• No results found

Informatie- en consultatiedocument regulering en ontheffing LNG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Informatie- en consultatiedocument regulering en ontheffing LNG"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Informatie- en consultatiedocument

regulering en ontheffing LNG

(2)

NEDERLANDSE MEDEDINGINGSAUTORITEIT

DIRECTIE TOEZICHT ENERGIE

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

DIRECTIE ENERGIEMARKT

DEN HAAG, FEBRUARI 2006

TEAM NMA:

(3)

1

1.1 AANLEIDING EN DOEL VAN DIT INFORMATIE- EN CONSULTATIEDOCUMENT... 7

1.2 VOORBEREIDING EN OPBOUW VAN HET INFORMATIE- EN CONSULTATIEDOCUMENT... 7

1.3 STATUS VAN HET RAPPORT... 8

1.4 REACTIES EN VERDERE CONSULTATIEPROCEDURE... 8

2 2.1 INLEIDING... 10

2.2 DE NEDERLANDSE GASMARKT... 10

2.3 DE IMPACT VAN LNG OP DE NEDERLANDSE GASMARKT... 11

2.4 MOGELIJKE LOCATIES VOOR DE AANLEG VAN LNG TERMINALS...12

3 3.1 INLEIDING...13

3.2 GASRICHTLIJN EN GASWET...13

3.3 VISIE VAN HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN... 14

3.4 MISSIE EN TAAKOMSCHRIJVING VAN DE DIRECTIE TOEZICHT ENERGIE... 14

4 4.1 INLEIDING... 16

4.2 AFWEGINGEN BIJ HET OPSTELLEN VAN EEN REGULERING... 16

4.3 BELANGRIJKSTE OBSERVATIES EN CONCLUSIES...17

5 5.1 BETEKENIS VAN DE UNIEKE EIGENSCHAPPEN VAN NEDERLAND... 19

5.2 BETEKENIS VAN DE VISIE VAN EZ ...20

5.3 BETEKENIS VAN DE OBSERVATIES EN LESSEN IN ANDERE LANDEN...20

6 6.1 INLEIDING...21

6.2 ALGEMEEN...21

6.3 INITIËLE CAPACITEIT...21

6.4 SECUNDAIRE MARKT:UIOLI ... 22

6.5 KORTE-TERMIJNCAPACITEIT... 23

6.6 TARIEFSTELLING... 24

6.7 INFORMATIEVOORZIENING... 24

7 7.1 INLEIDING...26

(4)

7.3 B.HET INVESTERINGSRISICO IS ZO GROOT DAT DE INVESTERING NIET WORDT GEDAAN ALS ER GEEN ONTHEFFING WORDT VERLEEND... 27 7.4 C.DE INFRASTRUCTUUR IS EIGENDOM VAN EEN NATUURLIJK OF RECHTSPERSOON DIE OP ZIJN MINST QUA RECHTSVORM GESCHEIDEN IS VAN DE SYSTEEMBEHEERDERS IN WIER SYSTEMEN DIE INFRASTRUCTUUR WORDT GEBOUWD. ... 28 7.5 D.ER WORDEN TARIEVEN IN REKENING GEBRACHT AAN DE GEBRUIKERS VAN DE BETREFFENDE INFRASTRUCTUUR...

(5)

Samenvatting

Vanuit de tweede Europese Gasrichtlijn bestaat er regulering op het gebied van installaties voor vloeibaar aardgas (hierna: LNG). Op LNG-terminals in Nederland is de Nederlandse Gaswet van toepassing, die gebaseerd is op deze Europese Gasrichtlijn. De Minister van Economische Zaken (hierna: EZ) is voornemens een Ministeriële Regeling (hierna: MR) te schrijven voor de gereguleerde derdentoegang tot LNG-terminals. Verder is op basis van genoemde EU-Richtlijn en de Nederlandse Gaswet gedeeltelijke tot gehele ontheffing mogelijk van het derdentoegang-systeem. Het uitgangspunt is een situatie waarin derden volledige toegang (third party access, TPA) krijgen tot een LNG-terminal tegen vooraf vastgestelde tarieven, omdat hiermee de marktwerking zoveel mogelijk bevorderd wordt. De Minister besluit een aanvraag voor een dergelijke

ontheffing al dan niet te verlenen (eventueel onder voorwaarden), en baseert zich daarbij mede op een advies van de NMa (Directie Toezicht Energie, hierna: DTe).

Het doel van dit document is om op basis van een globaal reguleringsvoorstel meer informatie te krijgen over zinvolle interpretatie van het derdentoegangsregime en mogelijke ontheffing daarvan voor LNG-terminals. Deze informatie zal EZ benutten voor het opstellen van genoemde MR LNG, en het eventueel verlenen van ontheffing. DTe zal deze informatie gebruiken om te adviseren over de MR LNG en eventuele

ontheffingsaanvragen. Tevens heeft dit document tot doel om aan te geven aan marktpartijen welke elementen omtrent tariefmethoden, contractvoorwaarden en derdentoegang ten minste van belang worden geacht.

Regulering met betrekking tot LNG terminals loopt sterk uiteen tussen de verschillende EU-landen. De uitersten lopen van een sterk gereguleerd regime zonder ontheffingen tot een systeem met uitsluitend ontheffingen. De overheden van verschillende landen vinden in onderstaande drie punten de belangrijkste argumenten om de regulering vorm te geven:

̌ De mate van concurrentie in iedere deelmarkt binnen de gasmarkt van dat land: naarmate de mededinging in een gasmarkt groter is of zal worden, en de verschillende deelelementen van die markt meer competitief zijn of zullen worden, is de noodzaak tot strikt reguleren kleiner. Uitgangspunt voor het opstellen van regulering is steeds dat alleen in die deelmarkt gereguleerd wordt waar onvoldoende marktwerking is. De markt wordt daarbij niet statisch bekeken, maar de marktwerking wordt beoordeeld zowel voor als na de aanleg van LNG-terminals. In een competitieve markt kan milder omgegaan worden met het verlenen van ontheffingen.

̌ De afhankelijkheid van LNG: naarmate een bepaald land meer afhankelijk is van import van LNG (omdat de eigen gasvoorraden bijvoorbeeld beperkt zijn), is er meer noodzaak om LNG import sterk te reguleren en beperkt om te gaan met het verlenen van ontheffingen. De belangrijkste overweging hierbij is de leveringszekerheid van gas in het betreffende land.

̌ Het aantal mogelijke locaties voor de bouw van LNG-terminals: naarmate het aantal locaties waar mogelijk LNG terminals ontwikkeld kunnen worden in een bepaald land beperkter is, is er meer noodzaak om LNG import streng te reguleren en beperkt om te gaan met het verlenen van ontheffingen. Door regulering wordt de onderlinge concurrentie bevorderd en krijgen ook kleinere partijen toegang tot een LNG-terminal.

De gasmarkt in Nederland kenmerkt zich door een aantal unieke eigenschappen en daaruit voortvloeiende ambities. De ambitie om gasrotonde van Noord-West Europa te worden, het feit dat Nederland als

(6)

dat er een beperkt aantal locaties zijn voor de ontwikkeling van LNG terminals leidt ertoe dat EZ en DTe van mening zijn dat een mild gereguleerd regime geïmplementeerd zou moeten worden, waarbij wel strikt omgegaan zal worden met het creëren van een effectieve secundaire markt. Ervaringen uit andere landen leert dat informatievoorziening over beschikbare secundaire capaciteit van groot belang is.

De voorgestelde regulering voor LNG-terminals zal gebaseerd zijn op de wettelijke eisen van redelijkheid, transparantie en een niet-discriminatoire toegang. In hoofdlijnen komt het reguleringsvoorstel op het volgende neer, waarbij wordt aangetekend dat dit nog nader bijgesteld kan worden aan de hand van inzichten uit de consultatie:

̌ Initiële allocatie van capaciteit moet gebeuren volgens het ‘open season’-principe. In een ‘open season’ kunnen geïnteresseerde marktpartijen gedurende een bepaalde periode intekenen op capaciteit. Wanneer de vraag in de markt groter is dan de geplande capaciteit, kan de investeerder kiezen tussen het bouwen van extra capaciteit of pro-rata verdeling van de capaciteit. Lange-termijncontracten worden toegelaten. ̌ Er zullen geen restricties komen voor wat betreft de maximale capaciteit per investeerder of maximaal te

boeken capaciteit.

̌ Niet-gebruikte capaciteit moet worden aangeboden op een centrale secundaire markt volgens een transparant proces.

̌ Of LNG bedrijven een op voorhand vastgesteld percentage van de capaciteit ten behoeve van korte-termijncontracten dienen te reserveren, staat open voor discussie. De overweging is dat door het gebruik van een korte-termijncontracten ook kleinere marktpartijen toegang tot de LNG-terminal krijgen.

̌ De berekeningsmethodiek van de tarieven wordt ter goedkeuring aangeboden aan DTe. De beoordeling wordt gebaseerd op het toetsingskader van DTe, dat stelt dat de tarieven niet-discriminatoir, transparant en niet-excessief moeten zijn. Korte-termijncontracten mogen anders worden geprijsd dan

lange-termijncontracten.

̌ Informatie omtrent tarifering en beschikbare capaciteit dient ex-ante gepubliceerd te worden en real-time aangepast te worden. DTe behoudt zich het recht voor meer gedetailleerde informatie op te vragen.

(7)

1

1.1 Aanleiding en doel van dit informatie- en consultatiedocument

1. Verschillende partijen in Nederland hebben aangegeven plannen te ontwikkelen om op korte termijn te investeren in gasinfrastructuur in Nederland in de vorm van ontwikkeling van LNG-terminals voor de import van gas1. De basisprincipes van het gereguleerde regime worden door het Ministerie van

Economische Zaken (EZ) ontwikkeld in de vorm van een Ministeriële Regeling (MR). 2. De Gaswet biedt de mogelijkheid om voor deze LNG-terminals ontheffing van gereguleerde

derdentoegang te verlenen. Om in aanmerking te komen voor ontheffing, dienen deze projecten aan een aantal in de wet genoemde voorwaarden te voldoen. Bij een aanvraag tot ontheffing brengt Directie Toezicht Energie (DTe) een advies uit aan de Minister of aan deze voorwaarden is voldaan. De Minister beslist over het ontheffingsverzoek. De Europese Commissie kan een veto uitspreken of eisen dat de voorwaarden voor ontheffing gewijzigd worden.

3. Het is van belang dat het beleid van EZ en de uitvoering door DTe goed op elkaar zijn afgestemd. Met behulp van dit document wordt geconsulteerd om de verschillende elementen van LNG-regulering die EZ en DTE van belang achten, extra uit te lichten en meer informatie daarover te verkrijgen van marktpartijen. Tevens wordt een voorstel gedaan voor een beoordelingskader voor ontheffingen op deze regulering. 4. Het doel van dit document is om op basis van een globaal reguleringsvoorstel meer informatie te krijgen

over zinvolle interpretatie van het derdentoegangsregime en mogelijke ontheffing daarvan voor LNG-terminals. Deze informatie zal EZ benutten voor het opstellen van genoemde MR LNG, en het eventueel verlenen van ontheffing. DTe zal deze informatie gebruiken om te adviseren over de MR LNG en eventuele ontheffingsaanvragen. Tevens heeft dit document tot doel om aan te geven aan marktpartijen welke elementen omtrent tariefmethoden, contractvoorwaarden en derdentoegang ten minste van belang worden geacht.

1.2 Voorbereiding en opbouw van het informatie- en consultatiedocument

5. Ter voorbereiding van dit informatie- en consultatiedocument hebben EZ en DTe vertrouwelijk gesproken met verschillende partijen met investeringsplannen, experts uit de gasmarkt en toezichthouders op de energiemarkt in andere landen. Op basis van deze gesprekken en op basis van bestaande documenten, hebben EZ en DTe een beeld gevormd van de zaken die bij het ontwikkelen van een reguleringskader betrokken dienen te worden.

6. De opbouw van dit document is als volgt: Hoofdstuk 2 geeft een inleiding op de Nederlandse gasmarkt, de mogelijke impact van LNG op deze markt en beschrijft de unieke eigenschappen en daaruit voortvloeiende ambities van Nederland die bij het opstellen van een regulering in acht genomen moeten worden.

Hoofdstuk 3 beschrijft de randvoorwaarden voor het opstellen van regelgeving die enerzijds het gevolg zijn van de geldende wettelijke kaders (Europese Gasrichtlijn en de Gaswet) en die anderzijds voortvloeien uit de visie van zowel het Ministerie van EZ alsmede de taakomschrijving van DTe. Hoofdstuk 4 beschrijft in

(8)

hoofdlijnen de regulering zoals die in vier andere Europese lidstaten is opgesteld en de belangrijkste lessen die daaruit getrokken kunnen worden. In Hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de betekenis van de belangrijkste conclusies van de vorige drie hoofdstukken voor de regulering. Hoofdstuk 6 beschrijft het voorgestelde gereguleerde regime aan de hand van de volgende onderwerpen: de allocatie van capaciteit, bepaling van tarieven en het publiek maken van informatie. Hoofdstuk 7 beschrijft het voorgestelde beoordelingskader voor de evaluatie van eventuele ontheffingsaanvragen.

1.3 Status van het rapport

7. Dit consultatiedocument betreft een voorlopige analyse van EZ en DTe. De standpunten en analyses in dit document zijn voorlopig van aard en kunnen naar aanleiding van reacties van respondenten worden aangepast. Het document bezit derhalve geen juridische status. De Minister van Economische Zaken, de directeur DTe of de Raad van Bestuur van de NMa zijn aan de inhoud van dit document dan ook niet gebonden.

1.4 Reacties en verdere consultatieprocedure

8. In dit document wordt een aantal vragen gesteld. EZ en DTe verzoeken marktpartijen en andere

belanghebbenden om op deze vragen te reageren. Respondenten wordt gevraagd om hun antwoorden op de vragen zoveel mogelijk te onderbouwen en toe te lichten.

9. Reacties op dit consultatiedocument dienen vóór 10 maart 2006 door DTe en EZ te zijn ontvangen. Deze kunnen bij voorkeur per e-mail worden verzonden naar: DTe-consultatie@nmanet.nl . Reacties kunnen tevens worden verzonden per post:

Directie Toezicht Energie

Onder vermelding van projectnummer: 300064 Postbus 16326

2500 BH Den Haag En naar:

Ministerie van Economische Zaken

T.a.v. de Directeur Energiemarkt, aanleverpunt L/1114 Postbus 20101

2500 EC Den Haag

10. DTe zal de schriftelijke reacties van alle respondenten in beginsel op zijn internetpagina (www.dte.nl) publiceren. Indien (bepaalde delen van) reacties vertrouwelijk zijn, wordt respondenten gevraagd om deze passages duidelijk als zodanig te markeren.

(9)

12. De indicatieve planning voor het directe vervolg op dit informatie- en consultatiedocument wordt in de volgende tabel aangegeven:

1. Publicatie informatie- en consultatiedocument regulering en ontheffing LNG

13 februari 2006

(10)

2

2.1 Inleiding

13. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de Nederlandse gasmarkt met daarin een beschrijving van de volgende elementen: productie, import/export, transport, kwaliteitsconversie, groothandel en flexibiliteit. Daarnaast geeft dit hoofdstuk de mogelijke impact van één of meerdere mogelijke LNG-terminals op elke van de deelelementen van de Nederlandse gasmarkt. Als laatste behandelt dit hoofdstuk de mogelijke locaties in Nederland voor de aanleg van LNG terminals.

2.2 De Nederlandse gasmarkt

14. Nederland kent een hoge gas productie (70-80 bcm/jaar) in vergelijking met het nationaal verbruik (45-50 bcm/jaar). Schattingen voor de toekomstige productie in Nederland wijzen op een afnemende

binnenlandse productie2. Ook in andere Europese landen neemt de gasproductie af, terwijl de vraag naar

gas toeneemt.

15. Nederland heeft een belangrijke exportpositie in de Europese markt verworven sinds de ontwikkeling van het Groningenveld en productie uit de daarna ontwikkelde kleine velden. De huidige afname van

gasproductie leidt tot een mogelijk beperktere exportfunctie van Nederland in Europa. De huidige import van gas (18 bcm in 2004), dient met name voor de doorvoer van gas naar andere landen.

16. Gastransport in Nederland verloopt hoofdzakelijk via leidingen van GTS. Toegang tot alle

transportfaciliteiten is gereguleerd om alle marktpartijen toegang te garanderen. Het omvangrijke Noord-Zuid netwerk (dat voor een belangrijk deel gebruikt wordt voor de doorvoer van gas vanuit Noorwegen naar onder meer België en Frankrijk) wordt op dit moment uitgebreid met een Oost-West verbinding via de BBL interconnector.

17. Nederland kent twee transportnetwerken, namelijk een hoogcalorisch (H-) en een laagcalorisch (L-) netwerk. Kwaliteitsconversie van H-gas naar L-gas vindt plaats op systeemniveau door onder meer het mengen van gaskwaliteiten of het bijmengen van stikstof. Laagcalorisch gas wordt geleverd aan met name de kleinverbruikers in Nederland, Noord-België en Noord- Duitsland.

18. In haar onderzoek naar marktwerking op de groothandelsmarkt in Nederland heeft DTe in maart 2005 geconcludeerd dat het gasaanbod in Nederland grotendeels in handen is van een drietal spelers, waarvan het merendeel van het Nederlandse volume door Gasunie Trade & Supply is gecontracteerd. Gasunie Trade & Supply is in de zomer van 2005 ontstaan na de splitsing van de oude N.V. Nederlandse Gasunie in een leveringsbedrijf en een transportbedrijf. Een kleiner gedeelte van de in Nederland verhandelde volumes verloopt via de zogenaamde TTF-markt (Title Transfer Facility). De liquiditeit op deze markt is vooralsnog beperkt.

19. In het verleden was de N.V. Gasunie verantwoordelijk voor investeringen in voldoende gasopslag, naast de natuurlijke flexibiliteit die verkregen wordt vanuit het Groningenveld. Per 1 januari 2006 is de landelijke

(11)

netbeheerder van het gastransportnet (GTS) aangewezen als alternatieve aanbieder van

gasflexibiliteitsdiensten. Dit omdat de huidige grootste aanbieder van flexibiliteitsdiensten (Gasunie Trade & Supply) een economische machtspositie inneemt op de markt voor dag- en uur flexibiliteit.

2.3 De impact van LNG op de Nederlandse gasmarkt

20. LNG kan een positieve invloed hebben op de leveringszekerheid van gas. De toenemende vraag naar gas kan gedeeltelijk worden opgevangen door de import van LNG. Indien alle aangekondigde import capaciteit grotendeels gebruikt gaat worden, zou dit zelfs tot een verlaging van de vraag naar binnenlandse productie kunnen leiden. Of dit werkelijk gaat gebeuren zal ondermeer afhangen van: de internationale

ontwikkelingen van de gasprijzen, en de ambities van Nederland op de exportmarkt.

21. De komst van LNG terminals in Nederland leidt tot zowel een verhoging van de Nederlandse

importcapaciteit als tot een diversificatie van de aanvoer. Hoeveel van het via LNG geïmporteerde gas werkelijk in Nederland terecht komt, en hoeveel doorgevoerd zal worden naar omringende landen, is onduidelijk. Ook hier geldt dat de ontwikkelingen van de internationale gasprijzen en het al dan niet bestaan van lange termijn levercontracten, van grote invloed zal zijn op de eindbestemming van het geïmporteerde gas.

22. De komst van LNG in Europa zal grote invloed op het transportnetwerk in Nederland hebben. Op dit moment wordt capaciteit gebruikt voor een groeiend volume aan Noord-Zuid transitstromen door

Nederland. De aanvoer van LNG in Nederland en andere landen is een mogelijkheid om deze volumegroei op te vangen3. Mede door de groei van LNG import in Frankrijk en België zal de doorvoer van Noors gas

richting die landen kunnen afnemen. De doorvoer van gas richting Duitsland zal waarschijnlijk toenemen. 23. Een toename in Nederland van hoogcalorisch gas vanuit LNG versterkt de Nederlandse

marktmogelijkheden. Enerzijds kan hoogcalorisch gas worden geconverteerd in laagcalorisch gas. Anderzijds biedt een toenemende stroom hoogcalorisch gas mogelijkheden voor kwaliteitsconversie wat de handelsmarkt ten goede zou kunnen komen.

24. Voor de groothandelsmarkt in Nederland betekent de komst van LNG een additionele bron van gas. Deze diversificatie van potentiële aanbieders brengt een grotere mate van leveringszekerheid met zich mee, alhoewel afhankelijk van afnemers en lange termijn contracten. De invloed op de prijs van gas is minder duidelijk. De spotmarkt voor LNG is langzaam in ontwikkeling. Dit zal op termijn tot gevolg hebben dat de prijzen in Noord Amerika en Europa elkaar kunnen beïnvloeden. Dit betekent echter ook dat verstoringen in de aanvoer op andere geografische markten, mogelijk een invloed hebben op de Nederlandse LNG prijzen. Voor Nederlandse shippers en Nederlandse handelaren biedt de spotmarkt mogelijkheden. Op willekeurige momenten kan een lading LNG gekocht worden en (eventueel via TTF) doorverkocht worden. Dit zal een positieve invloed hebben op de liquiditeit van de TTF markt.

25. Een LNG terminal bestaat uit een drietal belangrijke elementen: een steiger waar boten kunnen aanmeren, tanks voor de opslag van vloeibaar gas en een installatie die LNG omzet in gas. Het omzetten naar gas hoeft geen constant proces te zijn en hierdoor wordt enige mate van flexibiliteit gecreëerd. Op deze manier kan een LNG terminal gezien worden als een alternatieve bron voor uur- en dag flexibiliteit. Door

(12)

terminals bijvoorbeeld enkel tijdens de winter te gebruiken en niet tijdens de zomer, zou eventueel zelfs seizoensflexibiliteit geleverd kunnen worden. Echter de kapitaalintensiteit zal een hoge bezettingsgraad eisen, waardoor vrijwillige leegstaand in de zomer niet waarschijnlijk is.

Vraag 1: Deelt u bovenstaande analyse? Zo nee, op welke punten deelt u de analyse niet en waarom?

Vraag 2: Naast mogelijke positieve invloeden, welke negatieve bijwerkingen van LNG ziet u, op zowel de mededinging als de leveringszekerheid?

2.4 Mogelijke locaties voor de aanleg van LNG terminals

26. Het aantal mogelijke locaties voor de bouw van LNG terminals in Nederland is beperkt tot vier, met een totale maximum import capaciteit van 60 bcm. Drie locaties liggen in Rotterdam, één in Groningen: ̌ Kop van de Beer (Europoort). Deze locatie heeft een maximum capaciteit van circa 18 bcm en

Petroplus heeft momenteel een optie op deze locatie voor de ontwikkeling van 6-9 bcm import capaciteit (initiële capaciteit).

̌ Papegaaienbek (Maasvlakte). Deze locatie heeft een maximum capaciteit van 16 bcm en Gasunie & Vopak heeft momenteel een optie op deze locatie voor de ontwikkeling van 6-9 bcm import capaciteit (initiële capaciteit).

̌ Een derde locatie, de 4e Petroleumhaven, is nog niet concreet in ontwikkeling, maar er bestaat

eventueel de mogelijkheid om een terminal te bouwen. Dit terrein heeft een capaciteit van circa 12 bcm met een eventuele uitbreidingsmogelijkheden.

̌ Eemshaven biedt ook de mogelijkheid tot het bouwen van een LNG import terminal. Essent en ConocoPhilips hebben een optie genomen op een terrein voor de bouw van een LNG-terminal met capaciteit van minimaal 5 bcm met een eventuele uitbreidingsmogelijkheid tot 10 bcm.

27. De andere belangrijke zeehavens Vlissingen, IJmuiden en Den Helder zijn vooralsnog niet of nauwelijks geschikt voor de aanleg van een LNG import terminal. De voornaamste redenen zijn: een te drukke vaarroute (Vlissingen) een te ondiepe vaargeul, en het feit dat de havens dicht bij bewoond gebied (IJmuiden), of zelfs in bewoond gebied liggen (Den Helder).

28. Eventueel zouden LNG terminals off-shore gebouwd kunnen worden. Hoewel dit technisch mogelijk is, is dit economisch gezien moeilijk haalbaar. Het bouwen van een terminal op zee is duurder en deze kosten moeten ook nog eens worden afgeschreven over minder schepen. Het off-loaden van een boot duurt namelijk langer, waardoor de jaarcapaciteit lager ligt. Een tweede nadeel is dat het transport en opslag van vloeibaar gas niet mogelijk is. Hierdoor moet het omzetten naar gas op zee plaatsvinden. Dit heeft een negatieve invloed op de mogelijkheid tot flexibiliteit.

Vraag 3: Wat vindt u van de observatie dat er een beperkt aantal locaties is voor de bouw van LNG terminals?

(13)

3

3.1 Inleiding

29. Hoofdstuk 3 geeft de randvoorwaarden waar de regulering en ontheffing voor LNG-infrastructuur aan dient te voldoen. De belangrijkste elementen zijn de Europese richtlijnen en de daaruit voortvloeiende

Nederlandse Gaswet. Tevens zullen zowel de visie van het Ministerie van Economische Zaken als de missie en taakomschrijving van de Directie Toezicht Energie een aantal randvoorwaarden scheppen.

3.2 Gasrichtlijn en Gaswet

30. De Europese Gasrichtlijn (2003/55/EG) en verordeningen zijn leidend voor de wetgeving voor LNG-terminals in Nederland zoals beschreven in de Gaswet4. Het uitgangspunt (‘default’) is een situatie waarin

derden gereguleerde toegang (regulated third party access, rTPA) krijgen tot de LNG-terminal, zowel bij het aanleveren van gas als bij het leveren aan klanten.

31. De Europese Gasrichtlijn geeft aan dat tariefstructuren en voorwaarden moeten worden gereguleerd (Artikel 18.1), maar geeft geen dwingende aanwijzingen van de wijze waarop dit moet worden gedaan. Het kader voor LNG-regulering, onder andere tariefstructuren, is in Nederland de verantwoordelijkheid van de Minister (Artikel 13 Gaswet). Voorbeelden van tariefstructuren zijn cost-plus, maatstafconcurrentie en veilingen.

32. Een LNG-bedrijf moet jaarlijks de berekeningsmethodiek van tarieven en de voorwaarden vaststellen voor toegang tot de LNG-terminal in het volgende kalenderjaar. De tarieven en voorwaarden worden vooraf ter goedkeuring aan DTe aangeboden. De methodiek moet voldoen aan de algemene regels die de

Ministeriële Regeling heeft gesteld (Artikel 13 Gaswet).

33. Het is toegestaan ontheffing te verlenen aan de ontwikkelaar/beheerder van een LNG-terminal. Deze ontheffing wordt verleend door de Minister op advies van de toezichthouder. Artikel 22 in de Europese Gasrichtlijn beschrijft de voorwaarden voor ontheffing van de gereguleerde derdentoegang. Dit artikel komt terug in Artikel 18h in de Gaswet, de Minister kan ontheffing verlenen ‘indien wordt voldaan aan de

volgende voorwaarden:

a. De aanleg van het net of de installatie versterkt de mededinging bij de levering van gas en de leveringszekerheid,

b. Het risico van de investering nodig voor de aanleg van het net of de installatie is zo groot dat de aanleg niet zal plaatsvinden als geen ontheffing wordt verleend, dan wel waarbinnen dat net of die installatie wordt aangelegd,

c. De eigendom van het net of de installatie berust bij een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon dan de beheerder van het net of de installatie waarop het nieuwe net of de nieuwe installatie zal worden

aangesloten,

d. De gebruikers van het net of de installatie wordt een tarief in rekening gebracht, en

(14)

e. De ontheffing belemmert niet de mededinging op of de doelmatige werking van de interne gasmarkt of de doelmatige werking van het net of de installatie waarop het nieuwe net of de nieuwe installatie wordt aangesloten.’

34. Ontheffing kan worden verleend op elk punt in de paragrafen 2.2, 2.3, 2.4 en 2.5 in de Gaswet. In grote lijnen komt dit neer op:

̌ Ontheffingen voor derdentoegang waarbij capaciteit wordt toegewezen aan investeerders ̌ Ontheffingen voor tarieven en voorwaarden voor derdentoegang

Ontheffing kan betrekking hebben op de gehele installatie of slechts een gedeelte daarvan, en zal per individueel geval beoordeeld worden. Een ontheffing is te allen tijden van tijdelijke aard.

3.3 Visie van het Ministerie van Economische Zaken

35. Het beleid van het Ministerie van Economische Zaken is gebaseerd op drie pijlers: het garanderen van de voorzieningszekerheid van gas, het vergroten van de marktwerking en het creëren van kansen voor de positie van Nederland in Europa.

36. De voorzieningszekerheid wordt in Nederland van groot belang geacht, omdat de gasproductie in Nederland afneemt terwijl de vraag naar gas stijgt. Met name door de opkomst van LNG worden gasmarkten steeds internationaler. Het is voor Nederland belangrijk dat voldoende gas naar Europa blijft komen. EZ wil daarom een gunstig investeringsklimaat scheppen om uitbreidingen in de gasinfrastructuur te stimuleren.

37. Het tweede hoofdthema voor EZ is de groeiende marktwerking in Nederland en in Europa. De

liberalisering van Europese gasmarkten wordt steeds meer gestimuleerd door de implementatie van de eerste en tweede gasrichtlijn van de Europese Commissie.

38. Rekening houdend met de eisen aan voorzieningszekerheid en marktwerking ziet EZ de mogelijkheid voor Nederland om blijvend een centrale plaats in te nemen in de Europese gasmarkt. EZ heeft de ambitie voor Nederland geformuleerd om de ‘gasrotonde’ van Europa te worden. Deze rol bouwt op de langdurige beschikbaarheid van het Groningenveld, de kleine velden en de mogelijkheden voor gasopslag. Verder zijn voldoende import- en exportmogelijkheden noodzakelijk door interconnectoren en nieuwe LNG-terminals, om aan deze visie invulling te geven.

3.4 Missie en taakomschrijving van de Directie Toezicht Energie

39. Het is de missie van DTe om de Nederlandse energiemarkten zo efficiënt mogelijk te laten functioneren en tegelijkertijd de consument te beschermen tegen onrendabele investeringen. Als zodanig is het doel van DTe om waar mogelijk mededinging te bevorderen. Waar concurrentie niet mogelijk is, probeert DTe door een systeem van regulering hetzelfde resultaat te bereiken als in een concurrerende markt zou zijn bereikt. DTe houdt hierbij rekening met de belangen van zowel bedrijven, consumenten als andere belanghebbenden.

(15)

Ministerie van Economische Zaken over wetgevingsvraagstukken, en voor de Europese Commissie via de Europese Groep van Toezichthouders in Elektriciteit en Gas (ERGEG). De Europese Commissie en het Ministerie van Economische Zaken zijn verantwoordelijk voor het energiebeleid dat het kader vormt waarbinnen DTe werkt.

(16)

4

4.1 Inleiding

42. Import van LNG is voor Nederland relatief nieuw. Een aantal andere Europese landen zijn daarentegen al jaren afhankelijk van LNG. In totaal zijn in Europa tien LNG terminals operationeel: Spanje heeft er vier in gebruik, Frankrijk heeft er twee en het Verenigd Koninkrijk, Italië, België en Portugal hebben er elk één in gebruik. Al deze landen hebben uitbreidingsplannen. Dit hoofdstuk geeft beknopt weer hoe een aantal andere Europese landen de import van LNG gereguleerd hebben.

4.2 Afwegingen bij het opstellen van een regulering

43. De Europese Gasrichtlijn geeft aan dat elke LNG terminal gereguleerd moet worden voor wat betreft derdentoegang, tariefstelling en voorwaarden. Zoals in het vorige hoofdstuk reeds is besproken, geeft de gasrichtlijn geen dwingende aanwijzingen voor de wijze waarop deze regulering moet plaatsvinden. Elke overheid heeft een zekere mate van vrijheid voor het opstellen van de regulering.

44. De overheid van een bepaald land dient een aantal belangrijke elementen binnen dat land te evalueren die belangrijk zijn voor het opstellen van de regulering. Bij het opstellen van een regulering voor LNG

terminals, zien EZ en DTe drie belangrijke elementen:

̌ De mate van concurrentie binnen de gasmarkt van dat land: naarmate de concurrentie in een gasmarkt groter is en de verschillende deelelementen van die markt (gasproductie, transport, groothandel, flexibiliteit en opslag) meer competitief zijn, is de noodzaak tot strenger reguleren kleiner. Tevens kan in een competitieve gasmarkt gematigd omgegaan worden met het verlenen van ontheffingen.

̌ De afhankelijkheid van LNG: naarmate een bepaald land meer afhankelijk is van de import van LNG (bijvoorbeeld omdat de eigen gasvoorraden beperkt zijn), is er meer noodzaak om LNG import streng te reguleren en beperkt om te gaan met het verlenen van ontheffingen.

̌ Het aantal mogelijke locaties voor de bouw van LNG-terminals: hoe beperkter het aantal locaties waar mogelijk LNG terminals ontwikkeld kunnen worden, des te groter de noodzaak tot strikt reguleren en beperkt om te gaan met het verlenen van ontheffingen.

Vraag 5: Wat vindt u van de observatie dat bovengenoemde drie criteria bepalend zijn voor het reguleringsregime?

45. De toezichthouder in het Verenigd Koninkrijk heeft gekozen voor een systeem waarbij LNG-bedrijven volledige ontheffingen hebben gekregen op de gereguleerde derdentoegang. De LNG-markt in het

Verenigd Koninkrijk wordt beschouwd als relatief competitief met veel shippers, een intra-day gasmarkt en de mogelijkheid tot commerciële gasopslag. Voor wat betreft de levering van gas is LNG momenteel niet heel belangrijk voor de Britse markt. Ruim 80% van het gas komt nog altijd vanuit de eigen gasvelden in de Noordzee en van de resterende 20% komt een groot deel het land binnen via de interconnector. Op middellange termijn zal de behoefte aan import stijgen door de afnemende productie van de eigen gasvelden. Ten slotte beschikt het Verenigd Koninkrijk over relatief veel potentiële locaties voor de bouw van LNG-terminals.

(17)

vanwege het beperkt aantal mogelijke LNG-locaties en in de tweede plaats vanwege het grote

marktaandeel van de grootste speler op de gasmarkt. De enige LNG terminal bevindt zich in Zeebrugge. De LNG-terminal biedt een centrale locatie voor toegang tot de Britse markt via de Interconnector, en tot Duitsland en Frankrijk via belangrijke leidingnetwerken door België. Verder is de import van LNG redelijk belangrijk voor de Belgische markt, omdat België nagenoeg niet beschikt over eigen gasbronnen. 47. De toezichthouder in Italië (AEEG) heeft gekozen voor een gereguleerd systeem waarbij aan het

LNG-bedrijf gedeeltelijke ontheffing wordt verleend voor wat betreft derdentoegang. De gasmarkt wordt nog altijd gedomineerd door het oude staatsbedrijf ENI. Er is een tekort aan zowel opslagcapaciteit als importcapaciteit. Het tekort aan importcapaciteit beperkt de beschikbaarheid van gas op de Italiaanse markt. De AEEG wil investeringen in LNG-terminals stimuleren en zo proberen de markt meer competitief te maken5. AEEG is ook actief in de tariefstelling; men heeft de nieuwe tarieven voor 2006 verlaagd tot 21%

onder de tarieven van 2005.

48. In Spanje heeft de toezichthouder (CNE) gekozen voor een sterk gereguleerd systeem zonder ontheffingen voor rTPA. De Spaanse gasmarkt is sterk afhankelijk van gasimporten, omdat de gasproductie in Spanje vrijwel nihil is. Gas wordt geïmporteerd via zowel pijpleidingen als LNG-terminals, voornamelijk uit Algerije en in mindere mate uit Nigeria, het Midden-Oosten en Noorwegen6. Spanje beschikt over een

uitgebreide LNG-infrastructuur met vier terminals, die meer dan 50% van de Spaanse gasimporten voor hun rekening nemen. De Spaanse gasmarkt wordt gedomineerd door enkele spelers, waaronder

Gasnatural en Enagas.

49. Bijlage 2 geeft een gedetailleerd overzicht van de invulling van de LNG reguleringen zoals die in Spanje, Italië, België en het Verenigd Koninkrijk uitgewerkt zijn.

4.3 Belangrijkste observaties en conclusies

50. In elk van de geëvalueerde landen schrijft het gereguleerde regime een ‘Open Season’ voor de allocatie van initiële capaciteit voor. Er moet een gelijk speelveld zijn voor alle gebruikers en daarom kunnen

marktpartijen intekenen op slots. Wanneer de vraag naar slots groter is dan de geïnstalleerde capaciteit wordt capaciteit meestal pro-rata verdeeld onder de marktpartijen.

51. In België is 100% van de capaciteit vastgelegd in lange termijn contracten. Ook in Italië, waar 20% van de capaciteit is gereserveerd voor derdentoegang, is gebleken dat deze 20% reeds is vastgelegd in lange termijn contracten. Marktpartijen zonder gecontracteerde slots zijn dus volledig afhankelijk van de

secundaire markt en hebben geen zekerheid voor wat betreft het verkrijgen van slots. Om dit tegen te gaan is in Spanje een systeem geïmplementeerd waarbij een gedeelte van de capaciteit (25%) gereserveerd moet worden voor korte termijn markt. Er is hierdoor sprake van een spotmarkt, zodat shippers kunnen omgaan met een fluctuerende capaciteitsbehoefte.

52. Om het oppotten van capaciteit tegen te gaan heeft men in elk van de geëvalueerde landen een systeem geïnstalleerd waarbij men niet gebruikte capaciteit aan andere marktpartijen moet aanbieden. In sommige landen is de manier waarop dit dient te gebeuren volledig gedefinieerd. Zo moeten in België

(18)

gecontracteerde slots twee maanden van te voren bevestigd worden. Gebeurt dit niet dan heeft het LNG bedrijf de plicht deze ongebruikte slots aan te bieden aan de markt. In Spanje bijvoorbeeld is bepaald dat enkel het LNG bedrijf de slots mag verhandelen, terwijl in andere landen de eigenaar van slots deze zelf mag verhandelen. In landen waar LNG erg belangrijk is, krijgen shippers een boete, wanneer de gebruikte capaciteit te veel afwijkt van de geboekte capaciteit.

53. Er bestaat geen identieke manier waarop tarieven gereguleerd zijn. Een strenge variant komt voor in Italië, waarbij de AEEG de hoogte van het tarief dicteert. Iets milder komt voor in België, waar de CREG slechts de methode van tariefberekening heeft bepaald (op basis van een maximaal rendement op vreemd en eigen vermogen). In het Verenigd Koninkrijk keurt Ofgem de hoogte van het tarief goed, of de methode waarop deze tarieven tot stand zijn gekomen.

(19)

5

55. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies uit de vorige drie hoofdstukken samengebracht en toegepast op de unieke situatie van Nederland.

5.1 Betekenis van de unieke eigenschappen van Nederland

56. De Nederlandse gasmarkt is op sommige deelmarkten (zoals bijvoorbeeld flexibiliteit, opslag en kwaliteitsconversie) minder competitief dan op andere deelmarkten (zoals bijvoorbeeld lange-termijn groothandel). LNG kan mogelijkerwijs een positieve invloed hebben op de mededinging. Vanuit dat opzicht is het van belang de import van LNG te bevorderen en een gezond investeringsklimaat te creëren. 57. Nederland is één van de weinige gasexporterende landen in Europa. Hierdoor is Nederland voor eigen

gebruik op zowel de korte als de middellange termijn (relatief ten opzichte van andere Europese landen) minder afhankelijk van de importen van LNG. In het feit dat Nederland minder afhankelijk is van LNG kan dus ook niet het argument gevonden worden voor een strikte regulering. Vanuit voorzieningszekerheid is Nederland (en de omliggende landen) wel gebaat bij een verdere uitbreiding van de diversiteit van aanbod. 58. Bij het opstellen van een LNG regulering is het belangrijk rekening te houden met het beperkt aantal

locaties voor de bouw van LNG terminals. Uitgangspunt moet zijn een eerlijke capaciteitsverdeling voor alle (potentiële) shippers. Er zijn verschillende methoden om dit te realiseren, zoals het opzetten van een open season procedure voor de allocatie van initiële capaciteit, marktpartijen beperken voor wat betreft de maximale capaciteit die zij kunnen boeken of het beperken van de hoeveelheid lange termijn contracten door een bepaald percentage van de capaciteit te reserveren voor korte termijn contracten. Daarnaast is het van belang dat niet-gebruikte capaciteit aangeboden wordt aan de markt, bijvoorbeeld via het opzetten van een secundaire markt voor slots. Hierdoor gaat capaciteit niet verloren voor andere partijen in de markt.

59. Nederland heeft een centrale ligging en het beschikt over een uitgebreide en internationaal verknoopte gas infrastructuur. Deze bestaat uit grote verbindingen, een centrale korte termijn gasmarkt (TTF), de

beschikbaarheid van significante opslag. Daarnaast biedt de geologie van ons land goede mogelijkheden: naast het grote Groningenveld en het grote aantal kleine velden zijn er ook lege gasvelden en

zoutformaties die voor opslag van gas kunnen dienen. Ook heeft Nederland twee geschikte havens voor de aanlanding van LNG. Als laatste beschikt Nederland over een centrale handelsplaats voor gas: TTF. De aanwezigheid van deze middelen biedt Nederland de mogelijkheid om een centrale rol in te nemen voor wat betreft de gashandel in Europa.

(20)

Vraag 6: Wat vindt u van de redenering dat het beperkt aantal locaties voor LNG terminals in Nederland aanleiding geeft tot de noodzaak tot regulering van derdentoegang?

Vraag 7: Wat zou u ervan vinden als er geen uniforme methode van tariefberekening wordt voorgeschreven? Welke soorten tariefberekeningsmethodieken acht u geschikt voor LNG-terminals?

5.2 Betekenis van de visie van EZ

61. De centrale rol voor wat betreft de gashandel in Europa wordt door het Ministerie van Economische zaken ook wel “De Gasrotonde van Europa” genoemd. Om deze ambitie te realiseren is het van belang zeker te stellen dat er voldoende gas naar Nederland komt. Dit betekent dat de benodigde LNG infrastructuur gerealiseerd moet worden en het belangrijkste om daartoe te komen is te zorgen voor een goed

investeringsklimaat. Het beleid voor lange termijn contracten en voor ontheffingen van TPA bepalingen zal hierop afgestemd moeten worden.

5.3 Betekenis van de observaties en lessen in andere landen

62. Het stimuleren van een secundaire markt gebeurt in andere landen middels een “Use It Or Lose It” (UIOLI) principe. Hierbij raakt een marktpartij gecontracteerde capaciteit kwijt, indien deze capaciteit niet tijdig bevestigd wordt. Sommige landen hebben boetes in het leven geroepen rondom het UIOLI-systeem. Het hebben van dit soort principes is belangrijk om het oppotten van capaciteit tegen te gaan en gezien het beperkt aantal locaties in Nederland zijn EZ en DTe voornemens strikt om te gaan met UIOLI principes. Hierdoor kunnen ook kleinere partijen toegang krijgen tot capaciteit.

63. EZ en DTe zijn voornemens strikt om te gaan met de eisen aan de informatievoorziening. Zoals gebleken in het Verenigd Koninkrijk kan slechte informatievoorziening leiden tot het oppotten van capaciteit waardoor het shippers die geen lange termijn contracten hebben, wordt bemoeilijkt om capaciteit te boeken. EZ en DTe zijn daarom voornemens om vooraf duidelijk te bepalen welke informatie gepubliceerd dient te worden, maar ook op welke termijn het LNG bedrijf informatie beschikbaar moet maken.

Vraag 8: Wat vindt u van de conclusie dat de regulering zodanig moet worden ingericht dat het oppotten van capaciteit wordt tegengegaan?

(21)

6

6.1 Inleiding

64. Hoofdstuk 6 beschrijft het voorgestelde gereguleerde regime voor wat betreft LNG terminals. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de volgende elementen: derdentoegang en initiële capaciteit, capaciteit voor korte termijn contracten, secundaire marktwerking, tariefstelling en informatievoorziening.

6.2 Algemeen

65. Volgens Artikel 13 van de Gaswet dient een LNG bedrijf voorwaarden voor toegang tot de LNG-terminal op te stellen. In de voorwaarden worden in ieder geval regels gesteld omtrent:

̌ het voorzien van een aansluiting op de LNG-installatie; ̌ het uitvoeren van LNG-activiteiten ten behoeve van een derde;

̌ het meten van gegevens betreffende LNG-activiteiten, de uitwisseling van gegevens en de erkenning van meetbedrijven;

̌ de dienstverlening van LNG-bedrijven aan derden;

̌ de door het LNG-terminal te hanteren technische specificaties.

66. De voorwaarden van een LNG-terminal zijn redelijk, transparant en niet discriminerend. Wanneer de eigenaar van een terminal tevens shipper is, is het van groot belang dat de voorwaarden zodanig zijn opgezet dat de shipper zichzelf niet bevoordeelt.

67. Aangezien er vooralsnog ruim 50 bcm import capaciteit gebouwd zou kunnen worden (ongeveer gelijk aan de totale binnenlandse vraag op jaarbasis) zien EZ en DTe vooralsnog geen redenen om restricties te stellen aan het absoluut maximum aan geïnstalleerde capaciteit, zoals dat het geval is in Italië. Tevens zullen er vooralsnog geen maxima gedefinieerd worden voor de absolute hoeveelheid capaciteit die een shipper maximaal mag boeken.

Vraag 10: Bent u het er mee eens dat er geen absolute restricties zullen geleden voor zowel de eigenaar van de terminal, als voor de shipper?

6.3 Initiële capaciteit

68. De Gaswet schrijft voor dat het uitgangspunt een situatie moet zijn waarin derden volledige toegang krijgen tot de LNG-terminal. Derdentoegang is van groot belang, aangezien er een beperkt aantal locaties is voor de bouw van LNG terminals. Tevens is dit van belang voor voldoende concurrentie in de gasmarkt en om de afhankelijkheid van LNG te beheersen. In andere landen, maar ook bij andere investeringen in gasinfrastructuur in Nederland, is gebleken dat het open season principe een zeer goede manier is om derdentoegang te realiseren. EZ en DTe zijn van mening dat de initiële allocatie van capaciteit dient te gebeuren volgens dit principe. Hierbij kunnen marktpartijen die interesse hebben zich aanmelden om capaciteit in de LNG-terminal te contracteren.

(22)

twee mogelijkheden te bieden. Het LNG bedrijf kan ervoor kiezen om de extra capaciteit te realiseren door een grotere LNG-terminal te realiseren. Anderzijds kan de beschikbare capaciteit pro-rata verdeeld worden over de verschillende geïnteresseerde marktpartijen.

70. Financieringen in de gasindustrie vereisen een behoorlijke mate van zekerheid. Deze vraag naar zekerheid geldt zowel voor de aandeelhouder die eigen vermogen beschikbaar stelt, als voor de financiële instelling die het vreemd vermogen levert. De financiers van LNG terminals zullen een bepaalde mate van zekerheid eisen door lange termijn contracten als onderpand te vragen. Om een gezond investeringsklimaat te creëren, zijn EZ en DTe voornemens lange termijn contracten toe te laten.

71. Voor wat betreft de maximale termijn van lange termijn contracten hebben EZ en DTe op dit moment geen mening. Voor lange-termijn contracten geldt dat ontheffing kan worden verleend voor een tijdsduur die korter is dan de break-even periode van het project (zie ook hoofdstuk 7: Ontheffingen). Na de break-even periode zal geen ontheffing meer worden verleend. Er wordt vanuit gegaan dat een LNG-terminal niet met bijzondere middelen gefinancierd wordt en dat een terminal een break-even periode heeft van ongeveer 15 jaar.

Vraag 11: Wat vindt u van het voorstel dat een investeerder mag beslissen of hij kiest voor een capaciteitsuitbreiding zodat hij aan de vraag kan voldoen, of kiest voor een pro-rata verdeling? Welke manieren acht u geschikt om kunstmatig overboeken te voorkomen?

Vraag 12: Wat vindt u van een maximale duur van lange termijn contracten? Zo ja, wat vindt u een acceptabele termijn, en waarom?

Vraag 13: wat vindt u van het uitgangspunt dat een LNG-terminal niet met bijzondere middelen gefinancierd wordt en dat een terminal een break-even periode heeft van ongeveer 15 jaar?

6.4 Secundaire markt: UIOLI

72. Zoals aangegeven in hoofdstuk 5, is het wenselijk strikt om te gaan met het tegengaan van ‘oppotten’ van capaciteit. Indien een marktpartij zijn vooraf geboekte capaciteit niet zal gebruikten moet deze capaciteit verplicht aangeboden worden aan derde partijen middels een secundair marktmechanisme.

73. De periode waarop een bepaald slot op de secundaire markt terecht dient te komen kan niet te ver voor het moment van gebruik van de capaciteit liggen, omdat de eigenaar van het slot dan wellicht nog geen zicht heeft op de markt. Anderzijds dient de tijd tussen het aanbieden van capaciteit ook niet te kort op het moment van gebruik te liggen. Derde partijen moeten namelijk redelijk de tijd krijgen om mogelijk gebruik middels korte termijn handel te realiseren. In België wordt op dit moment een periode van twee maanden aangehouden. EZ en DTe lijkt een termijn van twee maanden redelijk.

74. Gezien het beperkte aantal locaties voor de bouw van LNG terminals in Nederland, is het aantal

(23)

toegang tot LNG-terminals. De eigenaar van capaciteit dient daarom zijn gecontracteerde capaciteit twee maanden voor de datum te bevestigen. Indien hij dit niet bevestigt, verliest hij het recht op deze geboekte capaciteit en heeft het LNG bedrijf de verplichting de capaciteit aan te bieden op de secundaire markt. EZ en DTe zijn voornemens van elke LNG terminal te eisen dat een transparant Use-It-or-Lose-It principe geïmplementeerd wordt.

75. EZ en DTe zijn voorstander van een centrale secundaire markt in plaats van meerdere individuele

secundaire markten voor elk van de LNG-terminals. Een gemeenschappelijke markt komt de transparantie ten goede en is goed voor kleinere marktpartijen.

Vraag 14: Wat vindt u van een systeem waarbij niet gebruikte capaciteit verplicht doorverhandeld moet worden? Aan welke eisen zou een dergelijk systeem moeten voldoen? Wat vindt u een redelijke periode voor het bevestigen van capaciteit?

Vraag 15: Wat vindt u van de voorgestelde wijze waarop de secundaire markt vorm gegeven wordt?

Vraag 16: Kunt u zich vinden in de gedachte van een centrale secundaire markt, en waarom?

6.5 Korte-termijncapaciteit

76. Partijen die geen lange termijn contracten hebben afgesloten met een terminal zijn volledig afhankelijk van de beschikbaarheid van capaciteit op de secundaire markt. Indien 100% van de capaciteit namelijk vastligt in langetermijncontracten, is er voor deze partijen geen ander alternatief dan de secundaire markt (tenzij er een open season wordt gehouden bij uitbreiding van capaciteit). Aangezien lange termijn contracten de marktwerking minder bevorderen dan korte termijn contracten, zijn EZ en DTe voornemens een LNG terminal te verplichten tot het reserveren van capaciteit voor korte termijn contracten. Op deze manier kunnen ook nieuwe partijen in een later stadium toegang tot capaciteit verkrijgen. Zoals reeds aangegeven in hoofdstuk 2, kan deze korte-termijncapaciteit mogelijk een positieve invloed hebben op de liquiditeit van de TTF-markt.

77. Het voorstel is korte-termijn te definiëren als een looptijd korter dan, of gelijk aan één jaar. Elk jaar dient het LNG bedrijf de gereserveerde capaciteit voor het volgende jaar volgens een open season principe aan te bieden. Marktpartijen kunnen intekenen op capaciteit. Vooralsnog zijn EZ en DTe van mening dat het LNG bedrijf zelf kan invullen hoe de korte-termijncapaciteit verdeeld zal worden: pro-rata verdelen, of bijvoorbeeld via een mechanisme van veiling. De periode van één jaar is in lijn met de tariefperiode zoals deze is vastgelegd in artikel 13 van de Gaswet.

(24)

Vraag 17: Wat vindt u van het voorstel dat een deel van de capaciteit gereserveerd dient te worden voor korte-termijncontracten? Zo ja, wat vindt u een redelijk percentage? En bent u het eens dat korte termijn contracten worden gedefinieerd als contracten met een looptijd korter dan of gelijk aan één jaar?

6.6 Tariefstelling

79. In navolging van artikel 13 in de Gaswet zal de methode van tariefberekening voor wat betreft de lange-termijncontracten jaarlijks ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur van de NMa. EZ en DTe zien op dit moment geen directe reden om voor te schrijven op welke wijze de tarieven van lange termijn contracten berekend moeten worden. Partijen die voor een bepaalde periode, langer dan één jaar, het tarief willen vastleggen zonder jaarlijks toetsmoment, dienen ontheffing aan te vragen op de jaarlijkse goedkeuring (zie hoofdstuk 7 van dit document). EZ en DTe overwegen om automatisch goedkeuring te laten verlenen indien de tariefberekening en voorwaarden niet wijzigen.

80. Voor wat betreft het reserveren en gebruik van korte-termijncapaciteit bestaat meer onzekerheid in vergelijking tot de lange termijn gecontracteerde capaciteit. Vanwege dit hogere risico zal de DTe een hoger tarief accepteren op deze korte-termijncontracten. Bij allocatie van capaciteit middels een systeem van veiling zal de markt de tarieven bepalen, uitgaande van een goedwerkende markt.

81. Volgens artikel 13 van de Gaswet treden de tarieven en de voorwaarden van een LNG bedrijf in werking op 1 januari van het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben. Indien zij op die datum nog niet zijn

goedgekeurd, treden zij in werking op de dag waarop het besluit tot goedkeuring in werking is getreden. Vraag 18: Wat vindt u van de voorgestelde regulering, waarbij veilen een optie is voor de allocatie van korte termijn capaciteit?

6.7 Informatievoorziening

82. Artikel 13 van de Gaswet zegt dat het LNG-bedrijf op een geschikte wijze de goedgekeurde

berekeningsmethodiek van de tarieven, de voorwaarden en de tarieven dient te publiceren, voorafgaand aan de inwerkingtreding ervan. Het LNG-bedrijf legt een exemplaar van de goedgekeurde

berekeningsmethodiek van de tarieven, de voorwaarden en de tarieven voor een ieder ter inzage in al zijn vestigingen. Daarnaast dient het LNG bedrijf informatie te verschaffen over:

̌ De beschikbaarheid van korte termijn capaciteit, ̌ De beschikbaarheid van lange termijn capaciteit, en ̌ De beschikbaarheid van secundaire capaciteit.

83. Informatie omtrent de capaciteit dient real-time aangepast te worden. Dat betekent dat veranderingen in de capaciteitsplanning binnen één dag aangepast moeten worden op de website. Achteraf dient het LNG-bedrijf te rapporteren over de benutting van de LNG-terminal. Deze rapportage dient op kwartaalbasis te worden gepubliceerd.

(25)

terminalgebruik. Degene aan wie een verzoek is gedaan inzage te geven in gegevens, zal binnen redelijke termijn alle medewerking verlenen. DTe verplicht zich commercieel vertrouwelijke gegevens als zodanig te behandelen.

(26)

7

7.1 Inleiding

85. De Gaswet laat het toe dat LNG bedrijven ontheffing kunnen aanvragen op het gereguleerde regime. In principe zal DTe over elke ontheffingsaanvraag een advies uitbrengen aan de Minister. De Minister kan conform de criteria ontheffing verlenen. Om de partijen die een ontheffing willen aanvragen te faciliteren, is het zinvol aan te geven waar EZ en DTe specifiek in geïnteresseerd zijn. EZ en DTe zullen niet alleen beoordelen of voldaan is aan elke voorwaarde, maar ook de mate waarin wordt voldaan.

86. Ontheffing kan worden verleend op elk punt in de paragrafen 2.2, 2.3, 2.4 en 2.5 in de Gaswet. In grote lijnen komt dit neer op:

̌ Ontheffingen voor derdentoegang waarbij capaciteit wordt toegewezen aan investeerders ̌ Ontheffingen voor tarieven en voorwaarden voor derdentoegang

Ontheffing kan betrekking hebben op de gehele installatie of slechts een gedeelte daarvan, en zal per individueel geval beoordeeld worden. Een ontheffing is te allen tijden van tijdelijke aard.

7.2 A. De investering versterkt de mededinging bij de levering van gas en versterkt de leverings- en voorzieningzekerheid

87. Een terminal dient zowel de mededinging te versterken als de leveringszekerheid te verhogen om te voldoen aan voorwaarde A. Het is mogelijk dat een terminal een te verwaarlozen effect heeft op één element, maar een positief effect op een ander element. DTe oordeelt dat dan voldaan is aan voorwaarde A. Het mag echter niet zo zijn dat voldaan is aan bevordering van de leveringszekerheid, maar dat de nieuwe terminal een negatief effect zou hebben op de mededinging, of omgekeerd.

7.2.1

88. Bij de beoordeling of is voldaan aan criterium A zal geëvalueerd worden in hoeverre de investering de marktwerking positief beïnvloedt. Hierbij wordt de invloed die de investering zal hebben op zowel de huidige als de toekomstige markt beoordeeld.

89. Een grondige evaluatie van de markt vereist een onderscheid in deelmarkten in de waardeketen voor gas. Deze deelmarkten zijn gasproductie, gasexport, gasimport, gastransport, lange termijn groothandel, korte termijn groothandel, uur-tot-week-flexibiliteit en seizoensflexibiliteit. Voor elke van deze deelelementen zal de invloed van de investering worden beoordeeld. De mate van versterking van mededinging in elk de deelmarkten hoeft niet evenredig beoordeeld te worden. Een klein nadelig effect binnen een deelmarkt is eventueel mogelijk als dit effect verwaarloosbaar is ten opzichte van de voordelige effecten in andere deelmarkten.

(27)

marktpartijen in beschouwing genomen worden.

91. Marktomstandigheden en alternatieven voor shippers zullen veranderen naarmate de tijd vordert. LNG terminals worden immers bijgebouwd en uitgebreid, maar ook nieuwe alternatieven kunnen zich voordoen. Hierdoor zou het kunnen voorkomen dat de uitkomsten van twee evaluaties die op ongelijke tijdstippen plaatsvinden, niet aan elkaar gelijk zijn.

92. De beoordeling van doelmatige mededinging zal gebaseerd moeten worden op kwantitatieve en

kwalitatieve analyses. Kwantitatieve analyse kan onder meer bestaan uit marktaandeel-analyse, Herfindahl-Hirschman-indices en kengetallen voor marktconcentratie. Kwalitatieve analyse kan betrekking hebben op de mate waarin voldaan is aan de voorwaarden van het gereguleerde regime, met andere woorden de mate van zekerheid die het project geeft op onderwerpen zoals bijvoorbeeld open season of use-it-or-lose-it. 93. Het organiseren van een Open Season is een vorm van derdentoegang. Indien een ontheffingsaanvraag

ingediend wordt, terwijl een open season is gehouden, rechtvaardigt dat een minder strenge beoordeling dan in een situatie waarin een dergelijke procedure niet is gehouden. Het hebben van een effectief Use-It-Or-Lose-It systeem is ook een vorm van derdentoegang. Een accurate beschrijving van de Open Season procedure en het UIOLI systeem is daarom van belang bij de ontheffingsaanvraag. De manier waarop informatie transparant gemaakt wordt dient hier onderdeel van te zijn.

94. Het LNG bedrijf dient het UIOLI regime te evalueren en indien blijkt dat het bestaande systeem

onvoldoende werkt, dient dit systeem in overleg met de nationale toezichthouders aangepast te worden. 7.2.2

95. Bij de beoordeling of is voldaan aan criterium A zal geëvalueerd worden in hoeverre de investering een positieve invloed heeft op de leveringszekerheid in Europa en binnen Nederland. Een investering die de mededinging internationaal versterkt, maar die de mededinging in Nederland niet versterkt, zal niet automatisch voldaan hebben aan voorwaarde A.

96. Tijdens de beoordeling zal geëvalueerd worden in hoeverre de entry capaciteit wordt uitgebreid. Daarnaast is een realistische voorspelling gewenst van de hoeveelheid gas die er als gevolg van deze investering naar Nederland zal vloeien en hoeveel er doorgevoerd gaat worden naar andere landen. Marktpartijen dienen aan te geven welke clausules er opgenomen zijn in de achterliggende gascontracten. Openheid over deze clausules (zoals bijvoorbeeld ‘take-or-pay-contracten’ of ‘destination clauses’) kunnen een indicatie geven over de waarschijnlijkheid LNG naar Nederland komt en de leveringszekerheid bevordert.

Vraag 20: Wat vindt u van het voorstel om criterium A op deze wijze te toetsen?

7.3 B. Het investeringsrisico is zo groot dat de investering niet wordt gedaan als er geen ontheffing wordt verleend

(28)

98. Een goede regulering zou voor financiers even aantrekkelijk moeten zijn als een goedwerkende markt. In beide situaties krijgen de financiers een redelijke vergoeding voor het geinvesteerde vermogen, uitgaande van relevante risico’s en onzekerheden, en zullen de uiteindelijke tarieven gebaseerd zijn op de

onderliggende kosten. Met andere woorden: het zou voor de financiers eigenlijk niet mogen uitmaken of er sprake is van een gereguleerd regime of een goed werkende markt.

99. Toch kan de onzekerheid over de toekomstige regulering (hierna: reguleringsrisico) zo hoog worden gepercipieerd dat financiers de investering in een gereguleerd regime niet plegen. Dit zal met name het geval zijn indien er sprake is van een competitieve omgeving. Aan de ene kant zal vaststelling van te lage gereguleerde tarieven het risico van de financiers vergroten omdat de terugverdienperiode groter wordt. Aan de andere kant zal vaststelling van te hoge gereguleerde tarieven het risico eveneens vergroten, omdat de afnemers dan gebruik maken van alternatieve producten. Een dergelijke competitieve situatie is

aanwezig bij de import van LNG aangezien er alternatieve mogelijkheden bestaan om gas te importeren in Nederland.

100. De beoordeling van het onderhavige criterium draait dus in de kern om de hoogte van het

reguleringsrisico. Indien het reguleringsrisico zo hoog is, dat een anderszins commercieel aantrekkelijke investering niet zou worden gepleegd, kan volgens het criterium ontheffing van regulering worden verleend. Een kwantificering hiervan is bijzonder lastig. Financiële analyses kunnen helpen om een inschatting te maken, maar geven zeker geen uitsluitsel over de hoogte van het reguleringsrisico. Een ontheffingsaanvraag kan kracht bijgezet worden door niet alleen de eigen financiële analyses te overleggen, maar ook EZ (en daarmee ook DTe) de beschikking te geven over de analyses en risico-inschattingen van gerenommeerde financiële instellingen. De vraag of een investering al dan niet wordt gepleegd, zal in praktijk dan ook voornamelijk worden bepaald door de perceptie van het reguleringsrisico en de algehele risicobereidheid van potentiële investeerders.

101. In de onderhavige beoordeling zal derhalve niet alleen gekeken worden naar de verschillende financiële analyses die zijn voorgelegd, maar ook naar het feitelijk handelen van de investeerder zelf. Immers, hieruit kan mede worden opgemaakt welk gepercipieerd reguleringsrisico de investeerders zelf acceptabel achten om de investering te doen plaatsvinden.

Vraag 21: Wat vindt u van het voorstel om criterium B op deze wijze te toetsen?

7.4 C. De infrastructuur is eigendom van een natuurlijk of rechtspersoon die op zijn minst qua rechtsvorm gescheiden is van de systeembeheerders in wier systemen die infrastructuur wordt gebouwd

102. Op grond van het derde criterium dient het eigendom van het LNG bedrijf in een rechtspersoon te worden ondergebracht die juridisch gescheiden is van het moederbedrijf, indien het moederbedrijf tevens eigenaar is van de aangesloten systemen. DTe is van mening dat de terminaleigenaar op zijn minst juridisch gescheiden moet zijn van de activiteiten van de TSO. Dit is van belang om de transparantie te bevorderen en de mogelijkheden voor kruissubsidies en discriminatie te beperken.

(29)

tijde van de ontheffingsaanvraag nog niet aangelegd is, is het op het moment van aanvraag moeilijk te controleren of het eigendom van de terminal ook daadwerkelijk is ondergebracht bij de onafhankelijke rechtspersoon. DTe is van mening dat de onafhankelijke rechtspersoon achteraf dient aan te tonen dat zij eigenaar is van de volledige infrastructuur waarvoor ontheffing is verleend.

Vraag 22: Wat vindt u van het voorstel om criterium C op deze wijze te toetsen?

7.5 D. Er worden tarieven in rekening gebracht aan de gebruikers van de betreffende infrastructuur

104. De ontheffingsaanvrager dient aan te tonen dat aan alle gebruikers van de infrastructuur de geboekte capaciteit in rekening zal worden gebracht. Daarnaast dient de aanvrager transparant te maken hoe men in de praktijk invulling geeft aan het UIOLI principe en de verrekening van eventueel secundair verhandelde capaciteit.

105. Artikel 13 van de Gaswet schrijft voor dat tarieven jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd moeten worden aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit. Een LNG bedrijf dat hierop ontheffing wil ter

afdekking van het prijsrisico in lange termijn contracten dient openheid te geven over de voorgestelde prijsafspraken binnen de lange termijn contracten. DTe wenst inzage te hebben in de methode van tariefberekening, de hoogte van het afgesproken tarief, de indexeringsmethodiek en de hoogte van de indexering, voor zover de absolute waarde daarvan bekend is.

Vraag 23: Wat vindt u van het voorstel om criterium D op deze wijze te toetsen?

7.6 E. De ontheffing gaat niet ten koste van de mededinging of de efficiënte werking van de interne gasmarkt, en is niet nadelig voor de efficiënte werking van het gereguleerde systeem waaraan die infrastructuur is gekoppeld

106. Bij een beoordeling of voldaan is aan criterium E, wordt met name gekeken naar de concurrentie en de operationele gevolgen van de investering. De investering mag namelijk geen negatief effect hebben op de operationele werking van de interne gasmarkt, noch mag het de concurrentie binnen de gasmarkt negatief beïnvloeden. LNG bedrijven dienen aan te tonen dat de LNG terminal voldoet aan de relevante technische veiligheidseisen en de daarbij horende contractuele verplichtingen.

(30)

7.7 Duur van de ontheffing

108. De aanvrager van de ontheffing dient aan te geven voor welke periode een ontheffing gewenst is en waarom. Ontheffing van de regulering voor de duur van de lange termijn contracten zou de financiers voldoende zekerheid moeten geven dat deze contracten ook voldoende tot uitvoer gebracht kunnen worden.

(31)

AEEG L’Autorità per l’Energia e il Gas; toezichthouder in Italië bcm billion cubic meters of miljard kubieke meters.

CNE Comisión Nacional de Energía; toezichthouder in Spanje

CREG Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas; toezichthouder in België DTe Directie toezicht energie; toezichthouder in Nederland

EZ Ministerie van Economische Zaken

First-come-first-serve Systeem van capaciteitstoewijzing waarbij capaciteit verdeeld wordt op volgorde van afgegeven gecommitteerde capaciteit. Bij ondercapaciteit kunnen partijen zonder capaciteit komen te zitten

Gas Transport Services (GTS) Beheerder van het landelijk hoge-druk transmissienetwerk

Gasunie Trade & Supply Leverings- en handelsbedrijf ontstaan uit de N.V. Nederlandse Gasunie.

Herfindahl Hirschman index Index om de concentratiegraad op een markt te meten, berekend als (mi)2, met m i =

marktaandeel van aanbieder i

Kleineveldenbeleid Beleid van de Nederlandse overheid waarbij kleinere gasvelden met voorrang worden geëxploiteerd boven het Groningenveld

Kwaliteitsconversie Dienst waarmee gas door bijmenging van andere gassen of op andere wijze in een gewenste kwaliteit en samenstelling wordt gebracht

LNG Liquefied Natural Gas; vloeibaar aardgas

Ofgem The Office of Gas and Electricity Markets; toezichthouder in het Verenigd Koninkrijk Open season Periode van inschrijving voor derde partijen voor het gebruik van een LNG-terminal Pro-rata Systeem van capaciteitstoewijzing waarbij beschikbare capaciteit wordt toegewezen aan geïnteresseerde marktpartijen, proportioneel verdeeld naar de grootte van de gewenste capaciteit

Shipper Bedrijf of persoon die voor het transport van gas gebruikmaakt van de transportdiensten van GTS en daartoe ook door GTS is erkend.

TSO Transmission System Operator; beheerder van een (gas)transportnetwerk

Title Transfer Facility (TTF) Dienst waarmee gas op een virtueel punt in het netwerk enige tijd voor aanvang van het transport kan worden overgedragen aan een andere shipper

TPA Third party access; derdentoegang op gasinfrastructuur

rTPA Regulated third party access; gereguleerde derdentoegang op gasinfrastructuur nTPA Negotiated third party access; gereguleerde derdentoegang met ontheffing van

voorgeschreven tarieven

UIOLI Use-it-or-lose-it; systeem waarbij vooraf geboekte capaciteit vervalt bij niet-gebruik, bedoeld om oppotten van capaciteit te voorkomen

UIOTI Use-it-or-trade-it; systeem waarbij vooraf geboekte capaciteit moet worden verhandeld bij niet-gebruik, bedoeld om oppotten van capaciteit te voorkomen

(32)

Categorie OptiesOpties BelgiëBelgië SpanjeSpanje ItaliëItalië Verenigd Koninkrijk

Verenigd Koninkrijk

Derden Toegang

6 Open Season voor lange termijn contracten 6Open Season voor lange termijn contracten 6 Duur van lange termijn contracten [jaren] 6Duur van lange termijn contracten [jaren]

X X 15-20 15-20 X X 20 20 X X 20 20 X X 15-20 15-20

6 Maximaliseren geboekte of gebouwde capaciteit

6Maximaliseren geboekte of gebouwde capaciteit XX

Anti Hoarding

Tarieven

Publicatieplicht

Ontheffing Ontheffing

6 Reserveren capaciteit tbv korte termijn contracten 6Reserveren capaciteit tbv korte termijn contracten

6 Use it or loose it 6Use it or loose it

6 Verkoop via secundaire markt 6Verkoop via secundaire markt

6 Verkoop via onderhandse doorverkoop 6Verkoop via onderhandse doorverkoop 6 Boete bij afwijking werkelijk verbruik 6Boete bij afwijking werkelijk verbruik

6 Goedkeuring van tarief/ methodiek door toezichthouder 6Goedkeuring van tarief/ methodiek door toezichthouder

6 Bepaling van tarief/ methodiek door toezichthouder 6Bepaling van tarief/ methodiek door toezichthouder

6 Tarieven 6Tarieven 6 Beschikbare capaciteit 6Beschikbare capaciteit 6 Benutting 6Benutting 6 Geen ontheffingen 6Geen ontheffingen 6 Ontheffing op tariefbepaling 6Ontheffing op tariefbepaling 6 Ontheffing derdentoegang 6Ontheffing derdentoegang

6 Periode van ontheffing [jaren] 6Periode van ontheffing [jaren]

(33)

Vraag 1: Deelt u bovenstaande analyse? Zo nee, op welke punten deelt u de analyse niet en waarom?

Vraag 2: Naast mogelijke positieve invloeden, welke negatieve bijwerkingen van LNG ziet u, op zowel de mededinging als de leveringszekerheid?

Vraag 3: Wat vindt u van de observatie dat er een beperkt aantal locaties is voor de bouw van LNG terminals? Vraag 4: Wat vindt u van de observatie dat de totale import capaciteit van deze 4 locaties relatief groot is ten opzichte

van het binnenlands gebruik?

Vraag 5: Wat vindt u van de observatie dat bovengenoemde drie criteria bepalend zijn voor het reguleringsregime? Vraag 6: Wat vindt u van de redenering dat het beperkt aantal locaties voor LNG terminals in Nederland aanleiding geeft

tot de noodzaak tot regulering van derdentoegang?

Vraag 7: Wat zou u ervan vinden als er geen uniforme methode van tariefberekening wordt voorgeschreven? Welke soorten tariefberekeningsmethodieken acht u geschikt voor LNG-terminals?

Vraag 8 Wat vindt u van de conclusie dat de regulering zodanig moet worden ingericht dat het oppotten van capaciteit wordt tegengegaan?

Vraag 9: Welke soort informatie acht u nodig voor de stimulering van de gasmarkt? Welke publicatietermijn acht u redelijk?

Vraag 10: Bent u het er mee eens dat er geen absolute restricties zullen geleden voor zowel de eigenaar van de terminal, als voor de shipper?

Vraag 11: Wat vindt u van het voorstel dat een investeerder mag beslissen of hij kiest voor een capaciteitsuitbreiding zodat hij aan de vraag kan voldoen, of kiest voor een pro-rata verdeling? Welke manieren acht u geschikt om kunstmatig overboeken te voorkomen?

Vraag 12: Wat vindt u van een maximale duur van lange termijn contracten? Zo ja, wat vindt u een acceptabele termijn, en waarom?

Vraag 13: Wat vindt u van het uitgangspunt dat een LNG-terminal niet met bijzondere middelen gefinancierd wordt en dat een terminal een break-even periode heeft van ongeveer 15 jaar?

Vraag 14: Wat vindt u van een systeem waarbij niet gebruikte capaciteit verplicht doorverhandeld moet worden? Aan welke eisen zou een dergelijk systeem moeten voldoen? Wat vindt u een redelijke periode voor het bevestigen van capaciteit?

Vraag 15: Wat vindt u van de voorgestelde wijze waarop de secundaire markt vorm gegeven wordt? Vraag 16: Kunt u zich vinden in de gedachte van een centrale secundaire markt, en waarom?

Vraag 17: Wat vindt u van het voorstel dat een deel van de capaciteit gereserveerd dient te worden voor

korte-termijncontracten? Zo ja, wat vindt u een redelijk percentage? En bent u het eens dat korte termijn contracten worden gedefinieerd als contracten met een looptijd korter dan of gelijk aan één jaar?

Vraag 18: Wat vindt u van de voorgestelde regulering, waarbij veilen een optie is voor de allocatie van korte termijn capaciteit?

Vraag 19: Wat vindt u van de voorgestelde regelgeving ten aanzien van het publiek maken van informatie omtrent voorwaarden, tarieven en capaciteitsplanning?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De deelprioriteiten A t/m K kan VEMW ook in algemene zin onderschrijven maar zoals hieronder toegelicht zal worden ontbreken er deelprioriteiten, zijn

Ten aanzien van de periodieke tarieven huisvesting co-locatie heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (het college) een aantal besluiten

Het Wmo-loket bestaat uit één of meer plekken binnen een gemeente waar burgers terecht kunnen voor informatie, advies of ondersteuning bij het verkrijgen van passende

Sommige mensen geven de voorkeur aan één van deze twee methoden om informatie te krijgen over de aanwezigheid van een erfelijke afwijking bij een embryo. 1p 35 † Aan welke van

26 Para 86 As stated above, in our view it is not consistent with the European Gas Directive Article 22 (3 (b) (ii)) to put a general time-limit on exemptions.. The Gas Directive

De in- vulling van de huidige Tolerance Service sluit echter niet aan bij de markt- vraag. De huidige Tolerance Service veronderstelt een situatie waarbij ship- pers elk uur

De kosten voor het distributienet die veroorzaakt worden door DCO worden niet altijd door hen betaald, en de regionale verschillen tussen netbeheerders worden nu gedragen door

Burgemeester en wethouders kunnen, indien het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet, ontheffing verlenen van het in artikel 10.2, eerste lid,