• No results found

BESLUIT Openbaar

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Openbaar"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Nummer: 101526/ 7

Betreft: Besluit van de directeur Dienst uitvoering en toezicht Energie op de bezwaren ingebracht tegen zijn besluit van 6 mei 2003 met kenmerk 101526/ 4.

I. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1. Op 4 februari 2003 heeft de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: directeur DTe) van de Federatie van Energiebedrijven in Nederland, sectie Netbeheerders, namens de gezamenlijke netbeheerders (hierna: gezamenlijke netbeheerders) een voorstel ontvangen voor de wijziging van de voorwaarden ex artikel 31, eerste lid van de

Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet). Dit voorstel heeft betrekking op de minimale tijd voorafgaand aan het moment van ingang waarin biedingen van ter beschikking gesteld vermogen aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet niet meer gewijzigd kunnen worden. In dit kader stellen de gezamenlijke netbeheerders voor om artikel 5.1.1.1a1 van de Netcode te wijzigen.

(2)

3. Op 6 mei 2003 heeft de directeur DTe naar aanleiding van bovenvermeld voorstel van de gezamenlijke netbeheerders besloten artikel 2.4.3.3 van de Systeemcode als volgt te wijzigen1:

“ Aangeslotenen, niet zijnde netbeheerder, met een gecontracteerd en beschikbaar gesteld vermogen van meer dan 60 Mw stellen uiterlijk daags van tevoren, conform door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vast te stellen procedures en specificaties, door middel van biedingen het

vermogen ter beschikking van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet dat de volgende dag minder kan worden afgenomen respectievelijk meer of minder kan worden geproduceerd. De

aangeslotene kan zowel de omvang als de prijs van zijn bieding aanpassen tot één uur voorafgaand aan de programmatijdseenheid waarop de aanpassing betrekking heeft.”

4. Bij brief van 19 mei 2003 heeft de Vereniging Particuliere Windturbine Exploitanten

(hierna: Pawex), gevestigd te Bunnik, tegen bovenvermeld besluit van de directeur DTe een bezwaarschrift ingediend.

II. WETTELIJK KADER

5. Op grond van artikel 31 lid 1 onder a, b en c E-wet hebben de gezamenlijke netbeheerders een bevoegdheid de directeur DTe een voorstel te zenden voor de voorwaarden met betrekking tot:

“ a. de wijze waarop netbeheerders en afnemers alsmede netbeheerders zich jegens elkaar gedragen ten aanzien van het in werking hebben van netten, het voorzien van een aansluiting op het net en het uitvoeren van transport van elektriciteit over het net,

b. de wijze waarop netbeheerders en afnemers alsmede netbeheerders zich jegens elkaar gedragen ten aanzien van het meten van gegevens betreffende het transport van elektriciteit en de uitwisseling van meetgegevens,

c. de wijze waarop de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet enerzijds en afnemers en de overige netbeheerders anderzijds zich jegens elkaar gedragen ten aanzien van de systeemdiensten.”

6. Volgens artikel 32 lid 1 E-wet kan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet of tenminste een derde van het aantal overige netbeheerders de gezamenlijke netbeheerders verzoeken een voorstel te doen tot wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 27 en 31, onder opgave van de redenen die naar zijn oordeel een dergelijke wijziging noodzakelijk maken.

1 Na indiening van het onderhavige voorstel is met besluit 100950/ 23 van 19 december 2002 onder andere

(3)

7. Artikel 33 lid 1 E-wet bepaalt dat de gezamenlijke netbeheerders overleg voeren met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt over de voorstellen met betrekking tot de tariefstructuren en de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 27, 31 en 32, eerste lid. In de voorstellen die aan de directeur DTe worden gezonden, geven de

gezamenlijke netbeheerders aan welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen die de organisaties, bedoeld in het eerste lid, naar voren hebben gebracht, aldus artikel 33 lid 2 E-wet.

8. Op grond van artikel 36 lid 1 E-wet stelt de directeur DTe de tariefstructuren en de voorwaarden vast met inachtneming van:

a. het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders als bedoeld in artikel 27, 31 of 32 en de resultaten van het overleg, bedoeld in artikel 33, eerste lid,

b. het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de elektriciteitsvoorziening,

c. het belang van de bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de elektriciteitsmarkt,

d. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van afnemers; en e. het belang van een goede kwaliteit van de dienstverlening van netbeheerders. 9. Volgens artikel 38 lid 2 E-wet wordt van de besluiten betreffende de vaststelling van de

tariefstructuren en de voorwaarden alsmede de wijziging daarvan mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant. In aansluiting hierop wordt in artikel 38 lid 2 bepaald dat iedere netbeheerder een exemplaar van de tariefstructuren en de voorwaarden voor een ieder ter inzage legt in al zijn vestigingen.

III. GRONDEN VAN BEZWAAR

10. Pawex stelt in haar bezwaarschrift dat zij tijdens de bespreking van het door de

(4)

11. Ter onderbouwing van haar bezwaar wijst Pawex er in haar bezwaarschrift op dat het van belang is dat op de website van de DTe steeds een actuele versie van (onder meer) de Systeemcode beschikbaar is, omdat wijzigingsbesluiten elkaar in hoog tempo opvolgen. Volgens Pawex kan onderhavige wijziging van de Systeemcode alleen goed en volledig beoordeeld worden wanneer partijen alle tussenliggende wijzigingen op de juiste wijze verwerkt hebben en partijen exact op de hoogte zijn van de verschillende wijzigingen. Pawex voegt hieraan toe dat als gevolg van het niet tijdig actualiseren van de tekst van (onder meer) de Systeemcode voor zowel nieuwe als bestaande partijen belemmeringen worden opgeworpen die een goed functioneren van de markt verhinderen.

IV. BEOORDELING VAN DE BEZWAREN

12. Zoals onder randnummer 3 blijkt ziet het bestreden besluit op een wijziging van de Systeemcode, in het bijzonder artikel 2.4.3.3, op voorstel van de gezamenlijke

netbeheerders. De directeur DTe stelt vast dat Pawex uitsluitend bezwaar heeft gemaakt op grond van het feit dat de DTe - ondanks haar verzoek hiertoe in het Gebruikersoverleg Energienetten - de tekst van de Systeemcode, zoals die op de website van de DTe wordt gepresenteerd, (nog) niet had geactualiseerd. Het bezwaarschrift is derhalve inhoudelijk niet gericht tegen de wijziging van artikel 2.4.3.3 van de Systeemcode.

13. De directeur DTe overweegt ten aanzien van het bezwaar van Pawex het volgende. Het door Pawex bestreden besluit is conform de in de E-wet neergelegde procedure vastgesteld. De gezamenlijke netbeheerders hebben namelijk aangegeven dat het voorstel om artikel 5.1.1.1a1 van de Netcode te wijzigen in de vergadering van de Sectieraad Netbeheerders van 5 september 2002 is vastgesteld als een voorstel van de gezamenlijke netbeheerders aan de Directeur DTe, zoals bedoeld in artikel 32 E-wet. De gezamenlijke netbeheerders hebben tevens aangegeven dat het voorstel vervolgens ter consultatie als bedoeld in artikel 33 E-wet aan het Gebruikersplatform Energienetten is voorgelegd en met hen is besproken op 3 oktober 2002. De organisaties die zitting hebben in het

Gebruikersplatform Energienetten, waaronder Pawex, hebben aangegeven zich met het voorstel te verenigen. Met inachtneming hiervan heeft de directeur DTe op grond van artikel 36 E-wet bij besluit van 6 mei 2003 artikel 2.4.3.3 van de Systeemcode gewijzigd. 14. De directeur DTe merkt voorts op dat hij op grond van artikel 38 lid 2 E-wet uitsluitend is

gehouden om zijn besluit van 6 mei 2003 in de Staatscourant te publiceren. In het kader van dit besluit is een wettelijke verplichting om de website van de DTe te actualiseren niet aanwezig. Aan de wettelijke verplichting inzake artikel 38 lid 2 E-wet is onverkort

toepassing gegeven.2

(5)

15. De directeur DTe is hiernaast van oordeel dat het actualiseren van de website door de DTe een feitelijke handeling betreft. Een feitelijke handeling is niet een besluit in de zin

van artikel 1:3 Awb. Onder het begrip besluit moet namelijk volgens deze bepaling worden verstaan ‘een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke

rechtshandeling’. Een feitelijke handeling, zoals het actualiseren van de website van de DTe,

is niet gericht op rechtsgevolg, en daarmee geen rechtshandeling. Op grond van artikel 7:1 jo. artikel 8:1 Awb kan alleen tegen een besluit als bedoeld in artikel 1:3 Awb bezwaar worden gemaakt.

16. Aangezien het bezwaarschrift van Pawex zich uitsluitend richt op het (nog) niet verrichten van een feitelijke handeling is de directeur DTe van mening dat dit bezwaar

niet-ontvankelijk is. Nu in redelijkheid geen twijfel mogelijk is over de niet-niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift van Pawex is de directeur DTe van oordeel dat met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van Pawex kon worden afgezien.

17. Ten overvloede merkt de directeur DTe op dat de meest recente versie van de codes, waaronder de Systeemcode, sinds 18 augustus 2003 integraal op de website staan.

V. BESLUIT

18. Op grond van het bovenstaande besluit de directeur DTe tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift van Pawex.

Datum: w.g. 23 oktober 2003

ir. G.J.L. Zijl,

De directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de netbeheerder een investering heeft gedaan als bedoeld in artikel 20e, vierde lid, van de E-wet of artikel 39f, vierde lid, van de Gaswet en indien de Raad het voornemen voor

De Raad neemt alleen een melding voor een bijzondere uitbreidingsinvestering in behandeling indien deze door middel van een volledig, conform de invulinstructie, ingevuld

k. de geschatte kosten voor de uitvoering van artikel 17a, voor zover deze kosten doelmatig zijn; l. de gemaakte kosten voor de uitvoering van artikel 22a, voor zover deze

reguleringsperiode daarom voornemens om de invoedingsvolumes na te calculeren, voor zover deze niet gelijk opgaan met de ontwikkeling van de capaciteitsvraag voor afname. De ACM

De gezamenlijke netbeheerders hebben het voorstel aangepast door in het voorgestelde artikel 3.2.1 op te nemen dat de druk van het in te voeden gas onderwerp van overleg dient te

De gezamenlijke netbeheerders hebben het voorstel aangepast door in het voorgestelde artikel 3.2.1 op te nemen dat de druk van het in te voeden gas onderwerp van overleg dient te

2.1.1 Het landelijk hoogspanningsnet wordt beheerd door: TenneT TSO B.V., gevestigd te Arnhem, met dien verstande dat voor de met CBL belaste 150 kV netten geldt dat het

De door ACM vastgestelde schatter voor de inflatie is – zakelijk weergegeven – niet consistent met de wijze waarop de gerealiseerde inflatie wordt vergoed in de