• No results found

Interview vragen voor de sectormanagers.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Interview vragen voor de sectormanagers. "

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

I

Bijlage 1:

Interview vragen voor de sectormanagers.

De samenstelling van de vragenlijst is in de loop van de gesprekken iets gewijzigd omdat gebleken was dat een aantal vragen minder relevant waren om aan iedereen te stellen. Ook bevat de vragenlijst onderwerpen die minder aan de orde zijn voor de interne analyse maar vanwege efficiëntie en drukke agenda’s van de geïnterviewden meteen behandelt zijn.

1. Kun je een korte beschrijving geven (max 10 woorden) wat jouw sector doet?

2. Op welk gebied komen de meest projecten binnen?

3. Waar hebben jullie de meeste/ specialistische kennis van?

4. Wat zie jij als de sterke punten van je sector?

5. Wat zijn de sterke punten van een bedrijf als Infram, en op welk gebied onderscheidt het bedrijf zich van concurrenten?

6. Kun je iets zeggen over de (formele) structuur binnen jouw sector en Infram?

Hoe worden planningen gemaakt, controles uitgeoefend en wat voor een coördinatie mechanismen zijn er?

7. Wie kunnen als leveranciers voor Infram gezien worden?

8. Wat zijn de belangrijkste concurrenten van Infram?

9. Hoe staan klanten tegenover producten, hoe zien zij de producten van Infram en waarom denk jij dat ze juist voor Infram kiezen.

10. Heeft Infram patenten op eigen ontwikkelde methodes en dergelijke waarmee ze zich onderscheiden van anderen?

11. Wat voor buitenlandse activiteiten heeft de sector (en waarom)?

12. Waarom moet Infram buitenland?

13. Waar liggen volgens jou nog nieuwe kansen? Zowel in het buitenland als op de binnenlandse product markten.

14. Wat zijn verder nog relevante mensen binnen Infram om te spreken?

(2)

II

Interview vragen voor dhr. Hoppenbrouwers

1. Kun je een korte beschrijving geven (max 10 woorden) Infram doet?

2. Op welk gebied komen de meest projecten binnen?

3. Waar heeft de meeste/ specialistische kennis van?

4. Wat zijn de sterke punten van een bedrijf als Infram, en op welk gebied onderscheidt het bedrijf zich van concurrenten?

5. Kun je iets zeggen over de (formele) structuur binnen Infram? Hoe worden planningen gemaakt, controles uitgeoefend en wat voor een coördinatie mechanismen zijn er?

6. Wie kunnen als leveranciers voor Infram gezien worden?

7. Wat zijn de belangrijkste concurrenten van Infram?

8. Hoe staan klanten tegenover producten, hoe zien zij de producten van Infram en waarom denk jij dat ze juist voor Infram kiezen.

9. Heeft Infram patenten op eigen ontwikkelde methodes en dergelijke waarmee ze zich onderscheiden van anderen?

10. Kortom; wat maakt Infram volgens jou anders dan andere bedrijven, wat zijn de sterke punten van het bedrijf ten opzichten van andere bedrijven? !

11. Waar liggen volgens jou nog nieuwe kansen? Zowel in het buitenland als op de binnenlandse product-markten.

12. Wat zijn verder nog relevante mensen binnen Infram om te spreken?

(3)

III

Bijlage 2:

Organisatie profiel Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat (RWS) is de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. RWS werkt aan de bescherming tegen overstromingen en aan schoon en voldoende water voor alle gebruikers. Bovendien bevordert RWS de vlotte en veilige doorstroming van het verkeer. Zowel op het rijkswegennet als op het netwerk van rijkswateren.

De Nederlanders hebben, 2000 jaar worstelend met het water, deze bedreigende situatie omgebogen in hun voordeel. De strategische ligging aan de Noordzee en aan de monding van de Rijn, Maas en Schelde maakt Nederland tot distributieland bij uitstek. Goederen uit alle werelddelen worden naar Nederland gevoerd en

getransporteerd naar het Europese achterland. Via de drukste snelwegen en de drukst bevaren vaarwegen ter wereld:

Het hoofdwegennetwerk dat Rijkswaterstaat aanlegt, beheert en onderhoudt.

Rijkswaterstaat ontwikkelt zich tot een dienstverlenende organisatie voor wie via het hoofdwegennet van A naar B wil reizen. Veiligheid, doorstroming, comfort en betrouwbare informatievoorziening zijn daarbij sleutelwoorden.

Missie

Rijkswaterstaat is een rijksdienst die zorgt voor:

• droge voeten,

• voldoende en schoon water,

• wegen en vaarwegen en

veilig verkeer door:

• scherp te luisteren naar wat de maatschappij vraagt,

• glashelder te maken wat we doen,

• steengoed te zijn en

• dat ook nog leuk te vinden.

Rijkswaterstaat (RWS) heeft de dagelijkse zorg voor vier kerntaken: Nederland beschermen tegen overstroming, zorgen voor schoon en voldoende water voor alle gebruikers, het aanleggen, beheren en onderhouden van de rijkswegen en

rijksvaarwegen, zorgen voor vlotte en veilige doorstroming van het verkeer.

RWS regisseert de uitvoering van het nationale waterbeleid. De dienst zorgt ervoor dat waterkeringen worden aangelegd en in stand worden gehouden.

Tegelijkertijd heeft RWS de continue zorg voor voldoende en schoon zout en zoet water voor alle gebruikers: de natuur, de drinkwatervoorziening, de langbouw, de visserij, scheepvaart, recreatie en industrie.

Het milieuvriendelijk beheren van de watersystemen gebeurt in goed samenspel met collega-ministeries, provincies en waterschappen.

RWS regisseert de uitvoering van het nationale verkeers- en vervoersbeleid. De

organisatie zorgt voor de vlotte en veilige doorstroming van het verkeer. Verkeer

vraagt om infrastructuur. RWS werkt aan het optimaal beheren, ontwikkelen en laten

(4)

IV

functioneren van het circa 3000 kilometer lange netwerk van snelwegen en het 2200 meter lange hoofdwatersysteem in ons land.

RWS zoekt naar de veiligste, milieuvriendelijkste en efficiëntste manieren om de bestaande infrastructuur optimaal en duurzaam te benutten. Hij wil een betrouwbare partner zijn voor de weggebruiker die via het hoofdwegennet van A naar B wil reizen.

Veiligheid, doorstroming, comfort en betrouwbare informatievoorziening zijn daarbij sleutelwoorden.

Hoofdkantoor Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het bestuur van de organisatie en de ontwikkeling van strategie en beleid.

De leiding van de Rijkswaterstaat is in handen van de hoofddirectie. De hoofddirectie stuurt, onder leiding van de Directeur-Generaal de Rijkswaterstaatsorganisatie aan.

De hoofddirectie wordt daarbij ondersteund door het Hoofdkantoor van Rijkswaterstaat in Den Haag.

Het Hoofdkantoor omvat de directie Uitvoering en de directie Kennis en

ontwikkeling, alsmede een groot aantal stafafdelingen van de Directeur-Generaal.

Directie Uitvoering

De directie uitvoering zorgt voor eenheid, afstemming en planning van de

uitvoerende taken van RWS. Samen met alle betrokken partijen ontwikkelt de directie landelijke en regionale uitvoeringsprogramma's. Daarin zijn afspraken vastgelegd over: de voorbereiding, de financiering, de aanleg, het beheer, onderhoud en de bediening van de infrastructuur. De regionale directies en de Bouwdienst

rijkswaterstaat zijn verantwoordelijk voor een goede uitvoering ervan. De directie Uitvoering ziet daarop toe, houdt het overzicht en faciliteert de uitvoerende directies.

Directie Kennis en ontwikkeling

De directie Kennis richt zich op het behouden, vergroten, innoveren, verspreiden, delen en doelmatig toepassen van kennis. Het gaat daarbij om de kennis die nodig is om de taken van RWS en het ministerie van Verkeer en Waterstaat adequaat uit te voeren. Samen met alle betrokken partijen ontwikkelt de directie kennisprogramma's.

De zes specialistische diensten zijn verantwoordelijk voor een goede uitvoering daarvan. De directie Kennis ziet daarop toe, houdt het overzicht en ondersteunt de specialistische diensten. Daarnaast ontwikkelt de directie Verkeer en Waterstaats- brede visies op kennisbeleid en kennismanagement, het buitenlands beleid en het

beleid van RWS op het gebied van de informatietechnologie

Verder bestaat Rijkswaterstaat uit tien regionale directies en de specialistische diensten.

Regionale directies

De kern van RWS wordt traditioneel gevormd door regionale directies. Elke regionale directie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en aanleg van de

hoofdinfrastructuur in het eigen beheersgebied en voor de praktische uitvoering van het beleid. De landelijke spreiding van RWS biedt elke regio een herkenbaar

aanspreekpunt van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.

(5)

V

De regionale directies:

• Directie Noordzee

• Directie Noord-Nederland

• Directie Oost-Nederland

• Directie Utrecht

• Directie IJsselmeergebied

• Directie Noord-Holland

• Directie Zuid-Holland

• Directie Zeeland

• Directie Noord-Brabant

• Directie Limburg

De specialistische Diensten

De zes specialistische diensten van Rijkswaterstaat (RWS) ontwikkelen de kennis die nodig is voor de beleidsvoorbereiding en uitvoering van de RWS-taken. De kennis wordt ter beschikking gesteld van alle diensten van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en -binnen randvoorwaarden- ook aan overige ministeries, het

bedrijfsleven en het onderwijs.

De Dienst Weg- en Waterbouwkunde (DWW) is de adviesdienst voor techniek en milieu voor de weg- en waterbouw. De dienst onderzoekt, adviseert en draagt kennis over op dat gebied.

De Bouwdienst is het ingenieursbureau van Rijkswaterstaat. De dienst ontwerpt grote projecten en begeleidt de uitvoering ervan. De Bouwdienst voert beleidsanalytische studies en technische audits uit.

De Meetkundige Dienst (MD) levert geografische informatie in de vorm van kaarten, topografische bestanden en modellen. Ook onderhoudt zij het nulniveau voor

hoogtemetingen in Nederland (NAP-vlak). De MD adviseert over specialistische zaken als geografische informatiesystemen, remote-sensing en informatietechnologie.

De Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) ondersteunt het ontwikkelen van het verkeer- en vervoerbeleid. De dienst houdt zich bezig met verkeerstechniek,

verkeersveiligheid, en verkeersmanagement, maar ook met goederenvervoer en logistiek, openbaar vervoer, milieu, ruimtelijke ordening, individueel vervoer en gegevensverzameling en -verwerking.

Het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) levert adviezen en gegevens voor een duurzaam gebruik van riviermondingen, kust en zee. Het RIKZ onderhoudt en verspreidt daartoe de kennis en gegevens.

Het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling

(6)

VI

(RIZA) onderzoekt en adviseert op het gebied van integraal (zoet)waterbeheer en het herstel van watersystemen. Ook adviseert het RIZA over vergunningen voor lozingen van afvalwater.

(www.rijkswaterstaat.nl)

Voor de duidelijkheid wordt hier het gehele organogram van het ministerie van Verkeer en waterstaat gegeven waar Rijkswaterstaat verder in uitgewerkt wordt.

Minister Staatssecretaris

Secretaris Generaal

DG- Goederenvervoer

DG- Personenvervoer

DG- RWS

DG- Luchtvaart

DG- Water

KNMI Inspectie

V&W

10 Regionale Directies

- Noordzee - Noord Nederland - Oost Nederland - Utrecht - Noord-Holland - Zuid-Holland - Zeeland - Noord-Brabant - Limburg - IJsselmeergebied

6 Specialistische Diensten

- MD - RIZA - DWW - Bouwdienst - RIKZ - AVV Hoofdkantoor Rijkswaterstaat

- Directie Kennis en Ontwikkeling - Directie Uitvoering

- Stafdiensten

(7)

VII

Bijlage 3:

Organisatieprofiel Waterschappen

Waterschappen zijn overheidslichamen met een beperkte taakstelling. Deze

taakstelling omvat de zorg voor waterkering, het beheersen van het waterpeil en de zorg voor de kwaliteit van het water.

Waterschappen zijn net als het Rijk, de provincie en de gemeente overheidslichamen.

Wat het waterschap onderscheidt van provincie en gemeente is zijn taak. Bepalend voor het waterschap is zijn taak (of functie); deze taak ligt altijd en uitsluitend op het gebied van de waterstaatszorg. Het begrip waterstaatszorg kan worden omschreven als

‘dat deel van de zorg van de overheid dat betrekking heeft op de kering van het water, de waterhuishouding en de wegen (land- en vaarwegen), en dat als zodanig gericht is op de bewoonbaarheid en de bruikbaarheid van de bodem en de bescherming van het leefmilieu’. Deze beperking van de taak maakt het waterschap tot een lichaam van functionele decentralisatie. De hoofdtaken van het waterschap zijn de zorg voor waterkeringen en de zorg voor de lokale en regionale waterhuishouding. Daarnaast kan het waterschap belast zijn met de zorg voor (vaar-) wegen. Hierbij moet wel vermeld worden dat ook het rijk, de provincies en de gemeenten taken op het terrein van waterstaatszorg hebben. Het waterschap heeft dus geen monopoliepositie op het gebied van de waterstaatszorg. Provinciale Staten, die als regel het waterschap onder goedkeuring van de Kroon reglementeren en oprichten, bepalen welke taken het waterschap in concreto uitvoert (Havekes 1991:15)

De begrenzing van het waterschap wordt primair bepaald door waterstaatkundige factoren. Dit kan betekenen dat de grens van een waterschap niet altijd de

gemeentegrenzen of provinciegrenzen volgt. De grens van een waterschap kan dus door provincies of gemeenten lopen. Tevens is het mogelijk dat één gebied onderdeel is van meerdere waterschappen (bijvoorbeeld als deze waterschappen verschillende waterstaatkundige taken hebben)

Het waterschap kan een vijftal taken vervullen.

De waterkeringszorg: de zorg voor de waterkering is gericht op de

bescherming van het gebied van de waterschappen en de instandhouding van de onroerende zaken in dat gebied. Bij deze taak wordt aan de ingezetenen en de eigenaren van gebouwde en ongebouwde zaken een belang toegekend.

Het waterkwantiteitsbeheer: de zorg voor de waterkwantiteit is gericht op de bescherming en op het gebruik van het gebied. Bij deze taak hebben de

eigenaren van gebouwde en ongebouwde onroerende zaken, pachters en ingezetenen een belang. Het gaat hierbij om zaken als bescherming tegen wateroverlast, en het belang van een goed waterbeheer.

Het waterkwaliteitsbeheer: Op grond van de Wet Verontreiniging

Oppervlaktewateren (WVO) wordt alle lozers van afvalwater een heffing

opgelegd. Dit betekent dat de ingezetenen als vertegenwoordigers van de

huishoudelijke vervuilers, en de gebruikers van het bedrijfsgebouwd, als

vertegenwoordigers van de industriële vervuilers, in de betaling worden

betrokken.

(8)

VIII

De volgende twee taken zijn geen echte ‘waterschapstaken’, deze taken kunnen echter om doelmatigheidsredenen aan het waterschap worden toevertrouwd:

Het wegenbeheer: Het wegenbeheer is een taak die principieel door lichamen van algemeen bestuur (Rijk, provincie of gemeente) moet worden uitgeoefend. Om doelmatigheidsredenen kan deze taak echter aan waterschappen worden

overgedragen. Dit is het geval in Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland. De kosten die voor het wegenbeheer worden gemaakt worden ten dele uit de algemene middelen vergoed, omdat bij de uitvoering van deze taak in belangrijke mate

‘bovenwaterschappelijke’ belangen worden gediend.

Het vaarwegenbeheer: Vaarwegenbeheer is evenals het wegenbeheer een taak die in principe bij het algemeen bestuur behoort en voor het waterschap oneigenlijk is.

Reden hiervoor is dat in zeer sterke mate ‘bovenwaterschappelijke belangen’ bij deze taak zijn betrokken. Het waterschap kan om doelmatigheidsredenen deze taak

uitvoeren. De kosten hiervoor moeten echter worden vergoed door de delegerende instantie.

Het algemeen bestuur van een waterschap bestaat uit een afvaardiging van belanghebbenden binnen het gebied dat het Waterschap beslaat. Deze belanghebbenden zijn verdeeld in 4 categorieën:

• Ingezetenen (alle inwoners uit het verzorgingsgebied)

• Bedrijfsgebouwd (vertegenwoordigers van bedrijven)

• Ongebouwd (eigenaren van landbouwgrond, natuurterrein, e.d.)

• Gebouwd (onroerend goed eigenaren)

Het dagelijks bestaat uit de dijkgraaf en een aantal heemraden. De heemraden worden gekozen uit en door het algemeen bestuur. De dijkgraaf wordt met koninklijke

goedkeuring benoemd door de rijksoverheid, voor een periode van zes jaar.

(9)

IX

Bijlage 4:

Taken van Infram in projecten:

Ter verduidelijking van het werkveld van Infram worden hier een aantal voorbeelden gegeven van projecten en wat daarbij de taken van Infram zijn geweest.

Beheer en onderhoud van kunstwerken: De kostenkengetallen in de

referentiedocumenten eenduidig en beheersbaar maken. Dit betekent onder andere een uniforme opbouw van een kostenkengetal en hetzelfde prijspeil voor alle kosten.

Opdrachtgever: Bouwdienst Rijkswaterstaat, Projectbureau KuBOS (kunstwerken beheer en onderhoudssystematiek)

Beheer en onderhoudsplannen viaducten: Inhoud van de beheerplannen,

beschrijving kunstwerk met haar onderdelen, uitgangspunten voor instandhouding en inspectie, onderhoudsplan, inspectieplan, 0-inspectie vanuit DISK,

inspectietekeningen en revisietekeningen.

Opdrachtgever: Bouwdienst Rijkswaterstaat

Beheerplan Waterkeringen: De beheerplannen vormen het kader voor de

vergunningverlening voor activiteiten op of nabij de waterkeringen. Teven biedt het beheerplan, met de visie als uitgangspunt, de structuur voor een planmatige uitvoering van het beheer en onderhoud van de waterkeringen op de middellange termijn.

Opdrachtgever: Waterschap Wilck en Wiericke

Implementatie Beheersplan Nat: Enerzijds het inhoudelijk advies leveren op grond van haar kennis over het beheer en onderhoud van natte infrastructuur en anderzijds procesmatig advies vanuit haar kennis over de bedrijfsvoering. Daarnaast het begeleiden van de directie bij het opstellen van alle onderdelen van het Beheersplan Nat.

Rijkswaterstaat: Directie Oost Nederland

Instandhoudingplan Prinses Beatrixsluis: Inhoudelijke advisering en het verwerken van gegevens tot een gebundeld plan en een sterke nadruk op de procesbegeleiding.

Opdrachtgever: Rijkswaterstaat, directie Utrecht.

Opstellen afdelingsplannen: Het opstellen van afdelingsplannen voor de ‘natte’

afdelingen bij Rijkswaterstaat en instrumenten te ontwikkelen/implementeren op basis waarvan bijsturing op de uitvoering van het werkpakket mogelijk is.

Opdrachtgever: Rijkswaterstaat, directie IJsselmeergebied.

Implementatie TISBO-1: TISBO staat voor Technisch Informatiesysteem Beheer &

Onderhoud. Infram was betrokken als implementatie begeleider bij het project. De Taken hadden zowel een strategisch als een operationeel karakter. Deze liepen uiteen van het meewerken aan de ontwikkeling van een implementatiewijze tot het

begeleiden van de eindgebruikers op locatie. De combinatie van materie-inhoudelijke kennis en kennis van de processen en organisatie leidde tot een meerwaarde binnen het project.

Opdrachtgever: Rijkswaterstaat Bouwdienst, TISBO.

(10)

X

Integrale Systeem analyse DSS RamCo: De opdracht was het ontwikkelen van een prototype beslissingsondersteunend systeem (DSS) voor duurzaam kustzone beheer in Zuidwest Sulawezi. Infram had in dit project de taak het systeem te ontwerpen, het macro-model te bouwen en te kalibreren en de documentatie van de systeemmodellen te verzorgen.

Opdrachtgever: Project is uitgevoerd in het kader van het Land Water Milieu Informatietechnologie-programma (LWI).

Een DSS voor het stroomgebied van de Elbe: Voor het Ontwikkelen van het DSS is zowel een nauwe samenwerking tussen de partners vereist als met de potentiële eindgebruikers. Infram is in dit project verantwoordelijk voor de algehele project coördinatie en het management, en het opzetten van de bibliotheekfunctie.

Opdrachtgever: Bundesanstalt fur Gewasserkunde, Duitsland.

Concretisering Informatiebehoefte: Doel van het project is het operationaliseren van de MS2000+ voorgestelde methodiek die eraan bijdraagt de vraag naar informatie van de klanten van de Meet- en informatiedienst te concretiseren. Het opleveren van een blauwdruk van de hiervoor te stellen vragen en het uitwerken van enkele casussen tot op detailniveau. Het resultaat was het opstellen van een concrete informatie

aanbieding voor de volgende informatie vragen: Monitoring van drijflagen (algen);

database zandwinlocaties; overzicht stortlocaties voor baggerspecie; beheer van een database t.b.v. natuurmonitoring.

Opdrachtgever: Rijkswaterstaat, Directie IJsselmeergebied, Meet- en Informatiedienst.

Ontwikkeling informatiesysteem BOPPER 4.0: Infram was onderaannemer bij Origin in verband met de bekendheid met het Beheerplan Nat, de bedrijfsvoering van Rijkswaterstaat, de beheerde gegevens in BOPPER en het gebruik ervan.

Opdrachtgever: Origin/Nederland b.v. (opdrachtgever Origin: Rijkswaterstaat, Dienst

Weg-, en Waterbouwkunde).

(11)

XI

Bijlage 5:

Beheercycli en Infram

De belangrijkste afdelingen van Rijkswaterstaat met hun functies worden hier besproken. Dit zijn de regionale directies en de specialistische diensten.

Elke regionale directie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en aanleg van de hoofdinfrastructuur in het eigen beheersgebied en voor de praktische uitvoering van het beleid.

De zes specialistische diensten van Rijkswaterstaat (RWS) ontwikkelen de kennis die nodig is voor de beleidsvoorbereiding en uitvoering van de RWS-taken. Voor een uitgebreide functie omschrijven wordt verwezen naar de bijlage.

Binnen Rijkswaterstaat levert de sector kennissystemen aan die diensten die gericht zijn op het inwinnen van gegevens; meetdiensten.

Andere belangrijke klanten zijn de universiteiten en kennisinstellingen. Deze vervullen in het buitenland een zelfde functie en worden hier dus niet verder behandelt

Voor de sector Engineering (infradevelopment) zijn die afdelingen (binnen Rijkswaterstaat) belangrijk die zich bezig houden met het ontwikkeltraject; die planstudies en verkenningen voor projecten maken.

Binnen het ministerie van verkeer en waterstaat zijn een aantal andere DG’s ook nog belangrijke klanten. Bijvoorbeeld het DG personenvervoer en DG water.

Infradevelopment richt zicht dan vooral op de grote ontwikkelprojecten. De Hoge snelheidslijn is hier een voorbeeld van. (bijlage 3)

Beheer en onderhoud is een van de vier primaire processen binnen Rijkswaterstaat.

Het bedrijfsproces waarin het beheer door Rijkswaterstaat gestalte krijgt, bestaat uit drie hoofdprocessen.

Onderbouwing Programmering Uitvoering

Hier kan tegenwoordig een vierde proces aan toegevoegd worden in de vorm van Evaluatie.

Dit besturingsmodel is een schematische weergave van de drie hoofdprocessen welke doorlopen worden bij het beheer.

Het is een cyclisch besturingsmodel aangezien het proces een terugkerend karakter

heeft. Het proces start bij de onderbouwing van de maatregelen die nodig zijn voor

instandhouding en voor aanleg- en verbetering. Vervolgens worden de pakketten

maatregelen, de programma’s, in het hoofdproces programmering vastgesteld. Na

uitvoering van de geplande werkzaamheden is de cyclus rond.

(12)

XII Beheercyclus Rijkswaterstaat

Op de volgende pagina is bovenstaand schema opgenomen en ingevuld met de productgroepen van Infram en waar deze zich bevinden binnen het werkveld.

Onderbouwen

Programmeren

Uitvoeren

Evalueren

Werkveld Infram

(13)

XIII

Program meren

Onderbo uwen

Evalueren

Uitvoeren

Werkveld van Infram Tec hn isch a dv iezen waterke riningen

Verke nningen Pla nstud ie s Projec t en proc e sma nage m ent Risico beheersing

Ontwikkeling nieuwe metho

di e ken

Normen, Leidraden

MER

Au d its, reviews Coa sta l zo ne ma na ge ment

Beleid Toe tsing ob je cten

Kennis, o nd e rzoek

Beleid

Richtlijne n

Instrume nte n

Ma na ge m e nt Uitvo ering en en p lanning

Ontwerpen van Kennissystem en

Op tima lisering va n informa tie vo orziening

Ad visering over to ep a ssing va n monito ringste chnieken Im p le me nta tie va n

b e he ersystem e n

Prod u ctgroep e n Kennissystem en Prod uctgroep e n Bestuur en Behe er Prod u ctgroepe n Enginee ring

Toe pa ssing p rod uctg roe pen Infra m in Be hee rc yclus (RWS)

BEHEERCYCLUS

De hoofdtaken van het waterschap zijn de zorg voor waterkeringen en de zorg voor de lokale en regionale waterhuishouding. Daarnaast kan het waterschap belast zijn met de zorg voor (vaar-)wegen.

Het beleids- en beheerproces wordt binnen de Waterschappen in de volgende cyclus gezet. Deze cyclus, die geïntegreerd is met de beheerplannen, is hieronder

weergegeven.

(14)

XIV

Jaarlijkse bedrijfsvoeringcyclus volgens het BBP, geïntegreerd met de beheerplannen

Deze bedrijfsvoeringcyclus kent veel overeenkomsten met. De gebieden

programmeren en onderbouwen komen sterk terug. Er ligt echter veel minder nadruk op de uitvoering en de evaluatie.

Buiten Rijkswaterstaat en de Waterschappen gaat het nog om projecten als Rotterdam Mainport 2 en de Westerscheldetunnel. Deze projecten bevinden zich uiteraard wel binnen het werkveld van Infram maar vallen niet in een van de bollen.

Infram zal op een buitenlandse markt dus op zoek moeten gaan naar instellingen of bedrijven met soortgelijke functies. Daar kunnen namelijk goede kansen liggen voor Infram. De bedrijfsprocessen van Rijkswaterstaat en de overige cycli zoals als deze bij de waterschappen en andere projecten te identificeren zijn, vormen hier een

belangrijke leidraad voor.

Nationaal en

provinciaal beleid Doelstellingen t.a.v. de taken (strategische visie)

MEERJAREN -RAMING

BEHEERPLAN(NEN)

Nationaal en provinciaal beleid

TUSSENTIJDSE RAPPORTAGES

BUDGETTEN

BEGROTING JAARREKENING+

JAARVERSLAG

o.a. sectorenplannen evaluatie +

bijstelling

uitvoering

budgettering begrotings-

wijziging evaluatie +

bijstelling

middellange-termijnplannen

(15)

XV

Bijlage 6:

Aanvullende informatie over Tsjechië

In deze bijlage is aanvullende informatie te vinden die niet direct thuis hoort in het onderzoek maar wel relevant kan zijn voor Infram bij een benadering van de

Tsjechische markt. Er staan eerst nog wat algemene feiten over de Tsjechische markt in gevolgd door een aantal relevante websites.

Nogmaals de gegevens van Tsjechie op een rijtje gezet:

Enkele nuttige websites:

http://www.opening-markets.com

: Website van Eastwards, met uitgebreide handelsinformatie, niet alleen over Tsjechië, maar ook over Bulgarije, Hongarije, Polen, Rusland, Servië en Montenegro, Oekraïne en Roemenië. Tevens de mogelijkheid om Eastwards in te schakelen bij het zoeken van een partner.

http://www.odci.gov/cia/publications/factbook

: CIA World Factbook 2002, een klassieker onder de websites. In de scrollbar bovenaan kiest u Czech republic. U krijgt dan in een notendop de belangrijkste gegevens op vlak van de geografie, de politiek, de internationale verhoudingen en de economie.

http://www.mac.doc.gov/eebic/countryr/czechr.htm:

Website van het US Department of Commerce's Central and Eastern Europe Business Information Centre, met een

Oppervlakte: 78.864 km² (ca 2,6 x België) Bevolking: 10,3 miljoen

Belangrijkste steden:

Praag (1,2 miljoen inwoners), Brno, Ostrava, Plžen

Buurlanden Duitsland, Polen, Slowakije, Oostenrijk Politiek

systeem:

parlementaire democratie (sinds 1989);

Kamer en Senaat verkiezen de president.

President: Vaclav Havel

Premier: Vladimir Spidla (sociaal-democratische partij) sinds juni 2002

BBP (2001): 56,4 miljard USD BBP/hoofd

(2001): 4.940 USD

Groei BBP: 2001: 3,6%

2002: 3,6% (raming) 2003: 4,4% (prognose) Inflatie: 2001: 4,7% (raming)

2002: 1,3%

2003: 3% (raming) Werkloosheid:

2001: 8,5%

Sectoren: Landbouw: 3,9%

Industrie: 34,2%

Bouw: 4,2%

Diensten: 57,7%

Export (2001): 33,3 miljard USD Import (2001): 36,5 miljard USD

(16)

XVI

algemeen overzicht, sectorstudies, exportreglementering, marktbenadering en heel wat links naar andere interessante websites.

http://europa.eu.int/comm/enlargement/pas/ispa.htm

: Website van het ISPA programma van de Europese Unie. Instrument for Structural Policies for Pre-Accession, ze financieren infrastructurele projecten in toekomstige EU lidstaten waaronder Tsjechië.

http://www.doingbusiness.cz/

:Algemene informatie over de Tsjechische Republiek, overheidsinstellingen en de belangrijkste Tsjechische bedrijven.

http://www.businesslinks.cz/

: Website met allerlei handige links.

http://www.czech.cz/

: Website van het ministerie van buitenlandse zaken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In mijn vorige brief (Kamerstuk 33 576 nr. 3) heb ik u een drietal randvoorwaarden voor een succesvolle introductie van het nieuwe stelsel genoemd, te weten goedkeuring van de

De positieve impact die de aanwezigheid van everzwijnen op de natuur en op andere soorten kan hebben, wordt door de respondenten van Natuurpunt en van Hubertus Vereniging

Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in welke leiderschapspraktijken schoolleiders inzetten om te bevorderen dat geconstrueerde kennis door docentgroepen

In line with the objectives of this study, in Chapter Three, the researcher explored certain pronouncements in Education White Paper 6 Special Needs Education: Building an

Rabbit serum before and after inoculation, when tested in the HI assay together with African grey parrot serum as a positive control, yielded positive HI results for all the serum

bcnchtnarkins and interviews to support a bigger picture (generaliscd modcl). Thc research and results from the pilot project will bc used as input to the

factoren wordt dan niet verdedigd vanwege de juistheid, maar vanwege de bruikbaarheid van het concept.5~ Te onder- zoeken blijft dan de gevoeligheid van de uitkomsten van Vintaf II

Om de oorzaken van eventuele trends te achterhalen, is het aangewezen per rastereenheid een aantal parameters mee te nemen die bepalend kunnen zijn voor de