de beoogde humor. Wat de vertaler echter wel heeft toegevoegd is een vorm van rijm die ontstaat wanneer de lezer de naam ‘Archi Ahmed’ op z’n Nederlands uitspreekt. De vertaler heeft dus wel een klankspeling gecreëerd in zijn vertaling, echter is deze niet equivalent met de brontekst:

“(…) if translators reflect about the various textual functions that puns may perform in a text, they will find ways or techniques to translate them: translation can go from one pun type to another (…), from pun to non-pun, from pun to a rhetorically related device such as repetition, alliteration or rhyme, from comical pun to comical non-pun, etc.”

[CITATION Van11 \t \l 1043 ]

Bovendien is de vergissing van de leerling ook kenmerkend voor de toon die wordt gezet gedurende de gehele verhaallijn. De leerling (er)kent de Griekse geleerde niet en schrijft in plaats daarvan iets op waar hij en zijn medeleerlingen bekend mee zijn. De verandering van

(31)

de naam ‘Archimède’ naar ‘Archi Ahmed’ is in zekere zin een arabisering omdat de leerling meer vertrouwd is met de naam Ahmed en deze dus sneller herkent; dan de in het Frans vertaalde Griekse naam Archimède. Dit aspect blijft wel behouden in de Nederlandse

vertaling omdat hier ook een wijziging plaats vindt van de naam Archimedes in Archi Ahmed. Een ander element uit de titel blijft ook onvertaald en dat is de term ‘Archi’. Volgens het Franse woordenboek [CITATION Lar19 \l 1043 ] is deze term een Grieks prefix dat wordt gebruikt om onder andere “oer” of “uitermate” aan te geven. Het Nederlands kent een soortgelijke betekenis toe aan deze prefix. In het Frans heeft de term ‘Archi Ahmed’ een dubbele lading; men kan uit de naam afleiden dat het om een “oer Ahmed” gaat, of-te-wel een prototype, typische Ahmed. In het Arabisch heeft het woord een andere betekenis. Het woord ‘archi’ is namelijk afgeleid van het werkwoord

ةَو ْشَر

(rašwa) wat omkopen betekent. ‘Archi Ahmed’ geeft dus in het Arabisch aan dat het gaat om een Ahmed die omkoopbaar is, met andere woorden iemand die omkopingen accepteert. Deze omkopingen kunnen worden geïnterpreteerd van het verrichten van iets kleins zoals worden voorgelaten in de rij bij de gemeente tot aan illegale activiteiten.

Dit element sluit goed aan bij het thema van de roman. Er vindt wellicht geen concrete omkoping plaats, maar personages worden wel afgeperst en bestolen wat op zekere wijze onder dezelfde categorie behoort. In het Frans heeft de term ‘Archi Ahmed’ dus wel een betekenis maar men kan beargumenteren dat dit niet de enige juiste interpretatie is van de zin. Franstalige lezers met een Arabischtalige achtergrond zullen meerdere lagen vinden in de titel van de roman. Deze meervoudige betekenis bestaat ook in de Nederlandse vertaling. In het Nederlands is de term ‘archi’ immers ook een prefix met dezelfde betekenis. Deze betekenis valt goed samen te koppelen met de inhoud van het verhaal, aangezien de roman bouwt op zekere stereotyperingen van Arabieren. Echter om de dubbele betekenis te begrijpen heeft men ook kennis van het Arabisch nodig. Dit geldt voor zowel het originele werk als voor de vertaling omdat er in beide versies geen verdere expliciete toelichting wordt gegeven.

Daarnaast betekent de titel in het Nederlands “De thee in de harem van de omgekochte Ahmed” en deze zin geeft twee verdere belangrijke aspecten weer. Allereerst herkent betreffende leerling het woordje “thee” in de term die hij moest opschrijven. Thee is hier symbolisch voor de Noord-Afrikaanse cultuur, het is gebruikelijk voor mensen met een Noord-Afrikaanse komaf om dagelijks thee te drinken en deze wordt op speciale wijze bereid. Het drinken van thee en het benoemen hiervan komt ook meerdere malen voor in de roman. Deze component van de titel bevestigt dus het idee dat de leerling opzettelijk het verkeerde

(32)

heeft opgeschreven omdat hij bekend is met een ander concept dat dezelfde uitspraak kent in het Frans. Het tweede aspect dat wordt genoemd is de harem van de omgekochte Ahmed. Dit is kenmerkend voor de hyperseksualiteit van de personages in de roman. Seks speelt een belangrijke rol in de verhaallijn, van de manier waarop de liefde bedreven wordt tot aan het gebrek aan intimiteit in het seksleven van de personages. Door het seksualiseren van een natuurkundige theorie wordt de mentaliteit van de hoofdpersonages goed weergegeven. De twee hoofdpersonages Madjid en Pat zijn niet zozeer geïnteresseerd in school of het behalen van hun diploma, zij denken meer aan seks en geld op dagelijkse basis; dat is hun manier van overleven van dag tot dag:

“Trouwens, als je werkeloos bent en geen uitkering hebt, kijk je niet zo nauw hoe je aan een boterham en een pakje sigaretten komt. Je leeft bij de dag en je maakt je niet druk over de dag van morgen!” [CITATION van86 \p 67 \t \l 1043 ]

De titel is dus heel krachtig omdat er in een enkele zin verschillende aspecten van het boek samenkomen en de symboliek mooi wordt weergegeven. Al de hierboven genoemde elementen die leiden tot een humoristisch effect gaan dus (deels) verloren in de vertaling voornamelijk vanwege fonologische redenen. De vertaling blijft enigszins humoristisch vanwege de verandering van het Griekse Archimedes naar de Arabische naam (Archi) Ahmed. Echter gaat al het overige wat hierboven is geanalyseerd verloren in de Nederlandse vertaling vanwege taalspecifieke redenen. Het was niet mogelijk voor de vertaler om een Nederlands equivalent te vinden met hetzelfde fonologische effect als de originele versie, waarbij de leerling dus een woordgrap creëert waarin culturele elementen voorkomen die zijn gekoppeld aan taalspecifieke kenmerken. Omdat dit niet mogelijk was voor de vertaler heeft Van den Brink er blijkbaar voor gekozen om de zin ook niet letterlijk te vertalen omdat het originele beoogde effect toch verloren ging in het Nederlands. Hij heeft er daarom voor gekozen om zijn vertaling De wet van Archi Ahmed te noemen, omdat dit beter

correspondeerde met de passage waarbij simpelweg de wet van Archimedes een natuurkundige wet blijft maar deze wordt toegekend aan een andere naam. De titel van Charefs roman komt uit de betreffende passage. Van den Brink heeft er dan ook voor gekozen om zijn vertaling van deze passage te gebruiken als titel voor de vertaalde roman. Bovendien heeft de vertaler rijm toegevoegd in het Nederlands waardoor er toch wordt gespeeld met de klank van de zin. Er is dus geen sprake van equivalentie maar van een zekere vorm van compensatie doordat de vertaler rekening heeft gehouden met de woordspeling.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit de berekeningen blijkt dat bij verlenging van de werkweek een aantal voltijd-werknemers in de collectieve sector bereid is meer uren te gaan werken, maar dat aantal is niet

In deze PBLQatie hanteren we een aanpak die is gebaseerd op de samen- hang tussen de burger en zijn digitale vaardigheden, het beleid dat de overheid voert bij het inrichten van

In haar hoofd vormde zich een beeld van haar ouders – lieve moeder, trotse papa – die de dingen die voor haar belangrijk waren zorgvuldig bewaarden, maar hun meubels en persoonlijke

Belangrijk om op te merken, is, dat die censuur niet altijd destructief hoeft te zijn (waarbij passages geschrapt worden en verantwoordelijken gestraft), maar ook

 Neem de pedelec buiten gebruik en laat deze door een dealer controleren.. Vallen

Het apparaat mag nooit zonder toezicht worden gelaten, zolang de motor in bedrijf is nooit zonder toezicht worden gelaten, zolang de motor in bedrijf is nooit

LET OP voor een mogelijk optredende situatie met materiële schade en/of schade aan het milieu tot gevolg, wanneer de betrefende voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen..

enerzijds en gewelddadig radicalisme en terrorisme anderzijds; (2) een analyse van de Nederlandse situatie te geven, waardoor inzicht wordt verkregen in de toepasbaarheid van de in