• No results found

Oppositie M.A. Heldeweg, d.d. 23 maart 2012. H.C. Borgers, Duurzaam handelen. Een onderzoek naar een normatieve grondslag van het milieurecht, Sdu/Den Haag 2012. Erasmus Universiteit. Promotoren: prof.dr. E. Hey, prof.mr. M.A. Loth

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Oppositie M.A. Heldeweg, d.d. 23 maart 2012. H.C. Borgers, Duurzaam handelen. Een onderzoek naar een normatieve grondslag van het milieurecht, Sdu/Den Haag 2012. Erasmus Universiteit. Promotoren: prof.dr. E. Hey, prof.mr. M.A. Loth"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

  1   Oppositie  M.A.  Heldeweg,  d.d.  23  maart  2012  

H.C.  Borgers,  Duurzaam  handelen.  Een  onderzoek  naar  een   normatieve  grondslag  van  het  milieurecht,  Sdu/Den  Haag  2012     Erasmus  Universiteit    

–  promotoren:  prof.dr.  E.  Hey,  prof.mr.  M.A.  Loth    

 

Dank  u  wel  meneer  de  (pro)rector.   Mijnheer  de  promovendus,    

Op  uw  LinkedIn-­‐pagina  staat  dat  u  op  23  maart  2012  verwacht  te   promoveren.    

Dat  is  mooi,  maar  voor  het  moment  beperk  ik  mij  tot  de  stelling  dat  u   in  elk  geval  een  boeiend  en  vooral  prikkelend  proefschrift  heeft   geschreven  (met  een  interessante  lijn  tussen  rechtstheorie  en   milieurecht).    

Afwisselend  was  ik  het  bij  lezing  heel  erg  eens  en  tamelijk  oneens   met  wat  u  schrijft.  Dat  kan,  maar  maakt  ook  wat  onzeker.  Vooral  over   het  antwoord  op  de  vraag  of  u,  in  uw  streven  een  normatief  

fundament  voor  het  milieurecht  te  vestigen,  niet  tegelijk    een  

ordenende  voortrekkersrol  van  de  overheid  prijs  geeft.  Dat  lijkt  me   een  risico  als  spontaan  particulier  initiatief  faalt  in  afdoende  

milieuzorg  –  zoals  we  eigenlijk  al  in  de  19e  eeuw  zagen  gebeuren.  

Ik  neem  graag  de  kans  te  baat  om  te  trachten  deze  onzekerheid  te   reduceren  door  met  te  spreken  over  de  concepten  wederkerigheid  en   governance.    

 

Wederkerigheid  

Volgens  uw  voorwoord  vond  u  in  de  ‘wederkerige  rechtsbetrekking’   niet  de  grondslag  tot  een  nieuw  begrip  van  het  milieurecht.  Dat  vond   ik  geruststellend,  want  het  milieurecht  omvat  zoveel  meer.  

Verder  lezen  kwam  echter  met  de  indruk  dat  dit  concept  wel  degelijk   nog  tamelijk  essentieel  is  voor  uw  alternatief  van  de  normatieve   interactie-­‐benadering  van  datzelfde  milieurecht  (p.  58).  

Het  zal  geen  ‘undercover-­‐operatie’  zijn,  maar  kunt  u  aanstonds   allereerst  aangeven  waarom  het  wederkerigheidsconcept  kennelijk   tekortschiet,  als  het  toch  zo’n  belangrijke  bouwsteen  is?  

 

Terwijl  u  over  het  antwoord  nadenkt,  voeg  ik  graag  2  deelvragen  toe,   die  beide  de  wederkerigheid  verbinden  met  de  milieuzorgplicht.    

(2)

  2   Om  te  beginnen  worstel  ik  met  hoe  wederkerigheid,  dat  we  kennelijk,   niet  letterlijk  moeten  nemen  (p.  124),  leidt  tot  ‘normen  als  normen’,   versus  ‘normen  als  voorschriften’.  

Moet  ik  mij  deze  ‘normen  als  normen’  voorstellen  als  normen  zonder   normoperator  –  mogen,  moeten,  kunnen?  

U  heeft  het  over  (p.  219)  ‘juridisch  te  erkennen  verwachtingen’  als   gemeenschappelijk  normatief  referentiepunt,  vastgesteld  door  een   ‘geformaliseerd  publiek’….  

Moet  ik  misschien  denken  aan  Hohfeldiaanse  ‘duty-­‐claim’  relaties?    

Ik  weet  het  niet,  maar  hoe  dan  ook,  ‘normen  als  normen’  zijn  

kennelijk  niet  imperatief…  Het  klinkt  wat  mij  betreft  iets  teveel  als   Haarlemmerolie:  een  middel  voor  elke  kwaal  dat  waarschijnlijk  bij   geen  enkele  kwaal  echt  helpt.  Dat  is  natuurlijk  niet  bedoeld,  maar  wat   dan  wel?  

 

Ik  vermoed  dat  de  sleutel  tot  het  antwoord  ligt  in  uw  opmerking  dat   de  overheid  toch  geboden  en  verboden  kan  opleggen  ter  toepassing   van  een  milieuzorgplicht,  mits  –  en  nu  komt  het  –  niet  voortspruitend   uit  het  algemeen  milieubelang  (volgens  ordeningsperspectief),  maar   uit  die  geformaliseerde,  wederkerige  (en  dus?)  normatieve  interactie.    

Maar  is  dit  dan  niet  toch  vooral  een  retorische  wisseltruc?  

Ongeschreven  publiekrechtelijke  burgerplichten  zijn  van  tafel,  want   wederkerigheid  genereert  de  nieuwe  norm…  als  norm.  Een  

polderlandschap  komt  in  zicht,  of,  aansluitend  bij  het  beeld  van  uw   inleiding:  alle  voetballers  gaan  samen  met  de  scheidsrechter  in   conclaaf  over  of  iets  dat  niet  direct  verboden  is,  misschien  toch  moet   worden  afgewezen…  

 

Kortom,  is  wederkerigheid  niet  gewoon  toch  leidend  geworden  en   wordt  een  mogelijke  normatieve  voortrekkersrol  van  de  overheid  via   zorgplichten  –  terecht  of  niet  –  niet  eigenlijk  beëindigd?  

 

Governance  (vraag  omwille  van  tijd  niet  gesteld)   Laten  we  nog  even  een  tweede  aanvliegroute  beproeven.  

Govenance  is  vooral  interessant  met  het  oog  op  uw  duiding  van  de   crises  in  het  milieurecht  en  de  rol  van  de  overheid  daarin.  

Uw  contextuele  focus  leidt  u,  mijns  inziens,  tot  een  nogal  abstracte  of   generieke  –  op  wederkerigheid  berustende  –  visie  op  governance.    

(3)

  3   Natuurlijk,  sturing  van  de  samenleving  is  niet  meer  een  zaak  van  de   overheid  alleen,  unicentrisch,  en  veel  meer  van  sturing  door  en  met   netwerken  –  multicentrisch.  

Maar,  ‘veel  meer’,  wil  niet  zeggen  ‘altijd’  –  en  toch  is  dat  wat  ik  proef.   Als  we  alles  als  netwerken  gaan  zien,  krijg  ik  weer  de  smaak  van   Haarlemmerolie  te  pakken,  maar  we  moeten  voor  ogen  houden  dat  er   meerdere  medicijnen,  meerdere  sturingsvormen  zijn!  

 

Dat  zagen  we  eigenlijk  al  bij  de  milieucrisis  in  de  19e  eeuw.  Die  

kunnen  we  in  eigentijdse  termen  duiden  als  het  falen  van  sturing  of   governance  door  markten  en  door  sociale  of  civiele  netwerken.   Terecht  heeft  de  overheid  toen  haar  hiërarchische  Natuurlijk  kan   (nu)  ook  de  overheid  falen  –  en  in  de  huidige  crisis  lijkt  dat  zeker  een   factor,  zoals  bij  ‘hard  cases’.  In  die  gevallen  hebben  we  waarschijnlijk   juist  wel  netwerksturing  nodig.  En  minder  ordeningshiërarchie.   Of  dat  ook  zo  is,  is  een  zaak  van  vergelijken  –  of  ‘remediableness’,   zoals  Oliver  Williamson  het  noemt:  welk  sturingsmechanisme  (of   welke  vorm  van  governance)  werkt  het  best  onder  welke  

voorwaarden  en  voor  welk  type  trans-­‐  of  interactie.    

In  uw  benadering  miste  ik  zo’n  vergelijk,  terwijl  elk  

sturingsmechanisme  een  eigen  institutionele  context  brengt,  met   eigen  gedragspatronen  en  basisnormen,  zoals  we  zien  in  

voornoemde  ordeningshiërarchie,  sociale  netwerken  en  markten.  En   soms  zijn  die  patronen  wel  wederkerig  en  soms  niet.  

 

Duurzaamheid  kan  vast  en  zeker  generiek  worden  bepleit,  maar  het   uitsluitend  plaatsen  ervan  in  een  wederkerig  discours  –  buiten  

ordening  –  is  een  gemiste  kans.  Het  beeld  van  een  paradigma-­‐shift,  na   een  crisis,  is  aanlokkelijk,  maar  soms  kan  het  ook  in  kleinere  stappen.    

Conclusie    

Graag  verneem  ik  hierop  uw  reactie,  in  de  hoop  dat  dit  uw   verwachting  op  LinkedIn  kracht  mag  bijzetten!  

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met extra aandacht voor de hiervoor genoemde aandachtspunten denken wij dat een uiterst succesvolle instelling kan worden opgezet die ons land door de grote transities kan helpen

Ik heb in mijn laatste jaar van de middelbare school selectie gedaan bij de KLM flight academy. Omdat deze selectie verspreid was over een langere periode en daarom de uitslag

mensen wier verdere doel precies de tegenovergestelde kant uittrekt. Zulke mensen kunnen wel parlementair samenwerken vanuit verschillende politieke part~jen,

/ baring Gods, receptief stond tegenover de geestelijke wereld, die zich / in de openbaring ontsloot. / Het kon dan ook niet uitblijven, of de autoriteit der

Indien echter tussen de beslagdebiteur en de bank een voor beslag vatbare vordering bestaat, die buiten Nederland wordt geadministreerd – zoals in de uitgangscasus: bij een

Technische school Schiedam e.o.; stukken betreffende de verkoop van grond in Nieuwland voor de bouw van een Technische school, 1949-1961. ULO-school in Nieuwland (vereniging

Door van alle producten die in Europa worden gemaakt of geïmporteerd op onderdeel- niveau te eisen welke zeer zorgwekkende stoffen er in zitten, dreigt een enorme administratieve

3 Anisotropic Etching of Rhodium and Gold as the Onset 27 of Nanoparticle Formation by Cathodic Corrosion. 2 Anisotropic Etching of Platinum Electrodes 11 at the Onset of