• No results found

Jonge Swifter ooien voor dekken scheren geeft hogere drachtigheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Jonge Swifter ooien voor dekken scheren geeft hogere drachtigheid"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jonge Swifter ooien voor dekken scheren geeft

hogere drachtigheid

.I. de Boer (PR)

Het is bekend dat het scheren van vooral kruislingooien zes tot acht weken vòòr het aflammen een gunstig effect heeft op het geboortegewicht en de sterfte van de pas-geboren lammeren. In Engeland zijn ook gunstige ervaringen opgedaan met het scheren van jonge ooien voor het toelaten tot de ram.

Onder Nederlandse omstandigheden waren nog geen proeven uitgevoerd. Daarom heeft het PR in het najaar van 1992 een proef uitgevoerd. De conclusie was dat de drachtigheid bij de jonge Swifter ooien toenam met 14% bij scheren voor het dek-ken. Bij Texelaars zijn dergelijke resultaten niet gevonden.

Proefopzet

Het onderzoek is uitgevoerd op een praktijkbe-drijf in Friesland. Op dit bepraktijkbe-drijf worden circa 400 schapen gehouden op 32 hectare grasland.

Tabel 1 Indelingsgewichten (kg) Swifter en Texelaar ooien

Op het bedrijf worden twee verschillende rassen gehouden, Swifters en Texelaars. Voor de proef zijn 56 Swifter en 56 Texelaar ooitjes van onge-veer een half jaar geselecteerd.

Swifter Texelaar

Licht Zwaar Gemiddeld

36,6 42,4 39,5

38,9 45,7 42,3

fijdens de dekperiode zijn de dekdata dagelijks vastgelegd.

(2)

Figuur 1 Schematisch tijdspad van de proef

1992 Feb/mrt 15 sept

I I

Geboorte Indeling

proefdieren

De ooitjes zijn gewogen en daarna ingedeeld in een groep die geschoren werd en een groep die niet geschoren werd. Per ras zijn twee gewichts-groepen gevormd; een lichte en een zware groep. De Swifter ooien wogen bij het indelen gemiddeld 395 kg en de Texelaar ooien 42,3 kg. Het scheren gebeurde acht weken voor het toe-laten tot de ram (22 september). In tabel 1 staan de indelingsgewichten.

Na het scheren zijn alle ooitjes opnieuw gewo-gen. Op 17 november is er per ras één ram toe-gelaten en zijn de ooien opnieuw gewogen. De geschoren en ongeschoren ooien liepen in één dekgroep. Tijdens de dekperiode die twee cycli duurde zijn de dekdata dagelijks vastgelegd. De ooien zijn twee dagen na het werpen voor de laatste maal gewogen. De lammeren werden ge-wogen bij de geboorte. In figuur 1 is het tijdspad schematisch weergegeven.

Gewichtsontwikkeling ooien

Het gemiddelde gewicht van de ooien bij het scheren was voor de scheergroep 39,6 kg en voor de niet-scheergroep 39,4 kg. Bij het toela-ten tot de ram was het gewicht van de gescho-ren ooien 41,2 kg en van de ooien die niet zijn geschoren 42,3 kg. De groei (inclusief de correc-tie voor de wolgewichten) in de tussenliggende periode van acht weken is dus hoger geweest in de groep ongeschoren ooien (52 gram per dag t.o.v. 29 gram).

Twee dagen na het werpen zijn de gewichten van de ooien die geschoren zijn nagenoeg gelijk aan de gewichten van de ooien die niet zijn ge-schoren (resp. 559 kg en 55,8 kg).

Tabel 2 Drachtigheidspercentage Swifter ooien 22 sept I Scheren 17 nov I Toelaten ram na 20 apr 1993 I Geboorte lammeren Drachtigheidspercentage verschillend Omdat uit analyse bleek dat de groep zware Texelaars die geschoren werd duidelijk afweek van de rest, is er voor gekozen de analyses per ras uit te voeren; dit geeft een duidelijker beeld. In tabel 2 worden de drachtigheidspercentages voor de Swifter ooien weergegeven.

Uit tabel 2 blijkt dat scheren bij zowel de zware als de lichte Swifter ooitjes scheren een positief effect op het drachtigheidspercentage heeft. Bij de Texelaars is er geen effect van het scheren aangetoond. Dit wordt veroorzaakt door de groep zware ooien. Blijkbaar is er bij de Texelse ooien die voor het toelaten van de ram al een be-hoorlijk gewicht hebben, geen voordelig effect van het scheren op de drachtigheid te verwach-ten.

Worpgrootte niet veranderd

De worpgrootte bij de eerste worps Swifter ooien was 1,73 en bij de Texelaars 1,36. Het scheren van eersteworps ooien voor het toelaten van de ram had geen effect op de worpgrootte.

Vooral bij lichte ooien verschil in geboortege-wicht

Het gemiddelde geboortegewicht bij de Swifter was 4,08 kg en bij de Texelaar 4,48 kg. Hierbij moet rekening gehouden worden met de worp-grootte. Deze was bij de Swifter 1,73 en bij de Texelaar 1,36. Het scheren heeft geen effect op het gemiddeld geboortegewicht.

Bij de Swifter ooien profiteert de lichte groep dui-delijk meer van het scheren dan de zwaardere

Lichte ooien Zware ooien Scheren 92,3 100,o Niet scheren 78,6 85,7 Gemiddeld 96,2 82,l

Tabel 3 Geboortegewichten Swifter ooien (kg) Scheren Niet scheren

Lichte ooien 4,94 4,08*

Zware ooien 4,13 4,05

Gemiddeld 4,53 4,06

* significant verschil (P<O,O5)

(3)

ooien als het gaat om het geboortegewicht. Het verschil in geboortegewicht is bij de lichte groep 0,86 kg en bij de zware groep slechts 0,08 kg. In tabel 3 worden de geboot-tegewichten van de Swifters weergegeven.

Conclusie

Het scheren van jonge fokooien heeft bij de Swifter een significant effect op de drachtigheid; deze neemt toe met 14%. Er zijn geen significan-te effecsignifican-ten van het scheren op de worpgrootsignifican-te en het gemiddelde geboortegewicht. Het blijkt dat de effecten gevonden in het buitenland (En-geland) ook onder Nederlandse omstandigheden optreden, alleen op een lager niveau. De verkla-ring voor dit verschil ligt misschien in het feit dat in Nederland meer voer wordt aangeboden in de periode van geboorte tot dekken dan in Enge-land, waardoor de ooien zich sneller ontwikkelen en een hoger gewicht bereiken bij het dekken. Hierdoor komen de lammeren mogelijk eerder in bronst.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

tuur voor elektronische motorregeling. Met deze appparatuur geschiedt de verandering van de ke onafhankelijk is van de belasting, moet de motorsnelheid door middel van een

Conform de wet op de gemeenschappelijke regelingen, worden de raden in de gelegenheid gesteld hierop hun zienswijze te formuleren.. Wij hopen u hiermee voldoende

Bij het ontwerp voor het verbeteren van de steenbe- kleding zal rekeninq moeten worden gehouden met instabiliteit van de vooroever indien de con- structie inhoudt dat de

' Vermeld op het antwoordformulier duidelijk uw naam en studentnummer.. Bij iedere vraag is slechts één alternatief het juiste of het beste.. U geeft het naar uw

Voor dengene, die enkel beoogt,, een goed toestel te bouwen, dat vooral niet duurder moet worden dan strikt noodig is, mag het zeer aangenaam genoemd worden, dat de meer

verkromping ren van de werkelijkheid en tot het blokkeren van vernieuwing in praktijk en in theorievor- ming. Er ontstond een vervreemding van de werkelijkheid en van de

Verder bleek bij vergelijking van de berekende afvoercijfers van de hoogwaters in 1965 en 1966, met de Duitse afvoercijfers te Stah, dat de laatste tot 50 m3/s lager waren

Participant 7: Ik gebruik deze nog niet zo veel dus ik moet daar eerst nog meer induiken voor ik daarmee naar een school ga en ga vragen wat er nu mee bedoelt wordt.. Ik moet