• No results found

Archeologische opgraving aan de Eikenlaan te Bilzen. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van de stad Bilzen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologische opgraving aan de Eikenlaan te Bilzen. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van de stad Bilzen"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)RAPPORT 92 Archeologische opgraving aan de Eikenlaan te Bilzen. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van de stad Bilzen. ARON bvba Archeologisch Projectbureau. Joris Steegmans & Petra Driesen Juni 2010.

(2) Colofon. ARON rapport 92 - Archeologische opgraving aan de Eikenlaan te Bilzen. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van de stad Bilzen. Opdrachtgever:. Stad Bilzen. Projectleiding:. Petra Driesen. Uitvoering veldwerk:. Joris Steegmans, Marjolijn De Puydt. Auteurs:. Joris Steegmans & Petra Driesen. Bijdragen:. /. Foto’s en tekeningen:. ARON bvba (tenzij anders vermeld). Op de teksten, foto’s en tekeningen geldt een auteursrecht. Gelieve ons de wens om gebruik te maken van de teksten of illustraties schriftelijk over te maken op info@aron-online.be Zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van ARON bvba mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, bewerkt, en/of openbaar gemaakt door middel van web-publicatie, druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook.. ARON bvba Archeologisch Projectbureau Diesterstraat 44, bus 201 3800 Sint-Truiden www.aron-online.be info@aron-online.be tel/fax: 011/72.37.95. © ARON bvba, Archeologisch projectbureau, 2009.

(3) Inhoudstafel. Inleiding. 1. 1. Het onderzoeksgebied……………………………………………………………………….............. 1. 1.1 Algemene situering…………………………………………………………………………… 1.2 Historische achtergrond……………………………………………………………………… 1.3 Vroeger archeologisch onderzoek…………………………………………………………... 1 2 4. 2. Het archeologisch onderzoek……………………………………………………………………….. 4. 2.1 Doelstelling……………………………………………………………………………………. 2.2 Verloop………………………………………………………………………………………… 2.3 Methodiek……………………………………………………………………………………... 4 5 5. 3. Onderzoeksresultaten……………………………………………………………………………….... 5. 3.1 Bodemopbouw………………………………………………………………………………... 3.2 Gaafheid van het terrein……………………………………………………………………... 3.3 De archeologische sporen………………………………………………………………….... 5 5 5. Conclusie………………………………………………………………………………………………….... 6. Aanbevelingen …………………………............................................................................................ 6. Bijlagen Bijlage 1: Administratieve gegevens Bijlage 2: Lijst met afkortingen Bijlage 3: Sporen- en fotolijst Bijlage 4: Inplantingsplan Bijlage 5: Opgravingsplan Bijlage 6: Bodemprofiel en coupe S 1 Bijlage 7: Vergunningen.

(4) Aron rapport 92. Bilzen - Eikenlaan. Inleiding Naar aanleiding van de uitbreiding van de sporthal ‘De Kimpel’ in de Zuid-Oost-Limburgse stad Bilzen achtte de Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst ZOLAD+ een archeologische begeleiding van de graafwerkzaamheden noodzakelijk. Deze begeleiding, die slechts één archeologisch spoor opleverde, werd op 22 en 23 juni 2010 uitgevoerd door het archeologisch projectbureau ARON bvba uit Sint-Truiden en dit in opdracht van de Stad Bilzen.. Fig. 1: Kaart van België met aanduiding van het onderzoeksgebied. (Bron: NGI 2002). 1. Het onderzoeksgebied 1.1 Algemene situering Het onderzoeksgebied is gelegen aan de Eikenlaan, achter de huidige sporthal die deel uitmaakt van het Bilzerse sport- en cultuurcentrum ‘de Kimpel’ (Fig. 2 – Bijlage 4). Dit sportcentrum ligt op ca. 500 m. ten westen van de stadskern van Bilzen. Het terrein - met kadastrale referentie: afdeling 1, sectie H en perceelnummer 901H van het kadaster van Bilzen - beslaat een totale oppervlakte van ca. 1.300 m². Het onderzoeksterrein, dat zich op de rand van de Demervallei (TAW=63m) situeert, wordt gekenmerkt door een Ada-bodem (Fig.3), zijnde een matig natte leembodem met een textuur Bhorizont. Een 10-tal meter naar het oosten, in de richting van de Demer, is een natte leembodem met een sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B-horizont aanwezig (Ahc). De Tertiaire ondergrond behoort tot de formatie Eigenbilzen-Boom waarvan de belangrijkste lithologische kenmerken zand en klei zijn. 1 De klei wordt gekenmerkt door een blauwgrijze tot blauwzwarte kleur. Het terrein was tot kort voor het onderzoek braakliggend. Een deel van het terrein werd evenwel ingenomen door een dienstweg.. Fig. 2: Kadasterkaart met aanduiding van het perceel (rood) en het projectgebied (blauw). Schaal 1:2500 (bron:ZOLAD+) 1. Geologische kaart van Vlaanderen schaal 1/50000, kaart 34.. 1.

(5) Aron rapport 92. Bilzen - Eikenlaan. Fig. 3: Topografische bodemkaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (geel). Schaal 1:10.000 (bron: AGIV). 1.2 Historische achtergrond De stichting van de parochie Bilzen zou opklimmen tot de achtste of negende eeuw, tijdens de tweede golf van kerstening. De abdij van Munsterbilzen zou aan de basis van deze stichting liggen. De oudste geschreven vermelding van Bilzen dateert uit ca. 950. De stad wordt dan aangeduid met de naam Belisia. De oudste vermelding in het Nederlands, Belsen, stamt uit 1178. Deze naam is van Keltische oorsprong en zou ‘veld’ of ‘landeigendom’ betekenen. De geschiedenis van Bilzen in de elfde en twaalfde eeuw hangt nauw samen met de heerlijkheid van Kolmont, die leengoederen bezat in Bilzen en omgeving. In 1170 werd het territorium Bilzen-Kolmont ingelijfd bij dat van de graven van Loon. Sindsdien vormde Bilzen samen met Kolmont, Brustem en Montenaken de zuidelijke verdedigingsgordel tegen de expansiedrift van het prinsbisdom Luik. Mogelijk werden aan Bilzen in datzelfde jaar de Loonse stadsrechten toegekend. Bilzen kreeg in de loop der eeuwen dan ook het uitzicht van een versterkte stad met wallen, grachten en drie stenen poorten: de Nuts- of Hasseltse Poort, de Pijpen- of Kempische Poort en de Maastrichterpoort. Bilzen kende ook later nog een zeer woelige geschiedenis. In 1366 werd het graafschap Loon, en dus ook Bilzen, ingelijfd bij het prinsbisdom Luik. In 1483, tijdens de Luikse Successieoorlog, werd de stad uitgemoord en platgebrand. In 1576 werd Bilzen geplunderd door het Duitse garnizoen dat uit Maastricht was verjaagd. De stad werd opnieuw in brand gestoken in 1636. Ditmaal door de Kroatische troepen van Jan van Weert. In 1654 werd de stad overvallen door troepen van de hertog van Lorreinen. In 1678 werd door de militaire gouverneur van Maastricht, Calvo, het bevel gegeven om Bilzen in brand te steken en een deel van de vestingen te ontmantelen. Ook de eerste helft van de 18de eeuw werd gekenmerkt door verwoestingen, inkwartieringen, hongersnood en epidemieën. Tijdens de Franse Revolutie had Bilzen te lijden van militaire opeisingen. Bij de Belgische onafhankelijkheid in 1830 had Bilzen geen bezittingen meer. In 1977 2 fusioneerde Bilzen met twaalf omliggende dorpen . Uit cartografische bronnen uit de 18de eeuw, zoals de kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden opgenomen op initiatief van graaf de Ferraris (1771-1778), blijkt dat het onderzoeksgebied in die 2. MAURISSEN, F., e.a., 2000, pp. 11-13; WOUTERS, W. en B. COOREMANS, 1997, pp. 169-170; http://www.oudlimburg.be/art6-3.html; http://inventaris.vioe.be/dibe/geheel/20349; http://inventaris.vioe.be/dibe/geheel/116.. 2.

(6) Aron rapport 92. Bilzen - Eikenlaan. periode in de natte beemden langs de Demer gelegen was (Fig.4). Het toponiem ‘Zuer Bemden’ op de huidige kadasterkaart verwijst hier nog steeds naar (Fig. 2).. Fig. 4: Detail uit de kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden met aanduiding van het onderzoeksgebied (rood) (Bron:Koninklijke Bibliotheek van België).. Op de Atlas van de Buurtwegen uit 1845 (Fig.5) staat de Zeepweg die ten westen van het onderzoeksterrein gelegen is, reeds aangeduid. De Eikenlaan bestond toen nog niet. Noch bleek het onderzoeksterrein bebouwd te zijn.. Fig. 5: Detail uit de Atlas van de Buurtwegen van Hasselt met aanduiding van het projectgebied (rood). (bron: GIS Provincie Limburg).. De topografische kaart uit 1877 (Fig. 6) toont eenzelfde beeld als de voorgaande kaarten.. Fig. 6. Detail uit Topografische kaart van 1877 met aanduiding van het projectgebied (rood). (bron: Le patrimoine cartographique de Wallonie).. 3.

(7) Aron rapport 92. Bilzen - Eikenlaan. Kort na de Tweede wereldoorlog zou het gebied tussen de Eikenlaan tot halverwege het huidige zwembad - dat vlak ten zuidoosten van het te onderzoek terrein gelegen is - opgehoogd zijn met afbraakpuin afkomstig van gebouwen die tijdens deze oorlog in Bilzen verwoest werden. 3. 1.3 Vroeger archeologisch onderzoek In het onderzoeksgebied zelf werd tot op heden nog geen archeologisch onderzoek uitgevoerd. Ook in de directe omgeving van het onderzoeksgebied zijn, ondanks veelvuldig onderzoek (o.a. de opvolging van de Aquafinwerken) nog geen archeologische resten aangetroffen. Dit heeft grotendeels te maken met de vondstomstandigheden (verstoringen) en de historiek van de locatie (stort). 4. 2. Het archeologisch onderzoek 2.1 Doelstelling De doelstelling van het onderzoek bestond uit het begeleiden van de graafwerkzaamheden. Indien er archeologische sporen werden aangetroffen, kon in overleg met de Zuid-Oost Limburgse Archeologische Dienst eventueel overgegaan worden tot een archeologische opgraving.. 2.2 Verloop Voorafgaandelijk aan het onderzoek werd op naam van Marjolijn De Puydt een vergunning voor het uitvoeren van een archeologische opgraving bij het Agentschap Ruimte en Erfgoed, Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid aangevraagd. Deze vergunning werd op 03-06-2010 afgeleverd onder dossiernummer 2010/186 (10-24709) De vergunning voor het gebruik van een metaaldetector werd afgeleverd onder dossiernummer 2010/186(2) (10-24709). 5 Het onderzoek, in opdracht van de Stad Bilzen, stond onder leiding van projectverantwoordelijke Petra Driesen en werd op 22 en 23 juni uitgevoerd door Marjolijn De Puydt en Joris Steegmans. Edgaerd Gaens stond in voor de aanleg van het vlak. Voorafgaandelijk aan het onderzoek was het terrein reeds vrijgemaakt door de aannemer van de werken. De heer Vanderbeken van ZOLAD+, die het onderzoek in zijn functie van Intergemeentelijke Archeoloog administratief opvolgde, bracht een bezoek aan de site op 23 juni. In overleg met de heer Vanderbeken werd beslist om de reeds opgebroken dienstweg niet verder af te graven omdat eventueel aanwezige sporen bij de aanleg van de weg naar alle waarschijnlijkheid reeds vestoord zouden zijn. De noordoostelijke hoek van het terrein werd eveneens niet afgegraven omwille van de aanwezigheid van een regenwatercollector en een buizenstelsel.. Fig. 7. Zicht op het terrein vanuit het noordoosten bij aanvang van het onderzoek. Op de voorgrond is de gedeeltelijk opgebroken dienstweg zichtbaar. 3. Mondelinge mededeling van de heer Jean-Louis Sourbron. Bijzondere voorschriften bij de vergunning voor een definitieve opgraving (‘Programma van Eisen’) Bilzen, Eikenlaan Bouw sporthal – De Kimpel, p. 2. 5 Bijlage 7. Vergunningen. 4. 4.

(8) Aron rapport 92. Bilzen - Eikenlaan. 2.3 Methodiek Het archeologisch vlak werd machinaal aangelegd en manueel opgeschoond. Het enige spoor werd, na opschonen, genummerd en conform de ‘Bijzondere voorschriften’ beschreven en gefotografeerd. Vervolgens werd het ingemeten en gecoupeerd. De coupe werd ingetekend op schaal 1/20ste. In de noordwestelijke hoek van het terrein werd een bodemprofiel opgeschoond, gefotografeerd en beschreven. Bij de uitwerking van het onderzoek werd een databank opgesteld met een fotolijst en sporenlijst. De veldtekening en de dagrapporten werden gedigitaliseerd.. 3. Onderzoeksresultaten 3.1 Bodemopbouw Over de volledige werkput werd eenzelfde bodemopbouw aangetroffen (Fig.8). Deze bestond uit een - van zuid naar noord in dikte afnemend ophogingspakket 6 die de natuurlijke bodem afdekte.. Ophogingspakket A-horizont Textuur B-horizont. Deze bodem werd gekenmerkt door de aanwezigheid van een ca. 30 cm dikke, donkergrijze A-horizont, een ca. 40 cm dikke lichtbruingrijs tot gele textuur B-horizont en een oranje, grijs gevlekte C-horizont. Op een diepte van ca. 170 cm onder het maaiveld bevond zich de grijze, tertiaire klei van de formatie EigenbilzenBoom. Het archeologisch vlak werd in de bovenkant van de C-horizont aangelegd.. C-horizont. Tertiaire ondergrond Fig. 8: Westelijk profiel van de proefput. 3.2 Gaafheid van het terrein 7 De werkput werd doorsneden door een dienstweg die achter de reeds bestaande sporthal liep. Ter hoogte van de noordoostelijke hoek van het onderzoeksterrein was een regenwatercollector en een buizenstelsel aanwezig. Deze zones werden wegens te verwachten verstoringen niet onderzocht. De zone tussen de sporthal en de dienstweg, zijnde het oostelijk deel van de werkput, werd wel afgegraven en bleek eveneens volledig verstoord te zijn.. 3.3 De archeologische sporen Tijdens het onderzoek werd slecht één archeologisch spoor aangetroffen. Het betreft een NW-ZO georiënteerde greppel (Fig. 9-10, Bijlage 3-5, 6: S 1) die het terrein dwarste. Deze greppel, die over een afstand van ca. 18,5 meter gevolgd kon worden, was ca. 1,10 m. breed en 0,52 m diep. In doorsnede bleek de greppel een gelaagde opvulling te hebben waarin drie kleiige lagen onderscheiden konden worden. Enkel in de bovenste, bruingrijze laag werd een bijmenging bestaande uit spikkels houtskool aangetroffen. De greppel leverde geen archeologische vondsten. 6 7. Het ophogingspakket dat in het zuiden ca. 50 cm dik was, verdunde in noordelijke richting tot ca. 5 cm. Bijlage 5. Opgravingsplan.. 5.

(9) Aron rapport 92. Bilzen - Eikenlaan. ← Fig. 9: Zicht op greppel S 1. ↑ Fig. 10: Coupe van greppel S 1. Conclusie Op 22 en 23 juni 2010 werd door ARON bvba aan de Eikenlaan te Bilzen in opdracht van de Stad Bilzen een vlakdekkend onderzoek uitgevoerd. In kader van dit onderzoek werd ten westen van de sporthal ’de Kimpel’ een werkput aangelegd met een oppervlakte van ca. 1.300 m². Tijdens het onderzoek werd slechts één archeologisch spoor, zijnde een greppel, aangetroffen. Deze kon wegens het ontbreken van archeologische vondsten niet gedateerd worden.. Aanbevelingen Op basis van de resultaten van deze archeologische begeleiding wordt voor het onderzoeksgebied geen vervolgonderzoek geadviseerd. Bovenstaande aanbevelingen dienen louter ter advisering van het bevoegd gezag zijnde de afdeling Onroerend Erfgoed Vlaanderen van het Agentschap Ruimtelijke Ordening. Een definitieve beslissing tot het al of niet uitvoeren van een vervolgonderzoek ligt dan ook bij dit bevoegd gezag. Indien U nog vragen heeft, kan u steeds contact opnemen met de ZOLAD+ (Tim Vanderbeken, Riemst) en de bevoegde erfgoedconsulente van het Agentschap R-E Vlaanderen, Onroerend Erfgoed Limburg (Ingrid Vanderhoydonck). Agentschap R-O Vlaanderen, Onroerend Erfgoed Limburg Vlaams Administratief Centrum Tav Ingrid Vanderhoydonck Koningin Astridlaan 50 bus 1 3500 Hasselt tel. 011/74.21.18 Ingrid.vanderhoydonck@rwo.vlaanderen.be. 6.

(10) Bijlage 1: Administratieve gegevens.

(11) Administratieve gegevens. Projectcode:. BI-10-KIM. Opdrachtgever:. Stad Bilzen Deken P aquayplein 1 3740 Bilzen. Opdrachtgevende overheid:. Agentschap Ruimte en Erfgoed, Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid. Dossiernummer vergunning:. 2010/186. Vergunninghouder:. Marjolijn De Puydt. Aard van het onderzoek:. Archeologische opgraving. Begin vergunning:. 07 juni 2010. Einde vergunning:. Einde der werken. Provincie:. Limburg. Gemeente:. Bilzen. Deelgemeente:. Bilzen. Adres:. Eikenlaan. Kadastrale gegevens:. Kadaster Bilzen, 1e afdeling, sectie H, perceelnummer 901H. Coördinaten:. X=230420, Y=173420. Totale oppervlakte:. 1300m². Te onderzoeken:. 1300m². Bodem:. Ada. Archeologisch depot:. ZOLAD+ Maastrichtersteenweg 2b 3770 Riemst.

(12) Bijlage 2: Lijst met afkortingen.

(13) Kleur: Blauw Bruin Donker (kleur) Geel Gevlekt Grijs Groen Leemkleurig Licht (kleur) Mergelkleur Oranje Paars Roest(kleurig) Rood Wit Zwart. Periodes: BL BR DO GE VL GR GRO LE LI ME OR PA ROE RO WI ZW. Bronstijd - Vroege Bronstijd - Midden Bronstijd - Late Bronstijd IJzertijd - Vroege IJzertijd - Midden IJzertijd - Late IJzertijd Romeins - Vroeg Romeins - Midden Romeins - Laat Romeins Middeleeuwen - Vroege Middeleeuwen - Volle Middeleeuwen - Late Middeleeuwen - Post Middeleeuwen. BRONS BRONSV BRONSM BRONSL IJZ IJZV IJZM IJZL ROM ROMV ROMM ROML MID MIDV MIDH MIDL MIDP. Samenstelling: Materiaalcategorie: Baksteen Breuksteen Grind Hout Houtskool Kalk Kalksteen Kei Kiezel Klei Leem Leisteen Mergel Moederbodem Mortel Natuursteen Dakpan Silex Slak Steenkool Verbrand Zand Zandsteen Zavel IJzeroxide Fosfaat (groene band) Mangaan. Ba Bs Gr Ho Hk Ka Ks Kei Kz Kl Le Lei Me Moe Mo Ns Dp Si Sl Sk Vb Za Zs Zv Fe Ff Mn. Hoeveelheid: Zeer weinig Weinig Matig Veel Zeer veel. Afkortingen. zw w m v zv. Glas Keramiek Metaal Mortel Organisch Pleisterwerk Terracotta Steen. GL AW MET MOR ORG PLW TC ST. Aardewerk: Dikwandig (ROM) Dikwandig amfoor (ROM) Dikwandig dolium (ROM) Dikwandig wrijfschaal (ROM) Gebronsd (ROM) Geglazuurd (MID) Geverfd (ROM) Gladwandig (ROM) Grijsbakkend (MID) Handgevormd Kurkwaar Maaslands witbakkend (MID) Maaslands roodbakkend (MID) Pompejaans rood (ROM) Porselein Protosteengoed (MID) Roodbakkend (MID) Roodbeschilderd (MID) Ruwwandig (ROM) Steengoed (MID) Terra nigra (ROM) Terra rubra (ROM) Terra sigillata (ROM) Waaslands (ROM) Waaslands rood (ROM) Witbakkend (MIDP). DW AM DO MO GB + GL GV GW GRIJS HA KU MAASL MAASL2 PR PORS PSTG ROOD RBESCH RW STG TN TR TS WGR WRD WIT.

(14) Bijlage 3: Sporen- en fotolijst.

(15) Spoornr. Laag. Werkput. Vlak. Gecoupeerd. Soort. Beschrijving. Vorm. 1. 0. 1. 1. Ja. Greppel. Langwerpig. 1. 1. 1. 1. Ja. Opvullingslaag. Ca. één meter brede greppel. ZW-uiteinde vervaagt geleidelijk. Niet meer zichtbaar aan de W-rand van de werkput. /. 1. 2. 1. 1. Ja. Opvullingslaag. /. 1. 3. 1. 1. Ja. Opvullingslaag. /. Kleur. Samenstelling. /. /. /. LI GR + VL OR BLGR. /. LI BLGR. /. Oriëntatie. Begin. Einde. Relaties. NO-ZW. Doorsneden door de opgebroken weg. KlLE + Sp Roe, Mn, Hk KlLe + Sp Roe, Mn. /. /. /. /. KlLe + Sp Roe, Mn. /. /. DSC-nummer. Werkput. Vlak. Soort opname. 1351. 1. /. Overzicht. Toestand van het terrein bij aanvang van de werken. N. 1352. 1. /. Overzicht. Toestand van het terrein bij aanvang van de werken. NW. 1353. 1. /. Overzicht. Toestand van het terrein bij aanvang van de werken. NO. 1354. 1. /. Overzicht. Toestand van het terrein bij aanvang van de werken. ZO. 1355. 1. /. Overzicht. Toestand van het terrein bij aanvang van de werken. O. 1356. 1. /. Overzicht. Toestand van het terrein bij aanvang van de werken. O. 1357. 1. /. Profiel. W-profiel van de werkput. O. 1358. 1. /. Profiel. W-profiel van de werkput. O. 1359. 1. /. Profiel. W-profiel van de werkput. O. 1360. 1. 1. Werkfoto. Aanleg van de werkput. Z. 1361. 1. 1. Werkfoto. Aanleg van de werkput. ZW. 1362. 1. 1. Werkfoto. Aanleg van de werkput. 1363. 1. 1. Detail. S1. NO. 1364. 1. 1. Detail. S1. NO. 1365. 1. 1. Detail. S1. NO. 1366. 1. 1. Detail. S1. ZW. 1367. 1. 1. Detail. S1. ZW. 1368. 1. 1. Detail. S1. ZW. 1369. 1. 1. Coupe. S1. NO. 1370. 1. 1. Coupe. S1. NO. 1371. 1. 1. Coupe. S1. NO. 1372. 1. 1. Overzicht. Aangelegde werkput. N. 1373. 1. 1. Overzicht. Aangelegde werkput. N. 1374. 1. 1. Overzicht. Aangelegde werkput. N. 1375. 1. 1. Overzicht. Aangelegde werkput. NW. Sporenlijst en fotolijst BI-10-KIM. Beschrijving. Genomen uit. Z.

(16) Bijlage 4: Inplantingsplan.

(17)

(18) Bijlage 5: Opgravingsplan.

(19)

(20) Bijlage 6: Bodemprofiel en coupe S 1.

(21)

(22) Bijlage 7: Vergunningen.

(23)

(24)

(25) Diesterstraat 44, bus 201 - B-3800 Sint-Truiden. T +32(0) 11 72 37 95. F +32(0) 11 72 37 95. info@aron-online.be. www.aron-online.be.

(26)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze waarden kunnen gebruikt worden als graadmeter voor de functie cultuurhistorie die toegekend is aan GBDA: bijvoorbeeld de functie cultuurhistorie komt tot zijn recht als

In de lelies die werden geteeld in grond die voor planten was behandeld met Amistar wer- den tijdens de teelt lage aantallen Trichodori- de aaltjes aangetroffen en waren na rooien de

Een opmerkelijk feit is dat er voorafgaand aan een investering nauwelijks naar het effect daarvan op de niet-toegerekende kosten wordt gekeken, terwijl men zich naderhand tot doel

Minder stikstof betekent een lagere drogestofproductie per hectare waardoor meer hectares zeedijk nodig zijn om hetzelfde aantal dieren te kunnen houden, de benodigde

Deze factoren zijn voor de jaren negentig alle bekend en elk seizoen kan vervolgens worden gekarakteriseerd door middel van een index die aangeeft hoe moeilijk of makkelijk

• 18: vrij lage gewasschade (ten dele op de bladranden), geen chlorose of verkleuring, matige groeireductie en vrij hoge reductie in biomassa: vrij goed selectief. • 19: vrij

In totaal zijn aanwezig 44 indicatoren voor hydrologische verstoring, 419 voor morfologische verstoring, 643 voor eutrofiëring en organische belasting, 88 voor verzuring, 16

These models mostly rely on stochastic processes like erratic rainfall, or spatial heterogeneities like termite mounds as driving forces to model ecologically realistic