• No results found

De invloed van de stad op het platte-

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De invloed van de stad op het platte-"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJBEID IN

DEMOCRATIE

%oterdag 27 april 1957 - No ...

De invloed van de stad op het platte-

land

(Zie pag. 3)

WEEKBLAD VAN Of VOLKSPARTIJ VOOR VRUHIID EN DEMOCRATII

Realiteit contra verbleekt idool

A an dit Kabinet ontbreekt een basis. Dit Kabinet heeft in werkelijkheid geen ge- meenschappelijke regeerprogram. Dit Kabinet is niet homogeen en daarom is dit Kabinet niet voor zijn taak berekend.

Wij zeggen niets ten nadele van de bekwaam- heden der individuele ministers. Die zijn groot genoeg. Maar ze vormen geen wezenlijk team.

Onder dit Kabinet zit geen basis; daaronder gaapt een grote politieke kloof. De heer Drees heeft dat de vorige herfst willen loochenen en deze realiteit, die hem voorgehouden werd, zo'n beetje weggewuifd.

Maar de huidige inertie, het onvermogen om tot daden te komen, het zoeken naar alle moge- lijke organen en organisaties, waarachter het Kabinet zoekt weg te schuilen en aan wie het een politiek, die het zelf niet heeft, zoekt te ontlenen, bewijzen het.

Het is een droevige vertoning.

* * *

N een, lezer, dit requisitoir is niet van ons.

Het werd óók niet uitgesproken door hem, die de "leider der oppositie" wordt ge- noemd, maar wiens oppositie hem door sommi- gen hoogst kwalijk wordt genomen.

Het werd neergeschreven door . . . de voor- zitter vç een der "regeringsfracties" in de Tweede Kamer.

Op 1 februari, nog geen drie maanden gele- den, kon men dit lezen in het anti-revolutio- naire dagblad "Trouw", in een hoofdartikel van de hand van dr. Bruins Slot, dat hij de typerende titel verleende: "Droevige verto- ning".

Maar er is meer, van nóg recenter datum.

"Positie Kabinet is uitermate wankel", zo kon men met een vette kop lezen in "De volks- krant" van 19 april j.l.

Daaronder volgde een - ook weer zeer type- rende - parafrase van dit katholieke orgaan van het voorlopig verslag der Eerste Kamer over de begroting van Financiën.

* * *

O ok uit de Eerste Kamer - zo vertelde

"De Volkskrant" zijn lezers in nauwe- lijks verhulde opwinding - is thans ernstige kritiek gekomen op belangrijke onderdelen van de regeringsnota over de bestedingsbeperking.

Uit het voorlopig verslag van de senaat over de begroting van Financiën blijkt, dat vele leden - kennelijk de K.V.P.-fractie, zo deelt

"De Volkskrant" ons mede - allerminst inge- nomen zijn met de aangekondigde bezuinigin- gen door de overheid, de plannen tot belasting- verhoging en het doodzwijgen over het schep- pen van fiscale maatregelen tot bevordering van het sparen.

Enige senaatsleden zijn over het geheel zelfs zó teleurgesteld, dat zij weinig voèlen voor handhaving van hun welwillende houding te- genover dit Kabinet, waarvan zij de positie ,.uitermate wankel'' vinden. ·

. De "vele leden" betwijfelden ernstig, of het door de Regering zo angstvallig nagestreefde evenwicht in de verdeling der lasten bij de be- stedingsbeperking inderdaad wordt verkregen

Het Algemeen Secretariaat van de V.V.D.

zal op Koninginnedag (30 april '57) geslo- tenzija.

door bepaalde belastingen te verhogen. Zij heb- ben ook grote bezwaren tegen blokkering van een deel der landbouwgelden.

Deze senatoren zijn er ten zeerste over te- leurgesteld, dat in de Regeringsnota zelfs geen poging is gedaan, tot enige constructieve bij- drage ten aanzien van het vraagstuk der be- sparingen.

Zij keuren de houding van de Regering in deze af en zij vinden het niet verantwoord, dat dit probleem geheel buiten beschouwing is ge- laten.

Aldus "De Volkskrant".

* * *

A an dit Kabinet ontbreekt een basis, het heeft in werkelijkheid geen gemeen- schappelijk regeerprogram, het is niet homo- geen en het is niet voor

~jn

taak berekend.

Is er een vernietigender uitspraak denkbaar dan deze, afkomstig van de tegenwoordige lei- der der ant.-rev. fractie?

Dezelfde fractie, welke nochtans twee van haar prominente figuren- de een tijdens de jongste Kabinetsformatie zelf voorzitter van deze fractie en de ander oud-lid van de Eerste

KONINGIN JULIANA,

die bij alle politieke strijd, in een parlementaire democratie nuttig en noodzakelijk, en bij alle verscheidenheid op religieus terrein, het sym- bool is van de eenheid der Natie.

Over enkele dagen hoopt ons volk, één in zijn liefde voor Oranje, de verjaardag van zijn Koningin wederom in vrede en vrijheid te

vieren.

\ __________

~_.)

Kamer - in dat niet-homogene, niet voor zijn taak berekende Kabinet zonder basis en zonder regeerprogram, heeft zitten!

Een goed piliticus kent het verleden, leeft in het heden en denkt aan de toekomst.

Wie zal het verbazen, dat de heer Oud, "lei- der van de oppositie", staande voor zijn jaar- rede, in deze omstandigheden inderdaad aan de toekomst (en d, naaste toekomst) heeft ge- dacht?

Wie niet ziende blind en niet horende doof is, zal m o e ten erkennen, dat "uitermate wankel" nog de meest voorzichtige

kenschet~

ting van de situatie is, waarin het vierde Kabi- net-Drees zich bevindt.

In ronde woorden gezegd: dat dit Kabinet de eindstreep van juli 1960 haalt, valt ernstig te betwijfelen.

* * *

W at zal dan, bij de val van het Kabinet, . dienen te geschieden? Een herhaling van het formatie-treurspel van 1956? Een nieuw maandenlang krentenwegen tussen de vertegenwoordigers van steeds meer uit elkan- der gegroeide inzichten, om wederom tot een kwasi brede "samenwerking" te komen?

Niemand, die het

g~looft

en niemand, die het kan wensen!

Een herhaling van het gemodder in de zomer van 1956 zou naar alle zijden funest zijn - voor het land en voor de parlementaire demo- cratie.

Voor ons staat vast: wanneer een Kabinets- crisis, hoe en wanneer dan ook, uitbreekt, zal zij snel moeten worden opgelost. En wij zien daartoe vooralsnog slechts twee mogelijkhe- den.

De eerste is reeds in de zomer van 1956, toen de formatiepogingen voortdurend vastliepen, in het "Handelsblad" bepleit.

Wij bedoelen de formatie van een zuiver extra-parlementair "intermezzo-kabinet", naar analogie van dat van De Geer van 1926,

Aan de oude samenwerking (de "christelijke coalitie") wàs toen een eh;tde gekomen en een nieuwe diende zich, ondanks bijna vijf maanden van formatie-pogingen, niet aan.

Toen kwam jhr. De Geer met zijn extra-par- lementaire "intermezzo-kabinet", dat behalve voor zover het de minister-president betreft, geheel was samengesteld uit buiten-parlemen- taire figuren.

De Geer stelde vast, dat "geen der leden van het Kabinet beschouwd zou mogen worden als daarin vertegenwoordigende de partij, waartoe hij behoort"; dat hij dit optreden beschouwde als een "intermezzo", gedurende hetwelk "de partijen de gelegenheid krijgen zichzelf te zijn en vanuit haar vereenzaamde positie zich op- nieuw tot samenwerking te oriënteren" en dat het Kabinet zou aftreden, zodra zich een nieu- we, homogene parlementaire meerderheid zou blijken te hebben gevormd.

* * *

Z ulk een kabinet, geen binnenskamerse af- spraken en wanstaltig vergroeide com- promissen met zich meeslepend, zou met heel wat minder moeite dan het tegenwoordige tot de door de omstandigheden geboden voorstel- len zijn gekomen. Voorstellen waarvoor het, wanneer deze op de realiteit waren gebaseerd, zeker telkenmale een (misschien een enkele keer wisselende) meerderheid in de Kamers zou hebben verworven:

Wie twijfelt er bijvoorbeeld aan, dat zulk een Kabinet n i et met het wangedrocht der huur- blokkering was gekomen,

maa~

met

ee~.

een- voudig voorstel tot huurverhogmg met blJV. 15 pct, zonder al deze overbodige en belachelijke,

jarenlange rompslomp? .

In redelijkheid kan niemand daaraan twiJfe- len evenmin als aan de zekerheid, dat zulk een vo~rstel een ruime (niet-socialistische) meer- derheid in de Kamers zou hebben verkregen.

Afgezien van de vraag of de keuze van deze formateur nu wel zo gelukkig was, zou prof.

De Gaay Fortman een dergelijk kabinet wel- licht hebben kunnen tot stand brengen, wan- neer hij niet volkomen van de extra-parlemen,;.

taire weg was afgeweken.

(Zie vervolg pag. 2 ondeta&DI}

(2)

c

Flitsen van Het Binnenhof

Betoog van prof. mr. G. de Grooth vindt weerklank- Niet be- knibbelen op uit«)aven voor hoger ollderwiis Personeelsstop wordt opgeheven ·Zelfstandige studie dient al bii het v.h.m.o. aan te vcmgen • NOCJ dit ïaar 100 milioen gulden extra voor onderwiis

• Eventueel belastincJwetitoging • Onderzoek naar lerarensalarissen duurt voort.

H

et pleidooi in de Eerate Kamer van onze ~rwant prof. mr. G. è Grooth voor het hoger onderwijs, heeft weerklank gevonden bij minister Cals, die vorige week antwoordde, dat ook naar zijn mening de ont~keling van het hoger onderwijs in Neeierland in de eerstkomende decennia een saak zal Zijn, waarvan de importantie niet hoog ge- noeg kan worden aangeslagen. Daarom maakte hij zich over de toekomst van bet hoger onderwijs bepaald wel mrgen.

Niet sleehts sal bet aer grote moeite kosten de nodige personele en materiële voorzieningen tijdig te treffen, doch daar- nevens rijst de niet minder belangrijke vraag, aldus de minister, of het mogelijk Bal zijn bij de te verwachten grote uit- breiding van het aantal studenten de ge- varen van massificatie van ons hoger onderwijs, waarop de geachte afgeva.&r'- àigde de beer De Grouth tereebt beeft gewezen, te ontgaan.

Ik kan echter de verzekering geven, dat ik mij tot het uiterste zal inspannen om deze gevaren zo klein UM)gelijk te laten blijven.

* * *

M

et de afgevaardigde de heer De Grooth ben Ik het volkomen eens, zei minister Cals, dat wij op de . investeringen juist in de sectoren van de A&tuurwetenschappen en de technische wetenschappen in de komende jaren niet mogen beknibbelen. Ik besef zeer goed en ik hoop, dat het Nederlandse "n>lk ook zeer goed zal beseffen, dat daarvoor in de eerstkomende jaren zeer belang- rijke offers zullen moeten worden ge- bracht.

Het gaat hier om zeer grote bedragen.

Wanneer ik spreek over de investering per student in de B-faculteit, is een be-

·•rag van f 60.000 per student niet te , hoog geschat. Wat dit betekent met een , verdubbeling van het aantal studenten, behoef ik niet voor te rekenen. In dit licht zal het bedrag van 1500 miljoen gulden als streefcijfer voor een langere , tijd de Kamer niet :110 onwaarschijnlijk

voorkomen.

· Tegelijkertijd wn ik een andere sug- (!'eatie van de geachte afgevaardigde de beer De Grooth sterk ondersteunen.

De geleidelijke overgang van geheel geleide tot geheel zelfstandige studie

•tent zeker al btj het v.h.m.o. aan te vangen.

B

ij de te verwachten uitbreiding vaa het hoger onderwijs Is het duide-

lijk, dat de personeelsstop niet kan worden gehandhaafd, verklaarde minis- ter Cals voorts. De dekanen van de fa- culteiten der :wis- en natuurkunde ach- ten een uitbreiding van de wetenschap- peliJ'ke staven in de komende jaren no- dig met 12 tot 1-i procent.

In de jaren na 1952 hebben wij een percentage kunnen bereiken van onge- veer 6. Het is duidelijk, dat de perso- neelsstop zich met een en ander slecht verdraagt en dat de regering hieruit de eonsequenties zal trekken.

Het besluit om geen nieuw personeel meer aan te stellen, zal dus worden op- geheven. Prof. De Grootb vond geen aan- leiding te repliceren.

• • •

I

n antwoord op opmerkingen van on- ze geestverwante mevr. Schouwe- naar-Franssen, zei minister Cals, dat een klassegemiddelde van 35 te hoog is. Een wetsontwerp tot verlaging van de leer- lingenschaal ligt bij de ministerraad ter behandeling.

Nadat hij mededeling had gedaan van het bereiken van overeenstemming over de onderwijzerssalarissen, waar- mee ongeveer dertig :lllL.:oen gulden per jaar gemoeid zal zijn, ter dekking van de hogere uitgaven, merkte minister Cals op: wanneer Nederland goed on- derwijs wenst - en dat wenst ~ederland natuurlijk - zal men daarvoor ook of- fers moeten brengen.

Als men vraagt om verlaging van de leerlingenschaal, dient men zich te rea- liseren, dat dit meebrengt een verho- ging - volgens de huidige basis van de salarissen - van uiteindelijk 86 miljoen per jaar. Dat bedrag omvat de salarissen, de renten· en de aflossingen, dus de sub-.

sidies, die betaald moeten worden.

• • *

A

ls ik u vertel, zei minister Cals tot de Kamer, dat er dit jaar, bet jaar van de bestedingsbeperking, nog een ab-

soluut onontkoombare suppletoire be- groting op mijn begroting van meer dan 100 miljoen kan worden '9et'Wacht, dan zult u begrijpen, dat de regering op het ogenblik bij beslissingen over bedragen in enige orde van grootte persé daar-

tegenover

moet .telleD: waar

Julal

Ik

het aeld vandaaa?

Derhalve moet men lllch bij het -.raag- lltuk vaa de onderwijllerssalarisaen ook reallsenm, dat dit alleen in bet gehele verband - men kan uiteraard niet zeg- gen: deze belasting is speciaal voor de onderwijzerssalarissen bestemd - moge- lijk is, wanneer ook de bereidheid wordt getoond om, wanneer het niet ander11 kan, over te gaan tot verhoging van de belastingen.·

En hoewel de regering van harte hoopt, dat dergelijke verhogingen tot een minimum kunnen worden beperkt, re- kent zij er op, dat, zoals bij de onderwijs- begroting terecht op die verhoging wordt aangedrongen, bij de bespreking van de middelen, die aan de overheid ter be- schikking moeten worden gesteld, een analoog standpunt zal worden ingeno- men.

'. *

M

et betrekking tot de salarissen van de leraren .herhaalde minister Cals, dat hij bezwaar hàd en heeft te- gen een vergelijking van de leraar met de hoofdingenieur van de Rijkswater- staat, een zeer gespecialiseerde groep in de overheidsdienst.

Als men een vergelijking gaat maken (en een bepaald ~knopingspunt moet er nu eenmaal zijn) dan. moet men car- rière-vergelijkingen gaan maken en dan ligt mijns inziens, aldus de minister, on- der meer een carrière-vergelijking tus- sen de leraar en de ambtenaar-academi- cus, alsmede de wetenschappelijk amb- tenaar, voor de hand.

De geachte afgevaardigde mevrouw Sebouwenaar-Franssen, heeft de hoop uitgesproken, dat uit het onderzoek, dat zal worden ingesteld, spoedig resultaten

MINISTER CALS -···· weerklank ...

zullen voortkomen. Omdat ik weet, al- dus minister Cals, boezeer deze kwestie leeft in het land, moet ik hieraan een waarschuwend woord toevoegen. Het voorlopig resultaat van de vergelijkin- gen leidt

er

niet toe, dat een verhoging van de salarissen als van zelfsprekend moet worden beschouwd.

J'l APRIL 1110, - PAG. I

Bet voorlopig resultaat

van

een

oo-

derzoek bij drie departementen heeft llitgewuen, dat de mediane salarissen

\l'an academisch gevormde ambtenaren, ook wanneer men rekening houdt met de voorgenomen salarisverhoging voor hogere ambtenaren, nog aanzienlijk lig- gen beneden de huidige leraren-salaria- sen als vanzelfsprekend moet worden beschouwd.

Het voorlopig resultaat van een on- derzoek bij drie departementen heeft uitgewe2en, dat de mediane salarissen van academisch gevormde ambtenaren, ook wanneer men rekening houdt met de voorgenomen salarisverhoging voor ho- gere ambtenaren, nog aanzienlijk liggeil

beneden de huidige lararen-salarissen.

Ik meen deze waarschuwing te moeten laten horen, maar het onderzoek, waal\.

bij ook de ingoeneur en de wetenschap- pelijk ambtenaar wordt betrokken, :t.

nog gaande.

* * *

B

ij de replieken braebt mevrouw Sehouwenaar-Franssen nog eeDII de verdeling van de politieke .zendtijd ter sprake. Zij maakte er weer op atteBt.

dat de AVRO niet de spreekbuis Is der liberalen.

De naam duidt het aan (Algemene Vereniging Radio Omroep). Het is eea algemeen, neutraal omroeporgaan, dat op geen enkele wijze - terecht - de VVD In staat zou stellen haar visie naar voren te brengen. Het lijkt ons logisch en billijk, dat naast de zendtijd van de omroepverenigingen voor de grote geee- telijke en maatschappelijke stromingea er ook een bescheiden zendtijd aan het liberalisme, dat qua omvang en diepte ook een zodanig stroming· ia, wordt toe- gekend.

Wij wensen dus, dat wij onze liberale visie op de feiten van de dag en op grO- te en kleine gebeurtenissen van de dag kunnen geven. Als concrete voorbeel- den wil ik noemen: het landbouwbeleid, de huurverhoging en de langzaam-BaD- . actie in de mijnen.

Staatssecretaris Höppener antwoordde, dat :Pet niet juist is, indien men spreekt over toekenning van zendtijd aan de li- berale stroming. Het gaat in casu over de vraag van het toekennen van zend- tijd aan de politieke partijen, dus b.v.

aan de V.V.D. Ik moge dit ter vermijdiug van misverstand even naar voren bren- gen.

Woensdag j.l heeft de Eerste Kamer de begroting van Justitie afgehandeld, waaraan volgende week aandacht

zál

worden geschonken.

V.v.D

.(Vervolg van pag.

1)

D e andere reële mogelijkheid heeft prof.

Oud in zijn jaarrede genoemd.

De enige partijen, tussen welke, naar zowel bij de Kabinetsformatie als bij talrijke andere gelegenheden is gebleken, een behoorlijke mate van homogeniteit en gelijkgerichtheid bestaat, zijn de A.R. partij en de K.V.P.

O nbegrip bij de een, misverstand bij de ander en bij een derde aperte onwil om ook maar iets anders dan de bij hen tot een soort na-oorlogs idool geworden rood-roomse samenwerking te aanvaarden, hebben in tref- fende eensgezindheid-in-het-negatieve samen- gewerkt om de constructieve gedachten van onze partij- en fractie-voorzitter in een ver- keerd daglicht te plaatsen.

wijst, dat de Russen zenuwachtig beginnen te wol'- den".

Dit is natuurlijk een opvatting en wij hopen vaa harte, dat de heer Moorman gelijk heeft. Het is evenwel de vraag, of men de zaak met deze woorden kan afdoen.

Wij houden in de regel niet van dergelijke "opti- mistische" reactie, omdat zij niet met beide benen op de grond staat. Evenmin heeft het zin om pessi- mistisch te zijn. Wat wel zin heeft is vooral nuchter blijven.

De heer Oud heeft dat duidelijk onderkend en het getuigt van zijn zin voor realiteit dat hij daaruit, los van zijn persoonlijke symp~thie

of antipathie, zijn conclusie heeft getrokken.

Een kabinet, gevormd door katholieken en anti-revolutionairen, is onder de huidige om- stamligheden het enig' denkbare, redelijk homo- gene p a r 1 e m e n t a i r e Kabinet, dat bij een kabinetscrisis snel zou zijn te vormen en bij een juist, zakelijk optreden van een meerderheid in de Kamers voor zijn voorstellen zou kunnen zijn verzekerd.

Tot zekere hoogte zou men ook een dergeitik kabinet zeer wel als een ,,intermezzo-kabinet"

kunnen aanduiden.

Intermezzo-kabinet in dien zin dat ook dit

' '

naar zijn samenstelling:

"minderheidskab~et",

zijn taak als beëindigd zou kunnen beschou- wen, wanneer in de parlementaire praktijk- van-alle-dag een nieuwe, duidelijke parlemen- taire meerderheid zich zou aandienen.

Naar gelang van het karakter dier meerder- heid, zou het bedoelde kabinet dan hetzij kun- nen \Vorden gereorgandseerd op breder

bas~

hetzij geheel door een ander kunnen worden vervangen.

Wij vinden dat jammer, maar zullen er ver- der geen traan om laten.

Het woord is aan de toekomst en die zou hem wel eens - niet voor de eerste maal - volkomen in het gelijk kunnen stellen.

A.VIr '

Ru1sische DreigementPn

D e Russische dreigementen tot verschillende landen van West-Europa gericht hebben in- middels ook ons land tot doelwit gekozen.

Het dreigement komt hierop neer, dat ook ons land het doel zal worden van Russische vergeldings- aanvallen mèt de waterstofbom als de Sovjet-Unie een agressieve aanval te verduren wu krijgen.

Deze dreigementen hebben niet alleen in

on~

land, doch ook in de overige landen van West-Euro- pa nogal wat pennen en tongen in beweging ge- bracht.

Niet alleen de dagbladen waren er van vervuld, doch in ons land heeft ook de staatssecretaris van marine, vice-admiraal H. C. W. Moorman, niet nage- laten op bedoelde dreigementen te reageren.

De

heer Moorman is o.m. van oordeel, "Dat de nieuwe intimidatie-politiek yan het Kremlin er op

Immers, maakt het enig verschil of Rusland

OM

wel of niet dreigt?

Het zal waarlijk, als het ooit zover mocht komen, heus wel. die maatregelen treffen die het van plan is ten uitvoer

te

leggen.

Die dreigingen zijn dan ook absoluut zinloos, op het intimidatie-element na natuurlijk, dat echter op ons Nederlanders toch geen vat heeft.

M.a.w. de Russische dreigementen behoeven ons werkelijk niet extra bevreesd te maken. Nederland

is

nu eenmaal in het N.A.T.O.-verband opgenomen en ons volk weet, dat deze aansluiting belangrijke consequenties met zich meebrengt.

Consequenties bovenal

van

militaire aard. Het weet, dat als het ooit tot een derde wereldoorlog mocht komen, ons grondgebied evenals vele andere landen oorlogstoneel zal worden. Het weet, dat dit ook het geval zal. zijn, al zou Rusland nimmer hebben gedreigd.

Het heeft weinig zin al deze harde feiten door schoon klinkende theorieën te verdoezelen.

Wij hebben als vrije mensen maar één plicht en

dat is nimmer af te laten bij het voortzetten van

de gemeenschappelijke defensie-inspanning van de

vrije, democratische wereld. Die vrijheid zullen wij

tot het allerlaatste toe verdedigen. want zonder

vrijheid heeft ons leven toch geen enkele zin meer.

(3)

f t AI'BIL 1851 - PAO. I

De invloed van de stad op het platteland

Een belangwekkend betoog van mr. W. J. Geertsema op de Jaarlijkse Algemene Vergadering van de V.V.D. te Groningen

De volgende inleider op het congres van de V.V.D. te Gronincen was mr. W. J.

GEERTSEMA, burgemeester van Warffum, die sprak over de invloed van de stad op het platteland. Hij verklaarde waardevolle gegevens voor zijn rede te hebben geput uit de studies van het Sociologisch Instituut te Groningen, dat onder lei- din« van prof. BoUIDMI uitstekend werk doet.

Het vraagstok

iS

geladen met sentiment, doch het is niet verstandig gevoels.

overwegingen te laten gelden; beter is het de oorzaken op te sporen van de ver.

stedelijkblg of urbanisatie van het platteland, welke reeds In de 19e eeuw is be- gonnen en nog steeds om zich heen grijpt. Daarna zal men op weloverwogen wijze naar de middelen moeten zoeken om tot oplossing van dit nijpende probleem te geraken.

Voordien bestond er nog een duidelijk versehii tussen de plattelandssamenleving en de stedelijke. Het leven ten plattelande werd vanouds gekenmerkt door zeer steçke organische bindingen, er bestonden hechte, min of meer natuurlijke ge.

meenschappen. Naast de sterke gezins. en familiebanden, kende men ook de buurt- schap, waaruit vele rechten en verplichtingen voortvloeiden.

Er heerste een grote mate van tradi- tie, vooral ook omdat de contacten met anderen betrekkelijk gering waren en zich op een beperkt terrein bewogen, omda het verenigingsleven van zeer .:eringe omvang was. De bestaande con- tacten waren zeer persoonlijk van aard.

Het leven was er veel rustiger dan in cle stad. Dit overwegend agrarische ge- bied kende het stedelijke prestatie-den- ken niet, dat erop is ingesteld alles eteeds vlugger te willen doen. Men kan nu eenmaal het gras niet sneller laten groeien.

Da promotiekansen waren gering, ook al door het geringe aantal beroepen.

Daarom ontbrak bet onrustigmakende .treven om hoger op de maatschappelij- ke ladder te komen.

Bezit (en dan nog vaak grondbezit) is belangrijker dan inkomen. Rijk en arm hebben tot op zekere hoogte dezelfde leveD88tandaard.

Verbroken isolement

Dan wordt in de 19e eeuw het isole- ment van het platteland doorbroken. Er komen betere verkeersmogelijkheden, er ia een begin van industrialisatie in de ateden. Op de duur schuiven de steden

·als een onafwendbare lavastroom over het platteland. De stedeling, wien de atadsatmosfeer te benauwd wordt, zoekt ontspanning in de vrije natuur en ont- dekt de schoonheid van de oude dorpen en van bet landschap.

De dorpeling wordt de mogelijkheid van een meer intensief contact met de atad geboden. Vele dÓrpelingen, die op het platteland geen emplooi meer kun- nen vinden of niet voldoende kunnen verdienen, zoeken werk in de stad.

Anderzijds komen de werkers in de atedelijke industrieën op het platteland wonen. Zij prefereren het dorp als woon- gemeente boven de stad. Het forensen- instituut, dat een belangrijke invloed heeft gehad op de verstedelijking van het platteland, is onstaan, er komt een uitwisseling van gedachten en onvermij- delijk een verandering in mentaliteit

De plattelander wordt aangelokt door de stedelijke levensstijl, de grotere vrij- heid bij het werken in de stad ten op- Jiichte van de zeer gebonden agrarische arbeid, ook door de hogere lonen en de kansen om vooruit te komen, aangelokt ook door de betere studie- en ontwikke- lingsmogelijkheden in de steden, die uit- zicht boden op een stijgin;; op de maat- IIChappelijke ladder en tenslotte ook door de schittering van de stad, de beste- dingsmogelijkheden en de vermaakindus- trie.

Het prestatie-denken doet zijn intre- de in het dorp, de instelling van de mensen wordt bewegelijker, zij zien meer mogelijkheden. Men houdt er re- kening mede, dat zijn kinderen geschikt moeten worden gemaakt om zich aan te passen aan de stedelijke levensstijl en dat de steden meer kennis en een hogere ontwikkeling eisen.

Ook de dorpsschool moet daaraan wor- den aangepast. Het karakter van het onderwijs ondergaat een enorme veran- dering. Lezen, schrijven, rekenen is niet meer voldoende. Voor de stad is meer nodig. De vroegere koster of school meeerter moet plaats maken voor de jonge, vaak steedse onderwijzer.

Funeste invloed der verzuiling

Een funeste verandering in de platte- landssamenleving is de in steeds ster- kere mate optredende verzuiling, de in- deling naar politieke beginselen. Zij is van stedelijke oorsprong. Bij de oude burendiensten op het platteland was geen plaats voor klasseverschil of god'3- dlenstige tegenstelling.

Zodra echter de hul.~;~verlening ge- schiedt in verenigingsverband door Groe- ne en Witgele kruis enz. doet de ver- zuiling haar intrede en deze tast het an-·

dere verenigingsleven eveneens aan. Dit wordt veelal gestimuleerd door predi- kanten en geestelijken, door oudere nieuwelingen, die uit de stedelijke sfeer in de dorpen komen.

In de laatste tijd wordt dit proces nog versneld door de rijkssubsidiepolitiek, die in vele gevallen plaatselijk vereniginga- werk slechts dan subsidieert, als de ver- eniging is aangesloten bij een landelijke in het zuilensysteem passende organisa- tie.

Predikanten en vooral katholieke gees- telijken ijveren voor bijzondere scholen, terwijl de dorpsgemeenschap de bestaan- de openbare school wil handhaven.

Plattelandssfeer verdwijnt

Andere geestelijke leiders in de dorpen verdwijnen. De oude adellijke families trekken, door financiële nood gedreven, naar de stad. De op het lànd geboren

lm

getogen burgemeesters, secretarissen, ont- vangers, gemeente-ambtenaren, veldwach- ters, enz., dat gezellige dorpse onder-onsje van vroeger Vindt zijn einde.

Anderen, dikwijls met stedelijke levens-

c.a.- ... : ... _,

Mefllffr. l .... H. ltJrfReer, Alexe•M- Itreet 145, Heerfut.

OP EXCURSIE

E

nige maanden geleden is in Schiedam een vrouwengroep opgerichtopgericht. Een aantal leden daarvan heeft nu onlangs een excur- sie gemaakt naar Amsterdam, waar zij door drie Amsterdamse VVD- vrouwen werden ontvangen, wat zeer gewaardeerd werd.

Begonnen werd met een rondvaart door de grachten. Na een gezellige lunch bij de "Noord-Zuid-Holland- sche.. aan het water bij het station, volgde een bezoek aan de effecten- beurs, gevolgd door een kopje koffie aangeboden door de directie. De te- rugtocht ging door de nieuwe stadsge- deelten en later door de bollenstreek.

De excursie was een groot succes en de dames maakten meteen al plan- nen voor een volgende keer.

Rest nog te vermelden, dat de dag enige nieuwe leden opleverde. Nog meer nieuwe leden in Schiedam kun- nen zich opgeven bij mevrouw I. M.

Schade van Westrum-Uytenbogaart, W. de Zwijgerlaan 11, te Schiedam.

Toenadering van de volkeren

I

n Gouda ging men in de geest er op uit. Daar heeft mej. A. Dekker een causerie gehouden over: "De ge- wone man, het dagelijks leven en het wereldgebeuren", zoals zij dat in haar functie bij de KLM leert zien.

Hoewel de geweldige toeneming van het luchtverkeer het steeds moeilij·

ker maakt, is het toch zeer belangrijk dat voortdurend in bijzondere geval- len persoonlijke aandacht aan de

stijl, nemen hun plaats in. Er komen rijksambtenaren op het platteland, vele forensen, op het platteland ontstaan in- dustrieën die veelal een stedelijk georiën- teerde staf meebrengen.

Er ontstaat een vermenging van levens- stijlen. Het ongerept houden van de plat- telandssfeer wordt onmogelijk. Er moeten Dieuwe wegen worden gezocht.

De stelling ,van de stad kun je alleen maar slechts leren", "toen er nog een zuivere plattelandssfeer was, was alles veel beter en prettiger" is niet te hánd- haven. De oude plattelandssamenleving had vele b ~zwaren.

De oude gemeenschappen hadden .een sterk nivellerende invloed op de mensen.

Er was een voortdurende controle op de medemens. Zijn doen en laten werden nauwkeurig gadegeslagen.

Degene, die in het leven vooruit wou komen, die hogerop wilde, werd met ach- terdocht bekeken. De plattelandsbewo- ners waren voor niets zo bang als voor het innemen van een uitzonderingspositie.

Dit werkte verlammend op het nemen van initiatieven.

Tanend verenigingsleven

Hierin moeten wij ongetwijfeld ook de voornaamste oorzaak zoeken van de ge- ringe groei, welke het verenigingsleven op het platteland vroeger kenmerkte.

Men had genoeg aan zijn natuurlijke ge- meenschappen en geen behoefte aan de kunstmatige gemeenschappen in het ver- enigingsleven. Bovendien zouden de be- stuursleden zich in een uitzonderingspo- aitie plaatsen, die zij niet begeerden.

Tenslotte moet men het ook zo zien, dat deelneming aan het verenigingsleven de noodzaak van een persoonlijke keuze met zich meebrengt en dit paste niet in de vroegere collectivistische gedachtenwe- reld.

Een van de belangrijkste krachten in het proces van verstedelijking van het platteland is de afbraàk van de natuur-

luchtreizigers wordt besteed, zo ving mejuffrouw Dekker aan.

Dit kan op verschillende manieren gebeuren. Wanneer een buitenlandse een studie moet maken op een of an- der gebied in Nederland, dan kan dit officieel, waardoor men goed theore- tisch wordt ingelicht. De praktische weg echter, waarin men zich volledig geeft en de gast in de gelegenheid stelt de mensen te leren kennen, geeft beide partijen groter voldoen- ing en vaak contact voor jaren.

Mejuffrouw Dekker overtuigde haar gehoor ook van het grote belang en de noodzaak van grotere toenade- ring in Europa. De Hongaren hadden in november géén militaire hulp ver- wacht van het Westen, wèl dat er een veel grotere morele druk was uitge- oefend. Nu zij onder ons verkeren, ko- men ze er achter, tot hun grote desil- lusie, dat wij het in het Westen onder elkaar niet eens zijn.

Hierdoor zijn zoveel mensenlevens daar verloren gegaan.

Ook Berlijn, de gespleten stad, schilderde zij ons voor ogen. Wat kunnen wij doen? Niet het hoofd in het zand steken maar ons daadwerke- lijk interesseren voor velerlei proble- men en toestanden.

Reeds eerder had spreekster ons ge- wezen op onze verantwoordelijkheid als liberale vrouwen en haar waarde- ring· geuit over het vele werk dat door onze kamerleden op zo'n voor- treffelijke wijze wordt verricht. Hier- na deden foto's en andere gegevens de ronde, waarvan met grote belangstel- ling werd kennis genomen.

Na de pauze werden vele vragen gesteld en uitgebreid beantwoord door mejuffrouw Dekker. De vice- voorzitster dankte de spreekster zeer bartelijk voor haar boeiend en leer- zaam betoog en offreerde haar onder applaus het Goudse souvenir bij uit- nemendheid, de stroopwafels.

M. V. d.

w.-v.

d. H.

27 MEI

U

hebt deze datum toch geno- teerd? Wij rekenen op uw komst in het Berghotel te Amersfoort, gemakkelijk bereikbaar voor ieder- een.

J. H.S.

lijke gemeenschappen en de opbloei ·van bet verenigingsleven.

De stoot hiertoe werd gegeven door de nieuwe, uit de stedelijke levenssfeer ge- komen plattelandbewoners. Zij hadden geen deel aan de oude natuurlijke ge-

~ meenschappen en kenden de kracht. en het genoegen van het verenigingsleven.

Zij namen de leiding daarvan op zich en in vele streken, b.v. ook in Noord-Gro- ningen, berust de leiding voor een belang•

rijk deel in handen van niet ter plaatse geboren en getogen inwoners.

Deze onafwendbare verandering moet niet worden betreurd. De opbloei van het verenigingsleven is een dynami~e

kracht in het proces van sociale struc- tuurveranderingen. Het is de grote kracht van het platteland en doordat het voor een nieuwe aantrekkelijke binding zorgt vormt het het belangrijkste tegenspel tegen de zuigende kracht van de stad.

Ook de oude buurtschap verliest steeds meer terrein en de burenplichten ver- dwijnen. Het verval werd ingeluid bij de komsot van nieuwelingen in het dorp en vrijwel voltooid door moderne maat- schappelijke instellingen als kraamver- zorgster, wijkverpleegster, gezinsver- zorgster, maatschappelijk werkster

ea

begrafenisvereniging. Men kan dit be- treuren, doch men moet het als realiteit aanvaarden.

De verzuiling grijpt op het platteland om zich heen en leidt

tot

een st;eeds verdergaande ontbinding van de dorps- gemeenschap. Het eerste wordt dit na- tuurlijk gevoeld in de zeer kleine dor·

pen. die mede hierdoor dikwijls hun OB- dergang tegemoet gaan.

Wat er gedaan moet worden

Overigens moeten wij de verstedelij.

king van het platteland niet te somber zien. De verstedelijking leidt niet-tot ontvolking. Wel bestaat er gevaar voor ontvolking, indien men niet alle zeileB bijzet om ervoor te zorgen, dat het platteland bewoonbaar blijft. Het plattè.

land mag nimmer als tweede rangs ste-- delijk gebied worden beschouwd. Het moet financieel in staat worden gest~d om op woninggebied, op cultureel

ter.

rein der openbare voorzieningen en ve•

le andere terreinen te wedijveren met de stad. De gehate standplaatsaftrek zal moeten verdwijnen.

In geestelijk opzicht moet men er naar streven nieuwe vormen te vinden voor bet leven van het individu en de g~

meenschap.

Er is geen gevaar voor een totale ver- stedelijking van het platteland. De aard van het werk en de verbondenheid met de aarde zullen hun invloed blijven hou- den en een stempel op de bevolking blij.

ven drukken.

Men moet echter streven naar een vernieuwing. naar een eigen stijl, die zeker geen imitatie van de stad mag zijn, men moet nieuwe waarden zoekell en vooral ook de geestelijke ontwikke•

ling bevorderen. Het eist strijdvaardig.

beid en initiatief om eigen vormen te vinden, doch het is essentieel voor het behoud van een gezonde plattelandssa- menleving.

Op deze wijze kan men ook de zucht naar materiële genietingen, die velen, vooral van de jongeren, een willoos slachtoffer van de stedelijke vermaaJr.:in..

dustrie doet worden, afremmen.

Men moet de jeugd activeren, opdat zij verantwoordelijkheid wil dragen voor het cultureel-verenigingsleven in de meest ruime zin, want de organisatori•

sche binding in het verenigingslevea moet de plaats innemen van de oude ge•

meenschapsbanden.

Indien dit gepaard gaat met een steeds verdergaande verbetering van het woon.

klimaat, dan zullen stad en platteland vreedzaam naast elkaar kunnen blijveil bestaan, besloot spreker.

STALEN

KANTOORMEUBELEN

GlSOLAMPEN

(4)

l t ,.&'PRIL liR - PAG, &

Mr. Yan Riel op ons Congres te Groningen:

Ordenend denken heeft zijn grenzen en men mag zijn kennis in dit opzicht niet overschatten

Probleem der toenemende onkerkelijkheid is een vraagstuk, waar- van men de grote betekenis dient te erkennen

Mr. H. VAN BIEL, oDClervoorzltter der partij, merkte op, dat

zUn

voorgangere 1111e facettea vaa bet probleem ,,Buitengewesten ea Centrum" onpartijdig ea wetenselulppelVk bebben bellebt.

ftana la bet zijn taak het vraagstuk

van

het centrum Dit te bellebten en dat is nog moeDijker dan bet oppervlakkig lijkt, want bet pat Biet alleen om de welvaart, maar ook om de welstand van Nederland,

Hen zal iD het

ooc

moeten vatten, dat economl8cbe factoren een rol spelen bti de spreiding van de welvaart en daarbij mag men niet alleen het nationale

aspect.

maar moet men ook bet Europese iD betlchouwiDg nemen,

WU

moeten trachten ons te handhaven, vooral ten opzichte van Duitsland, dat ned8 een vo01'8prong beeft uit eea oogpunt van organisatie, grondstoffenbezit en · eeonomiscbe mogelijkheden.

ODs land neemt een centrale plaats iD

aan

de monding van de grote rivleren ea wordt gekenmerkt door een aanzienlijke bevolldngstoeneming.

Een actieve emigratiepolitiek wordt gevoerd in een tijd, waarin grote behoefte . . . arbeldskrachted bestaat. Een voordeel is, dat de bevolking snel groeit, vooral

In bet zulden des lands.

Zeeland Friesland en Groningen daarentege~ staan te dien opzichte op een aparte plaats, wat bij het o~twer­

pen van ontwikkelingsplannen m het oog dient te worden gevat. Gelderland, Overijssel en Drente verkeren ongeveer in een evenwichtspositie.

In Zeeland valt het moeilijk een over- schot vaD duizend inwoners op te ne- men. De erva.ring leert immers, dat de mogelijkheid van industrie-vestigiD;g mede wordt bepaald door de aanwezig- heid ' van · een bevolkingsoverschot in

het betrokkeil gebied. Ook het verkeera- probleem is van gr~ belang. ..

De industrialisatie 1s dus afhankeliJk van een voldoènde concentratiE van ar-

beidskrachten - in het bijzonder ge- kwalificeerdè - en kapitaalgoederen.

Ook toeleveringsbedrijven moeten in de naaste omgeving kunnen floreren.

Dit verklaart hèt feit, dat in het Oo~­

ten des lands op de goedkope zandgrond slechts in beperkte mate industrievesti- . ging plaats Vindt .. Wie de vrije keuze

beeft, gaat liever naar .andere streken, waar de grond 40 tot 50 maal duurder is maar de overige ontwikkelingsfacto- :r~n gunstiger zijn. ·

Ook in Europees verband wordt naar streng economische maatstaven geme- ten. Het is daarom duidelijk, dat wel- vaartspreiding :liiet Willekeurig mogelijk is. Men bedenke, dat b.v. de metaalar- beiders ook dochters hebben, die werk behoeven in textiel- of schoenfabrieken.

Daarom ia een evenwichtige bevolkings- opbouw noodzakelijk.

Ook wij liberalen mogen ordenentl denken, getuige onze middenstands- en landbouwpolitiek, maar dat heeft zijn grenzen en wij mogen onze kennis niet overschatten.

Wij hebben te maken met het feit, dat onze bevolking snel toeneemt, maar dat zij ongelijk gespreid is. In wezen be- staan er dus geen onoverbrugbare te- genstellingen, want een land kan niet alleen uit grote steden bestaan, maar heeft ook een goed ontwikkeld platte- land nodig.

Wat het eerder aangestipte probleem der toenemende onkerkelijkbeid betreft, moeten wij bedenken, dat de mens bij brood aUeen niet kan leven. Als libera- len kunnen wij voor dit leve08grote pro.

bleein

geen

oplOIII!Ilng geven, maar wij dienen de grote betekenis te erkennen.

De snelle ontwikkeling van West-Ne- derland vereist een plan van groot for- maat, waárin ook de vereiste aandacbt zal moeten worden geschonken aan de moeilijkheden en mogelijkheden van de andere delen des lands, de buitenge- westen.

In dit licht bezien zal het uitstralinga- verschijnsel van het dichtbevolkte Zuid- Holland op den duur ook voor Zeeland - vooral na het ontstaan van betere verbindingen - een oplossing brengen.

Nieuwe kleine kernen kunnen ook daar de sociologische problemen oplos- sen. Men zal zich moeten kunnen thuis voelen in een eigen geconcentreerd ver- band en de kernvraag, welke om oplos- sing vraagt is dan ook: hoe vormen wij nieuwe ·groepen, waarin de mensen goed kunnen leven.

Daarom zal ook in onze partij volle aandacht moeten worden besteed, waar- mede met de gehouden inleidingen een begin is gemaakt. (applaus),

Discussie

Mevrouw A. J. Roodzant-Huges (Gas- selterboerveen) wees op de verantwoor- delijkheid der geestelijke leiders der plattelandsbevolking. Beïnvloeding van de jeugd heeft over het algemeen wei- nig resultaat.

Grotere welvaart moet gepaard gaan met verbetering van de geèstelijke volks- gezondheid, voor welk probleem zij de belangstelling van de partij vroeg. Hoe is het te verklaren, dat tijdens de bezet- ting wel grote belangstelling voor de kerk kon worden waargenomen?

De voorzitter deed mededeling van het binnenkomen van een telegram van dankbetuiging namens de Koningin in antwoord op het.de dag tevoren verzonden telegram van huldebetoón (applaus).

Dr. A. P. A. Vink (Wageningen) meen- de, dat te sterke nadruk is gelegd op de industrialisatie en vooral op de ontwik- keling der zware industrie. 2;.i. mag de betekenis van de landbouwindustrie niet worden onderschat.

Waarom vindt men in Zeeland geen strocartonindustrie? Waarom wordt in deze provincie het vlas niet zelf ver- werkt?

Technisch-economische verbetering van de landbouw en verbetering van de we- gen op het platteland zijn dringend no- dig.

De heer S. Breebaart (Middenmeer) wees erop, dat in plaats van de stand- plaatsaftrek veeleer een "rimboetoeslag••

zou moeten komen, wil men op het plat- teland voldoende ambtenaren, onderwij- zend personeel e.d. kunnen behouden en aantrekken,

Wanneer men als plattelander stude- rende kinderen heeft, die in de nabije stad de school moeten bezoeken of daar tijdelijk gehuisvest moeten worden, kost dat honderden guldens extra. Ook in ander opzicht is het niet meer juist, dat het leven daar zo goedkoop is, in- te-gendeel,

De heer C. A. Karnmaraad (Middel- burg) antwoordde, dat inderdaad po- gingen tot stichting van een strocarton- fabriek in Zeeland zijn aangewend, doch dat daarvoor geen financieel verant- woorde basis was te vinden. Door mid- del van ruilverkaveling en verbetering van de woningbouw met krot-opruiming kan -het platteland zijn positie zeker ver- beteren.

Mr. W. J. Geertsema (Warffum) wees er nog eens op, dat predikanten en gees- telijken overwegend uit stedelijke sfeer kwamen, waar men aan de verzuiling is gewend. Men moet zich bij deze ver- zuiling niet neerleggen, want zij is fa- taal voor de dorpsgemeenschap.

Beïnvloeding van de jeugl\ is moeilijk, maar blijkt niettemin belangrijk, want bij de ouderen heeft men niet veel kans · meer. Zelfs de ouders zullen meestal niet veel steun geven aan pogingen tot verbetering.

Voor alles Is de opbloei van cultureel verenigingsleven en de daarmee verbon- den kadervorming nodig. Het is juist, dat het leven te plattelande in menig opzicht duurder is dan in de stad.

Mr. H. van Riel ('s-Gravenhage) zei- de, dat het niet alleen gaat over bevor- dering van zware industrie, doch wel is het zo, dat deze dikwijls de andere vor-

men van bedrijvigheid vooruitgaan. Aan de landbouwindustrie wordt genoeg ge- dacht, maar haar markt ia weinig elas- tisch.

In Groningen heeft men te maken met de natuurlijke, organische groei, doch het zou riskant zijn dergelijke onderne- mingen kunstmatig in het leven te roe- pen. De vlas-industrie b.v. is sinds de middeleeuwen in België gevestigd en het heeft dus geen zin daartegen te gaan concurreren.

Men moet zich hoeden voor te veel

· algemeenheden en het vraagstuk niet alleen uit menselijk oogpunt, doch ook op zijn economische en sociale mogelijk- heden beoordelen. Waar woningen ge- noeg zijn, trekken de mensen heen. Dat is een uitzondering op de regel. Werk- bare oplossingen aan de hand te doen is moeilijk.

De natuur van de mensen en hun wel- stand zijn van invloed op hun gedra- gingen, ook in kerkelijk verband. Het gaat velen nu te goed en daardoor is er te weinig belangstelling voor geestelij- ke vraagstukken.

Vorming van kernen, die reële inhoud hebben, is nodig. Ook hier blijkt het kleine verband van grote betekenis te zijn. Helaas kunnen maar weinigen zich losmaken van massaticatle en vervlak- king.

Onderscheidingsvermogen en goede wil zijn onmisbaar om het platteland zijn waardevolle plaats in onze samenleving te doen behouden. Wat op goede gron- den niet geconcentreerd behoeft te wor- den, moet gespreid worden. In eigen kring voor dit belangrijke probleem een oplossing te zoeken is de zin der libe- rale politiek (applaus),

De voorzitter dankte de inleiders voor hun aandeel in het stellen en belichten van dit belangwekkende probleem, dat hiermede niet is afgedaan, doch aan de orde moet blijven, ook in de afdelingen.

Opnieuw blijkt, dat de toepassing van onze beginselen naar tijd en plaats kan verschillen. Het is dan ook zeker niet zo, dat wij de verdere ontwikkeling van dit vraagstuk maar haar beloop zullen laten (applaus),

Hiermede werd de behandeling van het actuele vraagstuk ("buitengewesten en centrum"), welke met grote aandacht werd gevolgd, afgesloten,

V.d. L.

000000000(;)000000000000000

Klaar als klok

een

P rof, mr. ervaren staatsman. Rijk aan

P. J.

Oud

is

een ervaring, arm aan illusies. In- stemming, van welke zijde dan ook, met zijn Groninger rede, heeft

de

liberale leider stellig niet verwacht. Lofspraak ver- werft men zelden met een scher-

pe diagnose.

. De grote verdienste van Oud's stellingen ligt niet op het vlak der politieke praktijk - een A.R.-K.V.P.-kabinet wordt niet zo licht gevormd - doch in het feit, dat zij alle niet-socialisti- sche partijen hard en duideli}k de realiteit voor ogen brengt.

Want het is in Nederland thans zó gesteld: óf de Katholieke en de Protestants-Christelijke par- tijen brengen

eindelijk

de moed op, gezonde beginselen in het landsbelang te doen gelden, óf dit kabinet-Drees zakt verder

0

af naar een

beleid,

dat op essen-

~

tiële punten door

de P.

v.

d.

A.

1 ::::: wordt gedicteerd. Oud's rede heeft, klaar als een klok, doen horen

hoe

zwak en broos

de

"brede basis" is ge- worden, waarop de regering steunt en

hoe

hoog

de

pri}s

is,

welke thans voor ieder compro-

0

mis betaald wordt.

0 Elseviers Weekblad

~~~ .a~~i~ .1~~7~

Liberaal Mlclclenstalldsforum te Ede trok veel belangstelling

Op initiatief van de plaatselijke mid- denstandscommissie van de V.V.D. is te Ede een liberaal middenstà.ndsforum op..

getreden. Het bestond ult de heren Q.

W. Alberts, lid van de Landelijke Mid- denstandscommissie uit Deventer, m-.

11'. G. van Dijk, lid van de Tweede Ka- mer te 's-Gravenhage, mr. Jr. Portheine,

·gemeenteraadslid te Leiden en M. Vis- ser, voorzitter van de raadsfractie

te

Arnhem, onder leiding van de heer F. L.

van der Leeuw, secretaris van de L.M.C.

uit 's-Gravenhage.

Na een welkomstwoord van de afde- lingsvoorzitter, de heer N. van dea.

Brandhof, tot de talrijke aanwezigen, werden vele vragen aan het forum voor- gelegd. Het oordeel over de regerings- maatregelen tot bestedingsbeperking en het prijsstabilisatiebeleid dew regering was weinig gunstig. Vooral voor de klei- . ne ondernemers zijn de gevolgen ernstig.

De waarde van de S.E.R.-adviezen in economische aangelegenheden werd door het forum niet hoog aangeslagen, maar de oorzaak hiervan ligt in de eerste plaats bij de regering, die onderwerpen voorlegt, welke ook buiten de sfeer van het bedrijfsleven treden en dat meestal zonder dat - zoals blj sociale vraag•

stukken wel geschiedt - de regering haar aanvankelijk standpunt kenbaar maakt en met concrete vraagpunten komt.

Het gevolg daarvan is, dat de S.E.R.

in de verleiding wordt gebracht buiten haar bevoegdheid te treden, waarna de regering zich aan de adviezen bindt en in feite .. geen zelfstandig . beleid meer voert. Dat leidt tot ondermijning van ons democratisch bestel, want regering en parlement komen daardoor in een dwangpositie.

Uitvoerig besprak men de vraag, of men als zakenman kleur mag bekennen.

Het forum antwoordde unaniem beves- tigend.

Het is niet alleen gewenst, maar zelfs noodzakelijk, want anders schakelt een belangrijk deel van vrijzinnig Nederland zich uit en wordt op den duur door eigen schuld onder de voet gelopen. D.e ervaring leert, dat de zakenman geen enkel blijvend nadeel in zijn bedrijf on- dervindt, wanneer hij op passende wij- ze politieke activiteit ontwikkelt.

Het Is een belangrijk onderdeel van de burgerplicht en geen weldenkend mens zal de middenstander het recht ontzeggen deze te vervullen. De geopper- de bezwaren zijn verouderd en worden in confessionele en socialistische krin- gen niet meer geteld.

Het beleid t.a.v. de huurverhoging en de blokkering van de helft daarvan vonden bij het forum slechts afkeuring.

Men zal moeten afwachten, of de con- fessionele partijen onder het socialis- tische juk zullen doorgaan.

Met een dankwoord van de voorzitter werd de geanimeerde vergadering ge- sloten.

Delft

koos nieuwe voorzitter

De afdeling Delft beeft een jaarlijkse algemene ledenvergadering gehouden.

Ir. L. H. Jacobsen werd gekozen tot voorzitter in de plaats van ir. Bakker.

De volgens rooster aftredende be- stuursleden, J. Harro Renaud en C. A. J.

Stoutjesdijk werden als zoda&ig herko- zen, terwijl de heer C. F. Schilling weer in het bestuur werd opgenomen. Leden van de kascommissie 1957 werden Ïl'.

jhr. M. J. Ortt en J. van Vuurde.

Na een uitvoerige discussie over ver- schillende onderwerpen ontvouwde de nieuwe voorzitter een werkprogramma voor de naaste toekomst.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met de gemeenten in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden zijn afspraken gemaakt over het strooien van wegen die in beheer zijn bij Waterschap Rivierenland.. De huidige afspraken

Op basis van mogelijke aanwezigheid van gevaren in diervoedergrondstoffen en diervoeders, mogelijke overdracht van deze gevaren naar dierlijke producten én toxiciteit van de gevaren

In situaties waarbij de parkeerdruk in de openbare ruimte structureel hoog is, maar er nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de parkeervoorzieningen op eigen ter- rein,

Hierbij moet aangetekend worden dat de districtbeheerder in principe wel geïnteresseerd is in wat er zich op opstandsniveau afspeelt, maar dat vaak uit praktische

De vraag van het begin – ‘wat moeten wij doen?’ – vat ik in dit artikel op als het in- nerlijke moeten dat patiënten en hun naas- ten kunnen ervaren in een grenssituatie,

BELANGRIJKE winst aam stemmen uit het zich nu ook in partij-politiek op- zicht emanciperende katholieke volksdeel en uit de aanwas aan jonge kiezers; verlies aan de

In dit onderzoek komt naar voren dat in Wroclaw de interesse voor het socialisme, van voor de val van het ijzeren gordijn, opleef en dat toeristen en bewoners kenmerkende gebouwen

Ze was heel misselijk, had braakneigingen, diarree, en ze had gebeld omdat ze slecht was, ze zei dat ze drie keer op het belletje had moeten drukken eer er iemand kwam en bomma