Bijlage HAVO 2010
maatschappijwetenschappen
tevens oud programma maatschappijleer
deel 2 van 2
Bronnenboekje tijdvak 1
Inhoud
Opgave 1 Massamedia: Hoe maken we jongeren meer mediawijs? 2 Opgave 2 Jeugdcriminaliteit 5
Symbolenlijst
/ slash; superscript ( ronde haak openen ) ronde haak sluiten " aanhalingsteken * sterretje [ blokhaak openen ] blokhaak sluiten bk begin kader ek einde kader
4
Opgave 1 Massamedia: Hoe maken we jongeren
meer mediawijs?
tekst 1
naar: Justine Pardoen - Mijn kind online, gepubliceerd op: http://www.weetwatjeziet.nl
Nieuwe onderwijscampagne over mediawijsheid
1. Mediawijzer met Medialessen.nl
2. Scholen krijgen de opdracht kinderen 3. mediawijzer te maken. Maar hoe doe 4. je dat? Hoe leer je leerlingen beter met 5. media om te gaan? Een nieuwe
6. campagne moedigt leraren in het 7. basis- en voortgezet onderwijs aan 8. hun leerlingen 'mediawijs' te maken. 9. Met behulp van een nieuwe site: 10. Medialessen.nl (...)
11. Van digitaal pesten, reclame en zelf 12. nieuws maken tot seks in videoclips en 13. zoeken op internet. Allemaal onder-14. werpen die aan bod kunnen komen als 15. het gaat om lessen in mediawijsheid. 16. (...)
17. Kinderen en jongeren zijn technisch 18. vaak heel handig, en in dat opzicht 19. vaardige mediagebruikers. Maar 20. onderzoek laat zien dat ze toch nog 21. veel essentiële kennis missen. Echt 22. mediawijs zijn ze nog niet voldoende. 23. Ze hebben de hulp van leraren en 24. ouders nodig om zich te ontwikkelen 25. tot kritische mediagebruikers, die 26. kunnen reflecteren op hun eigen
27. mediagedrag en op wat ze in de media 28. zien. (...)
29. Uit onderzoek van Mijn Kind Online en 30. usability-bureau 2C in juni 2008 kwam 31. naar voren dat kinderen op internet 32. heel veel fouten maken en vaak op 33. verkeerde sites terechtkomen. Ook 34. blijkt dat ze slecht kunnen zoeken en 35. moeilijk onderscheid kunnen maken 36. tussen verschillende soorten
37. informatie. Wat is reclame en wat niet? 38. Zo eenvoudig is dat nog niet. (...) 39. De toenemende aandacht voor media-40. wijsheid komt onder meer voort uit het 41. veranderende medialandschap. Dank-42. zij nieuwe en gratis toepassingen kan 43. iedereen die het wil mediaproducent 44. zijn: op weblogs en fora, via Hyves en 45. YouTube maar ook in virtuele werelden 46. als Habbo Hotel. Juist kinderen zien 47. internet als één grote speelruimte waar 48. ze van alles kunnen uitproberen. Soms 49. met uiterst vervelende gevolgen, 50. bijvoorbeeld als webcamfilmpjes per 51. ongeluk door een groot publiek worden 52. gezien. Wil je kinderen verstandig met 53. media leren omgaan, dan is het ook 54. nodig dat scholen en ouders met hen 55. in gesprek gaan over wat de gevolgen 56. zijn van hun mediagedrag, en hoe ze 57. media op een goede manier kunnen 58. inzetten om hun doelen te bereiken. 59. Daarbij hoort ook een gesprek over de 60. ethische grenzen daarvan. Anders 61. gezegd: mediawijs word je niet zonder 62. mediales.
63. Mediamakers aan het woord 64. In het kader van de lancering van 65. Medialessen.nl zijn mediaproducenten 66. en journalisten gevraagd naar hun idee 67. over wat kinderen en jongeren zouden 68. moeten leren over media.
69. "Wijs kinderen op de gevaren van de 70. webcam", zegt directeur Dominique 71. Weesie van Geen Stijl. "Mensen, dus 72. ook kinderen, gooien alles online en
bladzijde 3
73. hebben niet door dat iedereen dat kan 74. zien."
75. Hans Laroes, hoofdredacteur van het 76. NOS Journaal: "Leer kinderen over de 77. achterkant van het nieuws. Wat je bij 78. het bekijken van het nieuws altijd in 79. het achterhoofd moet houden, is dat er 80. allerlei belangen achter zitten. Politici, 81. bedrijven en organisaties willen er zo 82. gunstig mogelijk van afkomen. Een 83. minister zal op een persconferentie 84. niet alles willen zeggen als hem dat 85. niet uitkomt."
tekst 2
Medialessen: enkele voorbeelden
1. Ken jij ook leuke Marokkanen?
(naar: http://www.weetwatjeziet.nl) 2. Met deze vraag start de leerkracht de 3. les 'Allochtonen in de media'. Dit 4. maakt natuurlijk een hoop los bij de 5. leerlingen, zeker als er ook Marok-6. kaanse leerlingen in de klas zitten. (...) 7. In hoeverre klopt het beeld van alloch-8. tonen dat we krijgen voorgeschoteld 9. door de media? Is er dan geen goed 10. nieuws te melden? Of knuffelen wij 11. alleen maar een allochtoon als hij een 12. topvoetballer is, of als zij in de finale 13. staat van een talentenwedstrijd? 14. Webdetective
(naar: http://www.webdetective.nl) 15. Stel je hebt de opdracht gekregen om 16. een werkstuk te schrijven over mobiele 17. telefonie. Je besluit om op internet 18. naar informatie te zoeken, want inter-19. net is immers
20. - direct bereikbaar
21. - gemakkelijk bereikbaar 22. - snel bereikbaar
23. Maar internet is ook een wildernis van 24. informatie, waarin je hopeloos kunt 25. verdwalen en een heleboel flauwekul 26. tegen kunt komen. Vooral wanneer je 27. gebruikmaakt van een zoekmachine, 28. zoals Google. (...)
29. Kun je zomaar vertrouwen op dat wat 30. je op je scherm ziet?
31. De Webdetective leert je stap-voor-32. stap waar je op moet letten. (...) bk
33. CHECKLIST
34. voor het beoordelen van websites 35. 1. Is het duidelijk wie de maker, 36. afzender of uitgever van de 37. site is?
38. ja 39. nee
40. 2. Is het duidelijk wat het doel 41. van de site is?
42. ja 43. nee 44. 3. Is de informatie gecontroleerd? 45. ja 46. nee ek
47. Hoe maak ik van mijn eigen leven 48. reality-tv?
(naar: http://www.medialessen.nl) 49. Deze les laat zien dat en hoe reality-tv 50. zich onderscheidt van de alledaagse 51. werkelijkheid. Hierdoor stelt de leerling 52. zich in de toekomst kritischer op
53. tegenover de getoonde werkelijkheid 54. van reality-programma's. (...)
55. Deze les kent de volgende doel-56. stellingen:
57. - De leerling weet dat reality-tv meer 58. een spel is dan de alledaagse
59. werkelijkheid.
60. - De leerling is in staat punten te 61. benoemen waarin reality-tv verschilt 62. van de alledaagse werkelijkheid.
63. - De leerling vormt een standpunt over 64. wel of niet deelnemen aan een reality-65. programma.
tekst 3
naar: http://www.minocw.nl/mediawijsheid/1180/Veilig-mediagebruik.html
Veilig media-aanbod
1. (...) Media bepalen grotendeels zelf 2. wat ze aanbieden. Wel hebben media 3. een bepaalde maatschappelijke
4. verantwoordelijkheid. Het is belangrijk 5. dat ze rekening houden met de impact 6. van wat ze uitzenden. Individuele 7. media-aanbieders maken zelf afwe-8. gingen over de mogelijke schadelijke 9. invloed van media op de jeugd. Ze 10. hanteren eigen spelregels,
11. bijvoorbeeld op het gebied van het 12. aanbod aan seks en geweld. Zo zijn in 13. de Kijkwijzer leeftijdsgrenzen voor 14. programma's vastgelegd.
15. Ook hebben adverteerders en media in 16. een Reclamecode regels opgesteld 17. waaraan reclame moet voldoen. In 18. deze code zijn bijvoorbeeld bepalingen 19. opgenomen over misleiding en goede 20. zeden. Ook zijn er regels die moeten 21. voorkomen dat reclame misbruik 22. maakt van de goedgelovigheid van 23. kinderen.
24. Rol van de overheid
25. Media zijn zelf verantwoordelijk voor 26. wat ze uitzenden. Er is nauwelijks 27. sprake van overheidsregulering. Wel 28. kan de overheid het media-aanbod op 29. een aantal manieren beïnvloeden: 30. * De overheid treedt op wanneer media 31. zich schuldig maken aan
straf-32. rechtelijke feiten.
33. * De overheid legt regels op aan de 34. media om kwetsbare groepen te 35. beschermen.
36. * De overheid moedigt zelfregulering 37. door de media aan.
38. * De landelijke publieke omroep is 39. wettelijk verplicht om de verschillende 40. leeftijdsgroepen binnen de bevolking te 41. bedienen via diverse media (ook
bladzijde 5
Opgave 2 Jeugdcriminaliteit
tekst 4
naar: Secondant, februari 2009
(tijdschrift van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid)
STOP-REACTIE
De Stop-reactie is een vrijwillig aanbod aan ouder(s) en kind. Indien ouders
instemmen, is er eerst een kennismakingsgesprek met een Halt-medewerker. Daarbij hoort ook een onderzoekje naar achterliggende problematiek. Het kind verricht een leeractiviteit en biedt, indien relevant, excuses aan het slachtoffer aan. Tot slot volgt een afrondend gesprek met ouder en kind. De interventie beoogt het voorkomen van nieuwe strafbare feiten. Het wil de ouders lichte opvoedingsondersteuning bieden en naar hun kind toe wil men een signaal afgeven dat het delictgedrag niet wordt
getolereerd.
tekst 5
naar: Rinke Bok; http://www.nvo.nl/509.htm, december 2008
Jeugdcriminaliteit kan worden beperkt
1. Risicofactoren
2. Peter van der Laan pleit voor het vroeg-3. tijdig signaleren van risicofactoren die 4. een verhoogde waarschijnlijkheid van 5. later crimineel gedrag voorspellen. 6. Hij noemt daarbij individuele factoren, 7. waaronder medisch-fysieke (zoals 8. complicaties tijdens zwangerschap of 9. bevalling en lage hartslag) en psycho-10. logische (zoals hyperactiviteit, impulsi-11. viteit, intelligentie).
12. Gezinsfactoren hebben betrekking op 13. (gedrag van) gezinsleden en de relatie 14. tussen gezinsleden en het kind. Het 15. gaat om zulke uiteenlopende zaken als 16. crimineel gedrag van ouders, verwaar-17. lozing en mishandeling van kinderen, 18. (...) geringe cohesie in gezin, relatie-19. problemen tussen ouders en tussen 20. gezinsleden, attitudes van ouders ten 21. aanzien van geweld, [etc.]
22. Schoolfactoren variëren van matige 23. schoolprestaties, (...) een gering gevoel 24. van betrokkenheid bij school tot
25. spijbelen en voortijdig schoolverlaten, 26. (...) hoog niveau van criminaliteit op 27. school en onrealistische aspiraties en 28. wensen.
29. Risicofactoren die samenhangen met 30. de samenleving en buurt zijn armoede, 31. geringe maatschappelijke cohesie, 32. voorhanden zijn van drugs, betrokken-33. heid van buurtgenoten bij criminaliteit, 34. (...) een gering ophelderingspercentage 35. van criminaliteit en een geringe kans op 36. aanhouding.
37. Ongunstige factoren zijn verder het 38. hebben van delinquente broers en 39. zussen, delinquente vrienden en lid-40. maatschap van een bende of proble-41. matische jeugdgroep. (...)
42. Van der Laan is wetenschappelijk 43. onderzoeker jeugdcriminaliteit (NSCR) 44. en bijzonder hoogleraar Reclassering
tekst 6
naar: http://www.justitie.nl/onderwerpen/jeugd/jeugdcriminaliteit/actiepunten/
Vier actiepunten: hoe jeugdcriminaliteit wordt aangepakt
1. 1. Vroegtijdig ingrijpen
2. Vroegtijdig ingrijpen is belangrijk bij de 3. aanpak en het voorkomen van jeugd-4. criminaliteit, omdat de kans op
5. gedragsverandering dan het grootst is. 6. - (...) Jongeren onder de twaalf jaar 7. die crimineel gedrag vertonen, worden 8. in de toekomst geregistreerd in een 9. landelijk systeem. Daarmee wordt 10. duidelijk hoe groot de groep twaalf-11. minners is. Ook kan er dan per jongere 12. een dossier worden aangelegd. Zo kan 13. toekomstig crimineel gedrag beter 14. worden ingeschat en voorkomen. 15. - Alle twaalfminners die met de politie 16. in aanraking komen, moeten worden 17. onderzocht met een
screenings-18. instrument. Daarmee kan worden vast-19. gesteld hoe groot de kans is dat de 20. jongere in herhaling vervalt. Indien 21. nodig wordt de jongere verwezen naar 22. een hulpverleningsinstantie.
23. 2. Persoonsgerichte aanpak 24. Geen jongere is hetzelfde. Ook de 25. oorzaken van crimineel gedrag ver-26. schillen per jongere. (...)
27. - De basis voor een persoonsgerichte 28. aanpak is een gerichte diagnose. (...) 29. - Voor een goede uitvoering van 30. straffen en maatregelen is het nood-31. zakelijk dat er effectieve gedrags-32. programma's beschikbaar zijn, (...) 33. 3. Snel en effectief uitvoeren 34. maatregelen en straffen
35. (...) Straffen moeten sneller worden 36. uitgevoerd. Een snelle bestraffing 37. zorgt er namelijk voor dat jongeren 38. minder snel opnieuw in de fout gaan. 39. Alleen bij snelle uitvoering zien 40. jongeren het verband tussen de straf 41. en het strafbare feit dat zij hebben 42. gepleegd. Ook wordt bij vrienden, 43. familie en slachtoffers van de dader 44. het idee weggenomen dat zijn gedrag 45. niet wordt bestraft. (...)
46. - Er wordt meer en gerichter geïnves-47. teerd in de capaciteit van de jeugd-48. strafrechtketen en in het zorgaanbod 49. voor jongeren in de reclassering (...) 50. - Het uitwisselen van informatie tussen 51. organisaties in de jeugdstrafrechtketen 52. wordt verbeterd. De samenwerking 53. tussen organisaties verbetert hierdoor 54. en straffen kunnen dan consequent en 55. effectief worden uitgevoerd.
56. 4. Passende nazorg
57. Jongeren bestraffen is één, maar met 58. passende zorg tijdens en ná de straf 59. kan worden voorkomen dat zij opnieuw 60. een misstap begaan (...)
61. We willen nazorg gaan bieden aan alle 62. jongeren die een justitiële jeugd-63. inrichting (JJI) binnenkomen. Tussen 64. betrokken partijen (gemeenten, JJI's, 65. (Jeugd)reclassering en Raad voor de 66. Kinderbescherming) worden concrete 67. afspraken gemaakt over de taken en 68. rollen die zij bij deze nazorg spelen 69. (...)
bladzijde 7
tekst 7
naar: NRC Handelsblad, 4 oktober 2008
'Een kind hoort thuis'
1. INTERVIEW met criminologe Josine
2. Junger-Tas over opvoeding.
3. Frederiek Weeda
4. De overheid probeert greep te krijgen 5. op ontsporende kinderen. "Funest", 6. vindt de internationaal vermaarde 7. criminologe Josine Junger-Tas.
8. "Ontsporing van kinderen uitbannen is 9. een illusie."
10. Voor de kinderrechter komen regel-11. matig kinderen die op het schoolplein 12. hebben gevochten. Josine Junger-Tas, 13. al 38 jaar expert op het gebied van 14. jeugdcriminaliteit, kan er niet over uit. 15. "Een ouderwetse vechtpartij tussen 16. twee klasgenootjes eindigt tegen-17. woordig in de rechtszaal! Ik hoor dit 18. van kinderrechters. Eentje vertelde me 19. laatst dat hij een meisje moest be-20. rechten dat één steen had gegooid 21. naar een ruit. Vond hij belachelijk. 22. Zulke onbenulligheden zijn toch zonde 23. van zijn tijd? En die van de politie en 24. de officier van justitie."
25. (...) De politie voert volgend jaar een 26. landelijk systeem in dat 'boefjes' van 27. onder de twaalf jaar moet signaleren. 28. Minister Ter Horst (Binnenlandse 29. Zaken) trekt er 270.000 euro voor uit. 30. Kinderen die één keer in aanraking zijn 31. geweest met de politie - als verdachte, 32. slachtoffer of getuige - worden
33. geregistreerd. De politie bekijkt dan, 34. elektronisch, of het kind ook spijbelt, 35. pest, wordt gepest, rondhangt, 36. gescheiden of alcoholistische ouders 37. heeft, enzovoorts. Uiteindelijk krijgt het 38. kind een code: wit (geen risico), geel 39. (opkomend risico), oranje (probleem-40. kind of probleemgezin) of rood (alarm, 41. criminaliteit). (...)
42. Justitie slaat sinds 2001 standaard de 43. DNA-gegevens op van minderjarigen 44. (boven de 12 jaar) die zijn veroordeeld 45. of verdacht. Ze sluit meer minder-46. jarigen op dan alle andere Europese 47. landen, behalve Engeland. De ene 48. jeugdstrafrecht maatregel volgt op de 49. andere. (...)
50. (...) De controlebehoefte die justitie in 51. haar greep heeft, rukt nu ook op in de 52. jeugdhulpverlening, stelt Junger-Tas 53. vast. (...) Minister Rouvoet voert 54. landelijk de Verwijsindex Risico-55. jongeren in. Rotterdam, Gouda en 56. Almere werken daar al mee. In die 57. index kan een leraar, agent, arts of 58. hulpverlener in een oogopslag zien 59. met wie een bepaald kind eerder 60. 'zorgcontacten' heeft gehad.
61. Alle GGD's gaan vanaf volgend jaar 62. bijna 1.200 gegevens van elk kind in 63. Nederland elektronisch opslaan. De 64. bedoeling is om zo 'risicogezinnen' op 65. te sporen. Er is een wet in de maak die 66. het belang van kinderen nadrukkelijk 67. boven dat van hun ouders stelt en 68. sneller ingrijpen in gezinnen voor de 69. overheid vergemakkelijkt. Tegelijk 70. groeit het aantal
ondertoezicht-71. stellingen: vorig jaar stelde de kinder-72. rechter 29.000 kinderen (tijdelijk) 73. onder toezicht van een voogd van 74. jeugdzorg, 3.000 meer dan het jaar 75. ervoor.
Opgave 3 Politieke besluitvorming: Einde aan het
gedoogbeleid?
tekst 8
naar: de site van het ministerie van Justitie: www.justitie.nl
Coffeeshops
1. Scheiding van de markt
2. Coffeeshops worden toegelaten om 3. zo een scheiding van de markt na te 4. streven. Dit moet voorkomen dat 5. cannabisgebruikers in aanraking
6. komen met de gevaarlijkere harddrugs; 7. en moet daarmee de lichamelijke en 8. psychische risico's en schade voor de 9. gebruiker beperken. En het moet 10. cannabisgebruikers afschermen van 11. het criminele circuit van handel in 12. harddrugs. Dit beleid lijkt te werken, 13. want Nederland telt relatief minder 14. harddrugsgebruikers dan andere 15. Europese landen.
16. Gemeentelijk beleid
17. Gemeenten kunnen zelf bepalen 18. hoeveel coffeeshops ze binnen hun 19. grenzen toelaten. Ook kunnen ze aan-20. vullende eisen stellen aan coffeeshops 21. om overlast voor de omgeving te voor-22. komen. Als een coffeeshop de regels 23. overtreedt, worden eigenaars en 24. exploitanten bestuurlijk (bijvoorbeeld 25. door sluiting van de coffeeshop) en/of 26. strafrechtelijk aangepakt.
tekst 9
naar: Eindhovens Dagblad, 1 oktober 2008
Buurt wil coffeeshop weg hebben
1. EINDHOVEN - Buurtbewoners willen
2. coffeeshop High Times aan de
3. Roostenlaan in Eindhoven weg
4. hebben. Ze hebben bij de gemeente
5. 36 bezwaarschriften ingediend
6. tegen de aanvraag van de zaak voor
7. een verlenging van de vergunning.
8. Het bewonerscomité van de 9. Bloemenbuurt-Zuid in stadsdeel
10. Stratum heeft de afgelopen maand een 11. actie op touw gezet. Ze vinden dat de 12. coffeeshop voor parkeeroverlast zorgt. 13. Bovendien ligt de coffeeshop volgens 14. hen te dicht bij basisschool De Talis-15. man. De school heeft ook bezwaar 16. gemaakt.
17. High Times is nu gevraagd zich te 18. verweren. Eigenaar Dick van Haaren 19. zegt zich niet al te veel zorgen te 20. maken. "Wij zitten hier al 24 jaar en 21. nog nooit heeft dit gespeeld. Nu ineens 22. is het een probleem? Wij hebben ook 23. prima contact met mensen om ons 24. heen."
25. Volgens Van Haaren is sprake van 26. 'een geregisseerde actie'. "Ze hebben 27. gewoon lopen leuren met die
28. formulieren. Wij hebben er zelf alles 29. aan gedaan de parkeeroverlast te 30. beperken."
bladzijde 9
tekst 10
naar: de Volkskrant, 27 oktober 2008
Ook in Kamer is enthousiasme voor gedogen softdrugs bekoeld
1. DEN HAAG - Gedogen van softdrugs is 2. uit de gratie. Een flinke parlementaire 3. meerderheid wil af van het ooit zo 4. bejubelde gedoogbeleid. Met CDA, 5. VVD, PVV, ChristenUnie, SGP en Rita 6. Verdonk komt het nee-kamp al op rond 7. de tachtig zetels en de PvdA 'worstelt'. 8. De belangrijkste verschuiving in de 9. discussie komt van de VVD. In 2005 10. nog ondertekende de partij een
11. convenant met D66 en de PvdA waarin 12. werd aangedrongen op een proef met 13. legalisering van de productie van soft-14. drugs.
15. Nu zegt fractiewoordvoerder van de 16. VVD Fred Teeven: "Dat convenant is 17. voltooid verleden tijd. Einde oefening. 18. Wij willen dat niet. Daarvoor zouden 19. allerlei internationale verdragen moeten 20. worden opgezegd. Dat gaat, als het aan 21. ons ligt, niet gebeuren."
22. Teeven wilde zondagavond nog niet 23. zeggen of hij voorstander is van een 24. totaal verbod op softdrugs. "Daarover 25. hebben wij nog een interne discussie te 26. voeren. We moeten de voors en tegens 27. van verschillende opvattingen nog 28. tegen elkaar afwegen en komen tot een 29. goede oplossing."
30. Bij een groot Kamerdebat over drugs 31. bleek begin dit jaar al dat partijen als 32. D66, GroenLinks en SP inmiddels
33. tamelijk alleen staan in hun enthousias-34. me voor verdergaande legalisering van 35. het huidige softdrugsbeleid. De VVD 36. hield zich toen nog op de vlakte. 37. Inmiddels lijkt Teeven het met zijn wat 38. striktere 'law and order'-benadering 39. gewonnen te hebben van de VVD-40. vleugel die van huis uit meer de nadruk 41. legt op individuele vrijheden.
42. In datzelfde debat kreeg vooral de 43. PvdA het zwaar te verduren. Deze 44. regeringspartij sprak begin vorig jaar in 45. het regeerakkoord met coalitiegenoot 46. CDA af om vier jaar lang niets aan het 47. softdrugsbeleid te veranderen. Dit werd 48. gezien als verraad aan het
lang-49. gekoesterde ideaal om de hennepteelt 50. juist eindelijk te legaliseren. Na de 51. 'voorkant', de verkoop van cannabis via 52. coffeeshops, zou ook de 'achterkant', 53. de hennepkweek ter bevoorrading van 54. diezelfde coffeeshops, legaal moeten 55. worden.
56. Op lokaal niveau klinkt de roep om de 57. verkoop via coffeeshops in te perken 58. veelvuldig, luid en duidelijk. "Softdrugs 59. zijn gewoon te ruim voorhanden. In 60. sommige wijken kom je makkelijker aan 61. drugs dan aan brood", zegt de
62. Rotterdamse PvdA-wethouder Dominic 63. Schrijer. "Uit een onderzoek in de 64. deelgemeente Charlois bleek een paar 65. jaar terug dat nota bene een kwart van 66. de onderzochte jongeren iedere dag 67. blowde. Iedere dag! We moeten weer 68. durven zeggen dat dat niet normaal is." 69. "Bovendien is dat spul veel te sterk. 70. Juist kinderen in zwakkere wijken 71. kunnen daar niet mee omgaan. Die 72. komen nergens meer toe. Gevolg: 73. schooluitval, werkloosheid. Het is een 74. enorm probleem."
75. Schrijer sluit zich aan bij de oproep van 76. CDA-burgemeester Gerd Leers van 77. Maastricht om een topontmoeting te 78. organiseren van bestuurders die 79. problemen hebben met het Haagse 80. (gebrek aan) beleid. Leers deed zijn 81. oproep nadat Bergen op Zoom en 82. Roosendaal vorige week bekend
83. maakten alle coffeeshops in hun 84. gemeente te gaan sluiten. Het drugs-85. toerisme uit België en Frankrijk en de 86. overlast en criminaliteit waren hun 87. boven het hoofd gegroeid.
88. Dat incident lijkt slechts een zoveelste 89. irritatie uit een lange reeks. Al langer 90. groeit het politieke ongemak over de 91. steeds harder wordende criminaliteit en 92. de miljardenomzetten die de 'intensieve 93. hennepteelt' met zich meebrengt. Ook 94. botst het gedoogbeleid steeds nadruk-95. kelijker met de roep om een optredende 96. overheid die heldere regels stelt.
tekst 11
naar: de Volkskrant, 14 november 2008
1. In het artikel 'Herijking gedoogbeleid
2. nodig' bepleit Fijnaut, hoogleraar
3. strafrecht aan de Universiteit van
4. Tilburg, een grondige herziening van
5. het coffeeshopbeleid.
6. "Er is geen gouden sleutel voor de 7. oplossing van de drugsproblematiek in 8. de grensregio", meent Fijnaut. Hij pleit 9. voor een samenhangend drugsbeleid, 10. zowel nationaal als internationaal. 11. Volgens het Verdrag van Schengen 12. mag een land niet eenzijdig wetten 13. veranderen of andere drastische 14. maatregelen nemen die ook in het 15. buitenland worden gevoeld. Daarvoor 16. is internationaal overleg nodig, want in 17. zekere zin profiteren de buurlanden 18. ook van het coffeeshopbeleid in 19. Nederland. Daardoor is de illegale 20. handel in eigen land minder groot. 21. Fijnaut: "Ik heb wel eens tegen de 22. Belgische senaat gezegd: jullie roepen 23. wel dat die Nederlandse coffeeshops 24. dicht moeten, maar bedenk wel dat 25. een deel van de handel en de ellende 26. dan naar jullie toe komt."
